PrimaOnderwijs November 2020

Page 1

Nummer 5 - November 2020

Gezond

ONLINE EN OFFLINE

mediagebruik LEZEN Hoe vergroot je leesplezier? dansen Bewegen in de klas Techniek De 7 werelden van techniek KERST in de klas Rudy’s grote kerstshow www.primaonderwijs.nl - Verschijnt 5x per jaar


ai160223824111_STABILO advertentie EASYgraph en EASYgraph s voor EDG met artikelnummers2.pdf 1 9-10-2020 12:10:51

ai160223824111_STABILO advertentie EASYgraph en EASYgraph s voor EDG met artikelnummers2.pdf 1 9-10-2020 12:10:51

ai160223824111_STABILO advertentie EASYgraph en EASYgraph s voor EDG met artikelnummers2.pdf 1 9-10-2020 12:10:51 ai160223824111_STABILO advertentie EASYgraph en EASYgraph s voor EDG met artikelnummers2.pdf 1 9-10-2020 12:10:51

ai160223824111_STABILO advertentie EASYgraph en EASYgraph s voor EDG met artikelnummers2.pdf 1 9-10-2020 12:10:51

STABILO STABILO EASYgraph EASYgraph SS

STABILOEASYgraph EASYgraph STABILO

ergonomischdik dik ergonomisch STABILO EASYgraph grafietpotlood voor STABILO EASYgraph grafietpotlood voor ergonomisch dik beginnende schrijvers ergonomisch dik beginnende schrijvers

C

C

M

Y

M

Y

CM

MY

CM CY

MY CMY

CY K

CMY

C K

C

M M

Y Y

CM CM

MY

CY

CMY

MY

CY

CMY

grafietpotlood grafietpotloodvoor voor beginnende beginnendeschrijvers schrijvers

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

ergonomisch dun ergonomisch dunEASYgraph S STABILO STABILO EASYgraph grafietpotlood voor STABILO EASYgraph grafietpotlood voor S ergonomisch dun geoefende schrijvers ergonomisch dik ergonomisch dun geoefende schrijvers grafietpotlood voor grafietpotlood voor grafietpotlood voor geoefende geoefende schrijvers schrijvers beginnende schrijvers

K

K

K

1052951 1052950 52951 10 0 95 52 10 061391 061390 061391 061390 300 4202350 0 4202 0 951 95 420210 3052 52 10 0 35 02 42 91 1 1395 0652 10 0 9590 0613 1052 4202300 4202 90350 061391 0613 Reinders Heutink

Rolf Rolf Heutink Heutink Reinders Rolf Reinders Rolf Heutink

Reinders

4202350

4202300

STABILO®® EASYgraph STABILO EASYgraph • Ergonomisch dik grafietpotlood voor links- en ® STABILO EASYgraph • Ergonomisch dik kinderen grafietpotlood rechtshandige vanaf 5voor jaarlinks- en

1052913 1052910 1052913 0 91 52 10 061393 61392 061393 061392 326/02-HB 325/02-HB-6 10 2930 0291 4252 910 5229 1002 5 42 1052913 93 0 0613 105291 2 Heutink Rolf 6139 2-HB 061393 B-6 3912326/0 6195 1052 ers ink5/02-H ut032 Reind He95 52 10

Rolf Rolf Heutink Heutink Reinders lf ers Ro ind Re

Rolf Heutink Reinders

326/02-HB

5/02-HB-6 3291 inders 0613 Re90 0613 4202300 4202350

nl ilo. tab .nl s . ww abilo t :w w.s nfo i r e ww e : o r m r inf .nl e Voo bilo me .sta r o w w Vo :w nfo er i e rm Voo

STABILO®® EASYgraph S EASYgraph S STABILO • Ergonomisch dun ® grafietpotlood voor links- en EASYgraph S en • STABILO Ergonomisch grafietpotlood voor linksrechtshandigedun kinderen vanaf 8 jaar Voo

nf

er i

e rm

b

ta w.s

w o: w

vanaf 5 jaarvoor links- en • Ergonomisch dik grafietpotlood •rechtshandige Hardheid HB kinderen ®mmkinderen vanaf 5 jaar • •Hardheid HB3.15 Dikkerechtshandige kern • Hardheid • •Dikke kern van 3.15HB mm PEFC hout Gemaakt 100% • Ergonomisch dik grafietpotlood voor links- en • Dikkevan kern 3.15 mm hout • Gemaakt 100% PEFC • Gemaakt vankinderen 100% PEFC hout5 jaar rechtshandige vanaf

rechtshandige kinderen vanaf 8 voor jaar links- en Ergonomisch grafietpotlood • •Hardheid HB dun rechtshandige kinderen •• Hardheid HB2.2 mm ® vanaf 8 jaar ® kern Dunne • Hardheid HB •• Dunne kern mm FSC hout Gemaakt van2.2 100% • Ergonomisch dun grafietpotlood • Dunne kern 2.2 mm FSC • Ergonomisch dik grafietpotlood voor links- en voor links- en • Gemaakt van 100% hout • Gemaakt van 100% hout rechtshandige vanaf 8 jaar rechtshandige kinderen vanafFSC 5kinderen jaar

• Hardheid HB • Dikke kern 3.15 mm • Gemaakt van 100% PEFC hout

• Hardheid HB • Hardheid HB • Dunne • Dikke kern 3.15 mm kern 2.2 mm • Gemaakt • Gemaakt van 100% PEFC van hout100% FSC hout

STABILO EASYgraph

EASYgraph S STABILO STABILO EASYgraph


Gezond

ONLINE EN OFFLINE

VO O R W O O R D

mediagebruik

Kinderen en jongeren brengen naar eigen zeggen gemiddeld 3 uur en 20 minuten per dag achter een scherm door. Niet vreemd dat de swipeduim, appvinger en gamebochel in opkomst zijn. (Sociale) media kunnen hen heel gelukkig maken, maar de keerzijde is dat ze de druk voelen om altijd beschikbaar te zijn. Cyberpesten en de verslavende kanten van media liggen op de loer. Niet voor niets ligt er een voorstel om digitale geletterdheid een vast onderdeel te laten zijn van het nieuwe curriculum (schooljaar 2023/24). Het belang om leerlingen op eigen kracht te leren functioneren in onze samenleving waarin digitale technologie en media een belangrijke rol spelen, is groot. Want hoe doe je dat op een ‘gezonde’ manier?

Deze editie van PrimaOnderwijs staat in het teken van (social) mediagebruik op school. Het onderwijs kan niet om digitale media heen, maar het is vaak nog zoeken hoe ermee om te gaan. Hoe ga je bijvoorbeeld om met schokkende beelden, online pesten en gamen in de klas? We zetten verschillende praktijkvoorbeelden op een rij (p.8 en p.28). Gelukkig zijn er ook lesprogramma’s, zoals Online Masters (p.20 ), die leerlingen onder andere ondersteunen in het vinden van de balans tussen online en offline zijn. Dit is een welkome vaardigheid, want leerlingen wisselen zelf ook het liefste af tussen de digitale en de echte wereld. Zo pleiten ze voor het instellen van

een computertijd en veel bewegen of dansen in de pauze om af en toe te kunnen ontsnappen aan de schermen (p.18). Met de dans-apps van het Nederlands Dans Theater krijgen je leerlingen zeker voldoende beweging (p.11). Ook gaan we in op de vraag of het mediawijs maken van kinderen zaken zijn voor de ouders of de school (p.14). Het lesprogramma Framed vergroot de cyberweerbaarheid van jongeren en ‘de bijdrage van het onderwijsveld is daarbij onmisbaar’, aldus Richard Nijeboer, landelijk Projectleider Intensivering Aanpak Cybercrime bij de politie (p. 17). Het is belangrijk om ‘digitale geletterdheid systematisch in het onderwijsprogramma te integreren’, stelt Allard Strijker, leerplanontwikkelaar digitale geletterdheid en digitalisering bij SLO (p. 12). Als we dat ook nog eens op een ‘gezonde’ manier doen, dan zijn leerlingen helemaal goed voorbereid op de toekomst.

Esmee Weerden Hoofdredacteur PrimaOnderwijs

Ideeën, vragen, verzoeken voor PrimaOnderwijs? Mail naar redactie@primaonderwijs.nl Volg @PrimaOnderwijs ook op Facebook, Instagram en Twitter!

PrimaOnderwijs 3


en! Ga met je klas op excursie naar een mol Bezoek met je leerlingen een molen in de buurt en laat ze de kracht, werking ĂŠn techniek van molens beleven. Bij meer dan 200 molens zijn klassen van harte welkom voor een, vaak gratis, interactieve rondleiding door een gediplomeerde molenaar. Voor de voorbereiding bieden wij educatieve lessen en animaties aan. Zoek een molen op onze site en maak een afspraak.

Huur je een bus voor het molenbezoek of maak je andere openbaar vervoerskosten? Dan kun je subsidie aanvragen bij het Molenfonds. De subsidieregeling geldt ook voor het bekostigen van molenmaterialen in de klas of het ontwikkelen van bijvoorbeeld technieklessen.

Kijk voor alle informatie op molens.nl

Primair.onderwijs_192x285.indd 1

06-10-2020 15:23


@primaonderwijs @primaonderwijs @primaonderwijs

8

12

Internet in de klas

Gezond mediagebruik

22 23 24 30 32

18 20

Mediawijze kinderen

42

Online Masters

De 7 werelden maken technieklessen lekker compleet

Met 150.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals. PrimaOnderwijs is een uitgave van

Smartphones in de ban

Inhoud

16 Social media als ijzeren gordijn? – Column Esther TechTwijfels: technologisch burgerschap Mediawijsheid in het speciaal onderwijs Maak werk van digitale geletterdheid Onderzoek, ontwerp en los mysteries op Bewegen in de klas

14

36 41 52 54 60

Hoe vergroot je leesplezier? Mobiel hier – Column Juf Maike Campagne ‘Start met je studiekeuze’ Eerste hulp bij lastige vraagstukken Rekenschriften met aandacht

28

Digitale media

46

Wat doe je wel/niet als je dit ziet?

COLOFON: Hoofdredactie Esmee Weerden Vormgeving Martin Hollander Medewerkers Brigitte Bloem, Klaske Delhij , Marleen Kuijsters en Firma Fluks Foto’s iStock, Shutterstock Redactie 030-241 70 44, redactie@primaonderwijs.nl, postbus 40266, 3504 AB Utrecht Sales 030-241 70 21, account@edg.nl Klantenservice 030-241 70 20 klantenservice@edg.nl Verschij ning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 5 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een wekelijkse nieuwsbrief en de website primaonderwijs.nl ©Copyright 2020 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelingen.


Vijf dagen inspiratie, de nieuwste trends & ontwikkelingen Schrijf je nu in voor gratis toegang via not-online.nl

26-30 januari 2021

Jaarbeurs | Utrecht


Geh@ckt

nieuws Tips van de redactie

Dimitri is gehackt en de hele klas ziet het. Erger kan niet. Toch? Mis! Dimitri wordt nog een keer gehackt, maar nu kijkt de hele wereld mee. Wat doe je als je zoiets overkomt? Dimitri gaat op zoek naar de dader. Gelukkig krijgt hij hulp van zijn vrienden Sid en Indy. En van een rat. Aangrijpend en actueel verhaal geschreven door Remco Pijpers over wat er gebeurt als je wachtwoord wordt gekraakt. In kaders staat uitleg van belangrijke begrippen, zodat je meteen meer over dit onderwerp te weten komt.

Remco Pijpers

Lees op p. 24 het interview met Remco Pijpers over digitale geletterdheid. Wij mogen 5 exemplaren weggeven van het boek Geh@ckt. Kans maken? Stuur een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl

Wetenschap en technologie

Stichting Techniekpromotie maakt zich sterk om wetenschap en technologie te integreren in het leven van kinderen en jongeren van 4 t/m 18 jaar. De stichting ontwikkelt (en is verbonden aan) verschillende educatieve programma’s, die samen een doorlopende leerlijn vormen. OO Techniek (p. 30) en de Eureka!Cup (p. 58) zijn twee van die programma’s.

Hybride en online onderwijs Of het nu een korte of langere periode betreft: het is belangrijk dat het onderwijs kan doorgaan. Op lesopafstand.nl vind je alle betrouwbare informatie die je nodig hebt voor het organiseren van hybride onderwijs en onderwijs op afstand. Denk bijvoorbeeld aan kennis over en ondersteuning voor het streamen van lessen, het geven van instructies op afstand, het gebruik van (digitaal) lesmateriaal en het online communiceren met collega’s, leerlingen en ouders.

Denksport in het onderwijs

Denksportactiviteiten zoals schaken en dammen tijdens en na schooltijd? Dat kan geregeld worden! Je kunt kiezen uit denksportles, speluitleg, oefeningen maken, potjes spelen en zelfs toernooien zijn mogelijk. Ook het gebruik van digitaal oefenmateriaal en het online spelen kan goed geïntegreerd worden in de denksportactiviteiten. Ga voor meer informatie naar denksportdocent.nl

PrimaOnderwijs 7


s a l k e d in t e n Inter Hoe ga je om met schokkende beelden, online pesten en gamen in de klas? Gooi je alles open en leer je leerlingen hoe ze daarmee om moeten gaan, of scherm je bepaalde delen af? Verschillende praktijkvoorbeelden en mogelijke oplossingen op een rij.

Op een basisschool in Brabant kwamen kleuters terecht op een pornosite nadat ze drie keer de letter ‘x’ intoetsten. Toch besloot het bestuur van de school geen filter op het internet te zetten, vanuit de gedachte dat je leerlingen moet leren om hiermee om te gaan. Deze school is zeker niet de enige die er zo over denkt, vertelt Hanna Jochmann-Mannak, die hierover als operations manager bij de educatieve zoekmachine Web for Classrooms regelmatig contact heeft met scholen. ‘Nederland is een liberaal land en dat merk je ook als het om internet en kinderen gaat. In Engeland en Frankrijk zijn er veel strengere regels voor het gebruik van internet op school. Hier is de heersende gedachte: het hoort erbij, ze moeten het leren.’ Het gros van de scholen maakt wel afspraken met de leerlingen, al dan niet vastgelegd in een contract of protocol, met regels als: niets downloaden zonder toestemming, niet chatten en niets aan onbekenden 8

sturen. Vaak gaat dat goed, totdat leerlingen uit groep 8 een onthoofdingsfilmpje zien als ze zoeken naar informatie voor een werkstuk over Syrië. Zou het dan toch niet beter zijn om leerlingen informatie op hun eigen niveau aan te bieden? En zo ja, hoe dan?

Buitensluiten van informatie De eerste manier om informatie te weren, is blacklisten: het blokkeren van specifieke pagina’s en apps. Dat is handig om te voorkomen dat leerlingen het wifinetwerk gebruiken om onder schooltijd op Instagram te scrollen of series te kijken via Netflix. Lastiger wordt het als je websites gaat blacklisten op basis van specifieke zoekwoorden. Want sluit je zoektermen als ‘seks’ uit, dan zijn ook educatief verantwoorde websites over seksuele voorlichting niet meer toegankelijk. Een andere manier om bepaalde informatie af te schermen, is whitelisten.


Justine Pardoen, specialist mediaopvoeding

Checklist zo ga je om met…

Hanna Jochmann-Mannak Web for Classrooms

In plaats van het buitensluiten van pagina’s, begin je vanaf nul en voeg je alleen nuttige pagina’s toe. Dit is niet iets wat je als school zelf kunt doen, maar er zijn wel programma’s die dat voor je doen, waarvan Web for Classrooms er één is. Hanna Jochmann-Mannak: ‘Door het handmatig cureren van websites, bepalen we samen met docenten welke websites geschikt zijn voor het onderwijs.’

Moeilijkheidsniveau en betrouwbaarheid Alhoewel veiligheid vaak de aanleiding voor scholen is om over te stappen op een kindvriendelijke zoekmachine zoals Web for Classrooms of Kiddle, zijn er meer redenen om het internet niet ongefilterd aan te bieden. Het moeilijkheidsniveau van de teksten bijvoorbeeld, of de betrouwbaarheid van de bron. Want hoeveel leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs kunnen een artikel van De Speld onder-

Schokkende beelden in de klas, zoals porno of een terreuraanslag Als leerlingen per ongeluk of expres schokkende beelden afspelen, is het verstandig het gesprek met ze aan te gaan. Justine Pardoen, specialist mediaopvoeding: ‘Zeker als maar een deel van de klas het heeft gezien, bespreken leerkrachten liever niet klassikaal wat er is gebeurd. Ze zijn bang dat de andere leerlingen het dan ook nog gaan bekijken. Ik denk dat het goed is om dit soort zaken wel klassikaal te bespreken. Je kunt als leerkracht benoemen dat dit soort beelden bestaan, maar dat ze niet voor kinderen bedoeld zijn. Als het heftige beelden zijn, dan zou ik het in het geval van basisschoolleerlingen ook aan ouders communiceren, zodat zij zijn voorbereid op eventuele vragen.’ Naakfoto’s doorsturen en/of chantage Op stappenplansexting.nl staat een uitgebreid stappenplan met daarin omschreven wat je kunt doen als dit gebeurt. Het is aan te raden om de politie bij dit soort strafbare zaken te betrekken. Gamen, appen, snappen of series kijken onder lestijd Justine: ‘Als het je als school niet lukt om de regie te houden over dit soort zaken, dan zijn technische maatregelen nodig. Blokkeer het internet voor die apps.’ Online pesten Deze vorm van pesten is extra heftig voor kinderen omdat het 24 uur per dag doorgaat. Het is daarom extra belangrijk dat je als school signalen hierover serieus neemt. Bespreek het onderwerp ook preventief en maak afspraken met de klas over hoe je online en offline met elkaar omgaat. In de brochure “Digitaal pesten” van Kennisnet lees je meer over dit onderwerp. scheiden van een artikel op NOS.nl? Als leerlingen hun informatie uit de juiste bronnen halen, scheelt dat veel zoekwerk. De kwaliteit van je onderwijs wordt daar ook beter van, legt Jochmann-Mannak uit: ‘Ik weet dat veel scholen Wikikids gebruiken in de klas. De teksten die daarop staan, worden niet gemodereerd door experts. Er staat ook informatie op over aliens bijvoorbeeld. Dat kun je wel gebruiken in de klas, maar niet als bron van goede informatie. Dat is een verschil. Want natuurlijk moet je leerlingen leren googelen. Maar ik denk dat je dat los moet koppelen van de inhoudelijke vakken. Als je leerlingen iets wilt leren over een vulkaan, moeten ze zich daarop kunnen concentreren. Het is zonde als ze dan veel tijd en energie kwijt zijn aan de zoektocht naar die informatie.’ PrimaOnderwijs 9


Promotimebepr r20ij20s t/m 30 nove

€ 999,- incl. BTW

De Leba NoteCart NEXT 36 black is de meest veelzijdige oplaadkar

• Geschikt voor laptops, Chromebooks en tablets • Passend voor alle device formaten t/m 15,6 inch • Ruimte voor maximaal 36 devices • Voorzien van metalen adapterhouders • Formaat slechts ( BxDxH ) 70cm x 65,2cm x 85,2cm • 4 stevige en gelagerde wielen waarvan 2 geremd • Afsluitbaar met cilindersloten • Licht en wendbaar • Geschikt voor NoteSecure beveiligings beugel

www.educatheek.nl/leba-notecart-next-36 Bestelnummer Educatheek : 1480-00310


Wat ik zo leuk vind aan de app is dat de kinderen op alle gebieden worden aangesproken. Ze moeten heel gericht kijken, daarover nadenken en in gesprek gaan met elkaar, zelf dansen maar ook zelf stukjes dans bedenken, waardoor ze creatief met dans bezig zijn. Een jongetje in de klas zei zelfs: “Juf, kunnen we dit ook thuis doen?” Dan weet je dat je goed lesmateriaal hebt!

Nienke, theaterdocent, basisschool ’t Palet in Den Haag

De dans-apps van Nederlands Dans Theater (NDT) zijn laagdrempelige en handzame digitale applicaties die als lesmateriaal weinig voorbereidingstijd vergen van de docent. Ze sluiten naadloos aan op de leerdoelen binnen het PO, zoals vastgelegd door Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) en zijn speciaal ontworpen om scholen, leerkrachten en leerlingen te voorzien in toegankelijk, onderhoudend en doeltreffend cultuuronderwijs. Er zijn twee apps beschikbaar: Parade, geschikt voor leerlingen van groep 3 en 4, en Dreamplay voor leerlingen van groep 5 en 6.

Met de dans-apps leren kinderen spelenderwijs over moderne dans. Een selectie prachtige fragmenten uit de dansstukken Parade en Dreamplay vormen de basis. Bespreek samen wat er te zien is in het stuk, dans mee met de aanstekelijke energizers, creëer je eigen virtuele droomwereld en word geïnspireerd om zelf bewegingen te maken met de interactieve dansanimaties. De kant-en-klare lesbrieven zijn goed voor een project van drie tot vier weken, maar iedere lesbrief is ook afzonderlijk in te zetten.

De dans-apps van NDT zijn kosteloos beschikbaar voor alle basisscholen en primair onderwijs koepelorganisaties. Vraag ze nu aan op

www.ndt.nl/dansapps

De dans-apps van NDT worden mogelijk gemaakt door Fonds 1818, Fonds 21 en VSBfonds.

PrimaOnderwijs 11

Foto’s ©Sacha Grootjans

Met de gratis dans-apps van Nederlands Dans Theater leren kinderen spelenderwijs over moderne dans


Gezond mediagebruik belangrijk onderdeel van digitale geletterdheid

Digitale technologie speelt een steeds grotere rol in ons leven. Zo’n belangrijke rol dat het van invloed is op onze gezondheid. Zowel positief, als negatief. Het is de kunst daar een goede balans in te vinden. Allard Strijker, leerplanontwikkelaar digitale geletterdheid en digitalisering bij SLO, ziet een duidelijke taak voor het onderwijs om kinderen en jongeren daarin te begeleiden. DOOR BRIGITTE BLOEM

Wat zijn de effecten van sociale media op vriendschappen? Moet je altijd bereikbaar zijn? In hoeverre zijn schoonheidsidealen in de digitale media waarheidsgetrouw? Wat is de maximale schermtijd voor een tienjarige? Wat is het effect van vloggers op het gedrag van kinderen? Het alsmaar appen, scrollen en liken kan lichamelijke klachten geven, zoals een stijve nek, kramp in je vingers en vermoeide ogen. De druk om altijd bereikbaar te zijn kan leiden tot stress, net als het beeld dat het leven van je vrienden ogenschijnlijk veel boeiender is dan je eigen leven. Dan is er nog het verslavende aspect. Sociale media, gamen of bingewatchen tot in de late uurtjes kan zorgen voor chronisch slaapgebrek. Het is daarom van groot belang een goede balans te vinden in de momenten mét en zonder media en de wijze waarop je ze gebruikt. ‘Volwassenen hebben daar al moeite mee, laat staan onze kinderen en jongeren. Zij hebben daar hulp en sturing bij 12

nodig’, merkt Allard Strijker. Is dit enkel en alleen de opvoedkundige verantwoordelijkheid van de ouders? Of ligt er wel degelijk een onderwijskundige verantwoordelijkheid bij de scholen?

Gezamenlijke verantwoordelijkheid Allard ziet het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. ‘Het valt Allard op dat veel ouders nog altijd onvoldoende doorhebben wat er op de sociale media van hun kinderen speelt. ‘Maar ook veel leraren zijn zich er niet altijd even bewust van’, constateert hij. ‘Je kunt van mening zijn dat dat ook niet de taak van leraren is, maar vaak vindt de communicatie plaats in groepsapps met klasgenoten en gaat het over dingen die op school en in de klas gebeuren. In die groepsapps speelt zich een groot deel van het sociale leven van leerlingen af. Er kan gepest en geïntimideerd worden, soms zitten er grensoverschrijdende en racistische uitingen bij. Juist door gezond mediagebruik in je lessen aan de orde te stellen, door erover te


horloges geven inzicht in hoe lichaam en geest eraan toe zijn. Van stappentellers tot slaaptrackers. En wat te denken van het gemak van een digitaal consult met de schoolarts of een app die helpt bij het afvallen. We moeten bovendien niet vergeten dat digitale technologie heel veel mogelijk maakt. Leerlingen ‘ontmoeten’ leeftijdsgenoten van over de hele wereld via sociale media en door online tutorials ontdekken ze nieuwe hobby’s en kunnen ze zich bekwamen in allerlei vaardigheden, om maar wat te noemen. Ook dat zijn mooie én gezonde ontwikkelingen.’

Digitale geletterdheid

praten wat het doet met anderen als ze naar behandeld worden via sociale media, kun je dit voorkomen. School heeft in mijn ogen zeker een rol in het aanwakkeren van de bewustwording over wat je kunt verspreiden aan boodschappen en wat niet. En bovendien, leraren hebben er ook gewoon last van als er een grote groep weinig fitte leerlingen in de klas zit, omdat ze weer eens tot laat op hun schermpjes hebben liggen koekeloeren.’

Gezonde technologie Digitale technologie brengt ook veel goeds en ook daar zou het onderwijs aandacht aan kunnen schenken, vindt Allard. ‘Digitale media kunnen bijdragen aan de gezondheid van leerlingen. Health-apps en slimme

Naar verwachting krijgen alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs vanaf schooljaar 2023/24 de verplichting structureel onderwijs in alle vier de onderdelen van digitale geletterdheid aan te bieden. De kerndoelen voor ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, informatievaardigheden en computational thinking - samen digitale geletterdheid - zijn in de maak. Allard ziet gezond mediagebruik als logisch onderdeel van digitale geletterdheid. ‘In de bouwstenen als voorloper voor de kerndoelen digitale geletterdheid is bij digitale communicatie aandacht voor gezond mediagebruik. Maar ook bij burgerschap komt dit onderwerp aan de orde, bijvoorbeeld in de vorm van privacy en kritisch en bewust omgaan met informatie. Bovendien gaat gezond en verantwoord mediagebruik óók over veiligheid in het verkeer. Appen op de fiets zorgt ervoor dat je geen volledige aandacht hebt voor de situatie op de weg en bovendien riskeer je een boete.’ Allard roept leraren en scholen op om digitale geletterdheid serieus te nemen. ‘Ontwikkel met je team een visie hoe jullie eraan gaan werken van groep 1 tot en met 8, dan wel in het onderwijsprogramma op je middelbare school. Nog altijd is de aandacht voor digitale geletterdheid vaak beperkt tot een projectweek of crisismanagement. Er moet eerst iets fout gegaan zijn, wil een school nadenken over hoe en wat er gedaan kan worden aan digitale geletterdheid. Ik adviseer de scholen stappen te nemen om digitale geletterdheid systematisch te integreren in hun onderwijsprogramma. Je ontkomt er niet aan straks, en het is nu al urgent.’

Verder lezen: slo.nl/vakportalen/vakportaal-digitale-geletterdheid Per onderdeel ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, informatievaardigheden en computational thinking vind je hier informatie en suggesties voor methodes, zowel voor po als vo, waarbij gezond mediagebruik aan bod komt.

PrimaOnderwijs 13


Smartphones in de ban of handig op school?

Gedoe in klassenapps, kinderen mediawijs maken en praten over wat er online gebeurt. Onderwijsadviseur Wendy Braat-Goderie en docent Eline Verbeek gaan in op de vraag of dat zaken zijn voor de ouders of de school.

Telefoons horen niet thuis in de klas Eline: ‘Sinds twee jaar heeft onze school een telefoonverbod. Voor schooltijd stoppen leerlingen hun telefoon in hun kluisje, waar ze ’m na de laatste bel pas weer uithalen. Voordat dit verbod inging, merkten we dat leerlingen het lastig vonden om hun impulsen te bedwingen als ze een melding ontvingen. We hebben een keer geturfd hoeveel meldingen een klas in één lesuur ontvangt. Dat getal kwam boven de vijfhonderd uit. Als je weet dat elke melding je een paar minuten uit je concentratie haalt, kun je bedenken hoeveel lestijd er verloren gaat.’ Wendy: ‘Ik denk dat het gebruik van smartphones juist een waardevolle toevoeging kan zijn in het onderwijs. Ik kan me voorstellen dat leerkrachten geen bliepjes in de klas willen, maar je kunt ze wel inzetten om samen te onderzoeken welk twitteraccount van de echte Ronaldo is. Zeker in groep 7 en 8 is het belangrijk om samen te groeien in de online wereld.’

14

Mediawijsheid heeft geen prioriteit op scholen Eline: ‘Op onze school ligt de prioriteit inderdaad eerder op vaardigheden die direct betrekking hebben op school, zoals leren plannen.’ Wendy: ‘Als er aandacht is voor mediawijsheid, komt dat vaak doordat er een incident is geweest – een vervelend voorval in een Whatsapp-groep bijvoorbeeld – of het gaat om een eenmalige themaweek. Weinig scholen hebben mediawijsheid verankerd in hun lesprogramma. Dat is een probleem, want als we kinderen willen voorbereiden op de digitale maatschappij, zijn daar naast rekenen en taal ook andere vaardigheden voor nodig zoals mediawijsheid.´

Leerlingen zijn vaak veel mediawijzer dan leraren, het onderwijs kan ze op dit gebied weinig bijbrengen Wendy: ‘Ik denk dat het een samenspel is, waarin


hun kinderen begeleiden door mee te kijken en ze te laten nadenken over hoe de berichten overkomen op anderen.’ Eline: ‘Als er een voorval is waar een leerling mee naar school komt, dan zal dat zeker opgepakt worden, maar het valt of staat wel met of de leerling dat meldt. Voordat we het telefoonverbod invoerden, werden klassenapps door de mentor beheerd. Sinds er een leeftijdsgrens van zestien jaar op Whatsapp zit, zijn we daarmee gestopt. Wat er nu in groepsapps gebeurt, mogen wij wegens de privacywet niet controleren en valt dan ook onder de verantwoordelijkheid van thuis.’

Wie heeft welke taak?

leraren en leerlingen van elkaar kunnen leren. Technisch gezien zijn leerlingen vaardig, ze weten alles te vinden op YouTube. Een leerkracht kan ze de context helpen begrijpen.’ Eline: ‘Ik ben het eens dat deze generatie heel goed is in het gebruik van de technologie zelf, daarin zijn leerlingen zeker handiger dan docenten, maar ze zijn zich vaak niet bewust van de sporen die ze online achterlaten. Ik heb leerlingen tijdens een les eens hun naam laten googelen. Veel van hen schrokken van de hoeveelheid foto’s die er van ze te vinden was. Er valt zeker nog een slag te slaan om ze op dat soort gebieden te onderwijzen.’

Wat er gebeurt in een klassenapp valt onder de verantwoordelijkheid van de school Wendy: ‘Een belangrijk onderdeel van het onderwijs draait om de vraag: hoe willen we met elkaar omgaan? Dat geldt zowel voor online als offline. Als er om acht uur iets gebeurt – of dat nou ruzie op het schoolplein is of ruzie op de klassenapp – dan kun je niet om half negen met je les beginnen. Ik denk dat het belangrijk is om hierin een driehoek te vormen met ouders, door ze erbij te betrekken. Zij kunnen

Mediawijsheid en mediaopvoeding zijn gezamenlijke taken van ouders én school vindt Justine Pardoen, mediaspecialist van Bureau Jeugd en Media: ‘Ik vergelijk het graag met voorbereidende geletterdheid bij jonge kinderen. Ouders leren kinderen voor ze naar school gaan hoe je een boekje leest en benoemen letters, zodat de overstap naar school en leren lezen en schrijven gemakkelijker wordt. Ouders en school weten wie welke taak heeft en ondersteunen elkaar. Bij mediawijsheid zou dat ook zo moeten gaan. Als digitale geletterdheid straks in het curriculum zit, formuleren scholen meetbare doelen die omschrijven wat ze leerlingen willen bijbrengen over mediawijsheid. Tot die tijd vind ik dat scholen zelf moeten bedenken hoe mediawijs een kind moet zijn als het de school verlaat. Denk na vanuit de leerlingen en reken terug in welke fase ze wat moeten kunnen. Benoem daarbij wat de taken van school zijn en welke bij de ouders liggen.’

Wie is wie?

Wendy Braat-Goderie is onderwijsadviseur bij Edux Onderwijspartners. Ze geeft advies en trainingen over het integreren van digitale vaardigheden in het curriculum.

Eline Verbeek is docent Engels en docentencoach op vmboscholengemeenschap De Joost in Leerdam.

PrimaOnderwijs 15


Column

De onderwijswereld van

Esther van der Knaap

Social media als ijzeren gordijn? In het programma ‘De beste zangers’ kwam onlangs een prachtig nummer van Wulf voorbij. Hij zong in de aflevering waarin Stef Bos centraal stond, een herschreven versie van Over de muur. “Zet maar online, weet je het zeker? Kijk naar mij, ik heb het beter En met elke like, groeit de onzekerheid” Welke kinderen uit jouw klas zetten berichten online? Bespreek samen eens wat voor soort berichten dat zijn. De trend op de socials is immers ‘leuk, leuker, leukst’ en ‘mooi, mooier, mooist’. Hoe echt zijn dan die socials? Wat doet dat met hen, deze wetenschap? Wat voelt voor hen fijner: echt samen met iemand zijn, of vanachter een schermpje swipen en liken? En hoe is dit allemaal voor jou? Hoe is jouw gedrag? “Wat is nou die vrijheid, achter dat masker van geluk We zijn mooi zoals we zijn, maak dat toch niet stuk” Zelf maak ik me absoluut ook schuldig aan veelvuldig mediagebruik. Hierbij zijn Facebook en Instagram de socials waar ik de meeste tijd aan besteed. Dit zijn voor mij de kanalen waar ik grote groepen beheer, en dus ook de plek waar collega’s Onderwijswereld-PO leren kennen als aanbieder van scholingen. Ik ben al een tijd minder tevreden over mijn eigen mediagebruik, daarom heb ik mezelf een mooie planningstool 16

cadeau gedaan. Deze tool zet blogberichten automatisch door naar de verschillende socials. Een volgende stap waar ik hard voor aan het werk ben, is 2 a 3 vaste momenten per dag te gebruiken om ‘een rondje langs de groepen te doen’. Lastig, want aangeleerd gedrag heeft even nodig om veranderd te worden. Maar het gaat de goede kant op. Wulf noemde de socials: “Een nieuwe muur, opnieuw een ijzer gordijn Terwijl het scherm ons afleidt, ons terugbrengt in de tijd” Ik heb de muur en de val daarvan heel bewust meegemaakt. Het was voor de mensen in west en oost nauwelijks mogelijk om echt contact met elkaar te hebben. Verschrikkelijk. Wanneer ik die gelijkenis doortrek, wordt het ineens een stuk makkelijker om even afstand van de socials te nemen: socials zijn prima, maar laten we ons wel sociaal blijven gedragen. Niet alleen online, maar ook offline.

Esther onderwijswereld-po.nl


Het gesprek aangaan over grenzen in de online wereld

Met verbeter je de cyberweerbaarheid van jongeren Jongeren weten dat het stelen van een fiets strafbaar is. Maar dat ze voor het delen van inloggegevens of het aanpassen van cijfers in het systeem een strafblad kunnen krijgen, is bij hen vaak onbekend. Daarom introduceert de politie het lesprogramma Framed: een mobiele game die aansluit bij de leefwereld van jongeren. DOOR ESMEE WEERDEN

‘Met het lesprogramma Framed krijgen jongeren op een aantrekkelijke en interactieve manier meer inzicht in digitaal burgerschap en cybercrime. We zien het als een kans om de cyberweerbaarheid van jongeren te vergroten en de bijdrage van het onderwijsveld is daarbij onmisbaar om het een succes te laten worden. We zijn dan ook heel blij dat al meer dan 500 scholen zich voor het programma hebben aangemeld’, aldus Richard Nijeboer, landelijk Projectleider Intensivering Aanpak Cybercrime.

Hoever ga jij voor vriendschap? Om te testen hoever leerlingen gaan voor vriendschap worden ze op de proef gesteld en krijgen ze een aantal keuzes voorgelegd in Framed. Door de keuzes die leerlingen maken, zoals het wel of niet doorsturen van een filmpje met inloggegevens of door cijfers te veranderen in het schoolsysteem, komen ze erachter dat hun online gedrag ernstige gevolgen kan hebben. En dat zij ook op een gewone schooldag slechts één klik verwijderd zijn van cybercrime. Na het spelen van de game, kun je als docent het gesprek faciliteren over wat online de norm is, wat ethisch juist is, waar de grens ligt van strafbaar gedrag en wat hiervan de consequenties kunnen zijn.

De game in het lesprogramma Framed is gratis te spelen voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. De uitleg, het spelen van Framed en het nagesprek passen in één lesuur. De game kan in elke klas en op elk niveau gespeeld worden en vraagt van de docent nauwelijks voorbereidingstijd. Het lesprogramma sluit goed aan bij vakken zoals maatschappijleer, burgerschap, informatica, techniek en Nederlands. Daarnaast is het ideaal in te zetten voor tijdens een mentorles.

Meld je aan!

Meld je aan via onderwijsinformatie.nl/framed en ontvang direct een e-mail met toegang tot het lesprogramma dat je op elk gewenst moment in jouw klas in kunt zetten.

Framed is een initiatief van de politie in samenwerking met het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het lesprogramma is ontwikkeld en getest in samenwerking met diverse partners uit het onderwijsveld en enkele scholen.

PrimaOnderwijs 17


Hoe kijken leerlingen aan tegen de inzet van (sociale) media in de klas?

Mediawijze kinderen aan het woord

Stel een computertijd in, kijk mee in de klassen-appgroep en laat kinderen in de pauze veel bewegen of dansen: Kars, Bram, Hannah en Romer weten wel hoe leraren (sociale) media op een gezonde manier kunnen inzetten in de klas. DOOR MARLEEN KUIJSTERS

18


Kars (14), vmbo, theoretische leerweg Bladel ‘We werken bij ons op school met een Ipad. Mijn tas is een stuk minder zwaar omdat ik minder boeken hoef mee te nemen naar school. Via een digitale leeromgeving vind ik mijn lesrooster, mijn huiswerk en leermiddelen zoals werkboeken. Ook hebben we een digibord in de klas. Zo hebben we laatst een video kunnen kijken over het onderwerp inflatie. Dat wordt met een video direct heel duidelijk uitgelegd.’ Huiswerk: ‘Het huiswerk voor natuur- en scheikunde maak ik op de Ipad. De docenten zien direct hoe ik het heb gemaakt. Bij biologie passen de vragen zich aan aan mijn niveau, heel fijn. En we werken met flitskaarten om begrippen te leren.’ Tips: ‘Om sociale media op een gezonde manier te gebruiken in de klas is het belangrijk om af te wisselen. Laat leerlingen opdrachten maken op de Ipad, maar laat ze ook opdrachten doen zonder Ipad. Soms kun je dingen beter onthouden als je het opschrijft of leer je meer als je praktisch bezig bent. Het maken van aantekeningen doe ik juist weer het liefst op de Ipad, blind typen gaat sneller.’ Appgroep: ‘En nog een tip: veel klassen hebben een appgroep waar je vragen kunt stellen over huiswerk of over een uitje dat op de agenda staat. In zo’n appgroep kunnen mensen elkaar pesten. Om dat te voorkomen kun je de mentor toevoegen. Heel handig zo’n appgroep waarin je vragen kunt stellen, bij ons werkt het heel goed op deze manier.’

Bram (10) en Hannah (10), basisschool Futura Heerenveen Leerplatform Gynzy: Bram: ‘We gebruiken het leerplatform Gynzy in de klas voor rekenen en spelling.’ Hannah: ‘Dat werkt heel handig en gemakkelijk. De leerkracht ziet via een dashboard hoe we het doen.’ Bram: ‘Als je een opdracht goed hebt, wordt het groen. En als het niet goed is, wordt het rood en kun je het nog een keer proberen.’ Digibord: Bram: ‘We

hebben ook een digibord in de klas. Hierop kijken we filmpjes of krijgen we lesinstructies.’ Hannah: ‘Soms maken we een les samen met de juf via het digibord. En op de Ipads en computers typen we verhalen uit. Dat werkt heel snel.’ Tips voor het gezond inzetten van media: Hannah: ‘Wij werken in de klas ook met boeken, bijvoorbeeld voor rekenen en taal. Die afwisseling is wel fijn.’ Bram: ‘Veel bewegen tijdens de pauzes is belangrijk als je met beeldschermen werkt. Toen we thuis moesten werken door corona stuurde een juf van onze school weleens een linkje via de chat met beweegoefeningen. Die kregen we als we een les op de Ipad goed hadden afgerond. Dat vinden leerlingen ook leuk.’ Hannah: ‘Of doe dansjes met leerlingen, van Just Dance.’ Huiswerk-appgroep: Hannah: ‘Wij hebben geen huiswerk-appgroep, maar op sommige scholen hebben leerlingen die wel. Het is goed als een juf of meester meekijkt in zo’n appgroep.’ Bram: ‘Ja, want als iemand pest in zo’n appgroep, kan de juf daar iets van zeggen en hem of haar als het nodig is even blokkeren. En volgens mij kun je scheldwoorden censureren, dan blijft de appgroep leuk en handig.’

Romer (12), vmbo-t/havo, Kiemm Montessori, Amsterdam ‘Aan het begin van de dag leveren we onze telefoons in, die gaan in een bak. Aan het eind van de dag halen we ze weer op. Dat werkt heel goed, want anders zijn leerlingen tijdens de les veel bezig met hun telefoon. Dan ben je niet geconcentreerd met je werk bezig. We werken ook nog niet met Ipads of laptops in de klas, we leren juist veel uit boeken en door veel te discussiëren met elkaar.’ Computers: ‘Wel gebruiken we computers als we bepaalde informatie moeten opzoeken. We hebben een computerlokaal en in elke klas staan zo’n vijf computers. We krijgen af en toe een lesinstructie via een digibord en we werken met de app magister. Hierop staan bijvoorbeeld de leerdoelen die je nog moet halen of hebt afgerond. En in de mentorles en bij informatica besteden we tijd aan het gebruik van social media.’ Media op een gezonde manier inzetten: ‘Ik vind het heel fijn werken zo. Ik denk dat het voor docenten van andere scholen handig is om een computertijd af te spreken. Dat iedere leerling tijdens een les bijvoorbeeld een kwartier de tijd krijgt om iets op te zoeken. Dan zit je niet de hele dag achter een beeldscherm.’ PrimaOnderwijs 19


Word samen met jouw leerlingen een Online Master Ga met nieuw lesmateriaal aan de slag Kinderen en jongeren brengen online veel tijd door en weten als geen ander wat er te doen is: appen, sharen, liken, gamen, chatten, programmeren en bingewatchen. En ook school doet een beroep op hun schermtijd, zeker nu de lessen de afgelopen maanden noodgedwongen voornamelijk online plaatsvonden. Gelukkig bezitten de meeste leerlingen al heel wat digitale vaardigheden en konden ze hiermee redelijk uit de voeten tijdens de lockdown. De ontwikkelingen gaan echter razendsnel, dus hoe zorg jij ervoor dat jouw leerlingen digitaal up-to-date en in balans blijven? Online Masters biedt actueel lesmateriaal en helpt je hierbij! Nieuw: een Master in Robotica In de module Creative Master leren jouw leerlingen bijvoorbeeld de robotica basisbeginselen met Tijn, Iris en Stijn van Team Rembrandts. Zij maken deel uit van een first robotics champion team. Dit team doet mee aan internationale robotcompetities. Vorig jaar werd Team Rembrandts eerste op het WK in Amerika en nu zijn zij Creative Master Robotica voor Online Masters! Stijn: ‘In zes weken tijd bouwen wij met elkaar een robot. Het is de bedoeling dat je met die robot meedoet aan een wedstrijdtoernooi.’

20

Iris: ‘Het geeft een kick om met elkaar van niets iets te bouwen dat nog nooit is gemaakt. Als alles ineens werkt, dat is zo bijzonder.’ Tijn: ‘Met alleen een goed idee voor je robot ben je er natuurlijk nog niet. Als je het gaat uitwerken, kom je altijd iets tegen waaraan je niet had gedacht. De beste robots krijg je door veel prototypes te maken.’ En dat is precies wat de leerlingen in de nieuwe les robotica gaan doen! Ze ontwerpen en bouwen met begeleiding van deze heuse Masters een eigen prototype van een robot en maken zich op deze manier de beginselen van de robotica eigen.


Nieuwe Social Master Vivianne Bendermacher, onze nieuwste Social Master, verdiept zich voor haar werk in online technologie: mediawijsheid, online trends (van apps tot hacks) en online privacy. Dat is natuurlijk super interessant, want met de nieuwste technologieën en communicatievormen kunnen we veel dingen bereiken, maar er zijn ook aandachtspunten. Het gaat om de balans. De online wereld biedt naast een onuitputtelijke bron van ontspanning en vermaak ook ondersteuning bij het leren. Er zijn apps die helpen met het stampen van Engelse woorden, orde scheppen in de huiswerkchaos, cijferlijsten bijhouden en het maken van mindmaps. Handig, maar zo brengen kinderen en jongeren

ongemerkt ook steeds meer tijd online door. De module focust daarom ook op de andere kant van de medaille: soms is het online helemaal niet meer zo fijn. Jongeren kunnen in een scam trappen, lastig gevallen worden en vaak is niet direct duidelijk of alles wat ze zien of lezen wel waar is. De module Social Master biedt daarom drie lessen met uiteenlopende sociale en interactieve opdrachten waardoor jouw leerlingen kritisch om leren gaan met (sociale) media en ze de balans tussen online en offline onderzoeken. Deze module sluit hiermee heel goed aan bij het thema van de Week van de Mediawijsheid: Wat is jouw digitale balans? Je hebt het zelf in de hand.

Vivianne ‘Ik ben gek op social media, je hoeft er maar een vraag te stellen en er is altijd wel iemand die het antwoord weet, fantastisch toch?!’ Je kunt kiezen uit 4 modules die in totaal uit 13 lessen bestaan: Digital Master De ontwikkelingen in de digitale wereld volgen elkaar in een rap tempo op: nog even en jouw huisdier rolt uit een 3D printer. Wat kunnen we de komende jaren verwachten? De module Digital Master geeft antwoord.

NIEUW Creative Master De module Creative Master biedt volop digitale creativiteit. In de nieuwe les robotica ontwerpen en bouwen leerlingen een prototype van een robot. Zo krijgen leerlingen vaardigheden voor nu en in de toekomst mee!

Safe Master De module Safe Master draagt bij aan online veiligheid. Weten jouw leerlingen hoe hackers te werk gaan? Hoe hebben zij hun persoonlijke gegevens beveiligd en kunnen ze ook uitleggen waarom online privacy eigenlijk zo belangrijk is?

NIEUW Social Master Bewust gamen en het vinden van de balans tussen online en offline zijn: de module Social Master met nieuwe Master Vivianne Bendermacher zet leerlingen aan het denken over hun eigen online gedrag, en dat van anderen.

Het gratis lesprogramma Online Masters (voor de bovenbouw van het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs) is ontwikkeld door VodafoneZiggo, met medewerking van ECP/veiliginternetten.nl en Mediawijzer.net. Meld je nu aan via:

onderwijsinformatie.nl/onlinemasters

PrimaOnderwijs 21


TechTwijfels draagt bij aan technologisch burgerschap Maak van jouw leerlingen kritische gebruikers van de nieuwste technologieën

Naast kansen brengen nieuwe technologieën ook risico’s met zich mee. Hoe zorg je ervoor dat je privacy goed beschermd blijft als je online gegevens deelt? En is nieuws nog wel betrouwbaar als beelden bewerkt kunnen zijn zonder dat je het merkt? De technologische ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op en het aantal mensen dat er gebruik van maakt groeit mee. Met het lesprogramma TechTwijfels - geschikt voor alle klassen van het voortgezet onderwijs - leren jouw leerlingen kritisch te kijken naar de nieuwste technologieën en doordachte keuzes te maken over welke technologieën zij goed (en veilig) kunnen gebruiken. Van welke technologie willen zij in de toekomst meer zien?

Fysiek kaartspel en online les TechTwijfels zet je op een leuke en toegankelijke manier aan tot denken en discussiëren. Want wat is genome sequencingtechnologie precies? Welke kansen biedt augmented reality? Waar zijn een blockchain of big data eigenlijk goed voor? Spelenderwijs worden verrassende dilemma’s middels een fysiek kaartspel voorgeschoteld. Zou jij je provider bijvoorbeeld mee laten luisteren als je telefoonabonnement daarmee gratis wordt, of laat je liever alle leraren vervangen door robots? Welke keuze maak jij?

TechTwijfels is voor iedereen Met het gratis TechTwijfels kaartspel in combinatie met de online les die speciaal voor het onderwijs 22

ontwikkeld is, kan iedere klas binnen het voortgezet onderwijs zich in een lesuur verdiepen in de dilemma’s van TechTwijfels. Het is geschikt voor klassen van elke omvang, en op ieder onderwijsniveau. En – niet onbelangrijk – het is nog leuk ook! Voor leerling én docent. TechTwijfels maakt technologieën die soms vaag en ‘ver van je bed’ lijken concreet, en laat zien hoe iedereen er elke dag mee te maken krijgt. TechTwijfels is voor iedereen! Met welke technologie stap jij de toekomst in?

Meld je aan! Wil je van jouw leerlingen kritische gebruikers van de nieuwste technologieën maken? Bestel het fysieke kaartspel en de online les kosteloos via onderwijsinformatie.nl/techtwijfels

TechTwijfels wordt aangeboden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties.


Mediawijsheid in het speciaal onderwijs

‘En ja, er zijn risico’s voor onze leerlingen. Daarom moeten we hen goed begeleiden’ – Tom Stoute Tom Stoute is leraar op VSO Herenwaard in Rotterdam, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen. Hij is ICT-coördinator en geeft les in mediawijsheid. ‘Ik vind het fijn dat onze leerlingen op social media zitten, het is goed dat ze die sociale contacten aangaan. Tijdens de intelligente lockdown zagen we ook mooie dingen ontstaan. En ja, er zijn risico’s voor onze leerlingen. Daarom moeten we hen goed begeleiden.’ DOOR KLASKE DELHIJ

‘Voor mij is de kern dat ze leren: ik weet hoe ik met mezelf op de computer moet omgaan. Dat is belangrijker dan het technische aspect,’ legt Tom Stoute uit. ‘We hebben te maken met een kwetsbare groep. Het zijn pubers én ze hebben een verstandelijke beperking. De hormonen gieren door hun lijf, leerlingen kunnen impulsief reageren en vinden het moeilijker om “nee” te zeggen tegen situaties. Omdat ze de situatie niet altijd helemaal begrijpen of kunnen inschatten.’ Vorig jaar gaf Tom een gastles mediawijsheid op een vso-school in Den Haag. Met een onconventionele aanpak liet hij de leerlingen ervaren hoe zij zich gedragen op social media en welke risico’s daaraan kleven. ‘In nauw overleg met hun school had ik vooraf een paar leerlingen online opgezocht. Ze hadden hun profiel goed afgeschermd, dus dat hadden ze keurig gedaan. Daarna stuurde ik via een nepaccount een vriendschapsverzoek aan die leerlingen. De insteek hiervan was hen bewust te maken hoe ze zich gedragen op social media. Toen zag ik:

iemand die ze niet kenden, lieten ze toch toe. In de les besprak ik dit: “Kennen jullie deze persoon?” Nee, zeiden ze. “Maar je bent wel bevriend met hem. Hij kan nu bij al je berichten, foto’s en video’s. En die kan hij ook weer doorsturen naar iemand anders.” Daar schrokken ze van, dat wilden ze helemaal niet. Je kan iets 100 keer zeggen, maar deze ervaring maakte veel meer indruk.’ Andere kwesties die in de les aan bod kwamen: welke foto’s zet je online van jezelf? Spreek je zomaar af met een onbekend iemand die je via social media heeft benaderd? Heb je weleens spijt gehad van een berichtje dat je op social media had gezet? Hoe herken je nepnieuws? Dat digitale media vooral ook verbinden betekent, bleek uit de Whatsapp-groep met zijn leerlingen van 13 tot 15 jaar tijdens de lockdown in het voorjaar. Ze waren echt een groep, ondanks dat iedereen 3 maanden thuis zat. ‘Mooi om te zien dat je op zo’n luchtige, leuke manier een groepsgevoel krijgt.’

Leraar24 is er voor alle leraren in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. De praktische en deskundige informatie op leraar24.nl kun je direct toepassen. Op leraar24.nl vind je bijvoorbeeld meerdere artikelen over mediawijsheid: - leraar24.nl/2611598/praat-met-leerlingen-over-internet-4-tips-en-voorbeeldvragen - leraar24.nl/70058/veilig-whatsappen-in-het-zml-onderwijs

PrimaOnderwijs 23


Maak werk van

digitale geletterdheid

De huidige generatie scholieren lijkt wel met een schermpje in de hand geboren. Maar dat wil nog lang niet zeggen dat iedereen digitaal geletterd is. ‘In de samenleving vormt zich een kloof tussen digitaal geletterden en digitaal laaggeletterden en die kloof begint al op de basisschool’, stelt Remco Pijpers van Kennisnet vast. ‘Daarom is het zo belangrijk dat scholen werk maken van digitale geletterdheid.’ DOOR BRIGITTE BLOEM

De Leerlingmonitor Digitale Geletterdheid 2020 van de Universiteit Twente, in opdracht van Kennisnet, laat zien dat er grote verschillen in kennis- en vaardighedenniveau zijn tussen leerlingen. ‘In elke klas zitten zowel uiterst vaardige als veel minder vaardige leerlingen. Deze verschillen ontstaan vaak door uiteenlopende faciliteiten en begeleiding thuis. Maar ook taalvaardigheid en digitale vaardigheid zijn nauw met elkaar verweven’, zegt Pijpers, die als strategisch adviseur digitale geletterdheid het Twentse onderzoek coördineerde. Voor de leerlingen die nu op school zitten zal er straks geen beroep meer zijn waarvoor ze niet digitaal geletterd hoeven te zijn. Ook in het dagelijks leven is een digitaal basisniveau onmisbaar, denk aan de noodzaak van DigiD of internetbankieren. Daarom gaan scholen voor primair en voortgezet onderwijs vanaf schooljaar 2023/24 structureel onderwijs in alle vier de onderdelen van digitale geletterdheid aanbieden. De kerndoelen voor ICTbasisvaardigheden, mediawijsheid, informatievaardig24

heden en computational thinking - samen digitale geletterdheid - zijn in de maak. Veel leerlingen krijgen al onderdelen ervan in hun lesprogramma, maar scholen zijn nu toe aan een volgende stap, constateert Pijpers: het structureel onderbrengen van digitale geletterdheid in de reguliere vakken.

Verschillen tussen leerlingen Het onderzoek van de Universiteit Twente en Kennisnet laat zien dat er een opbouw zit in het verwerven van vaardigheden op het gebied van digitale geletterdheid. In het zelf maken van digitale producten, zoals blogs, is de grote meerderheid vaardig. Ook zijn veel leerlingen zich inmiddels redelijk bewust van het belang van privacy op internet en sociale media. ‘Ze weten dat ze voorzichtig moeten zijn met het delen van informatie. Er is het besef dat je online met veel mensen te maken hebt, dat niet iedereen is wie hij zegt dat hij is en dat je goed moet nadenken over wat je wilt delen en wat niet’, somt Pijpers op. ‘Dat kinde-


ren zoiets vervolgens niet altijd even goed naleven, is een ander verhaal.’ Moeilijker, weet Pijpers, vinden leerlingen het zoeken naar relevante informatie op internet, het maken van een sterk wachtwoord en het ethisch bewust handelen. ‘Echt lastig blijkt het beoordelen van de betrouwbaarheid van informatie en het oplossen van alledaagse vraagstukken met ict, zoals het organiseren van bestanden op je computer.’

Basisniveau ‘Een leerlijn volgen is altijd goed’, stelt Pijpers, ‘maar waak ervoor dat je te krampachtig alles aan bod wilt laten komen. Zorg dat je helder hebt wat je prioriteiten zijn, passend bij je school en bij de verschillende niveaus van je leerlingen.’ Hij verwacht dat de kerndoelen zeker een goede leidraad zullen zijn. ‘Wat is het minimale aan digitale vaardigheden waar je je groep 8-er mee naar het voortgezet onderwijs wilt sturen? Natuurlijk is het de bedoeling dat alle vier de aspecten van digitale geletterdheid aan bod komen, maar houd het basisniveau in de gaten dat elke leerling moet bereiken’, raadt hij aan. ‘Het is misschien heel aantrekkelijk om te beginnen met een verleidelijke serie programmeerlessen. Maar digitale geletterdheid gaat bijvoorbeeld ook over hoe je je werk op je laptop of tablet organiseert. We zien nu te vaak dat brugklasleerlingen -tig schermen tegelijk open hebben staan. Of ze weten niet hoe ze mappen goed kunnen structureren. We hebben ze het niet geleerd, omdat we er blijkbaar van uitgingen dat ze het uit zichzelf zouden kunnen.’

Uitblinkers ‘Digitale geletterdheid staat op zich los van het onderwijsniveau’, stelt Pijpers. ‘Zo zijn er genoeg

vmbo-ers die bijvoorbeeld goed kunnen programmeren of prima kunnen vloggen. Soms komt dat door wat ze thuis aan faciliteiten en begeleiding krijgen, maar er zijn ook kinderen en jongeren die geheel zelfstandig online heel actief zijn en van alles zelf uitdokteren. Het is belangrijk om ook deze uitblinkers op school kansen te bieden om zich verder te ontwikkelen.’ Bovendien zijn er natuurlijk verschillen tussen leraren. ‘Als je als leraar voor je gevoel niet vaardig genoeg bent, vraag dan hulp aan een collega, een bovenschoolse ict-er of een ouder die wél vaardig is’, adviseert Pijpers. ‘En leer samen mét je leerlingen!’ Digitale geletterdheid integreren in taalonderwijs Uit verschillende onderzoeken weten we inmiddels dat leerlingen die goed zijn in begrijpend lezen ook digitaal beter hun weg vinden. ‘App Noot Muis’ geldt volgens Remco Pijpers als een zeer inspirerende aanpak van het integreren van digitale vaardigheden in taalonderwijs. Dit project is opgezet door het Schoolbestuur Jong Leren uit Heemstede, waar 25 basisscholen onder vallen, samen met zeven schoolbesturen uit andere delen van het land. De scholen onderzoeken hoe ze aspecten van digitale geletterdheid kunnen integreren in hun taalonderwijs. Leraren van de aangesloten scholen maken voorbeeldlessen en werken samen met externe partijen, zoals de bibliotheek, SLO, Kennisnet en uitgeverijen. Doel is om de taallessen te verrijken en tegelijkertijd zowel leerlingen als leraren digitaal vaardiger te maken. Inmiddels zijn er al heel wat lessen ontwikkeld. Vanaf december is een speciale Wikiwijs-omgeving over ‘App Noot Muis’ met inspirerende lesvoorbeelden beschikbaar.

Praktijkonderzoek digitale geletterdheid Kennisnet, SLO en de Hogeschool Leiden zijn dit najaar gestart met het onderzoek ‘Digitale geletterdheid bij po- en vo-scholen tijdens en na corona: Hoe kunnen we samen de ervaringen vanuit de klas en het leerproces benutten?’. Vooruitlopend op de opname van digitale geletterdheid in het curriculum wordt met een twintigtal scholen in twee netwerken invulling gegeven aan digitale geletterdheid, waardoor deze scholen een flinke stap kunnen maken. De resultaten worden met andere scholen gedeeld. Bovendien worden ze meegenomen bij het formuleren van de kerndoelen.

Verder lezen over digitale geletterdheid? Meer informatie over digitale geletterdheid vind je op kennisnet.nl/digitale-geletterdheid en slo.nl/vakportalen/vakportaal-digitale-geletterdheid Het Handboek Digitale Geletterdheid van Kennisnet wordt vernieuwd, in huidige vorm en straks in nieuwe vorm is het te vinden op kn.nu/handboekDG Op slimmerlerenmetict.nl/innovatievragen/hoe-kun-je-digitale-geletterdheid-integreren-het-taalonderwijs vind je regelmatig een update over ‘App Noot Muis’. PrimaOnderwijs 25


(advertorial) (advertorial) (advertorial)

Ga op Ga Ga op op uit! onderzoek onderzoek onderzoek uit! uit!

Sander Laurens, basisschool De Sprong in Lunteren: Sander Laurens, basisschool De Sprong in Lunteren: Sander Laurens, basisschool De Sprong in Lunteren:

De Go VMBO game is gemakkelijk in te zetten De Go VMBO game is gemakkelijk in te zetten De Go VMBO game is gemakkelijk in te zetten Sander Laurens, leerkracht van combinatiegroep 7 en 8 op basisschool De Sprong in Lunteren, hoorde

Sander leerkracht 7 en 8 op De Sprong in Lunteren, hoorde een paarLaurens, jaar geleden van devan Gocombinatiegroep VMBO game. “Het idee ombasisschool spelenderwijs te informeren sprak me aan. Sander Laurens, leerkracht van combinatiegroep 7 en 8 op basisschool De Sprong in Lunteren, hoorde een paar jaar geleden van de Go VMBO game. “Het idee om spelenderwijs te informeren sprak me aan. Vorig jaar heb ik informatie aangevraagd omdat het goed paste bij de groep, die grotendeels uit gamende een paar jaar geleden van deaangevraagd Go VMBO game. “Het idee om spelenderwijs tedie informeren sprak me aan. Vorig jaar heb ik informatie omdat het goed paste bij de groep, grotendeels uit gamende jongens bestond. De kinderen reageerden erg positief op het spel.” Vorig jaar heb ik informatie aangevraagd omdat het goed paste bij de groep, die grotendeels uit gamende jongens bestond. De kinderen reageerden erg positief op het spel.” jongens bestond. De kinderen reageerden erg positief op het spel.” “Via de game komen leerlingen op een laagdrempelige manier meer te weten over “Via de game leerlingen op een laagdrempelige manier te weten over het VMBO. Zekomen leren hoe een schooldag eruit ziet en weten datmeer ze profielen moeten “Via de game komen leerlingen op een laagdrempelige manier meer te weten over het VMBO. Ze leren hoe een schooldag eruit ziet en weten dat ze profielen moeten kiezen. Ook al hebben ze maar één ding ontdekt, dan is dat mooi meegenomen”, het VMBO. Ze leren hoe een schooldag eruit ziet en weten dat ze profielen moeten kiezen. Ook al hebben ze maarbereidt één ding dan is dat meegenomen”, vertelt Sander. De leerkracht zijnontdekt, leerlingen voor opmooi hun schoolkeuze door kiezen. Ook al hebben ze maarbereidt één ding ontdekt, dan is dat mooi meegenomen”, vertelt Sander. De leerkracht zijn leerlingen voor op hun schoolkeuze er veel met ze over te praten, door foldermateriaal uit te delen en door de Godoor vertelt De leerkracht bereidt zijn leerlingenuit voor op hunenschoolkeuze door er veel Sander. met te praten, door er foldermateriaal te delen de Go VMBO gamezeteover spelen. Ook wordt soms een middelbare schooldoor bezocht of komt er veel met ze over te praten, door foldermateriaal uit te delen en door de Go VMBO game te spelen. er soms een middelbare school bezocht of komt een oud-leerling zijn of Ook haar wordt ervaringen delen. VMBO game te spelen. er soms een middelbare school bezocht of komt een oud-leerling zijn of Ook haar wordt ervaringen delen. een oud-leerling zijn of haar ervaringen delen. Gemakkelijke tool Gemakkelijke tool dat andere leerkrachten de game ook gaan De leerkracht hoopt Gemakkelijke tool dat andere leerkrachten de game ook gaan De leerkracht hoopt gebruiken. Sander: “Het is een leuke aanvulling op de voorbereiding. De leerkracht hoopt dat andere leerkrachten deop game ook gaan gebruiken. Sander: is“Het eengemakkelijke leuke aanvulling de voorbereiding. Voor leerkrachten het iseen tool om in te zetten. Je kunt gebruiken. Sander: “Het is een leuke aanvulling op de voorbereiding. Voor leerkrachten is maar het een gemakkelijke tool om in teom zetten. Je kunt het klassikaal spelen mijn groep had de behoefte het zelf te Voor leerkrachten is maar het een gemakkelijke tool om in teom zetten. Je kunt het klassikaal spelen mijn groep had de behoefte het zelf te doen. Daarnaast bevat de website govmbo.nl downloads met handige het klassikaal spelen maar mijn groep had de behoefte ommet hethandige zelf te doen. Daarnaast bevat de website govmbo.nl downloads overzichten over het VMBO. Die gebruik ik in de presentatie naar de doen. Daarnaast bevat de website govmbo.nl downloads met naar handige overzichten het VMBO. Diekinderen gebruik ik inhet despel presentatie de kinderen toe.over De reactie van de op vond ik leuk en overzichten over het VMBO. Die gebruik ik in de presentatie naar de kinderen toe. De reactie van de kinderen op het spel vond ik leuk en verrassend. Ik had verwacht dat het misschien snel zou vervelen, maar kinderen toe. De reactie van de kinderen op het spel vond ik leuk en verrassend. Ik had elementen verwacht dat snel te zou vervelen, maar het heeft genoeg omhet de misschien aandacht vast houden.” verrassend. Ik had elementen verwacht dat snel te zou vervelen, maar het heeft genoeg omhet de misschien aandacht vast houden.” het heeft genoeg elementen om de aandacht vast te houden.” De Go VMBO game is een initiatief van Stichting Platforms VMBO en De VMBO van game is een initiatief van Platforms VMBO en het Go Ministerie Onderwijs, Cultuur & Stichting Wetenschap. De VMBO van game is een initiatief van Platforms VMBO en het Go Ministerie Onderwijs, Cultuur & Stichting Wetenschap. het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap.

@govmbogame @govmbogame @govmbogame

Meld je aan voor de Meld je aan voor de digitale nieuwsbrief Meld je aan voor de digitale nieuwsbrief op govmbo.nl en blijf digitale nieuwsbrief op govmbo.nl en op de hoogte vanblijf op govmbo.nl en blijf op de hoogte van nieuws, feiten en op de hoogte van nieuws, feiten en VMBO weetjes over het nieuws, feiten en VMBO weetjes over het en de Go VMBO weetjes hetgame. VMBO en de Goover VMBO game. en de Go VMBO game. @govmbogame @govmbogame @govmbogame

govmbo.nl govmbo.nl govmbo.nl

ADV PRINT 192X285.indd 1 ADV PRINT 192X285.indd 1

12-10-2020 08:50 12-10-2020 08:50

ADV PRINT 192X285.indd 1

12-10-2020 08:50


<< COLUMN >>

Meester Stefan

Wat zegt u?? Donderdagochtend, half negen. De bel heeft zojuist geklonken op praktijkcollege De Schakel en dat betekent voor de leerlingen maar één ding: naar je lokaal voor de mentortijd, de standaard start van de dag. Duur? 10 minuten. ‘Daisy, doe jij je oortjes even uit?’ Ik spreek Daisy aan die net het lokaal binnen komt lopen. Daisy is een vrolijke, open meid met het hart op de tong. Influencer noem ik haar weleens, doelend op haar vele volgers op Instagram. Ze zwaait haar enorme haardos aan de kant en doet wat ik haar vraag. Een meevaller. De AirPods (voor de niet-kenner: oortjes zònder snoer) gaan in de tas. ‘Thuis moet ik ze ook uitdoen tijdens het eten, meneer. Anders gooien mijn ouders ze in de prullenbak.’ Ze zegt het wat plat, zoals alleen zij dat kan. Ik weet inmiddels dat ze bij Daisy thuis van de directe aanpak zijn, dus deze regel verbaast mij niet. Terwijl de rest van de klas ook binnendruppelt, stel ik Daisy nog een vraag:

‘Waarom wil jij tijdens het eten die oortjes nog in, dan?’ ‘Muziek luisteren, meneer’, is het simpele antwoord. ‘Ik wil rust, muziek en lekker eten.’ Ik vraag haar nog waarom ze niet zelf gaat koken, dat leert ze immers hier op school. Maar daar heeft Jay al ervaring mee: ‘Ik ging een keer voor mijn ouders koken en nu moet ik dat iedere week doen’, bromt hij. Ik probeer mijn lach in te houden, dit lukt maar gedeeltelijk. Daisy vervolgt haar relaas over thuis, ze zit op haar praatstoel. ‘Er kan ook geen radio op meneer, want dan gaan mijn ouders met elkaar in discussie over de zender. En ze schreeuwen. Zelfs mijn broertje bemoeit zich ermee, laatst heb ik op de trap gegeten.’ Soms zou ik weleens mee willen kijken in die huiskamers.

Mij bekruipt een gedachte: Daisy weet niet goed hoe ze met sommige situaties om moet gaan en kiest dan voor een gemakkelijke oplossing. Je afsluiten van de buitenwereld. Die oortjes zijn voor haar de oplossing van een probleem! Nu las ik laatst dat de nieuwe generatie AirPods al op de markt is. Die AirPods hebben onderdrukking van omgevingsgeluid. Daisy had mij in de mentortijd, of haar ouders tijdens het avondeten, in dat geval niet eens gehoord! Zijn oortjes met onderdrukking van omgevingsgeluid een goede uitvinding? Kunnen leerlingen op een school straks geconcentreerder werken aan een opdracht omdat ze niks anders meer horen? Of gaan we ons er als docent aan storen omdat je je leerlingen nauwelijks meer kunt bereiken, op het plein, in de gangen of zelfs in de klas? De toekomst zal het uitwijzen. Bereid je maar voor lieve collega’s, iedere leerling heeft straks oortjes met onderdrukking van omgevingsgeluid. Ik ben heel benieuwd hoe jullie daar mee om zullen gaan. Meester Stefan @meesterstefan_hrlm

PrimaOnderwijs 27


Je wereld wordt

groter met digitale media Mediawijsheid speelt een belangrijke rol in de klas. Het geeft een nieuwe dimensie aan het leren. Door goede begeleiding en leerlingen bewust te maken van hun eigen (media)gedrag, hou je het leuk, leerzaam én positief. DOOR KLASKE DELHIJ

‘Na de corona lockdown in het voorjaar denken we meer digitaal op school,’ vertelt Arne Stallen, leerkracht van groep 7 op basisschool De Zandberg in Breda. Op school experimenteren ze nu met nieuwe werkvormen. ‘Leerlingen maken een filmpje om taal en spelling uit te leggen aan hun klasgenoten. Dan zie je wat ze uit mijn verhaal hebben opgepikt en hoe ze dat vertalen. Leuk en leerzaam.’ In zijn lessen Engels gebruikt hij filmpjes met native speakers voor de Engelse uitspraak. Om een tijdlijn te leren maken, gaan leerlingen aan de slag met een eigen website, waar ze voorheen knutselden met grote vellen papier.

Ook jonge kinderen al een telefoon Nino van Langen (vierdejaars PABO-student) loopt stage bij Academie 1014 in Almere. Dat is een kleinschalige school voor leerlingen tussen 10 en 14 jaar, gericht op het verkleinen van de overstap van primair naar voortgezet onderwijs. ‘Ik ben me meer gaan verdiepen in mediawijsheid, toen ik zag dat ook de jongste kinderen al een telefoon hebben.’ Tools en programma’s die hij gebruikt in zijn lessen zijn LessonUp, Schooltv en Jeugdjournaal. ‘Voor geschiedenis gebruik ik filmpjes waarin gebeurtenissen op een komische manier worden nagespeeld. Dat onthouden ze makkelijker’, zegt hij. 28

Een groot bereik Linda Vonhof, expert bij Social Media Wijs, geeft als tip om te kijken op het platform Mediawijsheid.nl. Onder “dossiers” staat veel informatie en zijn lesmethoden en -materiaal te vinden. Linda: ‘Social media maakt je wereld veel groter. Sommige kinderen zijn daar al heel handig in. Een meisje hield een spreekbeurt over social media en wilde zien hoe ver haar bericht op social media kwam. Na haar oproep werd haar bericht 175.000 keer gedeeld binnen 24 uur, in alle uithoeken van de wereld. Ze haalde er zelfs de krant mee!’ Juist voor kinderen en jongeren die


opgroeien in gezinnen waar ouders niet zo bedreven zijn met het inzetten van digitale middelen is mediawijsheid heel belangrijk. ‘Daarom is het goed dat mediawijsheid een verplicht onderdeel wordt op school. Het biedt zoveel mogelijkheden.’

Leraar hoeft geen social media expert te zijn Linda: ‘Sommige leraren zijn nog zoekende hierin, zie ik. Maar je hoeft niet elke dag op Instagram of TikTok te zitten om les te geven over mediawijsheid. Leraren zijn gewend om boven de materie te staan, dat is hier niet altijd het geval. Leerlingen zijn misschien sneller in het gebruik, maar als leraar kun je hen goed begeleiden om verstandig en minder impulsief om te gaan met social media. Je kunt wel aan je klas vragen: “Ik heb zelf geen TikTok, vertel eens wat er zo leuk aan is? Heb je weleens iets naars meegemaakt, hoe ging je daarmee om?” Als je je openstelt vertellen ze er graag over.’ Nino: ‘Ik vind sommige programma’s ook best lastig. Het is belangrijk dat de school het faciliteert voor de leraren, dat maakt het toegankelijker in gebruik. Leeftijd, affiniteit met techniek en mindset spelen een rol bij het lesgeven over mediawijsheid. In TikTok ben ik zelf ook niet zo thuis. Ik heb een account, omdat een tijdje geleden een leerling zonder overleg opnames in de klas maakte en dat op TikTok zette. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Dat hebben we besproken en nu gebeurt het ook niet meer.’

Snel afgeleid Leerlingen bewust leren omgaan met (social) media is heel belangrijk. Nino: ‘Het zijn mooie tools waar leerlingen gemotiveerd mee werken. Je wordt er heel creatief van, maar ze geven ook veel afleiding. Als ze in de klas een opdracht maken op hun laptop, zijn sommige leerlingen zo handig dat ze denken: “Oh ik kan ondertussen nog wel iets anders doen.” Dan kijken ze grappige filmpjes of sturen klasgenootjes berichtjes via Schoolbord. Daarmee leid je een ander ook af. De spanningsboog is veel kleiner. Toen

ik op de middelbare school zat waren we langer bezig met één ding. Door het snelle switchen worden kinderen drukker, ze gaan door de klas lopen en kletsen. Dat is voor mij het signaal: even weer centraal. Iedereen de knopjes uit en naar mij luisteren. Dan bespreek ik: “Wat moet eerst af? Focus je dan op die taak.” Het is belangrijk dat je als leerkracht het overzicht houdt in de klas, maar ook dat je leerlingen leert om voor zichzelf het overzicht te houden. Door even pas op de plaats te maken.’

Hoe hou je het gezellig op Whatsapp? Whatsapp, TikTok, Snapchat en Instagram zijn leuk om sociale contacten mee te onderhouden en kinderen beleven er veel plezier aan. ‘Maar je ziet ook: elkaar uitdagen, ruzie en schelden’, vertelt Nino. Arne Stallen beaamt dat: ‘Daar hou ik echt niet van, dat gescheld in Whatsapp-groepen en geruzie via Snapchat. Daar ben ik echt zoekende in hoe je daarmee moet omgaan. Ruzies buiten school komen zo je klaslokaal binnen.’ Op zijn school is besloten om nu maandelijks aandacht te besteden aan mediawijsheid. Ook over hoe je het gezellig houdt in de Whatsapp-groep: door in de klas af te spreken wat wel of niet mag in de chat.

Inspirerende voorbeelden van leraren op social media Instagram @meesterstefan Meester Stefan, leerkracht in het praktijkonderwijs. Vlogs over school. https://www.instagram.com/meesterstefan_hrlm/ @teaching_monkeys Juf Evelien, kleuterleerkracht. Creatieve lessen in de klas https://www.instagram.com/teaching_monkeys/

TikTok @jufjoyce Leraar groep 8. Filmpjes over buitenles, challenges met leerlingen, les in de klas @meesterchris Leerkracht groep 6/7/8. Filmpjes over zijn hobby’s (voetbal, muziek, gamen), vrije tijd, school.

PrimaOnderwijs 29


Uitdagende en creatieve W&T-opdrachten in het lesprogramma OO Techniek

Onderzoek, ontwerp en Om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op onze snel veranderende (digitale) maatschappij, is het belangrijk om bepaalde vaardigheden eigen te maken. Hoe maak je bijvoorbeeld een systeem in je huis dat energie uit een beweging als traplopen haalt? Het gratis lesprogramma OO Techniek van Stichting Techniekpromotie ondersteunt je daarbij. DOOR ESMEE WEERDEN

Met uitdagende en creatieve W&T-opdrachten uit het lesmateriaal stoom je leerlingen klaar voor de toekomst. Het programma OO Techniek bevat een doorlopende leerlijn en ondersteunt leerkrachten bij het integreren van wetenschap en techniek in hun eigen lesprogramma. De opdrachten zijn geschikt voor

basisschoolleerlingen van alle leeftijden. Leerlingen worden gestimuleerd om op onderzoek uit te gaan en zelf oplossingen te bedenken, een belangrijke vaardigheid binnen onderzoekend en ontwerpend leren.

Ontwikkelen van talenten en vaardigheden Als leerkracht hoef je niet over speciale vaardigheden te beschikken om aan de slag te gaan met OO Techniek. De materialen voor de opdrachten zijn gewoon in en om de school te vinden. Voor iedere opdracht krijg je een lesbrief met instructies, materialen, tips en beoordelingscriteria. De kerndoelen waarbij de opdrachten aansluiten, zoals Nederlands, rekenen, oriëntatie op jezelf en de wereld en kunstzinnige oriëntatie, staan op de website. Verder krijgen leerlingen de kans om hun (bèta)talenten en 21e eeuwse vaardigheden te oefenen en ontwikkelen door te werken aan de onderzoeks- en ontwerpopdrachten.

30


Michele van Baaren, ASV Daltonschool in Amersfoort: “Ik vind het erg leuk en interessant voor mijn leerlingen om mee te doen aan deze techniekwedstrijd. De opgaven zijn pittig, maar spreken tot de verbeelding. Gelukkig voegen jullie wat tips en interessante filmpjes aan de opdracht toe. Er wordt bij ons op school niet veel techniek gegeven, dus voor de leerlingen is het een uitgelezen moment om eens iets heel nieuws te doen, zoals solderen (vorig jaar) of hydraulische techniek (dit jaar). En ze doen ervaring op met de ontwerpcyclus.”

Het huis van de toekomst Want dat is waar OO voor staat: Onderzoeken en Ontwerpen. Eerst onderzoeken leerlingen een probleem, daarna ontwerpen ze een product dat hier een oplossing voor biedt. Een voorbeeld is het ontwerp van het huis van de toekomst, waarbij leerlingen de mooiste en meest duurzame creaties op het gebied van voedsel, afval en energie en drinkwater maken. Daarvoor doorlopen ze in een aantal stappen de onderzoekscyclus en de ontwerpcyclus. Leerlingen gaan aan de slag met onder andere papier, touw, plakband, lijm, wcrolletjes, bekers, hout, elastiekjes, pennen en karton.

los mysteries op Een feestelijke afsluiting Vanaf november zijn er vier nieuwe opdrachten beschikbaar, twee voor de onderbouw en twee voor de bovenbouw, waarmee leerlingen, indien nodig, ook thuis aan de slag kunnen. Het lesprogramma kan het hele jaar ingezet worden en heeft een doorlooptijd van 8 tot 12 weken. Scholen hebben hierbij de mogelijkheid om het project feestelijk af te sluiten met een eigen school- of klasfinale. En als kers op de taart kunnen teams zich met hun ontwerp ook inschrijven voor de finale, die verdeeld over diverse locaties in het land plaatsvindt. Uiteraard moet er bij deze festiviteiten rekening worden gehouden met de coronamaatregelen. Op ootechniek.nl/wedstrijden is een handleiding te vinden voor de school- en klasfinale.

Aanmelden Integreer de lessen van OO Techniek in jouw lesprogramma en werk met jouw klas aan de vaardigheden die van belang zijn voor de toekomst:

onderwijsinformatie.nl/ootechniek

Stichting Techniekpromotie maakt zich sterk om wetenschap en technologie te integreren in het leven van kinderen en jongeren van 4 t/m 18 jaar. De stichting ontwikkelt (en is verbonden aan) verschillende educatieve programma’s, die samen een doorlopende leerlijn vormen. OO Techniek is één van die programma’s.

PrimaOnderwijs 31


Bewegen in de klas Iedereen weet het: bewegen is gezond. Toch zitten leerlingen het grootste gedeelte van de dag achter een scherm of op hun stoelen achter een bureau. Hoe breng je meer beweging in de klas? Deze leerkrachten delen hun tips en trucs...’ DOOR MARLEEN KUIJSTERS

Foto: Prisca Visser

32

Leerkracht: Ingeborg Dijkstra, Emile Weslyschool Maastricht, combinatiegroep 6/7/8. Werkt ook als pedagoog op scholen en in gezinnen (met leerlingen in basis- en voortgezet onderwijs). ‘Als we bewegen voelen we ons geestelijk fitter en emotioneel prettiger. Volgens de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad moeten kinderen dagelijks minimaal een uur bewegen. Waarom zouden we daar op school niet aan bijdragen?’ Woordsoorten: ‘Ik gebruik bijvoorbeeld kaartjes om te oefenen of een woord een werkwoord, zelfstandig naamwoord, voorzetsel of bijvoeglijk naamwoord is. De leerlingen hebben in kleine groepjes een stapeltje woorden en moeten deze (al rennend) bij de goede woordsoort leggen. Het napraten over waarom een woord terecht is neergelegd of toch niet klopte, is leerzaam.’ Rekenbal: ‘Op de rekenbal staan de tekens van verschillende bewerkingen. De leerlingen staan op hun stoelen. Als ze de bal vangen moeten ze bijvoorbeeld binnen 5 seconden het goede antwoord op een som geven. De combinatie van rekenen, snelheid en competitie vinden de leerlingen erg leuk.’ Minder wiebelig: ‘Ik merk dat kinderen na een (korte)

periode van beweging alerter zijn, zich beter kunnen concentreren, minder wiebelig zijn. Dit is wetenschappelijk onvoldoende aangetoond, maar wel mijn ervaring. Beweging is ook goed voor het humeur, van lang stilzitten worden leerlingen (en leerkrachten) vaker chagrijnig.’

Leerkracht: Joris Swaanen, gymleraar basisschool de Vijf Hoeven Tilburg. ‘De leerlingen van groep 3 t/m 8 komen elke dag een half uur gymmen bij mij in de gymzaal. We doen spelvormen of ik zet een parcours uit van kasten en trampolines. Bij een estafette laat ik ze ook wel eens een vorm van bewegend leren toepassen. Bijvoorbeeld door middel van een woordpuzzel.’ In de klas: ‘Ook in de klas bewegen de kinderen veel: beweegoefeningen achter de tafel/stoel of het overgooien van een bal. De kinderen kunnen dan even hun hoofd leegmaken.’ Freerunning of urban dance: ‘Wij willen kinderen enthousiast maken voor bewegen. We doen dan ook veel buiten schooltijd. 1 x per week kunnen kinderen een extra uur naar de gymzaal. Ook bieden we clinics,


een mix van cultuur en sport: professionals geven freerunning of urban dance.’ Vakantie: ‘En in de vakanties kunnen leerlingen strijden tegen andere scholen. Dadelijk in de herfstvakantie staat er hockey op de agenda en tijdens carnaval zwemmen en ijssporten. We hopen dat kinderen zich aansluiten bij een sportvereniging en blijven bewegen als ze na groep 8 de deur uitlopen.’

Leerkracht: Mariska Bosch, Dr. Schaepmanstichting Hengelo, groep 8. ‘Begaafde en hoogbegaafde kinderen van onze scholengemeenschap komen 30 ochtenden per jaar bij mij en mijn collega in de klas. Deze leerlingen hebben vaak de neiging om snel af te haken als iets niet meteen lukt, want ze zijn gewend dat ze alles snappen. Wij willen ze leren hoe ze kunnen leren. Zo gaan we bijvoorbeeld aan de slag met de vaardigheid doorzettingsvermogen. Hierbij zetten we bewegen in om zo’n thema bespreekbaar te maken.’ Jongleren: ‘Neem jongleren, dat ziet er cool en best gemakkelijk uit. Ik laat ze wat trucjes zien en de leerlingen willen dat ook kunnen. Maar zo gemakkelijk is het niet. Laatst liet een leerling een bal op de grond vallen en riep meteen: ‘Ik hoef toch geen circusartiest te worden.’ Dan maak ik zijn aanpak bespreekbaar en vraag ik welke stappen hij kan zetten om het wel te leren. Daarna begint hij bijvoorbeeld met 1 bal. Zo leert hij ook dat hij veel moet oefenen.’ Old school: ‘De hele dag stilzitten is straks old school. Ik laat leerlingen weleens hun handen naast zich op de stoel zetten, zodat ze zichzelf kunnen opdrukken. Rust roest, van bewegen blijf je actief.’

Linda Tukker, remedial teacher. ‘In het onderwijs gebruiken leraren veel taal om stof uit te leggen. Maar sommige kinderen leren door te doen. Als je iets ziet, leest en erbij beweegt worden alle zintuigen aangezet en is het alsof de stof beter landt.’ Sponzen: ‘Ik werk met kinderen op school en in mijn praktijk - RT Praktijk Inzicht - aan huis. Als het warm is bijvoorbeeld, leg ik sponzen in een bak water. Daarop staan antwoorden van tafels en de kinderen kunnen ze al hinkelend naar de goede plek brengen. Of ik daag kinderen uit om tafels op te zeggen terwijl ze met een bal stuiteren. Ook train ik leerkrachten in hoe zij bewegend leren in hun dagelijkse routine kunnen opnemen’ Actief betrokken: ‘Ik zie dat kinderen door bewegen veel actiever betrokken zijn. Ze krijgen positieve ervaringen en hun zelfvertrouwen groeit.’

Leerkracht: Petra Kroon, CKC de Holtenhoek in Vries, groep 3. ‘Het favoriete spel van mijn leerlingen is levend stratego. Dit is een rekenvariant. Kinderen krijgen een somkaart mee. Degene met de hoogste uitkomst wint de kaart van de ander. Het team met de meest gewonnen kaarten is winnaar.’ Estafette: ‘We doen ook weleens een estafetteloop waarbij ze briefjes uit een cirkel moeten halen met een woord erop. Hiermee kunnen ze samenstellingen maken: boek en lees = leesboek.’ Frisse energie: ‘Ik merk dat de overgang van groep 2 naar 3 geleidelijk is als ik de kinderen lekker laat bewegen. Ook zie ik dat ze weer met frisse energie aan de slag kunnen na het bewegen.’ Automatiseren: ‘Ik zet bewegen ook in om te checken of kinderen letters of sommen geautomatiseerd hebben. Bewegen en nadenken gaat niet tegelijkertijd. Als ze bijvoorbeeld tijdens het springen snel de antwoorden van sommen paraat hebben, weet ik dat het is geautomatiseerd.’ Wil je wat info over bewegen in de klas? www.derekenhoek.nl

Leerkracht: Astrid Reijman, invalleerkracht op scholen in Oudenbosch, Hoeven en Noordhoek, groep 1 en 2. ‘Ik wissel ‘stilzit’ momenten af met beweegmomenten. Een kringopdracht: ga staan wanneer je.... (bijvoorbeeld na het weekend) dit weekend buiten hebt gespeeld, een vlinder hebt gezien, heel hard hebt moeten lachen… Wanneer de zon schijnt, kun je heerlijk spelen met schaduwen. Hoe zorg je dat een schaduw heel lang en smal wordt of juist kort en dik? Dan komen begrippen aan de orde en verhoudingen.’ Crea-ateliers: ‘Tijdens de Crea-ateliers die ik geef in de bibliotheek aan groepjes van 6 kinderen, start ik met een prentenboek. Daarna komt er altijd een beweegactiviteit, vaak op muziek. Vrij in de ruimte, of soms met een opdracht passend bij het thema.’ Energie: ‘Veel bewegen zorgt ervoor dat kinderen hun energie kwijt kunnen. Dat hun lichaam actief is. Bewegen is leuk en gezond. Door te doen, op zoek te gaan (buiten, in de gymzaal, in de klas) komen ze op een bewegende en speelse manier in aanraking met cijfers, letters, vormen, kleuren, taal en rekenen. Ze worden er blij van.’

PrimaOnderwijs 33


®

KiVa: samen sociaal emotioneel leren!

Zoek jij een schoolbrede SEO-methode die aansluit bij ieder schooltype, zich richt op de groep en inzet op de professionalisering van de leerkracht? Kijk dan eens naar KiVa!

Meer dan een anti-pestprogramma

Verdieping en aanvulling

Tien jaar geleden begon KiVa als een anti-pestprogramma in Finland. Tegenwoordig is KiVa uitgegroeid tot een volledig schoolbreed programma dat zich richt op het versterken van de sociale veiligheid, sociaal emotionele ontwikkeling en positieve groepsvorming. Bij KiVa kijken we naar de groep als geheel en heeft iedereen een rol. Ons motto luidt dan ook: ‘Samen maken we er een fijne school van!’

Naast de handleidingen biedt KiVa ook aanvullend materiaal. Met het lespakket voor groep 1 en 2 leren kleuters sociale vaardigheden aan de hand van verhalen over Rik de Pauw op de boerderij. In groep 7 en 8 leren kinderen met het katern de Klasse!Vergadering vergaderen zonder tussenkomst van de leerkracht waardoor ze zich verantwoordelijk voelen en leren over democratische waarden en burgerschap.

Wetenschappelijk bewezen effectief Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat KiVa echt werkt! Cijfers laten zien dat wanneer een school werkt met KiVa het welbevinden stijgt en het aantal slachtoffers van pesten afneemt met maar liefst 80%. Een enorm verschil! Wij vinden dat ieder kind recht heeft op een fijne schooltijd. Ons netwerk van internationale wetenschappers is daarom voortdurend bezig met onderzoek waardoor het programma zich effectief kan blijven ontwikkelen.

Het programma KiVa werkt vanuit doelen waarbij de leerlingen het uitgangspunt zijn. Binnen tien verschillende thema’s worden werkvormen en oefeningen aangedragen om deze doelen te behalen. Wij geloven in de professionaliteit en het beoordelingsvermogen van jou als leerkracht, daardoor krijg je veel vrijheid. Ken je bijvoorbeeld een leuke opdracht of werkvorm die aansluit op het leerdoel en de situatie in jouw groep? Dan moedigen we je aan om dit in te zetten en het programma eigen te maken!

KiVa uitproberen? Vraag gratis informatie aan op www.kivaschool.nl. Wil je graag een fysieke of online voorlichting voor jouw team? Stuur dan een e-mail naar info@kivaschool.nl en wij organiseren deze vrijblijvend! tel.nr. 050 363 9354 • info@kivaschool.nl

www.kivaschool.nl


De hele klas in kerstsfeer met

Vanaf zaterdag 6 december is de nieuwe, hartverwarmende familieserie ‘Rudy’s grote kerstshow’ dagelijks te zien bij de VPRO op NPO Zapp. Bij deze serie hoort een speciaal ontwikkeld (gratis) lesprogramma voor groep 6, 7 en 8. Hiermee integreer je in de aanloop naar de kerstperiode op een sfeervolle en aansprekende manier sociaal-emotionele thema’s met betekenisvolle kerstactiviteiten.

Actief met je leerlingen aan de slag met gratis en swingend lesmateriaal Bij de serie hoort uitdagend, creatief en swingend lesmateriaal met 20 verschillende opdrachten. Hiermee leven en zingen jouw leerlingen mee met Rudy en Sara en verdiepen ze zich in aansprekende thema’s zoals populariteit, vriendschap, liefde, gezien worden, rijkdom en roem.

❆ Waar gaat Rudy’s grote kerstshow over?

De spannende en komische serie gaat over de populaire kindster Rudy. Hij scoort hit na hit en staat aan de vooravond van een uitverkochte kerstshow in de Rock Arena. Een jaloersmakend droomleven, toch?! Hoe anders is het leven van Sara. Ook zij is elf jaar oud, maar zij zit deze kerst gedwongen thuis. Sara is ziek, het meest onschuldige griepje kan al levensbedreigend zijn. Het enige dat haar kan helpen is een dure behandeling in Frankrijk, die niet door de verzekering wordt vergoed. Een heuse nachtmerrie… Als de populaire zanger door een misverstand opduikt in de garage van het huis van Sara, zien haar ouders dit als een teken. Ze besluiten Rudy zijn ouders een flinke losgeldsom te laten betalen, hiermee kunnen ze de behandeling van hun dochter betalen. Het lijkt een simpel plan, maar deze kerst loopt alles anders dan verwacht…

T IS

H e t GR A ikbaar l is besch a ia r te a lesm 8 van p 6, 7 en vo o r g r o e s. onder w ij het basis ia u aa n v dy Meld je n atie.nl/ru m r o f in s onder wij tvang toegang tot en on van o gr am ma het lespr tshow. rote kers Rudy’s g

❅ ❅

PrimaOnderwijs 35


Hoe vergroot je leesmotivatie en -plezier bij jouw leerlingen? Het leesmagazine Lequ biedt de oplossing Lezen is de basis van alle kennis. Het maakt bovendien je eigen kleine wereld groter: je leest over andere werelden, tijden en mensen. Toch is bij een kwart van de leerlingen de leesvaardigheid onvoldoende om goed mee te kunnen doen in de samenleving. Hoe kan het onderwijs het tij keren? Het antwoord daarop is Lequ, voor leerlingen én voor leerkrachten. Door Esmee Weerden Als je ergens plezier in hebt, is de kans groter dat je het vaker doet. Zo ook met lezen. Vanuit die gedachte is het leesmagazine Lequ ontstaan. ‘Nederlandse kinderen lezen bijna het minst graag van alle kinderen op de wereld. Met het leesmagazine Lequ stimuleren we leerlingen om hun leesvoorkeuren te ontdekken om zo weer met plezier te gaan lezen’, aldus Maurice van Kouwen, business manager Primair Onderwijs bij ThiemeMeulenhoff.

Laagdrempelig en efficiënt Met de hoeveelheid informatie die we binnenkrijgen via onze smartphone, computer en Netflix, is het niet vreemd dat een boek lezen anno 2020 inboet aan populariteit. En een lange tekst lezen? Daar is toch geen tijd voor? Zo ook binnen het onderwijs.

36


Leerlingen ‘moeten’ al zo veel, net als leerkrachten. Het magazine Lequ toont fragmenten uit kinderboeken, strips en informatieve boeken die leerlingen weer enthousiast maken. ‘Het is een laagdrempelige en efficiënte manier om leerlingen te ondersteunen in hun keuze welk soort verhalen en boeken favoriet zijn. Lequ maakt lezen weer leuk.’

Individueel of klassikaal inzetten ‘Ons doel is dat leerlingen lezen weer als iets leuks gaan ervaren. Want hoe meer een kind leest, hoe groter de woordenschat wordt. Dit bereiken we alleen met de hulp van het onderwijs. Zo is Lequ er voor de leerling, maar hebben we ook leerkrachtexemplaren ontwikkeld’, vertelt van Kouwen. In de speciale leerkrachtedities met uitvouwbare leerkrachtenkolom vind je uitgewerkte lessen en achtergrondinformatie om je lessen te verrijken. Denk bijvoorbeeld aan tips over welke boeken goed passen bij jouw klas en inspiratie voor leesbevorderingsactiviteiten voor in de klas. Op deze manier heb je de keuze om Lequ voor de hele klas of per leerling in te zetten.

Lequ is voor de leerkracht:

• •

Lequ is voor de leerling:

• • • •

Onderdeel van het nieuwe curriculum De Onderwijsinspectie constateerde vorig jaar dat 35 procent van de basisschoolleerlingen het streefniveau dat noodzakelijk is om goed te kunnen meedraaien in de maatschappij, niet haalt. ‘Scholen gaan zelf over het onderwijs dat ze geven, dat is vastgelegd in de Grondwet en vrijheid van onderwijs’, aldus het ministerie van OCW (bron: NOS). ‘Maar door leesplezier en -motivatie vaste onderdelen te maken van het nieuwe curriculum, krijgt lezen wel de aandacht die nodig is om kinderen voor te bereiden op het deelnemen aan onze snelle maatschappij.’ Van Kouwen: ‘Lequ is de eerste stap naar een “actief en inclusief” leesbeleid op school en sluit volledig aan bij de taaladviezen van curriculum.nu. Ondersteun de oproep tot een Leesoffensief en start met Lequ!’

Dé gids in kinderboekenland om zo hun actuele boekenkennis te vergroten Dé gids om als leerkracht op creatieve wijze kinderen teksten en verhalen te laten ervaren (begrijpen) en zo te werken aan taalonderwijs

Om tot lezen te komen Om te ontdekken wat je leuk lijkt Om meer van verhalen te begrijpen (hoe beter je begrip is, hoe leuker het wordt) Om de overstap te maken van het fragment in Lequ naar een boek uit de schoolbibliotheek.

Ga je mee op ontdekkingstocht met Lequ? Bibberen bij een spannend verhaal over ridders, schaterlachen om sullige stripfiguren of met open mond jezelf verwonderen bij een prachtig prentenboek. Is er iets fijners dan dat? Lequ helpt kinderen bij hun ontdekkingstocht naar hun favoriete leesssmaak. Een magazine vol met de mooiste fragmenten uit kinderenboeken, strips, informatieve boeken en nog véél meer.

• • • • •

Voor plezier bij het lezen, van groep 3 t/m 8 Vergroot de woordenschat van ieder kind Klassikaal of individueel in te zetten Iedere dag een fijne dosis leesmotivatie Zet Lequ in naast elke methode

Ben je benieuwd of Lequ interessant is om te gebruiken in jouw klas? Bestel het introductiepakket (inclusief gratis leesboek) op lequ.nl/abonneren en start met het bevorderen van de leesmotivatie in de klas.

Ga voor meer informatie over Lequ naar lequ.nl

PrimaOnderwijs 37


Uitgelicht in het 4 en 5 mei Denkboek 2021:

De Tweede Wereldoorlog in het Caribisch gebied In de komende editie van het 4 en 5 mei Denkboek is meer aandacht voor de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog in de voormalige koloniën: Nederlands-Indië, Suriname en de Caribische gebiedsdelen van het Nederlands Koninkrijk, omdat deze gebeurtenissen doorgaans vrij onbekend zijn. Zo ook de oorlogsgeschiedenis van de voormalige Nederlandse Antillen. Hier wil het Nationaal Comité 4 en 5 mei verandering in brengen. De Nederlandse Antillen – zoals het gebied destijds bekend stond – zijn in de jaren 40 als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden officieel in staat van oorlog met Duitsland. Maar de Antillen worden niet bezet. Toch spelen de eilanden een cruciale rol in de wereldgeschiedenis, omdat de eilanden de olie leveren voor de schepen en vliegtuigen van de geallieerden. Op 10 mei 1940 valt nazi-Duitsland Nederland binnen. De Staten van de Nederlandse Antillen komen bijeen en betuigen hun steun aan koningin Wilhelmina en de regering in ballingschap. De verslagenheid op de eilanden is groot. Mensen weten niet wat er staat te gebeuren en leven mee met de mensen in Nederland. Vrijwel direct worden op alle eilanden ongeveer 200 Duitsers opgepakt en gevangengezet. Onder hen zijn ook bemanningsleden van Duitse schepen die op die dag toevallig in de havens liggen. Een deel van de boten wordt door de Duitse bemanning tot zinken gebracht, zodat deze niet in handen komen van de geallieerden. Ook 41 Nederlanders met pro-Duitse ideeën worden opgepakt samen met hun gezinnen, evenals een groep Joodse Duitsers. Ze worden allemaal bij elkaar opgesloten in een kamp op Bonaire. In de dagen die volgen komen eerst Franse mariniers en daarna ook honderden Britse soldaten naar Aruba en Curaçao om de olieraffinaderijen te beschermen. De lokale politiemacht, de schutterij, helpt ook mee om 38

George Maduro (Bron: J.M.L. Maduro familiearchief)


de eilanden te beschermen. Dienstplichtige mannen van alle eilanden worden hierbij ingezet. Na het bombardement op Rotterdam geeft Nederland zich over op 14 mei 1940. Alle overzeese contacten worden verbroken. Ook de Antillen zijn nu officieel in staat van oorlog. Het eerste oorlogsjaar merken de mensen nog weinig van de oorlog, maar de dreiging van nazi-Duitsland wordt wel degelijk gevoeld. Men weet dat de nazi’s de olietoevoer willen blokkeren. De eilandbewoners worden voorbereid op luchtaanvallen, al lijkt het waarschijnlijker dat de nazi’s de olieraffinaderijen zelf niet zullen bombarderen omdat zij hopen deze later zelf te kunnen gebruiken.

Het Het Caribisch Caribisch

In februari 1942 wordt de beveiliging opgeschaald: er komen 1400 Amerikaanse soldaten naar Curaçao en 1100 naar Aruba. De komst van de Amerikanen zorgt voor veel werk. De soldaten moeten eten, maar willen ook vermaakt worden. De invloed van de Amerikanen op met name jongeren is groot, ze nemen de kledingstijl van de Amerikanen over, ze drinken cola en luisteren naar Amerikaanse muziek.

HERHERHERHER-

VRIJVRIJVRIJVRIJ-

BEBEBEBE-

Torpedo op strand, Aruba (Mongui Maduro Library)

monument in Willemstad. In Nederland zijn verschillende Antilliaanse jongemannen, vaak studenten, actief in het verzet. De bekendste zijn Boy Ecury en George Maduro. Op Aruba herinnert het monument op de boulevard aan Boy Ecury die op de Waalsdorpervlakte in Nederland werd gefusilleerd. George Maduro sterft in Dachau en kreeg in Nederland een monument in de vorm van een mini-stad: Madurodam. Veel indruk op de bevolking van de eilanden maakt ook het bezoek tijdens de oorlog van prins Bernhard en later ook Juliana aan de eilanden. Het laat zien welke belangrijke rol de eilanden spelen in de Tweede Wereldoorlog.

AANAANAANAAN-

DENK BOEK

Begin 1942 komt de oorlog echt naar de Antillen. Duitse duikboten voeren een verrassingsaanval uit op olietankers en olieraffinaderijen op Curaçao en Aruba. De eerste torpedo wordt afgeschoten in de nacht van 15 op 16 februari bij Aruba op een olietanker. Diezelfde nacht zinken vier andere boten. Een aanval op de raffinaderij op Aruba mislukt. In april 1942 voeren de Duitsers enkele aanvallen uit op olie-installaties op Curaçao. De bewoners van de eilanden leven erg mee met het bezette deel van het Koninkrijk. Overal worden liefdadigheidsevenementen georganiseerd, van galabals tot sportwedstrijden. Er zijn loterijen, er wordt kleding en tis het gra B estel geld ingezameld en mensen ei m 5 n 4e breien warme dekens. Kisten vol pakketten worden naar Nederland w voor ugen n li gestuurd. Na de oorlog r e le bedankt Nederland de eilanden met een

voor 4 en 5 mei voor voor 4 4 en en 5 5 mei mei

Caribisch Denkboek voor 4 en 5 mei

Terwijl er hard wordt gewerkt aan de nieuwe editie van het 4 en 5 mei Denkboek, wordt tegelijkertijd gewerkt aan een ander Denkboek: het Caribisch Denkboek voor 4 en 5 mei. Dit boekje wordt speciaal ontwikkeld voor kinderen in groep 7 en 8 in de Caribische gebiedsdelen van Nederland en sluit beter aan bij hun eigen belevingswereld en lokale geschiedenis. In 2018 is de eerste editie van het Caribisch Denkboek uitgebracht. Anders dan bij het Nederlandse Denkboek, dat elke jaar een nieuwe, aangepaste editie krijgt, wordt het Caribische boekje in een periode van drie jaar lang jaarlijks verspreid. Editie 2021-2023 wordt uitgebracht in maar liefst 4 talen: in het Nederlands, Papiamentu (Curaçao en Bonaire), Papiamento (Aruba) en het Engels. Zowel in de Caribische gebiedsdelen van het koninkrijk als in Nederland is men blij dat deze geschiedenis de aandacht krijgt die het verdient.

DOCENTENHANDLEIDING DOCENTENHANDLEIDING DOCENTENHANDLEIDING DOCENTENHANDLEIDING

Bestel het 4 en 5 mei Denkboek 2021 Aan de slag met het 4 en 5 mei Denkboek? Bestel voor elke leerling van groep 7 een gratis boekje. Dat kan tot 18 december 2020 via onderwijsinformatie.nl/4en5mei Mis ’m niet! Meer informatie over het boekje en de bijbehorende digitale lessen vind je op 4en5mei.nl

In het Nederlandse Denkboek zal de komende editie ook meer aandacht zijn voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in het gehele Koninkrijk der Nederlanden: ook die van de voormalige koloniën in het Caribisch gebied, Suriname en Nederlands-Indië.

PrimaOnderwijs 39


Take it easy: de interactieve, actuele lesmethode Engels voor groep 1 t/m 8

ANSWERBOOK 7-8A

WORKBOOK 6 name:

23/07/19 14:49

Take it Easy_WS6.indd

1

Take it Easy WS 7-8A.indb

1

29/07/19 17:22

ANSWERBOOK 7-8B

WORKBOOK 5 name:

23/07/19 14:36

Take it Easy_WS5.indd

Take it Easy WS 7-8B.indb

1

1

30/07/19 11:46

Take it easy is een lesmethode Engels met een doorgaande leerlijn vanaf groep 1. Tijdens de (digitale) lessen leggen de native speaking co-teachers in perfect Engels enthousiast aan je leerlingen uit wat ze moeten doen. Zonder dat er Nederlands wordt gesproken in de lessen leren leerlingen op een interactieve, beeldende wijze de Engelse taal.

Start je in groep 5 of later met je lessen Engels? Dat is ook heel goed mogelijk! Al het materiaal van Take it easy voor groep 5 t/m 8 is zowel op papier als digitaal beschikbaar; in groep 1 tot en met 4 werk je uitsluitend digitaal via de digibordsoftware op de methodestartpagina.

Met Take it Easy geef je eenvoudig goede, interactieve en leuke lessen Engels!

Bestel de methode voor jouw groep(en) nu op

/take-it-easy


column

Mobiel hier,

mobiel hier, dank u wel! Het is maandagmiddag, 16.00 uur en ik kijk toetsen na. Ik onderdruk een geeuw als ik een trilletje voel in mijn broekzak. Ha leuk, denk ik, een appje. Toch even kijken van wie het is. Als ik de app open zie ik 74! nieuwe appjes in mijn familieappgroep. Snel leg ik de telefoon weg. Dag hoor, ik ben aan het werk. In mijn ooghoek zie ik mijn telefoon nog steeds liggen en wordt mijn hand er als vanzelf naartoe getrokken. Dat wil ik niet meer. Ik besluit om alle meldingen van mijn telefoon uit te zetten. Dat is lekker rustig! Ik bekijk en beantwoord appjes op mijn tijd. Soms even in de pauze, maar nog liever pas als ik thuis ben. Instagram, mijn grootste valkuil, want het is zo vrolijk, gezellig en leuk, heb ik verstopt als app op mijn telefoon, zodat ik echt moeite moet doen om er te komen. Soms helpt dat drempeltje, maar meestal niet. Wat wel helpt? Mijn telefoon aan de andere kant van het lokaal leggen. Uit het zicht en zeker niet binnen handbereik. Pas dan word ik er niet door afgeleid en denk ik er ook niet aan. Zo werk ik een stuk efficiënter. Over mobieltjes in de klas ben ik heel duidelijk: ze komen er bij mijn groep 6 niet in. Ze hebben allemaal een chromebook van school om op te werken, dus digitale middelen genoeg. Ik moet ook zeggen dat ik er weinig kinderen over hoor, ook al zitten ze

wel allemaal op TikTok. En vertrouwen ouders me toe dat hun kind ’s avonds veel te lang naar dat schermpje tuurt. Aan mij om ook de gevaren daarvan te bespreken met de klas. Ik wil ze ervan bewust maken dat alles wat je online zet, ook online blijft staan. En dat er weleens filmpjes verschijnen die je bang kunnen maken, juist ook op TikTok. Het is ook enorm afleidend. Van je schoolwerk, het lezen thuis of “gewoon” lekker buiten spelen. Hand in eigen boezem, te snel pak ik mijn telefoon erbij om iets te checken. Of het daarom in het curriculum moet, betwijfel ik. Ik besteed die tijd liever aan bijvoorbeeld een boek lezen met de kinderen. Zo af en toe een gesprek over het gebruik van mobieltjes kan natuurlijk wel. Ik wil de kinderen laten zien hoe ik met mijn schermtijd omga en hoe echte pauzes met een boek, een wandeling, of muziek luisteren me helpen om me vervolgens weer beter te concentreren. Ik pleit voor meer lezen en minder schermtijd. En daar ga ik zelf NU mee beginnen.

Juf Maike (jufmaike.nl)

PrimaOnderwijs 41


‘De 7 werelden maken technieklessen lekker concreet’ Zo geef je W&T-onderwijs dat kinderen raakt Er is niets leuker dan een les geven waarbij alle kinderen actief meedoen. Hoe je dat doet als het gaat om techniek en technologie? Daar weet Karin van Zwetselaar alles van. Zij laat leerkrachten in workshops graag kennismaken met de 7 werelden van techniek. ‘Dit concept van Jet-Net & TechNet laat echt bij iedereen ideeën opborrelen.’

W&T als onderdeel van de basisvakken

Het concept “de 7 werelden van techniek” wordt sinds een paar jaar in het voortgezet onderwijs ingezet om meer jongeren warm te maken voor techniek en technologie. Omdat het zo goed werkt, worden de 7 werelden nu ook steeds vaker in het basisonderwijs toegepast. Karin van Zwetselaar: ‘Het is een simpel hulpmiddel, dat enorm kan inspireren om wetenschap- en technieklessen te bedenken die alle leerlingen aanspreken.’ De 7 werelden laten leerlingen de breedte van techniek zien. Ook geven ze je als leerkracht handige “haakjes” om je lessen aan op te hangen en je wetenschap- en techniekonderwijs meer context mee te geven. ‘Zo wordt het voor leerlingen lekker tastbaar en herkenbaar. Veel kinderen vinden technische opdrachten extra leuk en uitdagend als ze de relatie zien met de directe wereld om hen heen.’ 42

De 7 werelden laten zien dat eigenlijk alles in de huidige wereld techniek is – van ons dagelijkse water en brood tot aan de kleren die we dragen, de huizen waarin we wonen en de muziek waarnaar we luisteren. Met dat uitgangspunt kun je als leerkracht heel laagdrempelig aan de slag met Wetenschap & Technologie (W&T). Karin: ‘Als je denkt vanuit de belevingswereld van een kind, kan een simpele vraag als “Wat at je gisteravond” al een startpunt voor een W&T-lesje zijn. En je hoeft zelf niet technisch onderlegd te zijn om kinderen vervolgens te prikkelen om bijvoorbeeld te bedenken hoe eten op ons bord komt. Voilà, dan zit je dus in de wereld “Voeding & Natuur”. Maar je kunt ook hop naar andere werelden springen. Stel dat een kind iets met tomaten at, dan is het ook leuk om het te hebben over hoeveel energie en water het kweken van tomaten kost. Of wat voor gezonde stoffen erin zitten. Of hoe tomaten vanuit de kassen in het Westland vervoerd worden naar Duitsland.’ Dit soort ideeën bieden ook allerlei aanknopingspunten voor een taal- of een rekenopdracht of een lesje wereldoriëntatie. ‘Want liever behandel je W&T niet als een apart onderwerp, maar neem je het mee in je


basisvakken.’ Ook Manja Dobbe, directeur van basisschool De Origon, vindt W&T-onderwijs belangrijk op haar school. ‘W&T-onderwijs is belangrijk om de wereld van kinderen te vergroten en hen deze wereld beter te laten begrijpen. Alle elementen uit W&T zijn voortdurend om hen heen. Door je met kinderen te verwonderen en op onderzoek te gaan maak je kinderen bewust en daag je ze uit nieuwsgierig te blijven.’ Manja wilde haar leerkrachten ondersteunen bij het geven van leuk en boeiend W&T-onderwijs en zag dat een model als de 7 werelden daarbij kan helpen. Voor haar was dit de reden om deel te nemen aan een workshop waarbij de leerkrachten aan de slag gaan met de 7 werelden van techniek.

Eenvoudige handvatten voor W&T-onderwijs In de workshops die Karin geeft, laat ze leerkrachten volop brainstormen. ‘Je kan elk thema bij de kop pakken en dan via de bril van de verschillende werelden op ideeën komen. Zo bedachten deelnemers laatst bij de wereld Wonen, Werken & Verkeer de opdracht “Kun je Schrijf een game bedenken die Bèta&TechMentality klusjes in huis leuker je in voor de workshop maakt?”. je hoeft WilLeuk je meernatuurlijk, weten over deen drijfveren van leerlingen je leerlingen enhierbij hoe je de workshop Bèta&TechMentality echt niethierop perinspeelt? se aanTijdens het programmeren te zetten. krijg je een toelichting op hetuittekenen model, de verschillende leerlingen en Alleen al bedenken en is supertypen leerzaam.’ hoe je jeabstracte techniekonderwijs zo inricht eeneerste brede groep Ook bij meer thema’s diedat ophet het ge-aanspreekt. Meld jezelf en/of je team aan via www.betatechmentality. zicht helemaal niets met techniek te maken hebben nl Deelname aan de workshop is kosteloos. – “kleding bijvoorbeeld” – komen workshopdeelnemers heel gemakkelijk op tal van goede lesideeën, zo merkt Karin. Manja vond het prettig dat de workshop voor alle leerkrachten geschikt is, ook voor leerkrachten met weinig affiniteit of kennis van W&Tonderwijs: ‘Dezijn workshop handvatten om de les Ontdekkers nog zoekendegeeft naar een richting van morgen al anders voor teconservatieve bereiden en hierdoor die bij hen past. Hun – soms nogal van techniek niet vast. Maar leg motiveren je meer- beeld kinderen echtligt tenog bereiken en te voor verrassende hightech aan zeikvoor, W&T-onderwijs. Voorvoorbeelden mezelf kan het gebruiken bij dan worden vaakinpassen snel enthousiast. nog zorhet sturen opzehet van Nu W&T in het dagelijkse gen dat ze zicht krijgen op hun eigen technische aanbod.’ talent, bijvoorbeeld via ontwerpopdrachten.

AanCreatieve ideeën geen gebrek makers hebben een sterke intrinsieke

Ook Annelies de Klerk, leerkracht groep 6 van basismotivatie voor techniek. Ze puzzelen graag op de school De Origon eneen onderwijskundig coördinator beste oplossing voor uitdagend probleem. Ze W&T,zien vond de workshop heel praktisch techniek ook als middel om maatschappelijkeen daardoor erg bruikbaar: ‘Vooral hoe je van metanderen een brainstormkwesties te lijf te gaan. Waardering of statustot vinden ze niet belangrijk. deze jongeschema onderzoek kuntGeef komen en waarmee je de ruimte om zelf aan maakt de slag temet gaan de 7 weheel ren makkelijk dedaarmee verbinding en hun enthousiasme neemt alleen maar toe. relden van techniek. Ook kregen we handvatten om opdrachten voor een onderzoek of ontwerp zo aan te

passen dat je zoveel mogelijk kinderen enthousiast maakt. Die 7 werelden van techniek hebben mijn kijk op W&T nog breder gemaakt.’ Zelf schudt Karin de lesmogelijkheden ook aan de lopende band uit de mouw tijdens de workshop. Leg haar bijvoorbeeld het thema “Feest” voor en de invallen volgen elkaar in snel tempo op. ‘Neem bijvoorbeeld een kinderfeestje. Dan denk je aan slingers en ballonnen. “Hoe worden die eigenlijk gemaakt, en van welk materiaal?” Aan taart denk je natuurlijk ook. “Hoe maak je een gezonde taart”, zou een leuke opdracht zijn. Of het bedenken van een duurzaam alternatief voor plastic wegwerpbordjes. Maar als je dan even de wereld Digitaal, Media & Entertainment erbij betrekt, kun je het ook gaan hebben over uitnodigingen versturen, en welke communicatiemiddelen je daarbij kunt gebruiken. En bij Energie, Water & Veiligheid kun je bijvoorbeeld een zwemfeestje verzinnen en de kinderen laten bedenken hoe al dat water in een golfslagbad komt.’ Zo kan Karin met gemak nog even doorgaan. ‘Aan ideeën heb je als leerkracht na kennismaking met de 7 werelden echt nooit meer gebrek!’

Ook aan de slag met de 7 werelden van techniek?

• Kijk op jet-net.nl/7-werelden-basisscholen voor •

meer informatie, workshops en een gratis 7 werelden-poster voor in de klas. Ga naar Ahaindeklas.nu voor korte W&T-lessen van 15 minuten max die verschillende werelden belichten. Bij elke wereld vind je een aantal vragen die je met je klas kunt behandelen.

Bedrijven en scholen werken samen met Jet-Net & TechNet Jet-Net & TechNet is een groot landelijk netwerk waarbinnen bedrijven en scholen Breng samen met Jet-Net & TechNet regionaal samenwerken. Het geeft kinderen en jongeren een reëel en positief beeld technologie tot leven! van technische beroepen en helpt ze bij het maken van een bewuste keuze voor hun Bekijk al onze activiteiten opcarrière. www.jet-net.nl toekomstige studie en Jet-Net & TechNet doet dit door het bedrijfsleven en het funderend onderwijs te inspireren, adviseren en faciliteren in hoe zij de samenwerking op een structurele en duurzame manier vorm kunnen geven. Kijk voor meer informatie op jet-net.nl 14-10-2019 16:00

PrimaOnderwijs 43


Gezond spelen Ken je het belang van een “groen” schoolplein? Buiten spelen is van grote waarde Buiten spelen bevordert de motorische, sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Tijdens het buiten spelen ontwikkelen ze vaardigheden zoals zelfstandig en samenspelen. Ook worden ze aangespoord hun creativiteit en fantasie te gebruiken. Contact met de natuur is van essentieel belang voor de ontwikkeling en gezondheid van een kind. Vanuit sociaal en educatief oogpunt is een groene speelomgeving dan ook van grote waarde. Kinderen brengen tegenwoordig steeds meer tijd

door in de schoolomgeving. Veel vormen van buitenschoolse opvang vinden plaats op of nabij een basisschool. Daarom is het belangrijk om het schoolplein op zo’n manier in te richten dat kinderen kennis kunnen maken met de natuur. Een groen schoolplein brengt de natuur dichterbij en maakt het tastbaar.

Gezond spelen op het groene schoolplein Proludic heeft ruim 30 jaar wereldwijde ervaring in het inrichten van schoolpleinen. In al die jaren zijn er duizenden schoolpleinen ingericht met haar uitgebalanceerde aanpak. Het succes van een avontuurlijk, groen schoolplein valt of staat met een goed doordacht ontwerp en de keuze voor de juiste materialen. Proludic ziet het schoolplein als een verlengstuk van het schoolgebouw. Een succesvol schoolplein is:

Groen, Avontuurlijk, Passend en Beheersbaar Een gezonde, groene speel- en leerbeleving op jouw schoolplein? Proludic gaat graag samen met jou aan de slag voor een passend ontwerp. Op deze manier wordt er voor een persoonlijk “gezond en groen” visitekaartje van de school gezorgd. Ga voor meer informatie naar proludic.nl of neem contact op via: info@proludic.nl of tel.nr. 0485 470 724.

44


Verspillingsvrije week groot succes op scholen

‘Voedseleducatie draagt bij aan dalende trend’ Van acties in supermarkten tot uitdagende challenges om alle restjes op te maken. Tijdens de Verspillingsvrije week 2020 (1-7 september) hebben we heel veel voedsel van de afvalbak weten te redden. Ook in de groepen 6, 7 en 8 door het hele land stond een week lang alles in het teken van #verspillingsvrij. Wij blikken met Corné van Dooren, voedingsexpert bij het Voedingscentrum, terug op het succesvolle project. DOOR ESMEE WEERDEN verspilling. Daarom zetten we hoog in op voedseleducatie.’ Zo zijn 10 jaar geleden de Smaaklessen in samenwerking met Wageningen University & Research ontstaan. 75 procent van de scholen in Nederland doet al mee aan het lesprogramma.’ Regelmatig worden de lessen aangevuld. Voedselverspilling is het meest recente thema; slim kopen, slim bewaren en slim koken zijn daarbinnen belangrijke vaardigheden die verspilling voorkomen.

Sinds de start van de campagnes rond voedselverspilling, zoals de Verspillingsvrije Week, is er al veel vooruitgang geboekt. ‘Waar in het begin de teller stond op 50 kilo afval per persoon per jaar, zitten we nu op 34 kilo per persoon. Als de dalende trend doorzet, gaan we de doelstelling om in 2030 voedselverspilling met de helft te verminderen halen’, stelt Van Dooren. Een speciaal bedrijf dat vuilniszakken van huishoudens uit 13 diverse gemeenten op basis van steekproeven uitpluist, constateert dat met name groenten en fruit, zuivel, brood en aardappelen het meest weggegooid worden. Gezinnen met jonge kinderen hebben het grootste aandeel in het weggooien van deze “top 5”. ‘Bij deze doelgroep valt de meeste winst te behalen. Hier kan het onderwijs ook aan bijdragen.’

Starten met voedselvaardigheid ‘In onze filosofie begint het met voedselvaardigheid, en de waardering voor voedsel. Beiden kun je vanaf jongs af aan bijbrengen. Zo kun je kinderen leren wat er allemaal komt kijken bij het produceren van voedsel, en hoe je gezonde en duurzame keuzes kunt maken. Dit zal bijdragen aan minder

Als aanvulling op de lessen is er in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een speciale uitgave van “Donald Duck – Samen tegen Voedselverspilling” uitgebracht. ‘Het was een leuke uitdaging om samen met de makers van Donald Duck, de uitgeverij, het ministerie en het Voedingscentrum de vaardigheden terug te laten komen in het magazine. Het moest een combinatie van informatief en creatief zijn om aan te sluiten bij de leefwereld van kinderen uit groep 6, 7 en 8. Een leuk voorbeeld is de zuinige Dagobert Duck die gaat zingen voor publiek wat helemaal fout gaat. Het publiek gooit met tomaten die Dagobert Duck vervolgens opvangt om er iets lekkers mee te maken.’ In totaal zijn er tijdens de Verspillingsvrije Week 400.000 magazines verspreid. De reacties van scholen waren zeer positief. ‘Er kwam na verspreiding zelfs nog meer vraag van verschillende kanten, dit geeft wel aan hoezeer het thema aanslaat.’

Ga voor meer informatie over voedseleducatie naar smaaklessen.nl PrimaOnderwijs 45

© 2020 Disney

Groot succes


Wat doe je wel/niet als je dit ziet Gaan jouw leerlingen hun talenten inzetten voor de maatschappij? In het laatste jaar op de middelbare school moeten jongeren een belangrijke keuze maken: “Wat ga ik hierna doen?” Om antwoord te kunnen geven op die vraag is het belangrijk dat ze nagaan wat hun sterke eigenschappen én hun interesses zijn. Hebben ze zich weleens afgevraagd of ze bij de politie op hun plek zouden zijn? Het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet voor vmbo-leerlingen (leerjaar 3 en 4) geeft hier inzicht in. Door Esmee Weerden

Jongeren hebben vaak een eenzijdig beeld van politiewerk en denken: “Dat is toch niks voor mij?” ‘Ze zien bijvoorbeeld vooral het zichtbare politiewerk op straat (en misschien ook wel de minst aantrekkelijke kant); bekeuringen, rollerbankcontroles, verkeer regelen bij ongevallen. Anderen hebben misschien een

persoonlijk (negatieve) ervaring gehad. Ook het beeld dat je groot en sterk moet zijn, zien we nog weleens terugkomen’, aldus Kim Joosten, adviseur Arbeidsmarktcommunicatie bij de politie.

Laagdrempelig en realistisch ‘Met het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet willen we laten zien dat politiewerk veel meer is dan bekeuringen schrijven en dat andere competenties zoals inlevingsvermogen en overwicht minstens zo belangrijk zijn.’ Kim vervolgt: ‘De lessen zijn gemaakt met en voor jongeren, dus het sluit goed aan bij hun belevingswereld en interesses. Maatschappelijke thema’s kunnen op een laagdrempelige manier besproken worden en ze krijgen een beter beeld van het echte politiewerk.’ In het lesprogramma worden leerlingen geconfronteerd met situaties waar ze zelf of via de (sociale) media nu al mee te maken kunnen hebben, zoals diefstal, alcoholgebruik, geweld en wapenbezit. Via interactieve opdrachten worden de

46


leerlingen uitgedaagd om mee te denken én te handelen. Wat zou jij doen als er iemand op straat met een mes staat te zwaaien? Jonge agenten in opleiding vertellen vervolgens hoe zij met zulke situaties omgaan. Soms met geduld, een luisterend oor of - als het moet - met kracht.

Een veelzijdige werkgever Agenten staan midden in de samenleving en doen afwisselend en betekenisvol werk. Yusuf, agent in opleiding, beaamt dit: ‘Ik werk nu bijna 3 jaar als aspirant bij de politie en ik kan mij nog geen één dag herinneren dat ik dezelfde dingen heb gedaan. De afwisseling is zo immens groot, want je weet niet wat voor melding je krijgt. Is het een reanimatie? Moet ik een winkeldief aanhouden? Moet ik naar een heftig ongeval? Of moet ik naar een basisschool om een voorlichting te geven? Volgens mij bestaat er geen andere werkgever met zoveel afwisseling en uitdaging.’ Naast de functies in uniform, heeft de politie nog veel meer te bieden. De politie is de grootste werkgever van Nederland, en net als elke andere grote organisatie kent de politie ook administratieve functies, personeelsadviseurs, IT’ers, facilitaire medewerkers, etc. Verder zijn er ook specifieke politievakgebieden. Denk onder andere aan persoonsbeveiliging, 0900-884 en 112 telefooncentrales, digitale en forensische opsporing. ‘Om hiervoor in aanmerking te komen moet je uiteraard geschikt zijn voor het werk, maar ook een screening en eventueel aanvullende assessments ondergaan’, aldus Kim. Het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet bestaat uit een basisles waarin leerlingen met realistische interactieve opdrachten uitgedaagd worden om mee te denken én te handelen in verschillende situaties. Ook biedt het lesprogramma facultatieve opdrachten waarbij zelfstandig of in groepjes wordt gewerkt aan een reallife casus, interessetesten én een sportchallenge. Scholieren ontdekken op die manier wat er allemaal komt kijken bij politiewerk en of het werk bij hen past. Het lesprogramma is inzetbaar binnen de LOB-uren of bij de vakken burgerschap en maatschappijleer.

E WAT DOE J

WEL WAT DOE JE

WEL

NIET

ALS JE DIT

ZIET

ZIET

WAT DOE JE

WEL

Als een scholier heeft besloten zich aan te melden voor een opleiding bij de politie, start eerst een uitgebreide selectieprocedure om te controleren of hij/ zij aan de toelatingseisen voldoet. Denk bijvoorbeeld aan een sporttest, een medische keuring en een psychologisch onderzoek. Bij een positief resultaat starten ze als aspirant (agent in opleiding) een leerwerktraject op de Politieacademie. Hier wordt studie afgewisseld met lerend werken in een echt politieteam. Zo leren aspiranten het politievak in de praktijk. Een opleiding bij de politie stoomt je echt klaar voor de toekomst. Elisa, agent in opleiding: ‘Je leert je mening onderbouwen, sterk in je schoenen staan en voor jezelf opkomen. Allemaal dingen die heel belangrijk zijn, ook naast het werk. Ik ben snel volwassen geworden en heb het idee dat ik meer weet van de maatschappij dan voorheen.’ Na de opleiding hebben aspiranten niet alleen een erkend politiediploma, maar ook direct een baan bij de politie. Voor dit voltijds leerwerktraject gaat de politie een overeenkomst aan met de aspirant. Dit betekent dat hij/zij vanaf de eerste dag in dienst is bij de politie (dus ook salaris krijgt) en er geen kosten verbonden zijn aan de opleiding.

Meld je aan!

NIET

ALS JE DIT

Agent worden

NIET

ALS JE DIT

ZIET

Via onderwijsinformatie.nl/politie kun je vmbo-leeringen uit leerjaar 3 en 4 aanmelden voor het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet?. Na aanmelding ontvangt de klas gratis toegang. Daarnaast is het mogelijk om voor de scholieren die echt geïnteresseerd zijn, minimagazines - met meer informatie over de opleidingen bij de politie - te bestellen. PrimaOnderwijs 47


Wat we van onze leerlingen vragen, moeten we zelf ook willen en kunnen uitdragen

Met gepersonaliseerd leren proberen we onze leerlingen meer eigenaar te laten zijn van hun eigen leerproces. Goed voorbeeld doet goed volgen, dus hoe kunnen we als docenten en schoolleiders het goede voorbeeld geven? Door onze eigen professionele ontwikkeling serieus te nemen. De meeste Nederlandse schoolleiders (van teamleider tot rector) zullen SRVO, het Schoolleidersregister VO, wel kennen. Als kennis- en ontwikkelingsplatform, bijvoorbeeld. ‘In de waan van de dag vergeten we als schoolleiders gemakkelijk ons eigen belangrijke ontwikkelingsproces. We stimuleren als Schoolleidersregister dat we van elkaar leren, reflecteren en groeien, om zo de beroepsgroep te versterken’, zegt Noortje Schadenberg (42), voorheen afdelingsleider tweetalig onderwijs op het Maaslandcollege in Oss en sinds mei 2020 directrice van SRVO. DOOR LENNART DE GEUS

Teamleider? Vinden jullie teamleiders en afdelingsleiders dan ook schoolleiders? ‘Ja, juist! Er zijn heel veel docenten die tevens een leidinggevende taak in de school vervullen. Zij zijn van zeer grote waarde en hebben veel invloed op de kwaliteit van het onderwijs, dat blijkt steeds maar weer uit onderzoek. We definiëren onze doelgroep daarom graag als “van teamleider tot rector en alles ertussenin”.’

Wat is jullie belangrijkste doel als SRVO? Noortje Schadenberg, directrice Schoolleidersregister VO 48

‘We willen de kwaliteit van het schoolleiderschap waarborgen, de ontwikkeling van schoolleiders stimuleren en samen met schoolleiders concreet


maken welke kennis en vaardigheden van een schoolleider verwacht mogen worden. Inmiddels heeft ruim één op de drie schoolleiders zich ingeschreven. Dat is geweldig, maar ons uiteindelijke doel is dat iedere schoolleider zich wil aansluiten. Zo laten we aan elkaar zien dat we met onze eigen ontwikkeling bezig zijn. Samen komen we nog verder!’

Hoe kijk je als schoolleider naar het mediagebruik van leerlingen? ‘Het speelt een grote rol in de levens van onze scholieren, maar ik vind het eerlijk gezegd ook een lastig thema, hoor! We hebben weleens ouders aan de deur gehad die erachter waren gekomen dat er online pestgedrag naar hun zoon/dochter toe plaatsvond, met rondgestuurde foto’s en filmpjes bijvoorbeeld. Je hebt dit soort praktijken als docent, maar zeker ook als schoolleider, niet altijd even goed door. Het is dus belangrijk om op dit vlak bij te blijven, het thema op de agenda te blijven zetten en open bespreekbaar laten zijn. Verder vind ik het belangrijk om de leerlingen er ook echt bij te betrekken op een manier die bij hun belevingswereld aansluit. We organiseerden bijvoorbeeld op het Maaslandcollege een dagprogramma voor leerlingen over mediagebruik. Deze dag werd verzorgd door cultuureducatiepartner Golden Cage, genaamd: “Ja, wacht even” (goldencage.nl/programma/ ja-wacht-even). Met een cabaretvoorstelling, workshops en een onderzoeksopdracht gaan de leerlingen dan aan de slag met controversiële onderwerpen als cyberpesten, sexting en telefoonverslaving. Ze gingen er op een concrete en creatieve manier mee aan de slag, en vooral: we maakten het onderwerp bespreekbaar. Een aanrader, dus.’

SRVO biedt verschillende tools aan om aan je professionele ontwikkeling als schoolleider te werken. Zo kun je je als schoolleider aanmelden voor een gratis Reflectiegesprek (schoolleidersregistervo.nl/aan-de-slag/reflectiegesprekken) in een open, veilige setting. Deze vinden online of fysiek plaats met een (on)bekende collega-schoolleider en een procesbegeleider, aan de hand van effectieve reflectiemethodieken. De reacties van deelnemers zijn altijd erg positief! Ook kun je de Zelfscan doen (via Mijn SRVO), inclusief 360° feedbackscan om door je medewerkers over hen te laten invullen. Noortje: ‘Daarmee laat je je team zien dat je zelf met je ontwikkeling bezig bent en dat stimuleert docenten om de leerlingen óók zo te benaderen!’

SRVO in het kort: - Opgericht in 2015 - Doelstelling: als schoolleiders van en met elkaar leren, reflecteren en groeien - 1800 van de ± 5000 Nederlandse schoolleiders (van teamleider tot rector) hebben zich ingeschreven, dit aantal groeit maandelijks - Mijn SRVO: Portfolio met ruimte voor je werkervaringen en resultaten van je Zelfscan - Opleidingscatalogus met relevante professionaliseringsactiviteiten voor schoolleiders - Kennisthema’s, onderzoeken en andere publicaties - Persoonlijke verhalen van collega-schoolleiders over de dagelijkse praktijk (interviews, podcasts en video’s) - Verwacht in 2021: herziene Beroepsstandaard voor schoolleiders

Waar moeten schoolleiders vooral op letten, wat jou betreft? ‘Het goede voorbeeld geven! Als schoolleiders hebben we een voorbeeldfunctie, zeker ook op het gebied van zelfreflectie. Want leerlingen kunnen volgens mij best met de verschillende media omgaan, als ze ook kritisch naar zichzelf durven kijken en hun koppie erbij houden! Die reflecterende houding, jezelf en je handelen serieus nemen, moeten we óók als schoolleiders nastreven. Precies dat is waar we met SRVO bij kunnen helpen.’

Schrijf je in een paar minuten in via www.schoolleidersregistervo.nl LinkedIn: SRVO en Schoolleiders community VO (LinkedIn-groep) PrimaOnderwijs 49


Het kwaliteitenspel als aanjager van gesprek

Oefenen met goed burgerschap gaat onder andere over leren zorg dragen voor jezelf en voor de ander. Goed burgerschap heeft daarom alles te maken met persoonlijk leiderschap. Hierbij is onmisbaar dat je je bewust bent van je eigen unieke kwaliteiten maar ook die van anderen. Een eectieve en speelse manier voor leraren om leerlingen te begeleiden hun kwaliteiten te ontdekken, is het Ken je kwaliteiten - (jeugd)kwaliteitenspel. Het spel bevat kaartjes met kwaliteiten aan de hand waarvan het gesprek wordt gestart. De kaartjes kunnen op verschillende manieren worden ingezet en gaan uit van woorden en beelden die te maken hebben met positieve eigenschappen. De leraar doet zelf ook mee en is onderdeel van het gesprek. De kaartjes zijn vanwege deze praktische toepassingen een handige tool om in te zetten bij het concretiseren van Burgerschap. Het Ken je kwaliteiten - (jeugd)kwaliteitenspel bevat 92 prachtig geïllustreerde kaartjes met verschillende kwaliteiten. Het spel is geschikt voor kinderen vanaf 7 jaar en is in verschillende samenstellingen te gebruiken; klassikaal, in groepjes of op individueel niveau. Prijs: 34,95 Auteur: Els Loman | ISBN: 9789065081452 | Sector: po/vo/mbo

Nieuwsgierig? Op www.cps.nl/kwaliteitenspel kun je een deel van de handleiding inzien.

Bestel deze en meer CPS-uitgaven op www.cps.nl/uitgeverij


Open de wereld voor je leerlingen Afgelopen najaar lanceerde EF succesvol twee initiatieven om de wereld naar je klaslokaal te brengen: EF SET en Teacher on the Road. Ook dit schooljaar gaan we dit initiatief voortzetten om zo meer leerlingen kennis te laten maken met andere talen en culturen. EFSET EF Standard English Test – is een gratis gestandardiseerde Engelse test waarvan de resultaten afgestemd zijn op de ERK niveaus en vergelijking mogelijk maakt met erkende betaalde testen zoals Cambridge, IELTS en TOEFL. Rowen (bovenbouw leraar Engels) heeft zijn 4-havo leerlingen de EF SET laten maken. Wat is de reden dat je jouw leerlingen de EF SET hebt laten maken? “Ik vond het een goede manier om het Engels niveau van mijn leerlingen vast te stellen en te zien waar zij staan ten opzichte van het te behalen niveau voor het eindexamen en ten opzichte van de EF EPI scores. Ook wilde ik graag zien hoe ik het zelf als leraar doe aan de hand van het niveau dat mijn leerlingen zouden halen!” Hoe is het afnemen van de toets bevallen? “Top! EF medewerkers kwamen langs op onze school om de toets af te nemen in ons computerlokaal. De gehele toets vond online plaats en sprak voor zich. Op een andere dag kwamen ze terug naar school om de certificaten af te geven!” Is het afnemen van de EF SET effectief geweest? “Ja zeker! De scores hebben mij inzicht gegeven in het individuele Engelse niveau van mijn leerlingen. Ik heb mijn lessen hieraan kunnen aanpassen waardoor zij les krijgen op het juiste taal niveau! Ook ben ik van plan om deze test over een jaar opnieuw af te nemen bij dezelfde leerlingen om hun en mijn eigen progressie in kaart te brengen.“

21LS_Ad_192×285_NL_OCT.indd 4

Teacher on the Road Breng een native speaker naar je klas(sen) voor een interactive gastles in het Engels, Frans, Duits, Spaans of een andere taal. De les wordt qua onderwerp afgestemd op de wensen van de docent en het niveau van de leerlingen. Iris (lerares Spaans op het vwo) en Annick (lerares Frans op het vmbo) hebben meegedaan aan ‘Teacher on the Road’. Waarom heb je besloten om mee te doen aan Teacher on the Road? Iris: “Het leek mij een hele welkome variatie op mijn dagelijkse lessen en een leuke en effectieve manier om de Spaanse skills van mijn leerlingen verder te ontwikkelen.” Hoe was jouw ervaring met Teacher on the Road? Annick: “Super! Het feit dat de leerlingen niet terug konden vallen op het Nederlands maar uit hun comfortzone moesten stappen en wel Frans moesten spreken tegen de gastleraar zorgde voor een veel effectiever leerprocess. Ook liet het mijn leerlingen zien dat zij veel meer verstaan en beter meekomen in een Frans gesprek dan zij eigenlijk dachten, wat ervoor zorgde dat hun zelfverzekerheid zichtbaar groeide tijdens de les.” Hoe vond je de les zelf? Iris: “De les ging over de culturele gebruiken van Spanje en werd op een zeer interactieve manier gegeven, wat ervoor zorgde dat mijn leerlingen erg enthousiast waren en zich erg goed vermaakten!” Annick: “Ik heb me direct al opgegeven voor de volgende Teacher on Road sessie en ook mijn collega die Engelse les geeft is erg enthousiast en kreeg al verzoeken van de leerlingen om dit ook te doen.” Ook enthousiast geworden? Neem vrijblijvend contact met ons om een EFSET en/of Teacher on the Road in the plannen. Dit kan in deze tijden uiteraard ook geheel online plaatsvinden! Opgeven is mogelijk via academics.nl@ef.com of 085 048 0900. EF Nederland De Boelelaan 7 1083 HJ Amsterdam Tel: 085 048 0900 E: academics.nl@EF.com

12.10.20 09:45


Landelijke campagne ‘Start met je studiekeuze’ geeft jongeren houvast Voor alle jongeren die na hun havo, vwo of mbo-4-diploma willen beginnen aan een hbo- of wo-bachelor of associate degree, heeft Stichting Studiekeuze123 in oktober de campagne ‘Start met je studiekeuze’ gelanceerd. De campagne geeft jongeren houvast in hun studiekeuzeproces en geeft een overzicht van hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden van de profielkeuze tot en met de uiteindelijke studiekeuze. DOOR ANKE KOOPMANN ‘In de onderzoeken die we doen naar de informatiebehoefte van jongeren bij hun studiekeuze, komt steeds naar voren dat jongeren het lastig vinden om in de grote hoeveelheid van mogelijkheden, grip te krijgen op hun keuzeproces. Het is lastig een plan van aanpak te bedenken of te bepalen waar ze moeten beginnen. Tot slot is er twijfel over de betrouwbaarheid van informatie. Wordt er bijvoorbeeld een rooskleurig beeld bij sommige opleidingen geschetst en is informatie op de verschillende websites wel actueel en compleet, zijn vragen die jongeren bezighouden’, aldus Gert-Jan Bos, Hoofd Communicatie bij Studiekeuze123. Studiekeuze123 voorziet deze jongeren in de behoefte aan een startpunt, een plan van aanpak en een betrouwbare bron in de campagne ‘Start met je studiekeuze’.

Een startpunt Op de landingspagina Studiekeuze123.nl/start-metje-studiekeuze kan de geïnteresseerde leerling het startpunt van zijn of haar studiekeuze bepalen. 52


De pagina geeft een overzicht van relevante informatie die op Studiekeuze123.nl voor de beginnende studiekiezer te vinden is en verwijst door naar allerlei handige tools en hulpmiddelen die ter ondersteuning ingezet kunnen worden. Gert-Jan Bos: ‘Iemand kan op deze manier zelf bepalen welke informatie nodig is voor het maken van een passende studiekeuze en krijgt een plan van aanpak aangereikt dat naar eigen wensen verder vormgegeven kan worden.’

Een plan van aanpak In de campagne staat het opdelen van je studiekeuze in drie fases centraal: ontdek, vergelijk en kies. In de eerste fase staat het ontdekken van jezelf centraal (Wie ben ik? Wat kan ik? Waar liggen mijn interesses?) en kan de scholier hier bijvoorbeeld met verschillende tests inzicht in krijgen. In de volgende fase staat het vergelijken van informatie centraal. De persoonlijke interesses, voorkeuren, ambities en ideeën die iemand in de eerste fase in kaart heeft gebracht, vormen het uitgangspunt voor het vergelijken van informatie. Iemand vergelijkt bijvoorbeeld opleidingen, indrukken bij open dagen en steden. De tools van Studiekeuze123 geven houvast bij het gestructureerd aanpakken hiervan, om zo uit te komen bij een opleiding die bij de studiekiezer past. Uiteindelijk komt de leerling op het punt dat er een passende studie gekozen kan worden. In deze laatste fase krijgt de scholier praktische informatie over bijvoorbeeld het aanmelden en de collegegeldkosten.

Betrouwbare informatie Studiekeuze123 is een initiatief van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in samenwerking met studenten en het hoger onderwijs. ‘We zijn een onafhankelijke stichting die betrouwbare studiekeuze-informatie verzamelt van studenten, hoger onderwijsinstellingen en landelijke bronnen en deze informatie vertalen naar toegankelijke en vergelijkbare informatie voor studiekiezers. Ook andere organisaties die zich bezighouden met studiekeuze, mogen kosteloos van de data en informatie van Studiekeuze123 gebruikmaken. Met de campagne ‘Start met je studiekeuze’ en vele andere campagnes dragen we er zorg voor dat zowel de studiekeuzeprofessionals als de jongeren zelf en ook hun ouders als belangrijke beïnvloeders en begeleiders van het keuzeproces, ons weten te vinden.’

Studiekeuze123 in de les Voor decanen en mentoren heeft Studiekeuze123 verschillende hulpmiddelen beschikbaar rond het thema studiekeuze. Op Studiekeuze123.nl/decanen staat een overzicht van informatie en materialen om leerlingen te begeleiden bij hun studiekeuze, om de ouders te informeren of om zelf te raadplegen bij het beantwoorden van studiekeuzevragen.

Tip voor leerlingen: MijnStudiekeuze Leerlingen kunnen hun studiekeuze bijhouden in MijnStudiekeuze. Een digitaal studiekeuzestappenplan waarin de leerling stapsgewijs de studiekeuze doorloopt en opleidingen of open dagen waar de interesse naar uitgaat, kan bewaren.

Meer weten over de campagne? Kijk op Studiekeuze123.nl/start-met-je-studiekeuze. Of neem contact op met Anke Koopmann, communicatieadviseur bij Studiekeuze123 via info@studiekeuze123.nl

PrimaOnderwijs 53


Ervaringen coronacrisis doen onderwijsvisies wankelen

Eerste hulp bij samen leren en innoveren op maat Veel scholen worstelen met de gevolgen van alle maatregelen om Covid-19 in te dammen. De pandemie heeft allerhande lastige vraagstukken tot gevolg, waardoor scholen het realiseren van onderwijs op basis van hun visie zien wankelen. CPS Onderwijsontwikkeling & Advies en Driestar onderwijsadvies (i.s.m. Somtoday Academie) hebben speciaal voor deze gelegenheid de handen ineengeslagen om scholen te helpen deze vraagstukken het hoofd te bieden. Met de SLIM-scan zien scholen in één dag waar ze met hun onderwijskundige visie staan en hoe ze die verder willen ontwikkelen. Een vervolgtraject op maat ondersteunt de scholen vervolgens om met speerpunten aan de slag te gaan. DOOR BRIGITTE BLOEM

‘Of het nu gaat om de inrichting van het onderwijs, omgang met fysiek of online onderwijs, omgang met onderwijsachterstanden, formatief toetsen, of welbevinden en differentiatie, elke school staat op dit moment voor ongekend lastige vraagstukken’, constateert CPS-directeur Yvonne van den Berg. ‘Driestar en CPS hebben met elkaar de juiste kennis, expertise en ervaring om scholen in deze bijzondere tijd te helpen.’

Lessons learned minimaal verzilverd ‘Veel scholen hebben in de achterliggende tijd onder hoge druk hun onderwijs getransformeerd. Massaal 54

werd er gebruik gemaakt van ict’, typeert Bart Vollmuller, manager Driestar onderwijsadvies en Somtoday Academie, het onderwijs in coronatijd. ‘Het ging van leraren die hun didactiek volledig vernieuwden, tot leraren die grotendeels afhaakten en bijna onzichtbaar waren. Op het moment dat de schoolgebouwen weer open gingen, pakten veel leraren direct hun vertrouwde wijze van lesgeven weer op. De lessons learned werden minimaal verzilverd’, betoogt Bart. De manager van Driestar en de directeur van CPS vinden dat ontzettend jammer. Juist nu moet het gesprek worden gevoerd met de leraren over de ervaringen die ze hebben opgedaan,


vinden ze. ‘Wij willen horen wat werkte en wat niet. En waarom het werkte of juist niet werkte. Met dat inzicht willen we de scholen vervolgens ondersteunen bij de praktische vertaling van hun visie naar de dagelijkse onderwijsactiviteiten.’

Inzicht in sterke kanten Daarom willen beiden met scholen aan de slag met de in hun ogen belangrijkste twee vragen: wat wil je als school vasthouden uit de afgelopen tijd? En moet je daarom de visie en strategie van je school aanpassen, omdat we nu anders zijn gaan kijken naar het realiseren van goed onderwijs? ‘De noodzaak voor differentiatie in het lesgeven is nog duidelijker geworden, want sommige leerlingen floreerden in de thuisomgeving, terwijl anderen achterbleven in de ontwikkeling. Wat betekent dat voor de manier waarop we in een klas de lessen vormgeven? En zijn leraren nu bijvoorbeeld door de opgedane ervaringen anders gaan denken over het opnemen en inzetten van instructiefilmpjes en of ze al dan niet werken?’, geeft Bart als voorbeeld. ‘Maar ook, welk belang hechten we na coronatijd aan echte ontmoetingen in het onderwijs?’ ‘Alles begint met een inventarisatie’, aldus Yvonne. ‘Waar sta je als school nu, waar ben je tevreden over, met welke thema’s moet je aan de slag en hoe zou je dat vorm kunnen geven? Deze inventarisatie doen we samen met de schooldirectie en een afvaardiging van het team of desgewenst het hele team. Hierdoor krijgt iedereen inzicht in de sterke kanten van het eigen onderwijs en wat de speerpunten moeten zijn voor de toekomst.’

Vier thema’s Met de SLIM-scan brengen school en samenwerkingspartners CPS en Driestar de huidige situatie op jouw school in kaart aan de hand van vier thema’s: • Flexibilisering (online didactiek, differentiëren) • Werken met leerdoelen (formatief toetsen, begeleiding op het werken met leerdoelen) • Eigenaarschap van docent en leerling (leercoach, rollen van de leraar) • Vorming (sociaal emotionele ontwikkeling en veiligheid (Zien! VO), relatie ouders, medewerkers en leerlingen)

Aan de hand van de uitkomsten wordt, ook weer gezamenlijk, een routekaart gemaakt voor de stappen die directie en team willen zetten. Vervolgens vindt op maat en desgewenst begeleiding plaats om de gewenste ontwikkeling te maken. ‘De SLIM-scan is doorgaans ons startpunt. Het is een door onszelf ontwikkelde handige tool, waarmee in één dag de huidige onderwijskundige visie en situatie op een school in kaart gebracht wordt. Dat doen we aan de hand van vier onderwijskundige kernthema’s, of onderdelen daarvan, net waar de school behoefte aan heeft’, legt Bart uit. ‘Op basis van de uitkomsten van de inventarisatie maken we een routekaart voor de stappen die directie en team willen zetten. De routekaart maken we passend bij de beginsituatie en de gewenste ambitie. Daarom noemen we onze aanpak ook SLIM: Samen Leren en Innoveren op Maat. We hebben met deze aanpak inmiddels al verschillende scholen kunnen helpen.’ Yvonne vult aan: ‘Weet je als school al waar je staat en voldoet dat, maar wil je specifiek voor een of twee belangrijke thema’s onze hulp inroepen, dan is dat natuurlijk ook mogelijk. We adviseren juist in deze periode verschillende scholen over online didactiek, formatief evalueren en differentiëren. Door de samenwerking van CPS en Driestar kunnen we bij alle vraagstukken advies en begeleiding op maat bieden, van losse studiemiddagen tot meerjarige trajecten.’

De gelegenheidssamenwerking CPS, Driestar, Somtoday Academie richt zich op het voortgezet onderwijs, maar ook basisscholen kunnen gebruik maken van de SLIM-scan. Het basisonderwijs wordt door Driestar vanuit de labels Driestar onderwijsadvies, ParnasSys Academie en Gynzy Academie bediend. CPS begeleidt het basisonderwijs bij integrale schoolontwikkeltrajecten en op deelgebieden in de school zoals bijvoorbeeld het Jonge Kind en Taal. CPS beschikt daarnaast over de exclusieve licentie vanuit FranklinCovey om scholen in het primair en voortgezet onderwijs te begeleiden in het werken met de 7 gewoonten (persoonlijk leiderschap), ook wel bekend als The Leader In Me.

Geïnteresseerd? Neem vrijblijvend contact op met: Yvonne van den Berg | y.vandenberg@cps.nl Directeur CPS Onderwijsontwikkeling & Advies Dirk Verweij | d.c.verweij@driestar-educatief.nl Manager Driestar onderwijsadvies Bart Vollmuller | a.m.vollmuller@somtoday-academie.nl Manager Somtoday Academie PrimaOnderwijs 55


‘Hoe bereik je het meeste bij zwakke leerlingen en leerlingen met een beperkte leesvaardigheid’ Als leerkracht ga je voor kwaliteit in je vak en het optimaal gedijen van je klas. De Onderwijsdesk helpt je met advies en cursussen.

Emmeliek Boost

Van herkennen tot het aanpassen van instructies: in deze editie geeft Emmeliek Boost, deskundige van de Onderwijsdesk, Gezondheidspsycholoog én auteur van het boek WIN-WIN Werk en Gezin, advies over de omgang met ‘zwakke’ leerlingen en leerlingen met een beperkte leesvaardigheid.

Hoe leren leerlingen goed en kritisch te lezen? Merel uit Krommenie, groep 7 De leesvaardigheid van Nederlandse leerlingen neemt af. De onderwijsinspectie constateerde onlangs dat 35% van de basisschoolleerlingen het streefniveau dat noodzakelijk is om goed te kunnen meedraaien in de maatschappij, niet haalt. Ook na het voortgezet onderwijs heeft een aanzienlijk deel van de leerlingen onvoldoende leesvaardigheden. Verschillende factoren zijn van invloed, zoals de lage leesmotivatie maar ook de rol van sociale media. We weten dat sociale media de woordenschat van leerlingen blijken te vergroten, maar er zijn ook zorgelijke effecten. Denk aan de beperkte dialogen op online platformen, de ingekorte teksten die vooral gericht zijn op snelle interactie en communicatie met de doelgroep. Het zorgt ervoor dat leerlingen een korte spanningsboog hebben, snel afgeleid zijn en weinig doorzettingsvermogen hebben. Uit onderzoek blijkt dat de leesvaardigheid toeneemt, wanneer er interactief met de leerlingen gepraat wordt over de inhoud van de gelezen tekst. Tekstgerichte vragen zoals ‘Hoe zou de hoofdpersoon zich voelen?’ en ‘In welke tijd speelt het verhaal zich af?’ 56

helpen leerlingen om de tekst goed te (her)lezen, een kritische houding aan te nemen en na te denken over de inhoud. Daarbij is het verleidelijk om met de klas af te dwalen over wat leerlingen over het onderwerp bijvoorbeeld op de televisie hebben gezien. Het advies is: Blijf bij de inhoud van de tekst. TIP Word ook de lees-en taalspecialist van jullie school en volg de meerdaagse cursus lees- en taalspecialist begeleid door o.a. drs. Marije van Oostendorp orthopedagoog-generalist, auteur, gespecialiseerd in leerproblemen. Deze cursus start op vrijdag 6 november 2020 (locatie Onderwijsdesk) of online op donderdag 26 november 2020.

Hoe kan ik de instructie aanpassen aan ‘zwakke’ leerlingen? Nienke uit Lelystad, groep 3 Zwakke leerlingen zijn gebaat bij extra instructie en begeleide auditieve en visuele inoefening. Stel: het gaat om de letter /k/ leren schrijven en extra instructie- en oefentijd blijkt daarbij nodig te zijn. Laat de leerlingen dan nog eens stap voor stap zien hoe je


Cursusagenda 2020-2021 de letter /k/ schrijft. Doe dat door ze bijvoorbeeld de letter /k/ aan te bieden via stippellijntjes of knip de letter /k/ uit en laat leerlingen met hun wijsvinger de letter /k/ volgen, zodat ze ook motorisch de letter inprenten. Sta daarbij ook stil bij de verwachtingen die je van deze leerlingen hebt. Je verwachtingen van ‘zwakkere’ leerlingen beperken mogelijk ook groei. Wanneer je vertraging merkt, verwacht je vaak onbewust dat een leerling wellicht ook met andere letters of bijvoorbeeld met het lezen meer moeite zal gaan hebben. Helaas blijkt uit onderzoek dat leerlingen zich naar deze verwachtingen gaan gedragen. Het blijkt effectiever om hoge verwachtingen te hebben en voor alle leerlingen dezelfde doelen te stellen. Hierdoor creëer je voor alle leerlingen gelijke kansen op succes. Sommige leerlingen hebben gewoon meer tijd nodig! TIP Wil je meer weten over de ins en outs van expliciete directe instructie (EDI)? Meld je aan voor één van de cursussen die Sherrill Woldberg of Marcel Schmeier verzorgen: online en/ of op locatie. Voor EDI kleuters staat Sherrill op donderdag 12 november a.s. bij de Onderwijsdesk klaar om jullie een inspirerende dag te bezorgen.

Hoe herken ik leerlingen die onderpresteren? Jos uit Weert, docent VMBO Onderpresteerders kunnen lang onder de radar blijven doordat ze met de stroom meegaan. Ze zullen een voorkeur ontwikkelen voor werk dat hen gemakkelijk afgaat en dat gegarandeerd succes met zich meebrengt. Uitdagende opdrachten zullen ze bij voorkeur vermijden, omdat de kans groot is dat het hen niet in één keer lukt. Het kan ook zijn dat deze leerlingen gemakkelijk verveeld en/of gefrustreerd raken en storend gedrag vertonen in de klas. Vaak lopen ze op een later moment tegen moeilijkheden aan, op de middelbare school of bij een vervolgopleiding. Dat komt omdat ze niet hebben geleerd om zich in en door te zetten. Het is niet zozeer onwil, maar het ontbreekt onderpresteerders vaak aan leerstrategieën en het gewoon niet weten wat ze moeten doen wanneer leerstof moeilijk wordt. Het is daarom van belang om onderpresteerders op tijd te herkennen en te achterhalen waar het onderpresteren vandaan komt om de leerling goed te kunnen begeleiden. TIP Hoe draai je onderpresteren terug met het 6 stappenplan? Volg de online-cursus Onderpresteren op donderdag 12 november 2020, begeleid door René Lous, (mede-) eigenaar van Het TalentenLab, gespecialiseerd in o.a. mindset en onderpresteren.

Online én Coronaproof op onze locatie! Sociaal-Emotioneel Leren (PO) Een positieve en veilige sfeer. Voorkom gedragsproblemen. di. 24 november 2020 dr. Kees van Overveld Hoogbegaafdheid & Klassenmanagement (PO) Instructie, formatief werken, metacognitie in de les & meer! wo. 25 november 2020 Sherrill Woldberg MSc. Waarderend Veranderen (PO & VO) De 5 stappen van het waarderend veranderproces. Aanrader voor IB’er, zorgcoördinator, schoolleider en bestuurder. do. 26 november 2020 René Lous Lees- en Taalspecialist (PO) Lees- en spellingsproblemen, TOS, meertaligheid & meer! start do. 26 november (6x op donderdag) 2020 drs. Marije van Oostendorp dr. Madelon van den Boer dr. Elise de Bree Hoogsensitieve kinderen (PO & VO) Het hoogsensitieve brein, faalangst, woedeuitbarstingen & meer! vr. 11 december 2020 drs. Esther Bergsma Expliciete Directe Instructie (VO & MBO) Tips en technieken voor een goede les. EDI module Instructie + module Doelen. wo. 27 januari 2021 Brigitta Mathijssen Kijk voor meer cursussen en cursusdata op

onderwijsdesk.nl

voor hulp bij leer- en gedragsproblemen in de klas!

Speciaal voor PrimaOnderwijs beantwoorden de deskundigen van de Onderwijsdesk echte vragen van leerkrachten uit het hele land. Deze tips (en cursussen) zorgen ervoor dat je klas (nog) beter floreert. Heb jij een vraag voor de Onderwijsdesk? Mail dan naar info@onderwijsdesk.nl PrimaOnderwijs 57


Enthousiasmeer jouw leerlingen voor W&T met de Eureka!Cup Nieuw seizoen 2020-2021 is vanaf oktober gestart De drone die Nederland beschermt, navigeren zonder satellieten of het maken van energieke toetjes. Dit zijn realistische uitdagingen van bedrijven en overheidsinstellingen waar jouw klas nu ook oplossingen voor mag bedenken: welkom bij het nieuwe seizoen van de Eureka!Cup! Door Esmee Weerden

De Eureka!Cup 2020-2021 is een landelijke ontwerpwedstrijd met technologische en wetenschappelijke vraagstukken voor jongeren uit leerjaar 1 tot en met 3 van havo en vwo. Vanaf oktober staat weer nieuw lesmateriaal online van zes toonaangevende bedrijven en overheidsinstellingen zoals Defensie, Kuijpers en Wij Techniek. Door actief mensen uit het onderwijs, het bedrijfsleven en de overheid bij elkaar te brengen,

weet organisator Stichting Techniekpromotie heel effectief techniek in het onderwijs te integreren. Brigitte van Helden, directeur Stichting Techniekpromotie: ‘Door de krachten uit verschillende werkvelden te bundelen, zijn we in staat om scholieren op een laagdrempelige manier te enthousiasmeren voor wetenschap en technologie (W&T). Scholieren worden uitgedaagd om na te denken over vraagstukken die nu en in de toekomst steeds relevanter worden. Zo stijgt de vraag naar duurzame producten, maar hoe pak je dit aan? Kuijpers vraagt leerlingen een installatieplan op te stellen voor het maken van duurzame toetjes waarmee ze voedingsmiddelenbedrijven helpen om de volgende innovatieve stap te zetten. Middels het lesmateriaal worden de leerlingen in dit proces begeleid.’

Vakoverstijgend project De ontwerpvraagstukken van de bedrijven en overheidsinstellingen zijn in de vorm van lesmateriaal beschikbaar met ontwerpend leren als uitgangspunt. In het cyclisch proces van ontwerpend leren doen de leerlingen onderzoek, bedenken ze een oplossing en werken ze de oplossing uit in een product. De Eureka!Cup gaat zelfs nog een stap verder: naast kennismaken met wetenschap en techniek en het toepassen van de ontwerpcyclus, stimuleert de ontwerpwedstrijd ook de taal-, reken-, creatieve, cognitieve en sociale vaardigheden van leerlingen. ‘In de opdracht van Kuijpers zit niet alleen

58


techniekonderwijs, maar ook een stuk bewustwording: je denkt voortaan meer na over hoeveel energie het produceren van een toetje kost.’ De Eureka!Cup sluit daarmee aan op de kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

De Eureka!Day wordt de Eureka!Cup on Tour

zullen worden door de opdrachtgever en daar hun product mogen presenteren. Uit die vijf wordt de winnaar gekozen. Op deze manier maakt Stichting Techniekpromotie van de Eureka!Day (finaledag) een Eureka!Cup on Tour die volledig past bij de huidige beperkingen in de maatschappij en te allen tijde door kan gaan.

Met behulp van het gratis lesmateriaal doorlopen de leerlingen in groepjes van minimaal 4 en maximaal 5 leerlingen stap voor stap het ontwerpproces. Het project duurt ongeveer 8 weken met gemiddeld 3 uur werk per week. Ook in het nieuwe seizoen zal de grote finale in aangepaste vorm plaatsvinden. Wanneer de teams hun project hebben afgerond, mogen ze het ter beoordeling insturen. Dit kan van 7 december 2020 t/m 12 maart 2021 via de website. Uit alle inzendingen wordt per opdrachtgever een aantal teams geselecteerd voor videogeprekken. De hierna genomineerde teams maken kans op een plek in de finale van de betreffende opdrachtgever. Uiteindelijk gaan er vijf teams door die ontvangen

Aanmelden Aan de start van het project organiseert Stichting Techniekpromotie per opdrachtgever een live webinar. In dit webinar geven zij uitleg over de opdracht en delen zij tips & tricks over de aanpak. Via je aanmelding word je op de hoogte gesteld van de datum. Na afloop is het webinar online beschikbaar om terug te kijken.

Wil je op de hoogte gehouden worden over Eureka!Cup? Geef het aan via onderwijsinformatie.nl/eurekacup Stichting Techniekpromotie maakt zich sterk om wetenschap en technologie te integreren in het leven van kinderen en jongeren van 4 t/m 18 jaar. Zij zijn verbonden aan verschillende educatieve programma’s die samen een doorlopende leerlijn vormen. De Eureka!Cup is een van die programma’s.

PrimaOnderwijs 59


Eindelijk rekenschriften met aandacht en ruimte voor het

goed schrijven van getallen Het is voor een leerling met schrijfproblemen vaak enorm lastig om een antwoord in een werkboek te noteren. Er is meestal onvoldoende ruimte om de antwoorden op te schrijven. Hoe help je deze leerlingen? Wij legden deze vraag voor aan schrijfexpert Gerda Broekstra. DOOR BOUWIENKE WOLTJER

Ruim 10 jaar geleden startte je jouw bedrijf ‘De Schrijfvriend’. Ondertussen ben je specialist op het gebied van kinderen leesbaar leren schrijven. Hoe is dat zo gekomen? Mijn passie om kinderen met zelfvertrouwen te leren schrijven, komt voort uit ruim 28 jaar praktijkervaring als ergotherapeut, gespecialiseerd in behandeling van kinderen met motorische problematiek. Op mijn werkplekken merkte ik dat veel meer leerlingen dan die ene leerling waarvoor ik de hulpvraag ontving, worstelden met leesbaar schrijven. De hulpeloosheid bij leerlingen, kenmerkend door hun opmerking ‘Ik kan toch niet mooi schrijven’, maakte mij strijdvaardig. Een functionele, praktische aanpak om leerlingen met schrijfproblemen leesbaar te leren schrijven, werd mijn missie. Wat gaat er volgens jou mis in het onderwijs als het gaat om leerlingen leesbaar te leren schrijven? Letterlijk en figuurlijk ontbreken tegenwoordig de duidelijke lijn waarop de leerling leert schrijven en de hokjes waarbinnen de leerling leert rekenen. Dit komt onder meer omdat verschillende werkboeken, kopieerbladen, schrijfschriften en ‘gewone’ schriften naast elkaar gebruikt worden. Leerlingen passen continu hun handschrift aan en krijgen niet de kans om met kaders, instructie en veelvuldige herhaling een regelmatig, leesbaar handschrift te automatiseren. Daarnaast is er te weinig besef dat schrijven een 60

motorische vaardigheid is die veel oefening vraagt. Als je geen eigen handschrift hebt geautomatiseerd, moet je én nadenken over de lettervorm én nadenken over het juiste antwoord. Zo wordt je uitvoering een ‘rommeltje’. Schoolsupport heeft jou als schrijfexpert gevraagd voor Steeds beter Rekenen. Wat hebben rekenen en schrijven met elkaar te maken, volgens jou? Veel leerlingen plaatsen niet meer één cijfer in één hokje. Ze ‘proppen’ een (onduidelijk geschreven) tiental of zelfs honderdtal in één hokje. Bij een fout antwoord is de vraag of de leerling een rekenprobleem heeft, of een schrijfprobleem. Is de fout bijvoorbeeld ontstaan omdat getallen niet goed onder elkaar stonden, of is er daadwerkelijk een rekenfout gemaakt? Samen met uitgeverij Schoolsupport ben ik de uitdaging aange-


gaan om rekenschriften te ontwikkelen met een duidelijke structuur om én de cijfers goed te schrijven én de sommen goed uit te rekenen. Hoe zet je als leerkracht de werkschriften Steeds Beter Rekenen in je klas het beste in? De Steeds Beter Rekenen-werkschriften zijn ontwikkeld voor groep 4 t/m 7 en inzetbaar naast elke rekenmethode. Ideaal om leerlingen te ondersteunen bij de aanpak van rekenproblemen en om op een verfrissende manier herhaling van leerstof te bieden aan de hele groep. Dé oplossing voor rekenaars die problemen hebben met fijne motoriek, ruimtelijk inzicht en het organiseren van het rekenwerk.

Naast de Steeds Beter Rekenen-serie hebben we ook Steeds Beter Vermenigvuldigen-werkschriften ontwikkeld. Deze schriften kunnen worden gebruikt om kinderen extra te laten oefenen met de tafels: schrift A is er voor de makkelijkere tafels (bouwsteen 3x4) en schrift B voor de moeilijkere tafels (bouwsteen 7x8). Omdat goed automatiseren vraagt om herhaling, is er naast de werkschriften ook het Steeds Beter Overtrekschrift. Leerlingen oefenen de sommen eerst in het overtrekschrift en kijken de ‘kladversie’ met de antwoordenschriften na. Vervolgens maken ze de sommen in hun werkschrift ‘in het net’. Zo maken leerlingen zich de somstructuren beter eigen, wordt goed schrijven een automatisme en starten leerlingen met zelfvertrouwen aan hun rekenwerk. Constateer je meer schrijfproblemen na een periode van onderwijs op afstand? Schrijven leer je door te schrijven. Ten tijde van het afstandsonderwijs werd er helaas nog minder geschreven. Naast leerkrachten zagen nu ook ouders thuis hoe kinderen stoeien met een onleesbaar handschrift. De serie Steeds Beter Rekenen is daarom ook juist nu zeer waardevol: deze biedt de leerlingen duidelijkheid en structuur bij het leren rekenen en schrijven van cijfers.

Wat voor ideeën heb je, als De Schrijfvriend, zelf nog om het schrijfonderwijs in Nederland te verbeteren? Schrijven is veel meer dan ‘letters op papier zetten’. Dit vraagt van scholen een goede vormgeving van het handschriftonderwijs. Regelmatig wordt er al in de kleutergroepen, zonder instructie, gestart met het schrijven van cijfers en letters, terwijl deze kinderen hier fijn-motorisch en cognitief nog niet aan toe zijn. Vaak wordt dit thuis ook gestimuleerd, met tot gevolg dat kinderen (met een krampachtige pengreep) foute letter- en cijfervormen aanleren. In groep 3 moet dit eerst weer afgeleerd worden, terwijl op dat moment juist het schrijfonderwijs start. Met de schrijfmethode ‘Aan Boord’ bieden wij een unieke aanpak om zorgvuldig te starten met het schrijfonderwijs en delen we veel belangrijke kennis met jullie, om elke leerling met zelfvertrouwen, leesbaar te leren schrijven.

Interesse in de Steeds Beter Rekenen-schriften? Deze serie van uitgeverij Schoolsupport bestaat uit 8 werk- en antwoordenschriften Steeds Beter Rekenen voor de groepen 4 t/m 7, 2 werk- en antwoordschriften (bouwsteen 3x4 en 7x8) Steeds Beter Vermenigvuldigen en het Steeds Beter Overtrekschrift.

Ga voor meer informatie naar schoolsupport.nl/steedsbeter of deschrijfvriend.nl PrimaOnderwijs 61


OnderwÄłstechnologie aanpassen aan de huidige periode zorgen dat de lessen zo k

groepsactiviteiten en kan het

ActivPanel

C

ActivPanel

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

Promethean ActivPanel

Lees meer over Promethean en Screen Share-app

het ActivPanel-assortiment via onderstaande link:


! E L A S R E INT

W

Vanaf 1 decem ber 2020

Profiteer van LAGE PRIJZEN op een brede selectie lesmaterialen, leermiddelen, (lees)boeken en klasmaterialen.

Dé webshop voor het onderwijs!

/wintersale


Nieuw!

MEER LEESPLEZIER IN DE KLAS? nummer numm

ng • 2020 e 1 • 1 jaarga

er 1 • 1 e jaarga ng • 20 20

wereld Maakt je

Maakt je wer eld grot er

groter

Lucas van het jeugdjournaa

sief Exclu ew i v r e int ob met B n r Popco

l

houdt van GRIEZELEN...

O ‘H O E Z K I ZIE AN ER D UIT?’ GEK

MET LO L E R S T E L T

w Geweldig nieu ng boek: De koni van de flat

Lekker VIEZE gedichten

Wat doen je hersenen in een achtbaan? Of bij verliefdheid?

Lekke Onge r mee lo vrien felijke met F zingen dsch a a tusse Louis mke n die ppen e ren en Nu midia

LEQU! in het kort

LEESKRACHT

BESTEL

• zorgt voor plezier bij het lezen • vergroot de woordenschat van ieder kind • klassikaal of individueel inzetten? Jij kiest! • zet Lequ! in naast elke methode • iedere dag een fijne dosis leesmotivatie

Iedere editie van Lequ heeft een speciale leerkrachteditie. Deze staat vol met extra informatie en een speciaal ontwikkeld middenkatern met (didactische) tips. Zo houd je kinderen enthousiast over lezen!

Bestel nu een klassenset voor €49,50 of neem een jaarabonnement voor €16,- per leerling per jaar. En ontvang een leesboek ter waarde van €13,99 of €15,95 Lequ.nl/abonneren

Maakt je wereld groter


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.