Juni 2022
SPECIAL
12
Tekst: Arno Engels
HOE POTGROND ZICH ONTWIKKELT VANUIT VEEN Decennialang was veen de belangrijkste grondstof van potgrond, maar de laatste jaren moeten er meer alternatieve
waarna ook het proefstation in Aalsmeer
op houtvezel. Welke grondstof ook wordt doorgemengd, de bemesting en de watergift zal aangepast moeten worden.
ontstond de landelijke Regeling Handels
grondstoffen worden gebruikt. Potgrondfabrikanten die meedoen aan GrootGroenPlus, focussen nu bijvoorbeeld meer
Toen er nog geen potgrond bestond,
Denemarken opgericht. Enkele jaren later,
grootschalige teelten van bijvoorbeeld
containerteelt was, was veen al populair
turffabriek op. Deilmann begon in 1920
substraat van laagveen geteeld. “Maar
omdat er nog geen pot- en
om te gebruiken. Als brandstof, wat
men eeuwen geleden al had ontdekt. Veengebieden die vanwege de
nattigheid niet geschikt waren voor landbouw, werden afgegraven, het
veen werd te drogen gelegd totdat het turf was: ideaal om te stoken.
Door de afgravingen zijn bijvoorbeeld de Reeuwijkse Plassen ontstaan. De
veengrond van het nabije Boskoop is
altijd ongerept gebleven, waardoor de
boom- en sierteelt er kon floreren. Want
veen bleek ook uitstekend geschikt om in te kweken. Het kan snel vocht opnemen, en het houdt vocht ook lang vast.
Verschillende potgrondfabrikanten
van nu zijn vroeger begonnen met de turfwinning voor de energievoorzie-
ning. Zo is Pindstrup Mosebrug in 1905 in
in 1913, zette Klasmann in Duitsland een met de turfwinning tussen Groningen
en Oldenburg in, waarna de twee later fuseerden tot Klasmann-Deilmann.
De overgang van turf om te stoken, naar veen om te gebruiken als teeltmedium, begon na de Tweede Wereldoorlog.
De tuinbouw moest toen groeien om
de bevolking van voldoende voedsel
te kunnen voorzien, waarop de eerste
tomaat begonnen. Die werden in een
men kwam erachter”, vertelt Fons van Nierop van Klasmann-Deilmann, “dat
de kwaliteit van laagveen wisselde en
pathogenen kon bevatten. Toen stapte men over op het schonere hoogveen.”
De wisselende kwaliteit vormde ook de
aanleiding voor de opzet van een kwaliteitscontrole van potgrond. Het was een idee van het proefstation in Naaldwijk,
Namens Vakbeurs GrootGroenPlus: David Bömer, voorzitter. “Het uitfaseren van veen in potgronden brengt nieuwe vragen met zich mee.
Het is goed dat leveranciers en kwekers hun ervaringen delen en de route naar
oplossingen samen bewandelen. Het gesprek dat daarmee gevoerd wordt op de beursvloer is daarbij van grote waarde.”
de kwaliteit ging controleren. Hieruit Potgronden, afgekort de RHP.
Veen was decennialang de voornaamste grondstof voor potgrond. Met de
toenemende vraag uit de pot- en
containerteelt groeiden ook de win-
ningsgebieden. Zo ging Pindstrup door
de jaren heen meer veen winnen buiten
Denemarken, in andere Scandinavische
landen, Duitsland, Ierland en vervolgens in de Baltische staten.
De winning van Deens veen nam af. “Die winning was altijd al beperkt”, vertelt
Feico van der Schaaf van Pindstrup. “Het werd nog minder toen groene partijen
de veengebieden wilden beschermen en de overheid vergunningen afkocht. Iets wat in Duitsland ook gebeurde. We zijn
niet voor niets naar de Baltische staten
gegaan.” In Letland, Estland en Litouwen is niet alleen meer veen beschikbaar, maar het klimaat is er ook anders,
aldus Van Nierop. “Baltisch veen heeft doorvriezen niet nodig om te kunnen
Veenalternatieven maken bemesting nog uitdagender De bemesting van pot- en containerteelt
Veenvervangers in potgrond laten
jaren gewend waren: met voornamelijk
vasthoudt. Maar dat betekent ook dat
kwaliteit van het gietwater, het gewas
kan dat volgens Weerts meten, zodat
De pH van veenalternatieven is
vasthouden. De voedingsbuffer wordt
was altijd al maatwerk, omdat de
en de voedingsbehoefte per bedrijf kan
verschillen. Dat betekende in de praktijk
al een gepuzzel. Door de ontwikkelingen in de potgrond is het gepuzzel alleen
maar ingewikkelder geworden. “Sterker
nog”, zegt Lowie Weerts van Haifa North West Europe, “als de afstemming met
de potgrondfabrikant niet goed is, kan
dit negatieve gevolgen hebben voor de teelt.”
voedingsstoffen vrij. Een fabrikant hij de bemesting daarop het best
kan afstemmen. Houtvezel en bark
onttrekken bij de vertering bijvoorbeeld stikstof aan de potgrond en geven
tijdens de teelt mangaan af. Compost laat bijvoorbeeld kalium vrij. “Al die gegevens moet je wel weten”, stelt
Weerts. “Dan kunnen wij meedenken in
de juiste bemestingsstrategie voor een kweker. Dit zal anders zijn dan dat we
Schrauwen Machinebouw Zundert
De Ambachten 21, Zundert, Gsm: 06 51 835 957 E-mail: info@s-m-z.nl, Internet: www.s-m-z.nl
veen gedomineerde potgrond.”
bovendien hoger dan van veen. Hierdoor is er minder bekalking nodig om tot de
gewenste pH van het mengsel te komen.
“Maar minder bekalking betekent minder calcium en magnesium beschikbaar voor de planten.”
Kwekers beseffen volgens Weerts deels wat het effect is van een veenalter-
natief in de potgrond. “Alleen dat een alternatief bijvoorbeeld minder vocht
de potgrond minder meststoffen kan daardoor kleiner. Je schuift op in de richting van een steenwolteelt.” Houtvezel lijkt qua diverse
eigenschappen wel op veen, maar de
buffercapaciteit van houtvezel is kleiner. Hoe kleiner de buffer, des te meer
schommelingen je kunt krijgen in de
potgrond. “Je wilt in de teelt juist rust en regelmaat, zodat het gewas sterker kan groeien.