10 minute read

Case Study

Next Article
News

News

EUROPAL PACKAGING HIGHBAY BLANDAIN

Van blanco blad tot verticale integratie

Wanneer we de nieuwe highbay van Europal bezoeken op het industrieterrein van Blandain bij Doornik, is die pas enkele weken in gebruik. Het bedrijf bouwde het 34 meter hoge en volledig geautomatiseerde magazijn naast zijn nieuwe fabriek die sinds september 2020 instaat voor de productie van golfkarton, dat gebruikt wordt in de verpakkingsproducten van Europal. Het is het sluitstuk van de volledige verticale integratie van het productieproces.

Arnaud Henckaerts

De site van Europal in Blandain past in het strategisch uitbreidingsplan van het bedrijf. De logistieke business boomt, en de vraag naar verpakkingsmateriaal is groot. Tot voor kort kocht het familiebedrijf zijn golfkarton aan bij toeleveranciers, om van dat basismateriaal dozen, kartonnen paletten en andere vormen van verpakkingsmateriaal te maken. “Je kan je inbeelden dat zoiets heel wat transport met zich meebracht,” steekt Europal-CEO Patrick Dejager van wal. “Vrachtwagens vol golfkarton dat in onze oorspronkelijke fabriek in Moeskroen gesneden en gevormd werd om dan in afwachting van levering bij de klant in verschillende magazijnen opgeslagen werd.”

UITBREIDEN EN FLEXIBELER PRODUCEREN

Dat moest beter kunnen, vonden ze bij Europal, dus groeide het idee om de volledige productie, ook van het golfkarton zelf, en de logistiek te verzamelen op één site. “In Moeskroen was geen plaats voor een operatie van dergelijken omvang, maar het gloednieuwe industrieterrein van Blandain bood ons wel die mogelijkheid, met een uitstekende ontsluiting naar het internationale wegennetwerk. We hebben hier een oppervlakte van 5 hectaren met de mogelijkheid om die te verdubbelen,” aldus Dejager. De eigen productie van golfkarton betekent dat een groot aantal vrachtwagens met bestaande platen vervangen konden worden door veel minder vrachtwagens met rollen papier waarvan ter plaatse golfkarton gemaakt wordt. “Dat geeft ons veel meer flexibiliteit en de veel grotere productiecapaciteit die onze groei moet ondersteunen. In deze nieuwe fabriek specialiseren we ons onder andere in onze ‘Limitless Packaging’, karton dat bijvoorbeeld door e-commerce spelers gebruikt wordt om per zending een verpakking op maat te maken. Onze oorspronkelijke vestiging in Moeskroen zal gebruikt worden als specialty plant voor specifieke producten.” Jaarlijks kan er in Blandain maar liefst 90.000 ton verpakkingsmateriaal geproduceerd worden, waar dus ook heel wat opslagcapaciteit voor nodig is. “Tot voor kort gebruikten we verschillende opslagplaatsen om de afgewerkte producten te stockeren. Ook dat bracht heel wat verplaatsingen met zich mee. Samen met de nieuwe fabriek planden we dus meteen een satellietmagazijn in dat in het productieproces geïntegreerd zou worden en zo’n 25 vrachtwagenritten per dag uitspaart. Volledig geautomatiseerd, 20.000 palletplaatsen groot en naast permanente opslag vooral gebruikt als tussenopslag en pre-dispatch om op een efficiënte manier onze 20 laadkaaien te kunnen bevoorraden. Op termijn gaan hier 75 vrachtwagens per dag naar klanten kunnen,” beschrijft Patrick Dejager de omvang van operatie.

HOOGBOUW

Om de 20.000 palletplaatsen op een relatief beperkte grondoppervlakte kwijt te kunnen, koos Europal voor een hoogbouw die 34 meter boven het vlakke Henegouwse landschap torent. “De structuur zelf is een Siloconstructie van Stow. De rekken zijn dus ook de dragende structuur van het gebouw, met

Europal, met links in beeld het hoogbouwmagazijn, is één van de eerste bedrijven het nieuwe industrieterrein van Blandain.

“Klimaatneutraal gaan we misschien niet worden, maar de ecologische footprint is beperkt.”

daarop de muren en het dak bevestigd. Dat biedt het voordeel dat de bouw snel kan gaan en dat er geen plaatsverlies is door een bijkomende structuur van het gebouw. Daardoor hebben we op een relatief beperkte oppervlakte vier rekken die 9 paletten diep zijn en 14 hoog.” In de drie gangen tussen de vier rekken doen volledig geautomatiseerde kranen hun werk. “We kozen voor een systeem van Ceratec. Per beweging kunnen er 3 pallets op een kraan gezet worden. De verdeling van de pallets over het magazijn gebeurt volledig automatisch. Daarbij wordt met een groot aantal factoren rekening gehouden, en dankzij de drie kranen hebben we fl exibiliteit en een back-up voor moest het mis gaan. Wanneer er een probleem zou zijn met één van de kranen, of wanneer er onderhoud nodig is, kunnen de twee resterende kranen de pallets leveren met producten die moeten vertrekken.” Het magazijn is aangesloten op een intern transportsysteem van Ducker. Dat zorgt ervoor dat de afgewerkte producten op een georganiseerde en gecontroleerde manier op paletten terechtkomen die aan het Ceratecsysteem overhandigd worden voor opslag in de rekken. Europal beschikt trouwens over een automatisch kwaliteitssysteem dat Europaletten controleert om de het vlotte verloop te garanderen. Wanneer het tijd is om opgeslagen producten te leveren aan klanten, picken de kranen in het magazijn de juiste paletten om die over te dragen aan het Ducker-systeem dat een kwaliteits- en dimensiecontrole uitvoert en het materiaal aan de juiste laadkaai afl evert. In het totaal kunnen zo tot 15 vrachtwagenladingen op voorhand samengesteld en gestapeld worden zoals ze op transport gaan.

34 meter hoog en volledig geautomatiseerd; een indrukwekkend zicht.

FUTURE-PROOF

Patrick Dejager is zichtbaar trots op de verwezenlijking van de nieuwe productie- en opslagfaciliteit. “Technisch is het zeer vooruitstrevend. Het productieproces van het golfkarton, het feit dat we bijvoorbeeld in één beweging het karton aan twee kanten kunnen bedrukken, de volledige automatisatie en ook het opslagmagazijn... Als je in de sector kijkt waar Europal zit, denk ik niet dat iemand in België met een satellietmagazijn werkt. Daarnaast is het hele project ook vanuit een duurzaamheidsperspectief goed uitgedacht. Zo is er een systeem voor de recuperatie van regenwater dat gebruikt wordt in het productieproces, een optimale isolatie, warmterecuperatie en zonnepanelen. Klimaatneutraal gaan we misschien niet worden, maar de ecologische footprint is toch beperkt. Zo garanderen we de toekomst van Europal voor de volgende generaties,” besluit de CEO.

Europal in cijfers

Opgericht in: 1947 Aantal vestigingen: 3 Aantal werknemers: 90

RHENUS TERMINAL BRUSSELS

Recyclagestromen vormen een van de pijlers van de activiteiten op de terminal.

Bart Van Rossen: “Terminal gekocht vanuit buikgevoel”

In 2019 nam de multimodale logistiekgroep Rhenus de terminal van Smet in de Brusselse Voorhaven over. Volgens managing director Bart Van Rossen werd de overname gedreven door enerzijds de goede contacten met lang bestaande klant Duferco en anderzijds vanuit het buikgevoel. Bedoeling is de terminal te ontwikkelen rond drie pijlers: recyclagestromen, als bouwhub en als Container Freight Station (CFS).

Koen Heinen

De voormalige terminal van Smet is sinds 1927 een gevestigde waarde in de Brusselse voorhaven. “Vergeet niet dat de haven van Brussel een zeehaven is die toegankelijk is voor coasters van 4.000 à 5.000 ton. Met de terminal mikken we op industriële klanten waarmee we lange termijn partnerships willen ontwikkelen,” zegt Bart Van Rossen.

DUFERCO

Rhenus is in België ‘asset light’ en was niet onmiddellijk op zoek naar een terminal in de haven van Brussel maar via zijn klantenrelatie met de Duferco-groep, die onder meer in de haven mee de Trimodal Terminal Brussels uitbaat, kwam de overname van de terminal van Smet tot stand. “Daarnaast past het ook in onze strategische ontwikkeling waarbij je enerzijds de overzeese containertransporten hebt die aangestuurd worden via IT-platformen, en anderzijds de fi jnmazige stromen, waar persoonlijke contacten belangrijk zijn. Wij willen een link zijn tussen overzees containertransport en de last mile, twee werelden die met elkaar verbonden moeten worden. We trachten verschillende partijen via een open platform te verenigen,” legt Van Rossen uit.

DRIE PIJLERS

Bedoeling is de terminal te ontwikkelen rond drie pijlers: recyclage van afvalstromen, als bouwhub en als Container Freight Station (CFS) voor het strippen en stuffen van containers. Wat de afvalstromen betreft, worden onder meer assen van de nabijgelegen afvalverbrandingsoven verscheept, en glasafval van de stad Brussel. “De familie Rethmann die Rhenus eind 1998 kocht, heeft een in afvalrecyclage gespecialiseerd dochterbedrijf, Remondis. Via dat bedrijf doen we ook aan huisvuilrecyclage,” legt Van Rossen uit.

Bart Van Rossen, managing director van Rhenus Terminal Brussels.

TL Hub Business Game

Rhenus Terminal Brussels leverde een case voor de nieuwste editie van de TL Hub Business Game, een organisatie van TL Hub by Transportmedia. In totaal namen 11 hogescholen en één universiteit deel. Van de vijf fi nalisten kwam Haute Ecole Francisco Ferrer uit Brussel als winnaar uit de bus.

“We kochten de terminal zonder een businessplan voor ogen. Ondertussen weten we dat we ons willen toeleggen op de genoemde drie pijlers. Als case moesten de deelnemers zeggen of ze akkoord gingen met deze drie pijlers of met welke van de drie niet en waarom. Ze mochten ook met compleet iets anders komen. Hun keuze moesten ze in de praktijk omzetten. Expediteurs zitten vaak in een routine vastgebakken en dan is het belangrijk dat er een brug is tussen de academische wereld en de praktijk,” zegt Van Rossen. “Een van de voorstellen van het winnende team was om bouwlogistiek te combineren met retour afvalstromen. Ze stelden ook voor om uit te breiden met een subhub ter hoogte van het Biestebroekdok. Hun case was bovendien uitgewerkt vanuit verschillende inzichten, zowel fi nancieel als wat CO2-reductie betreft. Naast de uitwerking van een case, is de TL Hub Business Game ook belangrijk om toekomstige collega’s aan boord te krijgen,” besluit Van Rossen, die ook de lokale binding van de winnende school met Brussel benadrukt.

“Als bouwhub kunnen we hier grotere stukken opslaan en zo nodig assembleren, om ze daarna op afroep aan te leveren bij de grote werven in het Brusselse. We spelen daarmee in op de beperking aan openbare ruimte voor grote bouwprojecten en fungeren daarvoor als tussenhub. Dat zijn baten die snel grijpbaar zijn,” benadrukt hij.

CFS

Rhenus Terminal Brussel behandelt op jaarbasis 1.700 TEU, voornamelijk importstromen. “Van hieruit kunnen we als distributiecentrum voor heel Europa dienen. Wij zitten hier op de as Antwerpen-Brussel-Charleroi (ABC) en dan is een partnership met de haven van Antwerpen cruciaal. Enerzijds kunnen we helpen bij de capaciteitsoptimalisatie van de haven van Antwerpen door daar ruimte te creëren en anderzijds brengen we de lading dichter bij de eindconsument. Voor klanten in de zuidrand van Brussel scheelt dat twee uur,” schetst Van Rossen enkele voordelen. “Ook het concept van stadsdistributie is aan het rijpen. Eens er een wettelijke context is, kan dit een hoge vlucht nemen. Dankzij onze connecties met een wereldwijd netwerk kunnen we een totale oplossing bieden. Zo maakt binnenvaartoperator Contargo Transbox ook deel uit van de Rhenus-groep. De laatste jaren zien we de containertransporten via de Trimodal Terminal Brussels (TTB) sterk toenemen.”

SAMENWERKING TTB

De trimodale containerterminal is niet enkel een buur van de Rhenus Terminal Brussels. “Wij zijn buren en trekken elk onze eigen klanten aan, maar we werken ook samen. Zo heeft de TTB enkele nieuwe uitgaande trafi eken die bij ons gelost en in containers gestuft worden. Het gaat om eikenhout voor Unilin met bestemming China en grote bulkpartijen zand. Je moet dat zien in de context dat er niet veel ruimte is op de TTB. Dat is een logistieke challenge, maar met twee sta je sterker dan alleen. We dromen ook al van Schaarbeek-Vorming,” zegt de managing director. In het nieuwe beheerscontract dat de Brusselse haven onlangs afsloot met de gewestregering is een uitbreiding van het havendomein met 20 ha voorzien, de helft van de site Schaarbeek Vorming, die door het Gewest is aangekocht. Rhenus Terminal Brussels maakt ook gebruik van de bargedienst van TTB.

“We willen een link zijn tussen overzees containertransport en de last mile”

27.000 M²

Een verhuis naar de site van Schaarbeek Vorming zit er nog niet onmiddellijk aan te komen maar de huidige terminal van Rhenus beschikt al over 3.000 m² overdekte opslag voor bouwmaterialen en 24.000 m² open terrein voor de opslag van staal, recyclagestromen en toegevoegde waarde stromen. “De haven werkt met een pool van dokwerkers. Op piekmomenten werken we hier met 5 à 6 mensen en in de dalmomenten met 1 à 2. Daarnaast hebben we vier bedienden. De bouwmaterialen zijn onze hoofdactiviteit, gevolgd door de recyclagestromen en op de derde plaats het CFS-gebeuren,” besluit hij.

This article is from: