nummer 3 • mei/juni 2019 • www.primaonderwijs.nl • verschijnt 5x per jaar •
LEREN DOE JE MET JE HOOFD, HART EN HANDEN!
SLO:
‘Kunstzinnige oriëntatie leert leerlingen om buiten gebaande paden te gaan.’ Rappend het onderwijs in met
MeesterVlogger
Zintuigprikkelend onderwijs in het Openluchtmuseum in Arnhem INTERVIEWS wwf ambassadrice janouk kelderman
‘Met Toekomstkunde kunnen leerlingen zelf in actie komen’ Daisy Mertens is één van de beste leraren ter wereld
‘Het is aan de leraar om van een vlammetje een vuur te maken’
EDG_MEI_001_Cover.indd 1
02-05-19
11:24
www.cps.nl/summerschool
“Heerlijk begin van een nieuw schooljaar”
Summerschool 2019 9e editie Wil je werken aan ontwikkeling en verbreding van je kennis en vaardigheden in een ontspannen, zomerse sfeer?
Dat kan! CPS biedt in augustus een aantal populaire trainingen aan. Ervaren trainers praten je bij over actuele ontwikkelingen binnen het onderwijs en er is gelegenheid voor kennisuitwisseling met vakgenoten aan de start van het schooljaar.
Je kunt in de Summerschool de volgende trainingen bij ons volgen: Leerlingen motiveren 2 dagen | 19 en 21 augustus | vo/mbo
Differentiëren is te leren! 2 dagen | 19 en 20 augustus | vo/mbo
Timemanagement volgens Covey 1 dag | 20 óf 27 augustus | po/vo/mbo
Examentraining Nederlands havo/vwo 1 dag | 21 augustus | vo
Beoordelen van lessen met ‘De zes rollen van de leraar’ 1 dag | 22 augustus | po/vo/mbo
Formatief toetsen in de les 3 dagdelen | 22 augustus en 26 september | vo/mbo
Examentraining Moderne Vreemde Talen 1 dag | 23 augustus | vo
7 Habits voor leidinggevenden 2 dagen | 26 en 27 augustus | po/vo/mbo
Voor meer informatie en aanmelden: www.cps.nl/summerschool
CPS Adv Summerschool_Pag2_MeiJuni2019.indd 1
23-04-19 13:46
@primaonderwijs @primaonderwijs @primaonderwijs
18
4
Leren doe je met je hoofd, hart en handen in het Openluchtmuseum in Arnhem 14 17 20 23 24 28 32 36 40
Interview Daisy Mertens; één van ‘s wereld beste leraren
SLO: Zo stel je het creatieve proces voorop Rekenen met de spellen van Rekenduo De Meerkoet praat mee over het curriculum Vmbo-keuzevakken verbreden of verdiepen? Met zelfvertrouwen Engelse les geven Het belang van goede studiekeuzevoorlichting Goed voorbereid met Stepping Stones Junior Rappend het onderwijs in met MeesterVlogger Eureka! Omgaan met hoogbegaafde leerlingen
Inhoud 43 44 49 50 52 54
Column Esther van der Knaap Vraag het de Onderwijsdesk Educatief loopgravenproject WOI Online buddysysteem Schoollink Juf Sam geeft expressie-onderwijs De boeken van CPS
13
8 Janouk Kelderman over WWF-lessen
Toekomstkunde
10 46
Agnesschool op bezoek bij het Eneco EnergieLab
34 Zo voorkom je de app-nek en swipe-duim
Met 160.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals. PrimaOnderwijs is een uitgave van
Juf Maike is nieuwe columniste PrimaOnderwijs
Kinderarmoede: wat kun je er op school tegen doen?
COLOFON: Hoofdredactie Vanessa Pelle (vpelle@edg.nl) Vormgeving Martin Hollander Medewerkers Brigitte Bloem, Tefke van Dijk, Frederiek Flik, Mandy Kok, Marleen Kuijsters, Erik Ouwerkerk, Lore Smit, Tom Venema & Malini Witlox Foto’s Human Touch Photograpy, iStock, Shutterstock. Redactie 030-241 70 44, redactie@primaonderwijs.nl, postbus 40266, 3504 AB Utrecht Sales 030-241 70 21, account@edg.nl Klantenservice 030-241 70 20 klantenservice@edg.nl Verschij ning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 5 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een tweewekelijkse nieuwsbrief en de website primaonderwijs.nl ©Copyright 2019 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelingen.
Leren doe je met je hoofd, hart en handen in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem Een groepje meiden verzamelt zich jubelend rond een groot scherm. In stilstand wordt er onder luide aanmoediging hard gerend en even snappen we niet wat ze aan het doen zijn. Wanneer een van de meiden een stap naar achter doet, kruipen we ertussen en zien een rennend hert op het scherm in een prachtig natuurgebied. Het meisje dat zich terugtrok, kijkt ons sip aan. ‘Ik vind het zo zielig. Ik kan niet kijken…’ Het hertje ontsnapt en de boodschap is duidelijk: als jager moest je hard kunnen rennen. Het is slechts een onderdeel van de interactieve canontentoonstelling in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem, dat de zintuigen laat prikkelen! door vanessa pelle & lore smit
4
Het Openluchtmuseum in Arnhem is een echt museum, met een echte collectie, maar met de visie dat een bezoek de zintuigen moet prikkelen. ‘En dat doe je niet met je handen op je rug en een ademafdruk op een vitrinekast’, zegt Maaike van Dam van het Openluchtmuseum. ‘Via diverse projecten kunnen leerlingen van de basisschool en onderbouw van het voortgezet onderwijs op een unieke manier de vensters van de Nederlandse canon ervaren. Je ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft hoe het dagelijkse leven door de eeuwen heen is geweest.’
Filmset De tentoonstelling voelt als een bezoek aan een filmset, met prachtige decors, projecties, metersbrede beeldschermen en bombastisch geluid. Maaike: ‘Juist de combinatie van de collectie met interactieve elementen zorgt ervoor dat delen uit de Nederlandse geschiedenis veel beter beklijven.’ De canon is een binnenmuseum onder een enorme koepel, terwijl het Openluchtmuseum buiten over 44 hectare grond beschikt. Olaf Peters, conceptontwikkelaar educatie bij het museum legt uit: ‘We hebben hier bijna 100 authentieke locaties: variërend van boerderij tot fabriek, van woonhuis tot molen. Als je daar hele moderne snufjes laat zien zoals projecties en interactieve elementen, dan matcht dat niet met die beleving. Het scholenbezoek aan de canontentoonstelling combineren we altijd met activiteiten buiten. We starten binnen met het maken van multimediale opdrachten. De leerlingen van groep 7 en 8 van het primair onderwijs worden in groepjes opgedeeld en gaan met iPads en een microfoon als reporters de verschillende tijdvakken ontdekken. Ze spelen scènes uit een tijdvak na, interviewen historische figuren, maken foto’s en video’s. Met een speciale tag kunnen ze verborgen luikjes openen. Hier vinden ze extra objecten of tekstborden om te gebruiken voor hun item. Elke groep doet een periode aan waardoor je uit-
eindelijk een journaal overhoudt met aandacht voor alle tijdvakken, van hunebedden tot de euro. Deze filmpjes worden automatisch gemonteerd en we sturen de klas aan het eind van de dag hun eigen journaal, Het Nieuws Van Toen. Zij kunnen dit dan klassikaal terugkijken. Veel klassen gebruiken het journaal gedurende het jaar, bijvoorbeeld als ze een nieuw tijdvak gaan behandelen.’
Kleine verhalen in grote context ‘Juist omdat het museum het dagelijkse leven van de normale mens belicht, maakt dit een ‘once in a lifetime experience’, vindt juf Désirée van basisschool de Wizzert, hier vandaag met haar groep 7/8 aanwezig. ‘Dit vergeet je nooit meer! Kinderen komen bijna niet meer in musea, maar dit museum brengt onze cultuur tot leven. De digitale tijd wordt gebruikt om de tijd van toen te leren kennen. Ik kijk mijn ogen uit!’ Ze voegt zich bij een groepje dat net op het punt staat een Romein op de markt te interviewen. ‘3, 2, 1, GO’, dirigeert één van de jongens terwijl hij met een lampje op zijn hoofd zijn klasgenoten bijschijnt. ‘Ho! Opnieuw! De microfoon zat niet in de iPad.’ In een ander tijdvak buigen leerlingen zich over de vraag: ‘Waar staat de VOC eigenlijk voor?’ Drie leerlingen spelen hardop met de letters om woorden te bedenken. Met een beetje hulp van een begeleidende vader komen ze op Verenigde OostIndische Compagnie. ‘Zie je, met z’n drietjes komen jullie er wel’, grapt hij. Ondertussen gaat het er wild aan toe bij de handelsmissie. Leerlingen in een interactief handelsspel leven zich helemaal in. Met een beetje van vroeger en een beetje van nu: ‘Ga loesoe, ga loesoe! Nu, nu!’
Hier is de actie! Maar liefst 40.000 leerlingen per jaar ontdekken op deze manier de Nederlandse geschiedenis. Olaf: ‘Het levert echt een bijdrage aan het onderwijs. Het is geen
vervanging van de lessen maar wel een verrijking ervan. Hier is de actie! Hier is het voelen en ervaren. We zoeken uniciteit en doen hier niet wat je ook op school kunt doen. Het is wel aan te raden om aan een van de schoolprojecten deel te nemen, want zonder museumbegeleiding kunnen leerlingen verloren raken in deze ‘snoepwinkel’. Bij de canontentoonstelling voor het voortgezet onderwijs kiezen leerlingen een thema. Aan de hand daarvan gaan ze door de tijdvakken heen. Voor het voortgezet onderwijs is dat bijvoorbeeld Oorlog & strijd, Eten & drinken, Sport & spel en Beroemd, berucht & bijzonder. Zowel voor het VO als het VMBO en de bovenbouw basisonderwijs maak je een video ter eindafsluiting.’
Letterlijk proeven Maaike vervolgt: ‘In bijna elk project wordt een deel van de canon ingebed met activiteiten buiten. Na de canontentoonstelling gaan ze bijvoorbeeld fietsen met 10 kilo aardappelen achterop. Bij de Dodendraad uit de Eerste Wereldoorlog spelen ze een scène met smokkelaars en douaniers na. In de Indische wijk gaan ze roedjak maken. Tijdvakken staan alleen centraal bij de canonprojecten. In één van onze andere projecten, Feest, gaan we in op de oude en nieuwe feesten en de uitingen daarvan. We laten de feesten uit onze multiculturele samenleving zien, inclusief hapjes. Hiervoor gebruiken we wel ingrediënten uit de tien tijdvakken. Door letterlijk te proeven maken ze kennis met verschillende culturen.’ ‘Of Restart’, voegt Olaf toe. ‘Dat
6
gaat over migratie. Leerlingen proberen de inburgering te halen. In het park moeten ze werk zoeken, het land leren kennen en vrienden maken. Ze ervaren dat dit niet makkelijk is, daar zorgen de gastvrouwen in het museum ook voor. Bij het project Brood ga je echt ploegen, zaaien en dorsen. Bij Architecten gezocht ga je ontwerpen en bij het project Bouwen ga je aan de slag als historisch bouwer.’ Olaf en Maaike raken niet uitgesproken over de vele projecten voor alle niveaus, inclusief voorbereidende lessen. Eén ding is duidelijk: hier in het Openluchtmuseum in Arnhem leer je met je hoofd, hart én handen!
Laat je inspireren op openluchtmuseum.nl/lespakket
1 app, 50 e-books
Bespreek het in de klas! Dankzij de VakantieBieb blijven duizenden kinderen in de zomer doorlezen. Dat is geweldig, want doorlezen in de zomer voorkomt een terugval van het AVI-niveau. Deze zomer staan er maar liefst 50 e-books in de VakantieBieb, waarvan meer dan 30 jeugdtitels. Je kunt de gratis app downloaden van 1 juni t/m 31 augustus 2019. Vanaf 1 juli
zijn ook de titels voor volwassenen beschikbaar. Voor iedereen. Je hoeft geen lid te zijn van de bieb. Kinderen van 6 t/m 18 jaar maken bovendien kans op een iPad mini. Hoe? Door ons te laten weten wat hun favoriete e-book uit de VakantieBieb is. Check snel de site en bespreek de VakantieBieb in de klas!
Kijk voor meer informatie en de actievoorwaarden op www.vakantiebieb.nl
Wereld Natuur Fonds © naturepl.com / Edwin Giesbers / WWF
omarmt educatie
WWF-ambassadrice Janouk Kelderman:
‘Het verschil kunnen maken zit vaak al in kleine dingen. Dat maakt het lesprogramma Toekomstkunde inzichtelijk!’ Met het nieuwe lesprogramma Toekomstkunde van het Wereld Natuur Fonds (WWF) laat Het Klokhuis-presentatrice Janouk Kelderman vanaf september 2019 leerlingen in groep 5, 6, 7 en 8 zien hoe zij kunnen bijdragen aan een betere wereld. ‘En dat gaat niet over het aanschaffen van een Tesla als ze ouder zijn, maar over het zaaien van bloemen nú voor de insecten in de achtertuin of het maken van duurzame keuzes in bijvoorbeeld plasticgebruik’, aldus de ambassadrice van WWF. ‘Kinderen zijn enorm betrokken bij de wereld. Ze stellen vragen en voelen een urgentie om in actie te komen, maar weten vaak niet hoe. We willen kinderen laten ontdekken dat ze zelf echt verschil kunnen maken, want dat zit vaak al in kleine dingen.’ door vanessa pelle
© Simon Lorenz / WWF-Hong Kong
Leerkrachten die zich aanmelden voor het lesprogramma ontvangen vanaf september elke week een downloadlink naar werkbladen, video’s en achtergrondinformatie. ‘Toekomstkunde sluit daarmee zoveel mogelijk aan op de actualiteit’, stelt Janouk. ‘Als er een walvis aanspoelt met veertig kilo plastic in zijn maag, dan hebben kinderen daar vragen over. Met de werkbladen kun je meteen op een positieve manier op een actualiteit inspringen. 8
Want wat kunnen zij in hun eigen omgeving doen om het plastic in de wereld te verminderen? De lessen maken leerlingen bewust dat ze als kind, als mens, onderdeel uitmaken van de natuur en zelf invloed hebben op hun eigen toekomst en een betere wereld. We laten dat zien met werkbladen en opdrachten, waar ze bovendien ook andere vaardigheden mee opdoen, zoals het vormen van een eigen mening, het in actie komen, onderzoeken en samenwerken. Onlangs sprak ik een achtjarig meisje dat vertelde dat ze geen ballonnen op haar verjaardag wilde. Die zouden weleens in de natuur terecht kunnen komen. Dat is kennis! Het laat zien dat je met educatie de wereld kunt verbeteren. Dat omarmt WWF. En als ambassadrice kan ik samen met hen die doelen en dromen proberen te realiseren.’
© natur
een zondagmiddag bij een klimhal. Een groepje kinderen kwam daar naar me toe. “U bent toch van Het Klokhuis? We hebben de aflevering gezien over composteren en gaan nu zelf een wormenhotel met de klas bouwen.” Ze hebben uit zichzelf aan de leerkracht gevraagd of ze het materiaal hiervoor mochten aanschaffen. In de aflevering lieten wij zien hoe je een wormenhotel met drie emmers kunt maken. Dat willen ze nabouwen, zodat ze de compost kunnen gebruiken voor hun schooltuin. Toekomstkunde is wat dat betreft vergelijkbaar. Het geeft kinderen inspiratie om aan de slag te gaan voor een duurzamere toekomst.’
Kant-en-klaar Door het gemak van de werkbladen is de drempel voor de leerkracht laag, denkt Janouk: ‘Het is voor de leerkracht heel relaxed, want je haalt een kant-enklaar programma in huis waarmee leerlingen elke week zo’n 30 minuten aan de slag gaan met de thema’s natuur, duurzaamheid, klimaat en/of wilde dieren. Je hoeft er zelf niets meer voor te doen, het past goed in bijvoorbeeld een weektaak. Wil je de les toch wat groter maken? Dan kan dat door de aanvullende informatie ook op een eenvoudige manier.’ © Mitch Blaauw Fotografi e
Urgentie WWF-Ranger Dat Janouk ambassadrice is van WWF en het boegbeeld van Toekomstkunde lijkt bijna vanzelfsprekend. ‘Ik was als kind zelf een WWF-Ranger! Ik ben ook opgegroeid in een groen gezin. Pas toen ik vanuit de Achterhoek naar het westen verhuisde, merkte ik dat de liefde voor dier en natuur niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Nu ik ouder ben, vind ik die opvoeding heel waardevol en zet ik me er voor in dat ieder kind hiermee in aanraking kan komen.’ In het lesprogramma doet Janouk dat door de leerlingen tips, weetjes en opdrachten te geven. Hierbij staat de nieuwsgierigheid en bereidheid van kinderen om in actie te komen voor een betere wereld centraal. ‘Vorige week was ik op
© naturepl.com / Tony Heald / WWF
De betrokkenheid van Janouk is voelbaar. ‘Ik houd me al jaren bezig met duurzaamheid en het behoud van de aarde. Op mijn Instagram ben ik in februari begonnen met Duurzame Dinsdag-video’s. Alle kennis die ik opdoe over duurzaamheid, mede door Het Klokhuis, deel ik. In Nederland lijkt het nog onduidelijk wat wel en niet duurzaam is. Soms denk ik dat we er onze ogen voor sluiten. Wat dat betreft zouden we meer naar andere landen moeten kijken. In Nieuw-Zeeland zag ik met mijn eigen ogen hoe ver ze daar zijn met duurzaamheid. Supermarkten zijn er grotendeels plasticvrij en je kunt op bijna iedere straathoek je afval scheiden in acht verschillende bakken, van blikjes en gewoon plastic tot aan papier en glas in drie kleuren. Ook hoef je voor een plastic tasje niet in de supermarkt aan te kloppen, mensen nemen zelf hun duurzame tas mee. Duurzaamheid wordt daar echt door iedereen, door mensen, door bedrijven én door de overheid gedragen. Als het in alle lagen urgentie heeft dan kunnen we de problemen in de wereld samen aanpakken! Kinderen spelen hier een ontzettend belangrijke rol in. Zij zijn de toekomst!’
Meld je aan!
Toekomstkunde is gratis en begint vanaf de tweede week van september 2019. Vanaf dan is er wekelijks een werkblad met achtergrondinformatie beschikbaar over een actueel onderwerp, gelinkt aan natuur, duurzaamheid, klimaat en/of wilde dieren. Vallen er zeecontainers van een schip in de Waddenzee? Tonen wetenschappers aan dat insecten massaal uitsterven? Grote kans dat zulke onderwerpen terugkomen in een Toekomstkundeles. Aanmelden is vanaf nu mogelijk. Dat kan via wwf.nl/toekomstkunde PrimaOnderwijs 9
Agnesschool bezoekt
Eneco EnergieLab ‘Zet jullie oren goed open’, zegt juf Corrie tegen de 28 leerlingen die vandaag op bezoek zijn bij het Eneco EnergieLab. ‘Jullie gaan veel leren!’ En dat klopt. Aan het eind van de ochtend delen de leerlingen al een belangrijke gedachte: ‘We kunnen zelf veel doen om energie te besparen.’ Hoe ze daartoe gekomen zijn, ondervinden we zelf als we deze ochtend met de klas meelopen. door vanessa pelle & frederiek flik
Wij zijn op een bijzondere plek, in de schaduw van de imposante windmolen op windpark Autena in Vianen waar groep 6/7 van de Agnesschool uit IJsselstein vandaag les krijgt. ‘Deze windmolen zorgt voor alle energie die we in dit lab gebruiken’, zegt EnergieExpert Cor. Cor is hier vandaag met zijn collega Roel om les te geven in het EnergieLab. Cor: ‘Wij zijn beiden oud-werknemer van Eneco. Op het gebied van duurzaamheid loopt Eneco al jaren voorop. Om duurzaamheid over te brengen aan deze jonge generatie is fantastisch! We hopen dat ze na een bezoek gemotiveerder zijn om over duurzaamheid na te denken, en dat ze willen handelen.’ Roel: ‘We planten hier een zaadje. Het is altijd afwachten wat eruit komt, maar wat vaak wel blijft hangen, is de energie die ze kunnen besparen in hun eigen wereld.’
Sluipverbruik Wanneer Cor aan de klas vraagt wie er allemaal een mobiele telefoon heeft, gaan vrijwel alle handen de lucht in. Evenveel handen volgen op de vraag wie de
10
telefoon ‘s nachts oplaadt. ‘Een telefoon doet er anderhalf uur over om op te laden. 100 procent is 100 procent. Het extra laten opladen is zinloos. Dat heet sluipverbruik. Wisten jullie dat het gemiddelde sluipverbruik per jaar zo’n 90 euro per huishouden kost?’ Dit keer zijn het niet alleen de kinderen die reageren, maar kijken ook de begeleidende ouders elkaar aan. ‘Heel goed’ vindt Roel. ‘Als ook zij weggaan met een stukje meer bewustzijn, hebben wij het goed gedaan!’
Innovatiemuur Het is tijd voor een filmpje. Roel: ‘Overal gebruik je energie voor. In dit filmpje laat Dolores Leeuwin, die jullie kennen van Het Klokhuis, zien wat fossiele energie is en schone energie. Cor, gooi er eens wat energie in’, grapt Roel naar zijn collega om de video te starten. Terwijl de leerlingen kijken, bereiden de mannen zich voor op het vragenvuur dat zo op hen af zal komen. Roel lacht: ‘Let maar op. Dat is geweldig! Vragen over auto’s op waterstofgas, vliegtuigen op zonnepanelen, hoe we zonder olie nog plastic kunnen
maken. Veel nieuwe materialen moeten nog ontdekt worden en dat prikkelt leerlingen enorm. Je ziet de radartjes draaien. We hebben hier een ruimte gemaakt voor innovatie. Daar kunnen leerlingen hun ideeën opschrijven en aan de muur hangen.’
Goed voor milieu Wanneer de video gestopt is, schieten de vingers inderdaad de lucht in. Wat is het meest vervuilende beroep van de wereld? Kun je op zonnepanelen staan? Is een elektrische fiets schoon? Valt de energie uit als een windmolen in het water staat? Hoeveel kost het maken van een windmolen? Cor heeft nog ruimte voor een laatste vraag. Hoeveel windmolens zijn er eigenlijk in Nederland? ‘Dat zijn er 2500’, zegt hij. ‘Eén windmolen kan al 3000 huizen van energie voorzien. En er komen veel meer windmolens bij, ook in de zee. Dat heeft nog een groot voordeel: er mag rondom de windmolens niet gevist worden. Je ziet nu al dat daar veel vissen worden geboren. Dat is heel goed voor het milieu!’
Vakoverstijgend Juf Corrie, zelf 16 zonnepanelen op haar dak, kijkt trots naar haar leerlingen: ‘Ze zijn enorm betrokken. Maar deze heren geven dan ook goed les. De leerlingen leren wat fossiele brandstof is, wat schone energie is en wat de energietransitie inhoudt. Ze leren veel nieuwe woorden én rekenen blijkbaar! Een leerling vroeg: als de windmolen 100 meter hoog is en de lift er 4 minuten over doet om boven te komen, hoeveel kilometer per uur gaat de lift dan?’ Ze lacht: ‘Dat is behoorlijk vakoverstijgend!’
Meteen resultaat Nu de klas kennis heeft gemaakt met de basisbeginselen is het tijd om zelf op ontdekking te gaan. De klas wordt in groepjes opgedeeld. Er is een minihuisje waar je leert hoeveel energie je in een huis verbruikt. Bij het zonnespel ertegenover kunnen leerlingen door vragen juist te beantwoorden, een zonne-
Wil jij ook een gratis bezoek brengen aan het Eneco EnergieLab?
Juf Corrie: ‘We moeten als maatschappij een omslag maken. Het is belangrijk dat leerlingen dat meekrijgen.’
kanon in werking stellen waardoor een autootje gaat rijden. De leerlingen zijn apetrots wanneer ‘hun auto’ net iets dichter bij de eindstreep komt dan de groep voor hen. Ondertussen wordt er bij de windturbine hard gejuicht. Aan drie tafels zijn rotoren in bijzondere vormen geknipt en geniet aan een stok. Plat, gebogen, groot, klein, hard, zacht. De rotoren worden in de windturbine getest en vol spanning kijken de leerlingen (en ouders) toe. ‘Dit is geweldig’, zegt een vader, misschien nog wel trotser dan het groepje dat hij begeleidt. ‘Je bouwt iets en ziet meteen resultaat! Maar ze hebben het helemaal zelf gedaan hoor. Echt waar!’
7 procent schone energie Volgens juf Corrie zou iedereen een les als vandaag moeten volgen. ‘We moeten als maatschappij een omslag maken. Het is belangrijk dat leerlingen dat meekrijgen. Ik heb vandaag geleerd dat we slechts 7 procent schone energie gebruiken. We hebben veel winst te boeken! Windmolens hebben een functie, net als zonnepanelen. Niet iedereen vindt het mooi, maar ze zijn ontzettend belangrijk. Daar leren de leerlingen over. En straks vertellen ze thuis dat de stekker ’s nachts uit het stopcontact moet en dat 5 minuten douchen genoeg is. Dat is een begin. Ik heb het volste vertrouwen in mijn klas!’
Kijk op enecoenergielab.nl voor meer informatie, aanmelden en bijbehorend lesmateriaal.
Democratie en politiek voor groep 7 en 8 De Derde Kamer der Staten-Generaal
Derde Kamer
Bestellen? Bestel het gratis lespakket via: www.prodemos.nl/derdekamer
Ieder jaar op de derde dinsdag in september is het
Ieder leskoffertje heeft 4 lessen. Een les bestaat uit een filmpje,
Prinsjesdag; een goede aanleiding om in de klas
opdrachten en eindigt met een debatspel waarin de leerlingen met
aandacht te besteden aan politiek en democratie.
elkaar in debat gaan als echte Kamerleden. Op www.derdekamer.nl
Wie is de baas in Nederland, hoe worden wetten
vindt u de filmpjes en informatie over hoe de Nederlandse
gemaakt, wat zijn verkiezingen en nog veel meer
democratie werkt.
informatie. Bestel een gratis leskoffertje met
De Derde Kamer is een gratis interactief lesprogramma over
lesboekjes voor 30 leerlingen en ga aan de slag.
democratie voor leerlingen van groep 7 en 8 gemaakt op initiatief van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal i.s.m. ProDemos.
column
‘Juf,
wanneer gaan we nou????’
Het is een mooie, toch wel wat frisse lentedag. Groep 1/2 heeft het druk. Middenin het thema Dieren vliegen de beeeeh’s, booooeeee’s en toktoktokken door het lokaal. ‘Juf, wanneer gaan we nou naar de kinderboerderij?’ De kinderen van de hele kleuterunit staan te trappelen. Maar er staat eerst iets anders tofs op het programma. Een hele lieve opa heeft voor de klas nestkastjes getimmerd. Let wel: voor elk kind één! 30 nestkasten inclusief gebeitst dak, een rondje voor de vogels om in te vliegen én een klepje om na een aantal weken te kunnen kijken naar het nest en de eitjes. Wat een werk en wat mooi dat hij dat voor ons heeft gedaan! De pareltjes uit ons vak. De opa regelde er zelfs nog een oud-meester bij, die kwam vertellen over de koolmees, waar het nestkastje voor bedoeld is. Met zo’n mooie meestervertelstem en van die vertelpauzes waarin je een speld kunt horen vallen. Daar kan ik nog veel van leren.
Al mijn kleuters gaan knetterhard aan het werk en maken de mooiste creaties. Er wordt ondertussen wat afgekletst over de verf, de vogels, de nestkastjes en de kinderboerderij. Helaas vang ik niet zo veel op, ik ben veel te druk met foto’s maken, verf regelen, schorten helpen aan- en uittrekken, mijn jurk beschermen tegen de met-verfkwast-door-de-klas-lopende-kleuters, vragen van moeders beantwoorden, kwasten uitspoelen, handdoeken pakken voor omgegooide spoelpotjes en kinderen die klaar zijn naar buiten bonjouren. Terwijl de hele klas buiten rondrent, want in spanning voor de kinderboerderij, zijn de laatste twee jongens nog supergeconcentreerd aan het werk. Als de laatste zijn kwast zorgvuldig neerlegt en verzucht ‘Zo, ik ben klaar’, is het eindelijk tijd om te gaan. Tijdens de looptocht naar de kinderboerderij komen er veel poep-grappen voorbij. Kleuters hè. Poep-broek, poep-vogel, poep-boom, poep-bloesem, poep-dieren... Ze hebben net geleerd dat twee woorden een nieuw woord kunnen vormen. Die les zit er in ieder geval goed in! Het spelen gaat goed, er valt geen onvertogen woord. Ik zie kinderen over hun dierenangsten heen komen, hooi regelen om de schapen te kunnen voeren, liefdevol de geitjes aaien en stiekem de kippen knuffelen. Het zonnetje breekt langzaam door en de voorspelde regen valt niet. Wat een topdag. Mag ik dit nog 100.000 keer zo?
Juf Maike (jufmaike.nl)
PrimaOnderwijs 13
21ste eeuwse vaardigheden
Hoe stel je het creatieve proces voorop? De wereld verandert in een hoog tempo. Complexe maatschappelijke kwesties vragen om innovatieve oplossingen, omdat standaardoplossingen vaak niet meer voldoen. Het onderwijs kan eraan bijdragen dat leerlingen nieuwe ideeën voor oplossingen ontwikkelen. Hoe? Door het creatief denken en handelen te stimuleren.
‘Op zich kan creatief denken en handelen natuurlijk in alle vakinhoudelijke domeinen aan bod komen. Maar juist kunstzinnige oriëntatie leent zich er bij uitstek voor’, stelt Stéfanie van Tuinen (leerplanontwikkelaar kunst en cultuur bij SLO). ‘Kunstzinnige oriëntatie leert leerlingen om buiten gebaande paden te gaan, nieuwe kennis en vaardigheden te ontwikkelen en nieuwe samenhangen te zien.’
Zwengel de verbeeldingskracht aan Hoe kun je nu de verbeeldingskracht van kinderen ‘aanzetten?’ Stéfanie geeft een voorbeeld: ‘Mijn collega uit het werkveld Karin Kotte vraagt groepen vaak eerst om een vis te tekenen. Het resultaat is dat ze veel vergelijkbare vissen te zien krijgt. Vervolgens toont ze diverse bronnen over vissen: foto’s, filmpjes met muziek erbij, informatie uit de krant. Tijdens haar presentatie klikt ze op een gegeven moment een foto van een vis weg en vraagt: hoeveel buiken had deze vis? Dan blijkt dat lang niet iedereen doorhad dat het er vijf waren. Met deze aanpak nodigt zij de groep uit om heel nauwkeurig te luisteren en te kijken, en stimuleert ze de verbeelding. Als ze na afloop nog eens opnieuw vraagt om een vis te tekenen, krijgt ze 25 compleet verschillende werken!’
Prikkel de zintuigen Wil je de creativiteit van kinderen stimuleren, dan helpt het ook als je verschillende zintuigen prikkelt. ‘Laat leerlingen eens geblinddoekt dingen proeven of de textuur van verschillende materialen verkennen’, geeft Stéfanie als voorbeeld. ‘Of speel een paar keer 14
hetzelfde filmpje af, met steeds een ander muziekje eronder. Vraag leerlingen te reflecteren op wat voor gevoelens en gedachten dit oproept. Dan blijkt bijvoorbeeld dat een eng muziekje ervoor zorgt dat ze de film griezelig vinden, terwijl een vrolijk wijsje maakt dat ze deze eerder als slapstick ervaren.’
Integreer 21ste eeuwse vaardigheden Creatief denken en handelen wordt beschouwd als een belangrijke 21ste eeuwse vaardigheid: een vaardigheid die kinderen moeten leren beheersen om te kunnen functioneren in de toekomstige maatschappij. ‘Binnen kunstzinnige oriëntatie kun je echter ook kijken naar andere 21ste eeuwse vaardigheden, zoals digitale geletterdheid, sociale en culturele vaardigheden, zelfregulering, kritisch denken, samenwerken of probleemoplossen’, stelt Stéfanie. Ze geeft een voorbeeld van hoe dergelijke vaardigheden geïntegreerd aan bod kunnen komen: ‘Als je met de groep een musical instudeert, zul je zeker oefenen met 21ste eeuwse vaardigheden als samenwerken, creatief denken en handelen en communiceren.’
Gebruik het leerplankader Stéfanie vertelt dat leerkrachten het in de praktijk nog wel eens lastig vinden om te bedenken hoe ze kunstzinnige oriëntatie ‘handen en voeten’ kunnen geven: ‘De drie kerndoelen voor ‘kunstzinnige oriëntatie’ zijn immers erg algemeen geformuleerd.’ Om leerkrachten wat meer houvast te bieden, heeft SLO het ‘leerplankader kunstzinnige oriëntatie’ ontwikkeld. Hierin zijn competenties uitgewerkt in tussendoelen en leer-
lijnen voor dans, drama, muziek, beeldend en cultureel erfgoed. De tussendoelen zijn geformuleerd per leerjaar en laten dus een opbouw in competenties zien. Ook is er binnen het leerplankader aandacht voor 21ste eeuwse vaardigheden. ‘Scholen bepalen zelf of en hoe ze met het leerplankader aan de slag gaan. En ze beslissen uiteraard ook zelf of ze het onderwijsaanbod apart per vak of meer in samenhang aanbieden’, vertelt Stéfanie.
gebruikte materialen en technieken. Belangrijk voor het bevorderen van creativiteit is dat je met leerlingen reflecteert op het proces en niet op het product. ‘Vraag bijvoorbeeld met welke materialen een leerling zijn idee wil vormgeven’, zegt Stéfanie. ‘Focus op de weg ernaartoe en niét op het gewenste resultaat. Als er te veel nadruk ligt op het eindproduct, belemmert dat de creatieve geest.’
Pas het model toe
Leerkrachten geven ook nog wel eens aan dat ze het lastig vinden om de verbeelding van leerlingen te stimuleren, omdat ze het gevoel hebben dat ze zélf niet creatief genoeg zijn, weet Stéfanie. ‘In het leerplankader heeft SLO daarom een aantal lesvoorbeelden opgenomen. Hierin worden de verschillende stappen uit het creatieve proces beschreven en verduidelijkt met inspirerende filmpjes. We hopen en verwachten dat deze hulpmiddelen leerkrachten op ideeën zullen brengen!’
Binnen het leerplankader heeft SLO een model opgenomen met daarin de verschillende stappen van het creatieve proces: oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren. ‘Deze fases zijn niet strikt gescheiden, maar lopen in elkaar over en soms door elkaar heen’, zegt Stéfanie. ‘Met behulp van dit model kunnen leerkrachten het leergebied kunstzinnige oriëntatie concretiseren. Door het proces centraal te stellen, helpen ze kinderen hun creatieve denken en handelen te ontwikkelen. Een breed aanbod dat de zintuigen prikkelt, helpt kinderen om tot innovatieve ideeën te komen in de oriëntatiefase. In de twee volgende fasen van het creatieve proces - onderzoeken en uitvoeren zullen ze eerder combinaties maken die niet direct voor de hand liggen.’
Reflecteer op het proces Daarnaast is de vaardigheid reflecteren van belang. Deze komt in alle vier fases terug en zorgt ervoor dat leerlingen gestimuleerd worden om na te denken over hun keuzes, de zeggingskracht van hun werk of de
Laat je inspireren
Meer informatie Leerplankader kunstzinnige oriëntatie: kunstzinnigeorientatie.slo.nl Lesvoorbeelden voor creatief handelen en denken: curriculumvandetoekomst.slo.nl/21e-eeuwsevaardigheden/creatief-denken-en-handelen/ voorbeeldmaterialen
PrimaOnderwijs 15
De teammaster Transitie in Onderwijs met Technologie (3TO) gaat in september weer van start! Bijzonder aan deze master is dat het een teammaster is; samen met collega’s leer je een transitie vorm te geven, te begeleiden en te realiseren. Dit doen jullie in de eigen school en aan welke transitie jullie werken, bepalen jullie zelf. De teammaster draagt dus direct bij aan jullie schoolontwikkeling!
Wil jij samen met collega’s een transitie in het onderwijs realiseren?
Hebben jullie zin om aan de slag te gaan? Wil je leren, studeren én een duurzame verandering realiseren? De teammaster is een professionele hbo-master voor onderwijsprofessionals in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, mbo en hbo.
Meer weten? Ga naar: www.onderwijsmakers.nl
08042019 HS Leiden 3TO adv 192x1425 proef 1 keuze.indd 1
4/8/19 12:46
Kiezen uw leerlingen ook voor een opleiding als Cloud Engineer?
“Ik kies voor de Cloud!”
Kiezen uw leerlingen ook voor een opleiding als Cloud Engineer? Techniek College Rotterdam speelt, samen met het bedrijfsleven, in op het tekort aan “Cloud Engineers”. Binnen de mbo-opleiding Netwerk- en Mediabeheer is er nu speciale aandacht voor “Cloud Engineering”. Bij deze opleiding worden leerlingen op mbo-niveau opgeleid om werkzaam te zijn als “Cloud Engineer” in een breed scala van branches; van het Haven en Industrie Cluster, de Medische sector, het MKB tot alle andere sectoren waar IT een belangrijk onderdeel is geworden van de bedrijfsvoering.
Tegenwoordig hangt alles in de “Cloud”. Steeds meer
Jongeren die bij Techniek College Rotterdam zijn opgeleid tot “Cloud Engineer” kunnen rekenen op een 100% baangarantie. Belangrijk bijkomend voordeel van deze opleiding is de mogelijkheid om door te stromen naar vervolgopleidingen op HBO niveau, zowel AD als Bachelor en naar deeltijdopleidingen specifiek gericht op IT-ers.
apparaten zijn aangesloten op het internet (Internet-of-Things) en kunnen, draadloos en op afstand, bediend worden via mobiele telefoons, tablets en laptops. Als Cloud Engineer ben jij ‘de spin in het web’
Meer informatie over deze opleiding:
voor een gestroomlijnde
GoForTheCloud.nl
apparaten in de Cloud.
Cloud Engineering is een initiatief van:
communicatie tussen alle
In nauwe samenwerking met onze partners:
PERFORMANCE HOSTING
PART OF SENTIA
roncalli mavo
Een samenwerkingsschool van Albeda en Zadkine
goforthecloud.nl
3TO_AMD.indd 1
29-04-19 10:59
15 emmers vullen geen zwembad!
‘Om te kunnen rekenen moet je eerst een geheugenbank opbouwen’ Rekenen moet aansluiten op de wereld van jongeren. Dat vindt Hans de Zeeuw, die al jaren met veel plezier voor de klas staat. Om de aandacht te pakken, wijkt de docent al snel af van het gebaande pad. ‘Ik heb pas een groep puberende jongens laten uitrekenen dat als 1 op de 7 mensen pfeiffer heeft en er staan 20 leuke meiden voor ze in de discotheek… met hoeveel kunnen ze dan beter niet zoenen? Dat wisten ze heel snel uit te rekenen!’ Rekenen is begrijpen. Het is eerst logisch nadenken en kennis opbouwen. Het klinkt simpel. En volgens Hans is dat het ook. ‘Als je leerlingen zonder context vraagt hoeveel liter water er in een zwembad gaat, krijg je de meest vreemde antwoorden. Ik heb spelkaarten geïntroduceerd waarbij op de ene kaart een emmer is afgebeeld. Ze moeten de bijbehorende inhoud zoeken op een ander kaartje. Met die kennis wordt het verhaal logischer. Iedereen snapt dat je met 150 liter water (slechts 15 emmers) geen zwembad vult. Het kan ook een voetbalveld zijn waarbij de bijbehorende omtrek gevonden moet worden. We leren op 1F de formule voor omtrek en gaan vervolgens rekenen. Zo is het opgebouwd van 1F met vier spellen naar 2F met vier spellen en uitbreidingen op alle levels.’
Kleine(re) stapjes Hans haalde in zijn klassen en gastlessen zulke goede resultaten dat hij de spellen heeft uitgewerkt voor docenten. ‘Met de spellen bouw je
de geheugenbank op. Kijk daarbij naar wat je leerlingen motiveert. Bij de ene groep is dat wellicht gamen. Veel gamers weten dat de K voor 1000 staat. Dan is het een kleine(re) stap naar kilometers en -grammen. Met een groepje meiden heb ik het over laarzen gehad die ze met 25 procent korting hadden gekocht. Ga in gedachte met ze ‘winkelen’, dan wordt rekenen praktisch en leuk!’
Niveauverschil Hans praat enthousiast over zijn ervaringen. ‘In Den Haag gaf ik een gastles aan vmbo k-leerlingen. Ik had het lokaal ingericht met posters, spellen neergelegd en Cijferstorm op het digibord aangezet. De klas heb ik verdeeld in groepjes. Om de vijf minuten moesten ze wisselen van spel. Dat uur vloog voorbij! Je kunt een spel ook korter inzetten en vaker herhalen.’ De spellen zijn beschikbaar voor verschillende niveaus. ‘Op het vwo daag je leerlingen natuurlijk heel anders uit. Ook het digibordspel is aan te passen op niveau. Als ik zelf
het hoogste level speel, moet ik me echt even goed concentreren.’
Pilots Voordat Hans de spellen liet maken, testte hij zijn theorie op school. ‘Dat deed ik in parallelklassen. De ene klas kreeg een standaard les, de andere klas speelde de spellen. Na twee maanden scoorde de eerste klas gemiddeld een 6,5, de andere klas scoorde een 7,4. Het kan dus echt! Het referentiekader van leerlingen gebruiken om dit te activeren, is een mooie uitdaging voor de docent en maakt de werkdag veel en veel leuker.’
Rekenduo bevat 8 spellen. Er zijn spellen vanaf groep 5/6 en uitbreidingen op alle niveaus tot 3F voor de uitblinkers en havisten. Het spel Cijferstorm (ook voor het digibord) zorgt voor het automatiseren. Wil jij meer weten of direct bestellen, ga dan naar www.rekenduo.nl
Daisy Mertens is één van de beste leraren ter wereld
leraar vuur
‘Het is aan de om van een vlammetje een te maken’ De dag na een intens verblijf in Dubai stond Daisy Mertens gewoon weer tussen haar leerlingen van groep 7 van basisschool de Vuurvogel te Helmond. Hoewel gewoon? Dat is het hem juist: Mertens is zo’n buitengewone juf dat ze in 2016 Leraar van het Jaar werd en voor de Global Teacher Prize 2019 werd verkozen tot de beste tien leerkrachten van de wereld. Een interview over reflectie, inspiratie en blijven leren. door erik ouwerkerk foto boyd smith
In een bijdrage op een onderwijsplatform stel je jezelf de vraag: ‘Zijn we nu opvoeders, proberen we kinderen zo hoog mogelijke punten te laten halen of brengen we normen en waarden bij? Of van alles een beetje?’ Wat is jouw eigen antwoord daarop? ‘Het is aan de leraar om van een vlammetje een vuur te maken. Kijk naar de potentie van de kinderen: wat is hun talent, waar kunnen ze aan werken? Sterker nog: leer ze zélf hun potentieel te zien, zodat ze openstaan voor leren en intrinsiek gemotiveerd zijn om het beste uit zichzelf te halen. De onderwijzer helpt daarbij: hoe komt de leerling een leerblokkade te boven? Hoe neemt het kind telkens meer verantwoordelijkheid? De leraar is dus ook zeker een opvoeder en een coach. Daar heb je verbondenheid voor nodig; tussen de leraar en het kind en tussen de leerlingen onderling. Je bent verbonden door vertrouwen en dat betekent dat je de kinderen ook los moet laten. Laat ze fouten maken, want daar kunnen ze van leren. Ik geef een voorbeeld: na mijn basisinstructie volgt een verlengde instructie. Die zijn optioneel. Gisteren koos een meisje ervoor aan het werk te gaan na de eerste aanwij18
zingen. Geen goed idee, dacht ik, maar ik liet het gebeuren. Naderhand evalueer ik met de leerling op het doel en reflecteren we op het proces. Waarom koos je ervoor om niet mee te doen? Heb je het doel behaald? Waar zou je de volgende keer voor kiezen? “Kinderen zitten aan een elastiek, niet aan een touw” zei een begeleider van mij ooit.’ Maar het vraagt moed van de leraar een stap terug te doen... ‘Onderwijs is dynamisch. De helft van lesgeven is voorbereiding, de andere vijftig procent ontstaat in het moment. Om daar goed op in te kunnen spelen, moet je wel kunnen waarnemen wat er gebeurt in de klas en dat lukt niet als je alleen maar ad hoc beslissingen neemt. Laat de kinderen leren en observeer. Dán kun je gericht dat compliment geven. Dan zie je pas waar iemand vastloopt en kun je die gerichte open vraag stellen die het leerproces in gang zet.’ Reflectie is voor jou essentieel... ‘Als je voor de klas staat, moet je voortdurend met de
billen bloot, geen vak is zo persoonlijk. Zo kom je al snel bij de vraag uit: wie ben ik als mens? Zonder die vraag geen visie. Vraag jezelf af: was dit een goede aanpak? Wat deed ik dan goed en wat kan beter? Doe dat zonder oordeel, net zoals je zonder oordeel naar anderen zou moeten kijken. Ik reflecteer zoveel mogelijk op het moment zelf, maar ook achteraf in de auto op weg naar huis en in intervisie met collega’s.’ En dan relativerend: ‘Ervaring doet ook een boel.’ Een goede leraar leert steeds bij? ‘Het leerproces stopt nooit en dat zouden we de kinderen ook moeten voorleven. De theorie kan pas echt landen in de praktijk en tegelijkertijd mag de nieuwsgierigheid van de leerkracht naar nieuwe pedagogische inzichten, leermethoden en vaktoepassingen meer gestimuleerd worden. Ik heb zelf de master Leren & Innoveren aan de Fontys Hogeschool gevolgd en een coachingsopleiding gedaan en dat heeft me verrijkt. In de eerste jaren na de pabo zou iedere docent extra ondersteuning en begeleiding mogen ontvangen. Of denk aan een vorm van werkplekleren, net als bij geneeskunde.’ Terugkomend op je nadruk op eigenaarschap: hoe laat je dat aansluiten op de wereld buiten het klaslokaal? ‘Kinderen zijn heel flexibel en maken allemaal stappen op weg naar autonoom burgerschap. Niet iedereen boekt dezelfde vooruitgang, maar ze gaan
‘Er is geen vak met zoveel impact’ stuk voor stuk vooruit. Met mijn terugkerende vraag “Wat vind je zelf?” valt het kwartje vroeg of laat altijd. Of het nu “Mag ik een nieuw potlood?” of een complexere vraag is; ze leren eerst bij zichzelf te rade gaan. Ik betrek de ouders ook bij wat ik doe en waar ik voor sta. Die zijn over het algemeen heel blij met de groeiende verantwoordelijkheid van hun kinderen.’ Je schrijft voor verschillende media, geeft interviews en verschijnt op meerdere podia. Wat motiveert je dat te doen? ‘Ik wil niks worden, ik wil mensen inspireren. Dat doe ik voor een groot publiek maar ook ‘in het klein’, bijvoorbeeld door een stagiaire te begeleiden. Daarnaast houd ik met alle liefde de verbinding met de praktijk door voor de klas te staan. Overal geldt dat ik andermans visie wil aanboren: waarom doe je wat je doet?’ Tot slot van het gesprek zegt Mertens geëmotioneerd: ‘Er is geen vak met zoveel impact. Wat kinderen op school meekrijgen, dragen ze een leven lang met zich mee. Dat mogen we als beroepsgroep best met wat meer zelfvertrouwen uitdragen.’ PrimaOnderwijs 19
Ontwikkelschool De Meerkoet praat mee over nieuw curriculum
‘Sinds wij deze weg zijn ingeslagen, loop ik elke dag blij de school in’ Het curriculum kan anders. Dat weten ze zeker op basisschool De Meerkoet in Dirkshorn. Over hoe dat vormgegeven moet worden, praat de school graag mee. Als ontwikkelschool van Curriculum.nu kúnnen ze dat ook. Met een team gedreven leraren brengen ze nieuwe leerdoelen in de praktijk. ‘Verleg je grenzen’ is ons schoolmotto en dat is precies wat we nu doen’, zegt Wilma Duijf, directrice van de school. tekst en foto vanessa pelle
Basisschool De Meerkoet houdt zich als één van de 84 geselecteerde ontwikkelscholen bezig met het leergebied Mens & Natuur, maar probeert zoveel mogelijk vaardigheden te integreren in de lessen voor groep 1 tot en met 8. ‘In alle projecten staan mens en natuur centraal’, legt Wilma uit, ‘maar verwerken we ook taalen rekendoelen, en de bekende 21ste eeuwse vaardigheden zoals samenwerken, communiceren, problemen oplossen, mediawijsheid, kritisch en creatief denken.’
Bouwstenen Meerdere keren per jaar komen de verschillende ontwikkelscholen per leergebied met het ontwikkelteam - dat eveneens bestaat uit leraren en schoolleiders bij elkaar voor feedbackrondes. ‘We worden altijd met open armen ontvangen’, aldus Wilma. ‘We zijn een vooruitstrevende school en staan open voor verandering. Tijdens bijeenkomsten delen we onze ervaringen en krijgen we veel inspiratie van de andere ontwikkelscholen. Straks heeft het ontwikkelteam de bouwstenen klaar waar het ministerie nieuwe kerndoelen van maakt. We hopen dat onze ideeën daarin worden meegenomen.’ Het invoeren van een nieuw curriculum is volgens De Meerkoet niet alleen noodzakelijk, maar past ook perfect bij hun onderwijsvisie. Wilma:
20
‘De tijd verandert, maar het curriculum stond stil. Wij denken dat onze manier van lesgeven beter aansluit bij de leerlingen en hun toekomst. De leerlingen denken hier ook zelf over mee. We hebben als ontwikkelschool de ruimte in de formatie gekregen. We hebben een subsidie ingezet voor vervanging. Hierdoor kunnen we het steviger aanpakken.’
Projectonderwijs Hierbij krijgt ze de onvoorwaardelijke steun van groep 8-leerkracht Karen Beers. ‘Wij verwerken al jaren de (kern)doelen van de zaakvakken en de creatieve vakken in projecten. Door ons projectonderwijs kunnen de leerlingen werken op hun eigen niveau en samenwerken en -leren met leerlingen uit andere groepen. Leerlingen kunnen zich aan elkaar optrekken en met gelijken van gedachten wisselen. Projectonderwijs is zeker niet nieuw, maar deze manier van lesgeven krijgt door het nieuwe curriculum wel meer handen en voeten. We willen dat leerlingen leren door te ervaren.’ Daar betrekt de school regelmatig de eigen omgeving bij. Karen: ‘Niet lang geleden lag ons dorp op de schop. Elke dag wisten de leerlingen niet hoe ze naar school moesten komen, want er was weer een andere straat opengebroken. Zowel door ouders als leerlingen werd
Wat is Curriculum.nu?
Leraren en schoolleiders hebben zich met hulp van onder andere scholen, vakverenigingen en curriculumexperts het afgelopen jaar gebogen over de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Met de opbrengst van dit ontwikkelproces zullen kerndoelen en eindtermen worden geactualiseerd. Wil je meepraten of feedback geven op de voorstellen? Kijk dan op curriculum.nu en reageer. Karen: ‘Ook hierbij staat een bredere ontwikkeling centraal. Leerlingen leren meer dan alleen een instrument te bespelen. Al vond ik het te gek toen een moeder na een spontaan optreden tijdens de Koningsspelen zei dat ze niet eens wist dat haar kind een gitaar kon vasthouden, laat staan erop spelen. Ze leren improviseren en zich te presenteren. Ze leren hun grenzen verleggen en krijgen zelfvertrouwen.’
Zelfverzekerd
hier veel over geklaagd. Ze vroegen zich af of er wel werd gecommuniceerd tussen de verschillende partijen die het dorp aan het renoveren waren. De leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 kregen vervolgens de opdracht gezamenlijk een fictief dorp te bouwen. Dit dorp bestond uit vijf wijken. Elk team kreeg een wijk onder haar hoede. Op welke schaal gaat het dorp gebouwd worden? In welke wijk komt de school? Hoe breed is een weg? Welke nutsvoorzieningen liggen er onder de grond en hoe diep moeten deze wettelijk liggen? De leerlingen hebben onderzoek gedaan in het dorp, ze hebben gekeken hoe de diverse nutsvoorzieningen werden aangelegd en gesproken met de werkmannen en de opzichter. Het was een indrukwekkend project. De leerlingen begrijpen nu wel hoe complex het vernieuwen van de infrastructuur is!’
Talentontwikkeling ‘We zetten hier ook sterk in op talenten ontwikkelen’, vervolgt Wilma. ‘Welk talent heb je of wil je ontwikkelen? We hebben ateliers waar leerlingen zich op inschrijven. Dat kan toneel zijn of kunst, bouwen, muziek, sport... Kinderen moeten in een gesprek goed onderbouwen waarom ze zich voor een bepaald atelier inschrijven. Dat is onderdeel van hun ontwikkeling.’ De leraren en onderwijsassistenten verzorgen zelf de ateliers. Voor Karen is dat muziek.
Met die zelfverzekerde houding hoopt het tweetal dat hun leerlingen De Meerkoet verlaten. Karen: ‘We hopen dat ze zelfstandige leerlingen zijn, die hun eigen sterke en zwakke punten kennen. Die weten hoe ze zich met de hulp van anderen kunnen ontwikkelen. Leerlingen die openstaan voor feedback en feedback kunnen geven. Die in staat zijn om te communiceren met klasgenoten en met volwassenen. In een gesprek, maar ook op papier of via een e-mail. We hopen dat leerlingen weten waar ze informatie vandaan kunnen halen en die informatie ook goed kunnen beoordelen. Je kan veel vinden op het internet, maar je moet ook begrijpen wat er staat.’ Dat beaamt ook groep 8leerling Rianne. ‘Eén bron is geen bron, twee bronnen is een halve bron. Je moet dus drie bronnen hebben.’ Rianne vindt naar school gaan leuk. ‘Het afgelopen jaar waren we veel buiten. We leren op verschillende manieren. Ik denk dat ik het daardoor ook beter snap. Het gaat beter in je hersenen zitten. En de sfeer op school is leuk.’ Ze laat de ramen van haar klaslokaal zien. ‘Met stiften hebben we geschreven waar we goed in zijn. Kijk daar staat het: ‘We hebben een goede sfeer’. ‘We geven elkaar complimenten’. ‘We luisteren naar elkaar’. ‘We helpen elkaar’. Die staat er inderdaad drie keer op. Maar dat mag ook wel, want we helpen ook de jongere groepen. Bijvoorbeeld met duolezen. Dan lezen we een boek met iemand uit een lagere groep. Heel leuk, al wil ik nu weer even in mijn eigen boek verder, dat is namelijk Harry Potter.’
Trots op school ‘Wij zijn een school waar kinderen deel van uit maken’, zegt Wilma trots. ‘Ze hebben iets te vertellen. Ook in de klas en ook over het curriculum, want het is hun toekomst! Sinds wij deze weg zijn ingeslagen, loop ik elke dag blij de school in. Ik ben acht jaar geleden begonnen als directeur en ben enorm trots op wat we als team bereikt hebben en op de stappen die we nu durven te zetten.’
PrimaOnderwijs 21
NT2
Praat mee!
de sleutel tot een goede start NT2, praat mee! gaat nieuwkomers helpen: Nederlands leren mét auditieve ondersteuning. De Voorlezer, een ‘sprekende pen’, leest de woorden en zinnen hardop voor. Zo werken nieuwkomers ook zelfstandig aan hun basiswoordenschat binnen thema’s uit hun directe omgeving.
NT2, praat mee! biedt betekenisvolle taalverwerving voor kleuters, voor 6- tot 9-jarigen, voor 10- tot 14-jarigen én ook rondom ‘rekentaal’.
Daarom NT2, praat mee!:
Nieuw!
• Auditieve ondersteuning én zelfstandig te gebruiken: leerboeken, werkbladen en woordenboekje; • Een dekkende leerlijn: in te zetten voor kleuters, midden- én bovenbouw; • Passende en betekenisvolle taalverwerving; • Maakt ook rekentaal inzichtelijk in een speciale Rekentaal-uitgave; • Direct in te zetten voor een goede start.
NT2, praat mee! verschijnt in de zomer van 2019. Op de hoogte blijven van NT2, praat mee! ? Vul je contactgegevens in op http://bit.do/nt2contact Of bestel op www.schoolsupport.nl/nt2praatmee
2019-04 NT2 - adv PO Magazine.indd 1
15/04/19 13:45
Keuzevakken:
verbreden of verdiepen? Sinds de invoering van de nieuwe beroepsgerichte programma’s kent het vmbo beroepsgerichte keuzevakken. Met deze keuzevakken kunnen leerlingen een deel van hun programma zelf samenstellen. Leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg moeten vier keuzevakken volgen, leerlingen in de gemengde leerweg twee. Landelijk zijn er ongeveer 120 beroepsgerichte keuzevakken ontwikkeld en de afgelopen jaren zijn er een tiental vakken bijgekomen die door scholen zelf ontwikkeld zijn. Cijfers over de examenkandidaten 2018 laten zien dat op twee na alle ontwikkelde keuzevakken aangeboden worden.
weten of dat tijdens een stage is, een bezoek aan een vervolgopleiding of een gesprek met een beroepsbeoefenaar, als je maar niet elke keer voor dezelfde optie kiest. Een keuzevak krijgt zo ook een functie in de LOB van leerlingen, waardoor ze nog beter in staat zijn een keuze voor een vervolgopleiding te maken. En is het keuzevak niet wat je ervan had verwacht, dan duurt het maar maximaal 100 uur.
Verbreden of verdiepen
Schoolexamen
Beroepsgerichte keuzevakken blijken een schot in de roos. Door deze keuzevakken kunnen leerlingen die nog niet weten wat ze willen, of die er na een profielvak achter zijn gekomen dat ze zeker niet verder willen in dat profiel, snuffelen aan andere richtingen en op basis daarvan een keus maken voor een vervolgopleiding. Leerlingen die wel weten wat ze willen kunnen hetgeen ze geleerd hebben in het profielvak, verder verdiepen en zich richten op een vervolgopleiding. Soms kan deze laatste groep leerlingen al in het vmbo starten met een deel van hun mbo-opleiding, waardoor ze vaak het mbo op een hoger niveau verlaten.
Beroepsgerichte keuzevakken worden afgesloten met een schoolexamen. Dat examen kan allerlei vormen aannemen, van een gecombineerde theorie/praktijktoets tot een proeve van bekwaamheid in de praktijk. Alles mag, als maar duidelijk voor de leerling is aan welke eisen hij moet voldoen, op welke manier het oordeel daarover tot stand komt en de toets past bij de eindtermen van een keuzevak. Beroepsgerichte keuzevakken bieden niet alleen keuzes voor leerlingen, maar ook voor scholen, met één restrictie: er moet een keuze zijn voor de leerlingen. Een school moet dus meer dan vier keuzevakken aanbieden.
Motiverend
Ga naar nieuwvmbo.nl voor meer informatie.
De praktijk leert dat keuzevakken leerlingen motiveren. Ze kiezen zelf het vak dat ze volgen en willen daar dan ook iets goeds van maken. En als een school dan ook nog keuzes binnen de keuzevakken mogelijk maakt motiveert dat dubbel. Een van die keuzes kan zijn: je moet een kijkje nemen in de praktijk, maar je mag zelf
vmbo
NIEUW te sgerich beroep ramma’s prog
PrimaOnderwijs 23
Lesgeven in het Engels:
hoe zelfverzekerd ben jij?
Scholen starten steeds vroeger met Engelse les. Kinderen kunnen heel makkelijk meerdere talen leren en als ze daarmee op tijd beginnen, is de drempel later minder hoog. Als leerkracht moet je wel weten hoe je goed Engels geeft en dat is nog niet zo makkelijk. Wat weet jij van lesmethodieken? En spreek jij probleemloos een hele les Engels? Met een nascholingscursus staan leerkrachten vol zelfvertrouwen voor de klas. Well done! door tefke van dijk
Waarom zou je een nascholing Engels volgen? In Nederland kan iedereen tegenwoordig toch wel goed Engels. Het zijn opmerkingen die Sandra de Bresser van BSN Language Centre vaker hoort. ‘Heel veel mensen denken dat ze best goed Engels kunnen, maar in je werk is het Engels anders dan op televisie of in het dagelijks leven. Leerkrachten in het basisonderwijs hebben in hun opleiding geen lesmethodiek gehad voor Engels maar moeten nu wel Engelse les geven. Hoe doe je dat als je geen docent Engels bent?’
Bianca Weijne coördinator Engels
24
Sandra ziet veel leerkrachten met hun handen in het haar voor de klas staan. ‘Ze zijn onzeker over hun eigen niveau van het Engels en hoe ze dit goed kunnen overbrengen. Als het niet per se hoeft, gaan ze liever iets anders doen in de klas.’ Bij het BSN Language Centre werkt Sandra naar grote tevredenheid met de CELT-P (Primary) en CELT-S (Secondary)
trainingen van Cambridge English, een lesmethodiek aangeboden in een online leeromgeving en ontwikkeld voor non-native speakers over de hele wereld. Ze bieden die aan in een blended learning optie voor leerkrachten en docenten in Nederland.
Hoe geef je les in het Engels? Het BSN Language Centre heeft diverse cursussen voor lesgeven in het Engels. Voor leerkrachten in het basisonderwijs is dat van belang omdat zij lesgeven in Engels nooit hebben gehad in hun opleiding, maar ook in het voortgezet onderwijs kunnen docenten moeite hebben om een les volledig in het Engels te geven. Zij hebben de behoefte om te leren hoe ze goed kunnen differentiëren in de les. Sandra: ‘Leerlingen komen op verschillende niveaus binnen op de middelbare school. Hoe kun je de diverse niveaus onderscheiden en alle niveaus goed bedienen? En hoe breng je de verschillende niveaus zo snel mogelijk weer bij elkaar?’ Volgens Sandra zijn de cursussen geschikt voor iedereen die Engels geeft en zelfverzekerd voor de klas wil staan. ‘Leerkrachten die de cursus hebben gevolgd, krijgen meer zelfvertrouwen in lesgeven in het Engels. Ook hun eigen Engels gaat duidelijk vooruit. Ze vinden het ook goed om de instructietaal in het Engels te leren. Hoe geef je instructies om de boeken te pakken en huiswerk te maken, hoe stel je vragen aan leerlingen? Als je dat soort zaken beter weet, sta je zelfverzekerder voor de klas.’
Gemotiveerde leerlingen Leerkrachten van de Pius-X school in Bergschenhoek die de cursus momenteel volgen, geven aan dat ze het praktisch werken heel prettig vinden. Ze leren hoe je alleen maar Engels in de klas spreekt. ‘Het is uitdagend en het is goed dat je het meteen kunt toepassen in de lespraktijk’, zegt Bianca Weijne, coördinator Engels voor de school. ‘Leerkrachten krijgen feedback op hun lessen en de lesmethodiek is heel interactief. Leerkrachten gaan met het geleerde meteen aan de slag en lepelen geen woordjes voor aan hun leerlingen. Met de praktische tips uit de CELT-P lessen geven ze direct beter les en de kinderen zijn meer gemotiveerd. Leerkrachten voelen zich duidelijk zekerder voor de klas.’
Welke cursussen kun je volgen? Het BSN Language Centre heeft verschillende praktische, Cambridge gecertificeerde cursussen voor leerkrachten in het basis- en voortgezet onderwijs. De cursussen bestaan uit een online leermethode (120 uren zelfstudie) met instructievideo’s, theoretische informatie, oefeningen en portfolio-opdrachten. Ook krijg je maandelijks les in een groep van tien tot zestien deelnemers van ervaren docenten Engels in het BSN Language Centre in Den Haag. Tijdens de lessen ga je vooral in op je eigen lespraktijk. De afsluiting van het programma bestaat uit een lesobservatie op school en het Cambridge TKT-examen (Teaching Knowledge Test). Voorafgaand aan iedere cursus vindt een intakegesprek plaats. Het minimale taalniveau voor de cursus is B1. Dat heeft vrijwel iedere Nederlander. Na afloop ontvangen deelnemers een Cambridge English certificaat.
CELT-P voor basisonderwijs Met deze cursus kun je je eigen lesvaardigheid in de Engelse taal verbeteren om het beste uit de leerlingen te halen. Het geeft je handvatten en het zelfvertrouwen om succesvol het curriculum Engels te implementeren, de geleerde lesmethodiek in je eigen lessituatie toe te passen en vanaf niveau 0 in het Engels te communiceren.
CELT-S voor voortgezet onderwijs en mbo Deze cursus is gericht op het ondersteunen van docenten Engels in het lesgeven aan groepen leerlingen in de leeftijd van 11-18 jaar en het opfrissen van hun kennis en lesmethodiek. Het is vooral bedoeld als nascholing om het werken met leerlingen op verschillende niveaus te verbeteren.
Workshops: leer de basis van de Cambridge English lesmethode kennen Een volledige cursus vraagt aardig wat tijd en niet iedereen kan die tijd vrijmaken. Het BSN Language Centre heeft daarom ook workshops voor een snelle kennismaking met de lesmethodiek van Cambridge English. De workshops Teaching Primary worden aangeboden op woensdag 16 oktober 2019 en 1 april 2020. De workshops Teaching Secondary worden worden aangeboden op woensdag 27 november 2019 en 6 mei 2020.
De leerkrachten van de Pius-X school volgen momenteel de CELT-P cursus.
Voor meer informatie over de inhoud en aanmelding, bezoek bsnlanguagecentre.nl/nascholing of bel met 070 - 315 4080. PrimaOnderwijs 25
Schoolleider worden? Maak het verschil! MijnID.nu gelooft in authentieke schoolleiders die zichzelf kennen en laten kennen. Schoolleiders met een herkenbare, geloofwaardige identiteit. Wij helpen scholen en onderwijsprofessionals om deze eigen identiteit scherp te krijgen. En om vanuit deze identiteit van betekenis te zijn. Voor de leerlingen, voor collega’s, voor de directe omgeving. En uiteindelijk voor de maatschappij waar zij deel van uitmaken.
Authentieke schoolleiders noemen wij een schoolleider 3.0. Een schoolleider 3.0 is geen doorsnee directeur. Wij zijn ervan overtuigd dat een schoolleider 3.0 ervoor zorgt dat ook zijn of haar school een herkenbare en onderscheidende identiteit heeft, die je op een congruente manier in alle facetten van de organisatie terugvindt. Om schoolleider 3.0 te worden, biedt MijnID.nu het traject Schoolleiders van Betekenis. Met dit traject ben je zowel basisals vakbekwaam opgeleid.
Ontwikkel jouw leiderschapsidentiteit Tijdens de opleiding ontwikkel je jouw eigen leiderschapsidentiteit. Jouw specifieke leiderschapskwaliteiten waarmee je het onderwijs verrijkt. Gedurende de opleiding word je begeleid door professionals uit het werkveld. Je wisselt lesdagen af met werkplekopdrachten en leert samen met anderen het vak van schoolleider.
Een gepersonaliseerd programma Het programma van de opleiding is sterk gepersonaliseerd en gericht op jouw ontwikkeling. Bij aanvang maak je een nulmeting ten opzichte van de beroepsstandaard. Vervolgens stel je je gewenste eindbeoordeling op. Op basis van deze twee referentiepunten werk je samen met je portfoliodocent aan een studieplan. Daarbij maak je gebruik van de geboden colleges, de opdrachten, jouw leerwerkplek en je medestudenten. De opleiding duurt in totaal 2 tot 3 jaar.
Benieuwd? Op www.mijnID.nu lees je alles over de opleiding en de mogelijkheid tot aanmelden. 26
Word ook lid van het MijnID.nu Schoolleidersnetwerk Ben je al schoolleider en wil je verbonden blijven met de reden waarom je ooit schoolleider bent geworden? Wil je leidinggeven vanuit jouw identiteit en daarin blijven wie je bent? Sluit je dan aan bij het schoolleidersnetwerk van MijnID.nu en laat je inspireren! Als schoolleider sta je vanuit je eigenheid en identiteit in relatie met je omgeving. Dat heeft effect. Het is niet altijd makkelijk om in de huidige tijd verbonden te blijven met die eigenheid. Daarom is het nodig om regelmatig geïnspireerd te worden om weer met frisse energie verder te kunnen. Geïnspireerd word je bij het schoolleidersnetwerk! Een netwerk dat gevormd wordt door leidinggevenden in het primair onderwijs, verspreid over het hele land. Schoolleiders die samenkomen, kennis met elkaar delen en zo van betekenis kunnen zijn voor het onderwijs in ons land. Maar ook een netwerk dat jou de mogelijkheden biedt persoonlijke groei door te maken en je talenten door te ontwikkelen.
Professionalisering op jouw manier Als lid van het netwerk heb je verschillende mogelijkheden om jezelf te blijven ontwikkelen als schoolleider. Zo krijg je onder andere toegang tot de online leeromgeving Studytube. Hier vind je talloze online trainingen, korte video’s en artikelen op het gebied van leiderschap. Zo heb je zelf in de hand waar jij je in verdiept, maar ook op welk moment je hiermee aan de slag gaat. Daarnaast ben je welkom op masterclasses waar topsprekers een verdiepingsslag maken
op verschillende thema’s binnen het leiderschap in het onderwijs. Ook is er de mogelijkheid om vakcolleges te volgen waarin je zelf vorm geeft aan jouw ontwikkeling op dit thema. Naast deze masterclasses en vakcolleges kun je deelnemen aan intervisiebijeenkomsten waarin je concrete ervaringen uitwisselt met andere schoolleiders, onder begeleiding van een trainer of onderwijsadviseur van Marant Interstudie. Verdere professionalisering, geheel op jouw manier!
‘Harig vraagstuk’ Zit je met een ‘harig vraagstuk’ of ervaar je een complexe situatie waar je niet uitkomt? Deel het met de community. Wanneer je lid bent van het schoolleidersnetwerk heb je toegang tot de online community waar je direct in gesprek bent met je netwerk. Je staat er niet alleen voor; anderen hebben wellicht al eens met hetzelfde bijltje gehakt.
Neem gratis een kijkje We bieden een aantal verschillende lidmaatschappen, waaronder een gratis lidmaatschap waarmee je kunt ontdekken wat het schoolleidersnetwerk voor jou kan betekenen. Meer informatie vind je op: mijnid.nu/schoolleidersnetwerk
Onderdeel van de Marant Groep
PrimaOnderwijs 27
Iedereen heeft belang bij goede studiekeuzevoorlichting
Studiekeuze123 verspreidt én deelt studiekeuze-informatie Verschillende aanbieders van studiekeuze-informatie hebben als doel decanen te ondersteunen in hun taak om leerlingen te begeleiden en studiekiezers op weg te helpen. Studiekeuze123 is hierbij een belangrijke partij, omdat zij de landelijke Studiekeuzedatabase beheren en de informatie uit deze database kosteloos delen met andere partijen zoals de Keuzegids en Qompas. Naast het delen van informatie heeft de stichting ook een eigen website met informatie voor decanen en studiekiezers. Wat voor organisatie is Studiekeuze123 eigenlijk? En waarom spelen zij zo’n belangrijke rol in het landschap van studiekeuzeaanbieders? door tefke van dijk
Laten we beginnen met de achtergrond en ontstaansgeschiedenis. Studiekeuze123 is als zelfstandige stichting opgericht door studenten, het hoger onderwijs en het ministerie van OCW om objectieve studiekeuzeinformatie te verzamelen en te verspreiden. De organisatie krijgt daarvoor subsidie van het ministerie van OCW. In de database van Studiekeuze komt de informatie van diverse bronnen samen. Ook voert de stichting jaarlijks de Nationale Studenten Enquête (NSE) uit met studentoordelen.
Database Studiekeuze123 deelt de gegevens uit de landelijke Studiekeuzedatabase (studiekeuze123.nl/studiekeuzedata) kosteloos met andere aanbieders van studiekeuzeinformatie zoals de Keuzegids, Elsevier en Yubu. De stichting brengt de informatie dus niet alleen zelf 28
onder de aandacht bij de doelgroep, maar geeft ook andere studiekeuze-organisaties de mogelijkheid om gebruik te maken van de informatie in de Studiekeuzedatabase.
Eigen website Studiekeuze123.nl Afnemers kunnen de informatie uit de Studiekeuzedatabase aanvullen met eigen gegevens of achter een betaalde inlog zetten. Om te zorgen dat de studiekeuzeinformatie altijd vrij toegankelijk is voor studiekiezers en hun begeleiders, heeft Studiekeuze123 ook een eigen studiekeuzewebsite. Op Studiekeuze123.nl is de informatie uit de Studiekeuzedatabase omgezet naar begrijpelijke en vrij toegankelijke informatie voor studiekiezers. ‘In de informatie op de website blijven we weg altijd van eigen waardeoordelen’, aldus Anke Koopmann van Studiekeuze123. ‘Een studiekiezer kan zelf bepalen hoe relevant bepaalde informatie voor hem of haar is. Wij willen studiekiezers helpen met neutrale, betrouwbare informatie en het is uiteindelijk aan hen zelf wat ze kiezen. We willen bijdragen aan een weloverwogen studiekeuze.’
Zorgvuldig De website is volgens Anke volledig onafhankelijk en advertentievrij. ‘Onze inkomsten halen we voornamelijk uit subsidie van het ministerie. Dat betekent dat we verantwoording moeten afleggen over de bronnen en data die we gebruiken. We zijn verantwoordelijk voor de informatie die we geven en gaan daar dus uiterst zorgvuldig mee om.’ De informatie is kosteloos en vrij toegankelijk en er zit geen informatie achter een betaalde inlog. Anke: ‘Ook andere materialen voor studiekeuzevoorlichting zoals brochures en posters zijn gratis bij ons op te vragen. We hebben geen winstoogmerk en onze informatie wordt niet beïnvloed door adverteerders of onderwijsinstellingen.’
Nationale Studenten Enquête Volgens Anke is Studiekeuze123 bij alle producten helder over de bronnen en totstandkoming van databewerkingen. ‘We zijn volledig open over de manier waarop we aangeleverde gegevens vertalen naar toegankelijke informatie voor studiekiezers en hun begeleiders. De informatie komt uit landelijke, betrouwbare bronnen, is transparant en te controleren. We hangen daar geen eigen oordeel aan.’ De informatie wordt wel verrijkt met studentwaarderingen in de Nationale Studenten Enquête (NSE). Een onafhankelijk panel van deskundigen ziet toe op de kwaliteit van de NSE en andere producten van Studiekeuze123. Anke: ‘In de enquête vragen we studenten om hun mening te geven
over de opleiding die ze doen. Deze resultaten delen we met toekomstige studiekiezers. We gaan er daarbij van uit dat studiekiezers en hun begeleiders zelf kunnen bepalen welke informatie zij belangrijk vinden. Het is niet aan ons om dit voor hen te bepalen.’
Goede studiekeuzevoorlichting Studiekeuze123 heeft veel contact met instellingen als Kiesmbo, Nuffic en Studielink. De organisaties hebben geregeld overleg, wisselen kennis uit en werken soms samen. ‘Met vijftien medewerkers is Studiekeuze123 een kleine organisatie met een belangrijke doelstelling’, aldus Anke. ‘Om die reden zoeken we waar mogelijk de samenwerking met andere, onafhankelijke partijen en overheidsinstellingen. We hebben allemaal belang bij een onafhankelijke en kwalitatief goede studiekeuzevoorlichting. Er is veel overleg met decanenverenigingen en hoger onderwijsinstellingen. Op deze manier horen we wat er leeft onder de diverse doelgroepen en welke behoeften er zijn.’
Waar kom je informatie van Studiekeuze123 tegen? Afnemers die gebruikmaken van de studiekeuzedata van Studiekeuze123 zijn onder meer de Keuzegids, Dedecaan.net, Universiteit Utrecht, Yubu, Qompas, Elsevier en het UWV. Daarnaast plaatsen veel middelbare scholen de Open Dagen-kalender en het opleidingenoverzicht in een widget op hun eigen schoolwebsite. Jaarlijks staan in Studie in Cijfers overzichten waarmee aankomend studenten in één oogopslag zien hoe een opleiding het doet ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Opleidingen en onderwijsinstellingen nemen deze overzichten vaak over op de eigen websites.
Tip van decanen: van profiel naar studie Op Studiekeuze123.nl is Van profiel naar studie de meest populaire functionaliteit onder decanen. Zij kunnen hierbij voor een leerling of student overzichten maken van alle studiemogelijkheden per profiel, inclusief eventuele aanvullende eisen. Meer weten? Kijk op studiekeuze123.nl/van-profiel-naar-studie PrimaOnderwijs 29
DĂŠ webshop voor het onderwijs!
Vanaf 10 juni
! e l a s r e m Sum Profiteer van ZOMERSE KORTINGEN op een brede selectie lesmaterialen, leermiddelen, (lees)boeken en klasmaterialen!
/summersale Educatheek Summersale adv POnderwijs Mei_Juni_2019.indd 1
23-04-19 13:41
Wil jij jouw impact in het onderwijs vergroten? POST-HBO-OPLEIDINGEN
ONDERWIJS MAAK JE SAMEN
VO O R D E TO E KO MST IG E S C H O O L L E IDE R
De toekomstbewuste schoolleider
Praktische informatie Duur: 2 jaar
Opleiding tot vakbekwaam schoolleider
De opleiding bestaat uit acht modulen, verdeeld over 23 dagen in twee jaar.
In de komende tien jaar verlaat meer dan 40% van de huidige schoolleiders het onderwijs. Dit vraagt om een nieuwe generatie schoolleiders: schoolleiders die vanuit een sterk bewustzijn hét verschil willen maken voor de toekomst van het Nederlandse onderwijs.
Kosten € 9.800 (exclusief studiemateriaal/ literatuur)
Onderwijs Maak Je Samen richt zich met deze opleiding op de toekomstbewuste schoolleider: een coach waar het kan, een manager waar het moet, maar bovenal een leider die succesvolle en impactrijke onderwijsinnovaties inricht en borgt in de school!
Utrecht Start 30 oktober 2019
Helmond Start 4 november 2019
s.omjs.nl/toekomstbewusteschoolleider
NI
VO O R D E HU IDIG E S C H O O L L E IDE R
Interim-schoolleider PO
Praktische informatie
Opleiding tot interim-schoolleider in het primair onderwijs
Duur: 1 jaar
EU
De opleiding bestaat uit tien thema’s, De opleiding tot interim-schoolleider richt zich op directeuren in het primair onderwijs
verdeeld over 10 dagen in een jaar.
die overwegen om de stap naar interim-schoolleider te zetten en op leiders die deze Kosten
stap onlangs hebben gemaakt.
€ 5.495 Wat komt er op je af en hoe maak je in korte tijd het verschil? Wat kun jij doen om mensen in verstilde organisaties weer in hun kracht te zetten?
Ga je aan de slag als OMJS-interimmer? Krijg € 1.000 vergoed wanneer je binnen twee jaar na het afronden van de opleiding tot interim-schoolleider bij OMJS Interim een opdracht vervult.
Vanuit reflectie op je persoonlijke kwaliteiten en een kritisch onderzoek van de opdracht en de organisatie ga je aan de slag. Je leert de systemen in de school doorgronden en je krijgt handvatten om daarin ook te sturen. De opleiding vraagt een zeer actieve houding van de deelnemers en kenmerkt zich in een creatieve opzet van de bijeenkomsten. School jezelf in één jaar tot interim-directeur in het primair onderwijs.
Utrecht Start 10 oktober 2019
s.omjs.nl/interim-schoolleider
AANBOD OP M A AT De wens om meerdere medewerkers binnen jouw onderwijsorganisatie op te leiden? Bij Onderwijs Maak Je Samen is al ons aanbod eveneens op maat aan te vragen. Het programma sluit dan aan op de praktijk, visie en het beleid van de organisatie. academie@onderwijsmaakjesamen.nl
Bekijk alle post-hbo-opleidingen, trainingen, studiedagen en studiereizen op omjs.nl/professionalisering.
W
Uitstekend voorbereid naar de brugklas met Stepping Stones Junior Stepping Stones Junior is de nieuwste methode Engels van Noordhoff Uitgevers. Het is een ideale methode voor eenvoudig en stapsgewijs Engels in alle groepen waarin communicatie centraal staat. Hierdoor leren leerlingen op een natuurlijke manier Engels en gaan ze met voorsprong naar de brugklas. ‘We merken dat onze leerlingen sterker zijn in Engels, vooral met praten’, aldus bovenbouwleerkracht Hanne Schipper van RKBS De Springplank in Huizen. tekst tekfe van dijk
Hanne en haar collega Gerda Kos werken nu voor het tweede schooljaar met de methode. ‘We kregen van oud-leerlingen terug dat ze in de brugklas onvoldoende vaardig waren in Engels’, vertelt Gerda, die les geeft in groep 8. ‘Hun niveau was duidelijk lager dan dat van kinderen van andere basisscholen. We hebben
daarom besloten om in de hele school lessen Engels te gaan geven, met een nieuwe methode. Hoe eerder we leerlingen laten kennismaken met Engels, hoe hoger hun niveau is als ze de school verlaten.’ Onderzoekers benadrukken bovendien dat vroeg beginnen met Engels het taalbewustzijn van kinderen verhoogt.
De wens ligt er Het is de trend op meer scholen om eerder te beginnen met Engels. Hanne: ‘Nieuwe ouders vragen er ook naar. De wens ligt er blijkbaar en het is voor ons reden om er actief op in te zetten.’ In een projectgroep bekeken ze zichtzendingen van diverse methoden en vroegen Noordhoff Uitgevers een presentatie te geven over Stepping Stones Junior. ‘Deze methode sprak ons meteen aan’, vertelt Hanne. ‘De uitgever heeft ons alle ins en outs verteld en met een proeflicentie hebben we gekeken of het in de praktijk ook bevalt. Kort voor de zomer hebben we de knoop doorgehakt!’ 32
'English is fun! Zeker met Stepping Stones Junior' Doorgaande leerlijn Het is mogelijk om vanaf groep 1 met Stepping Stones Junior te werken. De methode volgt de natuurlijke taalontwikkeling van kinderen en bouwt op van luisteren en spreken naar lezen en schrijven. Na groep 8 hebben leerlingen met 1100 woorden een ruime woordenschat. De lessen sluiten aan op Stepping Stones, de meest gebruikte methode in het voortgezet onderwijs. Hierdoor leren kinderen Engels in een doorgaande leerlijn. Op RKBS De Springplank werken leerlingen nu vanaf groep 5 met Stepping Stones Junior. In groep 3 en 4 loopt een proef met de methode. ‘Het belangrijkste pluspunt voor ons is dat Stepping Stones Junior aansluit bij de methode van veel middelbare scholen’, vertelt Gerda. ‘Ook is de methode heel compleet, dat misten we bij onze vorige methode, waarbij het vooral ging om woordjes oefenen. Nu werken we ook meer aan zinsbouw en het gebruik van werkwoorden.’
Engels praten Iedereen is enthousiast, al was het wel een dingetje om alleen Engels te spreken in de les. ‘Ik vond het in het begin best lastig om Engels te praten’, geeft Gerda toe. ‘Ik beheers de taal goed maar was bang dat het niveau heel hoog moest zijn. Het gaat er echter vooral om dat je de hele les in het Engels praat. Met gebaren, zonder alles continu te vertalen. Daarvoor moest ik een knop omzetten en in het begin was het zoeken.’ Ook Hanne moest een drempel over. ‘Gelukkig mag je er als mens staan, nadenken over woorden en ze opzoeken. Net als de leerlingen weten wij soms een woord niet. Zij vonden het in het begin ook spannend. Het helpt om daar eerlijk over te zijn. Kinderen zien dat het niet perfect hoeft te zijn maar dat je het vooral moet doen. Nu is het voor iedereen duidelijk: zodra de les begint, praat je Engels.’ De methode geeft hulpzinnetjes en die hebben de leerkrachten in het begin veel gebruikt. ‘Nu zit het wel in mijn systeem en heb ik de suggesties minder nodig’, vertelt Gerda.
happertje met letters en opdrachten. Er zit veel variëteit in de methode. Leerlingen luisteren niet alleen maar moeten ook dingen doen. De handleiding geeft veel suggesties voor de spelvormen. Ook staan er in de digitale omgeving veel mogelijkheden voor activiteiten bij de les.'
Gefaseerd Inmiddels vinden sommige leerlingen de lessen zelfs te makkelijk, merkt Gerda. ‘Dat komt ook doordat we Stepping Stones Junior gefaseerd invoeren. Hierdoor werken ze nu in groep 8 met materiaal voor groep 7. We zijn dus nog niet waar we zouden moeten zitten, maar ze hebben het snel opgepakt. Engels praten gaat nu al duidelijk beter en niet met woordjes vanaf een blaadje. De leerlingen stellen ook vragen in het Engels. Dat was even schakelen voor ze, maar ze zijn er snel handig in.’
Sterker geworden Eind volgend jaar zitten de leerlingen helemaal op niveau en dan zou hun kennis moeten aansluiten op de lessen op de middelbare school. ‘We merken nu al dat onze leerlingen sterker zijn in Engels, vooral met praten’, aldus Hanne. ‘Het stampwerk kostte ze voorheen veel moeite. Nu hebben we vaak zoveel behandeld in de les, dat een toets eenvoudig is.’ Gerda vult aan: ‘Engels is nu leuk, waar het eerder frustratie opleverde. De leerlingen hebben geen huiswerk en leerbladen zijn niet langer nodig. De aanpak is heel simpel: je spreekt Engels. English is fun! Zeker met Stepping Stones Junior.'
Veel variëteit Zowel de leerlingen als de leerkrachten kunnen de verschillende werkvormen erg waarderen. Hanne: ‘De leerlingen moeten veel samenwerken en actief met elkaar praten. Ze vinden de digitale spelletjes ook erg leuk, van galgje met een robot tot het maken van een
Wil jij meer informatie over Stepping Stones Junior?
Ga naar steppingstonesjunior.nl PrimaOnderwijs 33
Gezond schermgebruik:
zo voorkom je de app-nek en swipe-duim
Scrollen, appen of gamen: we zijn er dagelijks heel wat uren zoet mee. (Sociale) media bieden kinderen veel plezier en in de klas kunnen de tablet en het digibord enorm handig zijn. Maar we weten ook dat verkeerd of overmatig schermgebruik kan leiden tot lichamelijke problemen. Hoe houd je het leuk én gezond?
3x
tekst saskia kuijl/netwerk mediawijsheid
vragen aan Yolanda van Hoorn
(oefentherapeut Cesar en oprichter Zit met Pit!)
Waarom is gezond schermgebruik zo belangrijk? ‘De laatste decennia is er veel veranderd in ons leven en in onze maatschappij. We zitten veel en spenderen heel wat uren achter een scherm. Wist je dat in een gezin met 2 kinderen gemiddeld 9 schermen te vinden zijn, en dat basisschoolkinderen zo’n 7 uur per dag zittend doorbrengen? Een grote mate van zogeheten ‘sedentair gedrag’ in combinatie met schermen kan onder meer zorgen voor houdingproblemen, bijziendheid, slaapstoornissen en verminderde motorische ontwikkeling. Gelukkig zijn er best wat simpele trucs om deze problemen te voorkomen.’ Hoe zorg je in de klas voor goede gewoontes? ‘Zorg voor afwisseling! Niet de hele ochtend op de iPad of Chromebook, maar ook tijd maken voor bewegend leren. Wanneer er met tablets wordt gewerkt, zet deze dan rechtop met een standaard of hoesje. Dat 32
is beter voor de stand van het hoofd en de nek. Aandacht voor de zithouding is een goed begin, maar nog belangrijker is het om te variëren. Laat kinderen hun opdracht daarom ook eens in de zitzak doen of liggend. Of op een andere plek in de school. En wissel af met staand werken. Bedenk dat omgevingsfactoren voor een groot deel bepalen hoe je je gedraagt: als er tafeltjes en stoelen staan, dan gaan kinderen zitten. Kijk eens wat er gebeurt als je een hoge tafel neerzet! Dat experiment kun je natuurlijk ook in de lerarenkamer doen. Ook handig op school: de 20-20-2 regel. Die houdt in dat kinderen en jongeren voor elke 20 minuten dichtbij kijken, 20 seconden ver weg kijken. En dat ze per dag minstens 2 uur buiten zijn. Zo voorkom je bijziendheid.’ En na schooltijd? ‘Eigenlijk begint gezond schermgebruik thuis. Daarom
5x
gezonde tips voor kinderen en jongeren
Handig voor in de les: op de jeugdwebsite HoeZoMediawijs.nl kunnen leerlingen zelf aan de slag met mediawijsheidthema’s, waaronder mediagebruik en gezondheid. Ze vinden er onder andere deze tips!
1 Zet je notificaties en meldingen uit
4 Gebruik de computer om iets actiefs te doen
2
5
Bang om een berichtje te missen? Je bent niet de enige. We noemen dat socialbesitas, social media stress of FOMO (Fear of Missing Out). Laat je hoofd niet hangen Breng je apparaat altijd ter hoogte van je gezicht. Zo krijg je geen gebogen nek. Neem je telefoon ’s avonds niet mee naar bed Teveel prikkels en het blauwe licht van het beeldscherm zorgen ervoor dat je moeilijk in slaap valt.
3
Wil je leren muziek maken? Iets in elkaar knutselen? Kijk eerst op YouTube een how-to-filmpje en ga dan lekker aan de slag. Niet appen op de fiets Veel kinderen fietsen elke dag naar school. Maar wat doe je dan met je smartphone? In je zak! Want je telefoon gebruiken in het verkeer kan behoorlijk gevaarlijk zijn. Je hebt je aandacht niet bij het verkeer.
Bekijk de volledige top 10, leuke doe-opdrachten en informatie voor leraren en ouders op hoezomediawijs.nl/appnek
‘‘
‘‘
Gezondheid is standaard onderdeel van mijn gesprekken met ouders en schoolteams. Het begint al bij de allerkleinsten, we weten immers hoeveel tijd zij doorbrengen met schermen. Daarom is preventie zo belangrijk. Hoe eerder je start met het voorkomen van gezondheidsproblemen, hoe beter. De school- en thuisomgeving trekken hier samen in op. Ga met elkaar in gesprek en maak afspraken. En bedenk dat het niet alleen gaat om schermtijd, maar ook: wat doet het kind op een scherm, met wie, hoe, waar en met welk effect?
Evelyn Verburgh, mediacoach (Vitamine Eef) MediaDiamant: Balans Het is belangrijk dat media niet de enige activiteit vormen voor kinderen. Je kunt hierbij helpen door zelf het goede voorbeeld te geven, afspraken te maken over de momenten waarop media ‘aan’ en ‘uit’ staan en andere leuke dingen te bedenken die je kunt doen. De MediaDiamant, een handige wegwijzer in mediaopvoeding, biedt tips. Op mediawijsheid.nl/mediadiamant vind je ook een knipvel om je eigen MediaDiamant mee te knutselen.
De Week van de Mediawijsheid vindt plaats van 8 t/m 15 november 2019, met dit jaar als thema: Aan of uit? Kijk op weekvandemediawijsheid.nl
zorgen we in onze programma’s voor verbinding tussen kind, school en thuis. We geven kinderen een opdracht mee naar huis en draaien de rollen om: hoe doen de andere gezinsleden het? ‘Pap, je zit helemaal kromgebogen over je smartphone!’, kunnen ze dan zeggen. Dat vinden ze natuurlijk geweldig. Het brengt op een luchtige manier het gesprek ook thuis op gang en maakt ouders bewust van het voorbeeld dat zij stellen. Ouders van nu zijn niet op dezelfde manier opgegroeid met media, en hebben dit stukje opvoeding van hun ouders dan ook niet meegekregen. Onder meer de mediacoach kan een belangrijke rol spelen bij het beantwoorden van vragen die zij en leraren hierover hebben.’ PrimaOnderwijs 35
Rappend het onderwijs in met ‘MeesterVlogger’ Dylan van Brummen
‘Als jij als leraar wat van jezelf laat zien, zien de leerlingen jou ook!’ Een boks hier, een handschud daar. Als ik met Dylan van Brummen door de gangen van de Hubertus & Berkhoff vakschool loop, is meteen merkbaar hoe geliefd de docent economie is. ‘Ik zie elke leerling en de leerling ziet mij. Als je die connectie eenmaal hebt, volgen de goede lessen bijna vanzelf. Als zij zich gezien voelen, kun je ze in de les veel beter aanspreken.’ door vanessa pelle
Wij hebben Dylan leren kennen op de NOT-beurs, waar hij al rappend de opening verzorgde, samen met minister Arie Slob, astronaut André Kuipers en meester Sander Gordijn. Bij de leerlingen en zijn volgers op YouTube is hij ook bekend als MeesterVlogger, een naam die leerlingen voor hem bedachten toen hij een paar jaar geleden een YouTube-filmpje liet zien waarop hij hen al rappend een blik in zijn privéleven gunde. ‘Ik wil de leerlingen laten zien dat een docent ook een leven heeft buiten school. Hoe ik omga met mijn vrienden of hoe mijn vakantie is geweest, maar ook hoe het was toen ik vader werd. Leerlingen heb36
ben vaak een negatief beeld van hun docenten. Het eerste filmpje dat ik liet zien heette ‘Mentor rapt voor zijn klas’. Ik ging naar het zwembad, met vrienden wat eten. De klas vond dat heel leuk! In één van de video’s eindigde ik met ‘Meester… Vlogger’. Drie leerlingen voegden dit samen tot MeesterVlogger. Die naam heb ik gehouden. Die meiden zijn vorig jaar - uiteraard geslaagd.’
Doel Vandaag tijdens het interview filmt Dylan ook. ‘Welkom dames en heren! Ik ben hier op school met
Vanessa van PrimaOnderwijs. Ze neemt alles op. Slim, mensen. Als je ooit een belangrijk gesprek hebt, neem het op, dan kun je je helemaal concentreren op het gesprek en later alles terugluisteren.’ Al zijn filmpjes moeten wel een doel hebben, vindt de 26-jarige Amsterdammer. ‘Je moet als docent wel serieus genomen worden. Je wil ook niet dat je school slecht in beeld komt. Ik overleg daarom alles met mijn leidinggevenden. Zo zien ze welk idee ik heb en wat het doel is. Ik gebruik de video’s als praktijkvoorbeelden. Hoe economie een rol speelt in alles in het leven. Ook het filmpje van de NOT-opening heb ik in de klas laten zien. Zo weten ze wie de minister van Onderwijs is en voor welk geld hij verantwoordelijk is. Dat de minister ook nog eens ging meerappen, gaf alleen maar aan dat je met positiviteit alles kunt bereiken.’ Hij lacht: ‘Bovendien wilde ik natuurlijk wel even laten zien dat ik een beurs mocht openen die twee jaar eerder door Máxima was geopend!’
Steun Het docentschap zit in zijn bloed. ‘Al wist ik dat niet meteen! Mijn ouders zaten allebei in het onderwijs, maar nadat mijn moeder een burn-out kreeg, zag ik ook die moeilijke kant van het onderwijs. Ik ben eerst commerciële economie gaan studeren. In het derde jaar moest ik een minor kiezen en koos ik toch voor het onderwijs. Die minor was zo ontzettend leuk. Dit paste bij me! Toen heb ik een vervolgopleiding gedaan. Mijn eerste sollicitatie was hier bij het Hubertus. Ik werd zo leuk ontvangen dat ik nooit meer ben weggegaan.’ De burn-out van zijn moeder heeft Dylan wel gewaarschuwd. ‘Zij was als docent heel goed maar voor haar leidinggevenden destijds te innovatief en te aanwezig. Dat ging niet samen. Daar heb ik veel van geleerd. Ik kader alles uit. Ik overleg alles. En gelukkig werk ik op een school die mij steunt.’
Oprecht Wie denkt dat het één groot feest is in de klas van MeesterVlogger, heeft het mis. ‘Nummer één bij mij is orde houden. Ik kan een les hebben die heel gezellig is, maar als ik terug wil naar de lesstof en de leerlingen zich echt moeten concentreren, tel ik af van 3 en is bij 0 iedereen stil. Ik geef best traditioneel les en ben gericht op cijfers. Ze moeten nu eenmaal leren wat ze moeten leren. Dat kan in een goede sfeer en in een veilig leerklimaat, maar iedereen moet slagen of overgaan. Dat is tot nu toe steeds gelukt. Ik ben ook heel consequent. Iedereen is gelijk in de klas en krijgt een gelijke behandeling. Ze durven vragen te stellen en ik laat iedereen antwoord geven. Als je oprecht bent, kun je nooit een slechte band hebben met leerlingen.’ Over zijn manier van lesgeven, haalt hij zijn eigen jeugd aan. ‘Ik heb het beste genomen van mijn docenten vroeger. Er was één docent die heel streng
was. Ik werd er vaak uitgestuurd. Ik was aanwezig maar ook altijd erg áánwezig. Deze meester gaf me altijd het gevoel dat hij me mocht. Ook al stuurde hij mij eruit, hij zag me wel. En zo’n gevoel doet veel.’
Band opbouwen ‘Eigenlijk is mijn manier van lesgeven autoritair met gevoel’, zegt hij na enige overpeinzing. Dat heb ik opgebouwd door te laten zien wie ik ben. Dat is best moeilijk want leerlingen zijn goudeerlijk, daar moet je tegenop gewassen zijn. Maar als je niks van jezelf laat zien, is het moeilijk respect te krijgen. Of dat eng is? Voor mij niet, maar ik schaam me ook niet snel ergens voor. Al begrijp ik wel dat niet elke leraar nu meteen zijn privévideo’s mee naar school neemt. Misschien krijgen leraren inspiratie van de video’s die ik voor mijn school maak. Het maakt niet zoveel uit wat je van jezelf laat zien. Het kan ook blokfluiten zijn of een video van je vakantie, zolang het maar van jou is. Dat waarderen leerlingen. Ze zien dat je er staat voor hen. Dat je niet tegen hen bent, maar ze juist wil laten slagen in het leven. Zo investeer je in een goede band met je leerlingen.’
Je vindt de video’s van Dylan door op YouTube te zoeken naar MeesterVlogger. PrimaOnderwijs 37
(Advertorial)
‘Acer Chromebooks bieden ongekende mogelijkheden’ Als nieuwe grote stap in de digitalisering van haar onderwijssysteem schafte PCBO De Boustien in Friesland dit jaar 255 Acer Chromebooks aan. ‘De Chromebooks vormen nu al een integraal onderdeel van onze lessen’, vertelt directeur Ietje de Vries trots.
De vereniging waar de protestants-christelijke basisschool De Boustien onder valt, heet PCBO Dantumadiel. Deze bestaat uit zeven scholen. Dirk Haijma, bovenschools ICT-coördinator, vertelt dat voor de zeven scholen in totaal 1200 Chromebooks zijn aangeschaft: “De vereniging heeft er duidelijk voor gekozen om een flinke investering in de toekomst te doen. Het bijzondere van De Boustien is dat daar echt álle leerlingen een eigen Chromebook hebben gekregen.”
Onderdeel van de les Directeur Ietje de Vries vertelt dat De Boustien als enige school binnen de vereniging al met Snappet tablets werkten: “Maar we merkten al snel dat die tablets te klein en minder goed werkbaar waren, vooral voor de groepen vijf tot en met acht. Dus moest er iets beters komen.”Het proces waarbij tot de aanschaf van Acer Chromebooks werd besloten was eigenlijk heel simpel, vult Haijma haar aan: “We hebben eerst vastgelegd wat de visie van onze vereniging is ten aanzien van digitaal onderwijs. Wat voor digitaal onderwijs willen wij geven? Directeur Ietje de Vries en bovenschools ICT-coördinator Dirk Haijma
Uiteraard hebben we dit in samenspraak met de leraren gedaan. Daar kwam vooral uit dat de computer die we zouden gaan inzetten een integraal onderdeel van het aanbieden van de lesstof zou worden. Dus niet alleen een verwerkingseenheid van de lesstof, maar echt onderdeel van de les zelf. Die computer moest een toetsenbord en een zeer goede batterij hebben en verder robuust en licht zijn. Ook wilden we hier op De Boustien alle leerlingen van een computer voorzien. De onderbouw met touch, want dan kunnen ze sneller en intuïtiever werken en hem ook als tablet gebruiken, en de bovenbouw zonder touch. Dat laatste was een financiële beslissing, maar kinderen in groep vijf tot en met acht kunnen prima met alleen een toetsenbord uit de voeten.”
Aanschaf “Met deze vraag en het vastgestelde budget zijn we naar onze ICT-dienstverlener VWC gestapt”, vervolgt Haijma. “Zij kwamen meteen met deze Acer Chromebooks op de proppen. We waren meteen overtuigd van deze laptops.” Vlak voor de zomer van 2018 werd begonnen met de uitrol en de implementatie is na de zomer afgerond. Omdat alle 255 leerlingen tegelijk van de Chromebooks gebruik moeten kunnen maken, moest wel de capaciteit van het wifinetwerk worden uitgebreid. Aan het eind van elke lesdag worden de Chromebooks veilig in afgesloten laadkasten opgeborgen. VWC kan bovendien via de centrale beheeromgeving automatisch alle benodigde updates verzorgen, waardoor de machines elke dag in topconditie zijn. Daar is verder binnen de school geen beheer meer voor nodig.
Chromebooks 11 N7 en Spin 11 De hele bovenbouw en de leraren van De Boustien kregen de Acer Chromebook 11 N7 (C731) en de onderbouw de Acer Chromebook Spin 11 (R751T). Beide types zijn extreem sterk en schokbestendig en daardoor bijzonder geschikt voor gebruik in het onderwijs. Daarnaast zijn ze klein (11 inch), dun en licht en kunnen kinderen de Chromebooks dus makkelijk hanteren. De Spin 11 heeft bovendien ook nog een uniek drainagesysteem waarmee gemorste vloeistof door het toetsenbord heen wordt afgevoerd zonder schade aan te richten. Het touchscherm van de Spin 11 ten slotte kan helemaal omklappen en zo ook als tablet functioneren. Ideaal voor ‘de kleintjes’.
Meer interactie Directeur De Vries is lovend over de Chromebooks: “Het is echt geweldig wat deze apparaten ons voor mogelijkheden bieden. Nu al, maar ook in de toekomst. We staan aan het begin en zijn eigenlijk nog in de verkennende fase, maar ik zie de interactie tussen leraren en leerlingen toenemen.” Eén ding vindt De Vries wel heel jammer en dat is dat de Cito-toetsen voor het leerlingvolgsysteem (LVS) op dit moment nog niet op de Chromebooks gedaan kunnen worden:
“Dat moet dan nog gewoon op papier en daar baal ik van. Ik denk dat juist het delen van die resultaten tussen leraren onderling, met leerlingen en met ouders een prachtig voorbeeld is van hoe digitalisering het onderwijs kan verbeteren.” Haijma haast zich te zeggen dat dit niet aan de Chromebooks ligt: “Die kunnen dat moeiteloos, maar het is iets aan de achterkant van onze omgeving. We zijn met man en macht samen met onze ICT-dienstverlener VWC bezig om dit in orde te maken.”
Internationalisering De Vries eindigt met een beschouwing: “Zoals gezegd zien we de Chromebooks niet alleen als een verwerkingseenheid, maar vooral als communicatiemiddel. Tussen leraar en leerling, maar ook tussen leerlingen onderling. Met het oog op het steeds internationaler worden van de wereld hebben wij er bewust voor gekozen om een school te worden met Vroeg Vreemde Talen Onderwijs (VVTO). Leerlingen in groep acht communiceren al met leerlingen in andere landen in vreemde talen. Nu ze allemaal een eigen Chromebook hebben, kan dat veel beter en eenvoudiger. We hebben de leerlingen met deze Chromebooks dus letterlijk de toekomst in handen gegeven.”
Kijk voor meer Acer en onderwijs op acer.com
Omgaan met hoogbegaafde leerlingen in de Eurekaklas ‘Bij een les over Leonardo da Vinci gaan ze beeldhouwen en organiseren ze een expositie’ In de eigen klas vervelen ze zich vaak. Ze zijn snel klaar met de reguliere stof en willen extra uitdaging. Hoe ga je om met hoogbegaafde leerlingen op de basisschool? Linda van Elderen begeleidt hen één dagdeel per week in de Eurekaklas op de Tilburgse basisschool De Blaak. door malini witlox
‘Drie jaar geleden hebben we de Eurekaklas opgestart voor groep 5 tot en met 8. Het jaar daarop kwam groep 4 erbij en sinds vorig jaar komen leerlingen van alle groepen’, vertelt Linda. Van sterrenkunde tot Spaans, van rekenen tot programmeren... als je een rondgang maakt op internet, zie je dat scholen een heel divers aanbod hebben voor hoogbegaafde leerlingen. ‘Taal en rekenen krijgen ze bij ons niet in de plusklas’, zegt Linda, die eerder op een Leonardoschool werkte. ‘Dat leren ze in de gewone klas. Ik vind het belangrijk dat ze in de plusklas iets doen waarbij ze uit hun comfortzone worden gehaald en aan het denken worden gezet. Meestal kiezen we voor een creatieve verwerking waarbij ze uitgedaagd worden om dingen op een andere manier aan te pakken. Bij een les over Leonardo da Vinci gaan we bijvoorbeeld beeldhouwen en organiseren de leerlingen daarna een expositie voor hun ouders.’ 40
LOOD-lijsten Linda gebruikt speciale LOOD-lijsten (Leerlijn Overstijgende Onderwijs Doelen), waarop leerlingen zelf hun doelen kunnen aangeven. Ze toont een voorbeeld van een lijst voor de oudere leerlingen. ‘Het varieert van aspecten als concentreren en wachten met praten tot ze aan de beurt zijn tot aan het gebruiken van een handige aanpak bij meerkeuzevragen. Als veel kinderen hetzelfde doel hebben, ontwerp ik er een les omheen.’ In de onderbouw gebruikt ze lijsten in de vorm van een boom, waarbij de kinderen met appeltjes kunnen kleuren hoe ver ze zijn.
Earthmovers Een les van 2,5 uur verdeelt Linda meestal in vier blokken. Een opwarmer (bijvoorbeeld Black Stories), een maatschappelijk probleem, een spel en een afsluiter. Hier komen verschillende vakken en projecten aan bod. Filosofie, programmeren, aanpakken van een maatschappelijk probleem, projecten over sterrenkunde, creatief denken… Een van haar projecten was Earthmovers. ‘Leerlingen moeten daarbij over een maatschappelijk probleem nadenken. Zo heeft een groep naar de verkeersveiligheid bij de school gekeken. Iedere keer als mensen te voet of op de fiets komen om hun kinderen op te halen, krijgen ze een
stempel en aan het einde volgt een beloning. Een andere groep leerlingen heeft een digitale ouderendag georganiseerd, waarbij ze ouderen hielpen met vragen over hun tablets en smartphones.’
Onder de indruk Het meest belangrijke bij hoogbegaafde kinderen is de uitdaging, vindt Linda. Ze is soms zelf verbaasd over de enorme creativiteit van de kinderen. ‘Bij groep 1 en 2 moesten ze aan het werk met Klein Duimpje die de schatkist van de reus had gestolen. Ze moesten proberen de zware schatkist naar de overkant van het lokaal te brengen. Ze hebben van alles geprobeerd, uiteindelijk legden ze er stokken onder om de kist te rollen. Dat hebben ze helemaal zelf bedacht.’
Programmeren In alle klassen staan plastic boxen met materialen, waar de leerlingen in de klas mee kunnen werken als ze de reguliere lesstof af hebben. Linda pakt een plastic bak met opdrachtkaarten die ze zelf heeft ontworpen en materialen die ze door de jaren heen heeft verzameld en waar de leerlingen zelfstandig mee aan de slag kunnen. Ze besteedt bovendien veel tijd aan programmeren. Daarvoor gebruikt ze bijvoorbeeld Codekinderen en Turtle Academy. ‘Bij beide kun je echt leren programmeren met ouderwetse codetaal. Dat in tegenstelling tot Scratch waarbij je met blokjes sleept. Bij Turtle Academy, geschikt voor de jongere kinderen, laat je door codetaal een schildpad lopen. We doen allerlei spelletjes zoals Ko de Kraker en
Sandwichrobot om de leerlingen de basisbeginselen van programmeren bij te brengen.’
Point 013 Alles wat Linda in de klas doet, is wetenschappelijk onderbouwd. De school werkt nauw samen met onderzoekswerkplaats Point 013. Point staat voor Passend Onderwijs voor Ieder Nieuw Talent, en 013 voor Tilburg. Wetenschappers van drie universiteiten en leraren van elf scholen delen hun bevindingen op de speciale website. Hier vind je onder meer wetenschappelijke publicaties, lesmaterialen en vlogs. Hoe ziet bepaald materiaal eruit, wat kost het, wat is de theoretische verantwoording en wat zijn de conclusies. Ook zijn er maandelijks bijeenkomsten. Kijk voor meer informatie hierover op point013.nl.
Wat doet Linda in de klas?
Een kort overzicht Grieks alfabet en Grieks rekenen.
‘Oog voor’-opdrachten, waarmee leerlingen in de geschiedenis van bijvoorbeeld Anne Frank duiken of over gezond voedsel leren. Denksleutels, waarbij ze met bijvoorbeeld energie aan de slag gaan of over zoogdieren en insecten leren. Meteorologie, waarbij ze onder meer over type wolken leren. Programmeren en/of coderen met o.a Codemaster en Robot Turtles. Het bordspel Dixit, waarmee leerlingen verbanden leren leggen. Skyrail knikkerbaan. Werken met materialen van het Talentenlab. Leren vanuit een groeimindset met Fixie & Growie. Bouwen met Stekkels, Tsumiki en Twickto. Vooruitwerklab. App Stop Motion met de Stikbots.
PrimaOnderwijs 41
The Phileas Fogg Theatre Company Interactief Engelstalig theatergezelschap voor basisscholen
Onze unieke lesmethoden in de afgelopen 20 jaar hebben ons tot het meest gerespecteerde en drukste Engelse theatergezelschap van Nederland gemaakt. Onze methode ‘learning by doing, not learning by watching’ helpt leerlingen meer zelfvertrouwen te krijgen in Engels en in zichzelf.
P���� P��
✔ Is speciaal geschreven voor leerlingen van groep 7 en 8. ✔ Is 100% interactief - leerlingen worden de piraten, verloren jongens, roodhuiden en andere karakters. ✔ Is een fantastische ervaring! Leerlingen leren zonder het te weten. ✔ Is beschikbaar als een workshop overdag en / of als een avond voorstelling met publiek. ✔ Wordt geleid door professionele Britse acteurs.
Voor meer informatie en beschikbaarheid van datums voor boekingen kunt u contact opnemen met: Nederlandstalig - Petra@InteractiveEnglish.co.uk Engelstalig - Peter@InteractiveEnglish.co.uk Onze tourdirecteur in Nederland - Charlie (Engelstalig) 06 - 1530 5329 Ook werken we samen met middelbare scholen. Voor meer informatie over onze workshop en shows voor middelbare scholen kunt u onze website bekijken: www.phileasfogg.org.uk
Column De onderwijswereld van
Esther van der Knaap
Hey, het is oké! Onder de titel ‘Hey, het is oké’ is de Rijksoverheid een campagne gestart om angst en angststoornissen onder de aandacht te brengen. In dezelfde week dat deze campagne gelanceerd werd, viel bij mij de Hulpwaaier ‘Angst’ op de deurmat. Hierin staan tips en strategieën voor in het basis- en voortgezet onderwijs. Voor mij een reden om in de cijfers te duiken en te kijken wat ik, wij als leerkrachten kunnen doen voor leerlingen die leven met een angststoornis. Angst in cijfers De cijfers liegen er niet om. 4 tot 8 procent van de kinderen van 0 tot 12 jaar én zelfs 10 procent van jongeren van 13 jaar en ouder heeft een angststoornis. Hoe ouder men wordt, hoe hoger dat percentage. Bij volwassenen van 18-65 jaar loopt dit zelfs op tot 1 op de 5 personen. Met deze cijfers kan het niet anders dan dat je in je werksituatie te maken hebt met leerlingen en/of collega’s die leven met een angststoornis. Dit kan zich op veel manieren uiten. Een bekende in het onderwijs is faalangst. Een leerling is zo gericht op het goed doen en het foutloos werken, dat dit hem of haar letterlijk in de weg zit. De ene leerling zal constant de aandacht en de bevestiging van de leerkracht opzoeken, terwijl de andere leerling de leerkracht juist buitensluit, omdat hij hulp krijgen ziet als falen. Als leerkracht is het belangrijk dat
je ook deze leerling succeservaringen laat opdoen. Het duidelijk en overzichtelijk aanbieden van de lesstof zal deze leerlingen helpen met het winnen van vertrouwen: ‘Ik kan het!’ Elk schooljaar zie ik het weer Wat je bij jongere kinderen ook vaak ziet is separatieangst. De kinderen kunnen in paniek raken bij het afscheid nemen. Als leerkracht van een kleutergroep zie ik die vorm elk schooljaar voorbijkomen. Belangrijk is om samen met de ouders een standaard ritueel af te spreken en je daar aan te houden. Laat het afscheid kort duren, benoem bij de leerling wat er gebeurt, geef deze leerling de ruimte om bijvoorbeeld een knuffel bij zich te hebben tijdens het opstarten van de dag. Als leerkracht kun je voor deze, en voor al je kinderen, echt het verschil maken!
Esther, onderwijswereld-po.nl
PrimaOnderwijs 43
voor hulp bij leer- en gedragsproblemen in de klas! Speciaal voor PrimaOnderwijs beantwoordt de Onderwijsdesk vragen van leerkrachten uit het hele land. Goede adviezen en cursussen waarbij je echt in je vak gehoord en begrepen wordt, zorgen dat je floreert voor de klas. Heb jij een vraag voor de Onderwijsdesk, mail die dan naar info@onderwijsdesk.nl. TIP 2 Recent onderzoek toont aan dat beweging zorgt voor betere leerprestaties. De toevoeging van rust- en bewegingsmomenten in de klas zorgt voor een nieuwe dynamiek, het zijn oefeningen die je onder andere leert bij Wendy de Groot in haar cursus Rustmoment in de klas. De cursus is nog voor de zomervakantie op vrijdag 7 juni a.s. of erna op zaterdag 28 september bij de Onderwijsdesk te volgen.
Developmental Coordination Disorder Sensitieve leerlingen Ik heb vier leerlingen in de klas met signalen van sensitiviteit. Hoe kan ik het beste met hen omgaan? Marina uit Hoofddorp (groep 6) Onderwijsdesk: Leerlingen met een hogere sensitiviteit zijn gevoeliger voor interne en externe stimuli en reageren intenser dan anderen op deze stimuli. Je kunt denken aan emotionele en fysieke stimuli en aan stimuli die te maken hebben met nieuwe of sociale situaties. Zo zijn harde geluiden, irritaties op de huid, het niet vies willen worden, pijnprikkels, het aanpassen aan de verwachtingen van anderen en het gevoelig zijn voor de sfeer veelvoorkomende prikkels die leerlingen van slag kunnen maken. Als gevolg daarvan kunnen ze onverwachts boos uitvallen, gestresst en dwingend reageren, overmatig piekeren of zich terugtrekken en afsluiten om de stress die deze stimuli opwekken, te doen verminderen. TIP 1 Begrip en acceptatie zijn de pijlers waarop sensitieve kinderen gedijen. Erken de emoties en benoem het waarom van het gedrag, geef helder aan wat niet mag en zoek samen naar alternatieve reacties of oplossingen voor de situatie. Op donderdag 3 oktober a.s. geeft Esther Bergsma weer de inspirerende cursus Hoogsensitieve kinderen bij de Onderwijsdesk. 44
Wat zijn de kenmerken van DCD en hoe kan ik dit herkennen in de klas? Saskia uit Veenendaal (groep 3) Onderwijsdesk: Developmental Coordination Disorder (DCD) is een motorische coördinatiestoornis waarbij kinderen achterlopen in de ontwikkeling van motorische vaardigheden en moeite hebben met de coördinatie van bewegingen. Hierdoor kosten alledaagse handelingen zoals lopen, sporten, schrijven of knippen een kind veel meer moeite dan leeftijdsgenoten. Kinderen kunnen daardoor niet goed meekomen op school en lopen achter met hun werk. Sommigen hebben moeite met horen, zien en begrijpen van wat er in de omgeving gebeurt. In iedere groep zou één of meerdere leerlingen met DCD kunnen zitten. De diagnose DCD kan alleen gesteld worden door een daarvoor geschoolde arts vanaf ongeveer het vijfde jaar. Voor kinderen met DCD is het veelal lastig om te voldoen aan de verwachtingen en aan de vanzelfsprekendheid van dagelijkse activiteiten. Zij ontvangen hierdoor vaak negatieve feedback, voelen zich minder competent dan anderen en hebben veelal een lager zelfbeeld. Het is voor kinderen met DCD belangrijk dat de leerkracht gelooft in de capaciteiten van de leerling en zich hierover regelmatig uitspreekt. TIP Geef hen meer tijd voor een taak en leg nieuwe vaardigheden of opdrachten in stappen uit. Maak deze stappen ook visueel en wijs hen op de volgorde van de stappen.
Taal Ontwikkelings Stoornis Wat is precies een taalontwikkelingsstoornis? Martijn uit Vlissingen (groep 8) Onderwijsdesk: Leerlingen met TOS horen meestal goed en hebben een normale intelligentie. Ze leren hun moedertaal echter langzaam, hebben moeite met de grammatica en kunnen klanken en woorden moeilijk onthouden. Ze vinden omgaan met emoties lastig. TOS wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische- en omgevingsfactoren. Uitgaande van een prevalentie van 7 procent zijn er ongeveer 13.000 vijfjarige kinderen met TOS en ruim 195.000 kinderen tot 15 jaar met TOS (CBS, 2016). TOS komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. TIP Kijk voor de TOS cursus op Onderwijsdesk.nl.
Digitale geletterdheid voor directeuren in het PO Hoe geef je inhoud aan een leerlijn digitale geletterdheid in het PO? Menno uit Zutphen Onderwijsdesk: Digitale geletterdheid wordt opgenomen in het nieuwe curriculum van het primair onderwijs. Maar wat is digitale geletterdheid precies? En hoe kun je een goede invulling geven aan een leerlijn digitale geletterdheid op jouw school als leerkrachten onbekend zijn met het onderwerp? In de cursus digitale geletterdheid van Bomberbot wordt antwoord gegeven op deze vragen. Het is de missie van Bomberbot alle kinderen de mogelijkheid te bieden onmisbare 21ste eeuwse vaardigheden te ontwikkelen die ze klaarstomen voor de toekomst. In de cursus wordt aandacht besteed aan de vier vaardigheden van digitale geletterdheid: ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, conceptual thinking en informatievaardigheden. Benieuwd naar hoe jullie op school op een goede manier invulling kunnen geven aan digitale geletterdheid? Schrijf je in voor de cursus Digitale geletterdheid van Sjoera Buurma op 19 juni aanstaande.
Cursusladder Waarderend Veranderen Voor intern begeleiders, schoolleiders & bestuurders Donderdag 13 juni René Lous Executieve functies Van werkgeheugen tot zelfsturing Zaterdag 15 juni Dr. Diana Smidts Digitale geletterdheid voor directeuren (PO) Donderdag 19 juni Sjoera Buurma Expliciete Directe Instructie Kleutereditie Donderdag 27 juni Eveline Bogers Mindset Fixed, mixed en growth mindset Dinsdag 25 juni (PO) Drs. Floor Raeijmaekers Vrijdag 28 juni (VO) René Lous Sociaal-Emotioneel Leren (SEL) Preventie van gedragsproblemen Woensdag 3 juli Dr. Kees van Overveld Dé EDI Opfrisdag Leerkrachten groep 3 t/m 8 Donderdag 29 augustus Marcel Schmeier Rekenspecialist 6-daagse PO-editie Start vrijdag 6 september (PO) Drs. Marije van Oostendorp
5-daagse VO-editie Start vrijdag 13 september (VO/MBO) Drs. Marije van Oostendorp Lees- en taalspecialist 6-daagse cursus Start woensdag 18 september (PO) Drs. Marije van Oostendorp Hoogsensitieve kinderen Donderdag 3 oktober (PO/VO) Drs. Esther Bergsma Kijk voor meer cursussen op onderwijsdesk.nl
PrimaOnderwijs 45
Kinderarmoede: wat kun je als school doen? ‘Op school moeten álle kinderen kunnen meedoen’ In Nederland groeien 378.000 kinderen op in armoede. Eén op de negen kinderen kampt dagelijks met ongezonde stress over geldgebrek. Zij kunnen zich hierdoor slecht concentreren en presteren minder goed op school. Als je weet dat armoede gevolgen heeft voor de ontwikkeling en het leervermogen van kinderen, moet je er wat mee als school. Maar wat kun je doen? door tefke van dijk
Kinderen die opgroeien in armoede hebben geen geld voor sport of een nieuwe fiets, kunnen niet trakteren of een verjaardagsfeestje geven, hebben geen warme jas of krijgen maar een keer per dag eten. Leerkrachten weten vaak niet dat een leerling in armoede leeft. Hans Christiaanse van Alles is Gezondheid zag in zijn tijd als schooldirecteur in de Haagse Schilderswijk veel onkunde, ook bij zichzelf. ‘Ik wist dat kinderen thuis alleen rijst aten of waren afgesloten van gas, water en licht en vroeg mij af: wat doe je eraan?’ Op zijn school keken ze kritisch naar de ouderbijdrage. ‘Die lijkt vrijwillig, maar is dat niet. Organiseer het zo dat kinderen zich niet buitengesloten voelen en vraag ouders wat ze kunnen betalen. Op mijn school waren er ouders die wekelijks een euro gaven. Al is het een tiende van het bedrag, ze hebben een bijdrage geleverd. Het heeft ook te maken met trots.’ Christiaanse had geen idee van de impact van kinderarmoede op levens van mensen, tot hij ervaringsdeskundigen sprak.
46
‘Kinderen hebben meegekregen dat je niet over armoede praat. Dat geeft een enorme psychische druk op kinderen.’
Slechter presteren Kinderen in armoede hebben stress, slapen slecht en leven ongezonder. Ze kunnen zich moeilijk concentreren en doen het minder goed op school. Het CBS rekent een aftrek van 2,6 Citopunt wanneer de ouders in de schuldsanering zitten. Christiaanse: ‘Deze kinderen hebben weinig stimulans van huis uit, alles draait om hoe je als gezin de eindjes aan elkaar kunt knopen. Docenten kunnen dit weten, als ze ernaar vragen. Het heeft met bewustwording te maken, kinderarmoede moet meer bekendheid krijgen. Het onderwerp is taboe en kinderen liegen erover. Als ze geen sportkleding kunnen kopen, zeggen ze bijvoorbeeld dat ze een sport niet leuk vinden.’ Pak het thema op als team, is zijn advies. ‘Ga er een uurtje voor zitten. Om welke leerlingen zou het kunnen gaan? Wat
manager Gelijke Kansen bij het ministerie van OCW. ‘Armoede kan onderwijs belemmeren. Scholen zijn niet verplicht om er iets mee te doen, maar volgens mij kun je niet anders als je het signaleert.’ In de aanpak om gelijke kansen in het onderwijs te bevorderen, is de verbinding tussen thuis, omgeving en school van belang, en daarmee de samenwerking tussen gemeenten, scholen, maatschappelijke organisaties en overheid. ‘Op dit moment voeren wij met ongeveer 60 gemeenten gesprekken over een meerjarige samenwerking om gelijke kansen in het onderwijs te bevorderen.’ Het programma zet in op sterke netwerken en ondersteuning van scholen. Kinderen met gelijke cognitie hebben ongelijke kansen en dus verschillende schoolloopbanen. Dat heeft te maken met opleidingsniveau van ouders, maar ook met genderverschillen, randstad versus provincie, etniciteit, inkomen van ouders en dus ook met armoede. Als school wil je voorkomen dat kinderen kansen op ontplooiing mislopen vanwege de achtergrond en situatie van hun ouders. ‘Het onderwijs moet zo zijn ingericht dat iedereen het beste uit zichzelf kan halen’, meent Benrida. ‘Leerkrachten hebben hierin een sleutelrol en daarom zetten wij in op het ondersteunen van de leerkrachten en andere professionals.’
Armoede signaleren
zijn de mogelijkheden op school? En hoe kun je doorverwijzen? Als je weet dat een kind het thuis lastig heeft, geef het dan extra aandacht. Je kunt vragen waar hij of zij behoefte aan heeft, waar hij/zij van droomt. Leerkrachten kunnen veel voor kinderen betekenen.’ Scholen kunnen ook hulp krijgen van ervaringsdeskundigen. ‘Zij kennen het probleem en kunnen er met kinderen en ouders over praten’, aldus Christiaanse. ‘Ze hebben de juiste tools en kunnen een opening creëren.’
Ongelijke opleidingskansen Door kinderarmoede kun je als school niet aan maximale talentontwikkeling doen, meent Monaïm Benrida, programma-
Het programma Gelijke Kansen vroeg samen met het ministerie van SZW de Hanzehogeschool Groningen en de Hogeschool Rotterdam een handreiking voor scholen te maken. De hogescholen willen de rol van scholen beter in beeld krijgen en die versterken. Lector Mariëtte Lusse van Hogeschool Rotterdam: ‘Scholen kunnen armoede niet oplossen, maar hebben wel dagelijks te maken met kinderen in armoede. Kinderen vormen zich al vroeg een beeld van wat kan en in gezinnen met weinig hoop en ervaring krijgen kinderen een beperkter beeld van de mogelijkheden. Daar kun je als school wat mee.’ De handreiking moet begin 2020 klaar zijn en biedt scholen een gestructureerd kader om met armoede om te gaan. Lusse: ‘We zeggen niet hoe iedereen het moet doen, maar willen scholen helpen armoede beter te signaleren en kinderen en ouders te ondersteunen. Als leerkracht moet je er oog voor hebben dat alle kinderen kunnen meedoen. Hoe kun je zorgen dat kinderen niet voortijdig uitvallen? Kan iedereen mee op schoolreis of een excursie? Zoek praktische oplossingen.’ Dat kan al met een flyer met informatie over fondsen. ‘Mogelijke vergoedingen staan in de schoolgids, maar extra aandacht aan het begin van een schooljaar kan geen kwaad.’ Ook een goede relatie met ouders is belangrijk om zicht te krijgen op de thuissituatie. ‘Het gaat om luisteren en signaleren en ouders naar financiële ondersteuning leiden. We kunnen zoveel meer doen dan pleisters plakken.’
Geen kinderarmoede meer in 2030 Ruim honderd organisaties en bedrijven hebben hun handtekening gezet onder de belofte dat in 2030 geen enkel kind in Nederland meer de dupe is van armoede. De partners van de gestarte Alliantie Kinderarmoede beloven ieder hun steentje bij te dragen. Meer weten? Kijk op alliantiekinderarmoede.nl PrimaOnderwijs 47
DĂŠ webshop voor het onderwijs!
Lekker doorlezen tijdens de vakantie De zomervakantie staat weer voor de deur. In deze periode wordt er minder gelezen en zakt bij veel kinderen het AVI-niveau. Voor de meeste kinderen is het dan ook goed om door te lezen tijdens de vakantie. Zo blijven ze op hun AVI-niveau en beginnen ze goed aan het nieuwe schooljaar.
AVI-Strips
AVI-Vakantie & doeboeken
Alle AVI niveaus!
En doorlezen tijdens de vakantie is heel leuk! Bijvoorbeeld met de AVI-leesboeken, de AVI-vakantie & doeboeken, AVI-oefenschriften en natuurlijk met de AVI-strips. Je vindt ze op educatheek.nl/avi
AVI-leesboeken
AVI-Oefenschriften
Van Paul van Loon en Vivian den Hollander en andere bekende auteurs
Kijk voor deze en nog veel meer leuke AVI-boeken op:
/avi Educatheek AVI adv POnderwijs Mei_Juni_2019.indd 1
29-04-19 11:03
Leren door beleving bij Educatief loopgravenproject Op bedrijventerrein De Poeldonk in Den Bosch is het Educatief Experience Center Eerste Wereldoorlog (EECWO1) geopend. Het educatief centrum verzorgt rondleidingen voor scholen en groepen door een nagebouwd loopgravenstelsel van maar liefst 200 meter. Het loopgravenstelsel is met onderkomens vormgegeven zoals aan het front in 1914-1918. Zo is er een Franse, Duitse en Britse sector te bezoeken. De verschillende karakteristieken van de betrokken nationaliteiten worden behandeld, alsook de ontwikkelingen in tijd. Dit is leren door beleving!
Canon De behoefte aan kennis over de Eerste Wereldoorlog is enorm toegenomen sinds het onderwerp is opgenomen in de canon van Nederland en sluit aan op geschiedenislessen. De oprichters van het EEWO1 hebben hun sporen verdiend in het onderwijs, archeologie en de entertainmentwereld en ontmoetten elkaar op de filmset van de oorlogsfilm ‘Patria’, die daar is opgenomen.
Wil jij met je school een bezoek brengen aan het Educatief Experience Center Eerste Wereldoorlog, ga dan eecwo1.nl.
PrimaOnderwijs 49
Online buddysysteem
Schoollink brengt leraren met elkaar in contact
Leraren vinden de mogelijkheden die technologie bieden in het klaslokaal erg waardevol. Door de snelle toename van digitale onderwijsmiddelen wordt het echter een steeds grotere uitdaging voor leraren om te kiezen wat het beste aansluit bij hun behoefte. Basisschoollerares Karin Dekker werkte mee aan de ontwikkeling van de app Schoollink waarmee leraren tips uitwisselen over de inzet van technologie. ‘Er zijn zoveel goede ideeën, waarom zouden we dat niet delen met elkaar?’ Karin heeft tijdens haar lange carrière gezien hoe de opkomst van technologie haar werk voor de klas heeft veranderd. ‘Voor mij is de omgang met technologie als leraar iets waar ik vooral de laatste vijf jaar mee in aanraking ben gekomen.’ Vooral in de beginperiode zag ze technologie in de klas als uitdaging: ‘Vroeger was je wat meer op jezelf aangewezen bij het uitzoeken hoe iets werkt, ik vond ook niet dat ik goed omging met technologie.’ Inmiddels merkt Karin dat ze steeds makkelijker digitale leermiddelen in kan zetten. Zo heeft de lerares aan OBS De Tweemaster in Enkhuizen inmiddels beschikking tot niet één, maar zelfs twee digiboards. Ook laat ze bij vakken als geschiedenis de leerlingen veelvuldig informatie ophalen via zoekmachines zoals Google. En passant leert ze haar leerlingen uit groep 6 en 7 de basisbeginselen van online zoekmachines: Hoe stel je een zoekvraag op? Hoe vind je het antwoord waarnaar je op zoek bent?
Professionele eenzaamheid Volgens Karin heeft het contact met collega’s haar geholpen met de uitdaging om technologie te integreren in haar lessen. ‘Soms zoek ik contact met een helpdesk of bespreek vragen die ik heb met collega’s.’ Jammer genoeg was niet elke vorm van collegiale hulp even 50
succesvol. Karin heeft kort geprobeerd om via Facebook nuttige lestips op te halen, maar door het gedrag wat mensen laten zien op social media ervaart ze Facebook niet als geschikte omgeving om kennis uit te wisselen. De wens om meer ondersteuning te halen uit contact
Lerares Karin Dekker:
‘Er zijn zoveel goede ideeën, waarom zouden we dat niet delen met elkaar?’ met collega’s is niet alleen bij Karin aanwezig, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Gent en de Universiteit van Tilburg naar leerkrachten en technologie. In het onderzoek, dat is uitgevoerd opdracht van Samsung, wordt aangetoond dat Belgische en Nederlandse leraren professionele eenzaamheid ervaren als het gaat om het gebruik van technologie in het klaslokaal. Leraren geven namelijk aan dat de mogelijkheden ontbreken om kennis uit te wisselen als het gaat om innovatieve digitale leermiddelen.
Schoollink Toen het idee van een online buddysysteem werd gepresenteerd tijdens het Dyade-congres ‘Leraren maken het verschil’ (mei 2018,) was Karin dan ook erg enthousiast. Samen met een groep collega’s uit het PO, VO, mbo en hbo meldde ze zich daarom aan om het idee van een buddysysteem verder te ontwikkelen tijdens co-creatie sessies. Mede dankzij ondersteuning van Samsung, Dyade en de Tech community van The Hague
Tech is hier de app Schoollink uitgekomen. Schoollink biedt leraren een laagdrempelige manier om met elkaar in contact te komen. Op basis van de interesses en achtergrond van de leraren worden leraren voorgesteld aan passende buddies: leraren die elkaar aanvullen in kennis en zodoende bruikbare tips over technologie in de klas kunnen uitwisselen. Karin is blij dat Schoollink na de zomer beschikbaar komt in de appstore. Het voorziet in een behoefte: ‘Ik heb straks een app waarin ik handige lesideeën en sites kan zoeken en opslaan, én af en toe gemakkelijk een concrete vraag aan een collega kan stellen.’
Kennisuitwisseling ‘De co-creatie sessies waren bijzonder interessant,’ zo blikt Karin terug. ‘We zaten bij elkaar om Schoollink te ontwikkelen, maar ondertussen werden allerlei tips uitgewisseld.’ Vooral de manier hoe collega leraren gebruik maken van Google Classroom triggerde haar: ‘Daar ben ik vervolgens zelf ook ingedoken.’ Met Schoollink wil Karin dat dit soort voordelen van kennisuitwisselingen voor een grote groep beschikbaar wordt.
Leerlijn loslaten Om het matchingsproces op Schoollink goed te laten verlopen krijgen leraren die zich aanmelden een aantal korte vragen voorgelegd. Die vragen richten zich op het gebruik van technologie in de klas. Op die manier houdt Schoollink rekening met de individuele wensen en voorkeuren. Immers, niet iedere leraar is hetzelfde. Karin zit zelf in de meer traditionele hoek; leraren voor wie het inzetten van ICT meer inspanning kost dan andere leraren. Bij haar wat meer traditionele collega’s bespeurt ze soms terughoudendheid als het gaat om technologie in de klas: ‘Ze vinden technologie lastig en hebben daarom weerstand.’ Dat is niet nodig, zo vindt Karin. Op basis van haar eigen carrière weet ze dat de vele jaren ervaring voor de klas het vertrouwen kan geven om af te wijken van meer traditionele leerlijnen. ‘Traditionele leraren die lang in het onderwijs zitten, vinden het niet zo moeilijk leerlijnen even los te laten. Zij staan dus juist in hun kracht als het om technologische innovaties in het klaslokaal gaat. Helemaal als ze daarbij praktische tips krijgen van een meer tech savvy collega.’ PrimaOnderwijs 51
Theatermaker en allround juf Sam Beisser:
‘Laat kinderen hun lijf gebruiken in de les’ Expressie in het onderwijs gaat zoveel verder dan op gezette tijden toneelspelen, zingen en dansen, vindt Sam Beisser. Na het afronden van de pabo staat de ervaren theater-, musical- en zanglerares alweer bijna een heel schooljaar voor een aantal groepen van OBS Tuindorp in Utrecht. Expressievaardigheden kunnen volgens Sam ook in reguliere lessen prima van pas komen. ‘Op het moment dat je pure kennis combineert met bewegen, een liedje of gedichtje blijft de informatie veel beter hangen.’ tekst brigitte bloem foto’s set producties
‘Drama klinkt zo dramatisch, daarom gebruik ik zelf veel liever de term expressie’, begint Sam. ‘Maar los van hoe we het noemen, vind ik het voor kinderen gewoon heel belangrijk dat ze alle delen van hun lijf leren gebruiken. Zelf ben ik altijd de musicaljuf geweest, maar nu ik ook taal- en rekenlessen, wereldoriëntatie en andere reguliere lessen geef, wil ik mijn leerlingen van alles bijbrengen. Daarbij heb ik veel profijt van die expressievaardigheden. Ik vertel spannende verhalen en gebruik mijn hele lijf daarbij. Ik daag de leerlingen uit om dat ook te doen.’ In alles gaat het er volgens Sam om hoe kinderen zich leren uitdrukken, hoe ze zich verstaanbaar maken en hoe ze zich presenteren tijdens een spreekbeurt. ‘Hoe sta je voor een groep, hoe gebruik je je stem, hoe ga je om met je emoties? Tijdens de reguliere vakken kun je heel goed expressievaardigheden inzetten. Op het moment 52
dat je pure kennis combineert met bewegen, zingen of een gedicht voordragen, blijft de informatie beter hangen. Daar hebben wetenschappers onderzoek naar gedaan, maar ik merk het ook gewoon in de praktijk.’
De spin Sebastiaan Eerder op de dag gaf Sam de leerlingen van groep 4 het gedicht De spin Sebastiaan van Annie M.G. Schmidt. ‘Ze begonnen met monotoon voorlezen met het vingertje bij de woorden’, vertelt ze. ‘Ik merkte dat de diepere betekenis van sommige woorden niet echt tot hen doordrong. Ik zei tegen de klas: “Kom achter je stoel staan, dan gaan we er een rap van maken. We doen eerst een langzame versie, daarna een snellere en we eindigen met een supersnelle rap.” Halverwege het gedicht riep een leerling: “Hé juf, het rijmt!” Eerder hadden ze dat niet door, omdat ze zo bezig waren met
het lezen. Vervolgens zijn we bewegingen bij de woorden gaan maken. Toen snapten ze pas dat spin Sebastiaan aan het eind wordt opgeveegd. Er kwam zelfs wat biologie bij kijken, want hoeveel poten heeft een spin? Daar hadden ze snel wat op gevonden: twee leerlingen op handen en voeten over elkaar heen vormden samen acht spinnenpoten. Dat is echt fantastisch! Ze zijn fysiek bezig en duiken in de inhoud van het gedicht. Omdat ze het uitvoeren, valt het kwartje en krijgen woorden betekenis.’
Trainen Welke adviezen heeft Sam voor collega’s die weinig hebben met expressievakken of die te onzeker zijn over hun eigen vaardigheden op deze gebieden? ‘Het ergste vind ik het als collega’s zeggen: “Rekenen en taal is veel belangrijker, dus ik doe niet aan dramaonderwijs.” Anderen zeggen: “Ik wil het wel, maar hoe dan?” Ik zou iedereen met alle liefde handvatten willen geven. Ik stel me voor dat er per scholenstichting altijd wel iemand te vinden is die de collega’s kan trainen om expressievaardigheden in de reguliere lessen te integreren. Zo hoop ik dat ook te doen binnen de stichting waartoe OBS Tuindorp behoort. Het is echt niet lastig, maar juist zo leuk. Er zijn basisoefeningen, zoals ‘de echoput’ of de ‘emotiekring’, waar weinig voorkennis of voorbereiding voor nodig is en die je altijd kunt inzetten. Natuurlijk zullen leerlingen de eerste keer dat je het toepast exploderen! Dat is hun enthousiasme. Maar als je met regelmaat een toneelstukje, een liedje of een dansje inzet als
middel om leerlingen iets te leren, zul je zien dat ze daarna juist rustiger aan het werk gaan. En dat de stof beter beklijft.’
Simpele kneepjes Op de pabo’s krijgen alle leraren in opleiding basisvaardigheden expressieonderwijs, maar dat vindt Sam te summier: ‘Ik pleit ervoor dat alle leraren de kans krijgen om dit soort simpele kneepjes onder de knie te krijgen. Het maakt het onderwijs nóg veel leuker. Op het moment dat je ziet dat er een verandering plaatsvindt bij een leerling, kun je niet anders reageren dan met ‘wow’! Hoe cool is het als de bedeesde leerling die maar weinig praat zich ineens bij een spreekbeurt of tijdens een bonte avond wél heel zeker voelt, omdat hij of zij beter zijn of haar lichaam weet te gebruiken? Toen ik zelf nog op het toneel stond, hoopte ik altijd dat wat wij deden iets teweegbracht bij ons publiek. Nu wil ik mijn leerlingen dagelijks iets meegeven. Dat ze bij het avondeten m’n naam nog even noemen, gekoppeld aan iets wat is bijgebleven van die dag. Dat vind ik tof! Dan heb ik ze werkelijk iets kunnen leren.’
Tip van Sam: ‘Ik maak graag gebruik van DramaOnline. Daar vind je honderden dramalessen en -oefeningen voor alle groepen van het basisonderwijs. Je kunt zoeken op thema en het leuke is ook dat ze altijd iets actueels hebben, dat aansluit bij de tijd van het jaar. Je kunt op basis van hun materiaal met warming-up lessen, kernlessen en afsluitende lessen ook heel gemakkelijk je eigen leerlijn samenstellen. Bovendien bieden ze trainingen voor leraren aan.’
PrimaOnderwijs 53
Bereid je voor op het nieuwe schooljaar Werkmap Fonemisch bewustzijn
HERZIEN
Fonemisch bewustzijn staat voor ‘het bewustzijn van klanken in woorden’ en bestaat onder meer uit analyseren (hakken), synthetiseren (plakken) en vaardigheden rondom letters. Fonemisch bewustzijn is een belangrijk onderdeel van beginnende geletterdheid, dat bijdraagt aan een goede leesstart in groep 3. Met deze werkmap kun je gestructureerd en didactisch verantwoord werken aan het fonemisch bewustzijn van kinderen in groep 1 en 2. Met de komst van de SLO aanbodsdoelen en recente wetenschappelijke ontwikkelingen is de werkmap grondig herzien. De herziene werkmap bevat nieuwe, geactualiseerde en geheel herziene activiteiten. Prijs: € 99,95 Bestelnummer: 32426 | Sector: po
VERWACHT
Taalportfolio
Frans
Taalportfolio Frans Heb je als docent Frans ook al het belang van formatief toetsen ontdekt? Zie je graag dat leerlingen zélf inzicht krijgen in hun leerprestaties? CPS ontwikkelde een taalportfolio met een doorlopende leerlijn waarmee het voor de leerling, docent én ouders inzichtelijk wordt waar een leerling staat qua ontwikkeling. Met het gebruiksvriendelijke Taalportfolio Frans bestaande uit drie leergangen kunnen leerlingen door zelfevaluatie duidelijk krijgen wat ze nog moeten en willen leren en hoe ze dit aan gaan pakken. Bovendien biedt het portfolio leerlingen de mogelijkheid geïnteresseerden te tonen welke vaardigheden ze beheersen en op welke manier ze in contact gekomen zijn met andere culturen. Het portfolio kan bij iedere lesmethode Frans worden gebruikt. Kijk voor meer informatie op www.cps.nl/uitgeverij en bestel snel.
Kaartenspel Startgesprekken Ouderbetrokkenheid 3.0 Begin je komend schooljaar net als veel van je collega’s ook met een startgesprek? CPS heeft hier nu een heel handig hulpmiddel voor; een serie kaarten die tijdens het gesprek door leerling, ouders én leerkracht gebruikt kan worden. Op de kaarten staan allerlei gesprekssuggesties die helpen om ervoor te zorgen dat de belangrijke zaken aan bod komen, zonder dat het gesprek vooraf door de school in beton is gegoten. Bij het spel zit een korte instructie voor het voeren van de startgesprekken met deze kaarten. Start het schooljaar goed door direct een goede relatie tussen school, leerling én ouders op te bouwen. Bestel nu deze kaarten geschikt voor zowel onder- midden- als bovenbouw.
VERWACHT
VERWA CHT
CHT VERWA
Kijk voor meer informatie op www.cps.nl/uitgeverij en bestel snel.
Bestel deze en meer CPS-uitgaven op www.cps.nl/uitgeverij
CPS Boeken_Fonemisch_Startgesprek_Primaonderwijs Mei_Juni2019.indd 1
29-04-19 11:16
Zintuigprikkelend onderwijs Beleef het met
HOREN
ZIEN Rupsen horen poepen
Bomendokter
IVN ZOEKkaarten Vogels zien en horen
Bugviewer Monoscoop
RUIKEN
PROEVEN Moestuin
Bloemenbewaarboekje
Geurenlotto Jong leren eten pakket
Bijenzaden
ONTDEKKEN Natuur ontdekkist
Van kikkerdril tot kikkervisje
Bestel IVN-materialen voor jouw natuuronderwijs nu op Educatheek IVN adv POnderwijs Mei_Juni_2019.indd 1
Woudloperset
/IVN 23-04-19 13:37
Zelfstandig op weg! Wijzer! Verkeer in het kort: – Unieke praktijklessen van de Fietsersbond – Doorlopende leerlijn van groep 1 t/m 8 – Per groep afgestemd op de belevingswereld – Afwisselende lesopeningen, filmpjes en uitdagende projecten – Voldoet aan de nieuwste exameneisen – Je bepaalt zelf hoe je de methode inzet
Meer weten? wijzerverkeer.nl
16april2019_19184_ADV_WijzerVerkeer192_285.indd 1
16-04-19 09:35