SYNTHESE
↑
KENNISCLIP 1
Ontwikkeling
↑
KENNISCLIP 2
2.1
2.2
Ontwikkeling is het samenspel van groei-, rijpings- en leerprocessen. Groeien, rijpen en leren zijn drie ontwikkelingsvormen. Ze kunnen niet los van elkaar gezien worden, want ze spelen op elkaar in. Een ontwikkelingsvorm is een manier waarop een mens tot ontwikkeling kan komen. We onderscheiden drie grote ontwikkelingsdomeinen: de fysieke ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling en de socio-emotionele
—
Fysieke ontwikkeling
IN
ontwikkeling.
De fysieke of lichamelijke ontwikkeling is de ontwikkeling die het menselijk lichaam doormaakt.
2.2
Ze bestaat uit drie domeinen: de lichaamsbouw, de sensorische ontwikkeling en de motorische
ontwikkeling. In de motorische ontwikkeling onderscheiden we grove motoriek en fijne motoriek.
Wanneer we kijken naar de interactie tussen de sensorische en motorische ontwikkeling, dan hebben we
het over de sensomotorische ontwikkeling. Het gaat dan over complexe samenwerkingen die veel oefening vragen. Er bestaan ook ongecontroleerde samenwerkingen die een automatische reactie geven op een prikkel. In dat geval spreken we van een reflex. —
Cognitieve ontwikkeling
2.3
De cognitieve ontwikkeling is het proces van het verwerven, verwerken, opslaan en vervolgens toepassen
N
van kennis. Dit gaat over vaardigheden als lezen en spreken; verbanden leggen; nadenken over begrippen. De Zwitserse psycholoog Jean Piaget verrichtte belangrijk onderzoek naar de cognitieve ontwikkeling bij kinderen. Hij deed onder andere experimenten rond de principes objectpermanentie (het vermogen om een beeld in je geheugen vast te houden, zonder het te zien) en conservatie (of behoud) van aantal en hoeveelheid (het vermogen om te beseffen dat het aantal of de hoeveelheid van iets onveranderd blijft, ook
VA
al verander je de vorm). —
Socio-emotionele ontwikkeling
2.4
De socio-emotionele ontwikkeling gaat over het leren kennen, herkennen en begrijpen van je eigen en andermans gevoelens en de manier waarop je daarmee omgaat. Een centraal thema in de socio-emotionele ontwikkeling bij kinderen is gehechtheid. Dat is de emotionele en wederkerige band tussen een ouder (of verzorger) en een kind. De band zorgt voor veiligheid en vertrouwen. De Britse psycholoog en psychiater John Bowlby was de eerste die de term gehechtheid (attachment) gebruikte. Hij onderscheidde instinctieve reacties die verband houden met gehechtheid en die erop gericht zijn het contact met de verzorger te bestendigen of te herstellen.
©
Een andere onderzoeker die zich richtte op gehechtheid was de Amerikaanse psychologe Mary Ainsworth. Zij onderzocht interactiepatronen en -vormen tussen opvoeder en kind, en onderscheidde drie vormen van
THEMA 1 HOOFDSTUK 2
gehechtheid: veilige, vermijdende en afwerende gehechtheid.
94