10 minute read

Onderzoek: jong zijn in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd

Next Article
F2 De kruistochten

F2 De kruistochten

Onderzoek: jong zijn in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd

Als je nog geen 18 jaar bent, ben je in België volgens de wet minderjarig. Enerzijds wil dat zeggen dat je bepaalde rechten zoals stemrecht niet hebt, anderzijds dat volwassenen (ouders, voogden ...) bepaalde verplichtingen tegenover jou hebben zoals voedsel, kleding, onderdak of studies bekostigen. Bovendien zijn er speciale wetten die minderjarigen extra beschermen. Die huidige situatie verschilt sterk van de levensomstandigheden van leeftijdsgenoten in vroegere tijden. Je weet al dat voor de meeste mensen, en zeker voor die mensen die tot het gewone volk behoren, het leven in die tijd niet gemakkelijk is, en dat geldt in het bijzonder voor kinderen.

Worden kinderen als een aparte groep beschouwd? Is er een evolutie in die houding? Welke verschillen bestaan er met de huidige leefomstandigheden van kinderen?

Kaartnr(s).

Naam: Klas: Nr.: Score:

± 500

MIDDELEEUWEN

± 1450 ± 1750

VROEGMODERNE TIJD MODERNE TIJD

± 1945

HEDENDAAGSE TIJD

DOE DE TEST! Zijn de uitspraken juist of fout? Kruis aan.

a In de 17e eeuw wordt de bekende Vlaamse beeldhouwer Hieronymus

Duquesnoy de Jonge (1602-1654) betrapt op de aanranding van twee jonge knaapjes (8 en 11 jaar oud). Hij wordt voor die misdaad

terechtgesteld en de jongetjes worden … verbannen.

b Zelfs nog in het begin van de 19e eeuw heeft een vader het recht om zijn kind te laten opsluiten als het zich tegen zijn vaders wil verzet. Juist Fout

OPDRACHT 1

HET VERDRAG

In deze les vind je een reeks bronnen waarin je antwoorden kunt vinden op de vragen uit de inleiding. Weet wel dat het onmogelijk is om een volledig beeld te geven van de situatie. Tenslotte

gaat het over een periode van meer dan 1 000 jaar, over verschillende standen, groepen en

landen.

1 Ga samenzitten in groepen van twee of drie leerlingen en voer de opdrachten uit. 2 Voor enkele opdrachten moet je opzoekwerk doen op het internet. 3 Schrijf een korte tekst met daarin minstens drie belangrijke verschillen in de leefsituatie van kinderen tussen de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd enerzijds en de hedendaagse tijd anderzijds.

Veel succes!

Mensen hebben tegenwoordig een hele reeks van wettelijke rechten. Kinderen hebben niet alleen die rechten, maar ook nog een aantal specifieke kinderrechten. Die zijn opgenomen in het

Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK).

Ruwweg kan men die rechten onderverdelen in drie groepen: • rechten die kinderen beschermen; • rechten die kinderen voorzieningen geven; • rechten die kinderen inspraak geven.

- Zoek op in welk jaar het IVRK is aanvaard.

- Geef van elke groep van rechten één concreet voorbeeld.

• Rechten die kinderen beschermen:

• Rechten die het kind voorzieningen geven:

• Rechten die kinderen inspraak geven:

Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind geldt in theorie voor alle kinderen in de wereld, maar in de praktijk is dat niet altijd het geval. Volgens een recent rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (2017) bijvoorbeeld waren er in 2016 wereldwijd zo’n 152 miljoen kinderen die arbeidsprestaties moesten leveren.

OPDRACHT 2

- Zoek zelf in de media een actueel voorbeeld van een schending van kinderrechten.

Een schending betekent dat de rechten van het kind niet gerespecteerd worden.

- Voeg het artikel bij je leerwerkboek. Vermeld de bron van je artikel en maak een korte samenvatting.

955 Octavianus van Spoleto (938-964) bestijgt als Johannes XII de pauselijke troon. 1239 Thomas van Aquino (ca. 1224-1274) begint zijn opleiding aan de universiteit van Napels. 1356 Filips de Stoute (1342-1404) staat zijn vader, de Franse koning, heldhaftig ter zijde in de slag bij Poitiers. 1515 Karel V (1500-1558) neemt het bestuur van de Nederlanden in handen.

Bron 2 Terechtstelling van Lady Jane Grey

Paul Delaroche, Terechtstelling van Lady Jane Grey, 1833, olie op canvas, 246 x 297 cm, National Gallery, Londen

Na de dood van de 15-jarige Engelse koning Edward VI (6 juli 1553) schuiven enkele edellieden Lady Jane Grey (geboren in 1537) naar voren als nieuwe koningin. Na negen dagen moet ze plaatsmaken voor de halfzus van de overleden koning. Lady Jane belandt op het schavot (februari 1554).

Bron 3 Willem II van Oranje en zijn bruid Maria Stuart

Antoon van Dijck, Willem II van Oranje en zijn bruid Maria Stuart, 1641, olie op canvas, 182,5 x 142 cm, Rijksmuseum, Amsterdam

Willem II (1626-1650) is van 1647 tot zijn dood heerser over een deel van wat nu Nederland is. In 1641 trouwt hij met Maria Stuart (16311661), een dochter van de Engelse koning. Zoals zoveel huwelijken in die kringen zijn

politieke motieven doorslaggevend. Dat wil dus zeggen dat de adel in die tijd vaak niet

uit liefde trouwt, maar om politieke redenen: bijvoorbeeld om zijn grondgebied of macht uit te breiden. Beide partijen hopen dus voordeel te halen uit dat huwelijk. In 1647 heeft Maria een miskraam en in 1650, enkele dagen na de dood van Willem, wordt hun enige kind geboren.

- Welk schilderij is een primaire bron?

- Hoe oud zijn de volgende figuren op het moment van de beschreven of afgebeelde gebeurtenissen?

• Octavianus van Spoleto die de pauselijke troon bestijgt: • Lady Jane Grey die wordt terechtgesteld: • Maria Stuart die met Willem II van Oranje huwt:

- Geef twee zaken die tegenwoordig in België echt niet meer kunnen (verboden door de wet), die in de bronnen wel nog vermeld worden.

OPDRACHT 4 - Hoe oud zijn de volgende personen geworden?

• Thomas van Aquino:

• Karel V: • Willem II van Oranje: • Maria Stuart:

- Wat kun je op basis van de (beperkte!) gegevens leren over de gemiddelde levensverwachting in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd? Onderstreep het juiste antwoord.

eerder laag – eerder hoog

- Zoek op het internet op wat vandaag de gemiddelde levensverwachting ongeveer is in België.

Onderstreep het juiste antwoord.

75 jaar – 80 jaar – 85 jaar

Lees de bron en vul de tekst op de volgende bladzijde aan.

Bron

Nog in de 17e eeuw sterven er in West-Europa van elke duizend levend geboren kinderen 150 tot 350 vóór hun eerste verjaardag. Van die kinderen die hun eerste jaar hebben overleefd, sterven nog eens gemiddeld 100 kinderen voor hun tiende jaar. Dat wil zeggen dat een vierde tot bijna de helft van alle levend geboren kinderen nooit de volwassen leeftijd bereikt! Dat lot treft niet alleen gezinnen uit de arme milieus, maar ook uit de hoogste standen. De Engelse koningin Anne (1665-1714) bijvoorbeeld is zeker 17 keer zwanger geweest. Ze heeft zeven miskramen, vijf kinderen worden dood geboren en haar vijf levend geboren kinderen sterven allemaal vrij jong. De oudste is 11 jaar geworden.

Naar: Herman Beliën e.a., Een geschiedenis van Europa 1500-1815, 1983

Zoals je hebt achterhaald, ligt de gemiddelde levensverwachting in Europa voor de 19e eeuw . Dat cijfer is vooral het gevolg van de kindersterfte. De groepen die met kindersterfte te maken krijgen zijn

OPDRACHT 5 - Zoek op het internet informatie over de zuigelingensterfte in het huidige België.

Hoeveel kinderen per 1 000 geboorten sterven er (gemiddeld) in hun eerste levensjaar?

- In welk land is de zuigelingensterfte vandaag het hoogst? Hoeveel kinderen per 1 000 sterven er?

- In welk werelddeel is de zuigelingensterfte het hoogst?

WEBSITE

OPDRACHT 6

In de vroegmoderne tijd nemen mensen geleidelijk een andere houding aan tegenover kinderen. Ze worden steeds meer als een afzonderlijke categorie beschouwd en men begint ook meer aandacht te besteden aan de opvoeding.

Bron De dorpsschool

Jan Steen, De dorpsschool, ca. 1668-1672, olie op canvas, 110 x 80 cm, Scottish National Gallery, Edinburgh

Van leerplichtonderwijs zoals wij dat nu kennen, is er voor de 19e eeuw geen sprake. De meeste kinderen hebben geen tijd om geregeld naar school te gaan. Ze moeten hun ouders helpen bij het werk. Enkel de rijken en hooggeplaatsten kunnen hun kinderen een deftige intellectuele vorming aanbieden. Op het platteland zijn er wel dorpsscholen waar een aantal basisvaardigheden worden aangeleerd, maar waar vooral toch kennis van de godsdienst centraal staat. Zeker in de katholieke landen staat het onderwijs volledig onder controle van de Kerk.

• de inrichting van het lokaal:

• de plaats en activiteiten van de leerlingen:

OPDRACHT 7 - Onderstreep het juiste antwoord. Wat is het belangrijkste doel van het onderwijs in vroegere tijden. algemene vorming – goede gelovigen vormen – opleiden tot kritische burgers

Bron Kinderspelen

5 1

3

6

4 7

8

2

Pieter Bruegel de Oude, Kinderspelen, 1560, olieverf op paneel, 118 x 161 cm, Kunsthistorisches Museum, Wenen

- Zoek de volgende kinderspelen op het schilderij. Schrijf het juiste nummer erbij.

Haasje-over Hoepelen Paardrijden op een houten hek Maskerspel Zwemmen Tonrijden Spelen met een tol

Steltlopen

- Welke van die spelletjes heb je zelf nog gespeeld?

- Vergelijk de bronnen.

Bron 1

Jantje zag eens pruimen hangen o, als eieren zoo groot ‘t scheen dat Jantje wou gaan plukken schoon zijn vader ‘t hem verbood hier is, zei hij, noch mijn vader noch de tuinman die het ziet aan een boom, zoo vol geladen mist men vijf, zes pruimen niet maar ik wil gehoorzaam wezen en niet plukken, ik loop heen zou ik om een handvol pruimen ongehoorzaam wezen? Neen! voort ging Jantje naar zijn vader die hem stil beluisterd had kwam hem in ‘t loopen tegen vooraan op het middenpad kom mijn Jantje, zei de vader kom mijn kleine hartendief nu zal ik pruimen plukken nu heeft vader Jantje lief daarop ging vader aan het schudden Jantje raapte schielijks op Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen en liep heen op een galop

Uit: Hieronymus Van Alphen, De pruimeboom, 1779

Hieronymus van Alphen (1746-1803) is een Nederlandse dichter, vooral bekend om zijn gedichten voor kinderen. Hij gelooft dat kinderen een onbeschreven blad zijn aan wie alles moet worden aangeleerd door de ‘wijze’ volwassenen.

Bron 2

Een kind mag niets doen, louter uit gehoorzaamheid, maar alleen als het de noodzaak ervan inziet. Dat leert hem de natuur. Hoe vaker het valt, hoe beter. Er is geen beter leerboek dan de wereld, geen beter onderwijs dan dat wat door feiten zelf wordt gegeven. Als een kind geleerd wordt inzichten aan te nemen op gezag, zal het zijn rede [verstand] niet meer gebruiken, maar de speelbal worden van de meningen van anderen. (…) Het doel is niet het kind kennis bij te brengen, maar hem te leren hoe hij die zelf moet verwerven en te leren vragen naar het waarom.

Uit: Jean-Jacques Rousseau, Emile, of de opvoeding, 1762

Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) is een belangrijke Franse filosoof. Hij hecht veel belang aan een goede opvoeding. Hij maakt wel een onderscheid tussen jongens en meisjes. Meisjes mogen wel gestraft worden en moeten leren gehoorzamen aan de man.

- Werk samen met je buur. Probeer beide bronnen kort in jullie eigen woorden samen te vatten.

- Lees bron 1. Waarom laat Jantje de pruimen uiteindelijk hangen?

- Hoe reageert zijn vader?

- Zou Jean-Jacques Rousseau (bron 2) akkoord zijn gegaan met de boodschap van het gedicht?

Geef één argument of bewijs voor je antwoord.

- Is Rousseau naar onze normen een modern denker? Motiveer je antwoord.

- Omcirkel de onderwijsstijl die jij verkiest. Geef daarvoor één argument.

Hieronymus van Alphen – Rousseau

BESLUIT - Voeg de historische redeneerwijze ‘argument of bewijs’ toe aan het schema van historisch denken op de uitvouwbare tijdlijn.

- Omcirkel de opvoedingsstijl die volgens jou vandaag op jouw school het meest wordt gebruikt.

Hieronymus van Alphen – Rousseau

Zijn de volgende stellingen juist of fout?

a Een echte kindertijd is er in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd niet.

b In de vroegmoderne tijd begint men geleidelijk aan kinderen steeds meer als kinderen te beschouwen.

c De huidige kinderrechten gelden ook in vroegere tijden. Juist Fout

ONWAARSCHIJNLIJK!

Sinds de 16e eeuw doet er een verhaal over Caterina Sforza (1463-1509) de ronde. Zij is een Italiaanse edelvrouw en onder andere gravin van Forlì, een stadje in Italië. Wanneer de stad belegerd wordt, dreigen haar vijanden haar gevangen kinderen te doden. Caterina zou daarop hebben gereageerd door op de stadswallen te gaan staan en haar vijanden haar geslachtsdelen te tonen met de boodschap dat ze alles had om nieuwe kinderen te maken.

Wat je na dit onderzoek moet kunnen:

KUNNEN

1 informatie uit bronnen halen 2 zelf informatie (onder andere met betrekking tot mensenrechten) opzoeken 3 historische beeldvorming aanvullen na kritische analyse van bronnen 4 aan de hand van opdrachten de hedendaagse tijd met de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd vergelijken 5 bronnen met elkaar vergelijken

Een aantal onderdeeltjes van ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kunt, zet je daar een kruisje voor.

This article is from: