Taal l a i c spe Levende boeken die boeien In English please!
School aan Zet: van goed naar beter Aanpak dyslexie Boeken die helpen!
Schr캐fonderw캐s op de basisschool Aan de slag met het taalbeleidsplan
26
Aan de slag met het taalbeleidsplan Een taalbeleidsplan met een beschrijving van doelen en aanpak kan van grote waarde zijn. Maar hoe ontwikkel je zo’n plan? Wie betrek je erbij? Hoe creëer je schoolbreed draagvlak? Jan Zwagemakers, docent Nederlands van ’t Rijks in Bergen op Zoom vertelt over zijn ervaringen.
E
tekst Brigitte Bloem
Een te laag niveau van begrijpend lezen kan een groot struikelblok voor schoolsucces zijn. Leerlingen lopen het risico onder hun niveau te presteren, doordat ze teksten en toetsvragen niet goed begrijpen. Mede ingegeven door de nieuwe referentieniveaus en de strengere slaag-/ zakregeling willen scholen de taalvaardigheid van hun leerlingen vergroten. RSG ’t Rijks is een grote scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo in West-Brabant: 2.600 leerlingen en meer dan 200 docenten. Docent Jan Zwagemakers: ‘Ook voor onze leerlingen geldt dat op het gebied van de taalvaardigheid winst te behalen valt, zowel interne als externe ‘prikkels’ spelen daarbij een rol.’
leid te ontwikkelen. De complete sectie van meer dan twintig neerlandici kwam diverse keren bij elkaar. Tijdens deze bijeenkomsten koppelden we de referentieniveaus aan wat we in onze eigen lespraktijk gewend waren te doen. Omdat we een breed gedragen taalverbeterplan voor ogen hadden, stelde ik de schoolleiding vervolgens voor om ook andere vakgroepen erbij te betrekken. Het plan moest immers een flinke steen in de vijver worden. Taal speelt bij alle vakken een rol. Taal is ons gereedschap, maar ook ons eindproduct. De directie vond dat direct een prima idee.’
Enthousiasme
Omdat docenten niet dagelijks bezig zijn met het ontwikkelen van beleid, riep ’t Rijks de hulp in van advies‘Mijn collega’s en ik constateerden dat er op het organisatie CPS. Zwagemakers: ‘Onze ontwikkelgroep gebied van taalvaardigheid bij onze leerlingen deficiën- bestond uit een tiental enthousiaste collega’s, incluties voorkomen’, legt Zwagemakers sief onze rector en twee docenten uit. ‘De externe prikkels betroffen Nederlands, aangevuld met Meike onderzoeken, inspectierapportaBerben van het CPS. De rector is bij alle ges, veranderende exameneisen, bijeenkomsten aanwezig geweest en Taal speelt bij alle het rapport Over de drempels met hij leverde substantiële inbreng. Het vakken een rol taal en de daaruit voortkomende feit dat onze directie het onvoorstelinvoering van referentieniveaus.’ baar belangrijk vindt dat onze school Schooljaar 2010-2011 deed de een goed taalverbeterplan krijgt, was schoolleiding van ’t Rijks een eerste aanzet om tot een erg in ons voordeel. Belangrijk is dat je collega’s in taalbeleidsplan te komen. Zwagemakers: ‘In dat jaar je ontwikkelgroep hebt, die enthousiast zijn en het hebben we ons vooral verdiept in de nieuwe eisen die belang inzien. Dring het mensen niet op, dat werkt door het ministerie gesteld werden. Het schooljaar niet. Overigens werden we niet extra gefaciliteerd. erna kreeg ik, in mijn hoedanigheid van voorzitter van De activiteiten voor de ontwikkelgroep konden we gede vakgroep Nederlands, van de schoolleiding het ver- woon binnen onze normjaartaak doen. Wel waren alle zoek om binnen onze vakgroep een aanzet tot taalbe- vergadertijdstippen als vaste momenten in de jaar-
Breed gedragen
Taalspecial 27
Docent Jan Zwagemakers
planning ingeroosterd. Het enthousiasme van mijn collega’s vond ik boven verwachting. Dat zegt wel iets over het belang dat aan de aanpak van het probleem gehecht wordt.’
Vreemde ogen dwingen Zwagemakers vond het CPS-format, dat als richtlijn voor de bijeenkomsten diende, praktisch en goed bruikbaar. Bovendien is hij erg te spreken over de procesbewaking door Berben. ‘Iemand van buiten, dat werkte bij ons heel goed. Een extern persoon kan het proces zuiver houden en heeft een deskundige, sturende hand. Daarbij, vreemde ogen dwingen. Tussen de bijeenkomsten in werden de opdrachten, keurig volgens afspraak, door alle groepsleden gemaakt. Cruciaal voor de voortgang. Ik weet niet of we zonder de inbreng van het CPS in zo’n korte periode tot ons taalbeleidsplan waren gekomen’, aldus Zwagemakers. Het plan is nu bijna gereed. De directie is bezig met het schrijven van aanvullende hoofdstukken op het gebied van financiering en implementatie. Vervolgens zal er een taalcoördinator worden aangesteld, die het taalbeleidsplan in praktijk gaat brengen. Zwagemakers benadrukt nog eens het belang van het draagvlak en de teambrede aanpak. ‘Schoolbreed moet er het bewustzijn ontstaan dat er in talig opzicht flink wat moet verbeteren. Bovendien moeten de taken en verantwoordelijkheden goed afgestemd worden. Voor onze leerlingen is het van groot belang dat zij in taalopzicht fikse sprongen voorwaarts gaan maken. Het hele gewone, onze taal, is daardoor eigenlijk heel bijzonder geworden.’
Format helpt CPS-consultant Meike Berben: ‘Het format waarmee we ook bij ’t Rijks hebben gewerkt, bestaat uit elf punten en kan zowel voor scholen in primair- als voortgezet onderwijs worden gebruikt. Tijdens het traject - vier dagdelen op locatie, opdrachten en mailwisseling tussen de bijeenkomsten – behandelen we het volledige format. Daarnaast levert CPS input op het gebied van taalonderwijs en taalgericht vakonderwijs. We geven praktijkvoorbeelden van andere scholen, we zijn op de hoogte van de laatste ontwikkelingen, eisen van de Inspectie et cetera. Maar vooral zijn we discussiebegeleider en procesbewaker. Juist omdat we niet van binnen de school komen, kunnen we ervoor zorgen dat er in relatief korte tijd relevante zaken op papier staan.’
Het CPS-format voor het opstellen van een taalbeleidsplan is gratis te downloaden: www.cps.nl/taalbeleidsplan Het format komt uit het boek Met de referentieniveaus naar schoolsucces: www.cps.nl/pubreferentieniveaus Heeft u vragen, of wilt u eens doorpraten over dit onderwerp, mail dan naar Meike Berben, m.berben@cps.nl.