4 minute read
TREND
Tekort aan chauffeurs
En als we eens keken wat wel werkt?
Nog nooit is het tekort aan chauffeurs zo nijpend geweest en nog nooit waren de vooruitzichten op nieuwe aanwervingen zo zwak. Het aantrekken van buitenlandse chauffeurs is voor sommigen een drogbeeld en er is dus opnieuw werk aan de winkel. Buigen we ons in dit artikel eens over de resultaten van verschillende mogelijkheden.
De inspanningen van het SFTL zijn belangrijk, maar niet voldoende om de natuurlijke afvloeiing van oudere chauffeurs op te vangen.
In het secundair onderwijs zijn de inschrijvingen voor een vijfde beroepsjaar gedaald tot welgeteld 173 leerlingen in 2011/2012 en zijn daarna toch weer gestegen tot 300 in 2021/2022. Het schooljaar 2022/2023 scoort minder goed (253 inschrijvingen). Verrassend genoeg zijn er meer gegadigden in Wallonië dan in Vlaanderen en de school met het grootste aantal inschrijvingen is het IHM Namen met 50 leerlingen ingeschreven voor een vijfde beroepsjaar in het jaar 2022/2023. Die school wordt gevolgd door het ITCB Boussu en Don Bosco Luik. Het is dus in Vlaanderen dat het probleem zich nadrukkelijker presenteert op dit niveau. Indien we ons buigen over de opleidingen die gegeven worden voor werkzoekenden, dan varieert de situatie van streek tot streek. In Brussel werden eind 2021 604 stagiaires opgetekend, maar met zes vrachtwagens van het sociaal fonds moet Logisticity jaarlijks tussen de 60 en 70 nieuwe chauffeurs voortbrengen. In Wallonië waren er respectievelijk 919 en 639 nieuwe houders van een rijbewijs C/CE in 2019 en 2021. Ook hier liggen de cijfers voor Vlaanderen lager. De VDAB laat ons weten 529 chauffeurs gevormd te hebben in 2021 en 423 sinds de start van 2022. We vernamen tevens dat in deze centra een opleider gemiddeld voor één nieuwe chauffeur zorgt per… trimester. Het Sociaal Fonds van zijn kant rekent op een minimum van 10 opgeleide chauffeurs per vrachtwagen en per jaar. Er zijn anderzijds geen statistieken beschikbaar van de cijfers in de rijscholen, noch voor de opleidingen voor het leren via sociale promotie (één center in Wallonië, één in Brussel en vijf in Vlaanderen).
PRIVÉ-INITIATIEVEN
Daar moeten we dan nog de projecten bij optellen van private operatoren, die vaak de transporteurs zelf zijn. Die verlaten daarmee de gebaande wegen, zoals Louis De Wael uitlegt, die zijn eigen school voor chauffeurs heeft gelanceerd bij Van Dievel: “Wij proberen de traditionele structuur van een school te doorbreken door een gepersonaliseerde opleiding aan te bieden voor de klant. Wij richten ons dus tot de mensen die chauffeur willen worden maar geen toegang hebben tot het secundair onderwijs, noch volwassenenonderwijs, noch de diensten van de VDAB, die slechts werkt met werkzoekenden.” Gino Withofs van zijn kant is één van de drijvende krachten achter het project Fast Track:
50 inschrijvingen in het vijfde beroepsjaar in Namen en 12 in Kortrijk! Wat gaat er mis?
HET ‘VRACHTWAGEN’ RIJBEWIJS IN CIJFERS
• 230.122 houders van een geldige C of CE in 2022 • Ongeveer 115.000 in België ingeschreven vrachtwagens rijden regelmatig • 7.852 nieuwe titularissen van een rijbewijs C/CE in 2021, waarvan ongeveer 250 afkomstig uit het secundair onderwijs en ongeveer 1.300 uit de opleidingsmogelijkheden voor werkzoekenden. • Het SFTL betaalt ook 550 rijbewijzen terug die betaald werden door de ondernemingen zelf.
Privé-initiatieven (zoals de chauffeursschool bij Van Dievel) maken het mogelijk om ook atypische kandidaten aan te trekken.
“Dankzij de steun van de provincie Limburg en het STFL zijn we in staat jaarlijks tot 50 nieuwe chauffeurs te helpen. Maar de jongste tijd worden we geconfronteerd met abnormale wachttijden in de examencentra. Een tekort aan personeel? Moet de opleidingsperiode van een examinator niet verkort worden?” Hij stelt tevens een oplossing voor: naar het voorbeeld van de technische controle van vrachtwagens het behalen van een rijbewijs mogelijk maken buiten de officiële examencentra. “Dat is al mogelijk in Nederland… Wij hopen dat het GOCA samen met ons gaat nadenken hoe we op dat vlak zouden kunnen gaan werken.” Het Sociaal Fonds maakt hiervan eveneens een werkpunt.
RESPECT EN VERTROUWEN
Die maatregelen zijn ongetwijfeld nuttig maar blijven marginaal. Het basisprobleem blijft de aantrekkelijkheid van het beroep. Tientallen experts (waaronder meerdere chauffeurs) hebben zich over dit onderwerp uitgesproken tijdens een evenement georganiseerd door de IRU en het Europees Parlement. De domeinen waarop dringend actie moet ondernomen worden zijn legio.
Wat men ook beweert, een verhoging van de lonen is niet de zaligmakende oplossing (lees over dat onderwerp ook de Carte Blanche op pagina 50). Het gaat hier over werkomstandigheden en het respect. De IRU legt in het bijzonder de nadruk op het plaatsgebrek en het gebrek aan comfort op de parkings (er zijn in Europa zowat 100.000 parkeerplaatsen voor vrachtwagens te weinig), maar benadrukt ook de manier waarop de chauffeurs worden onthaald op de laad- en losplaatsen. Dat laatste punt maakt sinds twee jaar het onderwerp uit van een charter dat werd ondertekend door tal van beroepsverenigingen en vakbonden (er bestaat op zijn minst een gemeenschappelijke consensus over dit punt)… maar niemand heeft ondertussen echt iets gedaan op het terrein. Het principe is nochtans eenvoudig: de transporteurs en de verladers engageren zich om de chauffeurs een minimum aan comfort te bieden (sanitair bijvoorbeeld), hun veiligheid te garanderen (vooral ’s nachts) en het nodige personeel ter beschikking te stellen voor het laden en lossen van de vrachtwagens.
Van hun kant engageren de transporteurs en chauffeurs zich om te zorgen voor aangepast transportmaterieel en opgeleid personeel, voor een communicatie in alle openheid met de andere partijen en voor het respecteren van personeel en de installaties die hun ter beschikking worden gesteld. Dat is dus niets anders dan gezond verstand en een beetje goede wil. Maar het gebrek daaraan is precies één van de grote redenen voor de onaantrekkelijkheid van het beroep.
CLAUDE YVENS