4 minute read

SYNTHESE

Next Article
SYNTHESE

SYNTHESE

Ontwikkeling

KENNISCLIP 1 KENNISCLIP 2

2.1 2.2

Ontwikkeling is het samenspel van groei-, rijpings- en leerprocessen. Groeien, rijpen en leren zijn drie ontwikkelingsvormen. Ze kunnen niet los van elkaar gezien worden, want ze spelen op elkaar in. Een ontwikkelingsvorm is een manier waarop een mens tot ontwikkeling kan komen. We onderscheiden drie grote ontwikkelingsdomeinen: de fysieke ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling en de socio-emotionele ontwikkeling. — Fysieke ontwikkeling

De fysieke of lichamelijke ontwikkeling is de ontwikkeling die het menselijk lichaam doormaakt.

Ze bestaat uit drie domeinen: de lichaamsbouw, de sensorische ontwikkeling en de motorische ontwikkeling. In de motorische ontwikkeling onderscheiden we grove motoriek en fijne motoriek.

Wanneer we kijken naar de interactie tussen de sensorische en motorische ontwikkeling, dan hebben we het over de sensomotorische ontwikkeling. Het gaat dan over complexe samenwerkingen die veel oefening vragen. Er bestaan ook ongecontroleerde samenwerkingen die een automatische reactie geven op een prikkel. In dat geval spreken we van een reflex. — Cognitieve ontwikkeling

De cognitieve ontwikkeling is het proces van het verwerven, verwerken, opslaan en vervolgens toepassen van kennis. Dit gaat over vaardigheden als lezen en spreken; verbanden leggen; nadenken over begrippen.

De Zwitserse psycholoog Jean Piaget verrichtte belangrijk onderzoek naar de cognitieve ontwikkeling bij kinderen. Hij deed onder andere experimenten rond de principes objectpermanentie (het vermogen om een beeld in je geheugen vast te houden, zonder het te zien) en conservatie (of behoud) van aantal en hoeveelheid (het vermogen om te beseffen dat het aantal of de hoeveelheid van iets onveranderd blijft, ook al verander je de vorm). — Socio-emotionele ontwikkeling

De socio-emotionele ontwikkeling gaat over het leren kennen, herkennen en begrijpen van je eigen en andermans gevoelens en de manier waarop je daarmee omgaat. Een centraal thema in de socio-emotionele ontwikkeling bij kinderen is gehechtheid. Dat is de emotionele en wederkerige band tussen een ouder (of verzorger) en een kind. De band zorgt voor veiligheid en vertrouwen.

De Britse psycholoog en psychiater John Bowlby was de eerste die de term gehechtheid (attachment) gebruikte. Hij onderscheidde instinctieve reacties die verband houden met gehechtheid en die erop gericht zijn het contact met de verzorger te bestendigen of te herstellen.

Een andere onderzoeker die zich richtte op gehechtheid was de Amerikaanse psychologe Mary Ainsworth. Zij onderzocht interactiepatronen en -vormen tussen opvoeder en kind, en onderscheidde drie vormen van gehechtheid: veilige, vermijdende en afwerende gehechtheid.

2.3 2.4 2.2 HOOFDSTUK 2 ©VAN IN

THEMA 1

Ontwikkelingsdomeinen in rollenspelen

2.5

— Rollenspelen

Bij rollenspel leren kinderen situaties en het gedrag van mensen kennen. Al spelend imiteren ze anderen in bepaalde situaties. Jonge kinderen leren aanvoelen hoe het is om iemand te zijn en hoe je bepaalde dingen wel en niet doet. Zo leren ze zich in een bepaalde situatie te gedragen zoals ze het in hun directe omgeving waarnemen. — Regelspelen Onder regelspel vallen de gecoördineerde groepsspelen, waarbij regels van toepassing zijn. Kinderen leren hierdoor regels en afspraken toepassen en samenwerken. De manier waarop ze regels gebruiken in hun rollenspelen zegt iets over de ontwikkelingsfase waarin ze op dat moment zitten.

Ontwikkelingsfasen

— Acht ontwikkelingsfasen

We delen onze levensloop op in verschillende ontwikkelingsfasen. Het onderverdelen van de levensloop in verschillende periodes is echter een sociale constructie. Binnen de westerse maatschappij onderscheiden we acht verschillende ontwikkelingsperiodes. prenataal bevruchting - geboorte baby en peuter geboorte - 2 jaar vroege kindertijd 2 - 6 jaar midden kindertijd 6 - 11 jaar adolescentie 11- 18 jaar vroege volwassenheid 18 - 40 jaar midden volwassenheid 40 - 65 jaar late volwassenheid 65 jaar - overlijden

2.6 HOOFDSTUK 2©VAN IN THEMA 1

— De levensfasen volgens Erikson

Volgens Erik Erikson maakt onze psychosociale ontwikkeling acht levensfasen door. Die levensfasen bestaan uit crises of dilemma’s. Slagen we erin een crisis goed door te maken, dan levert ons dat een nieuwe vaardigheid op.

De overgang tussen de opeenvolgende fasen verloopt geleidelijk en is in realiteit niet altijd duidelijk af te bakenen.

Levensfase Crisis Nieuwe vaardigheid

0-1,5 jaar (zuigelingenfase) vertrouwen versus wantrouwen hoop 1,5-3 jaar (peuterleeftijd) onafhankelijkheid versus afhankelijkheid wilskracht 3-6 jaar (kleuterleeftijd) initiatief nemen versus schuldgevoel doelgerichtheid 6-12 jaar (lagereschoolleeftijd) vaardigheid versus minderwaardigheid zelfvertrouwen 12-18 jaar (adolescentie) identiteit versus identiteitsverwarring trouw 18-35 jaar (vroege volwassenheid intimiteit versus isolement liefde 35-65 jaar (middelbare volwassenheid) generativiteit versus stagnatie zorgzaamheid 65+ (late volwassenheid) ego-integriteit versus wanhoop acceptatie

2.7 HOOFDSTUK 2 ©VAN IN

THEMA 1

Bordschema

ONTWIKKELING

fysieke ontwikkeling ONTWIKKELINGSFASEN bevruchting - geboorte (prenataal) geboorte - 2 jaar (baby en peuter) 2 - 6 jaar (vroege kindertijd) 6 - 11 jaar (midden kindertijd) 11 - 18 jaar (adolescentie) 18 - 40 jaar (vroege volwassenheid) 40 - 65 jaar (middelbare volwassenheid) 65 jaar - overlijden (late volwassenheid)

cognitieve ontwikkeling socio-emotionele ontwikkeling

begrippen begrippen begrippen

lichaamsbouw sensorische ontwikkeling motorische ontwikkeling

onderzoekers onderzoekers onderzoekers

verbanden leggen nadenken over dingen lezen en spreken

gehechtheid Piaget Bowlby Ainsworth LEVENSFASEN VOLGENS ERIKSON 0 - 1,5 jaar (zuigelingenfase) 1,5 - 3 jaar (peuterleeftijd) 3 - 6 jaar (kleuterleeftijd) 6 - 12 jaar (lagereschoolleeftijd) 12 - 18 jaar (adolescentie) 18 - 35 jaar (vroege volwassenheid 35 - 65 jaar (middelbare volwassenheid) 65+ (late volwassenheid) THEMA 1 HOOFDSTUK 2 / ©VAN IN 97

This article is from: