Nummer 2 - Maart 2021
n e n e k e o z r e d on n e r e t n e m i r e p ex
earning lab
&l in het teaching
Haal alles uit de
leeromgeving Uitdagend voor leerlingen
Werken in de installatietechniek
Het stimuleren van taal
Praktische handvatten uit onderwijsonderzoek
vanuit het theater
Livestreams Voor alle scholieren
www.primaonderwijs.nl - Verschijnt 5x per jaar
C
M
J
CM
MJ
CJ
CMJ
N
Foto en foto op cover: Ivar Pel
VO O R W O O R D
De leeromgeving. Het totaal van middelen, personen, strategieën en voorzieningen die een belangrijke bijdrage leveren aan het leerproces. Een rijke leeromgeving biedt uitnodigende materialen en activiteiten, ruimte voor eigen inbreng en creativiteit, samenwerking en experimenten. Maar hoe organiseer je de leeromgeving op een dusdanige manier dat het aanzet en inspireert tot leren? Hoe prikkel je leerlingen en maak je leerlingen nieuwsgierig om tot een actieve leerstand te komen?
In deze editie van PrimaOnderwijs delen we ideeën en inspiratie voor het inrichten van een optimale leeromgeving, als ook tips hoe je je onderwijs kunt verrijken. In het Teaching en Learning Lab (TTL) bijvoorbeeld doen ze onderzoek naar en experimenteren ze met verschillende type meubels en meubelopstellingen (p. 12). Ze zijn daarmee letterlijk en figuurlijk een ruimte voor onderwijsinnovatie. Over innovatief gesproken... De School in Zandvoort is uniek in zijn soort. Door vijftig weken per jaar, tien uur per dag open te zijn binnen één organisatie, is De School in staat om inclusief onderwijs te bieden voor alle leerlingen (p. 16). Dankzij jarenlange voorbereiding is het nieuwe kindcentrum IKC-Wereldwijs in Loosdrecht er ook in geslaagd een rijke leeromgeving voor haar leerlingen
te creëren: een plek die als een tweede thuis van kinderen voelt en lijkt op de echte wereld (p. 22). Maar denk ook eens aan les geven in een andere omgeving, bijvoorbeeld een buitenles. Juf Tamara van Roekel gaat iedere dag met haar leerlingen naar buiten (p. 29). Of het nu rekenen of geschiedenis is, een les in de frisse buitenlucht maakt kinderen enthousiast en actief. Als samenhang ook nog eens goed wordt vormgegeven tussen lessen, dan draagt dit bij aan betekenisvol leren. SLO en Kidsweek laten zien hoe het in de praktijk werkt als je leergebieden geïntegreerd aanbiedt (p. 26). Met praktische tips van leraren is het verrijken van de leeromgeving voor alle scholen binnen handbereik (p. 8). Is hier geen tijd voor? De KLUSBUS toert door heel Nederland om scholen te helpen concrete invulling te geven aan een prikkelende en stimulerende leeromgeving (p. 18). Dat én nog veel meer in de nieuwste editie van PrimaOnderwijs. Veel leesplezier! Esmee Weerden Hoofdredacteur PrimaOnderwijs
Ideeën, vragen, verzoeken voor PrimaOnderwijs? Mail naar redactie@primaonderwijs.nl Volg @PrimaOnderwijs ook op Instagram, LinkedIn en Facebook.
PrimaOnderwijs 3
Door uitdaging diep leren Diep leren vindt plaats als leerlingen echt op een onderwerp moeten kauwen. Daarvoor is het nodig dat ze het antwoord niet meteen weten, dat ze even in verwarring worden gebracht. Ofwel: om diep te leren moeten leerlingen door de leerkuil. Als leraar kun je het diep leren stimuleren door de vragen die je stelt. Je geeft je leerlingen een zetje, de leerkuil in, waarna je ze begeleidt bij hun klim naar boven. Hoe leer je leerlingen diep leren? Hoe leid je ze door de leerkuil? Het boek de Leeruitdaging legt het uit.
De Leeruitdaging is er ook voor jonge kinderen (3-7 jaar). Met concrete activiteiten om kinderen te leren leren.
Van dit boek is ook een beknopte versie beschikbaar.
Ken je de leerkuil van James Nottingham? De leerkuil is een krachtige metafoor voor het leerproces. Als je iets nieuws leert, lukt het meestal niet meteen. Eerst denk je: ik snap het niet, dit lukt me niet, hoe moet dit nou? Dan zit je onderin de leerkuil. Met oefening en eventueel wat hulp, klim je uit de kuil: Eureka! Je hebt het geleerd. Leerlingen begrijpen deze metafoor heel goed.
Growth mindset DE LEERUITDAGING
Aanpassen
Eureka!
Toepassen
Eureka, je bent eruit! Het gevoel van opheldering en ontdekking dat je nu voelt, is de extase van het leren. Dit maakt het leerproces de moeite waard. Fantastisch dat je hebt doorgezet!
Overdragen
ken Terugblik
Oppervlakkig leren
Reflectie
Diep leren
Terugkijkend op je leerproces, welke strategieën hebben dan het beste gewerkt? Wat zou je de volgende keer veranderen? Hoe kun je je opgedane kennis in verschillende contexten toepassen?
De leerkuil
Eureka, ik kan het!
Concept
Vind een concept waar je al iets van afweet en meer van wilt weten.
de nuances van en de uitzonderingen op je concept. Je kunt bijvoorbeeld je concept met een ander concept vergelijken, overwegen of het altijd van toepassing is of proberen een definitie te vinden die in alle gevallen werkt.
Gro lerendig n
Cognitief conflict
Ik zal moeten doorzetten
In samenwerking met
Het is toch niet zo makkelijk als ik dacht
kunnen. willen leren. Hoe vaker leerlingen door
Succes
Als je veel voorbeelden van en uitzonderingen op je concept hebt gevonden, en erachter bent gekomen hoe complex je gekozen concept is, dan ben je in de leerkuil terechtgekomen! Hier begint het diep leren pas echt. Zie www.bazalt.nl/leerkuil
… en misschien om hulp vragen
kig
Oppervlak leren
het minder erg om iets niet meteen te Ze snappen dat het erbij hoort als ze iets
Betekenisgeving
Merk patronen, relaties en betekenissen op tussen alle ideeën die je hebt ontdekt. Maak onderscheid tussen de ideeën door ze te sorteren, classificeren, groeperen of te rangschikken. Gebruik je bevindingen om je concept nog beter te begrijpen.
Ik denk dat het gaat lukken
De leerkuil
Ik denk dat ik Vraag weet hoe ik dit Vind de problemen met, kan aanpakken
Leerlingen die de leerkuil kennen, vinden
de leerkuil gaan, hoe meer ze een lerende houding (growth mindset) aannemen.
Ik twijfel hoe ik verder zal gaan
De leerkuil
Kijk voor tips en informatie op www.growthmindsets.nl Deze poster wordt u aangeboden door Growth Mindsets. een gezamelijk project van de Bazalt Groep: Bazalt, HCO en RPCZ.
Zie www.bazalt.nl/leerkuil
Posters voor in de klas
T 088 55 70 570 E info@bazalt.nl I
shop.bazalt.nl
@primaonderwijs @primaonderwijs @primaonderwijs
Nummer 2 - Maart 2021
11 15 26 30 33 34 38
LOF-principes toepassen in de praktijk Dagboek van een basisschooldirecteur Samenhang tussen leergebieden Praktische handvatten voor taalstimulering Livestreams vanuit het theater De 7 werelden van techniek ontdekken Werken in de installatietechniek
42 47 48 50 60 62
Nieuwe kinderwebsite: denkboek.nl Vaardig, veilig en bewust online zijn Leercoach in flexibele leeromgeving Een interactieve les Engels Tips voor ouders van studiekiezers Lees je nu, lees je later
12
8
Teaching & Learning Lab: De inrichting van de klas is van invloed op de interactie
Tips om je leeromgeving te verrijken
18
16
Een uitdagende leerhoek met hulp van de KLUSBUS
‘Je gunt elk kind een De School’
22
IKC-WereldWijs: Het kind als uitgangspunt
Met 150.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals. PrimaOnderwijs is een uitgave van
Inhoud
29
‘Kinderen hebben buitenles gewoon nodig’
COLOFON: Hoofdredactie Esmee Weerden Vormgeving Martin Hollander Medewerkers Brigitte Bloem, Klaske Delhij , Marleen Kuijsters en Malini Witlox Foto’s iStock, Shutterstock Redactie 030-241 70 44, redactie@primaonderwijs.nl, postbus 40266, 3504 AB Utrecht Sales 030-241 70 21, account@edg.nl Klantenservice 030-241 70 20 klantenservice@edg.nl Verschij ning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 5 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een wekelijkse nieuwsbrief en de website www.primaonderwijs.nl ©Copyright 2021 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelingen.
Foto: Carlo Stevering
nieuws Tips van de redactie Heb jij een tip voor de redactie? Stuur een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl
Hét gesprek aangaan De Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers maakt zich grote zorgen over het gemak waarmee jongeren omgaan met messen. Bedreigingen, gewonden en zelfs doden zijn het gevolg. Op de website van de FNG (www.fngnederland.nl) staat een film wat de gevolgen van het gebruik van messen inzichtelijk maakt. De stichting wil graag met klassen hét gesprek aangaan, niet oordelend, niet met een opgestoken vinger maar gewoon met elkaar over deze film praten. Wil je meer informatie of met de stichting in gesprek over dit onderwerp? Stuur dan een e-mail naar: secretariaat@fngnederland.nl
Wie krijgt het vaccin... …is geen prik, maar een leuk kaartspelletje om een keer wat luchtigheid te brengen in coronatijd. Om beurten trek je bij elkaar een kaart. Degene die aan het einde van het spel de enige VACCIN kaart in handen heeft, roept ‘YES VACCIN’ en heeft gewonnen. Dit kaartspelletjes is bedacht door vmbo-leerlingen van het Willem van Oranje College te Wijk en Aalburg in het kader van het keuzevak ‘Ondernemen webshop’. Deze en andere producten zijn te koop via hun schoolwebwinkel www.willemwinkel.nl. Een gedeelte van de opbrengst gaat naar goede doelen Stichting Edukans (ieder kind heeft recht op onderwijs) en Covax (eerlijke verdeling van vaccins over de hele wereld).
6
Bestel de docentenagenda! Speciaal voor docenten in het po, vo en mbo heeft PrimaOnderwijs in samenwerking met EDG Media ook dit jaar weer de docentenagenda uitgebracht. Al 27 jaar de meest gebruikte docentenagenda van Nederland, volledig afgestemd op de behoeften van docenten.
Ook komend jaar weer een nieuwe cover.
Bestel de agenda via: www.primaonderwijs.nl/docentenagenda
Doe mee aan het PrimaOnderwijs lezersonderzoek! Bij PrimaOnderwijs streven we ernaar om een platform neer te zetten dat qua vorm en inhoud kwalitatief goed aansluit bij onze doelgroep. Wij willen daarom graag weten wat je van het platform PrimaOnderwijs (magazine en online) vindt. Met deze feedback kunnen we PrimaOnderwijs verder verbeteren. Het invullen van de enquête kost slechts enkele minuten van je tijd en is volledig anoniem.
Wij stellen het enorm op prijs als je meedoet. Daarom ontvangen álle deelnemers een leuke verrassing van Educatheek, dé webshop voor het onderwijs. Ook verloten wij onder alle deelnemers waardebonnen ter waarde van €25 voor educatheek.nl en boekenpakketten van educatieve uitgeverij Bazalt. Ga naar: https://nl.surveymonkey.com/r/lezersonderzoek2021
Duizenden kinderen en vier auteurs maken samen één boek Het boek Een vreemde vogel in de klas is onderdeel van Leesproject Stel je voor… van Uitgeverij Zwijsen en kwam tot stand in samenwerking met vier bekende kinderboekenauteurs. Terwijl zij de hoofdlijnen van het verhaal schreven, zorgden de kinderen voor input voor elk hoofdstuk. Zo zijn bijvoorbeeld de naam van de meester, de gebruikte straattaal én stukjes van de cover door de leerlingen bedacht. Als cadeautje in deze tijd waarin het meer dan ooit belangrijk is dat kinderen ook thuis blijven lezen, biedt Uitgeverij Zwijsen Een vreemde vogel in de klas als e-book gratis aan alle kinderen aan via: www.zwijsen.nl/steljevoor
daagt uw talentvolle, meer- en hoogbegaafde leerlingen uit! Acadin is dé digitale leeromgeving voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs. Een omgeving die is gevuld met >500 interessante en uitdagende leeractiviteiten over allerlei onderwerpen voor groep 1-8. Speciaal geselecteerd om het leren op school voor deze kinderen te verrijken. Acadin helpt leerkrachten leerlingen te prikkelen met uitdagende leerstof waar ze hun tanden in kunnen zetten, maar ook met korte opdrachten voor de laatste 10 minuten van de les. Kenmerkend voor deze leeractiviteiten is dat ze een open karakter hebben. Leerlingen leren niet alleen feitenkennis en vaardigheden, ze leren ook hoe ze moeten leren.
“Acadin heeft veel voordelen, je ziet kinderen echt opbloeien!” “Acadin beviel zo goed dat het al snel schoolbreed is ingevoerd.” “Acadin kan worden ingezet voor alle leerlingen, maar is vooral interessant voor leerlingen die wel wat extra uitdaging kunnen gebruiken.”
Opbouw Acadin Inhoud – >500 leeractiviteiten groep 1-8 Planningsmodule – activiteiten toekennen met startdatum en deadline Begeleidingsmodule – beoordelen, portfolio
Interesse? Meer informatie over Acadin, de abonnementsprijzen en de wijze van aanmelden, vindt u op www.acadin.nl. U kunt zich aanmelden voor een e-presentatie en/of via een proefabonnement Acadin gratis 10 weken verkennen.
www.acadin.nl | info@acadin.nl | (070) 448 29 48
Tips
Tips Tips
Tips om je leeromgeving te verrijken
Hoe kun je je leeromgeving snel en simpel verrijken? Deze leraren geven tips. Door Marleen Kuijsters
Sjon Kooy dramadocent en mentor, praktijkschool Westfriesland in Hoorn. Ook geeft hij Engels, Nederlands, maatschappijleer, informatiekunde, sterrenkunde en DJ-lessen.
Tip1
Laat leerlingen kennismaken met verschillende vakgebieden en manieren van vrijetijdsbesteding. ‘Om een zelfstandig bestaan op te bouwen heb je creativiteit nodig. Het is daarom belangrijk leerlingen te laten ‘ruiken en proeven’ aan verschillende vakgebieden en vrijetijdsbestedingen. Zo kunnen ze ontdekken wat ze leuk vinden. Wij laten leerlingen elke vier weken iets nieuws uitproberen tijdens het vak ‘vrijetijdsbesteding’. Denk aan: vissen, robots bouwen of sterrenkunde. Zelf geef ik DJ-lessen: we werken toe naar een schoolfeest waar de leerlingen zelf draaien. Fantastisch om te zien dat enkele oud-leerlingen nu hun geld verdienen als DJ.’
Tip2
Kijk naar de inrichting van het lokaal. ‘Mijn lokaal is uitgerust met verkleedkleding en een greenscreen voor de dramalessen. Hiermee kunnen we zelf video’s opnemen. En als je in mijn lokaal naar boven kijkt, zie je het hele zonnestelsel. Dat geeft net dat beetje extra aan de lessen sterrenkunde. Het verrijken van de leeromgeving gaat ook verder buiten het klaslokaal. Voor geschiedenis organiseer ik excursies naar gebouwen waar jongeren iets kunnen beleven.’
Tip3
Zoek naar nieuwe mogelijkheden. ‘In de komende weken wil ik leerlingen via een virtual reality bril iets in de lucht laten tekenen en dat exporteren naar de 3D-printer. Zo ontdekken ze een hele nieuwe wereld.’
8
Trudie Takken leerkracht groep 7/8, Jenaplanschool De Klink in het Limburgse Grathem.
Tip1
Denk creatief. ‘Ik vind het leuk om creatief te denken: aan de muur van ons klaslokaal hangt een jaarkalender, bedacht en gemaakt samen met de kinderen. En in de kring van zelfgemaakte zitzakken en krukjes ligt een kleed, geschilderd door de kinderen en hun ouders. Zo probeer ik wat betreft inrichting weg te blijven van de ‘Pinterest’ klaslokalen, lokalen die erg op elkaar lijken.’
Tip2
Verrijk de leeromgeving schoolbreed. ‘Als je onze school binnenwandelt, waan je je momenteel direct in de Middeleeuwen. Er staan twee grote ophaalbruggen en er hangen schilden die de kinderen zelf hebben gemaakt. We passen de inrichting aan aan het thema waarin we werken. We merken dat leerlingen op deze manier makkelijker worden meegenomen in een leerthema.’ >>>
Tip3
Bedenk activiteiten buiten het schoolgebouw. ‘We hebben een blotevoetenpad gemaakt. Kinderen mochten lades van oud meubilair vullen met alles wat ze zelf konden bedenken; ze kwamen met knikkers, gekookte macaroni en stroop. Tijdens de lockdown vroegen kinderen of ze met hout mochten werken. Ik heb thuis een grote schuur. Hier hebben leerlingen afgelopen zomer een enorme Toren van Pisa gebouwd. Ieder kind uit de klas heeft een eigen houten ‘blok’ gemaakt. En samen houden we de klas - oftewel de toren - in balans.’
Tip3
Kijk eens bij een collega. ‘Om ideeën op te doen kijk ik regelmatig bij een collega in de klas. Ik vraag mezelf dan af: word ik in deze klas actief en nieuwsgierig?’
Godelieve van Oers ondersteunt leerkrachten in de kleuterbouw bij het verrijken van de leeromgeving.
Tip1
Maak uitdagende speelhoeken.
Patty Roos leerkracht groep 8, basisschool De Witte Olifant in Amsterdam.
Tip1
Opruimen. ‘De omgeving heeft een grote invloed op het gedrag en welbevinden van kinderen. Het eerste dat ik doe in een nieuw klaslokaal: opruimen. Ik bedenk bij alle spullen: heb ik hier iets aan? Daarna kijk ik kritisch naar de inrichting. Want van een rijke inrichting worden kinderen actief en nieuwsgierig.’
Tip2
Richt de klas rijk en groen in. ‘Ik breng vele uren per week door in mijn lokaal, het is een soort verlengde van mijn huiskamer. Daar besteed ik ook aandacht aan inrichting, kleur, licht en ruimte. De tafels staan in groepjes van vier. In het midden staan bloemen en de vensterbanken zijn gevuld met planten. De kinderen verzorgen de bloemen en planten. We hebben in de klas ook onze eigen bibliotheek: van stripboeken tot boeken over leven en de dood. De kinderen kunnen Nederlandstalige boeken vergelijken met Engelstalige versies. Daarnaast veranderen we het lokaal als we starten met een nieuw leerthema. Bij het thema bos en bomen maakten we een herbarium, een verzameling van gedroogde planten. En de vensterbank lag vol gevonden schorsen, bolsters en uilenballen.’ >>>
‘Maak uitdagende speelhoeken. Juist door te doen en te spelen leren kleuters het beste. Zo kunnen ze in een hoek met kappersspullen ervaren wat een kapper doet. Het is belangrijk om mee te spelen en te observeren: “Ik eet nu drie gebakjes op, hoeveel heb je nog over?” Zo kun je de doelen waar je aan werkt met kleuters prima een plek geven in zulke hoeken.’
Tip2
Gebruik loose parts in de klas. ‘Laat kinderen knutselen met loose parts. Dat zijn materialen die je makkelijk kunt verzamlen, combineren of bij elkaar kunt voegen. Materiaal met een open einde, zonder een direct doel. Moet je dan eens die betrokkenheid zien. Denk aan kraaltjes, knopen, houtstronkjes, doppen, schelpen… Kinderen maken hiermee prachtige creatieve dingen. Tegelijkertijd zijn ze bezig met sorteren, tellen, spiegelen of vormgeving.’
Tip3
Laat kinderen meehelpen. ‘Zelf heb ik 34 jaar met kleuters gewerkt. Ik heb ook weleens gedacht: “Ik wil een leuke hoek inrichten bij dit thema, maar de tijd ontbreekt.” Toen heb ik samen met collega’s een schema gemaakt. De ene keer richtte ik met een collega de hoeken van de kleuters en groep 3 in en daarna waren anderen aan de beurt. We lieten de kinderen meehelpen, zodat zij ‘eigenaar’ werden van hun hoek. We vroegen hen welke spullen we nodig hadden en lieten ze spulletjes van huis meenemen. GOUDEN TIP: maak het niet te vol, voeg liever later iets toe.’ PrimaOnderwijs 9
A D V E R T O R I A L
COMPUTERSIMULATIE / RENDER
Inspirerende inrichtingen voor scholen
Dynamisch klaslokaal bij de Klimroos in Roosendaal
REALISATIE
Onderwijs is in beweging, daar is het afgelopen jaar een goed voorbeeld van. Na al het thuisonderwijs wordt een inspirerende leeromgeving nog meer gewaardeerd. Bij nieuwbouw wordt hier bij het plaatsen van de muren goed over nagedacht. Mocht je als school een inspirerende inrichting willen in bestaande bouw, dan heb je rekening te houden met vaste contouren. Ciska Knoop, directrice van de Klimroos uit Roosendaal, had met haar collega’s uit de onderbouw de wens om een dynamisch klaslokaal te realiseren, die anders is dan alle andere lokalen. Met dit vraagstuk kwamen zij bij de Nederlandse meubelfabriek Schilte terecht. Samen met inrichtingsspecialist Projectum Inrichten BV heeft Schilte na een intake alle wensen geïnventariseerd en vervolgens een eerste voorstel gepresenteerd: een inspirerende leerplek met verschillende opties, zoals een theater, wisselende rijke hoeken, en lounges die spelend leren, kunstzinnige vorming en samenwerken mogelijk
maken. Passend bij en ondersteunend aan de visie van de school. Naar aanleiding van de presentatie is in overleg met de school een tweede ontwerp gepresenteerd met nog meer verschillende hoeken, een grote kastenwand gecombineerd met podium en de verbinding tussen buiten en binnen. Over dit voorstel was de school zeer te spreken, waarna snel gestart kon worden met de realisatiefase. Schilte heeft op basis van de visualisaties productietekeningen gemaakt en samen met de school gecontroleerd. Na het inmeten begon de productie in de
eigen fabriek van Schilte in IJsselstein. Vooraf is er contact gehouden over de planning en kwam de levering op een moment dat het de school het beste uitkwam. Het klant specifieke meubilair is tegelijk met het standaard meubilair in één keer en op één dag op de juiste plek neergezet en gemonteerd, zodat de volgende dag alweer met de lessen begonnen kon worden. De wens van de school vertalen tot een uiteindelijk plan en daadwerkelijke inrichting, is waar Schilte enorm trots op is en elke dag met 80 collega’s met ontzettend veel passie aan werkt.
Kijk op www.schilte.nl/referenties/ voor nog meer voorbeelden. Neem voor informatie over mogelijkheden op jullie school contact op met: info@schilte.nl / 030-6868020 KINDEROPVANG - BSO 10
BASISONDERWIJS
VOORTGEZET ONDERWIJS
PROJECTMEUBILAIR
MAATWERK
LOF-principes toepassen in de dagelijkse onderwijspraktijk
‘Durf te delen, durf te vragen en durf te betrekken’ Janneke van de Peut is al meer dan 25 jaar werkzaam in het basisonderwijs. Ook is zij coach bij het LerarenOntwikkelfonds (LOF) en begeleidt ze elk schooljaar een expeditiegroep, een groep leraren die subsidie heeft gekregen om een vernieuwend project uit te voeren in het onderwijs. ‘Dankzij het LOF heb ik een veel bredere blik gekregen die ook van pas komt in mijn huidige werk als leerkracht.’ DOOR ESMEE WEERDEN Janneke is sinds twee jaar werkzaam op de Prinses Beatrixschool in Veenendaal, een kleinschalige school omringd door veel hoogbouw met een grote diversiteit aan leerlingen en niveauverschil. Veel kinderen hebben het stempel achterstandskinderen, terwijl ze wel meer aan kunnen. Die kloof is ingewikkeld. ‘Ik moest een heel andere manier van lesgeven ontwikkelen, ook al vóór corona, omdat ik te maken heb met kinderen die soms in een ingewikkelde thuissituatie leven. Kinderen die eigenlijk heel hard willen werken voor school, maar daar thuis niet altijd de middelen en mogelijkheden voor hebben.’
LOF-principes Vanuit haar werk voor het LOF, heeft Janneke geleerd hoe belangrijk het is om de verbinding te zoeken. Niet alleen met het kind, maar juist ook met de ouders. ‘We hadden bijvoorbeeld een kind dat fysiek geweld gebruikte tegen andere leerlingen op het schoolplein. Zelfs zo erg dat kinderen huilend binnenkwamen. Het kind heb ik samen met zijn moeder wekelijks op school uitgenodigd om te praten over waar zijn woede vandaan komt. Ik heb hen gevraagd hoe we dit sámen op kunnen lossen. En dat werkte.’ Bij haar expeditiegroep past Janneke dezelfde principes toe. ‘In gesprek met mijn expeditiegroep leg ik de verantwoordelijkheid om er een zinvol programma van te maken neer bij de hele groep, want het is een gezamenlijke verantwoorde-
lijkheid om de onderwijsinnovaties te realiseren. Durf te delen, durf te vragen en durf te betrekken zijn daarbij hele belangrijke uitgangspunten.’
Van elkaar leren Janneke heeft dit doorgevoerd op haar school. Haar deur staat altijd open als ze lesgeeft. Dat betekent dat iedereen het hoort als het goed gaat, maar ook als het lesgeven minder goed gaat. ‘Het geven van gymlessen is niet mijn sterkste punt. Mijn collega uit groep 8 geeft inspirerende gymlessen, waarbij de leerlingen zelf ook een rol spelen. Door te durven vragen en betrekken, laat ik nu iedere gymles voor mijn combinatiegroep 3/4 uitvoeren door leerlingen uit groep 8. Zij voelen zich op deze manier enorm betrokken bij mijn leerlingen en ik leer van hen hoe je een goede gymles geeft. Dat is op en top de LOF-gedachte: Leren van, door en aan elkaar!
Over LOF LOF is een netwerk van, voor en door leraren die het onderwijs van onderop willen vernieuwen. LOF biedt leraren uit het primair, voortgezet en middelbaar (beroeps)onderwijs begeleiding en bijeenkomsten om een onderwijsinnovatie te realiseren. Kijk voor meer informatie op
www.lerarenontwikkelfonds.nl PrimaOnderwijs 11
Meer interactie door een halfrond klaslokaal en verrijdbare meubels
De inrichting van de klas is van invloed op de interactie. Bij het Teaching and Learning Lab (TLL) van de Universiteit Utrecht experimenteren ze met verschillende type meubels en meubelopstellingen. ‘Des te dichter bij de leerling, des te meer interactie.’ DOOR MALINI WITLOX FOTO’S DICK BOETEKEES EN IVAR PEL
Een klaslokaal met een ronde muur. Veel docenten zouden niet weten wat ze ermee aan moeten, maar Jasper van Winden was dolenthousiast toen hij het zag. Het paste precies bij zijn manier van lesgeven, waarbij de docent niet voor de klas staat, maar tussen de leerlingen in, in een halve of driekwart cirkel. Met deze inrichting en andere vormen kon de docent biologie aan de Universiteit Utrecht experimenteren in het Teaching & Learning Lab. Het TLL begon in 2016 met twee ruimtes en inmiddels zijn er meerdere leslokalen voor activerend onderwijs ingericht. Het uitgangspunt: in het TLL bepaalt niet de ruimte hoe de docent les kan geven, maar bepaalt de door de docent gekozen onderwijsvorm hoe de ruimte eruit komt te zien. Reguliere tafels en stoelen, een klapbankje aan de muur, verrijdbare statafels, het kan allemaal. 12
Gekleurde stoelen Het leslokaal kan volledig naar de gebruikersbehoefte worden aangepast, legt projectmanager Frans van Dam uit. ‘Je kunt allerlei dingen vooraf uitdenken, maar soms moet je gewoon een steen in het water gooien en zien wat er gebeurt.’ Alles wat in het TLL gebeurt, kan gefilmd worden met behulp van camera’s die aan het plafond hangen. Zo kunnen onderzoekers later goed analyseren wat voor effect de inrichting van de ruimte op het gedrag heeft. De stoeltjes hebben verschillende kleuren. ‘Gedragen leerlingen die onbewust voor een rode stoel kiezen zich dominanter in het groepsproces? En kunnen we door verschillende gekleurde stoelen leerlingen met verschillende persoonlijkheden stimuleren?’ Op de interactieve muren kun je schrijven. Zo hoeft de docent niet steeds naar een van de aanwezige smartboards terug te lopen. Als de docent ergens iets op een bord of op zijn tablet krabbelt, is het overal te zien.
Benaderbaar Als je ver van een docent afzit, heb je minder interactie, weet Van Dam. Hij spreekt over een active learning space. ‘Idealiter staat de docent echt in het midden van de zaal. Dan spreek je hem als leerling veel eerder aan als je een vraag hebt. Hij is makkelijk benaderbaar, de psychologische drempel is minder
‘Het is zoveel eenvoudiger om iedereen bij de les te betrekken’ hoog. Niet de leraar moet centraal staan maar de leerling.’ De groepstafels staan op wieltjes. Daardoor kunnen ze razendsnel op een andere plek gezet worden. Een korte instructie geven en dan in groepjes gaan werken? Even rijden en het kan. In een regulier klaslokaal staat de docent met zijn rug tegen de muur. ‘Letterlijk, er is weinig nabijheid. En als hij zich omdraait om iets op het bord te zetten kijken de leerlingen naar zijn rug. Dat is heel beperkend qua interactie.’ De docenten van het TLL werken veel met kennisclips die de leerlingen vooraf of naderhand kunnen bekijken. ‘Wat is de toegevoegde waarde om in een klaslokaal te gaan zitten luisteren naar iets wat je ook in een video kan zien?’
Interactie bevorderen Bij het TLL hoort een opnamestudio. Eyecatcher daar is het lightboard, een glazen ruit, omgeven door ledverlichting. De leraar staat achter het doorzichtige bord, kan zijn publiek aankijken en in spiegelbeeld met neonstiften op de ruit schrijven. Een cameraman filmt alles. Na opname wordt softwarematig de hele video gespiegeld, waardoor het ook voor de kijker leesbaar wordt wat de docent geschreven heeft. ‘De docent in
het uiteindelijke filmpje kijkt dus voortdurend naar voren. Als docenten zich naar het bord omdraaien haken leerlingen namelijk eerder af.’ De laatste vier jaar werd met allerlei lesopstellingen getest, vertelt Van Dam. ‘De tafels kun je allemaal met elkaar en een groot scherm verbinden, zodat de leerlingen naar één punt en niet allemaal naar hun eigen tablet of laptopscherm kijken. Ja, je kunt dan afkijken op het scherm van een ander groepje, maar is dat erg? Het bevordert de interactie als je even bij de buren gaat kijken waar die mee bezig zijn.’ Sommige tafels zijn groot genoeg om met meerdere mensen aan een tafel te kunnen zitten, maar er zijn ook kleine tafeltjes voor twee personen. Een deel van de groepstafels heeft stopcontacten en ze kunnen allemaal omhoog en omlaag. ‘Als je gaat staan, ben je veel actiever.’
De zaal als middel Nog belangrijk is echter afwisseling. ‘Je kunt niet de hele dag in één houding zitten. Het ene moment wil je als leerling zitten, dan staan, dan op een bankje zitten en even je mobieltje checken, even rondlopen. Door te wisselen, kom je letterlijk in een andere setting en zie je oplossingen voor problemen waar je eerder was vastgelopen.’ ‘De zaal is een middel en geen doel,’ vat Van Dam samen. Biologiedocent Jasper van Winden kreeg hogere cijfers van de leerlingen toen hij op de nieuwe manier ging werken. En zelf is hij het lesgeven ook leuker gaan vinden, omdat hij meer contact heeft met zijn publiek. ‘Het is zoveel eenvoudiger om iedereen bij de les te betrekken. Ik zie het TLL als kraamkamer van nieuwe onderwijsconcepten. Dit is een plek waar nieuwe ideeën uitgeprobeerd kunnen worden en – heel belangrijk – ook mogen falen.’ Meer informatie: https://teachinglearninglab.nl/
‘Niet de leraar moet centraal staan maar de leerling’
PrimaOnderwijs 13
MONTESSORI MATERIALEN Montessori materialen zijn er op gericht om kinderen op een natuurlijke en intuïtieve manier te laten leren. Er wordt gebruik gemaakt van natuurlijke materialen en de kinderen gebruiken alle zintuigen tijdens het leren met dit materiaal. Voor een uitgebreid assortiment Montessori materialen kun je nu ook terecht op Educatheek.nl!
Houten Honderd Bord Ontdek alle getallen tot 100 met dit populaire houten bord. De mogelijkheden zijn eindeloos met de 100 vakjes op het bord in combinatie met de 100 houten cijferkaartjes.
Uitgebreide Montessori Rekenkralen set Deze handige 110-delige rekendoos met een grote hoeveelheid kralen is ideaal voor in de klas. Meerdere kinderen kunnen hiermee aan de slag; ze leren naast vermenigvuldigen en de tafels nog veel meer rekenkundige begrippen. Montessori Roze Toren & Bruine Trap Dit zijn de twee meest bekende en gebruikte Montessori materialen. Met de massieve kubussen en prisma’s waaruit de toren en de trap zijn samengesteld, leren kinderen onder meer onderscheid te maken tussen groot en klein.
Ontdek Figuren Speciaal voor de kleintjes die alle verschillende vormen ontdekken. Deze uitgebreide set biedt een ontelbaar aantal mogelijkheden om met vormen, hoogtes, aantallen en groottes aan de slag te gaan. Gemaakt van beukenhout met een zachte afwerking.
Bestel deze en nog veel meer Montessori materiaal op:
/montessori
Foto: Annaleen Louwes
‘Een jaar uit het leven van een basisschooldirecteur’ Cordula Rooijendijk heeft in diverse functies op verschillende montessorischolen gewerkt. Over haar ervaringen met de kinderen, ouders en leerkrachten hield ze als schoolhoofd van montessorischool De Amstel een jaar lang een dagboek bij. DOOR ESMEE WEERDEN Het montessorionderwijs, waar kinderen zo zelfstandig en zelfredzaam mogelijk gemaakt worden, vanuit de gedachte ‘help mij het zelf te doen’, blijkt de plek waar Cordula zich het meest thuis voelt. Ze wist dat ze als schoolleider nog meer kon betekenen voor leerlingen dan als leerkracht, dus de vacature voor directeur op een nieuwe montessorischool kwam een paar jaar geleden als geroepen. ‘Ik vond het heel erg mooi om samen met een team de ontwikkeling van een school vorm te geven. In het basisonderwijs kun je écht het verschil maken. Hier leg je de basis voor de toekomst van kinderen. Zelf ben ik een enorme liefhebber van montessori. Maar het maakt niet uit binnen wat voor concept je lesgeeft, zolang je met liefde en professionaliteit voor de klas staat.’
dat iedereen dit aan heeft zien komen maar dat er geen maatregelen getroffen zijn.’
Vierdaagse schoolweek Als het aan Cordula ligt, wordt een vierdaagse schoolweek ingevoerd. Vanuit kwaliteitsoogpunt, niét om kinderen naar huis te sturen. ‘De vijfde dag kun je dan vrij roosteren voor professionalisering en onderzoek. Dat maakt het vak aantrekkelijker voor een grotere doelgroep. Het is tevens een wens van de overheid om op basis van onderzoek je handelen in het onderwijs vorm te geven. Wettelijk gezien mag een vierdaagse schoolweek niet, maar al zou de overheid alleen al ruimte geven voor alternatieve ideeën die de onderwijskwaliteit verbeteren, dan zou het een enorme stap in de goede richting zijn.’
Dagelijkse onderwijspraktijk Helaas is dat alleen niet voldoende om kwalitatief goed onderwijs te kunnen bieden: het onderwijs kampt met enorme lerarentekorten en maatschappelijke problemen. Scholen hebben heel lang geprobeerd om het zelf op te lossen, waardoor de problemen niet zichtbaar genoeg waren. ‘Gelukkig laten scholen steeds meer van zich horen.’ Om deze reden heeft Cordula recent haar boek ‘Een jaar uit het leven van een basisschooldirecteur’ uitgebracht. ‘Mijn boek geeft een kijkje in de dagelijkse onderwijspraktijk en waar je als schoolleider tegenaan loopt.’ Met name de situaties die buiten haar macht liggen, zoals de lerarentekorten, maken haar vak een grote uitdaging. ‘Je wilt kinderen niet naar huis sturen, maar er zit een grens aan wat je van je team kunt verwachten. Het zit me enorm dwars
In samenwerking met Uitgeverij Atlas Contact mogen wij speciaal voor lezers van PrimaOnderwijs 3 exemplaren van het boek ‘Een jaar uit leven van een basisschooldirecteur’ van Cordula Rooijendijk weggeven. Stuur uiterlijk vóór 31 maart 2021 een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl en maak kans om het boek te winnen. PrimaOnderwijs 15
Adjunct-directeur Daphne Spekkers van De School
‘Je gunt elk kind een De School’ Aan de rand van de Zandvoortse duinen, met in de verte de zee, staat een unieke school. De School is vijftig weken per jaar, tien uur per dag open binnen één organisatie. ‘Door meer tijd creëer je meer mogelijkheden en is inclusief, passend onderwijs mogelijk voor ieder kind’, stelt adjunct-directeur Daphne Spekkers. DOOR BRIGITTE BLOEM FOTO’S: DE SCHOOL
Oprichter van De School Marjolein Ploegman zocht dertien jaar geleden naar een manier om meer onderwijstijd te creëren. Binnen de bestaande regelgeving kwam ze uit op het combineren van onderwijs en opvang. Deze tak lag het dichtst bij onderwijs en had de mogelijkheid om maatschappelijk geld (kinderopvangtoeslag) te herverdelen en in onderwijs te investeren. Niet alleen ontstond zo meer onderwijstijd, ook het team kon worden uitgebreid. Leerlingen hebben de beschikking over bijna 2400 uur onderwijstijd, in plaats van de reguliere 940 uur op jaarbasis. Inmiddels heeft Daphne, samen met directeur Rosanne Maters en hun team, De School verder ontwikkeld. ‘Kunnen variëren in onderwijstijd is voor ons een middel om onderwijs op maat te bieden. Wij zijn in staat om inclusief onderwijs te bieden voor alle leerlingen.’ 16
Thematisch onderwijs De School is vijftig weken per jaar open. Vijf dagen per week van 8.00 tot 18.00 uur zijn de leerlingen welkom op De School. ‘Per schooljaar werken we in vijf perioden van tien weken. Hierdoor is het mogelijk dat de tijd aangepast wordt aan de behoeftes van het kind en gezin. Er zijn allerlei variaties mogelijk: in de hoeveelheid tijd maar ook de spreiding van de tijd over de dag, de week en het jaar en natuurlijk de besteding van die tijd’, legt Daphne uit. ‘Elke periode staat een ander thema centraal, elk uit een andere domein: aardrijkskunde, geschiedenis, cultuur, techniek en natuur. In deze thema’s worden bijna alle vakken geïntegreerd. Ons thematisch onderwijs is schoolbreed. Dat zorgt voor structuur, gezamenlijkheid en boeiend onderwijs. Leren wordt interessanter naarmate de leerstof concreet, relevant en levensecht is.
Per periode werken alle leerlingen aan hetzelfde thema, maar met een eigen invulling. Als leerling heb je inspraak in wat je leert en hoe je leert.’
hebben leerlingen de mogelijkheid om zich breed te ontwikkelen en hun talenten te ontdekken.’
Kijken naar ontwikkeling Gastdocenten Vrijwel dagelijks is er een gastdocent van buiten actief met leerlingen van De School. Externen die deskundig zijn op een bepaald gebied kunnen door hun expertise extra inspireren. Daphne: ‘Dat kunnen ondernemers uit de buurt zijn, docenten van beroepsopleidingen, wetenschappers, mensen uit het bedrijfsleven, en natuurlijk kijken we ook welke ouders we daarbij kunnen betrekken.’ Ook gaan de leerlingen elk thema op excursie. Zo zijn ze tijdens het thema Nederland naar Texel geweest en bij het thema Voeding is er een bezoek gebracht aan een grote chocoladefabrikant in Zaandam. Het zandsculpturenfestival werd verbonden aan het thema Kunst en voor het thema Milieu en Kringloop deden de leerlingen onderzoek in de Waterleidingduinen.
De School kent geen vaste groepen op leeftijd. ‘We kijken naar de ontwikkeling van een kind en bepalen in gezamenlijkheid wanneer een leerling toe is aan een volgende stap’, legt Daphne uit. ‘Er is geen koppeling tussen leeftijd en lesstof, maar tussen ontwikkeling en lesstof. De School is een plek waar kinderen zich kunnen ontwikkelen zonder voortdurend vergeleken te worden met anderen.’ Ook is er op De School veel aandacht voor het leren samenleven. ‘Vriendschappen gaan door alle leeftijden heen. Dit komt door de heterogene groepen en omdat leerlingen vakantiedagen flexibel op kunnen nemen. Zo kan het zijn dat een vriend in november drie weken afwezig is en je met andere kinderen speelt’, geeft Daphne als voorbeeld.
Betrokken, verantwoordelijk en zelfstandig
Coronaproblematiek
‘Meer onderwijstijd zorgt ervoor dat wij ons kunnen richten op alle 52 kerndoelen. Door deze tijd flexibel te maken, kan er ook onderwijs op maat gegeven worden’, geeft Daphne aan. Ze typeert de leerlingen van De School als leergierig. ‘Ze zijn graag op school. Doordat we anders zijn georganiseerd, hebben we meer uren en menskracht tot onze beschikking. Daardoor zijn we in staat een nog rijkere leeromgeving te bieden.’ Elke leerling bespreekt één keer in de tien weken zijn of haar individuele leerplan met een leraar en de ouders. De manier van besluitvorming is typerend voor De School. Leraar, leerling en ouders hebben een gelijkwaardige stem in het ontwerpen en vaststellen van het individuele leerplan. ‘Dat maakt leerlingen betrokken, verantwoordelijk en zelfstandig’, licht Daphne toe. ‘Door het thematisch onderwijs en alle keuzes die daarbinnen gemaakt kunnen worden,
De coronacrisis heeft grote invloed op kinderen en hun ouders. Daphne: ‘Wij proberen als school deze impact zo klein mogelijk te houden door ook het onderwijs op afstand passend te maken. Dat betekent dat wij met ouders en kind kijken wat er nodig is om deze tweede lockdown goed door te komen. Onze leerlingen zijn gewend om zelf te plannen, voelen zich verantwoordelijk en kunnen het zelfstandig werken aan. Juist omdat op De School de leerstof losgekoppeld is van jaarklassen, is er bij ons geen sprake van een leerachterstand. Doordat De School het gehele jaar is geopend en op maat onderwijs verzorgt, kunnen we na deze periode gewoon door. Ik hoop dat De School hiermee een voorbeeld kan zijn én een oplossing kan bieden voor de omgang met de ontstane coronaproblematiek.’ Meer informatie: https://deschool.nl/
PrimaOnderwijs 17
Een uitdagende leerhoek met hulp van de KLUSBUS
Bianca Donkers is expert in het verrijken van de speel- en leeromgeving. Met de KLUSBUS rijdt zij naar scholen in het hele land. Daar gaat zij aan de slag om een rijke bouwhoek of taalatelier te creëren, leerhoeken die kinderen inspireren, prikkelen en stimuleren. De KLUSBUS ligt vol met dit soort materialen. DOOR KLASKE DELHIJ
18
Bijna twintig jaar werkte Bianca Donkers in het onderwijs, waar ze zich altijd al interesseerde voor het inrichten en verrijken van de ruimtes op school. Nu werkt zij als procesbegeleider bij Tweemonds, een centrum dat procesbegeleiding verzorgt in onderwijs en kinderopvang. Bianca: ‘Wij begeleiden op diverse manieren, waarbij we inzicht en verdieping geven over procesgericht werken met kinderen en jongeren, van kinderopvang tot het voortgezet onderwijs.’ Als procesbegeleider gaat Bianca aan de slag met scholen, kinderopvangcentra en peuterspeelzalen om rijke speel- en leerhoeken te creëren. Met de KLUSBUS toert zij door heel Nederland. Door het inzetten van de educatieve en creatieve materialen uit de KLUSBUS helpt zij scholen om hier een concrete invulling aan te geven.
Onderzoeken en experimenteren Bianca: ‘De inrichting heeft als doel om kinderen een uitdagende leerhoek te bieden, waarin ze zelf op onderzoek uitgaan, zelf initiatief nemen en gaan experimenteren. Voor een bouwhoek kun je verschillende materialen gebruiken, zoals hout, metaal, spijkers, een helm of een stuur. Door ook opdrachten in de hoek op te nemen of raadsels op te hangen aan de wanden, zorg je voor een beredeneerd aanbod en maak je optimaal gebruik van de ruimte die je hebt. Je geeft het kind de ruimte om zelfstandig en op z’n eigen manier aan de slag te gaan, om zelf initiatief te nemen.’ In de reken- of taalkast kun je bijvoorbeeld diverse spellen opnemen, over taalbegrip, woordenschat of spelling. Of opdrachten op verschillende
niveaus aanbieden, zodat elk kind op z’n eigen niveau kan werken. Doordat kinderen zelf keuzes kunnen maken, neemt hun betrokkenheid en motivatie toe. Voordat Bianca met de KLUSBUS langskomt, is er een intake-gesprek met de leerkrachten om te bepalen welke hoek of ruimte ze onder handen neemt. De ontwikkelingsdomeinen zijn een inspiratiebron voor het verrijken van de ruimte. Het kan gaan om een specifieke hoek in een klas, bijvoorbeeld een taalhoek of rekenkast, maar ook een ruimte schoolbreed. Zoals een hoek in de gang of een apart lokaal dat bijvoorbeeld ingericht wordt voor creatieve opdrachten of waar leerlingen kunnen experimenteren en onderzoeken. Met behulp van de materialen uit de KLUSBUS gaat Bianca vervolgens, samen met de leerkracht, aan de slag.
Creatieve rekenkast Bij de midden- en bovenbouw hebben scholen vaak meer moeite om creatieve leervormen toe te passen. ‘Ook daar is het heel goed mogelijk. In de middenbouw gaan leerlingen aan de slag met oppervlaktes berekenen. Dan kun je in de rekenkast bijvoorbeeld meetinstrumenten opnemen, zodat ze daarmee zelf aan de slag kunnen om de oppervlakte van het lokaal uit te rekenen. Ook met onze rekenspellen kun je een creatieve invulling geven aan de vier domeinen getalbegrip, meetkunde, bewerkingen en logisch redeneren’, legt Bianca uit. Het (her)inrichten van de leerhoeken stimuleert leerlingen in het onderzoekend- en ontdekkend leren. Bianca: ‘Exploratiedrang is de motor van ontwikkeling, een intrinsieke motivatiebron. Over die bron beschikt ieder mens, die willen we koesteren.’
Rijdende kringloopwinkel ‘De KLUSBUS is een soort rijdende kringloopwinkel’, lacht Bianca. ‘We gebruiken spullen van Marktplaats, uit de kringloop maar we kopen ook nieuw materiaal. Het aanbod is heel divers: spelletjes, haspels voor in de bouwhoek, kussens, Playmobil figuren, knutselmateriaal, bouwmateriaal, puzzels, maar ook natuurlijke materialen zoals braakballen en schedels.’ Allerlei materialen die de exploratiedrang van kinderen stimuleren.
Ervaringsgericht onderwijs
Bij kleuters is er vaak al veel aandacht voor spelend leren en worden allerlei creatieve vormen gebruikt. ‘Je kunt de attributenkast op verschillende manieren gebruiken. Als je een helm of stuur in de huishoek gebruikt, daag je kinderen uit om een ander spel te bedenken dan als je het in de bouwhoek gebruikt’, geeft Bianca aan. Belangrijk is dat de materialen na een periode gewisseld worden. ‘Als je spullen een tijdje opbergt in de kast en het na verloop van tijd weer gebruikt, zijn kinderen weer geïnspireerd om nieuw spel te bedenken. Zo houd je het levendig voor de kinderen.’
Drie pijlers van ervaringsgericht onderwijs zijn: het vrije initiatief van leerlingen, een rijk milieu en de ervaringsgerichte dialoog tussen leerkracht en leerling. Tweemonds werkt nauw samen met het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs in Leuven, verbonden aan de KU Leuven. Professor Ferre Laevers, de grondlegger van ervaringsgericht onderwijs, is als hoogleraar werkzaam bij de KU Leuven.
Tweemonds, het centrum waar Bianca Donkers werkzaam is, geeft begeleiding vanuit het concept ervaringsgericht onderwijs. Binnen dat concept is betrokkenheid en welbevinden van leerlingen belangrijk. Dit wordt gestimuleerd door een goede sfeer en band met de leerkracht, leren op het juiste niveau, aansluiten bij de leefwereld van het kind, afwisselende activiteiten en ruimte voor keuzes.
Meer informatie: www.tweemonds.nl
PrimaOnderwijs 19
Een goed schoolplein draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs. Het is een verlengstuk van het klaslokaal. Het schoolplein draagt bij aan belangrijke elementen in een schoolomgeving. Spelen en bewegen in een veilige beweging is een duidelijke behoefte van kinderen. Maar welke voordelen heeft een goed ingericht schoolplein nog meer? En hoe richt je een schoolplein in om hiervan zoveel mogelijk profijt te hebben? Voordelen goede schoolpleininrichting De effecten van bewegen op de hersenen zijn noodzakelijk voor het herstel en aanmaken van hersencellen. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen die veel buiten spelen beter presteren op het gebied van schrijven, rekenen, kritisch denken en luisteren. Ook de concentratie van kinderen gaat er duidelijk op vooruit.
Hoe richten wij een schoolplein in? Een gevarieerd plein dat voor alle leerlingen in alle leeftijdsklassen uitdaging biedt. Hoe ziet zo’n plein eruit?
Daarnaast zorgt beweging voor gezonde ontwikkeling van spierkracht, behendigheid en lenigheid.
Zo hoort er bijvoorbeeld bij de competentie motoriek het ontwikkelingsaspect coördinatie. Om coördinatie te ontwikkelen kun je bijvoorbeeld klimmen. Daarvoor plaatsen wij dan een klimtoestel met een klimwand.
Wat betekent dat voor uw school? Kinderen die ruimte hebben om gevarieerd en uitdagend te spelen en bewegen scoren vaak betere resultaten op school. Pleinwachten zien minder ruzie waardoor er een veiligere sfeer op het plein is. Doordat kinderen hun energie goed kwijt kunnen is er meer rust in de klas. Al met al een positievere en veiligere leeromgeving voor leerlingen.
Dus wilt u? Meer beweging? Betere ontwikkeling? Minder pleinruzie?
Variatie brengen we aan door te kijken naar zeven competenties. Bij elk van deze competenties horen ontwikkelingsaspecten en activiteiten. Op basis van deze activiteiten richten we het plein in.
Het is belangrijk dat er voor elke leeftijdsgroep verschillende, het liefst alle, competenties aangeboden worden. Naar mate er meer budget en meer ruimte is kun je hier beter op aansluiten. Ook een competentiegericht plein? Samen kijken we naar uw huidige plein. Welke onderdelen moeten vervangen worden? Welke kunnen we (her)gebruiken? Vervolgens maken we een ontwerptekening voor u. Dit kan een plattegrond zijn met beplantingsplan en looproutes en/of sfeerimpressies in 3D. 0342 751 957 www.vaneespeel.nl
Meer rust in de klas?
Sociaal
Emotioneel
verkoop@vaneespeel.nl
Motorisch
Cognitief
Communicatief
Moreel
Expressief
V
Schoolpleininrichting
V
lding in de media e m r e
“Complimenten aan de firma van Ee, die het plein heeft aangelegd terwijl de school open was. We hebben echt minimale last gehad van de aanleg, werkelijk heel knap. Het resultaat mag er zijn en het is jammer dat we het niet groots kunnen openen, maar zodra dit weer kan zullen we zeker kijken of en hoe we dit alsnog kunnen doen.’’ Leersumschool l Zeist
Mirjam Companjen, directeur Eigen&Wijzer
‘IKC-WereldWijs was niet tot stand gekomen zonder gedeelde visie’ Toen Mirjam Companjen 10 jaar geleden als Regiomanager startte bij kinderopvangorganisatie Eigen&Wijzer, werd er al gesproken over brede schoolontwikkeling. Anno 2021 is ze gepromoveerd tot directeur en opende ze samen met de gefuseerde Rehoboth-/Terpstraschool afgelopen januari IKC-WereldWijs in Loosdrecht. Wij spraken met de nieuwbakken directeur over het gehele proces van de totstandkoming van het kindcentrum. TEKST EN FOTO’S ESMEE WEERDEN
‘In het begin kwam het idee van brede schoolontwikkeling voort uit de wens om een gebouw, waar onderwijs en kinderopvang naast elkaar bestaan, multifunctioneel in te richten. Maar al snel werd het ons duidelijk dat de oorsprong van het plan moest liggen in het delen van een visie op de ontwikkeling van kinderen’, vertelt Mirjam. Een gedeelde visie werd het uitgangspunt om het proces van een nieuw kindcentrum voort te zetten. Eigen&Wijzer heeft het zichzelf daarmee niet gemakkelijk gemaakt, maar voor Mirjam en haar organisatie was dit essentieel voor de voortgang: ‘Anders word je hele goede buren van elkaar in hetzelfde gebouw, doet iedereen alsnog zijn eigen ding en ben je niet bezig met optimale ontwikkelkansen voor kinderen; het integreren van vrije tijd en onderwijstijd.’ De afgelopen tien jaar hebben de opvang en de gefuseerde scholen veel drempels samen overwonnen. Naast praktische zaken als hoe ga je om met twee verschillende cao’s en wetgevingen, is gewerkt aan de invulling van de gedeelde visie en hoe deze tot uiting moest komen in zaken als de ontwikkeling van de kinderen, het inrichten van de onderwijs- en opvangtijd en het gebouw.
Het kind als uitgangspunt Mirjam vindt het erg prettig dat ze direct vanaf het begin betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van het kindcentrum. ‘Dit heeft ons de gelegenheid gegeven om in gesprek te gaan met schoolbesturen uit heel Nederland over brede schoolontwikkeling en wat het onderwijs daarin belangrijk vindt.’ Zo kwam Eigen&Wijzer erachter dat een gezamenlijke visie nog best een uitdaging was. ‘Als kinderopvangorganisatie nemen we de ontwikkeling van kinderen als uitgangspunt door te stellen dat het kind competent is en zichzelf ontwikkelt. Het onderwijs is ook gericht op het kind centraal stellen. Echter, meer vanuit het perspectief dat een kind bepaalde doelen moet halen en wat moet het kind vervolgens bijgebracht worden om ergens te komen.’ Het heeft jaren van voorbereiding gekost om meer begrip over en weer te krijgen, maar daardoor konden de betrokken partijen wel open en transparant met elkaar starten in januari. ‘De pedagogische medewerkers hebben echt moeten laten zien dat ze niet alleen maar oppas zijn, maar wel degelijk voortdurend bezig zijn met de ontwikkeling van kinderen. Ook zijn ze steeds vaker met de peuters op bezoek gegaan bij de kleuters. Zo zijn de scholen langzaam aan het idee gaan wennen hoe fijn het eigenlijk is dat kinderen op deze manier de overstap naar de basisschool maken, in het kindcentrum is het kind al ‘thuis’.’
Een tweede thuis De opvang en scholen waren het er al snel over eens dat als je het kind als uitgangspunt neemt, je een plek moet bieden die als een tweede thuis van kinderen voelt. ‘Voor de baby- en dreumesgroepen hebben we gekozen voor veel rust en ruimte. Baby’s hebben de 22
Directeur Mirjam Companjen en Directeur Rob Salij
mogelijkheid zelfstandig naar buiten en weer naar binnen te kruipen. Voor de peutergroepen hebben we gekozen voor lage tafels met stoeltjes zodat kinderen zelfstandig aan tafel kunnen gaan zitten. Vanaf deze leeftijden vinden we het al belangrijk om kinderen ‘wereldwijs’ te maken en hen te leren vertrouwen op zichzelf, uiteraard binnen gestelde kaders.’ Er is onderling veel overlegd over hoe ze kinderen een rijke leeromgeving aan moeten bieden. ‘Een rijke leeromgeving is voor ons een omgeving die lijkt op de echte wereld. Wij zien peuters het liefste spelen met pollepels en pannen, omdat ze op deze manier situaties uit de echte wereld na kunnen spelen.’
Leerpleinen De peutergroepen zijn geschakeld aan de kleuterklassen door middel van het peuter- en kleuterleerplein. Zo hebben peuters en kleuters de mogelijkheid met
elkaar te spelen en aan elkaar te wennen. Er is een klein podium, een huisje en een leeshoekje. ‘Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich terug kunnen trekken als ze daar behoefte aan hebben, terwijl het voor het onderwijs van belang is dat er ook overzicht bewaard kan worden. Met beiden is rekening gehouden.’ Het middenleerplein wordt onder andere gebruikt voor vieringen. Er zit een keuken in waar leerkrachten kunnen koken met leerlingen, een treincoupé waar kinderen zelfstandig kunnen werken en huisjes voor een gezellige sfeer. Op de eerste verdieping is alles net wat stoerder ingericht. Geen gewone tafel, maar een bartafel met barstoelen. ‘De lokalen van de midden- en bovenbouw hebben we heel bewust op de eerste verdieping geplaatst. Oudere kinderen voelen zich nou eenmaal groter dan kinderen uit de onderbouw.’ Mirjam is erg trots op wat ze met het opvang- en onderwijsteam neer hebben gezet, waarbij de samenwerking met directeur Rob Salij van de Rehoboth-/Terpstraschool van cruciaal belang was. ‘De praktijk zal uitwijzen hoe het gaat lopen en sommige dingen hebben tijd nodig, maar de sfeer is hoe dan ook al goed. Doordat we de samenwerking vanaf het begin met elkaar opgezocht hebben, is het mogelijk om zoveel meer te maken van het kindcentrum dan alleen een multifunctioneel gebouw. Ik heb er alle vertrouwen in dat met de basis die we gelegd hebben, dit helemaal goed gaat komen.’
Over IKC-WereldWijs IKC-WereldWijs is een protestants-christelijk kindcentrum, dat onderdeel uitmaakt van de Proceon Scholengroep. Een kindcentrum met een unieke sfeer en eigen visie op het leerproces van kinderen. Op het kindcentrum gaan ze ervan uit dat ieder kind leerbaar is en succesvol kan zijn op het eigen niveau. Daarbij willen de medewerkers ervoor zorgen dat alle kinderen evenveel kansen krijgen om zich te ontwikkelen en hun talenten te ontdekken. Klaar voor de volgende stap in hun persoonlijke ontwikkeling. PrimaOnderwijs 23
Foto: Rene Corten
Pilot praktijkgericht programma’s van start De komende jaren worden de gemengde leerweg en de theoretische leerweg van het vmbo samengevoegd tot één nieuwe leerweg met een praktijkgericht programma. In deze nieuwe leerweg worden leerlingen voorbereid op de keuze voor en de overstap naar mbo of havo. Op woensdag 13 januari zijn 130 scholen in een pilot gestart met de nieuwe leerweg. Een nieuwe leerweg voor het vmbo
Hoe kijken jongeren naar de nieuwe leerweg?
De komende vier jaar werken het ministerie van OCW, de VO-raad, de MBO-Raad, Platform-TL, Stichting Platforms VMBO, het Havoplatform, VNO-NCW/MKB Nederland en SLO samen aan de ontwikkeling van een nieuwe leerweg. In deze nieuwe leerweg volgen alle leerlingen een praktijkgericht programma. In het praktijkgericht programma krijgen alle leerlingen de mogelijkheid hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. In de pilots worden ervaringen opgedaan met verschillende praktijkgerichte programma’s.
In het kader van de start van de ontwikkeling van de nieuwe leerweg heeft onderzoeks- en adviesbureau YoungWorks een kwalitatief onderzoek gedaan naar het leerlingenperspectief op de nieuwe leerweg. In totaal gaven 42 jongeren, voor het merendeel afkomstig uit Gl en TL hun mening. Hoe ervaren jongeren het vmbo-onderwijs dat zij volg(d)en? En hoe kijken zij naar de nieuwe leerweg? Het rapport is te vinden op www.sterkberoepsonderwijs.nl/nieuwe-leerweg
Wat kunt u als niet-pilotschool al doen? Een praktijkgericht programma Leerlingen gaan aan de slag met praktische en levensechte opdrachten binnen en buiten de school, waarin ze praktische vaardigheden ontwikkelen, vakkennis en -vaardigheden opdoen en kennis maken met beroepscontexten. Binnen het programma heeft LOB een belangrijke plaats. Er worden meerdere praktijkgerichte programma’s ontwikkeld, elk gericht op een ander deel van de beroepswereld in Nederland. Bij het ontwikkelen van opdrachten wordt het regionaal bedrijfsleven en het regionaal mbo betrokken, zodat leerlingen de wereld van opleiding en beroep in de eigen regio leren kennen en aan het eind van hun vmbo-opleiding een bewuste keuze kunnen maken. Binnen de gemengde leerweg, het vak Technologie en toepassing en het avo-vak Informatietechnologie is al ervaring met praktijkgerichte programma’s opgedaan. Dit wordt nu doorontwikkeld naar andere sectoren.
24
Voor de zomer van 2021 worden de concept examenprogramma’s praktijkgerichte programma’s gepubliceerd. Zit uw school niet in de pilot maar wilt u wel met praktijkgerichte programma(‘s) aan de slag? Vanaf schooljaar 2021-2022 kunt u een praktijkgericht programma als extra-curriculair vak aanbieden. De ontwikkeling van de nieuwe leerweg is onderdeel van het bredere programma Sterk Beroepsonderwijs. Alle informatie over de nieuwe leerweg en het praktijkgericht programma komen op de website van Sterk Beroepsonderwijs: www.sterkberoepsonderwijs.nl
Kijk voor meer informatie op www.platformsvmbo.nl
<< COLUMN >>
Meester Stefan
De inspirerende omgeving Het hoge woord is eruit, meneer De Zwarte gaat met pensioen. Er is een tijd van komen en helaas ook een tijd van gaan. Binnenkort krijgt hij een afscheid, georganiseerd binnen de kaders die corona ons op dit moment biedt. Het laatste halfjaar lesgeven aan onze leerlingen is hem helaas ontnomen door dat vervloekte virus. Het risico was voor hem eenvoudigweg te groot. Meneer de Zwarte was - of eigenlijk is - onze techniekdocent. En hoewel ik qua kennis nog niet eens de veters van zijn werkschoenen mag strikken, ga ik wel pogen hem op te volgen. En zo kan het weleens gebeuren dat ik op vrijdag 17:00 uur in het diepste geheim nog wat technische bijles van meneer de Zwarte krijg, wanneer de leerlingen allang zijn vertrokken en zelfs de meeste collega’s aan hun weekend gaan beginnen. Iedereen die meneer de Zwarte kent, weet dat hij aardig kan praten. 5 kwartier in een uur het liefst. En uiteraard gaat het meestal over ‘zijn kindje’: het technieklokaal. ‘Moet je kijken wat hier allemaal staat’, begint hij dan. Driftig loopt hij naar een machine die een stalen plaat met 1 druk op de knop doormidden kan knippen.
‘Deze heb ik dus van de HTS meegenomen. Daar hadden ze hem niet meer nodig.’ ‘En deze, een geweldige puntlasmachine! Die komt daar ook vandaan!’ ‘En wat dacht je van deze conventionele freesbank, die heeft bijna geen enkele school meer he, en wij dus wel!” Zijn enthousiasme begint inmiddels Freek Vonk-achtige proporties aan te nemen. Menig collega is weleens een halfuurtje ‘kwijtgeraakt’ na een bezoek aan meneer de Zwarte. Stel hem een vraag over techniek en hij begint vol passie te praten. En hij wil altijd wat voor je doen, niks is een probleem. Een echte vakman in hart en nieren. In het begin dacht ik nog: is deze man niet aan het preken voor eigen parochie? Wordt hier geen eigen vlees gekeurd? Zijn de leerlingen, ook niet onbelangrijk, ook zo enthousiast over dit lokaal en het vak, als hun docent dat is? In de weken erna kreeg ik het antwoord.
meten met de beste technieklokalen in Nederland. ‘Als jullie het goed doen, hoeven jullie de leerlingen nauwelijks te motiveren’, bromde hij. Dat doen al deze machines wel voor jullie.’ En vanaf dat moment begon het mij op te vallen. Er is geen leerling die wij aan zijn of haar haren naar binnen moeten slepen, dat gaat allemaal vanzelf! Over het algemeen staan ze te popelen voor de deur om naar binnen te mogen, hun schoenen om te wisselen voor veiligheidsschoenen en hun stofjas aan te trekken. Er zijn zelfs leerlingen die wij moeten afremmen. De inspirerende omgeving doet zijn werk. Die meneer de Zwarte, die was zo gek nog niet.
Meester Stefan @meesterstefan_hrlm
Er kwam een man op school om alle machines te keuren. Toen ik deze man naar ons technieklokaal begeleidde, had hij niet lang nodig om te concluderen dat ons lokaal uniek is in zijn soort, en zich kan
PrimaOnderwijs 25
Een les over klimaatzones koppelen aan rekendoelen die gaan over het aflezen en vergelijken van tabellen en grafieken. Bij een geschiedenisles over onderduikers in de Tweede Wereldoorlog leerlingen een betoog laten schrijven over de vraag of er goed aan gedaan is de dagboeken van Anne Frank te publiceren. SLO en Kidsweek laten in een samenwerkingsproject zien hoe je samenhang tussen de verschillende vakken en leergebieden kunt versterken. ‘Als samenhang goed wordt vormgegeven, draagt dit bij aan betekenisvol leren. De betrokkenheid en motivatie van leerlingen kunnen dan toenemen’, stellen projectleiders Anne-Christien Tammes van SLO en Femke Ruiter van Kidsweek. DOOR BRIGITTE BLOEM
‘Samenhang is een containerbegrip met allerlei betekenissen’, begint Anne-Christien, leerplanontwikkelaar bij SLO. ‘Binnen dit project richten we ons op inhoudelijke samenhang tussen verschillende leergebieden. We willen laten zien hoe het in de praktijk werkt als je leergebieden geïntegreerd aanbiedt. Ons vertrekpunt zijn de leergebieden wereldoriëntatie en kunstzinnige oriëntatie. Beide bieden een rijke context met volop kansen voor taal en rekenen. Ons doel is niet om taal- en rekenonderwijs volledig te integreren. Wel denken we dat taalen rekendoelen op een heel natuurlijke wijze verweven kunnen worden binnen wereldoriëntatie en kunstzinnige oriëntatie, waardoor het leren voor leerlingen meer betekenis krijgt. En wanneer de betrokkenheid van leerlingen groot is, heeft dat een gunstig effect op de leeropbrengsten.’
Afstandsonderwijs Kidsweek, de krant voor kinderen, richt zich met Kidsweek in de Klas alweer heel wat jaren op metho26
Meer samenhang tussen leergebieden geeft leren meer betekenis deontwikkeling voor het onderwijs. Kidsweek wil kinderen aan de hand van de actualiteit uit de krant wereldwijs maken. ‘Het oefenen van het lezen en begrijpen van teksten draagt hier natuurlijk aan bij’, legt Femke, Hoofd Onderwijs bij Kidsweek in de Klas, uit. ‘Wereld & Taal is een van onze digitale, kerndoeldekkende methodes, waarbij leerlingen aan de hand van artikelen uit Kidsweek aan de slag gaan met geïntegreerde opdrachten voor wereldoriëntatie en taal.’ Bij de eerste schoolsluiting tijdens de coronacrisis wilden Anne-Christien en Femke met hun project een positieve bijdrage leveren aan het afstandsonderwijs. ‘Bij onderwijs op afstand is het immers een nog grotere uitdaging om leerlingen gemotiveerd te houden’, stelt Anne-Christien. ‘Een betekenisvolle, rijke context waarbinnen je aan verschillende leergebieden kunt werken is voor leerlingen vaak motiverender dan losse taal- en rekenlessen uit een methode.’ Normaalgesproken ontwikkelt Kidsweek lesmateriaal voor de scholen die abonnementen afnemen. Meteen aan het begin van de lockdown besloten Kidsweek en SLO het project te intensiveren. ‘Nu konden we iets betekenen voor veel meer scholen en leerlingen’, licht Femke toe. ‘Zo hebben we voor iedereen toegankelijk lesmateriaal ontwikkeld, waarin wereldoriëntatie en taal geïntegreerd aan bod komen.’ Het lesmateriaal is geschikt voor groep 5 tot en met 8, verdeeld in
twee niveaus, voor groep 5/6 en voor groep 7/8. ‘Het materiaal is interactief en heel afwisselend, zodat kinderen uitgedaagd blijven’, zegt Femke.
Profijt voor leerlingen Beide projectleiders zien veel profijt voor leerlingen als vakken en leergebieden meer geïntegreerd aan bod komen. ‘Een langere periode werken binnen een inhoudelijk kunst- of wereldoriëntatiethema verdiept het leren’, vertelt Anne-Christien. Ze verwijst naar het boek ‘Rijke Taal’ van Erna van Koeven en Anneke Smits (2020). Ook zij stellen dat dit leidt tot kennisopbouw. ‘Wanneer leerlingen langere tijd rond thema’s werken, hebben ze met een beperkte taalbasis meer gelegenheid om taal te ontwikkelen waarmee ze kunnen denken en redeneren. Hoe langer en intensiever er aan een thema wordt gewerkt, hoe meer effect dat zal hebben op taalontwikkeling en begrip.’ Met andere woorden: je verdiept het leren ermee, de kennis en vaardigheden beklijven beter.
Stappenplan ‘Kansen voor samenhang’ SLO ontwikkelde voor leraren en onderwijsontwikkelaars een stappenplan ‘Kansen voor samenhang’, dat ook gebruikt is voor dit project. Anne-Christien: ‘Het onderwijsveld is in beweging om leergebieden meer
in samenhang aan te bieden en op zoek naar hoe je dat goed kunt doen. Veel leraren zijn nog afhankelijk van hun methodes waarin de lesdoelen staan. Die volgen ze, maar een duidelijk zicht op de leerlijnen van de verschillende leergebieden ontbreekt vaak. Om samenhang aan te kunnen brengen, zul je juist zicht moeten hebben op de leerlijnen van de verschillende leergebieden en dus los moeten kunnen komen van de methodes. Als je weet wat in een leerjaar per leergebied aan bod komt, kun je kansen voor samenhang zien en benutten. In het stappenplan dat we ontwikkeld hebben, is werken vanuit doelen het uitgangspunt. Aan de hand van vijf stappen met gerichte vragen bieden we leraren een hulpmiddel om doelen vanuit verschillende leergebieden met elkaar te combineren. Op basis daarvan kun je vervolgens je lessen ontwikkelen.’ Beide projectleiders hopen dat leraren enthousiast raken om (nog meer) in samenhang te gaan werken. Ook uitgeverijen houden zich bezig met de vraag hoe het geïntegreerd aanbieden van zaakvakken met taal- en rekenonderwijs het beste vorm kan krijgen in methodes. ‘SLO gaat graag het gesprek aan over hoe je samenhang goed kunt laten landen in het onderwijs’, zegt Anne-Christien uitnodigend.
Meer informatie: SLO: www.slo.nl/thema/meer/samenhang-primair-onderwijs/ Kidsweek: www.kidsweekindeklas.nl De voor iedereen toegankelijke voorbeeldlessen zijn gratis beschikbaar en desgewenst gemakkelijk door leraren zelf te bewerken: www.kidsweekindeklas.nl/proefles PrimaOnderwijs 27
SPORT & SPEL Sporten en spelen bevordert de motoriek en de coördinatie van kinderen. Maar dagelijks samen even lekker bewegen is natuurlijk ook goed voor de sociale interactie en voor de gezondheid! Heb jij voldoende sport- en spelmaterialen in huis? Voor een uitgebreid assortiment sport- en spelmaterialen voor binnen en buiten kun je nu ook terecht op Educatheek.nl!
Zachte voetballen Deze stevige schuimen voetballen zijn onmisbaar op het plein. De vrolijk gekleurde ballen zijn lekker licht, stuiteren goed en zijn hierdoor geschikt voor allerlei spellen. Verkrijgbaar in verschillende maten.
Dans- en gymnastieklinten Met kleurige lange linten kunnen de jongste kinderen geweldige gymnastiek- en danschoreografieën oefenen. En uiteraard kun je ook alleen of samen gewoon heerlijk spelen met de linten.
Touwtrekken! Met dit 10 meter lange zachte maar stevige touw kunnen spannende touwtrekwedstrijden worden gestreden! Touwtrekken is een echte teamsport en vergt veel uithoudingsvermogen. Bovendien is het een goede oefening in samenwerken.
Uitgebreide Motoriekset Ideaal voor het opzetten van een leuk oefenparcours! Met de 56 onderdelen van deze set bouw je allerlei oefeningen waarbij de motoriek en behendigheid centraal staat. Geleverd met een stevige opbergtas.
Bestel nu deze en nog veel meer sport- en spelmaterialen op:
/sport
Juf Tamara van Roekel gaat iedere dag met haar leerlingen naar buiten
‘Kinderen hebben buitenles gewoon nodig’ Zelf zou ze niet anders meer willen. Juf Tamara van Roekel ziet haar leerlingen iedere dag weer opleven tijdens de buitenles. Of het nu rekenen of geschiedenis is, de les in de frisse buitenlucht maakt de kinderen enthousiast en actief. ‘Je ziet de kinderen in actie komen en die ogen gaan stralen. Daarna is de concentratie in de klas ook weer veel beter. Ze hebben dit gewoon nodig.’ De leerkracht van groep 8 van De Parkschool in Amersfoort, waar buitenles iedere dag steevast op het programma staat, hoopt zoveel mogelijk andere meesters en juffen te overtuigen ook naar buiten te gaan. ‘Best wat leerkrachten ervaren een drempel. Maar een buitenles hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn.’ ‘Stel je wilt de tafel van 3 oefenen. Dat kan heel makkelijk met wat hoepels en stoepkrijt. Je maakt dan bijvoorbeeld een parcours met de cijfers 3, 6, 9 etc. erin en laat ze daar doorheen springen, of je zegt: ren nu naar 4x3. Dit soort dingen kun je ook doen met het alfabet.’ ‘In groep 8 doe ik regelmatig op het schoolplein een tikspel. Ben je getikt, dan ligt er een werkblad voor je klaar met bijvoorbeeld wat sommen. Heb je die goed opgelost, dan mag je het tikvak weer in. Je merkt hoe fanatiek leerlingen dan zijn.’
Onmisbare attributen Tamara’s school heeft de buitenlessen hoog in het vaandel staan. ‘In onze teamkamer staat een kast vol buitenopdrachten. Deze staat speciaal in het zicht, zodat je er continu op geattendeerd wordt.
We bewaren alles, zeker de succeslessen. Daarnaast zit de kast vol attributen, zoals stoepkrijt, dobbelstenen en pittenzakken, waarmee kan worden overgegooid.’ Op haar schoolplein schilderde juf Tamara in de eerste lockdown met betonverf een rekenmachine en een rij hoepels, waar van alles in geschreven kan worden. Ook zijn er cirkels op de muur geverfd om ballen tegenaan te gooien. ‘Als dit al standaard aanwezig is, verlaag je de drempel om buiten les te geven. Ik raad iedereen aan ermee aan de slag te gaan: het komt de sfeer in de groep ten goede en van die stralende, enthousiaste koppies word je gewoon heel blij.’
3.200 basisscholen
13 april Buitenlesdag
deden mee aan de Nationale Buitenlesdag 2020.
Dinsdag 13 april is het voor Een recordaantal! de zesde keer Nationale Buitenlesdag. Frisse buitenlucht, beweging en een natuurlijke omgeving zijn goed voor de gezondheid van kinderen. Daarom roepen initiatiefnemers IVN Natuureducatie en Jantje Beton alle juffen en meesters op om naar buiten te gaan. Aanmelden kan via www.buitenlesdag.nl
PrimaOnderwijs 29
Praktische handvatten voor het stimuleren van taal
Foto Wilbert van Woensel
“Het zweet moet op de juiste ruggen staan”
We kunnen er niet omheen: achterstanden in het onderwijs. De overheid helpt scholen met extra financiële middelen (OAB) voor kinderen met een risico op onderwijsachterstanden. Maar hoe zet je als school die middelen gericht en effectief in? Het NRO-programma Onderwijskansen biedt scholen hiervoor praktische handvatten door middel van kennis uit onderwijsonderzoek, begrijpelijk gepresenteerd voor leerkrachten, bouw- en taalcoördinatoren, intern begeleiders en schoolleiders van het basisonderwijs. DOOR ESMEE WEERDEN Bij onderwijsachterstanden speelt taalachterstand een belangrijke rol. Achterstanden in de beheersing van de Nederlandse taal ontstaan als kinderen buiten school te weinig Nederlands horen en spreken. Kinderen die op school komen met dit type taalachterstand zijn gebaat bij extra taalaanbod, extra mogelijkheden om de taal te gebruiken en extra ondersteuning bij het begrijpen van de leerstof. Ook wel taalstimulering genoemd. Kees Broekhof, taaldeskundige bij Sardes, een onderzoeks- en adviesbureau in de educatieve sector, is al zijn hele werkende leven bezig om de vertaalslag van de wetenschap naar de praktijk te maken. Hij heeft inhoudelijk bijgedragen aan de totstandkoming van de themapagina Taalstimulering binnen het programma Onderwijskansen. 30
In gesprek gaan met kinderen ‘Taal leer je door taal te gebruiken’, vertelt Kees. ‘Wat ik nu nog vaak zie in de praktijk, is dat leerkrachten veel aan het woord zijn en dingen makkelijker maken voor een groep waar ze op voorhand al niet veel van verwachten. Met de beste bedoelingen overigens, maar daar help je leerlingen niet mee. Ook al hebben kinderen een gebrekkige taalbeheersing, ze hebben wel degelijk ideeën. De taalbeheersing ontwikkelt zich op het moment dat kinderen zich kunnen uiten. Leerlingen moeten daarvoor wel uitgedaagd worden. Goed leren betekent je inspannen om iets moeilijks te begrijpen en te kunnen. Met andere woorden: het zweet moet op de juiste ruggen staan. Dit betekent zelf minder praten en kinderen
actief aan het denken zetten door op een authentieke en geïnteresseerde wijze met ze in gesprek te gaan. Bijvoorbeeld een gesprek over huisdieren bij de kleuters: “Zouden we huisdieren in de klas kunnen nemen?”, “Wat heeft dat voor consequenties?, “Hoe is het om huisdieren te hebben?”, “Wat zijn de vooren nadelen?”. En stel geen vragen als “hoe heet dit dier?” of “wat voor kleur heeft het dier?” Deze vragen zorgen er niet voor dat de kleuters verder komen in hun taal- en denkontwikkeling.’
Leg werkboekjes eens aan de kant Door kleuters te leren om te genieten van voorlezen en te praten over verhaaltjes, leg je de basis voor leesmotivatie. ‘Dit is ongelooflijk belangrijk voor het leren lezen in de middenbouw. Maar het plezier om te lezen krijgt in de middenbouw geen vervolg als je leerlingen een tekst hardop laat voorlezen in de klas of door werkboekjes in te vullen. Leerlingen moeten “aangezet” worden om te blijven genieten van teksten. Ook hier betekent dat denken en praten. Bijvoorbeeld over een tekst over Nederland waterland. Nederland en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat zien we daar zelf van om ons heen? Welke functies vervult water in Nederland? We hebben er plezier van maar het kan ook een bedreiging zijn. Ga daarover in gesprek met je leerlingen en leg de werkboekjes eens aan de kant.’
Werken aan de kennisbasis In de middenbouw leer je om te lezen, in de bovenbouw lees je om te leren. In de middenbouw is het dus al belangrijk dat leerlingen zich realiseren wat ze aan het doen zijn: weten wat er staat en begrijpen wat dit betekent, ten opzichte van wat ze net hebben gelezen, ten opzichte van het onderwerp van de tekst en ten opzichte van wat ze al weten van het hele onderwerp. Dat gaat makkelijker als je veel weet en dat wordt in de bovenbouw steeds belangrijker. ‘Het werken aan de kennisbasis van kinderen met een taalachterstand is daarom ontzettend belangrijk. Dit doe je door over de tekst te praten en in discussie te gaan en niet door het onderstrepen van de verwijswoorden.’ Zo kan de leerkracht er ook achter komen of het nodig is om kennis toe te voegen. ‘Ik heb eens een les bijgewoond waar kinderen een tekst over een radiotelescoop moesten lezen. De leerlingen praatten met de leerkracht over de tekst, maar ik merkte dat ze geen idee hadden wat een telescoop is, laat staan wat die specifieke telescoop bijzonder maakte. Het woord telescoop was vooraf niet uitgelegd door de leraar. Soms moet je dus ook kennis toevoegen.’ Kortom, kinderen met achterstanden helpen vereist een doordacht beleid, doordachte didactiek en hoge ambities van leerkrachten die openstaan voor andere manieren van lesgeven. ‘Pas dan ga je stappen maken.’
Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen en nieuwste onderzoeksresultaten op het gebied van onderwijsachterstanden? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief:
www.onderwijskennis.nl/onderwijskansen-nieuwsbrief
Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) werkt aan verbetering en vernieuwing van het onderwijs. Dat doet het NRO door onderzoek te coördineren en te financieren, en door de verbinding tussen praktijk en onderzoek te verbeteren. Het verkleinen van onderwijsachterstanden is een van de vele onderwerpen waarvoor het NRO kennis uit onderzoek verzamelt, bundelt en samenvat. Daarmee verbeter je als onderwijsprofessional het dagelijks werk. Het NRO-programma Onderwijskansen helpt scholen om de extra financiële middelen (OAB) die zij van de overheid krijgen voor kinderen met risico op onderwijsachterstanden, gerichter en effectiever in te zetten. De themapagina Taalstimulering is daar een onderdeel van en te vinden op: www.onderwijskansen.eu
PrimaOnderwijs 31
#MASTERCLASSES #ONLINE #LEZEN EN LEESBEGRIP #REKENEN #KLEUTERS #CERTIFICAAT
ZO ONTWIKKEL JE JE VAKMANSCHAP Met: Marijke Theunissen, Jos Cöp, Pierre Pas, Mariëlle van Rijn, Lilian van der Poel en Marian Habermehl.
Van en voor professionals! Vakinhoudelijke (online) masterclasses Getalbegrip, Automatiseren, Snelle kleuters, Wereldoriënterend lezen, Snap je taal? (PO & VO)
Schrijf je nu in! Alle MC’s zijn in april. WWW.SCHOOLSUPPORT.NL/MASTERCLASSES
DE PEN DIE PRAAT! De pen die praat heet de Voorlezer en biedt eindeloos veel mogelijkheden. Behalve auditieve ondersteuning bij gekoppelde leer- en leesboeken, ontvang je 800 ‘slimme’ stickers. Zo’n sticker koppel je aan je Voorlezer en via de opnamefunctie spreek je je eigen woorden en teksten in. Zo plak je die sticker mét luistertekst overal waar je maar wilt: in andere leerboeken, in leesboeken, in je lokaal, in schriften, etc. Met de Voorlezer ontdekken leerlingen auditief de wereld om zich heen – letterlijk. Uitgaven die werken met de Voorlezer, zijn o.a. de leer-luisterboeken van NT2, praat mee! Meer weten? Kijk op schoolsupport.nl/voorlezer of op devoorlezer.eu
prima_onderwijs_adv_feb.indd 1
9-2-2021 14:01:28
Foto: Dim Balsem
Muriël Besemer, hoofd van de afdeling ITA-Academy
‘ITA maakt theatervoorstellingen voor alle scholieren bereikbaar’
In navolging van grote theatergezelschappen in het buitenland, is Internationaal Theater Amsterdam (ITA) al jaren bezig met de ontwikkeling van livestreams van theatervoorstellingen. Door de coronacrisis is dit in een stroomversnelling gekomen. ‘We kunnen het technisch en kwalitatief nu zo goed neerzetten, dat het niet onderdoet voor een live theaterervaring. In een livestream zit je zelfs veel dichter op de acteurs, dan wanneer je in de zaal zit.’ DOOR ESMEE WEERDEN Vanuit een eigentijdse visie programmeert, produceert Oefenen voor het echte leven De ervaringen die je opdoet door naar een voorstelling en inspireert ITA met haar voorstellingen een breed te kijken, vormen je kijk op de maatschappij en helpen publiek, als ook leerlingen in het voortgezet onderwijs. om je eigen plek daarin te ontdekken. Daarom vindt ‘Er gaat niets boven een live theaterervaring in onze Muriël het belangrijk dat ITA zo nauw verbonden is schouwburg, maar een livestream is een ontzettend met het onderwijs. ‘Theater is oefenen voor het echte goed alternatief’, vertelt Muriël Besemer. ‘Normaal leven.’ ITA doet veel bijzondere projecten binnen het gesproken is een theatervoorstelling elke dag in een onderwijs, waaronder ‘spelen in het ITA-toneelbeeld’, andere stad. Daardoor is theaterbezoek voor sommige dat scholieren de mogelijkheid biedt om een voorscholen onhaalbaar, waar andere scholen weer een stelling te spelen in de set van een financiële drempel kunnen ervaren. “Zo.... een gevalletje daar had je bij echte voorstelling. Een livestream maakt theater moeten zijn... Na afloop van Eddy bereikbaar voor iedereen.’ zaten tien leerlingen op 1,5 meter Ook zijn er bij alle voorstellingen Docenten ontzorgen in complete verbijstering en stilte workshops en lesbrieven beschikNieuw in het aanbod van ITA zijn de naar het beamer scherm te staren. baar. ‘Wij vinden het belangrijk encores, opgenomen livestreams Complete stilte. Daarna een paar dat jongeren zich verhouden tot van de ITA-ensemblevoorstellingen, heftige emoties. Wat een prestatie onderwerpen uit een voorstelling die alleen toegankelijk zijn voor het om door het scherm heen zo om hier vervolgens met ze over onderwijs. ‘Een encore is dé manier ontzettend binnen te komen bij het in gesprek te gaan. Zo gaat de om bijzondere voorstellingen van publiek. In 1 woord adembenemend!” voorstelling van Weg met Eddy – docent uit Zwijndrecht Bellegueule over homofobie, over ons wereldberoemde ensemble en opgroeien in een leven waarin je wereldberoemde regisseurs niet jezelf kan en mag zijn. Dit zijn belangrijke zaken beschikbaar te maken op tijdstippen en dagen die om te adresseren en theater leent zich daar perfect voor scholen gewenst zijn. Bij voorkeur wordt de voor.’ encore getoond op een groot scherm in de aula, voor een extra rijke beleving, maar leerlingen kunnen Wil je ook met jouw klas een livestream of eventueel ook vanuit huis kijken. Als een school een encore van een voorstelling bijwonen? zich aanmeldt voor een encore, komen we met Lees meer op www.ita.nl/theaterindeklas of een theaterdocent langs voor een inleiding en een meld je aan voor de voortgezet onderwijs nieuwsbrief. nagesprek. Daarmee ontzorgen we docenten.’ PrimaOnderwijs 33
‘Techniek moet geen sausje zijn maar een marinade’ Bassischoolleerlingen ontdekken de 7 werelden van techniek Leerlingen prikkelen om technische uitdagingen aan te gaan, ook als ze denken dat techniek niets voor hen is? Dat de 7 werelden van techniek van Jet-Net & TechNet daarbij een hoofdrol kunnen spelen, laat TechnoDiscovery in Ede zien. Dit samenwerkingsverband tussen basisscholen en bedrijfsleven slaagt erin om veel kinderen enthousiast te maken voor wetenschap en technologie. Lees hoe zij de 7 werelden van techniek daarbij inzetten en laat je inspireren hoe dit ook voor jouw school kan werken.
Voor leerlingen is het een hele uitdaging om een beeld te krijgen van de baan- en opleidingsmogelijkheden in de techniek. Om ze te helpen heeft Jet-Net & TechNet de technieksector opgedeeld in 7 afgebakende domeinen: de 7 werelden van techniek. Aan de hand van deze 7 werelden krijgen leerlingen een aantrekkelijk en realistisch beeld van leren en werken in de bèta en techniek, waarbij rekening is gehouden met de verschillende drijfveren, talenten en interesses van kinderen. Ontdekken wat de wereld van techniek allemaal te bieden heeft, daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Techniek op de basisschool helpt leerlingen om al op jonge leeftijd hun talenten te ontdekken.
Een experimenteerwereld ‘Niet door het hardop te zeggen, maar door het ze te laten ervaren.’ Dat is het uitgangspunt van TechnoDiscovery. Door kinderen onder te dompelen in een experimenteerwereld, maakt de ontdekplek kinderen enthousiast om later voor een techniekrichting te kiezen. ‘Op missie gaan’, noemen ze dat bij TechnoDiscovery. Projectleider Hans Krijgsman: ‘In duo’s moeten ze een paar verschillende opdrachten of ‘missies’ proberen te volbrengen. Elke opdracht is verwerkt in een verhaal dat aansluit bij de belevingswereld van kinderen.’ De ontdekplek wist binnen een half jaar na haar start al meer dan 1000 leerlingen aan het onderzoeken en experimenteren te krijgen. Onlangs sprak Krijgsman een vader van een leerling die bij hun op missie was geweest. ‘Die jongen was zó enorm enthousiast thuisgekomen. Voor hem en zijn ouders was dat reden om niet alleen naar open dagen op havo-scholen te gaan, al had hij een havo-advies. Ze hadden ook een mavo met een mooie techniekrichting bezocht. Dat is pure winst hè.’ Nadat Krijgsman en zijn collega’s het eerste half jaar een goede basis wisten te leggen, namen ze stap 2. ‘We hebben richting de basisscholen die langs waren geweest laten weten: “Fijn dat iedereen het zo leuk vond om bij ons op bezoek te komen, maar ons doel is niet om een soort Efteling of Nemo te worden. We willen een steen in de vijver gooien en jullie inspireren ook in je eigen lessen meer met techniek te gaan doen. Want techniek moet geen sausje zijn, maar een marinade: iets dat echt in de vezels van het onderwijs intrekt.”
34
Gevarieerd beeld Een belangrijke stap want ‘techniek is inmiddels niet meer uit ons leven weg te denken. Het zit overal en in bijna alles’, vervolgt Krijgsman. De komende jaren zijn er dan ook tienduizenden nieuwe mensen nodig in de technieksector om aan de vraag te kunnen voldoen. TechnoDiscovery wil leerlingen laten zien dat techniek niet langer alleen iets is voor ‘echte techneuten’. De 7 werelden van techniek
Tips > Laat je inspireren door de 7 werelden van techniek. Die geven je prachtige aanknopingspunten om je techniek-lessen aan te laten sluiten op de leefwereld van kinderen. > Geef technische opdrachten een leuke, uitdagende context mee. Zo wek je ook interesse bij leerlingen die niet meteen gaan juichen bij het woord techniekopdracht. > Ga je als leerkracht met je leerlingen naar een maakplaats of ontdekplek? Je helpt je leerlingen door zelf een actieve houding in te nemen. Laat zien dat jezelf vragen stellen, dingen uitproberen en fouten durven maken erbij hoort. En dat het om het proces gaat, niet om de perfecte uitkomst.
ondersteunen daar goed bij. De werelden geven handvatten om alle vormen en niveaus van techniek zichtbaar te maken, in telkens een ander jasje en een andere setting. ‘Je kunt het hebben over het ziekenhuis, overgezonde voeding, over energieverbruik, over verkeersveiligheid.’ Alle 20 missies die TechnoDiscovery inmiddels aanbiedt, zijn doelbewust ontwikkeld met de bekende ‘7 werelden van techniek’ in gedachten, die volgens Krijgsman een hele goede stimulans bieden om telkens opnieuw te zoeken naar een zo breed en gevarieerd mogelijk beeld van techniek. ‘Wij willen alle kinderen aanspreken: de echte techniekfans, degenen die de bouw of elektra interessant vinden, kinderen met een vader als lasser, maar ook de creatieve types en de wereldverbeteraars. Voor veel kinderen geldt dat ze vaak onvoldoende begrijpen wat techniek allemaal is. Tuurlijk, het oorspronkelijke technische ambachtswerk waar mensen het allereerst aan denken bij het woord ‘techniek’ bestaat nog steeds. Maar er is een enorm domein bij gekomen waarin het draait om iets anders dan hard met een hamer slaan, namelijk het bedenken van oplossingen voor allerlei vraagstukken. Die boodschap is heel goed verwoord in de 7 werelden van techniek.’
Meer weten?
De 7 werelden vind je op: www.jet-net.nl/7wereldenvantechniek Kijk voor technologie in het basisonderwijs op: www.jet-net.nl/basisschool
www.jet-net.nl/basisschool PrimaOnderwijs 35
Nieuw van Wijzer in geldzaken
Lesmateriaal over omgaan met geld nu ook digitaal “E r Jo th zijn ep: em vie ale r l ss euk en e !”
Het bekende lesmateriaal van Wijzer in geldzaken is in een gloednieuw jasje gestoken. De gratis themalessen zijn vanaf nu ook volledig digitaal te doen. Er zijn vier themalessen voor groep tot en met . De resultaten van de klas worden bijgehouden in een dashboard.
vo “De Ev a l me ledi lesse : tw gd n er igit zijn kb aa lad l o en f !”
Ga voor meer informatie naar www.geldlessen.nl/themalessen
gr “E Jas oe r z mi ps ij jn th opd n ex : uis ra tr vr ch a ag te en n e !” n
Elke les bestaat uit: • Animatiefilm • Individuele opdrachten • Groepsopdrachten • Thuisvragen Duur: 60 minuten
Joep: “Er zijn vier leuke themalessen!”
Jasmijn: “Er zijn extra groepsopdrachten en thuisvragen!” Eva: “De lessen zijn volledig digitaal of met werkbladen!”
5063 WIG Lesmateriaal adv Prima Onderwijs 192x285.indd 1
Mike: “Onze karakters groeien mee met de leerlingen!”
Fouad: “Er zijn leuke animatiefilmpjes als introductie!”
10/02/2021 15:41
Het belang van een fijn en veilig leerklimaat.
Ook na de lockdown.
Het afgelopen jaar zal er één zijn om nooit te vergeten. Voor kinderen waren er twee periodes waarin ze opeens niet meer naar school konden en hun vriendjes minder of niet meer zagen. Kinderen zullen de lockdown verschillend hebben beleefd. Dat heeft te maken met de thuissituatie en de mate waarin ze de gevolgen van corona hebben ervaren. Een fijne en veilige klas
Wetenschappelijk bewezen effectief
De Kindertelefoon liet in januari 2021 weten dat kinderen ten opzichte van de eerste lockdown 21% vaker belden over emotionele problemen en eenzaamheid. Meer kinderen hebben nu de behoefte om over hun ervaringen en gevoelens te praten en vragen te stellen. Maak daarom ook op school ruimte voor ieders verhaal. Juist nu! Ga samen met je klas op zoek naar wat jullie verbindt. Praat met elkaar en bespreek hoe de groep voor iedereen een fijne plek kan zijn.
KiVa is in de afgelopen tien jaar uitgegroeid van antipestmethode tot een volledig schoolbreed lesprogramma voor sociaal emotionele vorming en positieve groepsvorming. Het programma is wetenschappelijk bewezen effectief en wordt continu doorontwikkeld op basis van praktijkervaringen en onderzoek.
Uiteraard loopt ook het schoolwerk uiteen; de één is thuis beter tot leren gekomen dan de ander. Dit vraagt aandacht, maar besef dat een veilige basis in de groep een voorwaarde is om weer met elkaar te gaan leren.
Positieve groepsvorming Nu de scholen weer een aantal weken open zijn, komt ook de groepsvorming weer op gang. KiVa heeft een gratis lesbrief voor alle scholen in Nederland die je hierbij helpt. De kinderen hebben veel om over bij te praten en moeten elkaar deels opnieuw leren kennen. Ook wanneer niet alle kinderen tegelijkertijd op school zijn kun je werkvormen inzetten die leiden tot verbinding. Je vindt de lesbrief op www.kivaschool.nl.
Onderwerpen die binnen KiVa centraal staan zijn: respect, gevoelens, eigenaarschap, verantwoordelijkheid, vriendschap, samenwerken, omgaan met verschillen en elkaar helpen. Download hier de gratis lesbrief!
Leg jij de focus komend sociaal schooljaar ook op emotioneel leren? voorlichting Vraag een gratis school.nl aan via w w w.kiva ol.nl of info@kivascho
PrimaOnderwijs 37
Werken in de technische installatiebranche
‘Een leven lang werken, leren én bijdragen aan een duurzamere en betere wereld’
We werken steeds digitaler en stappen over op duurzame energie. Maar wie gaat dit waarmaken? Daarom heeft Wij Techniek, het ontwikkelingsfonds voor de technische installatiebranche, de campagne “Installatie verbindt alles” gelanceerd. De campagne is bedoeld om vmbo-leerlingen in de bovenbouw te inspireren en kennis te laten maken met de technische installatiebranche. DOOR ESMEE WEERDEN
Nederland zit in een grote energietransitie. ‘De technische installatiebranche staat daarmee voor een behoorlijke opgave’, aldus Erik Hans Boek, regiomanager van Wij Techniek. ‘Zo is er niet alleen bijscholing nodig van de 140.000 huidige vakmensen, maar zijn er tienduizenden nieuwe mensen nodig vanwege de vergrijzing in onze sector én om in 2030 aan de klimaatdoelstellingen uit het klimaatakkoord te kunnen voldoen.’ ‘Als we in staat zijn om de transitie waar te maken, kunnen we enorme stappen maken in de verduurzaming van Nederland. Er ligt een kans klaar voor jongeren om hieraan mee te werken. Dat maakt nieuwe instroom enorm belangrijk’, zegt ook Anouchka Bonnes, HR Development manager Academie bij installateur Van Dorp.
Een vak met toekomst en perspectief ‘Maar, onbekend maakt onbemind. Een wifi-verbinding maken, een lichtknop omschakelen, de kraan opendraaien of de verwarming hoger zetten. Dat het er is, is een vanzelfsprekendheid en dus uit het zicht 38
van jonge mensen.’ Een van de redenen waarom volgens Erik Hans in vergelijking met andere richtingen, scholieren minder vaak kiezen voor doorleren in de techniek. Toch moet het aantrekken van zoveel nieuwe mensen haalbaar zijn, als je kijkt naar het perspectief dat werken in de technische installatiebranche jongeren biedt. ‘Van kleine familiebedrijven tot aan grote concerns waar je in teams kunt werken aan grote uitdagende opdrachten: in de technische installatiebranche is er een grote diversiteit aan bedrijven. Ook zijn er genoeg banen waar je kunt werken én leren tegelijk. ‘Jongeren komen dan direct in dienst bij een werkgever en leren het vak in de praktijk. Vanaf dag één krijgen ze salaris en worden de opleidingskosten betaald.’ Door te kiezen voor een toekomst in de techniek, kiezen jongeren voor een toekomst vol mogelijkheden waarin ze een leven lang kunnen werken, leren én bijdragen aan een duurzamere en betere wereld. Hoe mooi is dat?’
slimmer werken, kan daarom een groot deel van de oplossing zijn om de energietransitie waar te maken. En misschien nog wel belangrijker; investeer volop in de ontwikkeling van de bevlogen medewerkers die we al hebben, want dat is wat we op korte termijn wél kunnen beïnvloeden’.
Niet hard, maar slim werken ‘Zelfs met twee linkerhanden maar met voldoende technisch inzicht kun je in onze branche terecht’, vervolgt Erik Hans. ‘Denk aan banen als ontwerpers, tekenaars, projectleiders en calculators. Dit zijn banen waar geen schroevendraaier aan te pas komt. Het beeld dat werken in de techniek gigantisch zwaar is, is dan ook een erg verouderd cliché. Als we kijken naar de toekomst van de sector, zijn soft skills enorm belangrijk geworden. Bijvoorbeeld goed en helder kunnen communiceren en goed kunnen samenwerken met bijvoorbeeld klanten en collega’s.’ ICT wordt ook een steeds groter component. Dit zie je terug in de snelste internetverbindingen, de meest duurzame energie en digitale apparaten waar we nu nog niet eens van gehoord hebben. En installatietechniek? Installatie verbindt alles. ‘De branche heeft behoefte aan slimme oplossingen en biedt veel ruimte om je daarin te specialiseren.’ Anouchka vult aan: ‘Technische vaardigheden zijn belangrijk, maar het aandeel sociale vaardigheden gaat groter worden. De mate van afstemming met collega’s en klanten wordt steeds ingewikkelder, aangejaagd door de digitalisering maar zeker ook de coronacrisis speelt daar een rol in. We zien dat het vinden van het ‘schaap met de vijf poten’ steeds moeilijker wordt. Openstaan voor en samenwerken met ‘andersdenkenden’ die niet harder maar
Maak kennis met installatietechniek Er ligt een enorme uitdaging klaar voor leerlingen in de toekomst. Maar er ligt ook een belangrijke opdracht voor het onderwijs. Want hoe moet je als school zo’n brede en diverse richting eenvoudig overbrengen aan leerlingen? Dat is precies waar de “Installatie verbindt alles” campagne bij gaat helpen. Met bijvoorbeeld informatie om te bespreken in de klas, zoals feiten en mogelijkheden in de technische installatiebranche. Of met het lesprogramma, o.a. inzetbaar tijdens de LOB-uren, waarmee de leerlingen zelf aan de slag gaan. Je kunt het voorlichtingsmateriaal kosteloos bestellen via: www.wij-techniek.nl/kiesinstallatie
PrimaOnderwijs 39
Exclusief verkrijgbaar bij Educatheek.nl
Hoe was het om kind te zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog? Kinderen beleven het met de lesmaterialen van 13 in de Oorlog
Beleef 75 jaar vrijheid in de klas met het Schooltv-lesmateriaal van 13 in de Oorlog
Wil jij je leerlingen stimuleren om na te denken over de Tweede Wereldoorlog en thema’s als vrijheid en democratie? Met de 6-delige serie 13 in de Oorlog reizen je leerlingen terug in de tijd en ontdekken hoe het was om tijdens WOII op te groeien. De materialen voor groep 6, 7 en 8 zijn buiten-gewoon geschikt om in te zetten in de aanloop naar 4 en 5 mei. In elke aflevering staat één kind centraal dat zijn of haar verhaal vertelt over de Tweede Wereldoorlog. Door de ogen van Dirk, Hans, Corrie, Els, Roos, Kaat en Jurgen beleven de leerlingen steeds een ander aspect van de oorlog. Lesmateriaal Het lesmateriaal bestaat uit een handleiding, een dvd en werkboekjes. Op de dvd staan 13 afleveringen. Per aflevering worden er suggesties voor boeken en musea gegeven zodat je het gemakkelijk tot een project kunt maken. Met 13 in de Oorlog maak je de Tweede Wereldoorlog, de bevrijding en het herdenken toegankelijk en begrijpelijk voor kinderen.
Bestel deze en meer inspirerende Schooltv-lespakketten exclusief op
/schooltv
Column
De onderwijswereld van
Esther van der Knaap
Bomen en bommen Jurgen is 9 jaar. Hij woont met zijn ouders en twee oudere zussen in een prachtig huis in Oog in Al, Utrecht. Hij heeft een grote, ruime kamer. Na school speelt hij met zijn vrienden buiten of lekker in zijn kamer op de Playstation. Na het eten gaat hij even op de computer, om zijn spelling te oefenen. Zijn ouders hebben een oefenprogramma voor hem gekocht, en 1 keer in de week gaat hij naar de praktijk van Corrie. Corrie geeft RT. Zijn ouders vinden het belangrijk dat hij ook bij Corrie aan zijn spelling oefent. Jurgen is daar ook wel blij mee, hij begint de bomen en bommen regel steeds beter te begrijpen.
Mohammed is 9 jaar. Hij woont met zijn ouders, zijn twee broertjes en zijn net geboren zusje in dezelfde wijk. Ze delen met zijn zessen een kamer in het Asielzoekerscentrum. Het is druk in het asielzoekerscentrum, er is altijd wel kabaal. Er worden verschillende Arabische talen gesproken. ’s Nachts wordt zijn zusje vaak huilend wakker, dus Mohammed slaapt slecht en is moe wanneer hij naar school gaat. Hij leert steeds meer woorden en spellingregels. Bomen kent hij al, die herinneren hem aan zijn thuisland Syrië. Evenals de bommen trouwens. Zomaar twee jongens, uit dezelfde wijk, en van dezelfde school. Allebei met liefhebbende ouders die het beste willen voor hun kind, maar die door omstandigheden in een totaal verschillende situatie leven. Allebei in Nederland. De ene ouder kan extra onderwijs regelen voor zijn kind. De ander is blij wanneer hij eindelijk een verblijfsvergunning rond heeft. Kansenongelijkheid in een notendop. Voor allebei deze kinderen maakt de leerKRACHT het verschil. Een rijke leeromgeving, een team dat openstaat voor ontwikkeling en reflectie, ruimte voor professionalisering, kennis van de doorlopende lijn. Zomaar een paar punten die bij kunnen dragen aan het verkleinen van deze kansenongelijkheid. Op iedere school kan kansenongelijkheid een andere vorm aannemen, dat was duidelijk te zien in de serie Klassen (Niet gezien? Zeker terugkijken!). Daarom is het belangrijk om goed in kaart te brengen hoe kansenongelijkheid er bij jou op school uitziet, en/of wat je doet en wilt doen om deze ongelijkheid te voorkomen. Samen kunnen we alle Jurgens en Mohammeds uit onze klassen, de kans geven die ze verdienen!
Esther onderwijswereld-po.nl PrimaOnderwijs 41
Een nieuwe kinderwebsite:
denkboek.nl Bij het 4 en 5 mei Denkboek editie 2021 is vanaf dit voorjaar een nieuwe kinderwebsite beschikbaar: denkboek.nl. Op deze website gaan kinderen zelfstandig aan de slag met de thema’s van het Denkboek: de Tweede Wereldoorlog, herdenken, het vieren van vrijheid. De website is bedoeld als aanvulling op het boekje, maar kan ook op zichzelf worden bekeken. Er is van alles te ontdekken! FOTO’S CHRIS VAN HOUTS Zelf aan de slag op denkboek.nl De speciale kinderwebsite bestaat uit vier modules. Leerlingen leren in deze modules over de Tweede Wereldoorlog, herdenken, vieren en vrijheid. Ook vind je er filmpjes van ooggetuigen van de oorlog, kun je naar de kinderpodcast ‘Op houten banden’ luisteren en zijn er polls waarin kinderen hun mening kunnen geven
42
over herdenken en het vieren van vrijheid. Daarnaast is er een gedeelte waar informatie te vinden is voor leerkrachten en ouders/verzorgers, zoals de docentenhandleiding en aanvullend lesmateriaal. Voorop staat dat kinderen zelfstandig op de website aan de slag kunnen met de verschillende opdrachten.
Denkboek.nl online op maandag 29 maart 2021 De website denkboek.nl gaat op maandag 29 maart live. Die ochtend, tussen 10.00 en 12.00 uur, pakken kinderen en leerkrachten in heel Nederland tegelijkertijd de Denkboeken uit tijdens het Nationaal Uitpakmoment.
Interactieve tijdlijn Eén van de tools is een interactieve tijdlijn waarin op speelse wijze uitleg en achtergrondinformatie wordt gegeven over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. De tijdlijn uit het boekje dient als basis maar is in deze interactieve versie verrijkt met bewegend beeld en geluid. Hoe klonk koningin Wilhelmina? Hoe zag D-day eruit? Afhankelijk van hun eigen behoeften kunnen kinderen kiezen voor verdiepende informatie en aansprekend historisch beeldmateriaal. Zo komt de tijdlijn meer tot leven en gaan de leerlingen zelf (exploratief) aan de slag. De interactieve tijdlijn is ook uitermate geschikt om klassikaal op het digibord te behandelen, bijvoorbeeld als start van de lessen uit het Denkboek.
Bestel het gra
tis
4 en 5 mei
voor uw leerlingen
Lees verder >>>
Lees verder
PrimaOnderwijs 43
Interactieve kijkwijzer herdenking op de Dam Een tweede opdracht op de kinderwebsite gaat over de herdenking op de Dam op 4 mei. Wat gebeurt er op de Dam rond acht uur en wat doen al die mensen daar precies? En waarom zijn we eigenlijk 2 minuten stil en niet 1 of 3? In de interactieve kijkwijzer van de Dam
19.59 uur De trompettist of hoornist speelt het Taptoe-signaal. Vroeger riep de commandant aan het eind van de dag ‘Tap-toe’! Oftewel: doe de biertap dicht en ga naar bed, de dag is voorbij. Nu wordt dit signaal in Nederland gebruikt bij herdenkingen en begrafenissen.
Moeilijke woorden
Scouts en zeekadetten Elk jaar werken er 100 scouts en zeekadetten mee aan de herdenking. Jongens en meisjes van 13 tot 18 jaar, steeds uit een andere provincie. Dit jaar geven jongeren uit Flevoland de kransen aan.
ontdekken kinderen allerlei wetenswaardigheden over de 4 mei-herdenking. Wie leggen de kransen? Hoe klinkt de taptoe? En wat is een defilé? De kinderen worden aan de hand genomen door (het fictieve personage) Rosa, die hen alles uitlegt wat ze zien tijdens de herdenking op de Dam.
KIJKWIJZER Deze Kijkwijzer zorgt ervoor dat je alles snapt en niks mist als je op 4 mei op tv naar de herdenking op de Dam kijkt. Je mag zelf ook dingen invullen.
Nationaal Monument op de Dam
Er vindt eerst nog een bijeenkomst in de Nieuwe Kerk plaats voor ongeveer 1.600 gasten.
ERECOULOIR: Rij van veteranen
en actieve militairen. VETERAAN: Militair die op (vredes)missie is geweest. DEFILÉ: Een stoet mensen die ergens langs loopt, als eerbetoon.
erecouloir
Regiewagen NOS (om het hoekje)
Hoor je andere woorden die je niet kent? Kijk dan achterin dit boekje in de woordenlijst.
Gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en St. Maarten voorzitters van de eerste en tweede kamer
hier zitten mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt
koning en koningin
en voorzitter Nationaal Comité 4 en 5 mei
Minister-president (achter deze mensen)
beveiliger
erewacht van de Koninklijke Luchtmacht
Zelf een herdenking maken bij een monument Welke verhalen schuilen achter oorlogsmonumenten? Welke rituelen horen bij herdenken? Hoe zouden kinderen zelf een herdenking vormgeven? Kinderen gaan het in de opdracht Maak je eigen herdenking stapsgewijs ontdekken. In deze opdracht kiezen kinderen uit vijf oorlogsmonumenten en ontdekken ze de verhalen achter die monumenten. Hiermee staan ze stil bij wie en wat we eigenlijk herdenken op 4 mei. Vervolgens leren ze wat een ritueel is en welke rituelen bij een herdenking horen. Daarna gaan ze zelf aan de slag en mogen ze hun eigen rituelen kiezen en hiermee hun eigen herdenking maken bij het door hen gekozen oorlogsmonument.
44
Wat is vrijheid? De vierde opdracht gaat over vrijheid. Vrijheid is lastig te snappen. Pas als het wegvalt, weet je hoe belangrijk het is. In deze tool worden kinderen op een interactieve manier uitgedaagd stil te staan bij wat leven in vrijheid en onvrijheid echt betekent. Door middel van getuigenissen van kinderen en volwassenen over vrijheid en onvrijheid krijgen deze begrippen meer betekenis. Vervolgens worden kinderen uitgenodigd om hun eigen mening over vrijheid te vormen en deze goed onder woorden te brengen. Ook komt een Ambassadeur van de Vrijheid 2021 aan het woord: wat betekent vrijheid voor hem/haar eigenlijk?
4 en 5 mei Denkboek
Bestel het grat
is
4 en 5 mei
voor uw leerlingen
Bestel het 4 en 5 mei Denkboek 2021 Het Denkboek alsnog bestellen? Dat kan! Bestel voor elke leerling van groep 7 een gratis boekje via www.onderwijsinformatie.nl/4en5mei. Mis’m niet!
Voor wie nog niet bekend is met het Denkboek zelf: met het 4 en 5 mei Denkboek wil het Nationaal Comité 4 en 5 mei leerlingen van groep 7 zelf laten nadenken over de Tweede Wereldoorlog, herdenken, vieren, vrijheid en democratie. Dit voorjaar komt de zesde editie uit. In editie 2021 krijgt het Denkboek een kleine make-over, zowel qua vormgeving als qua inhoud. Kinderen gaan in het nieuwe Denkboek nóg actiever aan de slag met de thema’s herdenken, vieren en vrijheid. Er is meer ruimte voor kinderen om het boekje van zichzelf te maken, bijvoorbeeld met de uitklapper voor in het boekje. De leerlingen kunnen hier laten zien wat zij al weten over oorlog, herdenken en vieren én nadenken over wat ze nog meer zouden willen weten. Ook is er ruimte om informatie over oorlog, herdenken en vieren uit hun eigen omgeving in te vullen. Zo worden deze onderwerpen betekenisvoller, meer van nu en relevanter voor hun eigen leefwereld. Ook is er aandacht voor het doorgeven van (familie)verhalen. Het Denkboek blijft een bron van informatie over de Tweede Wereldoorlog, maar met een grote focus op zelf nadenken over de verschillende thema’s én met aandacht voor het heden. Met een oplage van 235.000 exemplaren is het 4 en 5 mei Denkboek het grootste onderwijsproduct over herdenken en vieren in het basisonderwijs.
Met het 4 en 5 mei Denkboek leren kinderen... … wie wij herdenken op 4 mei en waarom; … wat wij vieren op 5 mei en waarom; … de rituelen die bij herdenken en vieren horen; … nadenken over het belang van herdenken in onze samenleving; … nadenken over de waarde van vrijheid voor henzelf en anderen; … het globale verloop van de Tweede Wereldoorlog in Nederland en in de voormalige koloniën; … de gevolgen van de oorlog voor het dagelijks leven in Nederland en in de voormalige koloniën.
A D V E R T O R I A L
Meester in het verkeer:
De leukste verkeersles van het land Na het afstuderen aan de Pabo heeft Jori Veldhuizen op verschillende basisscholen lesgegeven. Het viel hem op dat ‘verkeer’ het vak was dat invallers gaven of gedaan werd als er tijd over was. Meester Jori zag dit als zijn missie, hij wilde de leukste verkeersles van Nederland geven.
Educatief én spectaculair? Dat kan! Vandaag speelt Jori twee voorstellingen voor groep 1 t/m 8. De leerlingen komen binnen en de Magic Traffic Show begint. De interactie die ontstaat is geweldig, zélfs met groep 7 en 8. De leerlingen letten goed op de borden, want deze verkeersborden zijn magisch en kunnen nog wel eens veranderen. Het is lachen geblazen, want waarom zou je niet mogen fietsen op een ‘hoge bi’, als het verkeersbord een fiets laat zien met gelijke wielen? Of waarom niet op een eenwieler of hoge acrobaten-driewieler?
Als kind heeft Jori een passie ontwikkeld voor theater, goochelen en circus. Deze passie heeft hij gecombineerd met zijn liefde voor het lesgeven aan kinderen. Hij realiseerde zijn Magic Traffic Show: een educatieve voorstelling over het verkeer. Het resultaat: de leukste verkeersles van het land!
Voorstelling over het verkeer: vol goochelen en veel meer! Een uur is omgevlogen, de voorstelling is voorbij. Zonder dat de kinderen het door hadden, zijn ze een uur bezig geweest met verkeer. Een les over het verkeer om nooit te vergeten. Zijn jarenlange ervaring als leraar en entertainer is niet te missen! Met veel plezier kijken wij terug op deze dag en op deze voormalige leerkracht, uitgegroeid tot Showman.
“Wow! Er staat een echt verkeerslicht” Het is 09:00 uur. Vandaag speelt Jori zijn voorstelling op een basisschool in Tilburg. Als wij aankomen, is hij net klaar met opbouwen van het decor. De sporthal waar hij speelt, is volledig ingericht als verkeersplein. Compleet met: zebrapad, belijning, een écht verkeerslicht en magische verkeersborden. Een geweldige beleving bij binnenkomst en de voorstelling moet nog beginnen.
Deze voorstelling kunnen we zeker aanbevelen voor elke basisschool of culturele instelling. Naast deze verkeersvoorstelling speelt de Showman ook andere thema voorstellingen als: sprookjes, circus, winter, Kinderboekenweek, Sinterklaas en Kerst. Wij kijken ernaar uit om ook een van zijn andere voorstellingen te mogen beleven.
De leukste verkeersles van Nederland, dat was het ideaal van meester Jori. En eerlijk is eerlijk, het is hem naar ons idee gelukt. Wij mochten een dag mee met Jori Veldhuizen. Hij is afgestudeerd leraar basisonderwijs; uitgegroeid tot professioneel Showman. Hij speelt verschillende thema voorstellingen. We bezochten samen met zeer enthousiaste leerlingen van een basisschool zijn voorstelling over het verkeer.
Wil je deze voorstelling over het verkeer, of een show met een ander thema op jouw school? Kijk dan op:
www.showman.nl
46
“Het was leuk om iets samen te doen. Meestal game ik alleen.”
“Leuk om zo’n spelelement te hebben. Het is echt een leuke manier om de discussie te openen. Daar kunnen echt verrassingen in zitten.”
In gesprek over vaardig, veilig en bewust online zijn Een discussie over schermtijd met kinderen voorkomen, zowel thuis als in de klas? Een gesprek hierover kan inzicht geven in elkaars belevingswereld. Welke tips kun je leerlingen en ouders/opvoeders geven? Online Masters
Mediamatties
Het gratis lesmateriaal Online Masters biedt interactieve lessen waarmee leerlingen leren vaardig, veilig, sociaal en creatief online te zijn. In een van de lessen Bewust gamen leert Koen Schobbers hoe de juiste balans tussen online en offline gevonden kan worden. Ouders/opvoeders hebben hierin volgens hem ook een rol. Koen spreekt dan ook over Parent of Play. Als er thuis bewust interesse getoond wordt in de online activiteiten en interesses van hun kind(eren), levert dit meer op dan alleen een open blik; de opvoeder ontdekt en leert hierdoor zelf ook nieuwe dingen!
Met de quiz Mediamatties kun je samen met kinderen op een open en speelse wijze het gesprek aangaan. De quiz is bereikbaar via Online Masters en is bedoeld voor kinderen van 10 t/m 12 jaar en hun ouders/ opvoeders. In 20 minuten krijgen ze via allerlei creatieve vragen inzicht in elkaars mediagebruik. Zijn ze het altijd met elkaar eens, of zijn er verschillen? Een mooie opening voor een gesprek.
Doen! Deel de link naar de Mediamatties quiz – www.online-masters.nl/mediamatties - met ouders/opvoeders en help hen in gesprek te gaan met hun kind(eren). Hier vind je ook de Tips & Tricks van Koen Schobbers waarmee opvoeders zich kunnen verdiepen in de game wereld van kinderen. Beiden zijn ook gemakkelijk inzetbaar ter voorbereiding van een online ouderavond over online media. Kijk op www.online-masters.nl/toolkit-ouderavond voor meer informatie. Mediamatties is een initiatief van Netwerk Mediawijsheid in samenwerking met de Alliantie Digitaal Samenleven en Vodafone en Ziggo, gemaakt door IJsfontein.
PrimaOnderwijs 47
‘Zelfregulatie is dé vaardigheid
Susan Potiek
Ariena Verbaan
De leercoach in een flexibele leeromgeving De coronapandemie leert ons dat de leerlingen van nu hun school en werk in steeds wisselende omstandigheden moeten doen. Wat vandaag nieuw is, kan morgen alweer verouderd zijn en dat vraagt van scholen dat zij hun leerlingen toerusten, voorbereiden op leren, leven en werken in een nog onbekende toekomst. Om je aan te kunnen passen in een snel veranderende en complexe maatschappij is het van belang dat leerlingen wendbaar zijn, veerkracht tonen en een proactieve houding hebben. Kortom zelfregulerend zijn. Hoe pak je dit als leraar aan? Wij gingen hierover in gesprek met Susan Potiek en Ariena Verbaan, auteurs van het boek “De zesde rol van de leraar; de leercoach”. Susan en Ariena stellen dat het appèl op zelfregulerend leren voor schoolvakken en nu ook thuis concreet zichtbaar is door de transitie naar online onderwijs. Van leerlingen wordt verwacht dat zij zichzelf ook thuis kunnen motiveren en het eigen leren meer zelf organiseren en structureren. In de taal van ‘de rollen van de leraar’ is de zesde rol, de rol van leercoach van cruciaal belang. De coach ondersteunt de leerling bij het aanleren van zelfregulerende vaardigheden. De leraar in de rol van ontwerper speelt een rol in het organiseren van flexibele leeromgevingen waarin leerlingen ervaringen opdoen met deze zelfregulerende vaardigheden.
48
Hoe stimuleer je leerlingen te groeien in zelfregulerend gedrag?
Zelfregulatie behoort tot de 21e-eeuwse vaardigheden waarmee het een specifiek benoemd aandachtsgebied voor het onderwijs is. Welke ontwikkelingen zien jullie op scholen?
‘Zelfregulatie is de mate waarin een lerende (Susan en Ariena spreken bewust van een lerende en niet van een leerling, omdat het ultieme doel het opleiden van kinderen en jongeren is tot lerende personen. Hun leven lang, red.) eigenaarschap voor zijn eigen leerproces toont. Dat wil zeggen de verantwoordelijkheid voor de eigen leertaak, het leerproces en de leerhouding op zich neemt en daarnaar handelt. Dat betekent ook het vermogen van een lerende zichzelf in een veranderende omgeving aan te passen (wendbaar) en in stand te houden (veerkracht). Een lerende heeft daarvoor inzicht en oefening in leerstrategieën nodig om zijn leren te organiseren en zijn gedrag aan te sturen. De coach instrueert en ondersteunt het inzetten en/of versterken van deze zelfregulerende leerstrategieën.
‘Het ontwikkelen van de vaardigheid zelfregulatie gaat niet vanzelf, hierbij is instructie en begeleiding nodig. Veel scholen organiseren en ondersteunen dit door naast het lesgeven, ruimte in te richten voor de leraar in de rol als coach. Deze rol wordt daarbij afhankelijk van de visie van de school, in of buiten de les vormgegeven en ondersteunt de leerling bij het leren en bij de sociaal-emotionele ontwikkeling.’
Een praktisch voorbeeld hoe je kunt coachen op zelfregulerend gedrag: als je, als leraar, ziet dat een lerende tijdens de les het werk niet af heeft, ga je in de rol van leercoach op zoek naar hoe je de lerende kunt ondersteunen. In gesprek met de lerende kom je samen steeds dichter bij de oorzaak/reden. Is het de planning? Vindt de lerende de taak waardevol genoeg?
voor nu en morgen’ oriënteren
plannen Kan de lerende moeilijk Zelfregulerend focussen of is het gedrag in de context Tijdens Zelfsturing evalueren uitvoeren schakelen tussen (©Potiek & Verbaan, CPS) reflecteren monitoren verschillende activiteiten ingewikkeld? Hierbij is het stellen van denkstimulerende en reflectieve vragen van groot EIGENAARbelang. Denk dan aan SCHAP AFFECTIEVE ZELFREGULATIE ZELFREGULEREND GEDRAG LEERPROCES vragen als “wat is het Voor Voor doel van de leertaak?”, zelfeffectiviteit doelgerichtheid “welke begrippen herken taakwaardering timemanagement je?”, “wat ben je eerst Na Tijdens Na Tijdens Zelfregulatie Zelfcontrole gaan doen?”, “hoe ver ben aandacht aanpassingsempathie zelfbeoordeling doorzetten vermogen, flexibiliteit je al?”, “welke aanpak heb emotieregulatie reactie je gebruikt?”, “heb je een idee hoe je het anders had kunnen aanpakken?”, dat het vertrouwen bij leraren groeit om de regie “wat kun je doen om afleiding te voorkomen?”, “wat meer bij de leerling neer te leggen. Ze voelen zich zie je als succes voor jezelf?” Daarbij is het de kunst bekwamer in hun coachrol en geven aan dat leerlingen om als leercoach niet toe te geven aan de verleiding vragen “mogen we nog zo’n les” omdat het over ongevraagde tips te geven of het werkwoord ‘moeten’ henzelf gaat.’ te gebruiken, want een coach gebruikt groeitaal om het eigenaarschap te vergroten. Door de ondersteuEn zijn jullie nog ergens door verrast ning die je biedt, wordt de lerende zich meer bewust sinds jullie hierin trainingen geven en van zijn eigen (leer)gedrag. De lerende past op eigen het boek hebben geschreven? wijze zijn gedrag aan.’ ‘Jazeker, we krijgen voorbeelden te horen waaruit Wat zijn de ervaringen van leraren die zich blijkt dat niet alleen de relaties van leraren met hun de coachende rol eigen hebben gemaakt? leerlingen verbeterd zijn, daarnaast verbeteren ook Regelmatig geven leraren aan dat ze effectievere relaties in de privésfeer! Het bewustzijn van zelfgesprekken voeren met leerlingen en dat als stimuleregulatie, meedenken vanuit de ander, erkennen van rend ervaren. De sfeer verandert. Daarnaast horen we eigenaarschap van de ander én dat van jezelf wordt een tweede natuur en dat nemen leraren ook in hun privéleven mee.’
Lezersactie Speciaal voor lezers van PrimaOnderwijs mogen wij 15% korting geven op de inschrijving voor de training ‘Leergang de leercoach; leerlingen coachen’ op maandag 15 maart in Amersfoort. Wees er snel bij, want de korting is slechts beperkt beschikbaar! Meld je nu aan voor de training via www.cps.nl/leergangleercoachmrt21 en voer de kortingscode LLMRT21 in bij betalen.
Ga voor meer informatie naar: Het boek: cps.nl/De-zesde-rol-van-de-leraar De training: cps.nl/trainingleercoach Contact: cps@cps.nl of 033 453 43 43 PrimaOnderwijs 49
Een interactieve les Engels, hoe pak je dat aan?
Een doel van Engelse les op de basisschool is dat kinderen leren om zichzelf uit te drukken. Het aanleren van Engels gebeurt vaak klassikaal door kinderen te laten luisteren en dit te herhalen, terwijl kinderen het beste de taal leren door juist zelf veel te oefenen. Interactieve werkvormen zijn hiervoor bij uitstek geschikt. Hierbij een aantal tips.
1.
Taal leren door te ervaren
Kinderen leren een taal door te luisteren en nadoen. Ze leren een taal eerst te begrijpen en dan te spreken. Kinderen leren gemakkelijk door gebruik te maken van hun zintuigen. Bijvoorbeeld een woord horen, spreken, uitbeelden, zien en indien mogelijk, voelen en bewegen. Een bewegingslied (bekend als TPR), wandel wissel uit, binnen kring/buiten kring of levend memory zijn een paar voorbeelden waarmee je leerlingen spelenderwijs de taal kunt laten ervaren. Een ander voorbeeld van een interactieve werkvorm zijn de spreekopdrachten uit het werkboek van de lesmethode Take it easy. Leerlingen doen in deze opdrachten eerst een dialoog na, en vervolgens moeten ze een gelijksoortig dialoog zelf bedenken. Dit werkt heel efficiënt omdat alle leerlingen tegelijk bezig zijn met de stof. Het vergt wel wat oefening met de klas. Een tip is om met een kleine groep eerst te oefenen voor de klas. Dan kun je checken of de werkvorm duidelijk is. 50
2. Wissel af
In een klassikale setting Engels spreken kan als eng ervaren worden door leerlingen. Dit kun je verminderen door ze regelmatig spreekactiviteiten in twee- of meertallen te laten uitvoeren. Een spreekopdracht uit de methode Take it easy is hiervoor geschikt, maar denk ook aan eenvoudige wandel of wissel uit werkvormen. Met de volgende vorm zul je de plank nooit misslaan: de leerlingen hebben een woordkaart of een zelfgekozen en geschreven woord of zin op een blaadje in hun hand. Tip: gebruik woorden uit het thema. De leerlingen lopen door de klas. Ze spreken elkaar aan door te delen wat ze op hun kaartje hebben staan: I have a … (pencil). Waarop de andere leerling zegt: I have a … (book). Dan wisselen ze van kaart en herhalen ze de spreekopdracht met iemand anders. Voor een soepel verloop van spreekopdrachten doe je de opdracht eerst voor in de klas met een leerling die het niet eng vindt. Oefen de stof met afwisselende actieve werkvormen: dan wordt Engels spreken leuk!
Over Take it easy
3.
Zorg voor woordherkenning
Steeds meer scholen bieden de Engelse taal al spelenderwijs aan, omdat ze ervaren dat jonge leerlingen het beste leren op een interactieve manier. Gebruik in de onderbouw dan ook géén woordenlijsten en grammaticaregels maar wel filmpjes, liedjes, spelletjes en digitale verhalen en boeken. Juist door visuele ondersteuning worden meerdere zintuigen aangesproken van de leerlingen en is woordherkenning eenvoudiger. In groep 1-4 biedt de methode Take it easy een gevarieerd aanbod, van prentenboeken tot liedjes, oefeningen en spellen met afbeeldingen van themawoorden gekoppeld aan audio.
4. Vergroot het zelfvertrouwen Gesprekken voeren is een belangrijk onderdeel binnen de kerndoelen voor Engels in het basisonderwijs (EIBO). Ook in de bovenbouw geldt daarom het didactisch onderdompelprincipe, waarbij veel interactie middels interactieve spellen en andere werkvormen resulteert in plezier en vele leerzame momenten. In de nieuwe spreekvaardigheidstool van Take it easy oefenen leerlingen zelfstandig hun spreekvaardigheid Engels en krijgen daarbij directe feedback. Denk aan onderdelen als spreken tijdens formele bijeenkomsten, iets regelen, een gesprekje voeren en informatie uitwisselen. De tool maakt het mogelijk om met minimale inspanning van de leerkracht de spreekvaardigheid verder uit te bouwen.
Nieuw!
Take it easy is de meest verkochte lesmethode Engels voor groep 1 tot en met 8 en is speciaal ontwikkeld voor het digibord, met native speaking co-teachers en verwerkingssoftware, inclusief spreekvaardigheidslijn. Recent is de methode compleet vernieuwd met nieuwe digibordsoftware, video’s en werkschriften. • Take it easy is interactief, actueel en effectief • De lesstof biedt volop variatie, differentiatie en verdieping • Door de concentrische opbouw beklijft de lesstof beter en breiden je leerlingen hun woordenschat snel uit Met Take it easy geef je gegarandeerd interactieve, actuele én effectieve lessen. Meer weten? Bekijk de website en/of bestel een gratis proefpakket: www.takeiteasy.nu Gebruik je Take it easy al op school maar heb je nog vragen of wil je meer uitleg bij bepaalde onderdelen? Volg dan een online vragenuurtje: www.thiememeulenhoff.nl/vragenuurtje
Door de directe feedback op uitspraak en intonatie hebben leerlingen de mogelijkheid snel voortgang te boeken. Het veelvuldig oefenen van de mondelinge taalvaardigheid vergroot het zelfvertrouwen, waardoor leerlingen beter voorbereid zijn op het voortgezet onderwijs.
Toetssoftware voor groep 7 en 8
Het is nu mogelijk om ook digitaal te toetsen! De leerling kan fouten nu niet meer verbeteren (zoals bij de zelftoets) en jij als leerkracht krijgt een speciaal ingerichte toetscockpit, zodat je de resultaten van de leerlingen kan zien. Wil je nu gelijk van start gaan met de toetssoftware? Dat kan! Dan zijn de kosten voor dit schooljaar nog maar €1,50 per leerling. Vanaf volgend schooljaar kost de software €2,50 per leerling. Je kunt de software gemakkelijk bestellen bij jouw schoolleverancier. Bestelgegevens: 9789006436754 Toetssoftware Leerling Take it Easy groep 7 en 8
PrimaOnderwijs 51
Een herkenbare lesstructuur is het toverwoord Als leerkracht ga je voor kwaliteit in je vak en het optimaal gedijen van je klas. De Onderwijsdesk helpt je met advies en cursussen.
Emmeliek Boost
In deze editie geeft Emmeliek Boost, deskundige van de Onderwijsdesk, Gezondheidspsycholoog én auteur van het boek WIN-WIN Werk en Gezin, tips hoe je je lessen vorm kunt geven in het geval van afstandsonderwijs.
Mijn lessen heb ik nu digitaal ‘verpakt’ in een filmpje met beeld en instructies. Hoe kan ik zorgen dat mijn instructie nog effectiever is? Marijn uit Schiedam, groep 2.
Succeservaringen met lesdoelen In de lockdown-periode heb je je klas toch minder goed op je netvlies dan wanneer je je leerlingen iedere ochtend bij de deur van je klas ziet binnenkomen. Is de leeromgeving tijdelijk hoofdzakelijk thuis dan heb je als leerkracht daar niet zoveel invloed op. Je kunt de lesstof creatief afwisselen met een apenkooien opdracht, wat natuurlijk een energizer is voor je leerlingen, maar helaas is de leeromgeving tegelijkertijd de werkplek van ouders in coronatijd! Zorgen dat het leren in de thuissituatie leuk blijft is uitdagend en vergt nu dus een extra inspanning. Een belangrijke pijler van het instructiemodel EDI is dat leerlingen succeservaringen opdoen. Dat wil je nu ook bereiken, ondanks het feit dat je nu minder grip op de leeromgeving thuis hebt. Concrete lesdoelen zijn belangrijk hierbij. Een goed geformuleerd lesdoel draagt bij aan beter lesgeven en daarmee aan betere leeropbrengsten bij de leerlingen. Ook bij virtueel lesgeven is het lesdoel het startpunt van je voorbereiding voor de les. 52
Stel dat je als concreet en controleerbaar lesdoel in groep 1 hebt: ‘de leerling kan de vijf voorwerpen sorteren op lengte’. In de thuissituatie kunnen leerlingen dit leerdoel bijvoorbeel behalen door vijf knuffels op de juiste volgorde te leggen. De focus zorgt ervoor dat je niet afdwaalt naar bijvoorbeeld de kleur of het materiaal, waarvan de knuffel gemaakt is. Zo is alles in de les gericht op het behalen van een lesdoel. Het lesdoel geeft focus en maakt het mogelijk om gerichte en onderbouwde keuzes te maken tijdens het voorbereiden van de les. Aan de hand van concrete lesdoelen kun je aan het einde van de les goed in beeld krijgen in hoeverre het lesdoel door de leerlingen is behaald. Het zal jou een voldaan gevoel geven om op te merken dat je het lesdoel voor de leerlingen kan aftikken of onderbouwen dat er wellicht nog meer tijd nodig is om het lesdoel te behalen. Het EDI instructie model zorgt dus niet alleen voor succeservaringen bij de leerlingen, maar ook bij jou als leerkracht. TIP Zorg in het lesdoel voor een concept en een vaardigheid. Een concept is meestal een zelfstandig naamwoord. Een vaardigheid is vaak een werkwoord. Dus in het hierboven genoemde voorbeeld is lengte het concept en sorteren de vaardigheid.
TIP Meer weten over het toepassen van het instructiemodel EDI? Volg bijvoorbeeld de cursus EDI Kleuters op woensdag 19 mei 2021 begeleid door Sherrill Woldberg gecertificeerd EDI-trainster.
Leerlingen raken moedeloos, verliezen het perspectief en lijken nu gaandeweg dit schooljaar onverschiliger te worden. Wat is jullie advies? Mentor, klas 1 t/m 3.
Prikkels en stress in het PO en VO! We zien in coronatijd dat ook de rustige leerlingen overprikkeld raken. Niet gek als je bedenkt dat het ‘grip hebben op de situatie in coronatijd’ voor jong én oud weg is. Als we als volwassenen geen antwoord hebben op het virus, en als er meningsverschillen, twijfels en onzekerheden door de experts en de wetenschap geuit worden, dan is het begrijpelijk dat wij als leek ons zorgen gaan maken en angst krijgen voor de impact van dit virus. Zodra kinderen zelf geen oplossingen kunnen bieden, geen handvatten aangereikt krijgen of controle verliezen op iets wat omaen opa’s gezondheid aantast, worden ze emotioneel én fysiek onrustig. Komen daarbij meer spanningen in huis, is er vaker een korter lontje, dan raken leerlingen hun basisvertrouwen kwijt en zien zij dat het virus niet alleen een bedreiging is voor onze gezondheid, maar dat het virus ons ook allemaal de baas blijft. Afhankelijk van de leeftijd onstaan er alle mogelijke gedachtenspinsels in het hoofd van leerlingen, die de concentratie en focus op hun schoolwerk kunnen verstoren. Leerlingen zijn in een crisistijd juist gebaat bij een vast schoolritme, bij een herkenbare lesstructuur, bij het zien van hun schoolklas, met de leerkracht of docent als vertrouwd ijkpunt. Veel leerlingen zijn nu deze vertrouwde basis kwijt, raken in paniek bij opdrachten of toetsen of maken zich zorgen over hun leerachterstand en of dit al dan niet een verloren jaar wordt. TIP Zowel in het VO als PO zijn kinderen nu het meest gebaat bij dagelijkse routines en herkenning van de lesstructuur. Met een ‘check-in’ rondje over wat zijn nu je energiegevers en je energievreters maak je de balans met elkaar op. Zet alle mogelijke tips en oplossingen die leerlingen bedenken op een rij. Op die manier krijgen leerlingen weer wat meer greep op hun situatie en dat reduceert prikkelgevoeligheid en de mate van hun zorgen of angst. TIP Meer weten over prikkelgevoeligheid? Volg de dagcursus Hoogsensitieve kinderen op donderdag 8 april 2021 begeleid door Esther Bergsma, registercounsellor en expert Hoogsensitiviteit.
Cursusagenda 2021 Online én Coronaproof op onze locatie! Executieve functies Werkgeheugen, plannen en organiseren & meer. Onmisbare breininzichten voor in de les. di. 6 april (VO & MBO) dr. Diana Smidts Hoogbegaafdheid & Klassenmanagement Instructie, formatief werken, metacognitie in de les & meer. di. 13 april (PO) Sherrill Woldberg MSc. Sociaal-Emotioneel Leren (SEL) Door SEL leer je als kind omgaan met jezelf en de ander. Conflicten voorkomen en oplossen, hulp vragen, gevoelens & meer. ma. 17 mei (PO) dr. Kees van Overveld Waarderend Veranderen De 5 stappen van het waarderend veranderproces. Voor IB’er, zorgcoördinator, schoolleider en bestuurder. wo. 2 juni (PO & VO) René Lous Hoogsensitieve kinderen Het hoogsensitieve brein, faalangst, woede-uitbarstingen & meer. vr. 11 juni (PO & VO) drs. Esther Bergsma Kijk voor meer cursussen en cursusdata op
onderwijsdesk.nl
voor hulp bij leer- en gedragsproblemen in de klas!
Speciaal voor PrimaOnderwijs beantwoorden de deskundigen van de Onderwijsdesk echte vragen van leerkrachten uit het hele land. Deze tips (en cursussen) zorgen ervoor dat je klas (nog) beter floreert. Heb jij een vraag voor de Onderwijsdesk? Mail dan naar info@onderwijsdesk.nl PrimaOnderwijs 53
weekvanhetgeld.nl 5010 WIG WvhG 2021 Adv Prima Onderwijs 384x285.indd All Pages
Doe mee met de 10e Week van het geld van 22 t/m 26 maart! Jong geleerd is oud gedaan! Uit onderzoek blijkt dat door structureel aandacht te besteden aan leren omgaan met geld de financiële vaardigheden van kinderen en jongeren groeien. Die vaardigheden zijn ontzettend belangrijk als ze later zelfstandig keuzes moeten maken.
Studio Week van het geld In onze eigen Studio Week van het geld worden in het hele land activiteiten georganiseerd om kinderen te leren omgaan met geld. Dit jaar zullen deze activiteiten in verband met COVID- grotendeels online plaatsvinden. Bekijk het online programma op weekvanhetgeld.nl/studio
Hoe doe je als school mee met de Week van het geld? Dagelijks Week van het geld journaal
1
Bestel GRATIS lesmateriaal over omgaan met geld
Kijk in de Week van het geld iedere dag het Week van het geld journaal met de hele klas! Er is van alles te zien in het journaal, waaronder het spannende verhaal van kinderen die op zoek gaan naar een onbekende schat! > weekvanhetgeld.nl/studio
2
> ga naar geldlessen.nl
Kinderpersconferentie met minister van Financiën Hoekstra en Dylan Haegens
© Disney
OP = OP Bestel gratis de speciale editie van de Dagobert Duck voor de hele klas
Op donderdag maart staat de jaarlijkse Kinderpersconferentie gepland. Kijk met de klas en stel online een geldvraag! > weekvanhetgeld.nl/studio
4
3
Deze uitgave is speciaal voor de e editie van de Week van het geld gemaakt en gratis online te bestellen. > bestel via weekvanhetgeld.nl/bestel
5
Voor groep 6, 7 en 8: Vraag een (online) gastles Cash Quiz of Fix je Risk aan voor in de Week van het geld > www.weekvanhetgeld.nl/gastles
initiatief van 10/02/2021 16:37
MUSICEER EN LEER! Muziek is een belangrijk onderdeel in het onderwijs aan kinderen. Muziek is goed voor de zintuigen, de expressie, het ritmegevoel en de samenhorigheid. Van gymles tot muziekles; instrumenten worden op vele verschillende manieren ingezet. Hoe is het gesteld met de muziekinstrumenten bij jou op school?
School Concept biedt een ruim assortiment muziekinstrumenten. Neem eens een kijkje en laat je muzikaal inspireren!
UITGEBREIDE MUZIEK RITME SET
Een praktische muziektas voor de hele klas! Deze stevige nylon tas bevat maar liefst 19 verschillende ritmische instrumenten met verschillende klanken. Zo heb je je instrumenten altijd bij de hand én veilig opgeborgen.
BLOKFLUIT
Hét instrument voor alle scholen: de blokfluit! Deze blokfluit (Sopraan) is geschikt voor links- en rechtshandige leerlingen, is vaatwasmachine-bestendig en gemaakt van hoogwaardig kunststof. Bovendien is de fluit ook nog gunstig geprijsd.
POLS- EN HANDBELLEN VOOR IEDEREEN!
Deze polsbandjes en handvatten met bellen zijn onmisbaar tijdens de muziekles of de vrije expressie met de jongste leerlingen. De bellen zitten op stevige band of robuust hout en maken een duidelijk en diep geluid.
RITMETROMMEL
Deze ritmetrommel is een bewezen klassieker in het vroege muziekonderwijs. De 2 cm dikke geluidsplaat bevat 4 tongen die ieder een andere toon produceren. Deze veelzijdige trommel wordt geleverd met een zachte slaghamer.
BESTEL DEZE EN NOG HEEL VÉÉL MEER MUZIEKINSTRUMENTEN OP:
School-Concept.nl/muziek
Ook verkrijgbaar op
column
Mediteren zweverig? Welnee! De geur van wierook hangt om mij heen, ik kijk vaag uit mijn ogen en ik lijk te zweven boven de grond als ik mijn klas in stap. Tergend langzaam wens ik de kinderen goedemorgen en met mijn handen tegen elkaar maak ik een diepe buiging en zeg: ‘Namasté, we gaan beginnen prachtige mensen van dit heelal.’ Dat is wat sommige mensen denken als ik ze vertel dat ik elke ochtend mediteer. In werkelijkheid ben ik juist heel alert, super gefocust, aandachtig en helemaal in het hier en nu. Met mediteren train ik namelijk mijn concentratie. Niks zweverig, maar productief! Ik ben er voor de volle 100% voor de kinderen in mijn klas en spreek ze aan met een open, vrolijke blik. Oké, vooruit, ik heb ik wel een luchtje op dat Happy Buddha heet, want daar word ik gewoon blij van. Met de kleuters uit mijn klas mediteerde ik geregeld. Zo eindigde ik een gezellige, maar nogal lawaaiige gymsessie. Even die rode, bezwete koppies tot rust laten komen voordat we de klas instapten. Op YouTube en Spotify vind je speciale meditaties voor kinderen. Ze vonden het prachtig. Sommige kinderen legden zich neer op de grond, anderen kropen iets dichter bij elkaar, maar ik kreeg ze allemaal stil en rustig.
Helemaal in het moment, helemaal in zichzelf. Want hoewel de omgeving waarin je werkt heel belangrijk is voor je concentratie en je werkhouding, moet je deze rust ook in jezelf kunnen vinden. Een relaxte, fijne omgeving kun je ook binnenin vinden, zeker als je een geleide meditatie doet waarin je je op een andere plek waant. Hoewel er nog weinig onderzoek is gedaan op het effect van mindfulness voor kinderen op school, zie ik wel meer concentratie bij de kinderen. Ik zet het dus vooral in na een drukke activiteit om rust te brengen zodat we met een goede concentratie naar de volgende activiteit kunnen. Ik zie het als een pauzemoment, even resetten, pas op de plaats om weer verder te kunnen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het nog niet in groep 6 uitgeprobeerd heb. Waarom niet? Vind ik het spannend of het wel werkt? Ben ik bang dat de kinderen lacherig zullen reageren? Niet stil kunnen zijn? Tijd om het uit te proberen. Zou het online ook werken? En hoe reageren ze erop in de klas? Ik ben heel benieuwd! Ze genoten wel van het knapperende haardvuur rond kerst, dus we gaan het proberen. Juf Maike (jufmaike.nl)
Dit was helaas de laatste column van Juf Maike! Wil jij Maike opvolgen als nieuwe columnist voor PrimaOnderwijs? Stuur een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl met je motivatie en een voorbeeld column. PrimaOnderwijs 57
Snappet. De complete adaptieve rekenmethode. Uitgever (marktpositie Rekenen)
Belofte
Methode
Advertorial
Snappet
Snappet is een complete adaptieve lesmethode. Je kiest welke methode en opbouw van de leerlijnen het beste past bij de visie van jouw school. Omdat elke les bestaat uit klassikale instructie op basis van de laatste directe instructiemodellen, is de lesvoorbereiding eenvoudig en heeft iedere leerkracht toegang tot de juiste didactiek. Ieder kind werkt vervolgens aan hetzelfde doel, maar verwerkt op zijn eigen niveau. Snappet ondersteunt je met de gewenste didactiek, analyses en inzicht. Jij houdt overzicht en regie, terwijl je alle tijd en suggesties krijgt van Snappet voor feedback en interactie met je klas. Alles zodat jij het beste onderwijs kan geven.
RekenDoelen
RekenWereld
Instruct!
Instruct!
RekenRuimte
RekenVrij
(sluit aan bij SLO).
(sluit aan bij WiG4).
(sluit aan bij WiG5).
(sluit aan bij Pluspunt 4).
(sluit aan bij G&R junior).
(zelf samenstellen).
Balans papier - digitaal Handleiding
Digitaal en op papier en verwerkt in instructie.
Leerlingmaterialen
Basis digitaal, deels papier (werkbladen, rekenschrift, etc).
Fysieke materialen
Geïntegreerd in de lesopbouw.
Devices
Werkt op alle moderne devices/browsers; indien gewenst devices voor elke leerling in bruikleen (tegen betaling van borg).
Lesopbouw Instructie en begeleide inoefening
Elke les heeft een opbouw passend bij de laatste didactische inzichten en verschillende directe instructiemodellen (EDI, IGDI, DIM, ADI). De lessen zijn leerdoelgestuurd, activeren de benodigde voorkennis en er is aandacht voor coöperatieve werkvormen. Het drieslag-, hoofdfasen- en handelingsmodel zijn verwerkt in de lessen.
Verlengde instructie
Zelfstandige verwerking van het lesdoel
De fase van klassikale instructie en begeleide inoefening eindigt met controlevragen. De leerkracht ziet meteen of de leerlingen de instructie begrepen hebben en kan per les de groep voor verlengde instructie indelen.
Korte klassikale verwerking, waarna de leerlingen automatisch op eigen niveau uitgedaagd worden. Het systeem kiest uit meer dan 0,5 mln opgaven de opgave waarmee de leerling op dat moment het meeste leert. Als een leerling op het geboden niveau vastloopt, dan krijgt de leerkracht een signaal en wordt de leerling automatisch teruggeschakeld naar voorgaande voorwaardelijke doelen.
Verwerking van eigen doelen
Leerlingen werken aan hun eigen herhalings-, automatiserings- en verrijkingsdoelen. De leerkracht heeft de regie over het aanbod. Combinatiegroepen: tijdens instructie verwerkt de andere groep zelfstandig en vice versa. Eigen leerlijn (klasoverstijgend) ook mogelijk.
Opbouw lessenplan Leerroute 1S als basisroute, 1S+ voor de betere rekenaars en 1F met mininumdoelen voor de zwakkere rekenaars. Eigen lessenplannen voor leerlingen op leerroutes 1, 2 en 3 van SLO.
Beschikbare leerroutes
Aantal lesweken per jaar Blokindeling
36
36
36
30 plus 7 optionele
36
Eigen keuze.
Flexibele blokindeling (36 blokken van 1 week).
12 blokken (van 3 weken).
9 blokken (van 4 weken).
10 blokken (van 3 weken, plus instapblok).
9 blokken (van 4 weken)
Eigen keuze.
3
2 (1 in derde week)
2
2
1
Eigen keuze.
In iedere week. .
In de laatste week van ieder blok.
In de laatste week van ieder blok.
In vijf parkeerweken.
In de laatste week van ieder blok.
Eigen keuze.
Geen toetsen nodig, elke 5e lesdag mogelijkheid om te toetsen.
Eén toets per blok en per kwartaal.
Twee oefentoetsen en twee tempotoetsen per blok.
Twee oefentoetsen en twee tempotoetsen per blok.
Elk blok twee beheersingstoetsen. 2x per jaar Cito LOVS.
Geen toetsen nodig, wel mogelijk.
Opbouw leerlijnen
Tempo/afwisseling (aantal nieuwe doelen per lesweek) Extra ruimte voor automatiseren, memoriseren, toetsen, herhaling, remediëring en verrijking
Gebaseerd op het hoofdfasenmodel, het handelingsmodel en het drieslagmodel.
Eigen keuze.
Controle en inzicht leerkracht Toetsen
Rapporten/inzicht in (voortgang) leerlijnen
Op elk moment automatisch de ontwikkeling en vaardigheid (als percentielscore ten opzichte van de populatie) van de klas als geheel en iedere leerling afzonderlijk beschikbaar (per leerlijn en leerdoel, met signalering bij stagnatie conform protocol ERWD).
Controle over waar leerlingen zelfstandig aan kunnen werken
Leerlingen kunnen (verder) werken aan de gegeven lessen en de lesdoelen in hun werkpakket. De leerkracht beheert het werkpakket voor de klas en/of per leerling.
Koppeling met Leerlingvolgsysteem
Ja
Kosten per leerling
€ 60 per jaar voor 9 vakken inclusief tablet per leerling indien nodig.
Snappet® is een product van Snappet. Verwijzingen naar merknamen en methodes van derden zijn puur informatief. Snappet werkt niet samen met Malmberg, Zwijsen, Noordhoff of ThiemeMeulenhoff.
Sinds 2012 heeft Snappet zich ontwikkeld tot een
binnen Snappet uit één van de rekenmethodes met de
complete adaptieve lesmethode. Elke les bestaat uit
opbouw en didactiek die het beste past bij jouw school.
een uitgebreide en interactieve klassikale en verlengde
Bekijk hierboven de verschillende rekenmethodes van
instructie door de leerkracht op basis van de laatste
Snappet.
directe instructiemodellen en didactiek. Daar waar het beter werkt, schrijven de leerlingen de strategie
Wil je alle rekenmethodes met
uit in een schrift of geeft Snappet suggesties voor
elkaar vergelijken en meer
handelend leren. Indien nodig krijg je per leerling
informatie? Scan de QR code
een tablet of Chromebook in bruikleen. Je hoeft
of kijk op https://nl.snappet.org/
geen andere methode meer aan te schaffen. Je kiest
informatierekenmethodes.
www.snappet.org / Meer informatie? Bel 088 9990 411 voor een afspraak
Foto Charlotte Bogaert
‘Leerlingen identificeren zich met Anne; de verliefdheid op Peter, de droom om beroemd te worden’ Els Bol, leerkracht groep 8
Leren over Anne Frank De Anne Frank Krant is een jaarlijks wisselend lespakket over het leven van Anne Frank, de Jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog. Telkens vanuit een ander thema belicht, om het spannend te houden – voor leerlingen én leerkrachten. ‘Ik kijk er ieder jaar naar uit om met het pakket aan de slag te gaan,’ zegt juf Els Bol van basisschool Heeckeren in Goor. Ze zit al ruim twintig jaar in het onderwijs en bestelt elk jaar de Anne Frank Krant. Bol: ‘De leerlingen zijn dan muisstil en hebben echt interesse in het leven van Anne. Je kunt een speld horen vallen.’ Die interesse komt volgens Bol doordat de leerlingen zich identificeren met Anne. ‘De verliefdheid op Peter, bijvoorbeeld, en de droom om beroemd te worden. En het leven achter de boekenkast is natuurlijk een mysterieus en spannend gegeven.’ Haar leerlingen beamen dat. ‘Ik vond het heel leuk om de krant te lezen en de opdrachten te maken,’ zegt Mely van elf. ‘Er was best veel over Anne wat ik nog niet wist.’Het lespakket bestaat uit een krant voor elke leerling, digitale verdieping en een extra – vaak een verwerkingsspel of opdracht. Elk jaar ziet de krant er anders uit. ‘Met het thema haken we aan bij de actualiteit,’ zegt Sanne Verstraete. Ze is als projectleider educatie bij de Anne Frank Stichting al jaren betrokken bij de krant. ‘Bovendien is het voor leerkrachten verfrissend dat het materiaal telkens anders is.’
Het verhaal achter de foto Dit jaar staat het lespakket in het teken van fotografie. Centraal staan de verhalen achter foto’s van de familie Frank, nazi-Duitsland, de Jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog, maar er is ook een duidelijke link naar nu. Hoe belangrijk is fotografie bijvoorbeeld in het leven van de leerlingen? ‘Foto’s interpreteren is een belangrijke vaardigheid,’ zegt Verstraete. ‘En we besteden in de krant ook aandacht aan beeldvorming in de media. Wat doet het met je als de groep waar je bij hoort negatief wordt neergezet? We willen leerlingen stimuleren om na te denken over hun eigen denkbeelden en waar ze deze vandaan halen. De Anne Frank Stichting vindt het belangrijk om Annes verhalen te blijven vertellen. Verstraete: ‘Veel oorlogsverhalen dreigen te verdwijnen, doordat niet alles is vastgelegd en er steeds minder ooggetuigen zijn. Daarom brengen we Annes verhaal elk jaar weer op een andere manier tot leven.’
Lespakket Anne Frank Krant De Anne Frank Krant verschijnt in maart en is bedoeld voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs. Dit jaar zit er bij het lespakket ook een vernieuwde versie van de Kennisquiz Anne en de Oorlog. Bestellen kan op www.annefrankkrant.nl PrimaOnderwijs 59
Ontdek, vergelijk en kies een opleiding met informatie van Studiekeuze123
Tips voor ouders van studiekiezers Als je jongeren vraagt wie belangrijk zijn in het studiekeuzeproces, noemen zij vrijwel altijd hun ouders. Ouders kennen hun kind als geen ander en kunnen zowel praktisch als emotioneel ondersteunen bij de studiekeuze. Toch vinden ouders het soms best lastig om te bepalen hoe zij dit het beste kunnen doen. Daarom wat tips om ouders mee te geven.
1. Motiveer en ondersteun De thuisomgeving leent zich er perfect voor om op een laagdrempelige en positieve wijze het onderwerp ‘studiekeuze’ onder de aandacht te brengen. Laat ouders bijvoorbeeld vragen of hun kind al uitkijkt naar studeren, zin heeft in een nieuwe uitdaging of heeft nagedacht over ‘op kamers’ gaan. Bied ondersteuning waar dit gewenst is en maak bespreekbaar wat het kind zelf fijn zou vinden. Het bespreekbaar maken van het onderwerp kan een goede motivatie zijn voor het kind om er verder over na te denken.
2. Krijg verwachtingen en ideeën boven tafel Het is voor ouders waardevol om boven tafel te krijgen welke verwachtingen en ideeën hun kind bij ‘studeren’ heeft. Een ouder kan vragen stellen als: Hoe denk je dat de dagen als student eruit zien? Hoe ziet jouw ideale studentenleven eruit? Heb je al ideeën over wat je na een studie zou willen doen? Wat lijkt je fijn aan ‘op kamers’ gaan of thuis blijven wonen? De informatie die in zo’n gesprek wordt opgehaald, geeft een beeld van de verwachtingen of kennis die bij het kind aanwezig is en biedt aanknopingspunten in verdere ondersteuning.
Anke Koopmann van Studiekeuze123 zegt hierover het volgende: ‘Als je niet weet wat je kunt verwachten van studeren in het hoger onderwijs of het studentenleven, dan is het ook lastig om te bepalen aan welke informatie je als kind behoefte hebt. Dat geldt ook voor ouders die misschien niet zo’n goed beeld hebben van wat hun kind te wachten staat of welke informatie hierbij handig is. Door hierover het gesprek aan te gaan, wordt duidelijk aan welke informatie behoefte is.’ Het is niet erg als ouders zelf niet precies weten wat reële verwachtingen zijn of kennis over praktische zaken missen. In dat geval kunnen ze ook samen met hun kind aan de slag met het zoeken naar antwoorden hierop. 60
3. Pas zelfreflectie toe Praten over verwachtingen en ideeën, is ook een mooie gelegenheid van ouders om zelfreflectie toe te passen. Wat hopen zij voor hun kind? Komt dat overeen met de verwachtingen van het kind zelf? Hoe ga je als ouder met eigen verwachtingen om? Het is fijn als ouders het keuzeproces ondersteunen, maar lastig als zij hierbij (onbewust) hun eigen wensen meegeven. Ook iets om mee te geven aan ouders dus.
4. Verdiep je in het onderwijs van nu Een valkuil kan zijn dat ouders het studeren van nu vergelijken met hoe het vroeger voor hen was en dat ze niet goed op de hoogte zijn van wat veranderd is. Ook hebben lang niet alle ouders zelf gestudeerd. Geef ouders dus ook praktische informatie over verschillende soorten onderwijs en leg bijvoorbeeld uit wat begrippen of woorden betekenen die vaak gebruikt worden in studiekeuzevoorlichting.
5. Help bij het duiden van informatie Ouders hebben vaak al ervaring met zaken die voor hun kind nog nieuw zijn in het studiekeuzeproces, zoals het zelfstandig wonen, het werkende leven of de financiën. Het maakt het voor ouders makkelijker om informatie te duiden die hun kind tijdens de zoektocht tegenkomt.
Koopmann: ‘De informatie over de mogelijkheden na de studie wordt door jongeren als zeer waardevol ervaren bij hun studiekeuze. Wij stellen daarom bij opleidingen informatie beschikbaar over de meest gekozen beroepen, het gemiddelde startsalaris en de kansen op de arbeidsmarkt. Die informatie is soms echter lastig te duiden door jongeren die zelf nog niet zo’n goed beeld hebben van de arbeidsmarkt. Ouders kunnen hier samen met hun kind naar kijken en hier uitleg bij geven.’
6. Relativeer De studiekeuze kan door jongeren als stressvol en lastig worden ervaren. Geef ouders het advies om hun kind te helpen de keuze te relativeren door duidelijk te maken dat er nog veel keuzes tijdens en na de studie gemaakt worden die van invloed zijn op de verdere loopbaan. Door bijvoorbeeld voorbeelden uit de eigen loopbaan aan te halen of die van bekenden.
Koopmann: ‘Jongeren omschrijven hun studiekeuze soms als een keuze die allesbepalend is voor de rest van je leven. Je kiest een studie, daarmee doe je bepaalde kennis en vaardigheden op die je geschikt maken voor een bepaald soort beroep en zoiets blijf je de rest van je leven doen. We krijgen weleens in gesprekken met jongeren te horen: ‘Hoe kan ik weten wat ik tot aan mijn pensioen wil doen?’ Dat beeld over de impact van die keuze, maakt het enorm lastig en stressvol.’
7. Neem deel aan voorlichtingsactiviteiten Veel hogescholen en universiteiten organiseren voorlichtingsactiviteiten die speciaal voor ouders bedoeld zijn. In de Open dagen kalender op Studiekeuze123.nl is een overzicht van voorlichtingsactiviteiten te vinden van alle hogescholen en universiteiten. Bij sommige voorlichtingsactiviteiten voor studiekiezers, is het ook mogelijk voor ouders om deel te nemen.
Handige informatiebronnen voor ouders > > > >
Studiekeuze123.nl - Over studeren in het hoger onderwijs (heeft ook informatie speciaal voor ouders: www.studiekeuze123.nl/wat-ga-jij-kiezen/ouders) Kiesmbo.nl - Over studeren in het mbo Rijksoverheid.nl/studeren – Studeren? Wat moet ik regelen. Een persoonlijke checklist. Studiekeuzekind.nl – Een blog voor ouders van studiekiezers PrimaOnderwijs 61
Op woensdag 7 april organiseert Stichting Lezen, Lezen Centraal ONLINE, dit keer onder de titel ‘Lees je nu, lees je later. Tijd voor een leesoffensief!’. Tal van sprekers laten deze dag zien hoe een vernieuwende blik helpt om concrete resultaten te boeken in het leesoffensief.
Lezers worden niet geboren, maar kinderen en jongeren kunnen zich tot blijvende lezers ontwikkelen wanneer ze opgroeien in een stimulerende leesomgeving waarin effectief leesonderwijs vanzelfsprekend is en volwassenen het goede voorbeeld geven. Wie gelooft in het aloude recept ‘Jong geleerd, oud gedaan,’ denkt misschien dat het vanzelf wel goedkomt met lezen. Helaas is dat niet het geval, want vooral onder jongeren is de leesvaardigheid en leesmotivatie zorgelijk te noemen. Daarom heeft de overheid opgeroepen tot een leesoffensief: een aanpak waarbij alle volwassenen – ouders/verzorgers, pedagogisch medewerkers, onderwijsassistenten, leraren, bibliotheekmedewerkers, boekhandelaren, uitgevers – gezamenlijk nog meer werk maken van een sterke leescultuur in Nederland. Om laaggeletterdheid te voorkomen, leesvaardigheid te bevorderen en het plezier in lezen te vergroten. En hoewel al die volwassenen zelf ook vaker het goede voorbeeld zouden mogen geven, is de hoop
vooralsnog gevestigd op de jeugd. Zij kunnen immers niet zichzelf tot lezer maken, daar is hulp bij nodig. Nu het onderwijs door de coronacrisis onder druk staat is dat extra belangrijk. Lees je nu, lees je later.
Tijd voor een leesoffensief Onder aanvoering van de Leescoalitie roepen achttien organisaties uit het veld van onderwijs, cultuur en jeugdgezondheid de politiek op een ambitieus Leesoffensief te starten. Ze doen hierbij een dringend beroep op de Onderwijsén Cultuurpoot van OCW om gezamenlijk te komen tot een actief en inclusief leesbeleid, waarin leesplezier een essentiële rol vervult. Lees het manifest op: www.tijdvooreenleesoffensief.nl
Programma & aanmelden Ga voor het volledige programma van het online congres naar www.lezen.nl en meld je aan voor ‘Lees je nu, lees je later. Tijd voor een leesoffensief!’ op woensdag 7 april 2021. Houd de social media kanalen van Stichting Lezen in de gaten voor meer informatie: www.facebook.com/StichtingLezen | www.twitter.com/stichtinglezen
62
Bijna
leerlingen werkten al met het lesmateriaal
8,5
Dit cijfer geven leerkrachten aan het lesmateriaal
Het beste lesmateriaal over geld! Eurowijs is uitgebreid financieel lesmateriaal voor het basis, middelbaar en speciaal onderwijs.
98%
van de leerkrachten beveelt het lesmateriaal aan
Bestel nu en ontvang een cadeautje voor alle leerlingen
Dit zeggen leerkrachten over Eurowijs: Aantrekkelijk, realistisch materiaal De kinderen vonden het een geweldige les Geweldige filmpjes ter ondersteuning Het lesmateriaal sluit volledig aan op het niveau van de kinderen
Wij vieren feest want Eurowijs bestaat 7½ jaar! Bestel het lesmateriaal en ontvang een cadeautje voor alle leerlingen. Ga snel naar eurowijs.nl/primaonderwijs of scan de QR code: EW adv Prima Onderwijs 192x285mm maart 2021 jubileum.indd 1
05-02-21 11:58