PrimaOnderwijs September 2016

Page 1

nummer 5 • september 2016 • www.primaonderwijs.nl • verschijnt 6x per jaar •

Zo bereid jij je voor op de digitale adaptieve Centrale Eindtoets

Verwondering in de klas! Virtual reality, Muziekeducatie, Wetenschap & technologie, Go-Lab, Geo Future School & Maakonderwijs

Vervolgtraject Onderwijs2032 van start • Meer meesters in de klas Leren reanimeren door serious game • Digiwijs met Donald Duck De school als oefenplaats voor burgerschapsonder wijs

EDG_SEP_001_Cover_v09.indd 1

24-08-16

16:45


1

Nationaal Congres Lesgeven Tijd voor eigentijd(s)

1 december 2016

Voor: lera ren in he t basison voortgeze derwijs, t onderwijs middelba e n ar beroep sonderwij s

Amersfoort

De roep om eigentijds onderwijs wordt steeds sterker. Maar wat is dat, eigentijds lesgeven?

Onder het motto: Eigentijds lesgeven aan de leerling van vandaag voor de maatschappij van morgen, organiseren wij een dag waarop u op uw eigen manier een antwoord kunt zoeken op de vragen die eigentijds onderwijs bij u oproepen.

U kunt samen met anderen leren over (onderdelen van) eigentijds lesgeven, ontdekken wat u ervan vindt, hoe u er vorm aan kunt geven, wat u al doet en kunt behouden. U kunt creĂŤren, oefenen en eigentijds lesgeven ervaren.

Schrijf u in op www.cps.nl/congreslesgeven

Adv CPS POonderwijs Sept16.indd 1 EDG_SEP_002-003_Inhoud_v02.indd 2

22-08-16 11:47 24-08-16 14:10


16 11:47

Inhoud Bestel snel!

Digiwijs me

t

Donald Duc k

Pag. 30

12

Vervolgtraject Onderwijs2032 van start Wat houdt het advies ook al weer in? De wondere wereld van virtual reality En zo breng je het in de klas!

32

PrimaOnderwijs is een uitgave van

Inspirerend onderwijs met o.a:

62

Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een tweewekelijkse nieuwsbrief en www.primaonderwijs.nl EDG Media Postbus 40266 3504 AB Utrecht Uitgever Erik Trimp Assistent-uitgever/coördinator Vanessa Pelle, vpelle@edg.nl

EDG_SEP_002-003_Inhoud_v03.indd 3

De digitale adaptieve Centrale Eindtoets Hoe bereid jij je voor als school?

W&T, Maakonderwijs, Go Lab, Geo Future School, Techniek Talent en het Weekend van de Wetenschap

En verder: 4 Nieuws 10 Miljoenennotaposter 16 Vernieuwd VMBO 24 Checklist digitale geletterdheid 27 Automatiseren met Rekensprint 28 Reanimeren door serious game 34 Burgerschapsonderwijs met Samsam 38 Muziekeducatie met Het Concertgebouw

Met 170.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals.

20

40 44 49 50 52 54 56 61

4 & 5 mei denkboek groot succes Nieuwe directie SLO CPS Boekenpagina Lesson Study Themacertificaat Bewegen & sport Handreiking kleuteronderwijs Meer meesters in de klas Educatheek webshop

Vormgeving Tom Venema Martin Hollander Medewerkers Brigitte Bloem, Tefke van Dijk, Joke Heikens, Mirjam Janssen, Marieke Moraal, Esmee Roetman, Lilian Roos, Francine Smink, Studio Stampij, Lieke Steijvers, Malini Witlox

Verschijning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 6 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Redactie 030-241 70 44 redactie@primaonderwijs.nl

Sales Mark Hutzezon Foto’s Hollandse Hoogte, iStock, Human Touch 030-2417025, mhutzezon@edg.nl Photograpy, Shutterstock, Marius Roos

Klantenservice 030-241 70 20 klantenservice@edg.nl Copyright 2016 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelingen.

25-08-16

12:04


NIEUWS

Sparen voor je schoolbieb! Tijdens de Kinderboekenweek (5 t/m 16 oktober 2016) organiseert Bruna weer een bijzondere spaaractie voor basisscholen in heel Nederland! Door kassabonnen te sparen kunnen scholen hun schoolbibliotheek aanzienlijk uitbreiden met de hulp van (groot)ouders. Zij kopen een kinderboek bij Bruna en leveren de bon in op de school van hun (klein)kind. De school verzamelt alle bonnen en levert deze op haar beurt in bij een Bruna winkel. Bruna telt de kassabonbedragen bij elkaar op en stelt 20 procent van dat bedrag beschikbaar aan de school om nieuwe boeken uit te zoeken. Hoe meer boeken er in de actieperiode van maandag 3 oktober tot en met 16 oktober bij Bruna worden gekocht, hoe meer boeken de school daarna mag uitzoeken. De scholen kunnen hun kassabonnen tot 19 november 2016 inleveren. Met de actie wil Bruna bijdragen aan de leesbevordering van kinderen. Om goed te leren lezen, is een divers aanbod aan leesmateriaal essentieel. De schoolbibliotheek is één van de plekken waar interesse in lezen begint, maar veel scholen hebben de middelen niet om hun bibliotheek in te richten. Bruna draagt met de actie een steentje bij om dat wel mogelijk te maken. Eind september ontvangen alle basisscholen een actiepakket met informatie en een verzamelenvelop voor de kassabonnen. bruna.nl/schoolbieb

‘Wij, de leraar’ biedt hulp in knellend onderwijssysteem Het onderwijssysteem zit in de knel en daarmee ook de leraar. Dat stelt Marcel van Herpen in zijn nieuwe boek Wij, de leraar. Standaardisering en infantilisering hebben geleid tot economisering, medicalisering en doorgeslagen individualisering in het onderwijs. Zelfs de zorg om radicalisering hangt hiermee samen, stelt Van Herpen. Leraren spannen zich in om een goede relatie met kinderen te krijgen, maar dit wordt steeds lastiger. De oplossing ligt in een heroriëntatie waarbij de menselijke verhoudingen centraal staan. Met ‘het leven’ als uitgangspunt en ‘de ander’ als perspectief pleit Wij, de leraar voor een verbinding van alle opvoeders. Met leraren, sporttrainers, grootouders en anderen kan een pedagogisch netwerk om een kind worden gebouwd. Zo ontstaat er nieuw uitzicht, zelfs in ogenschijnlijk onmogelijke situaties. Van Herpen wil met zijn boek handvatten bieden aan leraren en andere opvoeders die hun pedagogische opdracht scherper willen formuleren. ‘ Wij, de leraar’ is de opvolger van zijn bestseller ‘Ik, de leraar’ uit 2013. www.educatheek.nl/wijdeleraar

wij de leraar Marcel van Herpen

Onderwijs en opvoed ing met het leven als uitg angspunt en de ander als pers pectief

4

EDG_SEP_004-009_Nieuws_v08.indd 4

24-08-16

15:12


Peiling scholen: ‘In een kantine hoort een gezond aanbod’ Scholen vinden het belangrijk dat in de schoolkantine een gezond aanbod aanwezig is. Dit blijkt uit een peiling bij 38 scholen, gehouden door het Voedingscentrum. Alle scholen in de peiling geven aan dat ze werken aan een overwegend gezond aanbod in de kantine. Ze vinden dat ze richting leerlingen een voorbeeldfunctie hebben of voelen een gedeelde verantwoordelijkheid met ouders. Veel scholen geven aan dat ze graag werken met de richtlijnen van het Voedingscentrum voor kantines, maar zoeken nog naar manieren om leerlingen en ouders te betrekken bij de kantine. Ook vragen scholen zich af of een gezond aanbod wel commercieel aantrekkelijk is. Heleen Schuit van de Schoolkantine Brigade tipt: ‘Scholen kunnen leerlingen betrekken door enquêtes te houden over hun wensen of leerlingen de kantine onder begeleiding laten bemannen. Een prijsvraag voor het gezonde broodje van de week kan ook helpen om leerlingen meer te betrekken. Ouders kunnen worden betrokken via de ouderraad of de schoolnieuwsbrief.’ In de praktijk zien de brigadiers ook dat gezonde kantines even rendabel kunnen zijn. Schuit: ‘Uit eerdere verhalen van scholen blijkt dat een gezonder aanbod geen invloed hoeft te hebben op de omzet. In eerste instantie kan de omzet dalen, omdat de leerlingen moeten wennen, maar later trekt deze weer aan. Met een vers en gevarieerd aanbod kunnen scholen inspelen op aanbiedingen en het seizoen. Het opvallend plaatsen van betere keuzes kost weinig tijd en geld, maar kan effect hebben op de verkoop.’ Voor meer antwoorden op vragen, praktische tips of informatie over hoe het Voedingscentrum kan helpen, kijk op www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine

Maak kans op een weekendverblijf tijdens de Kids Climate Conference! 23 t/m 25 september 2016 vindt in het Heijderbos de Kids Climate Conference plaats, met dit jaar het thema Energie. Tijdens de KCC gaan kinderen samen aan de slag met ideeën en oplossingen voor de wereld van morgen. De KCC resulteert in 12 slimme oplossingen samengevoegd in een Klimaatbundel, die wordt overhandigd aan het bedrijfsleven en de overheid. Laurentien van Oranje neemt vanuit haar rol als oprichtster van de Missing Chapter Foundation actief deel aan het programma. Het evenement is een initiatief van Center Parcs en het Wereld Natuur Fonds. Jij kunt hier samen met je kinderen aan deelnemen! Wij geven namelijk een last minute verblijf weg voor een gezin (max. 4 personen), inclusief maaltijden. De deelnemende kinderen moeten minimaal 8 en maximaal 14 jaar oud zijn. Wat moet je doen om kans te maken op een plekje? Stuur een energieke mail met motivatie naar redactie@primaonderwijs.nl ovv Kids Climate Conference. Een verslag van de conferentie en de ideeën zullen ook online te zien zijn via www.kidsclimateconference.nl

PrimaOnderwijs 5

EDG_SEP_004-009_Nieuws_v08.indd 5

24-08-16

15:13


Maak kennis met Tenniskids@school! Tennis is na voetbal de grootste sport van Nederland. Speciaal voor kinderen tot en met 12 jaar is er Tenniskids, hét KNLTB tennisprogramma voor de jongste jeugd. Met speciale ballen en kleine rackets leren kinderen de sport razendsnel spelen. Bied Tenniskids ook aan op school! Met het KNLTB Tenniskids@school pakket neem je tennis heel eenvoudig op in het lesprogramma. Het pakket bestaat o.a. uit rackets, ballen en een duidelijke lesmap met uitgewerkte oefeningen. Gymleraren kunnen hier zelf mee aan de slag, maar het programma kan ook worden opgezet in samenwerking met een tennisvereniging uit de buurt. Liever eerst een workshop volgen voordat je aan de slag gaat op school? Dat kan, de KNLTB biedt regionaal workshops aan voor docenten in het bewegingsonderwijs. De Tenniskids@school lessen zijn: geschikt voor 30 leerlingen, rekening houdend met de beperkte ruimte in de gymzaal door een leerkracht zonder tenniservaring te verzorgen ontwikkeld in samenwerking met Stichting Leerplanontwikkeling Interesse? Voor meer informatie en het bestellen van een Tenniskids@school pakket kijk op www.knltb.nl/school of bel 088-130 27 00.

Slechts € 30, 25 voor zes weken Bestel voor 1 december 2016 met de code ‘Prima’ en krijg de schooltennisdiploma’s gratis.

EDG_SEP_004-009_Nieuws_v08.indd 6

24-08-16

15:14


groep 2 naar groep 3 met gratis

handreiking voor alle basisscholen Hoe ga je als leerkracht en als school om met een kleuter die nog niet toe lijkt te zijn aan groep 3? Richt je de kleutergroepen meer schools in, dan voelt het misschien alsof jonge kinderen geen kind meer mogen zijn. Bouw je meer spelelementen in, dan is er misschien angst dat er niet voldoende tijd is voor de leerstof. Een soepele overgang van groep 2 naar groep 3 is belangrijk voor het kind, maar hoe realiseer je een goede doorlopende ontwikkellijn? Onderzoek laat zien dat vertraging in de schoolloopbaan van kinderen vooral ontstaat bij de overgang van groep 2 naar groep 3. Tevens blijkt dat deze kleuterbouwverlenging in veel gevallen, zowel sociaal als cognitief, geen blijvend positief effect heeft. Verder bestaan er in de praktijk nogal eens misverstanden over kleuterbouwverlenging en over wat de Inspectie van scholen vraagt bij het onderwijs aan jonge kinderen. Het ministerie van OCW heeft samen met de PO-Raad een handreiking ontwikkeld om scholen te helpen bij het inrichten van de overgang van groep 2 naar groep 3 en het maken van beslissingen rond kleuterbouwverlenging. In de handreiking staat op een rij wat uit onderzoek bekend is over kleuterbouwverlenging. Ook wordt de rol van de Inspectie bij het onderwijs in de onderbouw van de basisschool toegelicht en zijn er voorbeelden opgenomen van scholen die een soepele doorstroom van kleuters realiseren. Eind september zullen alle basisscholen een exemplaar van deze handreiking ontvangen. De handreiking is dan ook te vinden Foto Arenda Oomen op de websites van het ministerie van OCW en de PO-Raad.

NIEUWS

Een soepele overgang van

Puzzelen aan ICT-plan! Gesprekken over ICT op school zijn niet altijd even makkelijk. Waar wil je als school ICT voor inzetten? Wat voor kennis moet je daarvoor in huis hebben of halen en met welke devices ga je aan de slag? Kennisnet en de PO-Raad hebben een fysieke puzzel ontwikkeld met als doel het gesprek over ICT op gang te brengen. De puzzel maak je met meerdere betrokkenen. Denk aan bestuurder, schoolleider en ICT-coördinator. De puzzel bestaat uit de drie pijlers onderwijs, middelen en organisatie, met elk acht bouwstenen die het fundament vormen van jullie plan. Tijdens het leggen van de bouwstenen gaan deelnemers met elkaar in gesprek. Aan de hand van bijgeleverde reflectievragen kan het gelegde model concreet worden gemaakt. Aan het einde van een sessie, die zo’n twee uur duurt, kan helder gekeken worden naar wat het vertrekpunt is, waar de uitdagingen zitten en wat het doel is. Aan de hand daarvan kan een concreet plan geformuleerd worden. De ICT-puzzel voor het onderwijs is gratis te bestellen via kn.nu/ict-puzzel

Janny Kappert en Mirjam Brand van Kennisnet demonstreren de ‘ICT-puzzel voor het onderwijs’

PrimaOnderwijs 7

EDG_SEP_004-009_Nieuws_v08.indd 7

24-08-16

15:14


Toetsen Nederlands, Engels en rekenen Iedereen over de eindstreep

Online volgen, vergelijken en begeleiden op de kernvakken Vorderingen van alle leerlingen snel in beeld met heldere rapportages en groepsoverzichten. De scores worden vergeleken met anderen en afgezet tegen ERK en referentieniveaus. Adaptief en diagnostisch; dus snel helder waar bijsturing nodig is.

Meer weten? 026 3557333

AMN_adv197x285_PrimaOnderw0516.indd 1 EDG_SEP_004-009_Nieuws_v08.indd 8

www.amn.nl

Toetsen Nederlands, Engels en rekenen:  Adaptief  Genormeerd  Methode-onafhankelijk  Eenvoudige koppeling met Magister en Som

info@amn.nl

04-05-16 12:59 24-08-16 15:15


studiedagen voor leraren

NIEUWS

05-16 12:59

Rijksmuseum biedt bijzondere

De mooiste schatten en de spannendste verhalen vind je in het Rijksmuseum. Laat leerlingen in het Rijksmuseum kennismaken met wereldberoemde kunstschatten en historische voorwerpen. Het Rijksmuseum vertelt het verhaal van acht eeuwen Nederlandse geschiedenis: van middeleeuwen tot nu. Een breed aanbod rondleidingen en workshops sluit aan bij het curriculum én bij de belevingswereld van leerlingen. De begeleiding is in handen van enthousiaste rondleiders, workshopdocenten en acteurs. Voor scholen zijn er veel extra’s: lesmateriaal voor in de klas en meer dan 200.000 kunstwerken gratis online te downloaden via Rijksstudio. Dit najaar organiseert het Rijksmuseum diverse studiedagen én een open huis voor leraren in het po en vo. Kunst is bij uitstek geschikt om het onderzoekend vermogen van leerlingen te stimuleren. Deze verdieping doe je op tijdens de studiedagen. Bekijk de speciale onderwijsprogramma’s via rijksmuseum.nl/onderwijs

Cinekid Festival voor scholen Goed nieuws voor scholen door heel Nederland. Waar tot nu toe nagenoeg alleen in Amsterdam een programma voor klassen werd aangeboden, kunnen leerkrachten en leerlingen in oktober ook terecht bij filmtheaters in hun omgeving met filmvoorstellingen op zestien extra locaties en MediaLabs op Locatie in Enschede, Eindhoven, Breda en Tilburg. In Amsterdam staan de twee dagen voor de herfstvakantie al jaren bij scholen in de omgeving in de agenda. Dan vindt het scholenprogramma van Cinekid Festival plaats; met de mooiste filmvoorstellingen met bijzondere nagesprekken en natuurlijk het MediaLab waar kinderen op nieuwe interactieve wijze geprikkeld worden in de grootste digitale speeltuin van Nederland. Data en locaties voor de Cinekid filmvoorstellingen: www.cinekid.nl/filmvoorstellingen-2016-scholen. Data en locaties voor de MediaLabs op Locatie: www.cinekid.nl/nieuws/medialab-breidt-uit-naar-4-steden

Wie is de (media)wijste?

De meest mediawijze klas van Nederland? Bewijs het maar! Tijdens de Week van de Mediawijsheid van 18 tot en met 25 november 2016 spelen tienduizenden leerlingen MediaMasters, hét gratis en interactieve mediawijsheidspel voor groep 7 en 8. De online game biedt scholen de kans om op een toegankelijke en uitdagende manier met mediawijsheid in de klas aan de slag te gaan. Spelenderwijs leren de leerlingen meer over de kansen en de gevaren die media bieden. Onderwerpen die aan bod komen zijn sociale media, informatievaardigheden, programmeren, cyberpesten, vloggen en online samenwerken. Lees meer over MediaMasters in de novembereditie van PrimaOnderwijs. Inschrijven kan op www.mediamasters.nl. Benieuwd naar een sneak preview en kijkje achter de schermen bij de opnames van de game? Bekijk de foto’s op www.facebook.com/MediaMastersNL.

EDG_SEP_004-009_Nieuws_v08.indd 9

24-08-16

15:15


De Miljoenennotaposter:

gratis én interactief!

De Miljoenennotaposter die elk jaar rond Prinsjesdag op scholen wordt bezorgd, zal dit jaar ook interactief te gebruiken zijn! Deze extra toevoeging geeft leerlingen in het voortgezet onderwijs een nog betere kijk op de inkomsten en uitgaven die de overheid in het komende jaar verwacht. Overzichtelijk en leuk gepresenteerd! De fysieke poster en de te downloaden PDF inclusief docentenhandleidingen en lessuggesties blijven gewoon beschikbaar. Lessuggesties

financiën. De poster is geschikt voor alle klassen van het voortgezet onderwijs. De lessuggesties rondom de Miljoenennotathema’s zijn gericht op zowel vmbo, onderbouw havo/vwo en bovenbouw havo/vwo.

Elk jaar maakt het ministerie van Financiën de Miljoenennotaposter. De digitale handleiding heeft generieke lessuggesties over de onderwerpen van de Miljoenennota. Zo staan in de handleiding opdrachten om leerlingen bewust te maken van overheidsfinanciën door deze te benaderen vanuit de eigen inkomsten en uitgaven en dit overzicht te vergelijken met het overzicht van de overheid: de Miljoenennota. Ook bevat de handleiding opdrachten waar wordt ingegaan op de ontwikkeling van de Nederlandse economie in relatie tot de overheids-

€ 253,5

Meer materiaal De Miljoenennotaposter wordt even na Prinsjesdag op de scholen bezorgd. De handleiding is gratis te downloaden via www.rijksoverheid.nl/lesmateriaal. Hier staat nog meer materiaal voor het basis- en het voortgezet onderwijs zoals quizzen, video’s en het Begrotingsspel.

MILJOENENNOTA 2016

INKOMSTEN

€ 262,1

UITGAVEN

in miljarden EMU-opbouw (in mld)

Indirecte belastingen Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

Directe belastingen

70,0

*

48,5 16,1 3,1 1,7 0,7

€ € € € € €

Loon- en inkomstenbelasting Vennootschapsbelasting Dividendbelasting Schenk- en erfbelasting Overig

#directe-belastingen #prinsjesdag #Pdag2015

4,7 4,5 4,1 3,2 1,6 1,4

€ 0,5 € 0,4

* Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal

78,4

74,6

78,1

-1,9

Overdrachts- en assurantiebelasting

€ 47,7 € 25,6 € 1,3

Invoerrechten Verhuurderheffing Belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM)

Feitelijk EMU-saldo (in % BBP)

-1,5

Groei BBP (in %)

2

€ € € €

Belastingen op milieugrondslag Motorrijtuigenbelasting

-10,6

4

Omzetbelasting (BTW) Accijnzen (alcohol, brandstof en tabak)

Medische zorg (incl. zorgtoeslag) Langdurige zorg en verpleging

36,4 12,1 11,9 7,1

€ 3,0 € 7,6

Overig

#zorg #prinsjesdag #Pdag2015

0

AOW en Anw -2

Arbeidsongeschiktheidsregelingen Werkloosheidsuitgaven

-4

Re-integratie en bemiddeling (incl. sociale werkplaatsen) Overig

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2012

2013

2014

2015

2016

2015

2016

Werkloosheid (in %)

#socialezekerheid #arbeidsmarkt #Pdag2015

Bankbelasting

2009

Kindregelingen

8

Overig 6 4

57,1

-8,6

Feitelijk EMU-saldo

#indirecte-belastingen #prinsjesdag #minfin #Pdag2015

262,1

EMU-saldo lokale overheden

€ € 46,7 € 11,3

€ € € € €

253,5

Uitgaven Rijk EMU-saldo Rijk

Zorg

Inkomsten Rijk

34,0

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

23,2

2

Gemeente- en Provinciefonds 0

Premies werknemersverzekeringen

2009

2010

2011

Inflatie (consumentenprijsindex in %)

9,9

Buitenlandse Zaken / Internationale samenwerking

9,9

3,0

Veiligheid en Justitie

2,5 2,0 1,5 1,0

€ €

42,3

8,1

Infrastructuur en Milieu

7,8

0,5

Rentelasten Staatsschuld

0

2009

2010

7,5

Defensie

4,4

2013

2014

-1

Economische Zaken

-1,5

-2 -3

-4,3

-4 -5

5,7

2012

0

2011

Begrotingssaldo/EMU-saldo (in % BBP)

Premies volksverzekeringen

3,1

Wonen en Rijksdienst

1,2

-6

Financiën

-5,4 2009

-2,4

-2,4

2013

2014

-2,2

-3,9

-5,0 2010

2011

2012

2015

2016

Overheidsschuld/EMU-schuld (in % BBP) Gasbaten

80 70

0,8

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

-0,4

60

Overig

50

56,5

59,0

61,3

2009

2010

2011

66,1

67,6

67,9

67,2

66,2

2012

2013

2014

2015

2016

40 30 20 10 0

www.rijksoverheid.nl/prinsjesdag Ontwerp Studio Tint, Den Haag Druk LenoirSchuring, Amstelveen

De Miljoenennotaposter van vorig jaar.

10

EDG_SEP_010-011_MiljoenenNota_v00.indd 10

24-08-16

09:40


ConjunctuurBekerStrijd Laat leerlingen de ontwikkeling van de Nederlandse economie voorspellen

Doe mee en schrijf je klas in! Voorspellen vóór 1 oktober 2016

www.cbs.nl/cbsindeklas

EDG_SEP_010-011_MiljoenenNota_v00.indd 11

24-08-16

09:40


Vervolgtraject Onderwijs2032 van start Op 23 januari presenteerde het Platform Onderwijs2032 een advies over toekomstgericht onderwijs. Het advies wordt momenteel getoetst op haalbaarheid en toepasbaarheid in de praktijk, maar wat houdt het ook al weer in? Waarom is deze ‘actualisering van het onderwijs’ nodig? Wat betekent dat voor de school, de leerkracht en de leerling? En hoe kun jij hier over meepraten? Wij zetten de belangrijkste zaken voor je op een rij. Ja! Dat is meteen het antwoord op de belangrijkste vraag; kun je nog meepraten over het advies van het Platform Onderwijs2032? Begin 2015 startte het traject met een maatschappelijke discussie met leerlingen, leraren, schoolleiders, bestuurders, ouders, het bedrijfsleven en maatschappelijke en culturele instellingen. Hieruit rolde in januari 2016 een advies waarin wordt voorgesteld landelijk een vaste basis van kennis en vaardigheden vast te leggen. Scholen krijgen de ruimte om deze basis op eigen wijze te verbreden en verdiepen, passend bij hun eigen visie en bij de capaciteiten, talenten en ambities van de leerlingen. Nu is het tijd om te bekijken hoe haalbaar en toepasbaar dat advies is NATUUR & in de onderwijspraktijk. En daar kun jij over meepraten!

Ons Onderwijs 2032 - Meer van minder

Het advies stelt dat toekomstgericht onderwijs leerlingen leert vakoverstij TAAL gend & te denken en te werken, kunnen ze toepassen bij het hun kennis en vaardigheden te verdiepen en te verbreden, CULTUUR ontwerpen en ontwikkelen van (innovatieve) en dat te doen met hun eigen kheden en interesses Leerlingen krijgen inzichtmogelij in verproducten. schillende culturen en inmoeten de manier zich kunnen vormen als leidraad. Leerlingen waarop die tot uitdrukking komen waar het gaat om deZeontwikkeling van hun identiteit, in taal en kunst. maken kennis met diverse kunstvormen, leren creativiteit en een gezonde leefstijl. De vaste basis zou daarop te reflecteren en dragen eraan bij.

VAKOVERSTIJGENDE VAARDIGHEDEN Leerlingen ontwikkelen vaardigheden om deel te nemen aan de maatschappij, kennis toe te passen en te kunnen blijven leren. Het gaat om leervaardigheden, creëren, kritisch denken, probleemoplossend vermogen en samenwerken.

volgens het advies kunnen bestaan uit Taalvaardigheid (waaronder Nederlands en Engels), Rekenvaardigheid (inclusief wiskunde), Digitale geletterdheid en Burgerschap, aangevuld met de kennisdomeinen Mens & Maatschappij, Natuur & Technologie, Taal & Cultuur en Vakoverstijgende vaardigheden zoals leren, creëren, kritisch denken, problemen kunnen oplossen en samenwerken. Het Platform pleit ervoor dat leerlingen zich de kennis van die domeinen goed eigen maken: niet van alles een beetje, maar juist meer van minder.

VISIE OP TOEKOMSTGERICHT ONDERWIJS De leerling: • ontwikkelt kennis en vaardigheden door zijn creativiteit en nieuwsgierigheid in te zetten, • vormt zijn persoonlijkheid, • leert om te gaan met vrijheid en verantwoorde lijkheid en over grenzen heen te kijken, • leert de kansen van de digitale wereld te benutten, • krijgt betekenisvol onderwijs op maat.

Toekomstgericht onderwijs bestaat uit een curriculum waarin leerlingen: • een vaste basis aan kennis en vaardigheden opdoen, waarmee ze vak overstijgend leren denken en werken, • hun kennis en vaardigheden verdiepen en verbreden, met hun eigen mogelijk  heden en interesses als leidraad, • zich als persoon vormen waar het gaat om de ontwikkeling van hun identiteit, hun creativiteit en een gezonde leefstijl.

REKENVAARDIGHEID Leerlingen ontwikkelen vaardigheden in rekenen en EDG_SEP_012-015_Onderwijs2032_v12.indd 12wiskunde.

25-08-16

16:50


Op onsonderwijs2032.nl vind je allerlei informatie over hoe je zelf met het advies aan de slag kunt gaan.

De school bepaalt net als nu hoe het onderwijs hiervan wordt ingevuld, met vakken of wellicht meer themagericht. Alles is erop gericht om het makkelijker te maken om samenhang te creëren, wat betekenisvoller en motiverender is voor leerlingen.

Evolutie, geen revolutie Het advies bouwt zoveel mogelijk voort op dat wat er nu al in de praktijk gebeurt en zet in op een duidelijker landelijk kader qua onderwijsinhoud, waar scholen

zelf verdere invulling aan kunnen geven. Vaak kiezen scholen bijvoorbeeld nu al voor een aanbod dat bestaat uit een verplicht deel en een keuzedeel. Ze scheppen mogelijkheden voor leerlingen om zich te verdiepen in bijvoorbeeld exacte vakken, programmeren, maatschappijvakken, extra talen en programma’s rondom kunst, cultuur, wetenschap en techniek, robotica, bewegen en sport, gezondheid, ondernemerschap, filosofie of beroepsgerichte specialisaties. Die keuzes worden gemaakt op basis van de schoolvisie, leerlingen en hun ouders en de professionaliteit van hun leraren. Dit aanbod kan versterkt worden door samen te werken met maatschappelijke en culturele instellingen, sciencecentra, (wetenschaps)musea, bibliotheken,

NATUUR & TECHNOLOGIE

MENS & MAATSCHAPPIJ Leerlingen leren op verschillende manieren naar de samenleving en hun leefomgeving te kijken: vanuit een historisch, geografisch, politiek, economisch en maatschappelijk perspectief.

Leerlingen leren biologische, technische en natuurkundige verschijnselen te begrijpen en te onderzoeken. Deze kennis en vaardigheden kunnen ze toepassen bij het ontwerpen en ontwikkelen van (innovatieve) producten.

TAAL & CULTUUR Leerlingen krijgen inzicht in verschillende culturen en in de manier waarop die tot uitdrukking komen in taal en kunst. Ze maken kennis met diverse kunstvormen, leren daarop te reflecteren en dragen eraan bij.

VAKOVERSTIJGENDE VAARDIGHEDEN

BURGERSCHAP

Leerlingen ontwikkelen vaardigheden om deel te nemen aan de maatschappij, kennis toe te passen en te kunnen blijven leren. Het gaat om leervaardigheden, creëren, kritisch denken, probleemoplossend vermogen en samenwerken.

Leerlingen krijgen inzicht in de werking en het belang van de democratische rechtsstaat. Ze ontwikkelen sociale vaardigheden en worden zich bewust van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.

DIGITALE GELETTERDHEID

REKENVAARDIGHEID

Leerlingen ontwikkelen ICT-basiskennis, informatievaardigheid en mediawijsheid en leren begrijpen hoe technologie werkt (computational thinking).

Leerlingen ontwikkelen vaardigheden in rekenen en wiskunde. Hiermee kunnen ze kennis en informatie duiden, ordenen en structureren.

TAALVAARDIGHEID Leerlingen kunnen lezen, spreken, luisteren en schrijven in de Nederlandse en de Engelse taal. Een goede taalvaardigheid is onmisbaar om aan de samenleving te kunnen deelnemen.

Lees verder >>

EDG_SEP_012-015_Onderwijs2032_v12.indd 13

25-08-16

16:51


26 september organiseert de OC een tweede open online dialoog waar alle po- en vo-leraren aan mee kunnen doen. In diezelfde week vindt ook een drietal nieuwe besloten focusgroepgesprekken plaats waarvoor specifieke groepen leraren worden uitgenodigd. De OC roept alle scholen in Nederland op om in de week van het onderwijs (4, 5, en 6 oktober) een eigen dialoog te starten op school. Ook de lid organisaties van de OC organiseren een aantal open bijeenkomsten door heel het land. Centraal in al die activiteiten staat de vraag wat leerkrachten denken over het advies, over welke rol zij zelf willen innemen in de curriculumontwikkeling en wat zij daarvoor nodig hebben.

het bedrijfsleven en sportverenigingen, bijvoorbeeld in de vorm van stages van zowel leerlingen als leraren, maar ook door medewerkers van deze organisaties mee te laten werken in de school.

Denk mee, praat mee, doe mee! De komende maanden wordt er gewerkt aan de verdieping van het advies. Daarbij spelen vele onderwijspartijen een rol. Zo gaat bijvoorbeeld de Onderwijscoöperatie (OC) op diverse manieren in gesprek met leerkrachten. Op

In de praktijk

Eén leergemeenschap op het Tiener College Het Tiener College in Gorinchem (een samenwerking van LOGOS en CVO-AV) biedt leerlingen van 4 tot 14 jaar een innovatief onderwijsprogramma met speciale aandacht voor de doorlopende leerlijn. Leerkrachten en leerlingen uit het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs vormen samen één leergemeenschap. De leerlingen van het Tiener College volgen het onderwijs tot de tweede klas van het voortgezet onderwijs. De definitieve schoolkeuze vindt daarna pas plaats.

Daarnaast wordt door de Regiegroep Onderwijs2032 (met vertegenwoordigers van de sectororganisaties, AVS, LAKS, Ouders & Onderwijs en de OC) de komende tijd bekeken hoe toepasbaar en haalbaar de onderdelen van het advies zijn in de praktijk. Waar ben je als team al mee aan de slag gegaan en waar liggen de uitdagingen? Daarvoor worden ervaringen van scholen in kaart gebracht om lessen uit te trekken voor het vervolg. Het is dus belangrijk dat schoolleiders, leerkrachten, leerlingen en ouders zich mengen in de gesprekken en hun ervaringen delen. Hoe je dit kunt doen, zie je op onsonderwijs2032.nl. Hier vind je ook meer informatie over het advies, een overzicht van activiteiten en een gespreksset, die je met je team kunt gebruiken.

Hiermee verschuift de selectie. In het derde jaar stromen de leerlingen uit naar het voorgezet onderwijs van CS de Hoven en het Heerenlanden College. Persoonlijk leerplan Het onderwijs van het Tiener College is georganiseerd rond thematische projecten verdeeld over zes concepten: leven, wereldburgers, ontdekkingen, communicatie, kracht en duurzaamheid. Leerlingen leren met een persoonlijk leerplan, waardoor er veel ruimte is voor eigen leervragen. Ook is er aandacht voor buitenschools leren. Iedere eerste vrijdag van de maand organiseert het Tiener College LAB’s waarbij leerlingen kennis maken met de thema’s op locatie zoals bij boerderijen en historische centra of in de natuur zoals het bos, strand en de rivieroever. Verbonden met elkaar Door gezamenlijke leeractiviteiten, samenwerken en een dagelijkse interactieve dagopening worden de leerlingen uit het basis- en het voortgezet onderwijs elke dag met elkaar verbonden. Ze krijgen de mogelijkheid om bepaalde vakken op een ander niveau te volgen. Het Tiener College heeft de ambitie om in de toekomst leerlingen van 0-18 jaar een doorlopende leerlijn aan te bieden. Kijk voor meer voorbeelden op onsonderwijs2032.nl

EDG_SEP_012-015_Onderwijs2032_v12.indd 14

25-08-16

16:51


TEAMVAKWEDSTRIJDEN VOOR LAATSTEJAARS VMBO’ERS

DOE OOK MEE! Skills Talents, de vakwedstrijden voor laatstejaars vmbo'ers, is dé uitdaging voor alle vmbo-leerlingen. Je ziet hen tijdens de wedstrijden groeien in hun persoonlijkheid, maar ook in vakkennis. Dit start al tijdens de voorronde op school. Leerlingen worden in teams van drie uitgedaagd tijdens de voorronde, het provinciaal kampioenschap en de nationale finale en halen in wedstrijdverband het beste in zichzelf naar boven.

EEN RECORDAANTAL SCHOLEN HEEFT ZICH AL INGESCHREVEN

“Dit moet elke leerling een keer meemaken!”

11 VERSCHILLENDE WEDSTRIJDRICHTINGEN

Oud-deelnemer Skills Talents

Wegens groot succes keert ook dit jaar de wedstrijd Tuinaanleg terug!

SKILLS TALENTS HEEFT EEN NIEUWE HUISSTIJL! BEKIJK DE NIEUWE WEBSITE EN SCHRIJF METEEN IN.

SKILLSTALENTS.NL

EDG_SEP_012-015_Onderwijs2032_v12.indd 15

Deelname is kosteloos. Vragen of een afspraak maken? Bel: 088 080 8868 of mail info@skillstalents.nl

25-08-16

16:52


Tij d voor o b m v vernieuwing!

NIEUW

te sgerich ’s p e o r e b ma program

Het is al weer zestien jaar geleden dat het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) van start ging. Vier leerwegen werden geïntroduceerd: basisberoepsgerichte leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde leerweg en theoretische leerweg. De leerwegen blijven, maar de beroepsgerichte programma’s zijn veranderd. 33 programma’s zijn vervangen door 10 profielen. We zetten enkele prangende vragen - en antwoorden - over het nieuwe vmbo dat 1 augustus 2016 van start is gegaan op een rijtje. Waarom deze vernieuwing?

Hoe ziet de nieuwe route er uit?

In het kort: om de vakken inhoudelijk te moderniseren, om meer aandacht te besteden aan de keuze van de leerling, het onderwijs beter organiseerbaar te maken en beter aan te laten sluiten bij de ontwikkelingen in het mbo, het (regionale) bedrijfsleven en het werkveld. Doordat er meer ruimte is voor keuzes, zijn er meer mogelijkheden om een programma te maken op maat van de leerling en/of de regio. Zo ontstaat er verbinding tussen de keuzes en talenten van leerlingen en de kansen die er zijn in de regio.

In het derde leerjaar kiest een vmbo-leerling een profiel dat bestaat uit een aantal verplichte avo-vakken (Nederlands, Engels, enz.), een beroepsgericht profielvak (50 procent van het programma) aangevuld met beroepsgerichte keuzevakken (50 procent van het programma). Leerlingen hebben de keuze uit 10 profielen.

Wat zijn de 10 profielen? • Bouwen, wonen en interieur • Dienstverlening en producten • Economie en ondernemen • Groen • Horeca, bakkerij en recreatie • Maritiem en techniek • Media, vormgeving en ICT • Mobiliteit en transport • Produceren, installeren en energie • Zorg en welzijn

Mo pri

Ongem zichze bij uw geven u de g

De profielen komen in de plaats van de 33 beroepsgerichte programma’s. De nieuwe profielen zijn duidelijker, breder en actueler.

Weet

Hoe worden vmbo-leerlingen geholpen om zich te oriënteren op hun toekomst? In het nieuwe programma is er extra aandacht voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Het is zelfs een verplicht onderdeel van het programma. Loopbaangesprekken geven de leerling meer kans om te onderzoeken waar zijn/haar passie en talenten liggen en welke richting of beroepenveld bij hem/haar past. LOB kan niet zonder praktijkervaring! Om leerlingen enthousiast te maken voor bedrijven en beroepen zoeken vmbo-scholen graag de samenwerking met ondernemers in de regio, die zin hebben om jonge mensen een blik op hun toekomst te gunnen.

Medile

EDG_SEP_016-017_VMBO_v03.indd 16

24-08-16

14:18


Wat zijn beroepsgerichte keuzevakken? Beroepsgerichte keuzevakken vormen de helft van het beroepsgerichte programma. Aan de hand van de keuzevakken die de school aanbiedt, kan een vmboleerling zich verdiepen in het beroepsgericht onderwijs en de arbeidspraktijk die zijn of haar interesse heeft. Ook kan de leerling zich verder oriënteren op zijn toekomst. Er zijn heel veel keuzevakken, bijvoorbeeld logistiek, procestechniek, huidverzorging of officemanagement.

Hoe maakt een leerling kennis met de beroepspraktijk? Er zijn mogelijkheden te over! In de eerste plaats door de praktijklessen op school. Daar werkt een leerling aan levensechte opdrachten, met echte materialen en gereedschappen en vaak ook echte klanten. De ‘echte’ beroepspraktijk leren leerlingen kennen door bijvoorbeeld (snuffel)stages, opdrachten op de werkplek als onderdeel van een keuzevak en activiteiten in het kader van LOB (gesprek met een beroepsbeoefenaar, meeloopdag bij het ROC, enz.).

Gaat een leerling na het vmbo werken? Nee, het vmbo is een beroepsvoorbereidende opleiding. Dat betekent dat leerlingen zich nog aan het oriënteren

zijn op wat ze kunnen en willen en vakvaardigheden minder de nadruk krijgen. Veel vmbo-leerlingen vinden het prettig om in en van de praktijk te leren. Na het vmbo moeten alle leerlingen een mbo-opleiding volgen, soms in combinatie met werken in een (leer)bedrijf.

Waar vind ik meer informatie over de vernieuwing van de beroepsgerichte programma’s in het vmbo?| Op de website www.vernieuwingvmbo.nl vind je meer informatie. Een animatiefilmpje van drie minuten over de nieuwe profielen vind je via vernieuwingvmbo.nl/ animatie-in-profielen-in-het-vmbo en over LOB via vernieuwingvmbo.nl/animatie-lob. Maar je kunt natuurlijk ook altijd terecht bij de vmbo-school in jouw buurt voor relevante informatie.

advertentie

Motiveren in het primair onderwijs Ongemotiveerde leerlingen maken het u en zichzelf vaak lastig op school. Hoe werkt motivatie bij uw leerlingen? Welke manieren van instructie geven bevorderen de leerlingmotivatie? En hoe zet u de groep in om individuele leerlingen te motiveren? Weet uw leerlingen te motiveren!

de motivatie Werken aan gen van uw leerlin Locatie:

rt

NH Amersfoo Datum:

Nieuwe g! studieda

vember 2016

no Woensdag 30 Inschrijven:

otiveren

nderwijs.nl/m

www.medilexo

Medilex Onderwijs - Congressen en cursussen voor het onderwijs

MEDISC_PrimaOnderwijs_160916_192x142,5.indd 1 EDG_SEP_016-017_VMBO_v03.indd 17

T. (030) - 700 12 20

E. info@medilexonderwijs.nl

4-8-2016 10:18:20 24-08-16 14:19


Gezonde School De Triade

‘Goed voorbeeld doet goed volgen, merken we’ Gezonde traktaties, betere tussendoortjes: op De Triade, een school voor speciaal basisonderwijs in het Friese Wolvega, werd vier jaar geleden het roer omgegooid en een voedingsbeleid opgesteld. Met succes, want het themacertificaat Voeding van het vignet Gezonde School is inmiddels binnen. Een gezonde omgeving creëren voor kinderen, dat begint al op de basisschool. Ook op De Triade vinden ze dat, en daarom werd in 2012 besloten om kinderen én ouders bewuster te maken van gezonde voeding. “We verbaasden ons over wat er allemaal uit de broodtrommels kwam; gevulde koeken, saucijzenbroodjes,” vertelt locatieleider Ingrid Bruinenberg. “Dat kon niet langer, besloten we toen, daar moesten we iets mee.”

Schooldiëtist Samen met de GGD Fryslân werd een plan bedacht. “We organiseerden workshops voor de kinderen in de midden- en bovenbouw, waarin werd uitgelegd waarom De Triade ging werken aan gezonde voeding. De ouders werden ingelicht tijdens ouderavonden. Ook konden leerlingen én ouders gastlessen bezoeken, bijvoorbeeld over voeding en mondverzorging. Juist door de kinderen en hun ouders er zo bij te betrekken, creëer je draagvlak.” Ook onderhoudt de school contact met een diëtist. “We hebben een tijd lang een maandelijks inloopspreekuur

georganiseerd, maar daarvoor was het animo te laag. Wel zijn de lijnen nog steeds kort: als ouders worstelen met voedingsproblematiek, geven we aan dat we ze kunnen doorverwijzen naar onze diëtist.”

Druivenspiesje Onmisbaar voor een succesvolle omslag is vooral een helder voedingsbeleid, weet Ingrid. Het Voedingscentrum biedt pasklare voorbeelden van zo’n beleid aan, die scholen geheel of gedeeltelijk kunnen overnemen. “In ons beleid staat bijvoorbeeld dat gezonde traktaties de voorkeur hebben. We geven daar heel concrete voorbeelden voor, zoals een spiesje met druiven. Die worden uitgedeeld en bij het ochtendtussendoortje opgegeten.” Andere voorbeelden die het Voedingscentrum adviseert, zijn een soepstengel, rozijnen of een handje naturel popcorn. “Eerst dachten we nog: o help, straks krijgen we natuurlijk boegeroep in de klas. Maar wat blijkt: kinderen hebben baat bij duidelijkheid. En door ons beleid weten ze heel goed wat wel en niet kan.”

“Onmisbaar is vooral een helder voedingsbeleid’’

EDG_SEP_018-019_Voedingscentrum_1.indd 16-234_VC_AdvGO_Triade 384x285_def2.indd 18 1

23-08-16

21:34


Nieuwe Schijf van Vijf Dit voorjaar heeft het Voedingscentrum de nieuwe Schijf van Vijf geïntroduceerd, met o.a. meer groente, meer onbewerkte producten en minder vlees. Ook de criteria van het vignet Gezonde School, themacertificaat Voeding zijn hierdoor veranderd. Zo is er in de broodsoorten en bij het beleg het een en ander gewijzigd. Benieuwd aan welke criteria een themacertificaat Voeding nu moet voldoen? Het Voedingscentrum heeft de aanpassingen doorgevoerd in hun voorbeeld­ voedingsbeleid, waardoor het helemaal in lijn is met de nieuwe Schijf van Vijf. Bekijk dit beleid op voedingscentrum.nl/basisonderwijs

Ongezonde traktaties zijn overigens niet verboden op De Triade. “Heel soms komen de zakjes chips nog tevoorschijn. Die kinderen gaan we niet zeggen dat ze hun traktatie niet mogen uitdelen; er wordt gewoon gezongen, de jarige krijgt zijn moment in de schijnwerpers. Maar na het uitdelen gaat de traktatie wél in de tas. Thuis kunnen ouders dan beslissen wat ze ermee doen.”

Begin klein Ook de zogenaamde gruitdagen zijn in het voedingsbeleid opgenomen. Op maandag en dinsdag dienen de kinderen fruit of groente mee te nemen als tienuurtje. “Het mooie is: we zien dat zo’n tachtig procent van de kinderen ook op de andere dagen fruit of groente meenemen. Goed voorbeeld doet goed volgen, is ons credo, en dat blijkt. Bij De Triade is het uitgangspunt: de ouders beslissen uiteindelijk hoever ze willen gaan. Wij geven voorlichting, we bieden ondersteuning, we staan achter ons beleid. Maar van alles verplichten of juist verbieden, daar geloof ik niet in.” Ingrids tip voor andere scholen die aan de slag willen met een gezond voedingsbeleid is dan ook: begin klein. “Gooi niet alles om, maar begin met een paar simpele aanpassingen. Een ander traktatiebeleid, bijvoorbeeld. En ga dan steeds een stap verder. Zelf willen we ons volgend schooljaar gaan richten op de dranken. Het zou mooi zijn als er straks meer water en melk wordt gedronken in plaats van ranja en andere zoete dranken.”

Positief beeld Het beleid actief houden, is iets waar De Triade zich voor inzet. “In eerste instantie praten we erover met de kinderen zelf. Wat heb je meegenomen? Is dat gezond of juist niet? Als het voorkomt dat kinderen vaak ongezonde tussendoortjes meenemen, bellen we de ouders en herinneren we die subtiel aan ons voedingsbeleid. Maar eerlijk: dat hoeft vaak niet eens. Kinderen weten het zelf ook heel goed. Sterker: tegenwoordig spreken ze elkaar erop aan.” Dat haar school door het vignet beter beoordeeld wordt, weet Ingrid zeker. “Je zet jezelf er zo mooi mee in beeld. Bij elk kennismakingsgesprek op De Triade geven we aan dat we een gezond voedingsbeleid hanteren en wat dat betekent. ‘Perfect’, zeggen die ouders dan. Ze zijn stuk voor stuk enthousiast.”

EDG_SEP_018-019_Voedingscentrum_1.indd 19

Ingrid Bruinenberg

Jong geleerd is oud gedaan Het Voedingscentrum gelooft dat een gezonde schoolomgeving bijdraagt aan het laten opgroeien van leerlingen en studenten tot gezonde volwassenen. Daarom is het samen met de Hartstichting landelijk partner van de Gezonde School, thema Voeding. Om zo’n themacertificaat te krijgen, is een duidelijk voedingsbeleid belangrijk. Wat is bijvoorbeeld een geschikte pauzehap? En welke traktaties zijn gezond? Ook staat hierin beschreven hoe de school de richtlijnen hanteert. Het Voedingscentrum geeft de handvatten om je eigen voedingsbeleid te maken. Zo is op voedingscentrum.nl/basisonderwijs een handig voorbeeldvoedingsbeleid te vinden dat scholen kunnen gebruiken.

23-08-16 25-07-16 21:34 16:36


Zo bereid jij je voor op de

digitale adaptieve

Centrale Eindtoets 2018

De digitalisering in het onderwijs neemt toe. Vanaf 2018 sluit de Centrale Eindtoets daarop aan met de digitale adaptieve Centrale Eindtoets. De digitale adaptieve Centrale Eindtoets past zich aan het niveau van elke leerling aan. Een mooie ontwikkeling, maar hoe bereid je je als school voor als je kiest voor de digitale adaptieve Centrale Eindtoets? Het vergt organisatorische aanpassingen, digitale vaardigheden van leerling en leerkracht en een goede ICT-infrastructuur. Hoe ver is jouw school en wat kun je doen om in 2018 klaar te zijn voor de adaptieve digitale Centrale Eindtoets? door vanessa pelle foto’s tom van limpt

Vanaf 2018 is het verplicht om een leerkrachtonaf­ hankelijke eindtoets af te nemen (zie kader op pagina 21). Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) ­ontwikkelt daarom in opdracht van het ministerie van Onderwijs de digitale adaptieve Centrale Eindtoets. Om ervoor te zorgen dat iedereen straks aan de slag kan, werkt het CvTE onder meer aan een quickscan (zie kader) die scholen in staat stelt om hun - digitale - situatie in kaart te brengen. Ook hebben scholen in ­Nederland de mogelijkheid gekregen om mee te doen aan de digitale proeftoets. Basisschool De Triangel in Delfgauw schreef zich in voor deze kennismaking met digitaal toetsen.

Proeftoets Lian Gielisse, bovenschools onderwijskundig ICT-­ coördinator op De Triangel, vertelt: ‘De proeftoets die wij gedaan hebben was nog niet adaptief, maar het meedoen maakte wel inzichtelijk dat we organisatorisch nog een slag moeten maken. Wij hebben bijvoorbeeld wel voldoende computers maar die staan verdeeld over het hele schoolgebouw. Daardoor hebben sommige leerlingen de proeftoets gedaan in een lokaal waar les werd gegeven aan ­bijvoorbeeld groep 5. Dat is geen ideale toetsomgeving.’ Lians collega Marije den Daas is leerkracht en IB-er van de bovenbouw. ‘Twee groepen 8 hebben in februari meegedaan aan de proef­ toets. We hebben gekozen voor één dag een toets op papier

Leerkracht en IB-er Marije den Daas

en de andere dag d ­ igitaal. We wilden er zelf uithalen dat de kinderen konden oefenen voor de Centrale Eindtoets, die in april werd afgenomen. En natuurlijk wilden we kijken naar wat de kinderen prettiger vonden, digitaal of op papier. Het resultaat was dat de kinderen de digitale toets vooral leuker vonden, maar de papieren versie

De quickscan is vanaf het najaar 2016 beschikbaar via www.centraleeindtoetspo.nl. De quickscan helpt om in een paar minuten inzichtelijk te krijgen waar de school aan moet voldoen om de digitale adaptieve Centrale Eindtoets af te kunnen nemen.

20

EDG_SEP_020-023_Eindtoets_v15.indd 20

24-08-16

11:16


DOE DE OEFENTOETS! Maak jezelf en je leerlingen vast vertrouwd met digitaal toetsen en ga aan de slag met de online oefentoets in Facet.

bit.do/oefentoets

rustiger. Dat is ook logisch, want die afname gebeurde klassikaal, in een toetsopstelling die ze gewend zijn. De digitale proef toets deden ze op een computer die ze ergens op de school was toegewezen en dat is onwennig. Ook het invoeren van hun eigen wachtwoord verliep wat moeilijk. Lian en ik hebben aan het begin van de dag heen en weer gerend om de leerlingen te helpen, maar toen ze eenmaal bezig waren, lukte het prima.’ ‘Daarom is dit voor ons ook een pilot’, voegt Lian toe. ‘Het is belangrijk om nu te zien waar je tegenaan kunt lopen. Dan kun je daar op anticiperen. Als we volgend jaar weer meedoen aan de proeftoets, ga je dingen anders organiseren.’

Voordelen Marije: ‘De vraag die we ons nu moeten stellen, is: zijn we hier klaar voor? Zijn onze kinderen dat? En vanaf welke groep moet je beginnen met digitaal toetsen? Om daar pas in groep 8 mee te starten, is rijkelijk laat.’ Lian: ‘Binnen onze stichting Octant wordt er één eindtoets gekozen die op alle scholen zal worden afgenomen. Of het IEP, Route 8 of de Centrale Eindtoets wordt, moet nog worden besloten. De voordelen van een adaptieve eindtoets wegen voor ons wel zwaar.’ M ­ arije: ‘Een adaptieve toets is goed voor het zelfvertrouwen, omdat hij zich aanpast aan het niveau van de leerlingen. Op meerdere momenten in de toets wordt het niveau bepaald en dat maakt het een toets op maat voor de leerling. Dat is zowel goed voor kinderen die meer moeite hebben met leren of met toetsen als voor leerlingen die juist extra uitdaging nodig hebben. Wij zien kinderen, vwo-plussers, die slecht scoren op de papieren toets omdat ze het saai vinden. Een digitale adaptieve toets is uitdagend en motiverend voor iedere leerling op zijn eigen niveau. Ook leerlingen met bijvoorbeeld dyslexie voelen zich niet meer zo anders in de groep.’

EDG_SEP_020-023_Eindtoets_v15.indd 21

Centrale Eindtoets

Voor leerlingen in groep 8 in het basisonderwijs is het verplicht een eindtoets af te nemen voor ­Nederlandse taal en rekenen. Een ­eindtoets geeft een advies over welk type vervolgonderwijs het beste bij de leerling past. Ook laat het resultaat van een eindtoets zien in welke mate leerlingen de referentieniveaus voor taal en rekenen beheersen. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) biedt namens de overheid de Centrale ­Eindtoets aan en werkt hierbij samen met Stichting Cito. In november maakt de ­minister voor het schooljaar 2016-2017 bekend welke eindtoetsen naast de Centrale Eindtoets toegelaten zijn. Route 8 van A ­ -Vision en IEP van Bureau ICE zijn al toegelaten. Scholen kunnen voor 2016-2017 in ieder geval kiezen uit drie eindtoetsen. Leerkrachtonafhankelijk De Centrale Eindtoets wordt tot en met 2017 afgenomen op twee niveaus. De leerkracht kiest dan op welk niveau een leerling de toets maakt. Volgens de wet moet een eindtoets vanaf schooljaar 2017-2018 ­leerkrachtonafhankelijk zijn. Vanaf dat schooljaar wordt de Centrale Eindtoets daarom in twee varianten aangeboden: - de digitale adaptieve Centrale Eindtoets, die zich aanpast aan het niveau van de leerling. Deze toets is binnen de wettelijke periode voor een eindtoets flexibel door de school af te nemen en wordt afgenomen in het computersysteem Facet. - de papieren Centrale Eindtoets, die op 1 niveau en op vastgestelde afnamedata wordt afgenomen. Lees meer over de Centrale Eindtoets op www.centraleeindtoetspo.nl

24-08-16

11:17


Deelnemen aan de proeftoets Centrale Eindtoets 2017? Medio september krijgen alle scholen een uitnodiging voor deelname en staat de informatie op www.centraleeindtoetspo.nl

Bovenschools onderwijskundig ICT-coördinator Lian Gielisse

een goede ontwikkeling! Over een jaar of vijf zouden we zomaar het probleem kunnen hebben dat kinderen niet meer muisvaardig zijn. Dat zie je al bij kleuters, die gewend zijn om te swipen. Daarom zullen wij niet overgaan op alleen tablets. Het zal een mix zijn. We zijn binnen de stichting ook bezig om een leerlijn op te zetten voor alle aangesloten scholen om digitale basisvaardigheden te ontwikkelen, voor leerlingen en leerkrachten. Voor deze professionalisering zullen we tijd moeten maken. De leerlingen moeten de toets goed kunnen maken, ze moeten begeleid worden in hoe ze lezen op een computer, hoe ze het beeld kunnen vergroten en verkleinen en welke tools er beschikbaar zijn. Dat is niet iets wat ze thuis veel doen. Daar spelen ze vooral games. Kinderen lijken digitaal heel vaardig maar als je wat verder kijkt, valt dat tegen. We oefenen nu op de vraagstelling van de eindtoets, straks moeten we ook gaan oefenen op digitale vaardigheden.’

Eerste stap

Systeemeisen

Facet is een systeem voor digitale toetsen en examens, ontwikkeld door het CvTE en DUO. Met Facet zijn in het vo en mbo al ruim één miljoen toetsen en examens afgenomen. Vanaf 2018 zal ook de digitale adaptieve Centrale Eindtoets in Facet worden afgenomen. Kijk op bit.do/facetinfo welke systeemeisen er nodig zijn om deel te kunnen nemen aan de digitale adaptieve Centrale Eindtoets. Hoe is het nu op jouw school geregeld en wat heb je straks nodig?

Ouders Lian: ‘Als stichting hebben we de keuze gemaakt om met pc’s en iPads te werken. Als we voor een bepaalde digitale toets binnen de stichting kiezen, kan de keuze voor hardware opnieuw overwogen worden.’ Marije: ‘Daarbij moeten we ook goed kijken naar onze manier van onderwijs. Als we tablets bijvoorbeeld gebruiken voor de kinderen die geen toets doen, dan kunnen de leerlingen die wel een toets doen, rustig op laptops of pc’s in één lokaal aan de slag. Dit is ook van belang in de communicatie naar de ouders hierover. De eindtoets is voor hen erg belangrijk. Dit vraagt dat je naar ouders duidelijk aangeeft hoe de afnamesetting is van de digitale toets op je school en je ervoor zorgt dat de condities goed zijn.’

Digitale leerlijn Lian: ‘Alles moet kloppen. Organisatorisch, maar ook technisch. De digitale adaptieve Centrale Eindtoets komt beschikbaar voor meerdere devices en dat is

Marije: ‘We zien de voordelen van de digitale adaptieve Centrale Eindtoets en het contact met het CvTE is goed. Hoe we dit organisatorisch gaan aanpakken, blijft de kernvraag. We moeten gaan evalueren. We hebben met de proeftoets in ieder geval de eerste stap gezet.’ Lian: ‘De IB-er is de spil, dus als Marije zegt dat we de overstap naar digitaal toetsen gaan maken, dan heb ik als ICT-er de taak om het mogelijk te maken. Dan ga ik zorgen dat leerkrachten en ouders op de hoogte worden gebracht en ga ik met argumenten duidelijk maken dat dit de nieuwe lijn is. De inzet van ICT is niet altijd meer een vraag.’

De voordelen op een rij! De adaptieve Centrale Eindtoets is: … een toets op maat: • toegankelijk voor iedere leerling – ook in het speciaal (basis)onderwijs; • uitdagend en motiverend voor iedere leerling; • geschikt voor leerlingen met een disharmonisch profiel, die naast meerkeuzevragen andere itemtypes bevat. … een toets die meer differentieert: • aan de onderkant en bovenkant van de vaardigheidsschaal <BB – VWO+; • op het niveau van subdomeinen taal en rekenen. … een toets die goed aansluit bij: • toenemende digitalisering van leermiddelen; • doorgaande leerlijn po-vo.

22

MediaM EDG_SEP_020-023_Eindtoets_v15.indd 22

24-08-16

11:17


MediaMasters is een online game voor in de klas en thuis. Spelenderwijs leren de leerlingen tijdens de Week van de Mediawijsheid meer over de kansen en de gevaren die media bieden. Zij moeten laten zien welke mediavaardigheden zij in huis hebben en van elkaar leren om de game tot een goed einde te brengen. MediaMasters leert leerlingen, ouders en leerkrachten o.a. over sociale media, informatievaardigheden, programmeren, cyberpesten, vloggen en online samenwerken.

Leerlingen worden vijf speldagen uitgedaagd om de hoofdrolspelers in de online game te helpen door het volbrengen van MediaMissies. Dat zijn vragen en opdrachten die te maken hebben met thema’s op het gebied van mediawijsheid. Het spel kost gedurende een week slechts ÊÊn uur per dag in de klas en vereist een digibord. Klassen maken kans op mooie prijzen, de klas die de MediaMissies het beste volbrengt en de meeste punten scoort, mag zich de meest mediawijze klas van Nederland noemen!

Inschrijven via mediamasters.nl Er zijn geen kosten verbonden aan het spelen van MediaMasters

MediaMasters_adv-DD-v2.indd 1 EDG_SEP_020-023_Eindtoets_v15.indd 23

29-07-16 12:47 24-08-16 11:18


Digitale geletterdheid is het

nieuwe lezen en schrijven 21ste eeuwse vaardigheden laten landen in het onderwijs, als school ben je er maar druk mee. Hoe maak je de leerlingen digitaal geletterd? En hoe zorg je ervoor dat je als school digitaal geletterd bent? Met de checklist van Kennisnet kun je de digitale geletterdheid van jouw school in een paar stappen naar een hoger niveau brengen. Remco Pijpers, expert digitale geletterdheid bij Kennisnet, vertelt er meer over. tekst tefke van dijk

putation inCogm ng ink thinki

al

EDG_SEP_024-025_Kennisnet_v03.indd 24

rdInf orm vaa ig rdi h eatie ghe d e den n

aa

wC

a

24

heden

eni rkd we e enM

Vooral bij de basisvaardigheden valt volgens Pijpers nog veel te halen. ‘Scholen gaan er vaak van uit dat kinderen het wel snappen. Die veronderstelling is te makkelijk. Veel leerlingen hebben nauwelijks basale ICT-vaardigheden als ze naar de middelbare school gaan. Digitale geletterdheid is het nieuwe lezen en

21e

Sam

Visie op digitale geletterdheid

etmh ablle en ro loss Pn op

Sociale &c vaardig ultuIre le hedennforZ m el fa ret guie le r in

g

Bij digitale geletterdheid draait het om vier digitale schrijven. Je moet jezelf nu en in de toekomst online vaardigheden: ICT-basisvaardigheden, computational kunnen redden. Denk aan het vinden van informatie, thinking, mediawijsheid en informatievaardigheden. solliciteren, bankieren, jezelf presenteren op sociale ‘Bij ICT-basiskennis moet je denken aan het minimale media tot aan het invullen van formulieren bij overheden. niveau van leerlingen, de Volwassenen moeten knoppenkennis en dat ze goede digitale bur‘Digitale geletterdheid bestaat uit een beetje kunnen googgers zijn. Kinderen vier vaardigheden, je kunt niet len’, licht Remco Pijpers leren het niet altijd toe. ‘Computational thinking thuis, daarom moeinzetten op één onderdeel’ gaat verder. Je hebt het ten leerlingen het op dan over het probleemschool leren.’ Als je oplossend vermogen van leerlingen, waarbij ze grote als school een en ander een plek wilt geven in het stappen moeten kunnen opdelen in kleine stapjes onderwijscurriculum, moet je om te beginnen nadenken om zo tot een oplossing te komen. Een oefening in over je visie op digitale geletterdheid. Hoe ziet die gestructureerd denken. Programmeren valt hier eruit? Pijpers: ‘Je moet de structuur en het fundament bijvoorbeeld onder, maar het is veel meer dan dat.’ Bij mediawijsheid gaat het erom dat leerlingen kritisch en bewust met media omgaan, en ook creatief gebruik CrC enh eao tim hKerditiskcen kunnen maken van media. ‘Ze zijn actief en denken na denk ef pu g i en n ta d de r tio a over de gevolgen van hun digitale daden’, vult Pijpers a v aan. Informatievaardigheden betekent goed kunnen zoeken, vinden en toetsen van informatie, zeker ook digitaal. Pijpers: ‘Digitale geletterdheid is een combinatie van al deze vaardigheden, je kunt niet inzetten op één onderdeel. Wel kun je als team meer aandacht Digitale geven aan een van de vaardigheden als dit past binnen eeuwse geletterdheid vaardighet profiel van de school.’

oim j

smhu eniicde

ren

Media wijsheid

ICT

sis v bais en T -a sghed I-Cb di ar va

nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

24-08-16

09:41


Via kn.nu/checklistdigitalegeletterdheid kun je de volledige checklist Digitale Geletterdheid downloaden.

aanleggen en daar vervolgens activiteiten bij bedenken met meetbare resultaten. Een los lespakketje of een lesje mediawijsheid was prima, maar niet meer.’ Lastig punt is dat op dit moment nog niet echt goed gedefinieerd is welke eindcompetenties leerlingen in groep 8 moeten hebben. ‘Een echte leerlijn digitale geletterdheid is er niet’, aldus Pijpers. ‘Maar daar wordt door verschillende schoolbesturen aan gewerkt, met hulp van SLO en Kennisnet.’

Kijk naar wat er al is Het gaat om het goed kunnen zoeken en vinden van informatie, maar ook om het ontwikkelen van een ­kritische houding op internet. Leerlingen hebben daar veel aan op de middelbare school. Dat betekent dat je als school keuzes moet maken in de vier vaardigheden en die in de hele school laat terugkomen. De checklist van Kennisnet kan scholen daarbij helpen. Volgens Pijpers willen scholen vaak meteen de praktijk in. ‘Dat is niet verkeerd, maar breng eerst eens goed in kaart wat je al doet als school en bedenk hoe je dat groter kunt maken. Mediawijsheid wordt nu vaak ad hoc gegeven, maak eens een plan met het docententeam. Kijk naar de bronnen die er zijn. Bij SLO en Kennisnet is veel informatie te vinden. Kijk naar de rijkdom die er al is, bijvoorbeeld bij andere school­besturen die goed bezig zijn. Op deze manier kun je de vruchten plukken uit de praktijk.’

Eigen prioriteiten Het mooie is dat de vier digitale vaardigheden deel uitmaken van de 21ste eeuwse vaardigheden, waarvoor SLO en Kennisnet in maart een vernieuwd model ­lanceerden. Het gaat hier om de set aan vaardigheden die leerlingen nodig hebben om te kunnen leven, leren en werken in de 21ste eeuw. ‘Besef van die vierslag in het model van digitale geletterdheid is belangrijk’,

­ ldus Pijpers. ‘Definities liepen vaak door elkaar heen. a Met deze indeling kunnen scholen naar hun eigen ­prioriteiten kijken. Het is steeds helderder wat er van scholen en van leerlingen wordt verwacht en er ligt veel waar je gebruik van kunt maken.’

Digitaal geletterde school? Volg deze online workshops! Bij digitale vaardigheden gaat het ook om deskundige docenten. Digitaal geletterde leerlingen vragen immers om digitaal geletterde leerkrachten. Volg daarom gratis deze drie online workshops: Workshop 1: Mediawijsheid Beeldgeletterdheid is ook wel ‘begrijpend kijken’. Kinderen zien eindeloos veel beelden voorbij komen, juist ook via sociale media als YouTube. Hoe kun je daarover met leerlingen in gesprek gaan? kn.nu/Workshop.Mediawijsheid Workshop 2: Computational thinking Met deze workshop leer je meer over de wereld van logisch nadenken en programmeren. Je ziet dat dat helemaal niet eng of ingewikkeld hoeft te zijn, maar ook vooral heel leuk is! kn.nu/Workshop.ComputationalThinking Workshop 3: Informatievaardigheden Hoe goed kun je filteren, de gewenste bronnen vinden en die op waarde schatten? Deze workshop biedt concrete handvatten en een helder stappenplan om meer grip te krijgen op de term informatie. kn.nu/Workshop.Informatievaardigheden

PrimaOnderwijs 25

EDG_SEP_024-025_Kennisnet_v03.indd 25

24-08-16

09:41


MELD JE AAN VIA

OMJS.NL/EIGENTIJDSLEREN

STUDIEDAG 21E EEUWSE VAARDIGHEDEN; EN DAN? Utrecht | 21 november 2016 | 1 dag Het onderwijs heeft de belangrijke taak kinderen voor te bereiden op en in de wereld van nu en de toekomst; de 21e eeuw. Voor zover we nu weten, is dit een wereld waarin informatie, communicatie en technologie altijd en overal beschikbaar zijn. Een wereld die in een hoog tempo verandert en die naast kennis ook de ontwikkeling van ‘brede’ vaardigheden vraagt. Leer tijdens deze studiedag wat ‘leren in de 21e eeuw’ betekent voor zowel leerlingen als voor leraren en de school. WAT STEEK JE ERVAN OP? • Je vormt een beeld over de inhoud en reikwijdte van actuele vaardighedensets voor ‘leren in de 21e eeuw’. • Je kunt een concrete vertaling maken naar de eigen onderwijs(les)praktijk en weet hoe de vaardigheden van de 21e eeuw daar een plaats in kunnen krijgen.

OOK SSANT: INTERE L O21 SPE

VOOR WIE? Leraren, IB’ers, mentoren en schoolleiders binnen het PO MEER INFORMATIE: omjs.nl/eigentijdsleren

Meer informatie over een training of event? Kijk op omjs.nl/professionalisering

POnderwijs Studiedag21ste_192x285mm youri.indd 1 EDG_SEP_026-027_Schoolsupport_v03.indd 26

09-08-16 14:20 15:01 24-08-16


Automatiseren basis voor goed rekenonderwijs Onderzoek heeft uitgewezen dat scholen die niets extra’s bieden op het gebied van het automatiseren bij rekenen, lagere resultaten behalen dan scholen die dat wel doen. Automatiseren blijkt in de gangbare rekenmethodes vaak te weinig voor te komen. De School suppor t Rekensprint-serie is een aanvullende methode om te automatiseren.

De Rekensprint-serie is een methode die bestaat uit bakken met kaartjes waarop sommen staan. Op de achterkant van de kaartjes staan de uitkomsten. Leerlingen beginnen met gemakkelijke opgaven. Elke som legt een basis voor de volgende som. Is het te moeilijk, dan kan een stapje worden teruggegaan. Rekensprint Basis is dit jaar vernieuwd. De nieuwe versie is gekoppeld aan het rekenmuurtje en de Bareka-rekentoetsen. Deze vormen de e ­ssentiële bouwstenen van het rekenen. Het rekenmuurtje begint met getalbegrip, in de laag daarboven staan de sommen tot 10, de sprong over het tiental tot 20, daarna getalbegrip tot 100 en dan steeds een stapje verder. Uiteindelijk kom je uit bij breuken, procenten en kommagetallen en daarmee bij de referentie­niveaus. Eerst moeten de kinderen de sommen van de onderste laag kunnen oplossen. Dit is de power; het vermogen om sommen op te kunnen ­lossen. Als ze dat in een laag kunnen, dan moeten ze dat ook snel kunnen. Dit is de speed. Kinderen die ­onvoldoende speed in de onderste laag hebben, krijgen in de hogere lagen problemen.

Gekoppeld Als de toets gemaakt is, is een persoonlijk rekenmuurtje te zien. De rode steentjes zijn sommen die nog niet beheerst worden, de oranje steentjes geven aan dat het rekenen nog niet snel genoeg gaat en de lichtgroene steentjes dat het eigenlijk nog ietsjes sneller moet. Donkergroen gekleurde steentjes betekenen dat de som goed is opgelost. De steenkleuren zijn gekoppeld aan een instapschema bij Rekensprint Basis. Hier is te zien welke week van Rekensprint B ­ asis hoort bij welke stenen van het rekenmuurtje. Alle items van de toets zijn gekoppeld aan Rekensprint-oefeningen. De Barekarekentoetsen zijn digitaal en worden bij Rekensprint geleverd. Ook nieuw aan de herziene versie zijn drie kaartensets klokkijken. Daarnaast wordt bij de ­herziene versie van Rekensprint Basis een digibord/ tabletversie geleverd om met de hele groep of met kleinere groepjes kinderen te kunnen oefenen. Alle versies van Rekensprint zijn verkrijgbaar via

www.schoolsupport.nl

PrimaOnderwijs 27

EDG_SEP_026-027_Schoolsupport_v03.indd 27

24-08-16

14:20


Leren reanimeren met

gratis game Held Elke week krijgen driehonderd mensen een hartstilstand buiten het ziekenhuis. Als binnen zes minuten wordt gestart met reanimeren, is de kans op overleving het grootst. Daarom geven steeds meer scholen les in reanimeren. En dat kan dit schooljaar met de serious game Held van de Hartstichting. tekst lilian roos fotografie marius roos

Speel de komende twee weken een game op je mobiele telefoon of tablet. Het is het leukste huiswerk dat Mare kan bedenken. ‘Het is weer eens iets anders dan lees dat en dat hoofdstuk uit het lesboek’, lacht ze. In de game Held van de Hartstichting heeft ze al heel wat levens gered. En tussen het spelen door leert ze alle theorie van het reanimeren. ‘Ik wil wel vaker dit soort huiswerk krijgen’, vindt Thom. Thom en Mare zaten in de testgroep van de game van de Hartstichting. Het afgelopen jaar is het spel door een groep middelbare scholieren van het Summa College in Eindhoven, het Veenlanden College in Mijdrecht en Thorbecke Voortgezet Onderwijs in Nieuwerkerk aan de IJssel getest.

Van vier naar twee uur Naast het gebruik van video’s (flipping the classroom) worden steeds vaker games ingezet in het onderwijs. ‘Een vaardigheid als reanimeren is erg geschikt om via een game te leren’, zegt Simon ­Tiemersma, project­ leider bij Gamelab van de TU Delft en een van de ­ontwerpers van de game. ‘Het gaat om handelingen die je stap voor stap correct moet k­ unnen verrichten in verschillende situaties. Door de game te spelen, kun je dit steeds opnieuw oefenen.’ De TU Delft ontwierp Held in opdracht van de H ­ artstichting. Dankzij de game hoeven scholen slechts twee in plaats van vier lesuren in te ruimen om ­scholieren te leren reanimeren. Docenten kunnen nadat zij de game als huiswerk ­hebben meegegeven, via een docentenportal terugzien

EDG_SEP_028-029_Hartstichting_v06.indd 28

welke scholieren de game daadwerkelijk hebben ge­ speeld en wat de prestaties zijn. Omdat alle theorie al in het computerspel aan bod is gekomen, wordt in de klas vooral geoefend op reanimatiepoppen. ‘Reanimeren is natuurlijk een heel fysieke handeling’, zegt Tiemersma. ‘Daarom is de praktijkles net zo belangrijk als het spelen van de game. Het vult elkaar mooi aan.’

Hoge score halen ‘De personen met een hartstilstand liggen steeds op een andere plek’, vertelt Mare enthousiast ondanks de serieuze ondertoon van de game. ‘In een slaapkamer is het belangrijk om het slachtoffer eerst van bed af te halen voordat je gaat reanimeren. Als de persoon op straat ligt, moet je hem eerst op de stoep leggen. De andere keer is het een voetbalveld, park, tennisbaan - steeds weer iets anders. Daardoor blijft het spel leuk.’ ‘Ook de personen wisselen steeds’, zegt Thom. ‘Eerst gewone mensen, van een oude opa tot een jonge vrouw. Maar als je het spel beter gaat spelen, mag je Sinterklaas, Elvis of Einstein reanimeren.’ Thom heeft inmiddels zo’n veertig verschillende scenario’s gespeeld, schat hij. ‘In het begin was het best lastig, maar aan het eind van elke reanimatie krijg je te horen hoeveel procent goed ging. Ook krijg je uitleg over wat fout ging. Je wil het spel steeds nog eens spelen, omdat je een hogere score wilt halen. Zo heb ik ook een wed­ strijdje met mijn vader gedaan, kijken wie het hoogste punten­aantal kon halen.’ Als een klas de game als

23-08-16

21:35


Download de eld gratis game H re via de Appsto y. of Google Pla

Reanimatieonderwijs Leren reanimeren thuis op de bank met de game Held

huiswerk krijgt, kunnen leerlingen zien wat de scores van klasgenoten zijn. ‘Zo ontstaat een gevoel van com­ petitie’, zegt Tiemersma. ‘Want iedereen wil natuurlijk hoog in de scorelijst komen.’

In het spel getrokken Wie in het spel komt, kan gelijk beginnen. ‘Deze generatie gaat gelijk aan de slag en wil alles zelf ontdekken’, zegt Tiemersma. ‘Daarom geven we pas na afloop van een spel feedback wat er fout ging en waarmee ze bij het volgende spel meer punten kunnen halen. Op die manier doen ze alsnog de theoretische kennis op. Het voordeel van zelf ontdekken, is dat kennis beter blijft hangen. Leerlingen moeten steeds zelf nadenken wat een logische volgende handeling is.’ De TU Delft deed tijdens de ontwikkeling onderzoek naar de stijl en het effect van de game. Het bleek dat scholieren het spel het liefst zo realistisch mogelijk wilden. Uit het onderzoek met de drie testscholen blijkt dat leerlingen even goed kunnen reanimeren na het spelen van de game Held én twee lesuren praktijk als na vier les­ uren reanimeren.

Echt levens redden De game is onderdeel van het project Reanimatie­ onderwijs op school. Via het bijbehorende lesprogramma van de Hartstichting leerden zo’n 30.000 leerlingen de afgelopen drie jaar op school ­r eanimeren. Ruim 700 leraren werden door de ­Hartstichting opgeleid tot instructeur. Meestal worden de lessen gekoppeld aan de vakken biologie of ­lichamelijke opvoeding of

EDG_SEP_028-029_Hartstichting_v06.indd 29

De Hartstichting biedt middelbare scholen een lespakket om te leren reanimeren. In de lessen leren jongeren borstcompressies toepassen, mondop-mondbeademing geven en een AED bedienen. Zo zijn ze goed voorbereid en weten ze hoe ze in actie moeten komen als ze werkelijk getuige zijn van een hartstilstand. Vanaf 14 jaar zijn jongeren fysiek en mentaal in staat om te reanimeren en een AED te gebruiken. De lessen worden in groepen van tien tot vijftien leerlingen gegeven. Voorheen moesten vier lesuren worden gereserveerd, maar dankzij de game Held zijn er nog maar twee lesuren voor nodig. Lees meer over de reanimatielessen op ­ www.hartstichting.nl/reanimatieonderwijs

het wordt gegeven tijdens een projectdag of gezond­ heidsweek. Door scholieren te leren reanimeren, wil de Hartstichting een nieuwe generatie vertrouwd maken met levensreddende ­handelingen. Zo zullen in de toekomst steeds minder vaak omstanders mach­ teloos toezien hoe een hartstilstand iemand fataal wordt. De game Held is gratis en te spelen op telefoon, tablet en computer.

In de praktijk Dat het vak geen overbodige luxe is, bleek wel uit een enquête onder 125 deelnemende scholen die het vak de afgelopen drie jaar aanboden. Van de scholieren die het lesprogramma volgden, is inmiddels een kwart in een situatie terecht gekomen waarbij ze de vaardig­ heden in de praktijk brachten. Thom en Mare hopen het niet mee te maken. Maar mocht iemand in hun ­omgeving een hart­stilstand krijgen, dan weten ze precies wat ze ­moeten doen.

23-08-16

21:35


E XCLUSIEF EN VOOR SCHOL

Digiwijs met Donald Duck Bestel het unieke bewaaralbum inclusief lesmateriaal! Tijdens de Week van de Mediawijsheid - 18 tot en met 25 november 2016 wordt voor de bovenbouw van het basisonderwijs een zeer bijzondere editie van Donald Duck Weekblad gelanceerd, waarin digitale wijsheid centraal staat. Digiwijs met Donald Duck helpt leerlingen op een vrolijke en (eigen)wijze manier veilig te navigeren door de digitale wereld.

Door digitale kennis en cybersecurity onderdeel te laten uitmaken van het onderwijscurriculum maak je kinderen bewust van de vele voordelen van de online wereld, maar waarschuw je hen ook voor de gevaren. Donald Duck, de Zware Jongens, Katrien, Dagobert, Goofy en de Duckies nemen de leerlingen in verschillende strips mee op hun avonturen. Leerlingen leren dat ze altijd moeten opletten voor Zware Jongens die wachtwoorden proberen te kraken en dat het wereldwijde web een olifantengeheugen heeft waardoor een onhandige actie je nog jaren kan achtervolgen. In diverse stripverhalen brengen de beroemde karakters op een vrolijke manier onder de aandacht wat de gevaren kunnen zijn. Zo ondervindt Katrien hoe het is om ‘gecatfished’ te worden en brengen de Duckies de eventuele gevolgen van gevaarlijke stunts omwille van een vlog onder de aandacht. Deze bewaareditie zit vol spannende verhalen, puzzels en tips rondom de digitale wereld.

‘Hou het internetjes!’

‘Deel nooit te veel online. Behalve déze informatie, die mag je delen met iedereen!’

Lesmateriaal Bij Digiwijs met Donald Duck ontvang je een handleiding en een digiles waarmee de leerkracht digitale vaardigheden als Basiskennis van ICT, Informatievaardigheden, Mediawijsheid en Computational thinking op een speelse manier onder de aandacht van kinderen kan brengen. De meest gebruikte taal op aarde is volgens Donald Duck immers niet Chinees en ook niet Verweggistaans, maar Digitaal, en dus zijn genoemde skills belangrijk om onder de knie te krijgen. De neefjes

30

EDG_SEP_030-031_DonaldDuck_v10.indd 30

24-08-16

15:05


Bestel Digiwijs met Donald Duck voor jouw leerlingen! Digiwijs met Donald Duck is exclusief voor scholen ontwikkeld en is niet in de winkel verkrijgbaar. Het album is voor maar € 1,50 per stuk inclusief btw verkrijgbaar via www.primaonderwijs.nl/donaldduck Mis hem niet!

‘Online zijn is net als op straat spelen; je moet altijd uitkijken!’

‘Wat is tegenwoordig de meest gebruikte taal op aarde? Nee, niet Chinees of Verweggistaans. Het is de Digitaal’

Samenwerking begeven zich, net als leerlingen, in de wereld van social media met Instagram, Facebook, WhatsApp en Snapchat. Met dit album worden ze zich beter bewust van wat ze posten en wie het ziet. Wel zo handig, want online zijn is immers net als op straat spelen; je moet altijd uitkijken! Deel nooit te veel online, luidt de Duckwijsheid. Behalve déze informatie, die mag je met iedereen gedeeld worden.

Deze bijzondere uitgave is gemaakt in samenwerking met Donald Duck Weekblad en PrimaOnderwijs. Partijen als Mediawijzer.net, SLO, Politie, NTR Schooltv, ECP | Platform voor de Informatie Samenleving, De Koninklijke Bibliotheek, T-Mobile, Apple en SIDN hebben ook een bijdrage geleverd aan deze editie en het bijbehorende lesmateriaal. Het resultaat is een bijzonder creatief project waarmee digitale kennis op een humoristische en unieke manier de school in wordt gebracht.

Digiwijs met Donald Duck is een initiatief van: Mede mogelijk gemaakt door: VRAAGHETDEPOLITIE.NL VOOR JOUW VEILIGHEID

EDG_SEP_030-031_DonaldDuck_v10.indd 31

24-08-16

15:05


Laat je verwonderen in de wereld van Met ICT als hulpmiddel kun je je lessen (nog) uitdagender en levendiger maken. En virtual reality, volgens velen dé techniek van 2016, hoeft daar tegenwoordig niet meer aan te ontbreken. Maar wat is het precies? Hoe kun je als leraar virtual reality gebruiken in je lessen? En wat is het verschil met augmented reality? Lees over de mogelijkheden en bekijk de tips! door esmee roetman foto hollandse hoogte

Virtual reality is een techniek waarbij met behulp van een computer een omgeving wordt gecreëerd die je ziet door een speciale bril. Virtual reality spreekt meerdere zintuigen aan en je wordt als het ware ondergedompeld in een digitale virtuele wereld. Dankzij virtual reality kunnen er unieke ervaringen gecreëerd worden en onbereikbare plekken worden bezocht. Dit is anders dan augmented reality. Bij augmented reality lopen de twee werelden in elkaar over. Via smartphone of tablet vindt er interactie plaats met de virtuele laag die over de werkelijkheid wordt geprojecteerd. Er zijn veel

verschillende VR-brillen. Deze brillen variëren van dure versies zoals de Oculus Rift tot goedkopere versies zoals de (kartonnen) doosjes van Google Cardboard. Met de komst van deze goedkope brillen is virtual reality voor iedereen toegankelijk geworden en kun je zo in de wereld van de virtual reality stappen. Zo kan iedereen leerlingen ervaringen op laten doen die anders veel te duur zouden zijn. ‘Virtual reality is een prachtkans voor docenten om hun lessen aantrekkelijk en levendig te maken, waardoor de stof veel beter blijft hangen’, gaf Tim Nijland in de aprileditie van COS aan. Virtual reality

Tips: Educatieve AR-apps Er zijn verschillende educatieve AR-apps om te gebruiken in de klas. Op deze manier komt de echte wereld samen met de virtuele wereld. Met de AR-app Quiver worden kleurplaten tot leven gebracht. Als je de app hebt gedownload en de camera vervolgens richt op je ingekleurde kleurplaat, dan zie je deze in 3D én kun je er mee gamen! Bij elke kleurplaat hoort een ander spel. Bekijk de kleurplaten en meer op quivervision.com. Aurasma is een algemene AR-app die je kunt inzetten voor ieder vak. Deze app kan met behulp van een camera, kompas, GPS en accelerometer foto’s, symbolen en objecten tot leven brengen. Je kunt bijvoorbeeld een poster scannen met de app en dan speelt je smartphone of tablet vanzelf de content af. Anatomy 4D is een zeer interessante app om tijdens de biologielessen te gebruiken. Leerlingen kunnen afbeeldingen scannen met de Anatomy 4D-app en vervolgens verschijnt er een mannelijk of vrouwelijk multidimensionaal lichaam op het scherm.

32

EDG_SEP_032-033_VirtualReality_v06.indd 32

24-08-16

14:21


Heb jij tips en lesideeën? Mail deze vooral naar redactie@primaonderwijs.nl of deel deze met je collega’s via Twitter @prima_online

leent zich voor veel verschillende vakken. Zo kan het bijvoorbeeld tijdens de geschiedenisles worden ingezet en kunnen leerlingen zich helemaal onderdompelen in een historische gebeurtenis. De lesstof wordt tot leven gebracht en hierdoor beter herinnerd.

VR: Doe het zelf! Ook zonder kostbare hardware is het mogelijk om virtuele ervaringen te beleven. Met een smartphone kun je al heel veel leuke dingen doen. Een aantal mogelijkheden op een rij:

Tips: Educatieve VR-apps

• De gratis app van de New York Times, NYT VR,

• Panoramafoto’s: Maak panoramafoto’s met •

gratis apps voor Android of iOS en bekijk deze in 360 graden met bijvoorbeeld de Google Cardboard viewer. 360 graden video’s: Neem een instructie- of informatievideo op met een speciale 360 graden camera. De selectie van deze camera’s wordt steeds uitgebreider. Je kunt ook gebruikmaken van de vele gratis video’s op bijvoorbeeld YouTube. Apps: Maak gebruik van de vele educatieve VR-apps voor Android of iOS en bekijk ze met een Google Cardboard viewer.

• •

biedt indrukwekkende 360 graden films en documentaires. Een spectaculaire film is The Displaced: een verhaal over kinderen die hun huis hebben verloren door oorlogen en aanslagen. Google brengt virtual reality in de klas met een nieuw programma, namelijk Google Expeditions. Deze app is speciaal te gebruiken in de klas. Leerlingen kunnen met hun smartphone via Google Cardboard virtuele tours maken over de hele wereld. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een reis onder water maken en zien wat een koraalrif is. Iedereen is intussen wel bekend met Google Earth, met deze app kun je de hele wereld bekijken. De app EarthVR-MMO verplaatst Street View naar VR en zo kunnen gebruikers met elkaar in contact komen. Met Connected Classrooms kunnen leerlingen meedoen aan virtuele leeractiviteiten op Google+. Met de klas kun je een virtuele trip organiseren, zoals een bezoek aan een museum of een gezamenlijke activiteit met een klas aan de andere kant van de wereld.

PrimaOnderwijs 33

EDG_SEP_032-033_VirtualReality_v06.indd 33

24-08-16

14:22


Onderwijs2032 pleit voor stevigere

positie burgerschapsonderwijs

De school als oefenplaats voor

verantwoordelijke (wereld)burgers In het advies van Platform Onderwijs2032 krijgt burgerschap een stevige positie in het onderwijs. Of misschien moeten we zeggen: een stevigere positie. Burgerschapsonderwijs is immers al tien jaar verplicht, scholen onderschrijven het belang en aan lespakketten, projecten en websites geen gebrek. Toch is er nog een weg te gaan. Gezien de huidige tijdsgeest is het misschien wel belangrijker dan ooit om de school een oefenplaats te laten zijn voor burgerschapsvaardigheden. door francine sminkl

34

EDG_SEP_034-037_Samsam_v03.indd 34

25-08-16

13:03


Het advies ‘De school is een belangrijke oefenplaats om burgerschapsvaardigheden in de praktijk te brengen. Op school leren leerlingen samen te leven en te werken, met spelregels om te gaan, hun eigen mening te vormen en die van anderen te respecteren. Ook ontdekken ­leerlingen er hun eigen positie in de samenleving en komen ze erachter hoe ze zelf een bijdrage kunnen leveren aan hun wijk, regio, land en de wereld. Met andere woorden: ­leerlingen ontwikkelen zich tot verantwoordelijke wereldburgers.’ Lees het hele advies op onsonderwijs2032.nl

‘Laat kinderen van jongs af aan voelen dat ze ertoe doen in de samenleving. Waarom zouden ze zich er anders voor willen inspannen?’, zei de Amsterdamse pedagoge Lea Dasberg in 1975 in wat bekend is ­geworden als de Pedagogiek van de hoop. Ook hoog­ leraar Pedagogiek Micha de Winter verkondigt al jaren dat school de aangewezen plek is voor leerlingen om hun identiteit te ontwikkelen en te leren democratische burgers te worden (zie kader). De meeste leerkrachten onderschrijven hartgrondig die pedagogische taak van het onderwijs. School is de plek om te leren rekenen en spellen, maar ook een natuurlijke oefenplaats waar

Verbeter de wereld! Pedagoog Micha de Winter vindt dat ouders en school hun pedagogische ambities te ver naar ­beneden hebben bijgesteld. De focus ligt op beïn­ vloeden van gedrag (‘puppytraining’) en omgaan met stoornissen als ADHD, in plaats van op idealen. Kinderen moeten zich vooral ontwikkelen tot goede burgers in de maatschappij, en niet tot individuele gelukszoekers, bepleit De Winter in het boek ­Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding. Van­ achter de voordeur naar democratie en verbinding.

kinderen met diverse achtergronden met elkaar om leren gaan en een idee krijgen van hoe het werkt in de wereld. Sinds de i­nvoering van het Toezichtkader ­actief burgerschap en sociale integratie in 2006 zijn het basis- en voortgezet onderwijs verplicht aandacht te besteden aan burgerschapsvorming. Het is als ­‘algemene taak’ voor het basisonderwijs opgenomen in de kerndoelen binnen het domein Oriëntatie op ­jezelf en de wereld.

21st century skills Er zijn veel activiteiten, initiatieven, organisaties en websites op het gebied van burgerschap en scholen hebben het op hun eigen manier opgepikt: van school­ verkiezingen tot debatten, van projecten over kinder­ arbeid tot en met maatschappelijke stages en van les­ pakketten democratisch burgerschap tot projecten wereldburgerschap. Eén van de partijen met een hoge waardering onder leraren is Samsam: een educatief platform over (wereld)burgerschap dat bestaat uit magazines voor leerlingen, een lesbrief voor leer­ krachten, een website met filmpjes en de online lestool ReportersClub. Samsam sluit aan bij de kerndoelen van burgerschap en draagt bij aan de ontwikkeling van 21e eeuwse vaardigheden als creatief denken, kritisch kijken, samenwerken, ICT-geletterdheid en PrimaOnderwijs 35

EDG_SEP_034-037_Samsam_v02.indd 35

24-08-16

09:09


Huib de Moor, leerkracht groep 8, Willem Alexanderschool Amstelveen

‘Integreer burgerschap in al je themalessen’ ‘(Wereld)burgerschap op school is erg belangrijk! Wat er speelt in de wereld weten veel leerlingen en ouders vaak niet. Wat gebeurt er in andere culturen? Hoe gaat men daar met elkaar om? Wij werken al jaren met een schoolabonnement van Samsam. We zetten Samsam in bij bijvoorbeeld levensbeschouwing en wereldoriëntatie, maar ook bij taal als lees- of schrijfopdracht. Ook wordt het materiaal door de leerlingen gebruikt. We bewaren de oude magazines die we van Samsam gedurende de jaren hebben ontvangen, omdat ze vaak weer op bepaalde momenten van pas komen. De onderwerpen spreken de leerlingen aan en passen bij hun niveau. Leerlingen krijgen opdrachten, moeten discussie voeren of in groepjes een muurkrant met een presentatie maken. Hierbij moeten ze zelf veel opzoeken en zichzelf vragen stellen. De opdrachten verwerken we zoveel mogelijk klassikaal maar soms geef ik het als een huiswerkopdracht mee. De leerlingen vinden het fijn en interessant om met het blad te werken en ook de puzzels en quizjes in het magazine vinden ze leuk. Zowel door Samsam als het Jeugdjournaal kunnen we inspelen op de actuele zaken. We willen leerlingen respect meegeven voor anderen en voor andere culturen. Dat kun je als leraar makkelijk in al je themalessen integreren.’

uiteraard sociale en culturele vaardigheden. Nog een voorbeeld van een initiatief is de Vreedzame School, dat de klas en de school als een leefgemeenschap beschouwt, waarin kinderen leren samen beslissingen nemen en conflicten oplossen. En met de website burgerschapindeschool.nl ondersteunt ook het SLO het burgerschapsonderwijs.

Aandacht Ondanks die aandacht van SLO en de aanwezigheid van interessante lesmiddelen als Samsam en Vreedzame school kan het toch nog beter met het burgerschapsonderwijs. Scholen ervaren een gebrek aan ondersteuning bij de opdracht om burgerschapsonderwijs te geven, wat de PO-Raad onderschrijft. Ook blijkt dat Nederlandse scholen in vergelijking met andere landen relatief weinig aandacht aan burgerschapsonderwijs besteden. De burgerschapscompetenties van leerlingen in groep 8 van de basisschool blijven achter bij leeftijdsgenoten uit andere Europese landen. Onderwijssocioloog Bram Eidhof promoveerde begin dit jaar op burgerschapsonderwijs en vindt het niet verrassend dat die situatie anno 2016 nog steeds niet is veranderd. ‘De randvoorwaarden voor goed burger-

schapsonderwijs zijn niet goed ingevuld. Zo is er nooit helder beschreven wat er van scholen wordt verwacht. Er is nauwelijks budget en in de lerarenopleiding is er weinig aandacht voor.’

Professionaliseringsslag Met het pleidooi van Platform Onderwijs2032 voor ‘stevige verankering’ van burgerschap in het nieuwe curriculum, is het belangrijk dat die handvatten er komen. Er zal nauwkeurig gedefinieerd moeten worden waar burgerschapsonderwijs in de kern over gaat, zodat scholen met een duidelijke opdracht aan de slag kunnen. Vanwege de normatieve kant van burgerschap - wat goed burgerschap is, is niet voor iedereen hetzelfde moeten scholen die kern kunnen aanvullen met eigen specifieke thema’s. Onderwijs2032 bevindt zich nu in een verdiepingsfase, waarvan eind 2016 de opbrengsten duidelijk worden. In de tussentijd kunnen scholen zich buigen over hun visie op burgerschap, want te vaak is die nog te algemeen. Wetenschappers houden zich ondertussen bezig met de meetbaarheid van burgerschapsonderwijs (zie burgerschapmeten.nl). En die professionaliseringsslag is het burgerschapsonderwijs zeker waard.

Lezersaanbieding!

Neem nu een schoolabonnement op Samsam en ontvang gratis het boek ‘Wereldburger met ketchup. Lesgegeven over wereldburgerschap, hoe doe je dat?’ t.w.v. € 12,95. Ga naar www.primaonderwijs.nl/samsam en bestel!

36

EDG_SEP_034-037_Samsam_v02.indd 36

24-08-16

09:09

NRK-W


NRK-Water Toolkit Advertentie 192x285mm v0.3.indd 1 EDG_SEP_034-037_Samsam_v02.indd 37

16-5-2016 13:44:27 24-08-16 09:09


Muziekeducatieproject van

Het Concertgebouw

naar een hoger plan Je hebt muziekeducatie en je hebt Muziekeducatie. Een uurtje luisteren naar de ongetwijfeld prachtige akkoorden van meester Piet op zijn gitaar valt onder muziekeducatie. Maar voor slechts vier euro per leerling heb je ook het complete Nederlands Philharmonisch Orkest tot je beschikking, in de eeuwig mooie setting van Het Concertgebouw. En daar krijg je de voorbereidende lessen en de begeleiding van vakdocenten bij! door vanessa pelle foto’s: ronald knapp

Honderden 6/7-groepers lopen in rijen tussen de stratenmakers door, die de omgeving van Het Concertgebouw hebben afgebakend. Lachend wijzen ze de leerlingen naar de entree. Van links en van rechts drommen de groepen samen in de foyer voor het laatste muzikale ‘intermezzo’ van dit schooljaar dat zich zo in de Grote Zaal gaat afspelen. De weken hieraan voor­ afgaand hebben ze met de leerkracht geoefend op hun refreinen en bodypercussies. De finale is de uitvoering samen met het Nederlands Philharmonisch Orkest. Het stuk dat ze hebben geoefend is Peer Gynt. Terwijl de leerlingen staan te trappelen in de foyer, stemmen de musici hun instrumenten. Voor het ­orkest en de acteurs is deze laatste voorstelling net zo ­spannend. Hebben de leerlingen wel geoefend? Doen ze mee of gaan ze zich vervelen? Het is het tweede jaar dat Peer Gynt wordt opgevoerd en de makers hebben de feedback van de leerkrachten destijds ter harte genomen. Het moet niet langer dan een uur ­duren, de liedjes die de leerlingen moeten instuderen,

EDG_SEP_038-039_concertgebouw_v03.indd 38

moeten begrijpelijk zijn en het tempo moet erin b ­ lijven. Hopelijk ervaart ook deze laatste groep het zo. Het is bijzonder om te zien dat muzikale professionals van dit kaliber hun zenuwen nog even bij elkaar moeten rapen.

Licht uit, spot aan! Peer Gynt, oorspronkelijk geschreven in het jaar 1867, vouwt zich snel uit. In de setting van een populaire talkshow vertelt dorpsjongen Peer over zijn leven. Hij verliet zijn geboortestreek, zijn moeder en zijn geliefde om op avontuur te gaan. In de talkshow flitst zijn ongeloof­waardige levensverhaal voorbij. Acteur Freek den Hartogh weet de leerlingen als talkshowpresentator meteen voor zich te winnen. En wanneer het licht uit, spot aan is en Peer, gespeeld door Ad Knippels, ­v anachter uit de zaal komt binnenrennen, laten de leerlingen zich helemaal meeslepen in het stuk. Ze zingen mee, stampen met hun voeten en knippen met hun vingers. Wanneer Peer een uur later eindelijk in

24-08-16

14:22


de armen valt van zijn gelief­ de Solveig en het stuk afsluit met een kus, hoor je de op­ luchting vanuit alle hoeken van de zaal. ‘Ik word altijd weer een beetje emotioneel’, vertelt Annelie Bulsing, marketeer ­educatie en participatie bij Het Concert­ gebouw, na afloop. ‘Niet vanwege die kus, maar omdat alle leerlingen zo genoten hebben en hun best hebben gedaan. Dit wordt allemaal mogelijk gemaakt door de mensen die Het Concertgebouw een warm hart toe dragen. Het project krijgt geen subsidie vanuit de overheid maar wordt gefinancierd door weldoeners en door de bijdrage van de scholen zelf. We gunnen dit alle leerlingen in Nederland. Voor sommige scholen is Amsterdam ver weg, maar onze muziekprojecten zijn echt de moeite waard.’ Vanaf januari 2017 wil Het ­Concertgebouw de betrokkenheid bij leerlingen nog meer vergroten. Annelie: ‘Voor groep 5/6 werken we aan het Grote Zaalconcert. Het thema is Waterwerken. Het lesmateriaal wordt zo ontwikkeld dat de leerlingen echt onderdeel zijn van de voorstelling. Niet alleen zingen ze dan mee, er zal voor elke groep een speci­ fieke rol zijn weggelegd, waarvoor ze samen met het Philharmonisch Orkest moeten repeteren. Voor groep 7/8 zal komend schooljaar de rode loper worden uit­ gerold tijdens Proms, waarbij leerlingen in hun mooiste kleren kunnen luisteren naar de grootste klassiekers uit de muziekgeschiedenis.’

tot en met de examenklassen van het voortgezet onderwijs kennismaken met muziek. Uiteraard staat klassieke mu­ ­ ziek centraal, maar ze maken ook kennis met jazz en pop, met verschil­ lende instrumenten, met het orkest, met de ­m uzikanten en niet in de laatste plaats met Het Concertgebouw, dat cultureel erfgoed is. Annelie: ‘Muziek moet voor iedereen toegankelijk zijn, net als Het Concertgebouw. Maar omdat wij weten dat niet iedere school naar ons kan komen, brengen wij ­o nder meer via de methode Kazoo muziekeducatie naar de scholen toe. Kazoo is samen met uitgeverij Blink ontwikkeld. Met deze nieuwe methode kunnen leerkrachten én leerlingen op eigentijdse wijze aan de slag met muziekonderwijs. Aan de ontwikkeling van Kazoo werken tientallen partnerscholen mee. De thema’s voor alle leerjaren hebben een breed aanbod met liedjes (met inzing-juf), muzieknotatie, mini-documentaires, muziekgeschiedenis, filmpjes en opdrachten. Door het achterlaten van je email krijg je meteen toegang tot de proeflessen, daarna kun je een licentie aanschaffen. Voor groep 7/8 is dat bijvoorbeeld een methode met Martin Garrix waarbij leerlingen met de DJ Studio aan de slag gaan. Waar je ook voor kiest, alle methodes sluiten aan bij het recente SLO Leerplankader kunstzinnige oriëntatie.’

Mixen met Martin Garrix

Bekijk het complete muzikale aanbod en digitale ­methodes voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs op educatie.concertgebouw.nl.

De muziekprogramma’s van Het Concertgebouw laten leerlingen vanaf de eerste groep van het basisonderwijs

Sterren maken Tijd voor Muziek Het Concertgebouw vindt het belangrijk dat iedere leerling wekelijks muziekonderwijs krijgt in de klas. Muziek maakt blij en verbindt. Muziek is goed voor de cognitieve ontwikkeling en voor de sociaal-emotionele vaardigheden. Dit onderstrepen professionals uit de wereld van muziek, onderwijs en wetenschap. Bekijk op educatie.concertgebouw.nl/tijd-voor-muziek de video’s van professor Erik Scherder, Jaap van Zweden, DJ Hardwell, Gers Pardoel, Janine Jansen, Paul de Leeuw, Chantal Janzen, Tim Knol, Pearl Joan, juf Merle Koelink en Stef Broks.

PrimaOnderwijs 39

EDG_SEP_038-039_concertgebouw_v03.indd 39

24-08-16

14:23


BEKIJK Bedankt voor SAMEN MET het bestellen van DE KLAS HET het 4 &FILMPJE! 5 mei denkboek! (EN ONTDEK WELKE (MAAR LIEFST 208.501 EXEMPLAREN) NEDERLANDSE BOYBAND HET DENKBOEK ÓÓK INTERESSANT VINDT!)

EDG_SEP_040-041_Denkboek_v08.indd 40

23-08-16

21:37


4 & 5 mei denkboek:

een bestseller Het 4 & 5 mei denkboek is dit jaar gelanceerd als opvolger van het Nationaal Aandenken. Van de eerste editie zijn maar liefst 208.501 exemplaren besteld! De nieuwe kennismaking met herdenken en vieren in het onderwijs is zeer goed ontvangen. Uit de enquête blijkt dat nagenoeg alle leraren die het denkboek hebben besteld, het boek ook daadwerkelijk hebben gebruikt in de klas. foto’s chris van houts

Het 4 & 5 mei denkboek is ontwikkeld door het Nationaal Comité 4 en 5 mei en staat in het teken van herdenken, vrijdenken, bedenken en aandenken. In het 4 & 5 mei denkboek worden leerlingen van groep 7 op diverse manieren uitgedaagd na te denken over de Tweede Wereldoorlog, vrijheid en democratie. Ze onderzoeken wat deze thema’s voor hen betekenen en waarom de Tweede Wereldoorlog nu nog relevant is. Medio mei heeft het Nationaal ­Comité 4 en 5 mei een enquête uitgevoerd onder leerkrachten van het basisonderwijs, bestellers van het boekje en niet-bestellers. Het onderzoek was bedoeld om te achterhalen hoe het denkboek in de klas is gebruikt en of het nieuwe format aansloeg. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft leerkrachten onder meer bevraagd over de waardering voor de verschillende leerstijlen en voor de verschillende onder­ werpen in het denkboek en de digitale lessen.

Meerdere lessen

lessen; 28 procent heeft het boek ­uitgedeeld voor zelfstandig gebruik door de leerlingen.

Hoogste waardering Uit de enquête blijkt dat docenten het onderwerp ‘Herdenken: wie, hoe, wanneer en waarom?’ het belangrijkst vinden. Daarnaast waarderen docenten de ‘Tijdlijn van de Tweede Wereldoorlog’ zeer. Ook de pagina’s over de ‘Honger­w inter’ en ‘Naar school in de Oorlog’ waren p ­ opulair. Dit sluit aan bij de reacties van leerlingen in de eerdere testfase. Daaren­tegen wordt het onderwerp NederlandsIndië laag beoordeeld. Leerkrachten vinden dit vaak een moeilijk onderwerp om te behandelen. Dit komt onder meer doordat het nauwelijks in de reguliere geschiedenismethodes van groep 7-8 aan de orde komt.

Doorgeven

Het 4 & 5 mei denkboek is Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is blij dat het door maar liefst 5.734 scholen denkboek door veel leerlingen en leraren besteld, dat is 74 procent van de is gebruikt en wordt gewaardeerd. Het Wil je nog eens lezen ­Nederlandse basisscholen. Uit de denkboek draagt zo bij aan het doorenquête blijkt dat 98 procent van geven van de traditie van herdenwat leerlingen van scholen in de bestellers zeer positief is ken en vieren aan jongeren. Aan het Amsterdam, Bussum en Rotterdam 4 & 5 mei denkboek editie 2017 over het vernieuwde boekje. van het nieuwe 4 & 5 mei denkboek wordt ­alweer hard gewerkt. Van de leerkrachten die het vonden, lees dan het digitale boekje hebben besteld, heeft Kijk voor meer informatie op nagenoeg iedereen het denkverslag in PrimaOnderwijs via www.4en5mei.nl/onderwijs/ boek gebruikt; 70 procent heeft issuu.com/tkmst/docs/ 4-en-5-mei-denkboek het gebruikt in een of meerdere primaonderwijsapril2016 PrimaOnderwijs 41

EDG_SEP_040-041_Denkboek_v08.indd 41

23-08-16

21:38


e e m m k u l n u c i De r r u c t e h telt! r g e n i n v e o m Jouw

Afgelopen januari heeft de commissie Schnabel advies uitgebracht over het onderwijscurriculum. Veel leraren herkenden zich niet in dit advies. Jij als leraar weet het beste hoe het onderwijscurriculum eruit moet zien en wat jij als leraar daarvoor nodig hebt. Daarom wordt jouw mening gevraagd. Werk je als leraar in het basis- of voortgezet onderwijs? Laat van je horen!

Hoe kun je meedoen? • Praat mee in een online dialoog • Ga naar een van de bijeenkomsten • Ga op 4, 5 of 6 oktober met je eigen team in gesprek Kijk voor meer informatie en de data van de dialogen en bijeenkomsten op onderwijscooperatie.nl

www.onderwijscooperatie.nl

EDG_SEP_042-043_EF_v00.indd 42

24-08-16

14:23


Fill in the gap… The World Leader in International Education

Steeds meer scholieren kiezen voor een gap year na de middelbare school. De wens om voor een langere tijd de wereld te ontdekken, staat daarbij met stip op nummer 1 op de to-do-lijst. Er zijn veel voordelen van een tijdje in het buitenland studeren. Scholieren leren een vreemde taal, ze maken kennis met een andere cultuur, zien de wereld vanuit een nieuw perspectief, bouwen aan een internationaal netwerk en worden zelfverzekerder. Al ruim 50 jaar organiseert Education First (EF) taallesmethode ontwikkeld. Deze lesmethode wordt op alle cursussen in het buitenland voor jongeren vanaf 13 jaar. eigen scholen van EF gedoceerd, waardoor EF directe Van taalcursussen vanaf twee weken in de zomer tot een invloed heeft op de kwaliteit van het onderwijs. heel studiejaar met vakgerichte lessen. Er is keuze uit 7 talen en 44 bestemmingen in 16 verschillende landen. EF is pionier in het geven van internationaal taalonderwijs. ‘Door mijn jaar Amerika heb ik EF heeft door de jaren heen miljoenen mensen geholpen geleerd dat je niet bang moet zijn voor met het leren van een taal, het ontdekken van de wereld verandering. Praat met mensen, maak nieuwe of het behalen van een academisch diploma. vrienden en reis. Ik ben zo blij dat ik dit Samen met vooraanstaande onderheb gedaan. Ik zou het voor geen zoekscentra als de University of ‘Vlak voor mijn eindexamen goud hebben willen missen!’ Cambridge heeft EF haar eigen vwo nam ik een onverwachte Sigrid Blauw, High School beslissing door niet te gaan studeren, Exhange Year maar eerst een jaar op reis te gaan. Na een bijeenkomst van EF wist ik het meteen: I’m ‘Na een week durfde going to the USA, land of the free. Het was ik Engels te spreken, ontzettend gaaf en leerzaam en ik wens ‘Ik ben met EF drie fouten te maken en vooral iedereen een soortgelijke ervaring toe!’ maanden naar Auckland, heel veel te leren. In Kaapstad Hannah Contermans, High School Nieuw-Zeeland geweest. Het heb ik vriendschappen voor het Exhange Year heeft al mijn verwachtingen leven gesloten. Ik ben gaan houden van waar gemaakt en zelfs overtroffen. En de mensen, de sfeer, de cultuur, de muziek mijn Engels is met sprongen vooruit en het eten. Kaapstad heeft mijn hart gestolen.’ gegaan. Een echte aanrader dus!’ Noortje van Baal, EF Kaapstad – 6 weken Gijs Thedinga, EF Auckland taalcursus

Wil jij graag meer informatie ontvangen over hoe een scholier zijn of haar gap year in kan vullen? Haal de wereld in jouw klas via 020-5745400 of mail info.nl@ef.com. Een medewerker of oud-student kan ook op school langskomen voor een inspirerende gastles.

EDG_SEP_042-043_EF_v00.indd 43

24-08-16

14:24


Nieuwe directie SLO wil samenwerking met werkveld intensiveren

‘De tijd is rijp om meer

op te halen uit de praktijk’ SLO, bekend van onder andere landelijke leerplankaders, kerndoelen, eindtermen en handreikingen schoolexamens kreeg begin dit jaar twee nieuwe directeuren: Jindra Divis en Sanne Tromp. Divis en Tromp willen dat hun nationale expertisecentrum leerplanontwikkeling intensiever gaat samenwerken met scholen en leraren. ‘Het is uniek wat er op dit moment in het Nederlandse onderwijs gaande is.’ tekst brigitte bloem fotografie marius roos

Jindra Divis is sinds februari algemeen directeur van SLO. Hij is afkomstig uit de wereld van diploma­ waardering en internationalisering, en vervulde ver­ schillende bestuursfuncties in het onderwijs. ‘SLO brengt mij een heel nieuwe uitdaging, een andere kijk op het onderwijs. Curriculumontwikkeling gaat immers - meer dan waar ik me tot voor kort mee bezighield over het hart van het onderwijs’, aldus Divis. Hij wil SLO middenin de stroom van discussies brengen, die op dit moment in onderwijsland gaande zijn. ‘We gaan onze SLO-expertise nog meer dan tot nu toe ­gebeurde naar de praktijk, scholen, leraren, maar ook naar de sectorraden, bonden et cetera brengen. SLO wordt er wel eens van beschuldigd dat we doen alsof het leerplan van ons is. Dat is natuurlijk geenszins het geval. SLO werkt in de driehoek beleid-praktijk-­ wetenschap. De tijd is er rijp voor om, met behoud van de inbreng van onze expertise, meer op te halen bij het werkveld. Op die manier komen we samen met de scholen tot breed gedragen en toekomstgerichte ­curricula en leerlijnen.’ Divis is de mening toegedaan dat het onderwijs van de scholen zelf is. Van leraren en schoolleiders. ‘Onderwijsondersteunende organi­ saties als SLO zijn dienend. Ze zijn er om de scholen te helpen. Daarom willen we het werk van SLO veel meer verbinden aan de praktijk in de scholen zelf.’

Proeftuinen Sanne Tromp is per 1 maart benoemd tot directeur innovatie. Ook hij komt van buiten de organisatie. Tromp heeft zijn sporen verdiend bij de Universiteit Utrecht. Hij was medeverantwoordelijk voor de op­ richting van het Junior College, de succesvolle proef­ tuin voor talentontwikkeling op het gebied van bèta44

EDG_SEP_044-045_DirectieSLO_v03.indd 44

23-08-16

21:40


en techniekinstroom. ‘Toen de nieuwe functie van directeur innovatie bij SLO op mijn pad kwam, dacht ik: dat biedt mij een heel ander platform voor in feite dezelfde vraagstukken waar ik me bij het Junior College mee bezighoud, maar dan vanuit landelijk perspectief’, aldus Tromp. ‘De lessen die ik geleerd heb over het belang van het betrekken van leraren en leerlingen, het belang van inspiratie, het opzetten van proeftuinen en het zijn van een lerende organisatie pas ik graag toe in het kader van curriculumontwikkeling voor po en vo.’

Curricula in beweging Onder meer door Onderwijs2032 zijn onderwijs en curricula in beweging. ‘Het is uniek wat er op dit ­moment in het Nederlandse onderwijs gaande is’, zegt Divis. ‘Zo gedegen als nu wordt gekeken naar de ­onderwijsbehoeften van leerlingen tussen 4 en 18 jaar in combinatie met de behoeften van de huidige en toekomstige samenleving, heeft nog niet eerder plaatsgevonden.’ ‘Wat we vooral willen intensiveren en uit-

bouwen’, vervolgt Tromp, ‘is de samenwerking met scholen bij de ontwikkeling van curricula. Dat zijn we bijvoorbeeld aan het doen bij de leerlijn digitale geletterd­heid voor po en vo. We hebben een soort ruggen­graat voor leraren ontwikkeld, waarmee ze per leerjaar houvast hebben om zelf leeractiviteiten te vervaardigen. Vervolgens worden die activiteiten ­b ecommentarieerd door collega-leraren en door ­curriculum­experts van SLO. Al doende komen we zo tot een leerlijn die al intensief is uitgeprobeerd. Door deze werkwijze dragen we als SLO bij met onze ­expertise, maar leren we ook. Het geleerde kunnen­ we weer gebruiken bij de ontwikkeling van andere leerlijnen.’

Interdisciplinair Dat vakken zouden worden afgeschaft, is volgens ­Divis een van de grootste mythes over Onderwijs2032. Divis ziet wel kansen voor meer interdisciplinaire ­samenwerking en afstemming. ‘Het is nog veel te vaak zo dat leerlingen bij verschillende vakken werken aan min of meer dezelfde basisvaardigheden. Dat kan veel meer in samenhang worden georganiseerd. SLO wil leraren en schoolleiders helpen bij het vormgeven van die samenhang.’ ‘Wat SLO nu al aan het doen is’, legt Tromp uit, ‘is in de vak- en leergebieden van zowel po als vo inventariseren hoe die samenhang op scholen wordt vormgegeven. Niet alleen op de vernieuwingsscholen, waar bijvoorbeeld wordt lesgegeven in domeinen, maar juist ook op meer traditionele scholen die les­ geven in vakken en twee keer per jaar een project­ week organiseren. Door verschillende manieren in kaart te brengen, willen we scholen overzicht bieden van de mogelijkheden om samenhang en afstemming vorm te geven. Met onze curriculaire expertise kunnen we de variëteit aan mogelijkheden ook waarderen, waardoor leraren hun individuele werkwijze goed kunnen vertalen in leerdoelen.’

Professionalisering Divis ziet SLO als coördinator van de curricula, maar dat gaat in zijn beleving verder dan waar SLO tot op heden voor stond. ‘Als tweedelijnsorganisatie bemoeien we ons bijvoorbeeld niet nadrukkelijk met de professionalisering van leraren’, verduidelijkt hij. ‘De pedagogische centra hebben het op dit moment erg zwaar. Nascholingsinstituten zijn er wel, maar bieden geen compleet aanbod. Het is niet de bedoeling dat SLO een eerstelijnsorganisatie wordt, maar we kunnen wel onze expertise inbrengen bij lerarenopleidingen. Niet elke leraar hoeft een curriculumexpert te zijn. Het is echter wel van belang dat binnen elke sectie een of enkele leraren kaas hebben gegeten van curriculumontwikkeling. Dat geldt ook voor de zittende leraren. Daarom wil SLO in gesprek met aanbieders van ­nascholing om te onderzoeken hoe de curriculum­ expertise ook daar overgedragen kan worden.’ Sanne Tromp (links) en Jindra Divis

EDG_SEP_044-045_DirectieSLO_v03.indd 45

PrimaOnderwijs 45

23-08-16

21:40


Advertorial

Van Ee richt plein School met de Bijbel Gameren opnieuw in

Historisch schoolplein krijgt passend, modern jasje School met de Bijbel te Gameren is een bijna 110 jaar oude basisschool, gevestigd in een nostalgisch gebouw omsloten door een mooie speelplaats. Van Ee Speeltoestellen mocht het complete schoolplein voorzien van nieuwe speeltoestellen. Rekening houdend met de historie en omgeving van het plein. De basisschool ligt op een unieke plek in het dorpje. Omsloten door groen en historische gebouwen, spelen en leren al vele generaties kinderen in en rond de school. Omdat het schoolplein verouderd was, werd in 2015 besloten tot een grondige renovatie, vertelt ­locatiedirecteur dhr. Roest. “Op dit moment zitten er ongeveer 330 leerlingen bij ons op school, verdeeld over 11 basisschoolgroepen en drie voorschoolgroepen: peuters van 2,5 tot 4 jaar oud. Zij maken dagelijks gebruik van het plein rondom de school, met de nodige slijtage tot gevolg. We wilden daarom een complete aanpak van het plein, zodat we als school weer jaren vooruit kunnen.”

EDG_SEP_046-047_VanEE_v02.indd 46

Pleinontwerpen Om de inrichting van het schoolplein mogelijk te maken zette de school een spaarplan op en werd er een pleincommissie opgesteld uit het medewerkersteam. “Deze commissie heeft onze visie bepaald op bewegen en spelen, en deze uitgewerkt in een rapport. Hoofdlijnen die we in het pleinontwerp wilden terugzien waren de natuurlijke omgeving waarin de school staat en de ­mogelijkheid voor de kinderen om spelenderwijs te leren.” Ook de kinderen zelf werden betrokken bij het voortraject. Roest: “In de handenarbeidlessen van de bovenbouw mochten zij een eigen ontwerp voor het schoolplein

23-08-16

21:41


“Er is vanuit Van Ee goed meegedacht over keuzes en hoe we ons initiële ontwerp concreet vorm konden geven.”

maken.” Behalve dat de kinderen dat leuk vonden om te doen, kon de pleincommissie enkele terugkerende elementen destilleren uit de werkstukken. “We zagen opvallend veel ontwerpen met evenwichtstoestellen, touwen en andere klim- en klauterconstructies. In het uiteindelijk ontwerp zijn deze punten dan ook meegenomen. De eveneens onder de kinderen populaire trampoline was een ander verhaal, dat zou te gevaarlijke situaties opleveren op een schoolplein.”

Benieuwd naar wat Van Ee Speeltoestellen voor jullie schoolplein kan betekenen? Kijk op vaneespeeltoeste llen.nl of bel 0342-751 950

Passend in de omgeving Met de verzamelde ideeën ging Roest op zoek naar een partij voor de uitvoering. “Van Ee Speeltoestellen is een gevestigde naam op dit gebied, vandaar dat we hen benaderd hebben. Toen ook de prijs-kwaliteitverhouding goed bleek hebben we hen de opdracht gegund.” Van Ee maakte vervolgens een ontwerp dat na enkele aanpassingen definitief gemaakt werd. “In eerste instantie stelde Van Ee bijvoorbeeld een vuurtoren-klimtoestel voor de bovenbouw voor, dat in mijn ogen beter past in een dorp aan zee. Vandaar dat ze deze speciaal voor ons hebben aangepast naar een klimtoren die goed past in de historische omgeving van onze school.” Van Ee Speeltoestellen verzorgde in drie weken tijd de complete herinrichting van het schoolplein. “De vooraf overeengekomen planning werd exact behaald”, aldus Roest. Op het bovenbouwspeelplein aan de voorzijde van de school staan nu de klimtoren met touwconstructie en een evenwichtstoestel. Aan de zijde van de onderbouw en voorschool staan onder meer een speeltoestel bedoeld voor het spelenderwijs ontwikkelen van de hand-oogcoördinatie en een schommeltoestel. Daarnaast heeft Van Ee de bestaande elementen, zoals de basketbalpaal en het plein zelf een opknapbeurt gegeven.

EDG_SEP_046-047_VanEE_v02.indd 47

Avonturenpaden Roest: “Het natuurlijk spelen zien we terug in de materialen hout en touw. Ook is de omliggende begroeiing in feite bij het speelplein getrokken door er paden doorheen te maken, die we avonturenpaden genoemd hebben. Zo worden de kinderen gestimuleerd om te ontdekken en halen we de natuur ‘naar binnen’.” Nu het plein is opgeleverd en het nieuwe schooljaar voor de deur staat, kijkt Roest met een goed gevoel terug op de pleinrenovatie. “Er is vanuit Van Ee goed meegedacht over keuzes en hoe we ons initiële ontwerp concreet vorm konden geven. Ook in de uitvoeringsfase zelf heeft Van Ee er alles aan gedaan om ons zoveel mogelijk te ontzorgen. Ik kan niet anders zeggen dan dat we zeer tevreden zijn.”

23-08-16

21:42


EDG_SEP_048-049_Energizers-CPS boeken.indd 48

23-08-16

21:42

CPS bo


De excellente leraar Lesson Study als effectieve vorm van teamleren

Coachen op de vijf rollen van de leraar Dit praktijkboek geeft coaches die docenten begeleiden in de eerste periode van hun loopbaan houvast. Startende docenten hebben vaak moeite een rode draad in het lesgeven te volgen. Per leraarrol wordt beschreven wat wel en wat niet effectief gedrag is. Bij dit boek is een handige LesobservatieApp verkrijgbaar (www.cps.nl/lesobservatie-app).

Lesson Study is een specifieke vorm van teamleren die ook in Nederland terrein wint. Met deze methodiek leren collega’s gezamenlijk door systematisch te werken aan het verbeteren, vernieuwen en/of verder ontwikkelen van het onderwijs. Het boek bevat handvatten en instrumenten om Lesson Study in de school te introduceren.

Prijs: € 29,90 Bestelnummer: 32401 | Sector: PO/VO/MBO

De vijf rollen van de leraar

Prijs: € 29,90 (boek) Bestelnummer: 32139 | Sector: PO/VO

Vitaal voor de klas

Een effectieve leraar vervult vijf rollen in de les: gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Leraren die deze rollen en het bijbehorende gedrag beheersen, hebben een positieve invloed op het gedrag van leerlingen. Dit boek is relevant voor iedereen die voor de klas staat.

Prijs: € 30,90 Bestelnummer: 32300 | Sector: PO/VO/MBO

Differentiëren is te leren Omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs

Hoe kunnen leraren goed functioneren en ook hun eigen energiehuishouding goed managen? Dit boek is geschreven voor leraren in alle schoolsectoren en is ook relevant voor schoolleiders en HRM-functionarissen. Het is een mix van theorie, onderzoeksgevens, reflectievragen en oefeningen waarmee een leraar zijn vitaliteit kan behouden of versterken.

Prijs: € 28,90 Bestelnummer: 32314 | Sector: PO/VO/MBO

The Leader in Me

Hoe 7 gewoonten zorgen voor (persoonlijke) leiderschap bij leerlingen

Leerlingen verschillen in het voortgezet onderwijs in één klas wel degelijk van elkaar, bijvoorbeeld in prestatie, motivatie of leervoorkeur. Dit handboek voor docenten in het voortgezet onderwijs staat vol bouwstenen om differentiëren in de lessen vorm te geven.

Prijs: € 29,90 Bestelnummer: 32376 | Sector: VO Er is ook een Differentiëren is te leren, omgaan met verschillen in het basisonderwijs (Bestelnummer: 32375, Prijs: € 29,90).

De maatschappij vraagt van leerlingen dat ze verantwoordelijkheid nemen, probleemoplossend denken en goed kunnen samenwerken. Dit boek beschrijft een procesaanpak die schoolleiding, leerlingen en ouders betrekt bij het ontwikkelen van de 21ste eeuwse vaardigheden.

Prijs: € 24,99 Bestelnummer: 32402 | Sector: PO/VO/MBO

Ga voor meer informatie en bestellen naar www.cps.nl/uitgeverij

CPS boekenpagina PrimaOnderwijs september.indd 1 EDG_SEP_048-049_Energizers-CPS boeken.indd 49

22-08-16 15:53 23-08-16 21:43


Lesson Study als

effectieve vorm van teamleren

Leraren werken in Nederland nog te veel alleen en zouden meer moeten samenwerken: dat staat in het onlangs verschenen OECD-rapport en in De staat van de leraar. Teamleren is een vorm van samenwerken. Henk Logtenberg en Linda Odenthal, beiden consultant bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies, zijn voorstanders van Lesson Study als manier om teamleren effectief vorm te geven. tekst marieke moraal

De snelheid en complexiteit van de vraagstukken waarmee het onderwijs wordt geconfronteerd, kunnen niet door individuele leraren worden opgelost. Ze vragen om samenwerkend leren. Teamleren staat daarom in vrijwel ieder strategisch schoolplan. ­Lesson Study is een manier van teamleren waarin collega’s gezamenlijk leren door systematisch te ­werken aan het verbeteren, vernieuwen en/of verder ontwikkelen van het onderwijs. Linda Odenthal: ‘Teamleren wordt steeds belangrijker. Uit onderzoek blijkt steeds weer de noodzaak van samen leren en in de meeste scholen is het beleid erop gericht dit tot stand te brengen. Individueel leren blijkt namelijk geen zoden aan de dijk te zetten. We hebben in het onderwijs veel verschillende vormen van teamleren voorbij zien komen en weer zien verdwijnen. Uit onderzoek weten we dat een van de kenmerken voor effectief

Uit een meta-analyse in de Verenigde Staten van 643 professionaliseringsmethodieken komt Lesson Study als een van de twee meest effectieve methodes voor teamleren uit de bus. Henk Logtenberg: ‘Praktisch gezien is ­Lesson Study samen een les voorbereiden, deze uitvoeren en daarna samen nabespreken. Dit verloopt volgens een vast protocol. Je kijkt naar waar het knelt bij de leerlingen. Wat is een onderzoeksthema? Wat past bij dit thema? Hoe kan ik dit zo betekenisvol ­mogelijk bij de leerlingen brengen? Wat voor technieken heb ik? Wat interesseert de leerlingen op dit moment? Je ­probeert te anticiperen op de inhoudelijke leerlingen­ reacties die je verwacht. Daardoor ga je nadenken

Henk Logtenberg kwam tijdens een studiereis in de Verenigde ­Staten

Linda Odenthal is gepromoveerd in Onderwijskunde aan de Universiteit

in 2005 in aanraking met Lesson Study. Hij heeft de opleiding tot

Twente op het thema Actieleren. Ze is kennisdomeinleider Lesgeven

L ­ esson Study-trainer bij professor Makoto gevolgd. Sinds 2011 is

en geeft trainingen onderwijskundig leiderschap. Odenthal is sinds

­L ogtenberg rekenconsultant bij CPS.

november 2002 bij CPS werkzaam.

l­ eren in het onderwijs ook een directe aansluiting bij de praktijk is. En dat is precies wat Lesson Study doet.’

Effectieve methode

50

EDG_SEP_050-051_CPSLesson_v03.indd 50

24-08-16

14:25


over hoe je je didactiek, de lesinhoud, kunt afstemmen. Daarna wordt de les gegeven en geobserveerd. Dat kan live of met een camera. Je gebruikt de output van de leerlingen als data. Klopt onze aanname en verwachting? Wat zien we bij de leerlingen? Wat hadden we beter kunnen doen? Je observaties gebruik je als startpunt bij de nabespreking. Hoe moeten we wat ­betreft onderzoeksthema en onderwerp onze lessen aanpassen? Dan krijg je een cyclisch proces, waardoor je elke stap steeds meeneemt naar het volgende niveau.’ Odenthal vult aan: ‘Het team ontwerpt samen de aller-, aller-, allerbeste les. Die gaat iemand uitvoeren. Het is dan nog steeds de les van het team. Natuurlijk geeft de leerkracht er een eigen kleur aan. Maar door de gezamenlijke voorbereiding heb je een aantal voetangels en -klemmen getackled. Je kijkt naar hoe leerlingen reageren, dus de aandacht gaat van de leraar af.’

Heterogeen Het team is bij voorkeur heterogeen, zodat de expertise van verschillende leraren wordt ingebracht. De vier ­basiselementen die in elk geval aanwezig moeten zijn, zijn een directielid, een IB-er, een reken- of taalcoördinator en een leerkracht. Logtenberg: ‘We willen van de ­koninkrijkjes af. Johan Cruijff zei al dat je met de beste voetballers ter wereld nog geen goed voetbalteam hebt. Zo is het met scholen ook. Je moet zorgen dat je een gezamenlijke spirit ontwikkelt. Wat je leert in een Lesson Study voor het ene vak, is ook te gebruiken in andere vakken. Het helpt bij keuzes uit de overdaad aan leerstof die wordt aangeboden. Leerkrachten moeten bewuster omgaan met de leermethodes: wat wil ik de kinderen leren, wat past hier? Kan ik dat uit de leermethode halen en wat mis ik? Dat moet ik dan zelf ontwikkelen. Hoe effectief teamleren is, kun je vaststellen door te kijken naar de leerlingenopbrengsten, de competenties van de leerkrachten, de flow en de

betrokkenheid die in de school tot stand komt. Leerkrachten gaan meer over de inhoud van lessen praten. Ook andere onderwerpen, zoals pedagogiek, klassenklimaat en klassenorganisatie komen dan ter sprake.’

Feedback In de praktijk blijken niet alle scholen geschikt te zijn voor Lesson Study. Odenthal: ‘Als een school Lesson Study wil inzetten maar niet kan uitleggen wáárom ze dat wil, moeten er alarmbellen gaan rinkelen. Dan moet je doorvragen: waar sta je als school? Soms moeten eerst andere stappen worden genomen om tot team­ leren te komen.’ Logtenberg: ‘Ik heb meegemaakt dat leerkrachten elkaar feedback gaven en ik naar huis ging met het gevoel: dit was geweldig. Later kwam ik terug en de leerkrachten zeiden elkaar bijna geen goedendag meer. Ze moeten dus al een zekere basisvaardigheid hebben in het goed geven van feedback, maar ook in het goed ontvangen daarvan. Soms doen we eerst een sessie alleen over feedback.’ Odenthal: ‘Daarom zit er altijd een procesbegeleider in het team, iemand die het hele proces in de gaten houdt en kan ingrijpen als dat nodig is. Er zijn scholen waar de cultuur en de sfeer niet zo zijn dat ze gemakkelijk tot samen leren komen. Dan moet er eerst iets opgeruimd worden.’

Gebruiksvriendelijk In het boek Lesson study als effectieve vorm van teamleren staat een aantal praktische stappen hoe een school op een gebruiksvriendelijke manier ­Lesson Study kan implementeren in hun schoolverbetering. Logtenberg: ‘Het zijn eenvoudige stappen, met voldoende ruimte voor de mensen, maar waarin ook ­afgebakend is wie wat doet. Je geeft aan welke mensen kartrekkers zijn, wat hun taken en rollen zijn en hoe Lesson Study uitgewerkt gaat worden. Al die formats en stappen zijn geconcretiseerd.‘

Lesson Study als effectieve vorm van teamleren is verkrijgbaar via www.cps.nl/uitgeverij PrimaOnderwijs 51

EDG_SEP_050-051_CPSLesson_v03.indd 51

24-08-16

14:25


Samen werken aan een Gezonde School:

‘Leer kinderen met plezier bewegen’ Kinderen die met plezier sporten en bewegen, ontwikkelen een actieve, gezonde levensstijl. Scholen kunnen daar veel aan bijdragen. Als ze gevarieerd en uitdagend bewegingsonderwijs aanbieden, krijgen leerlingen de smaak te pakken. Een goed hulpmiddel daarbij vormt het themacertificaat ‘Bewegen en sport’ van Gezonde School. ‘Dan weet je meteen of je op de goede weg zit.’ door mirjam janssen

Basisscholen, middelbare scholen en mbo-scholen kunnen het vignet Gezonde School aanvragen, dat uit verschillende themacertificaten bestaat. De aanvragen voor het themacertificaat Bewegen en sport worden be oordeeld door de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO), in nauwe samenspraak met Kenniscentrum Sport en NOC*NSF. ‘Het is een van de meest aangevraagde themacertificaten’, vertelt Ton Winkels, projectleider schoolsport bij de KVLO. ‘Een themacertificaat is een goed hulpmiddel. Om het aan te vragen moet je als school een vragenlijst invullen. Zo kun je meteen nagaan waar je staat: je kunt in kaart brengen wat je al doet en wat je als school nog kunt verbeteren. Je weet dus meteen of je op de goede weg zit.’

Lol Aandacht voor meer bewegen is hard nodig, want Nederlanders brengen een steeds groter deel van hun leven zittend door, wat het risico op onder meer overgewicht en diabetes verhoogt. Volgens de Leefstijlmonitor 2015 zitten jonge kinderen van 4 tot 12 jaar 7,3 uur per dag. Vooral de tieners van 12 tot 20 jaar scoren veel slechter: zij zitten 10,4 uur per dag. ‘Misschien dat ze door Pokémon Go weer wat vaker achter de computer vandaan komen’, zegt Winkels.

Wanneer komt een school in aanmerking voor het themacertificaat ‘Bewegen en sport’?

• Als de kinderen voldoende beweegtijd krijgen.

• • • •

Voor po-scholen betekent dat voor groep 1 en 2 dagelijks een beweegmoment. Voor groep 3 tot en met 8 minimaal twee keer 45 minuten per week gymles. Voor het vo betekent dat minimaal twee lesuren van 50 minuten per week gym. Als een gymdocent de lessen geeft. Als de school naschools sporten stimuleert door beweeg- en sportactiviteiten aan te bieden. Als de school samenwerkt met sportverenigingen, zodat de leerlingen kunnen ontdekken welke sporten zij leuk vinden. Als sport en bewegen onderdeel zijn van het schoolbeleid en vermeld staan in de schoolgids.

EDG_SEP_052-053_GGD_v07.indd 52

‘Maar het is belangrijk hen een actieve, gezonde levensstijl bij te brengen. Kinderen die plezier krijgen in bewegen, gaan daar later mee door. Het wordt een vanzelfsprekend onderdeel van hun leven. Door te sporten gaan ze bovendien beter presteren in de klas. Ook leren ze door bewegen en sporten samenwerken, omgaan met tegenslagen en wordt hun weerbaarheid hoger. Maar het belangrijkste is toch dat ze lol krijgen in het bewegen.’

Ouders Winkels bezoekt ook zelf scholen die het themacertificaat aanvragen. Dan wordt hij getroffen door de mooie voorbeelden die hij ziet. ‘Ik was laatst op een school in de Schilderswijk in Den Haag en daar krijgen de kinderen maar liefst drie keer 45 minuten gymles. Samen met drie andere basisscholen hebben ze een uitgebreid naschools sportprogramma opgezet, waaraan 80 procent van de leerlingen deelneemt. En ’s avonds maken de ouders van de goede voorzieningen gebruik door er zelf te sporten!’ Ouders hechten hoe dan ook veel belang aan goed bewegingsonderwijs. 60 procent van hen vindt dat hun kind te weinig beweging krijgt op school, zo blijkt uit een onderzoek van Ouders van Nu. Ook wil 89 procent dat op iedere school verplicht een gymleraar wordt aangesteld en vindt driekwart het een goed idee om het schoolzwemmen weer in te voeren. Een actief sportbeleid maakt een school dus niet alleen gezonder, het is ook nog eens een prachtig visitekaartje.

25-08-16

09:19


Snelle test!

Wil je weten hoe at? jouw school er voor sta op Doe dan de test wschool.nl ww w.hoegezondisjou

Voeding Stimuleren van gezond eten en drinken.

Milieu en natuur Realiseren van een frisse, groene en bewuste leeromgeving.

Welbevinden en sociale veiligheid Bevorderen van de sociaalemotionele ontwikkeling binnen een positief pedagogisch klimaat.

Verkiezing sportiefste school De KVLO en NOC*NSF organiseren ieder jaar een verkiezing voor de sportiefste school van Nederland. Het ene jaar is het po aan de beurt, het andere jaar het vo. In 2017 krijgen basisscholen weer een kans zich op te geven. ‘Alle scholen kunnen meedoen’, zegt Ton Winkels. ‘Het is een pittige competitie waarin we nauwkeurig kijken wat een school aan sport en beweging doet, en hoe ze verbinding leggen tussen sport en gezondheid. De 5 tot 8 genomineerden moeten zich voor een jury verdedigen. Er is maar één winnaar, maar eigenlijk zijn alle genomineerden goed. We willen deze scholen vooral als voorbeeld laten zien, zodat ze anderen kunnen inspireren.’ De winnaar van dit jaar was het Blariacumcollege uit Blerick, waar 400 leerlingen voor de sportklas hebben gekozen en 600 leerlingen deelnemen aan naschoolse sportactiviteiten. Ze kunnen er kennismaken met sporten als paardrijden, darten, freerunning, urbandance en klimmen. De leerlingen zijn er zo enthousiast dat ze zelf streetdance- en freerunningclubs hebben opgericht die demonstraties geven.

Roken en alcohol Voorkomen van roken en alcoholgebruik.

Bewegen en sport Stimuleren van een actieve leefstijl.

Fysieke veiligheid Ter voorkoming van ongelukken in en om de school.

Relaties en seksualiteit Aandacht voor de ontwikkeling van gezonde relaties en seksualiteit.

Bekijk of jouw school in aanmerking komt voor één of meer themacertificaten op

www.gezondeschool.nl

GGD GHOR Nederland is beheerder van het vignet Gezonde School. Neem voor vragen, advies en ondersteuning contact op via vignetgezondeschool@ggdghor.nl.

EDG_SEP_052-053_GGD_v07.indd 53

25-08-16

09:20


SLO ontwikkelt doelen en inhouden voor het jonge kind

‘Het geeft ons houvast op weg naar de kerndoelen’

SLO heeft doelen en inhouden ontwikkeld voor het jonge kind. Deze geven richting aan het didactisch handelen. ‘Je hebt sneller zicht op de ontwikkeling van kinderen en kunt daar beter bij aansluiten met je activiteiten’, zegt Carla Kinteh, Jonge Kind Expert en leerkracht groep 1/2 van basisschool De Boemerang in Utrecht. door femke van den berg

SLO ontwikkelde doelen voor het jonge kind voor de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen, sociaal-emotioneel, bewegingsonderwijs, kunstzinnige oriëntatie, oriëntatie op jezelf en de wereld en motoriek. Vanuit de inhouden en (operationele) doelen worden ook activiteiten en doorkijkjes naar methoden en materialen beschreven. ‘We werken toe naar een integraal aanbod, een leerplankader, dat kan worden afgestemd op de specifieke mogelijkheden en behoeften van elk kind en zicht geeft op de doorgaande lijnen in de basisschool. Voor kleuters zijn we praktisch klaar, voor peuters aardig op weg’, vertelt Gäby van der Linde, projectleider Jonge Kind bij SLO. ‘Er komen inhoudskaarten waarop voor ieder ontwikkelingsgebied de domeinen en subdomeinen staan. We hopen dat de nieuwe richtinggevende ­uitwerkingen en producten leerkrachten handvatten ­b ieden, maar ze zijn niet verplichtend of wettelijk voorgeschreven. Uiteindelijk bepalen leerkrachten

zelf of en hoe ze deze gebruiken. Als professionals ­geven zij zelf invulling aan hun pedagogisch en didactisch handelen. De leerkracht zal altijd goed naar het kind moeten blijven kijken. Hij/zij stelt zich daarbij vragen als waar bevindt het kind zich in de ontwikkeling en op welke manier kan ik het verder helpen? De doelen/ inhouden helpen hierop een antwoord te geven.’

Belspel In de kleutergroepen van de protestants-christelijke basisschool De Boemerang in de Utrechtse wijk ­Ondiep werken ze sinds schooljaar 2015/2016 met de SLO-doelen voor eind groep 2. Juf Carla Kinteh laat zien hoe ze dat doet. Ze vertelt de kinderen: ‘Gisteren wilde ik naar de stad om nieuwe schoenen te kopen. Ik ging met de bus. Ik stapte in bij de chauffeur en ik kocht een kaartje. Toen ging ik achter in de bus zitten.

EDG_SEP_054-055_SLO_v03.indd 54

23-08-16

21:43


Volgsysteem

Na een paar haltes was ik al in de stad. Super handig!’ Dan vraagt ze: ‘Zijn jullie ook wel eens met de bus geweest?’ Sommige kinderen knikken, anderen schudden hun hoofd. ‘Weet je wat, jullie mogen elkaar over de bus gaan vertellen’, zegt Kinteh. ‘Ik heb hier onze telefoontjes.’ Ze toont geplastificeerde afbeeldingen van rode en groene mobiele telefoons. ‘Jullie krijgen allemaal zo’n telefoon. Als je een groene hebt, mag je vertellen. Als je een rode krijgt, moet je luisteren.’ Kinteh deelt de telefoons uit. De kinderen gaan rondjes lopen. Als Kinteh ‘stop!’ roept, staan ze stil en geven het kind naast wie ze staan een hand. Dan gaat het kind met de groene telefoon vertellen. Nadat de ene helft van de kinderen een paar minuten heeft gepraat en de andere helft heeft geluisterd, wisselen ze van telefoontje en van rol.

Spelenderwijs Kinteh vertelt waarom De Boemerang het belangrijk vindt om doelen (en bijbehorende inhouden) voor ogen te hebben om naartoe te werken. ‘Dat geeft ons houvast op weg naar de kerndoelen, helpt ons de ontwikkeling van kinderen goed te volgen en het helpt een beredeneerd aanbod vast te stellen.’ Voorlopig werkt de school alleen met doelen voor taal, rekenen, sociaalemotioneel en motoriek, later volgen wellicht nog andere ontwikkelingsgebieden. Op De Boemerang integreren ze het ‘werken aan doelen’ zoveel mogelijk in het gewone spel van kleuters. ‘Het telefoonspel is een coöperatieve activiteit, waarbij de voorkennis van de kinderen wordt opgehaald. Ik kies voor zo’n coöperatieve activiteit, omdat alle kinderen dan aan het woord komen’, vertelt Kinteh. ‘Met dit spel hebben we gewerkt aan het domein mondelinge taalvaardigheid en vier subdomeinen: het voeren van gesprekjes, vloeiend en verstaanbaar vertellen, luisteren en werken aan woordenschat. In hun beleving waren de kinderen echter niet bezig met taal, maar met een spelletje. Dat past bij hun ontwikkeling.’

EDG_SEP_054-055_SLO_v03.indd 55

In het gebouw van De Boemerang zit ook een voorschool die werkt met de SLO-doelen. ‘Omdat we streven naar een doorgaande lijn, hanteren we op de school én voorschool het leerlingvolgsysteem Kijk ’, zegt Kinteh. ‘Uit onderzoek weten we dat kinderen zich beter ontwikkelen in een meer gestructureerde omgeving, waarin ze kunnen spelen en leren en waarbij hun ontwikkeling met behulp van een volgsysteem wordt bijgehouden.’ Hermine van Hemert, inspecteur PO bij de Onderwijsinspectie legt uit: ‘Zo’n volgsystematiek zorgt ervoor dat gegevens overdraagbaar zijn naar andere leerkrachten. Bij de allerjongste leerlingen komt daarbij dat een dergelijke systematiek bruikbaar moet zijn om vroegtijdig een achterstand of zorgelijke ontwikkeling te signaleren. De gegevens kun je verzamelen door verschillende bronnen te gebruiken: observaties, gesprekken met leerlingen en ouders en ook wel analyses van gemaakt werk en toetsen. Zo krijg je een duidelijk beeld van wat leerlingen al weten, kunnen of begrijpen.’

Optimaal ontwikkelen ‘Uiteindelijk wil je met het onderwijs bereiken dat leerlingen zich zo goed mogelijk ontwikkelen en optimaal tot leren komen’, stelt Van Hemert. ‘Om te zorgen dat je onderwijs daaraan bijdraagt, is het belangrijk om ontwikkel- en leerdoelen te stellen, ook voor kleuters.’ Van der Linde vult aan: ‘Bij jonge kinderen, kleuters en peuters, pendel je tussen enerzijds de inhoudslijn - de doelen en inhouden - en anderzijds de ontwikkelingslijn. Die ontwikkelingslijn zegt iets over het niveau van het kind. Deels is dit afhankelijk van de leeftijd, maar niet helemaal. De doelen/inhouden zijn bedoeld om geen grote sprongen te maken, in relatie tot de ontwikkelingslijn van een kind. Ze geven houvast voor de dagelijkse invulling van het beredeneerde aanbod.’ Kijk voor meer informatie op www.slo.nl/jongekind

23-08-16

21:44


Te weinig mannen voor de klas? ‘Meesters zijn niet beter, ze zijn anders!’ Rennen in de gangen, propjes gooien en stoeien. Het wordt meestal niet toegejuicht op scholen. Maar vandaag is het even anders. Er staan meesters voor de klas!. ‘Meesters zijn minder serieus en maken meer grapjes’, zeggen de leerlingen van basisschool Helen Parkhurst in Tilburg. Hun school werd één dag overgenomen door mannen van de Pabo. Een ludieke manier om aandacht te vragen voor het groeiend tekort aan mannen in basisonderwijs. door studio stampij

Er staan steeds minder mannen voor de klas. Op ­zeventien procent van de Nederlandse basisscholen kom je er zelfs niet één tegen. Gemiddeld is een op de acht leerkrachten een man. In Limburg vind je de meeste meesters. Twintig procent van de leraren in de regio Parkstad Limburg is een man. In Eemland en Flevoland is maar een op de tien basisschoolleraren van het mannelijke geslacht. Ook op de Pabo’s worden steeds minder jongens opgeleid. Er is veel uitval ­tijdens de opleiding. Na vijf jaar heeft maar 25 procent van de mannelijke studenten een diploma gehaald. Bij de vrouwelijke studenten is dat ruim vijftig procent.

Meesters zijn watjes Knutselen, met de poppen spelen en op een blokfluit blazen. Het vak van leraar heeft niet bij iedereen een stoer imago. Het is een van de redenen waarom ­jongens vaak liever kiezen voor een andere opleiding. Mannelijke studenten die wel voor de Pabo kiezen, staken hun opleiding relatief vaak tijdens of na een kleuterstage. Rens Broeren (27) is tweedejaars ­s tudent op de Pabo van Den Bosch. Afgelopen schooljaar liep hij een half jaar stage in groep 7 en daarna in groep 1-2. ‘Ik zag er best tegenop om ­s tage te lopen bij de kleuters’, vertelt hij. ‘Ik was de eerste weRens Broeren worstelde aanvankelijk ken voor mijn gevoel met zijn stageperiode bij de kleuters. meer aan het onder-

steunen dan aan het lesgeven. En dat laatste vind ik juist zo leuk om te doen. Ik heb heel erg gezocht naar hoe ik me anders op kon stellen. Ik ben eenvoudige lessen gaan geven en ik merkte dat ik daardoor meer als ‘meneer Rens’ werd gezien. Ik kreeg meer waardering van de kinderen. Dat heeft erg geholpen, al zou ik nog steeds liever voor een groep willen staan met wat oudere kinderen.’

Mannenklassen en hij-instromers Steeds meer Pabo’s kijken naar hoe ze hun opleiding aantrekkelijker kunnen maken voor mannen. Ze ­starten bijvoorbeeld een speciale mannenklas waarin meer ruimte is voor praktijkonderwijs en de studenten meteen vier dagen op school aan de slag gaan als ondersteuner. Er gaan stemmen op om de focus ­minder te leggen op reflectie, zelfevaluatie en sociale groepsopdrachten en meer op zelfleiderschap en leermethoden die beter zouden passen bij mannen. Ook de overheid trekt zich het groeiend tekort aan mannen in het onderwijs aan. Er is een ­subsidieregeling van het Arbeidsmarktplatform PO om mannen uit ­a ndere beroepen te motiveren in te stromen in het onderwijs (hij - in s t r o m e r s). Zo hopen diverse organisaties en gemeenten verdere feminisering van het primair ­onderwijs te voorkomen.

Gemengd team Is het eigenlijk erg dat er zoveel vrouwen voor de klas staan? Naar het ­ antwoord op deze vraag is veel ­onderzoek gedaan in binnen- en buitenland. Daaruit blijkt dat het geslacht van een leraar weinig invloed heeft op het gedrag of de prestaties van een leerling. Het werken in een g ­ emengd team is wel een voordeel. Directies en l­erarenteams die uit zowel mannen als

56

EDG_SEP_056-057_mannen_v02.indd 56

23-08-16

21:44


vrouwen b ­estaan leveren betere prestaties. Toch ­vinden veel deskundigen dat het beter zou zijn als er meer mannen voor de klas staan. Vrouwen stimuleren eigenschappen die over het algemeen typisch zijn voor vrouwen en zouden te weinig ruimte laten voor typisch jongensgedrag als ontdekkingsdrift en assertiviteit.

Structuur Ook Johan Kerssens (25) vindt dat leerlingen, jongens én meisjes, recht hebben op mannelijke rolmodellen voor de klas. ‘Mannen zijn geen betere leraren, ze zijn anders. Over het algemeen zijn mannen wat harder. Ze geven structuur en duidelijkheid. Ik merk dat veel kinderen dat prettig vinden. Natuurlijk bieden ­v rouwen ook structuur, maar het gaat om de kleine verschillen tussen mannen en vrouwen. Als ik in de pauze buiten loop en er valt een kind op het plein, gaan mijn collega’s vaak troosten. Ik zeg: ‘Hup opstaan, even wrijven en verder spelen!’ Mannen hebben ­andere humor en belangstelling voor andere dingen. Ik vind het leuk om na het weekend even te babbelen over de voetbaluitslagen, bijvoorbeeld. Ik heb als

i­ nvaller gewerkt op scholen waar kinderen in groep 8 pas voor het eerst met een meester te maken krijgen. Ik vind dat dat anders moet. Jonge kinderen moeten ook de invloed van een man voor de klas erva­ ren.’ Dat veel mensen in het ­onderwijs graag meer mannelijke colle­ ga’s willen, merkte Johan al voor hij was afge­ studeerd van de Pabo. ‘Nog tijdens mijn laatste Johan Kerssens vindt dat kinderen stage kreeg ik een full­ recht hebben op meer meesters. time baan aangeboden. Maar ik wilde graag eerst aan de slag als invaller. In de eerste drie maanden die ik in de invallerspool werkte, kreeg ik meerdere keren werk aangeboden. Een keer zelfs na één dag. Ze staan te springen om meer mannen voor de klas!’ PrimaOnderwijs 57

EDG_SEP_056-057_mannen_v02.indd 57

23-08-16

21:45


Het Elde College gaat voor Goud

‘Juist op school, een plek om te leren, is gezond eten belangrijk’ De frietpan is weg, de automaten worden heringericht en de watertap draait op volle toeren. Kortom: het Elde College in Schijndel gaat voor Goud. Praktijkdocent horeca en catering Marco Bemelmans, die met zijn leerlingen de kantine beheert, vertelt wat de school doet om de Gouden Schoolkantine Schaal van het Voedingscentrum binnen te halen. Het Elde College, een brede school voor praktijkonder­ wijs tot tweetalig vwo, besloot twee jaar geleden het kantineaanbod zelf te gaan verzorgen, in plaats van dat door een cateraar te laten doen. Marco Bemelmans: “Dat betekende kortere lijnen, minder kosten én werk­ ervaringsplekken voor onze leerlingen. We startten met een aantal doelen: een ander assortiment, lagere prijzen en het behalen van een Schoolkantine Schaal van het Voedingscentrum. Die laatste ontvingen we binnen een halfjaar. En nog beter: de kantine liep meteen vanaf het begin als een tierelier.”

Kroket in de ban De eerste verandering in de kantine was meteen een grote: de frietpan ging eruit. “Hup, weg ermee. Er is hier geen kroket of frikandel meer te bekennen.” Sinds begin dit jaar wordt er op het Elde College hard gewerkt om een Gouden Schoolkantine Schaal binnen te halen volgens de nieuwe richtlijnen van het Voedingscentrum. “We zijn de puntjes op de i aan het zetten. Het beleid

staat inmiddels online en ook de automaten worden aangepakt. Daar staan straks – op één ‘gewone drank’ na – alleen nog maar water of light­ of zerodranken in. Tja, daar werd in het begin best wat over geklaagd. Het zijn nou eenmaal pubers en die willen dat alles bij het oude blijft. Soms is het echt een wedstrijd om wie de langste adem heeft. Maar op den duur krijgen ze ook gewoon dorst en vullen ze een beker bij onze watertap.”

Gratis water Het aanbieden van water behoort tot de nieuwe richt­ lijnen. “Behalve de tap maken we ook verse mocktails: koud water met fruit of munt erin. En we zijn een samen­ werking aangegaan met de Waterfabriek van het Willem I College, een compleet door studenten beheerd water­ bottelbedrijf. Hun flesjes staan nu bij ons op de balie.” Overigens hoeft niet alles meteen omgegooid te worden; ook kleine veranderingen kunnen veel effect hebben, zegt Bemelmans. “Zoals de tosti’s. Dat waren eerst witte boterhammen met volvette kaas, nu verkopen

“De kantine liep meteen als een tierelier’’

EDG_SEP_058-059_Voedingscentrum_2.indd 58 16-236_VC_AdvGSK_EldeCollege_384x285_v4.indd 1

23-08-16

21:45


Met een Schoolkantine Schaal op naar het vignet Gezonde School Hebben jullie al een Schoolkantine Schaal? Dan voldoe je ook bijna aan de criteria voor het Vignet Gezonde School met themacertificaat voeding. Kijk voor meer informatie op www.gezondeschool.nl/voortgezet-onderwijs

we 30+ kaas op volkoren of bruin brood. Dat maakt echt verschil. En wat mij betreft gaan we straks ook een wat minder uitgebreid assortiment aanbieden. De automaten bijvoorbeeld, die blijven even vol, maar dan bestaan de eerste drie rijen alleen uit water. Zo maak je het keuze­ proces makkelijker voor de scholieren.”

Creatief concept En nee, echt niet alle aanpassingen blijken een succes. “We hebben een tijd gratis appels uitgedeeld. Dat ging goed, totdat sommige leerlingen ontdekten dat je er ook leuk mee kunt gooien. De appels vlogen door de school heen. Dat hebben we dus stopgezet, maar binnenkort gaan we het opnieuw proberen. Door het anders te presenteren, bijvoorbeeld. Soms werkt iets, soms niet, en dat is ook oké. Dan bedenk je iets nieuws. Voorheen

verkochten we voorverpakte broodjes. Die lagen soms een halve dag en aan het eind moesten we er aardig wat weggooien. Om dat terug te brengen, bedachten we een concept waarbij leerlingen hun eigen broodje kunnen samenstellen. Zoals bij Subway, de sandwichketen. Dat kennen die jongeren, het spreekt ze aan. Je kiest een los broodje, het beleg en de toppings: augurken, olijven, sla, van alles. En dat voor één prijs. Ja, soms verlies je daar wat op, maar de meesten gaan toch voor iets simpels, zoals kipfilet met sla en tomaat. Uiteindelijk gooi je op die manier minder weg, werk je met verse producten en krijgen leerlingen meer groentes binnen.” Ook zijn er plannen om volgend jaar een yoghurtbar te openen, volgens hetzelfde concept.

De Nederlandse Jamie Moeilijk of ingewikkeld is het aanpassen van je school­ kantine niet, vindt Bemelmans. “Je moet gewoon begin­ nen. Mét ondersteuning van een brigadier van het Voedingscentrum. Bij ons was dat Linda Hoebink; zij hielp ons met het opstellen van een beleid, het samenstellen van een menu en de indeling van de automaten om tot Goud te komen. En wisten we het even niet meer, dan was ze altijd bereid onze vragen te beantwoorden. Heel fijn.” Een gezonde schoolkantine is volgens Bemelmans des te belangrijker. “Jongeren brengen de meeste tijd van hun dag door op school. Het is heel logisch dat je dan bezig bent met wat je aanbiedt in de kantine. Jamie Oliver heeft zich daar in Engeland hard voor gemaakt. Ik wil best de Jamie Oliver van Nederland worden.”

Zo krijg je de Schoolkantine Schaal

ge Update: het Elde Colle heeft inmiddels een Gouden Kantine!

EDG_SEP_058-059_Voedingscentrum_2.indd 59

Van primair onderwijs tot universiteitskantine: al zo’n dertien jaar zet het Voedingscentrum zich in voor een gezondere schoolomgeving. Inmiddels is de Gezonde Schoolkantine een groot en zichtbaar programma en hebben veel middelbare en mbo­scholen al de Schoolkantine Schaal ontvangen. Vanaf 2017 gelden nieuwe richtlijnen om zo’n Schaal toegekend te krijgen. Deze zijn: n In elke aangeboden productgroep wordt op z’n minst één betere optie aangeboden. Een voorbeeld: volkorenbrood in plaats van witbrood. n Betere opties krijgen een opvallende plaats. n Water drinken wordt gestimuleerd. n De gezonde kantine is schriftelijk vastgelegd in het beleid van de school. Ook een Schoolkantine Schaal behalen? Het Voedingscentrum kan daarbij helpen. Kijk op www.voedingscentrum.nl/ gezondeschoolkantine voor informatie en tips, zoals een Kantinescan, een voorbeeldvoedingsbeleid of inspiratie voor een gezonder assortiment. Of bel gratis 070­3068875 voor ondersteuning op maat.

23-08-16 01-08-16 21:46 12:53


EDG_SEP_060-061_Squala-Educatheek.indd 60

23-08-16

21:47

Educath


De professional

De leukste tips voor tijdens de Nationale OnderwijsWeek! Van 3 tot en met 8 oktober vindt de Nationale OnderwijsWeek plaats. Het thema dit jaar is de school voor morgen. In het onderwijs is de zoektocht naar nieuwe vormen van onderwijs in volle gang. Hieronder een selectie van artikelen voor de professional in het onderwijs. Bestel ze vandaag nog!

Wij, de leraar

Nieuw!

Leraren en competenties

Broertje van Ik, de leraar (2013), een boek waarmee uitsluiten van kinderen wordt tegengegaan. In Wij, de leraar worden de verantwoordelijke opvoeders samengebracht. vanaf 00

€18,

Praktische uitgave met als uitgangspunt leren door te doen, niet alleen door lezen en nascholing, compleet met theorie en achtergronden van competenties en praktische oefeningen. 00

€49,

Wij, de leraar, Ik, de leraar en Pedagogisch Contact zijn ook in voordelige bundels verkrijgbaar.

Pedagogisch Contact

€62,00 Leraren leren samen

00 Boek met handvatten om €18, sensitiviteit te ontwikkelen voor je eigen praktijk. Vanuit verschillende invalshoeken wordt de betekenis van aanraken in de professionele opvoedingssituaties verduidelijkt.

Boek met als focus leren en leerresultaten, vanuit de overtuiging dat álle kinderen kunnen leren, ongeacht hun capaciteiten. Leraren zoeken samen naar de beste onderwijspraktijken.

De professionele leraar Handboek met concrete handvatten voor hoe leraren zeven lerarencompetenties succesvol kunnen inzetten in hun dagelijkse schoolpraktijk, met citaten, verwijzingen naar websites en literatuur, en praktische bijlagen. 90

€26,

€20,00

€51,90 Het spel van lesgeven Met dit kaartenspel kun je oefenen met lastige, veel voorkomende situaties in de klas en op je gedrag reflecteren. Zo krijg je (meer) grip op de uitdagingen van het lesgeven.

Leraar in ontwikkeling Een praktisch houvast voor persoonlijke professionele ontwikkeling, met een overzichtelijk stappenplan dat helpt bij het richten, plannen en op gang houden van de ontwikkeling.

Kijk voor informatie over deze en meer leuke artikelen op

www.educatheek.nl/nationaleonderwijsweek.nl Educatheek adv POnderwijs sept16.indd 1 EDG_SEP_060-061_Squala-Educatheek.indd 61

De webwinkel voor het onderwijs!

22-08-16 16:54 23-08-16 21:47


Steeds meer plaats voor Wetenschap & Technologie in de klas! ‘Als je van leerlingen vraagt onderzoekend en ontwerpend te leren, moet je dat zelf ook doen’ Wetenschap & Technologie wint steeds meer terrein op scholen. Niet alleen leerlingen omarmen W&T, ook de leerkrachten zitten vol inspiratie om onderzoekend en ontwerpend leren in de klas te brengen. Leerkracht Ina Leijten en schooldirecteur Gert-Jan Egberink vertellen hoe zij dit op hun school vormgeven. tekst tefke van dijk foto’s marius roos

EDG_SEP_062-065_PBT_v04.indd 62

24-08-16

16:46


Heb jij een succesverhaal?

Ook enthousiast aan de slag gegaan met Weten schap & Technologie? Deel jou w succesverhaal of tips met collega’s. Mail de redactie via redactie@primaonder wijs.nl. In elke editie plaatsen we inspirerende praktijkvoorbeelden.

Ina Leijten, leerkracht groep 6/7 en techniekcoördinator op de St. Martinusschool in Schijf

‘Ik denk vaak terug aan de verwondering die ik zelf had bij techniek’ ‘We hebben nu zes jaar een technieklokaal op school. Hier werken we op werkbanken met hout, metaal, elektra, kunststof en chemie. We hebben onder meer zaagmachines, een rolwalsje, een zetbankje en een knipschaar voor metaal, maar ook een kunststofsnijder en piepschuimsnijders. In het lokaal doen de leerlingen proefjes, maar we geven er ook smaaklessen en practicumlessen biologie. Het is heel handig om alles bij de hand te hebben, maar met een methode of technieklokaal alleen ben je er niet. Een grote stap is leerlingen durven loslaten en de juiste vragen stellen. En de allergrootste stap is dat leerlingen zélf onderzoeksvragen gaan formuleren.’

Wijze woorden ‘Hoe we tot dit lokaal zijn gekomen was een bijzonder traject. De directeur van de Klokbeker in Ermelo en OTIB, het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatie Bedrijf, hebben hierin een belangrijke rol gespeeld. Zeven scholen, verspreid door Nederland, werden in een aantal inspirerende bijeenkomsten wegwijs gemaakt in het opzetten van een techniekwerkplaats. In eerste instantie waren

we huiverig, want we hadden niet direct een lokaal beschikbaar. Ik weet nog goed dat de directeur van De Klokbeker toen zei: ‘De trein gaat nu rijden. Stap je in, dan ga je mee. Je kunt altijd uitstappen. Denk in grote stappen, die zullen je verder brengen.’ Die wijze woorden hebben ons gebracht waar we nu zijn.’

Verwondering ‘Met financiële steun van bedrijven uit de regio en praktische hulp van mensen uit het bedrijfsleven hebben we nu een mooi technieklokaal, waar ook andere scholen gebruik van maken. We hebben een oud noodlokaal samen met ouders opgeknapt, geschilderd en ingericht. Vervolgens moesten we het zelf gaan doen als leerkrachten. Dat was niet altijd makkelijk. Het vraagt best veel van een team. Je moet heel enthousiast zijn om het vol te houden. Als techniekcoördinator zorg ik dat het vlammetje blijft branden. Ik denk vaak terug aan de verwondering die ik zelf had bij techniek. School is meer dan rekenen en taal, we moeten die andere kant ook aanboren.’

Knutselles ‘Wetenschap en Technologie is geen veredelde knutselles meer, het is uitdenken, samenwerken, kritisch en creatief zijn. Komend schooljaar gaan we werken met ateliers. Op die manier willen we nog meer structuur aanbrengen. Borgen is belangrijk om W&T echt een plekje te geven in het onderwijs. Een tip: doe het niet alleen, maak anderen ook enthousiast. Ga buiten de deur kijken, bij andere scholen. Er zijn heel veel projecten beschikbaar, je hoeft het niet zelf uit te vinden.’ PrimaOnderwijs 63

EDG_SEP_062-065_PBT_v04.indd 63

23-08-16

21:48


Gert-Jan Egberink, directeur van basisschool de Linde in Oldenzaal

‘Dit is spannender dan werken met een vaststaande methode’ ‘In de zoektocht naar een nieuwe wo-methode zijn we gaan kijken vanuit de vraag of wat we deden nog wel bij deze tijd paste. Bij boeken gaat het om begrijpend lezen en kennisoverdracht, niet om onderzoekend en ontwerpend leren. We vonden een onderzoek van de Universiteit Twente naar talentontwikkeling. Hoe kun je dat stimuleren, wat moet je daarvoor doen als leerkracht en wat betekent het voor jouw houding? Wat zie ik in de klas gebeuren als ik bijvoorbeeld nieuwsgierigheid stimuleer? Vanuit dat onderzoek zijn we gestart met twee schoolbrede thema’s: Raar, maar waar vanuit de Kinderboekenweek en Van afval naar kunst, waarmee we wetenschap, techniek en cultuur hebben geïntegreerd. Leerkrachten van verschillende groepen hebben deze thema’s samen voorbereid en uitgevoerd. We kiezen thema’s en onderwerpen die spelen in de belevingswereld van de leerlingen. Bij Van afval naar kunst zijn we bijvoorbeeld in de buurt afval gaan opruimen en in de klas hebben we het gehad over het belang daarvan. Met een context is de leerstof altijd een logisch gevolg. Onderwerpen komen niet uit de lucht vallen en dat maakt het betekenisvol en relevant.’

Ontwikkeling van loslaten ‘Volgend jaar integreren we vakken als taal en rekenen in onze thema’s, zodat ook die binnen de thema’s betekenis krijgen voor de leerlingen. Dat betekent een transformatie voor de leerkracht en dat is best lastig als je twintig jaar lang op een bepaalde manier hebt lesgegeven. Als je van leerlingen vraagt onderzoekend

en ontwerpend te leren, moet je dat zelf ook doen. Met de nieuwe werkwijze kan de leerkracht meer nadenken over wat je leerlingen wilt leren en daarin keuzes maken. Het gaat om verwondering: zowel de leerling als de leerkracht weet niet wat de uitkomst is. Dat is spannender en enger dan werken met een vaststaande methode. Het is de ontwikkeling van loslaten.’

Telkens nieuwe stappen ‘Mijn advies? Leer door te doen, ga zelf ook op onderzoek uit en betrek de buitenwereld erbij. Er zijn veel organisaties die willen helpen, ga het wiel niet opnieuw uitvinden. Wij hebben scholing gehad van de Universiteit Twente, in samenwerking met Tech Your Future. Het mooie van de samenwerking is dat de universiteit de school volgt en kijkt naar de gevolgen van de interventies voor zowel leerlingen als leerkrachten. Dat zorgt voor onderbouwing. We willen weten hoe leerlingen groeien op zaken als zelfvertrouwen en nieuwsgierigheid. Op basis van die resultaten kunnen we telkens nieuwe stappen nemen.’

64

EDG_SEP_062-065_PBT_v04.indd 64

23-08-16

21:49


Hoe wordt zij een

BETROKKEN WERELDBURGER ?

brengt de wereld in je klas Het lesmateriaal is flexibel inzetbaar: bij begrijpend lezen, wereldoriëntatie of levensbeschouwing én dekt de kerndoelen van burgerschap. PROFITEER VAN DE LEZERSAANBIEDING

SPECIALE

NEEM EEN ABONNEMENT VOOR DIT SCHOOLJAAR!

kijk op www.primaonderwijs.nl/samsam EDG_SEP_062-065_PBT_v04.indd 65

23-08-16

21:49


Maakonderwijs is

booming!

Door het verzilveren van 51 vouchers van het Platform Maker Education konden scholen begin dit jaar het maakonderwijs verkennen. In februari startte de actie, eind maart was de bodem van de pot al bereikt. Maakonderwijs is booming! door malini witlox

Met de vouchers konden de scholen een activiteit regelen in samenwerking met een FabLab, makerspace of maakexpert. Eén van de initiatiefnemers van het Platform Maker Education is Jeroen de Boer van FryskLab/FabLab Benelux. ‘We hebben geld van de overheid gekregen in het kader van het actieplan Kiezen voor Technologie van Platform Bèta Techniek’, legt hij uit. ‘De activiteiten die scholen konden inkopen, varieerden van een presentatie van een lab- of maak-

expert op school tot een workshop voor leerkrachten of leerlingen in een lab. Scholen die een voucher hadden aangevraagd, wisten goed wat ze ermee wilden. Er zaten weinig scholen bij die alleen wilden proeven aan maakonderwijs. Veel scholen wilden er direct iets mee gaan doen in de klas. We krijgen nog dagelijks aanvragen binnen die we graag zouden honoreren, maar helaas, het geld is op. Er was enorm veel belangstelling voor de vouchers. We hadden wel vier

TIP

In mei heeft de een Koninklijke luchtmacht sis ba eg makerspace op vli t de me Woensdrecht geopend, op sJ ’. unieke naam ‘Mak AIR Kijk vooral even op ww w.facebook.com/ MakAIRs Jop

EDG_SEP_066-067_MaaoOnderwijs_v04.indd 66

23-08-16

21:50


keer zoveel scholen kunnen helpen als we het geld hadden. We hopen weer subsidie te krijgen. Het is in ieder geval duidelijk dat er bij scholen behoefte is om met maakonderwijs aan de slag te gaan. De ene school wil het graag inbedden in vakken als biologie, kunsteducatie, wiskunde of techniek. Bij de andere school gaat het om naschoolse activiteiten.’

Inspiratiesessie Eén van de aanvragers was de bovenschoolse beleidsgroep ICT van Stichting Veldvest, waar 16 basisscholen in Veldhoven en de gemeente Eersel onder vallen. Bart Brom, stafmedewerker ICT, spreekt over een duwtje in de rug om op school zelf aan de slag te gaan met maakonderwijs. ‘Zes collega’s, leerkrachten en directieleden van de scholen, zijn naar het FabLab 013 in Tilburg geweest voor een inspiratiesessie. We hebben kennis gemaakt met lasergraveermachines, 3D-printers en bedrukapparatuur voor T-shirts. We zijn ook zelf aan de slag gegaan en hebben 3D-prints ontworpen. Die ervaring is een meerwaarde voor onze leerlingen. Zelfs collega’s zonder ervaring met tekenprogramma’s vonden het geweldig. Het heeft onze visie op maakonderwijs versterkt. We zijn ons nu meer bewust van de kansen voor ons onderwijs. We willen het niet als technische gadget neerzetten, maar als versterkende werkvorm bij een project. Het biedt kansen om aan de 21e eeuwse vaardigheden van de kinderen te kunnen werken.’

Klooikoffers Basisschool Hertogin Johanna in Oss vroeg de voucher aan voor de leraren. Op 24 juni is een groepje leraren naar het SPARK-lab in Rosmalen geweest, waar ze zich bezig hebben gehouden met 3D-ontwerpen, 3Dprinten, 3D-pennen, programmeren (onder andere met Arduino en Scratch) en het werken met een lasercutter. Dat maakonderwijs booming is, merkt ook Astrid Poot, bedenker van Klooikoffers: zes verschillende koffers, waarbij steeds een ander stuk gereedschap de hoofdrol speelt. In de koffer zitten materialen die erbij horen en een boekje met inspirerende voorbeelden voor een eigen maakproject. Families en leerkrachten kunnen meteen aan de slag. Het aanbod bestaat uit mesjes, een striptang, soldeerbout, lijmpistool, plastic schroeven (voor kleuters) en meetinstrumenten. Tot februari stelde Astrid de koffers nog in haar huiskamer samen, daarna ging ze de

samenwerking aan met Conrad, de webwinkel voor techies. In twee maanden tijd werden 150 koffers naar scholen verstuurd.

Breed inzetbaar Veel scholen lossen de behoefte aan maakonderwijs op door cursussen in te vliegen of door de leerlingen een keer naar een FabLab te sturen. Astrid vindt dat maakonderwijs permanent in het curriculum moet komen, waarbij het door eigen leraren wordt verzorgd. ‘We bekijken nu samen met scholen hoe de koffers passen bij hun kerndoelen en leerlijnen en hoe het in de les kan worden gebruikt. Je kunt de koffers breed inzetten, de koffer over meten past bijvoorbeeld heel goed bij aardrijkskunde, biologie en wetenschap. Op een school in Amsterdam worden de koffers ingezet als middel om ondernemerschap te oefenen: groep 7 runt een eigen Klooikoff er- uitleenbedrij f. Van leraren krijgen we ook veel leuke reacties. Maakonderwijs staat eigenlijk heel dicht bij het vak van de leraar, maar dat zijn we uit het oog verloren door vooral te sturen op cognitieve zaken. Door de koffers bijvoorbeeld aan de leerlingen mee naar huis te geven, vergroot je ook ouderparticipatie. De week erna kan de koffer weer naar een andere leerling. Zo komen kinderen gemakkelijk in aanraking met maakonderwijs.’

Teamscholing Saltoschool De Hasselbraam in Eindhoven vroeg een voucher aan om met een aantal leerkrachten een teamscholing te volgen bij de Designathonschool in Amsterdam. Paul Hulshoff, leerkracht groep 6 en ICT-coördinator, vertelt: ‘We richten ons op onderzoekend en ontwerpend leren en daar past maakonderwijs Kijk voor informatie en goed bij. We gaan volgend inspiratie op jaar een apart klaslokaal lek ke rsa menklooien.nl inrichten voor techniek, ICT en makered.nl en handvaardigheid. Een soort van mini-FabLab. Ik heb afgelopen jaar al deelgenomen aan de Onderwijspioniers van de Onderwijscoöperatie en daarna zijn we in de eerste groep gestart met 3D-printen. Nog niet alle teamleden zijn echter bekend met maakonderwijs, daar is het bezoek aan de Designathonschool in Amsterdam voor bedoeld.’

TIP

PrimaOnderwijs 67

EDG_SEP_066-067_MaaoOnderwijs_v04.indd 67

23-08-16

21:50


Oneindig veel mogelijkheden

in het (virtuele) lab Pimp je scienceonderwijs met Go-Lab, een portal met vierhonderd online labs. Knutsel een elektrische schakeling of bestudeer de krachten van een kanonskogel die je net zelf hebt afgevuurd: de mogelijkheden zijn eindeloos. Go-Lab is deels gefinancierd door de EU en gratis voor het basis- en voortgezet onderwijs. door lieke steij vers

‘Zag je dat?! Ik heb zojuist een meteoriet op onze school laten vallen, er is alleen nog een grote krater te zien. Gaaf! Hoe groot zou die krater zijn? En zou er nog iets over zijn van de school? Ik ga het meteen onderzoeken.’ Poets je scienceonderwijs op met Go-Lab, een nieuw internationaal project voor het basis- en voortgezet onderwijs. Het project bestaat uit software waarmee leerlingen online natuurwetenschappelijke experimenten kunnen uitvoeren. Als docent kun je de labs ook gebruiken om lessen te verrijken en demonstraties te geven. Teken bijvoorbeeld een reeks tandwielen en kettingen en laat leerlingen zien hoe ze ten opzichte van elkaar draaien. Of leer je leerlingen over de Wet van Archimedes in een aquariumlab. En wat te denken van een biologie-experiment over het leven op een eiland, waarbij leerlingen zelf de omstandigheden bepalen? Op de portal van Go-Lab staan nu zo’n vierhonderd labs van over de hele wereld, met onder andere veel labs uit de bekende PhET-collectie. De labs zijn meestal virtueel, maar soms ook ‘echt’, maar dan op afstand. De labs maken gebruik van data van gerenommeerde onderzoeksinstellingen, zoals de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en het onderzoeksinstituut CERN. Go-Lab is sterk groeiend: er zijn nu bijna tienduizend sessies per maand en meer dan tachtigduizend unieke gebruikers.

Go-Lab Portal De Go-Lab Portal Golabz is het startpunt van alle activiteiten met Go-Lab. Hier kun je de labs bekijken en zoeken op vakgebied, moeilijkheidsgraad of leeftijd. Ook kun je er de tools (apps) voor onderzoekend leren vinden die je in een leeromgeving kunt opnemen. Op dit moment vind je op Golabz al ongeveer 350 leeromgevingen die door docenten zijn gemaakt. www.golabz.eu

Tips voor een Quick Start! Deze tips zijn handig voor een eerste snelle oriëntatie op Go-Lab. Ieder lab biedt een preview, waarin je in een vogelvlucht ziet wat er te doen valt. Ook van elke leeromgeving die door een docent is gemaakt, kun je een demo bekijken. Sorteer de labs op de zoekterm ‘most popular’. Je krijgt dan een lijstje met veelgebruikte labs. Handig, omdat je zeker weet dat deze labs in de klas werken als een trein! Ook zijn er bij deze labs al vaak leeromgevingen door docenten ontwikkeld. Op de Go-Lab Portal staan onder ‘About’ een serie tutorialfilmpjes waarop je snel ziet wat de mogelijkheden zijn.

• • •

Onderzoekend leren Ton de Jong is hoogleraar Instructietechnologie aan de Universiteit Twente en projectleider van het Go-Lab Project, officieel Global Online Science Labs for Inquiry Learning at School. ‘Onderzoekend leren met virtuele laboratoria is bewezen effectief’, zegt hij. ‘Maar je moet de leerlingen wel goed ondersteunen. Daarom kun je in Go-Lab de virtuele labs combineren met filmpjes, uitleg en verschillende tools en zo je eigen leeromgeving maken.’ Leerkrachten kunnen leeromgevingen die ze zelf hebben gemaakt, toevoegen op de Go-Lab website. Anderen kunnen de les weer kopiëren of aanpassen aan de eigen behoeften. De Jong: ‘Als docent hoef je niet zelf het wiel uit te vinden. Sommige labs zijn al door veel docenten gebruikt en aangepast aan verschillende lesdoelen. Er is ook een tutoringen gebruikersforum op Go-Lab om ervaringen uit te wisselen.’

68

EDG_SEP_068-069_GoLabs_v03.indd 68

23-08-16

21:51


Lab top tien

Flexibel Casper de Jong is docent economie en ICT-coördinator aan de Canisius scholengemeenschap in Tubbergen en werkt met Go-Lab. Hij is enthousiast. ‘De leerlingen moeten zelf bedenken wat er nu precies tijdens een experiment gebeurt en wat er zou kunnen gebeuren. Ik vind dat leerlingen meer en beter leren. Sommige proeven kunnen ze ook thuis achter de computer doen.’ Go-Lab groeit snel en werkt enthousiasmerend voor docenten, zegt Ton de Jong. ‘Vooral de flexibiliteit vinden ze een pluspunt. Je kunt Go-Lab zo groot of klein maken als je wilt. Sommige docenten gebruiken een Go-Lab leeromgeving van start tot eindconclusie, anderen laten alleen het lab zien en vertellen er zelf een verhaal bij. Het kan allemaal.’

De tien populairste labs op een rij. 1. Electrical Circuit Lab Maak een elektrisch circuit in een handomdraai! Leerlingen doen metingen en verwerken de resultaten in grafieken. 2. Splash Laat objecten vallen in buisjes met vloeistof en zie wat er gebeurt. Leerlingen kiezen zelf de eigenschappen van de objecten en de vloeistoffen, zoals de massa, het volume en de dichtheid. 3. GearSketch Teken zelf een reeks tandwielen en kettingen en bestudeer hoe ze ten opzichte van elkaar draaien. 4. Gravity Force Lab Bestudeer het effect van de zwaartekracht. Leerlingen kunnen zelf de eigenschappen van objecten veranderen en zien meteen het effect hiervan. 5. Craters on Earth and Other Planets Wat gebeurt er als een asteroïde op de aarde knalt? Of op de maan? In dit lab, dat gebruikt maakt van satellietdata van Europese ruimtevaartorganisaties, kunnen leerlingen de knal visualiseren en de kraters analyseren. 6. Acid-Base Solutions Ontdek het verschil tussen sterke en zwakke zuurtegraden door stukjes papier te dippen in een oplossing. 7. Bond Onderzoek de oplosbaarheid en de uitscheiding van zouten in ‘Bond’, het lab met een database van duizenden zouten en de meest voorkomende ionen. 8. The Color of the Light Laat leerlingen zien hoe licht en kleur werkt en hoe wij kleuren beleven. 9. WebLab-DEUSTO-Aquarium Leer over de Wet van Archimedes met dit aquariumlab. Leerlingen gooien ballen in het water en zien met eigen ogen de gevolgen! 10. Galaxy Crash Doe zelf voorspellingen over de vorming en ontwikkeling van sterrenstelsels in het universum. Dit lab maakt gebruikt van data van de Faulkes Telescoop.

Stay tuned

• Like de Facebookpagina van Go-Lab en blijf up-to-date met tips, nieuws en ervaringen van Go-Lab www.facebook.com/GoLabProject • Meld je aan voor de Go-Lab nieuwsbrief (in het Engels) op go-lab-project.eu/newsletter • Algemeen contactadres: info@golabz.eu. PrimaOnderwijs 69

EDG_SEP_068-069_GoLabs_v03.indd 69

23-08-16

21:51


Nieuw:

Ambrasoft Typen School De unieke typecursus voor groep 6 t/m 8 Typen School is de nieuwe online typecursus voor scholen. Met het Ambrasoft typediploma zijn uw leerlingen in staat te typen met minimaal 100 aanslagen per minuut met een nauwkeurigheid van 99%. De unieke opzet met vlogs (video blogs) over het leven van middelbare scholier en acteur Julian Ras, zorgt ervoor dat uw leerlingen gemotiveerd blijven de cursus succesvol af te ronden. Typen School is flexibel in te zetten door leerkrachten. De leerlingen volgen de cursus zelfstandig en hebben geen begeleiding nodig.

Vraag een offerte aan via www.ambrasoft.nl/typenschool 20% klantenkorting op een licentie Typen School als u ook Ambrasoft Rekenen & Taal School gebruikt.

• • • • •

EDG_SEP_070-071_FlameChallenge_v04.indd 70

Gratis thuisgebruik Unieke beleving door vlogs Voorbereiding op middelbare school Inclusief typediploma ECDL gecertificeerd

25-08-16

11:03


Wereldwijde wetenschapswedstrijd

met Nederlands tintje In de Amerikaanse Flame Challenge worden ieder jaar wetenschappers uitgedaagd om met de beste uitleg van een verschijnsel te komen. Deze inzendingen worden door 11-jarige leerlingen beoordeeld. Snappen zij wat de wetenschappers bedoelen? Dit jaar jureerde voor het eerst ook een Nederlandse school mee; de Annefrankschool in Leiden. door joke heikens

De Flame Challenge is bedacht door Alan Alda, de acteur die je wellicht kent van de serie MASH. De inmiddels 80-jarige Alda vroeg zich als 11-jarig jongetje af wat een vlam eigenlijk was. Hij zocht antwoord bij diverse vol­wassenen, maar niemand gaf hem een bevredigend antwoord. Dit inspireerde hem in 2012 om de Flame Challenge te starten. Uiteraard was de vraag in het eerste jaar: Wat is een vlam? Kijk vooral het filmpje van de winnaar destijds via centerforcommunicating science.org/what-is-a-flame. Voor 2016 is het thema What is Sound? Wereldwijd hebben wetenschappers hun antwoord op deze vraag ingestuurd in de vorm van tekst, filmpjes, apps of infographics, zolang de uitleg maar helder is. Iedere school die mee beoordeelt, heeft vijf inzendingen ontvangen om in een top vijf te zetten. Bekijk de inzendingen op centerforcommunicating science.org/flame-challenge.

Wetenschappelijk Janwillem van Ipenburg is meester van de Nova 3-klas voor hoogbegaafde kinderen uit groep 7 en 8 en hij was direct enthousiast over deze uit­daging: ‘Het is een leuke manier voor leerlingen om met ­wetenschap ­bezig te zijn en ook goed voor hen om w ­ etenschappelijke teksten te beoordelen. We kregen drie E ­ ngelse teksten, een filmpje en een graphic. Ik besloot om de leerlingen de originele teksten voor te schotelen. De teksten zijn wel door wetenschappers voor 11-jarigen geschreven, maar toch viel het de leerlingen tegen hoe moeilijk het ­Engels was. Met woordenboeken en Google translate ging het een stuk beter. Het is goed voor de leerlingen om op jonge leeftijd met wetenschappelijke teksten in aanraking te komen. Zo kunnen ze zien hoe anders dat is en moeten ze veel dingen opzoeken. Uiteindelijk is het de leerlingen ­prima gelukt om de teksten te begrijpen.’

­ lleen de proefjes beschreven. Volgend jaar wil ik a weer meedoen en wil ik de leerlingen zelf de proefjes uit de tekst ook laten uitvoeren, dat maakt het levendiger en het is meteen een controle op de tekst: werkt het ook echt zoals het wordt beschreven? Nadat alles gelezen en bekeken was, moest een top vijf gemaakt worden. ‘Zo kon ik zien hoe leerlingen in debat gingen over welke inzending volgens hen het beste was. Daarin konden ze hun argumenten goed weergeven, het was een echt debat. Dit zag ik als een extra bonus bij alles wat de leerlingen al hadden ­g eleerd! Ze voerden serieus overleg. Vanuit de ­organisatie werd erg benadrukt dat het de keuze en de mening van de leerlingen moest zijn en dat jij als volwassene alleen ­ rgumenten van de de uitslag mag doorgeven met a leerlingen. Niet alleen (veel) scholen uit Amerika hebben mee­gedaan aan deze challenge, maar ook scholen uit Canada en uit andere delen van de wereld, zoals ­ Duitsland, Syrië, India, Australië, Zuid-Korea, Finland, Spanje en Indonesië hebben meegedaan. De inzendingen van weten­schappers kwamen uit minstens evenveel landen. De uiteindelijke winnaars hebben een geldprijs van $1.000 gekregen. Op centerforcommunicating science.org/timeline-for-the-2016-flame-challenge staat meer informatie over de stappen die gedurende het jaar gezet worden en over de challenges die al ­geweest zijn. Ook kan ­iedere school zich daar aanmelden om mee te doen.

Proefjes ‘De leerlingen vonden het filmpje het leukst, dat spreekt ze natuurlijk het meest aan’, gaat Van Ipenburg verder. ‘De teksten zijn nogal droog, daarin worden

EDG_SEP_070-071_FlameChallenge_v04.indd 71

25-08-16

11:05


‘Je moet vooral veel vragen stellen’ Zo combineer je Wetenschap & Techniek met andere vakken op de basisschool Wetenschap & Techniek onderwijzen op de basisschool ingewikkeld? Helemaal niet, weet techniekcoach Kim Janssen uit eigen ervaring. ‘Het is makkelijker en leuker - dan veel leerkrachten denken.’ Ook de aankomende Kinderboeken­ week biedt volop aanknopingspunten voor interessante experimenten en uitdagende opdrachten. foto’s www.techniekbeeldbank.nu

Kim Janssen-Roelofs is een van de techniekcoaches van TechniekTalent.nu. Eerder doceerde ze techniek op de Pabo. Zij weet alles van het integreren van ­Wetenschap & Techniek (W&T) in het ‘gewone’ les­ programma. ‘Leerkrachten kunnen het gevoel hebben dat het er niet meer bij kan. Dat ze hun handen al vol hebben aan het goed onderwijzen van taal en rekenen. Maar je kunt W&T heel mooi gebruiken als een andere manier om deze basisvakken aan te bieden. Inhoudsmaten aanleren gaat bijvoorbeeld prima in een praktische techniekles, waarin je leerlingen proefondervindelijk laat ontdekken hoeveel milliliters er in een liter gaan.’ Ook kernvaardigheden als schrijven en begrijpend lezen kunnen geoefend worden in een W&T-les. ‘Geef leerlingen bij een proefje een instructie­ blad dat ze aandachtig moeten lezen om te weten wat ze moeten gaan doen. En als je ze na afloop een

­verslagje laat schrijven waarin ze u ­ itleggen hoe ze iets hebben aangepakt en waarom, ­oefenen ze meteen met logisch redeneren en helder verwoorden.’

Vragen in plaats van zenden Veel basisschoolleerkrachten denken dat ze van alles moeten weten of kunnen om techniekonderwijs te

Zet een ge vra nboom of vragendoos in de klas, waarin kinderen hun ‘waarom-vragen’ kwijt kunnen. Een keer per week pak je daar dan een vraag uit.

EDG_SEP_072-073_TechniekTalent_v04.indd 72

24-08-16

11:02


Niets is stoerder voor een leerling dan iets weten wat de leerkracht nie t weet. Durf dus te zegg en bij technische of weten ­ schappelijke vragen: ‘Ik heb geen idee, kun jij het uitzoeken?’

kunnen geven. Kim: ‘Dat is echt niet zo! Je hoeft als leerkracht helemaal niet veel te zenden of hele precieze opdrachten uit te denken. Je moet vooral veel vrágen. Vervolgens laat je kinderen het antwoord zoeken. Als leerkracht heb je voornamelijk een rol als proces­ begeleider.’ Dure techniekkits of materialen zijn ook niet nodig. ‘Met simpele huis-, tuin- en keuken­spullen kun je prima technische proefjes uitvoeren. Laat leerlingen bijvoorbeeld een chemisch Meer lezen experiment rond bellenblaas doen. over het combineren Welke verhouding van zeepsop, suiker van W&T met taal­ en behangplak levert de mooiste onderwijs? Download bellen op?’ de brochure Taal in de

Tijdwinst

context van W&T via kiezenvoortechnologie.nl/ publicaties/taal-in-decontext-van-wt

W&T-onderwijs werkt heel goed in combinatie met de didactische aan­ pak van Onderzoekend en Ontwerpend Leren. In deze vorm van leren laat je ­kinderen vanuit een eigen vraag op zoek gaan naar antwoorden. Kim: ‘Dat levert soms nog tijdwinst op ook. Sommige kinderen zijn niet van het papier of de theorie. In plaats van oneindig uitleg geven tot het

Inspiratie opdoen? TechniekTalent.nu ontwikkelde speciaal voor de Kinderboekenweek 2016 een lesvoorbeeld, passend bij de methodiek van Onderzoekend en Ontwerpend Leren. Daarnaast bieden ze teams de mogelijkheid een speciale Kinderboekenweek-editie van de workshop ‘Hoe word ik proefjesproof?’ te volgen. Meer weten of het lesvoorbeeld meteen downloaden? Ga naar www.techniektalent.nu/kinderboekenweek

kwartje valt, kun je ze al experimen­ terend en onder­zoekend grip op de lesstof laten krijgen. Het leuke is: het geeft vaak een frisse kijk op kinderen die als ‘onrustig’ te boek staan, en een hoop plezier in de klas!’

Kinderboekenweek Vorig jaar zorgde het Kinderboekenweekthema Raar maar waar voor een heuse explosie van wetenschap­ pelijke en technische proefjes op lagere scholen. Het thema van dit jaar Oma’s en opa’s: Voor altijd jong lijkt daar minder toe uit te nodigen, maar dat is onterecht volgens Kim. ‘Ook dat biedt allerlei aanknopingspunten voor leuke W&T-lessen. Laat leerlingen nadenken over het verschil tussen jong en oud en hoe je die kunt overbruggen. Vraag ze bijvoorbeeld om een schommel te bedenken waar ze samen met opa op kunnen. Of een mobieltje dat makkelijk te hanteren is voor iemand die daar niet mee is opgegroeid.’

PrimaOnderwijs 73

EDG_SEP_072-073_TechniekTalent_v04.indd 73

24-08-16

11:02


Schooltv.nl Dé online plek voor educatieve video’s voor het basisonderwijs.

EDG_SEP_074-075_Eneco_v01.indd 74

25-08-16

11:04


Kom met de hele klas naar het Eneco WindLab Wat is windenergie? Wanneer is energie duurzaam? Waarom is het zo belangrijk? Je ontdekt het met de hele klas gratis in het Eneco WindLab. Met het bezoek aan het Eneco WindLab in het Havengebied in Amsterdam, inclusief gratis lesprogramma, maken leerlingen van groep 7, 8 en brugklassers op een inspirerende en educatieve manier kennis met de wereld van windenergie. Het lesprogramma is gemaakt in samenwerking met partijen die

gespecialiseerd zijn in het ontwikkelen van interactieve lesmaterialen en sluit aan op een aantal belangrijke, door het ministerie van OCW geformuleerde leerdoelen zoals zorgvuldig omgaan met het milieu. Het programma bestaat uit een voorbereidende les over duurzame energie, een bezoek aan het WindLab en een aantal schoolopdrachten om de opgedane kennis in de praktijk te brengen. Kom ook met de hele klas!

Meld je snel aan via www.eneco.nl/windlab en bied je leerlingen een unieke kijk in de wereld van duurzame energie. Via de site kun je je ook aanmelden voor het lespakket. Schrijf je tijdig in want vol=vol.

EDG_SEP_074-075_Eneco_v01.indd 75

25-08-16

11:05


Tipping Point Ahead in de klas Jongeren verdiepen zich in klimaatwetenschap bij Geo Future School Een nieuwe website, een profielwerkstukkenwedstrijd, complete lesmodules volgens het Geo Future School-principe en leerlingen die zelf direct hun vraag kunnen stellen aan een wetenschapper. Tipping Point Ahead is een nieuw platform voor klimaatwetenschap dat het onderwijs veel te bieden heeft. door rob adriaens

Ons klimaat is voortdurend aan verandering onderhevig. Bij kleine veranderingen blijft het systeem in evenwicht. Bij grote veranderingen kan een bepaald punt worden overschreden waarna het systeem uit evenwicht raakt. Het kan bijvoorbeeld in relatief korte tijd veel opwarmen of juist afkoelen. Zo’n kantelpunt wordt een tipping point genoemd. In het verre verleden van de aarde is het klimaat regelmatig gekanteld. Zo’n 56 miljoen jaar geleden werd bijvoorbeeld een tipping point overschreden. Het klimaat was toen al warm, maar steeg, waarschijnlijk na het vrijkomen van veel methaangas, naar een recordhoogte. De gemiddelde jaartemperatuur op de Noordpool bedroeg toen ongeveer 23 graden Celsius. Op Groenland lag geen ijs, maar groeiden palmbomen en leefden krokodillen. Aan het eind van de laatste ijstijd werd tweemaal kort achter

elkaar een tipping point overschreden. Toen de wereldwijde opwarming al was ingezet, kelderde de temperatuur in West-Europa ineens en volgde de met afstand koudste periode van de laatste ijstijd. Later steeg de gemiddelde temperatuur ineens weer heel snel tot ongeveer de huidige waarde. Aangezien wij nu ook te maken hebben met klimaatverandering, is het denkbaar dat opnieuw een tipping point wordt overschreden.

Tipping point in de klas Het Netherlands Earth System Science Center (NESSC) is een virtueel onderzoekscentrum waar onderzoekers uit verschillende vakgebieden en van verschillende universiteiten of instituten bij elkaar komen met als doel om een beter begrip te krijgen van de processen die klimaatverandering beïnvloeden. De onderzoekers

76

EDG_SEP_076-077_GeoFuture_v04.indd 76

24-08-16

09:46


hebben ook een website tippingpointahead.nl, die speciaal is ingericht voor het voortgezet onderwijs. Op de website bevinden zich filmpjes die uitstekend te gebruiken zijn bij de vakken aardrijkskunde, biologie, natuurkunde, scheikunde en wiskunde. Er bestaat ook de mogelijkheid voor leerlingen om via de website een vraag direct aan een onderzoeker te stellen. En er is in het schooljaar 2016-2017 een profielwerkstukkenwedstrijd. Profielwerkstukken met als onderwerp klimaatverandering kunnen tot en met 31 maart 2017 worden ingestuurd. Een deskundige jury bestaande uit onder andere topwetenschappers en een wetenschapsjournalist zullen zich buigen over de inzendingen. Daarbij valt natuurlijk ook wat te winnen.

de vraag centraal waar het tipping point van de ijskappen ligt. Met andere woorden: wanneer is het smelten van bijvoorbeeld de ijskap op Groenland onomkeerbaar? De tweede module gaat over klimaatverandering in het verleden. Eerst oefenen leerlingen zich in het gebruik van de geologische tijdschaal, daarna gaan ze als een soort forensisch experts op zoek naar aanwijzingen voor grote klimaatveranderingen in de verre geschiedenis van de aarde. Deze aanwijzingen zijn te vinden in het landijs, maar ook in bijvoorbeeld de diepzee waar in de loop van miljoenen jaren kalkskeletten van kleine organismen zijn opgestapeld. Voor docenten is een uitgebreide handleiding beschikbaar bij de modules.

Documentaires maken Er zijn twee lesmodules beschikbaar bij Tipping Point Ahead. Deze modules zijn gemaakt in samenwerking met Geo Future School. Bij de modules werken leerlingen voor een groot deel in hun eigen tempo. Ze doen onderzoek en maken eigen ‘producten’ als infographics of documentaires. Uitgangspunt bij de modules is dat leerlingen echt meer leren van klimaatverandering. Eén van de modules gaat over landijs. Leerlingen ontdekken in die module dat er grote verschillen bestaan tussen de ijskappen op Antarctica en die op Groenland. De Antarctische ijskappen zijn niet alleen groter en ouder, maar ze smelten ook op een andere manier dan de ijskap op Groenland. Daarbij spelen allerlei processen een rol die het smelten versnellen of vertragen. In de module staat

Geo Future School is een initiatief van het KNAG (Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap) en biedt vakoverstijgend en toekomstgericht onderwijs rondom grote thema’s op het gebied van energie, globalisering, geo-politiek, water, logistiek, agrofood én klimaatverandering. Leerlingen leren de theorie die nodig is om met deze thema’s aan de slag te gaan, maar er is ook veel ruimte voor hun eigen creativiteit. Zo maken zij met behulp van geoICT concrete producten als interactieve kaarten, story maps en datavisualisaties Er is ruimte om praktisch bezig te zijn in de vorm van onderzoek of veldwerk. En iedere module heeft een centrale opdracht die leerlingen voor een groot deel zelf kunnen invullen. Nadat op een beperkt aantal scholen afgelopen twee jaar is gepionierd met Geo Future School zijn vanaf dit schooljaar meer dan 20 scholen officieel begonnen als Geo Future School in oprichting. Deze scholen werken samen met bedrijven en kennisinstellingen. De nieuwe Geo Future School-modules zijn niet alleen voor de bovenbouw van vmbo, havo en vwo, maar ook voor de onderbouw. De ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan, zijn positief. Vanuit onderzoeksinstituten als het NESSC stroomt de meeste actuele kennis van de wetenschap via docenten naar de leerlingen. Er is ruimte voor eigen inbreng van leerlingen, maar ook een duidelijke structuur die vastigheid biedt. Vakoverstijgend onderwijs is op deze manier meer dan enkele geïsoleerde projecten, het wordt een vast en waardevol onderdeel van een school. Meer informatie: www.tippingpointahead.nl www.nessc.nl www.geofutureschool.nl www.geografie.nl

PrimaOnderwijs 77

EDG_SEP_076-077_GeoFuture_v04.indd 77

24-08-16

09:47


1 & 2 oktober Weekend van de Wetenschap

Beleef wetenschap & technologie

bij meer dan 200 organisaties! Tijdens het Weekend van de Wetenschap op 1 & 2 oktober 2016 kun je door heel Nederland live wetenschap & technologie beleven. Er doen meer dan 200 organisaties mee aan het Weekend van de Wetenschap. Ga backstage bij onder andere het Amsterdam Science Park, het Stedelijk Museum, ESAESTEC of het Brain Technology Institute! Alleen tijdens het Weekend van de Wetenschap kun je een kijkje in de keuken nemen bij bedrijven, instituten, universiteiten, (onderzoeks)instellingen en musea. Door het hele land worden activiteiten georganiseerd voor jong en oud. Ontdek waar je allemaal binnen mag kijken op www.hetweekendvandewetenschap.nl. De jaarlijkse Open Dag van Amsterdam Science Park is dé gelegenheid om een kijkje te nemen achter de schermen van wetenschappelijk onderzoek. Dit jaar is het thema Science or Fiction. Ook zorginstellingen openen hun deuren speciaal tijdens het Weekend van de Wetenschap. Zo kun je backstage bij het Brain Technology Institute een bypass vat hechten door een microscoop en bij het Image Science Instituut onderzoeken hoe de hersenen zijn opgebouwd en hoe ze werken door ze 6-dimensionaal in kaart te brengen. Ook cultuur is een belangrijk onderdeel. Breng een bezoek aan onder andere het Stedelijk Museum, het Mauritshuis en het Van Gogh Museum. Hier kun je alles vragen aan de onderzoekers, restauratoren en kunsthistorici. Luister naar de verhalen van de bibliothecarissen in het Van Gogh Museum over de boeken die Van Gogh gebruikte om te leren over anatomie, perspectief en kleurgebruik. Wie van alles wil leren over natuurwetenschappen kan o.a. terecht bij Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Zij doen onderzoek naar de werking van de natuur. Of het nu gaat om de persoonlijkheden van vogels, de enorme rijkdom van het bodemleven of giftige blauwalgen. Bij het Plant

Research Institute kun je ook meer te weten komen over de natuur. Deze wetenschappelijke instelling doet in zowel Bleiswijk als in Wageningen mee aan het Weekend van de Wetenschap. Een nieuwe deelnemer dit jaar is de Apenheul. Ook de Europese ruimtevaartorganisatie ESA-ESTEC doet dit jaar weer mee. Je krijgt de kans om ESA-astronauten te ontmoeten en voorwerpen aan te raken die echt de ruimte in zijn geweest.

Zicht op Licht Het Weekend van de Wetenschap wordt jaarlijks georganiseerd door NEMO met steun van het ministerie van OCW. Dit grootste landelijke technologie- en wetenschapsevenement van Nederland wordt gerealiseerd dankzij de vele organisaties die tijdens het Weekend van de Wetenschap voor het publiek hun deuren openen. Het doel: Nederland te laten ervaren hoe belangrijk en interessant wetenschap en technologie zijn en wat de onmisbare bijdrage is aan onze toekomst. In 2015 hebben meer dan 240 deelnemende organisaties 143.000 bezoekers ontvangen. Zij organiseerden samen maar liefst 1.500 activiteiten voor jong en oud. Daarnaast vond er in dat jaar ook het onderzoek ‘Zicht op Licht’ plaats. De resultaten van dit onderzoek worden voorafgaand aan het Weekend van de Wetenschap 2016 bekend gemaakt. www.hetweekendvandewetenschap.nl

78

EDG_SEP_078-079_WeekendWetenschap_v04.indd 78

25-08-16

15:46


Acer raadt Windows 10 Pro aan.

EEN NIEUWE MANIER VAN LEREN TravelMate B117 Acer Education Suite software voor grotere interactie en efficiënt onderwijs Batterijduur tot 13 uur Dun, licht notebook met een 11.6 inch touch- of nontouchscherm Bescherming tegen vloeistoffen middels waterdoorlatend toetsenbord Kan tot 180 graden geopend worden voor flexibel gebruik Precision Touchpad voor betere vingertopnavigatie

Maak het mogelijk.

21982 ADV TravelMateB17-PrimaOnderwijs-192x285.indd EDG_SEP_078-079_WeekendWetenschap_v04.indd 79 1

25-08-16 15:47 12:19 25-08-16


Nascholingsagenda De zomervakantie is weer voorbij... Hoog tijd om uw nascholing te regelen voor een inspirerende start van het nieuwe schooljaar. Onze cursussen en congressen zijn zo ingericht dat u de opgedane kennis direct in praktijk kunt brengen. Hieronder vindt u een greep uit het aanbod. Bekijk onze complete agenda op www.medilexonderwijs.nl

89% raadt aan

Congres | Woensdag 12 oktober

1+1=?

Begeleiding en ondersteuning in het onderwijs

Omgaan met rekenproblemen en dyscalculie in het primair onderwijs

Congres | Dinsdag 8 november

www.medilexonderwijs.nl/rekenprobleem

100% raadt aan

REKENEN IN GROEP 7

www.medilexonderwijs.nl/groep7rekenen

Eendaagse cursus | Maandag 9 november

Cursus om een vaardigere teamcoach te worden www.medilexonderwijs.nl/teamcoach

88% raadt aan

EEN ONGELUK ZIT IN EEN KLEIN HOEKJE EHBO aan kinderen en collega’s in het primair onderwijs www.medilexonderwijs.nl/ehbo

85% raadt aan

Congres | Donderdag 1 december

Aan de slag met gedifferentieerd lesgeven www.medilexonderwijs.nl/differentiatie

100% raadt aan

MEDICORPAD_PrimaOnderwijs_agenda_160916_HIRES_192x285.indd 1 EDG_SEP_080_Medilex.indd 80

Congres | Dinsdag 13 december

ROUW OP JE DAK Omgaan met verlies bij kinderen en jongeren

Groepsprocessen in de leerjaren 1, 2 en 3 van het voortgezet onderwijs

Medilex Onderwijs - Congressen en cursussen voor het onderwijs

Congres | Donderdag 24 november

DIFFERENTIEER EN ACTIVEER

GROEPSDYNAMICA IN DE ONDERBOUW

www.medilexonderwijs.nl/groepsdynamicadec2016

Driedaagse cursus | Start dinsdag 8 november

TEAMCOACH

Verbeter uw vakdidactische kennis en vaardigheden

Nieuwe cursus

Congres | Donderdag 13 oktober

JONGEREN MET AD(H)D

www.medilexonderwijs.nl/adhd

Nieuw programma

96% raadt aan

www.medilexonderwijs.nl/rouw

T. (030) - 657 51 57

E. info@medilexonderwijs.nl

29-7-2016 23-08-169:24:10 21:55


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.