11 minute read
Onderzoek: de inname van Jeruzalem in 1099 door Arabische
Er zijn weinig historische gebeurtenissen waarover zoveel geschreven is als de kruistochten. Een gebeurtenis die vandaag nog tot de verbeelding spreekt is de inname van Jeruzalem in juli 1099 door de kruisvaarders. In het verleden hebben westerse historici vooral aandacht besteed aan westerse bronnen. In deze les bekijken we het onderwerp vanuit het andere standpunt. Wat zeggen Arabische
1095
KRUISTOCHTEN NAAR HET MIDDEN-OOSTEN
1271
OPDRACHTEN
1 2 3 4 5 157F niet-westerse samenlevingen Situeer de historische vraag in de tijd, de ruimte en het maatschappelijk domein. Lees de inleidende teksten en de bronnen. Duid aan welke woorden je niet begrijpt en zoek de betekenis ervan op. • De bronnen zijn gegroepeerd in bronnen uit de 12e eeuw en bronnen uit de 13e eeuw. Voor de bronnen staat er telkens een inleidende tekst. Wat is de bedoeling daarvan? • Welke bronnen zijn bruikbaar voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag? Waarom? Welke soorten bronnen worden in de les gebruikt? Vergelijk bron 2 enerzijds met bronnen 3, 4, 5B, 6 en 7A anderzijds. • Is het een historische bron of een historisch werk? • Is het een primaire of een secundaire bron? • Is het een geschreven of een ongeschreven bron? In een leerboek worden bronnen dikwijls bewerkt. Geef daarvan twee voorbeelden voor deze les. Wat zeggen de bronnen over het aantal slachtoffers bij de inname van de stad? • Plaats de geschreven bronnen in volgorde van ontstaan. Noteer bij elke bron de datum en het aantal slachtoffers. • Welk grote verschil is er tussen de bronnen uit de 12e eeuw en die uit de 13e eeuw? © VAN IN
6 Zijn de bronnen betrouwbaar om een antwoord te geven op de historische vraag? Je vergelijkt daarvoor Ibn al-Qalānisī en Ibn al-Athîr. • Wie is de auteur? • Wanneer is de bron gemaakt? • Is hij een ooggetuige? • Is hij een tijdgenoot? • Is er een groot tijdverschil met de gebeurtenissen die hij beschrijft? • Waar heeft de auteur de bron gemaakt? • Wat is zijn beroep? • Heeft hij andere bronnen gebruikt? • Wie is het doelpubliek? • Wat is de bedoeling van de bron? • Hoeveel moslims worden gedood? Waar worden zij gedood? • Voor hoeveel personen is er plaats in de al-Aqsamoskee? Zoek het op.
7 Welke voor Jeruzalem belangrijke gebeurtenis vindt er plaats op het einde van de 12e eeuw?
8 Welke bron is volgens jou het meest betrouwbaar om de historische vraag te beantwoorden? Geef drie argumenten.
9 Noteer of je al dan niet akkoord gaat met de stelling. Als je niet akkoord gaat met een uitspraak, motiveer dan waarom niet. • In 1099 veroveren de kruisvaarders Jeruzalem op de moslims. • In 1187 veroveren de moslims Jeruzalem op de kruisvaarders. • De Arabische kronieken uit de 12e eeuw besteden geen aandacht aan het aantal slachtoffers. • De Arabische kronieken uit de 12e eeuw beschrijven de inname van Jeruzalem als een gebeurtenis zonder grote betekenis. • De Arabische auteurs uit de 12e eeuw vonden het niet de moeite om het aantal slachtoffers te vermelden. • De Arabische kronieken uit de 13e eeuw besteden geen aandacht aan het aantal slachtoffers. • De Arabische auteurs uit de 13e eeuw vonden het waarschijnlijk niet de moeite om het aantal slachtoffers
te vermelden. • Het is pas na de verovering van Jeruzalem door de moslims in 1187 dat de Arabische kronieken aantallen vermelden. • Na de verovering van Jeruzalem door de christenen in 1187 geven zij een andere betekenis aan de inname in 1099. • In de 13e eeuw zien Arabische auteurs de inname van Jeruzalem in 1099 als een conflict tussen de hele moslimwereld en de Franken. 10 Maak een schema waarin je de volgende elementen vermeldt: • de onderzochte historische vraag; • hoeveel aandacht de vroegste Arabische kronieken aan de inname van Jeruzalem besteden; • hoe die vroege Arabische kronieken de inname van Jeruzalem beoordelen; • hoe betrouwbaar de cijfers van latere kronieken zijn over het aantal slachtoffers bij de inname van Jeruzalem. ONDERZOEK De inname van Jeruzalem in 1099 Door araBische ogen© VAN IN
4
1 2
3
• Vervolledig aan de hand van de
bronnen de legende bij de kaart van Jeruzalem: Waarvoor staan de cijfers 1 tot 4 op de kaart?
BRONNEN UIT DE 12E EEUW
De bevrijding van Jeruzalem met de Heilig Grafkerk is het einddoel van de kruisvaarders in 1099. Wanneer zij naar Jeruzalem trekken, komen zij in het Midden-Oosten in een onbekend gebied terecht. Zij weten weinig of niets over de bewoners en de
machthebbers. Het omgekeerde is ook waar: de moslims weten in het begin niet wie de kruisvaarders zijn, wat die daar doen en
wat hen drijft. Zij noemen de kruisvaarders vaak ‘Franken’.
Moslimtijdgenoten zien de inname van Jeruzalem in 1099 als een lokale gebeurtenis zonder veel betekenis. Voor de tijdgenoten is de inname van de stad niet anders dan wat in de decennia daarvoor gebeurde. De stad is toen verschillende keren ingenomen:
- In 1073 veroveren Seltsjoeken (soennitische Turken) Jeruzalem op de Fatimiden (sjiieten uit Egypte). - In 1077 komt de bevolking van Jeruzalem in opstand en neemt de stad in handen, maar de stad wordt daarna terug ingenomen door de Seltsjoeken. - In 1098 veroveren de Fatimiden Jeruzalem opnieuw op de Seltsjoeken. - In 1099 veroveren westerse kruisvaarders Jeruzalem op de Fatimiden.
De Heilig Grafkerk is de plaats waar volgens de traditie Jezus begraven werd. Het is voor christenen een van de heiligste plaatsen. De kerk is sinds de 4e eeuw een belangrijke bedevaartplaats. Op de plaats van de huidige kerk hebben meerdere kerken gestaan die tijdens oorlogen en branden verloren zijn gegaan. De Heilig Grafkerk wordt in de 11e eeuw compleet verwoest. Het huidige gebouw stamt uit de 12e eeuw.
159F niet-westerse samenlevingen BRON 2 De Heilig Grafkerk in Jeruzalem • Waarom is de Heilig Grafkerk zo belangrijk? • Is dit nog altijd het oorspronkelijk gebouw? © VAN IN
De Franken vielen de stad aan en namen er bezit van. Een aantal inwoners trok zich terug in de Toren van David* en velen werden gedood. De joden verzamelden zich in de synagoge en ze hebben die boven hun hoofd verbrand.
Uit: Ibn al-Qalānisī, Voortzetting van de kroniek van Damascus, ca 1140-1150
De historicus Ibn al-Qalānisī is afkomstig uit Damascus (Syrië) waar hij als ambtenaar werkt. Er is weinig gekend over zijn leven. Hij schrijft een groot deel van zijn kroniek dezelfde tijd als al-Azīmī of iets later. Hij noemt bijna nooit zijn bronnen, maar die lijken voor het grootste deel afkomstig te zijn uit Syrië en Egypte. Als ambtenaar had hij waarschijnlijk toegang tot officiële archieven en oudere kronieken. Al-Qalānisī is geen ooggetuige van de gebeurtenissen.
* de Toren van David is een oude verdedigingstoren van de stad
BRON 4 Mohammed al-Az m (1090–na 1161)
492* Vervolgens richtten [de Franken] zich naar Jeruzalem en namen het in uit de handen van de Egyptenaren [sjiitische Fatimiden]. Godfried* nam er bezit van en ze verbrandden de synagoge*.
Uit: Mohammed al-Azīmī, De geschiedenis van Aleppo, ca. 1143-1144
De kroniek ‘De geschiedenis van Aleppo’ van al-Azīmī, is de oudst bewaarde Syrische bron over de kruistochten. De schrijver heeft het grootste deel van zijn leven in Aleppo doorgebracht. Hij voltooit het werk in 538/1143–44. Al-Azīmī is net als al-Qalānisī geen ooggetuige van de gebeurtenissen.
* 492: november 1098 - oktober 1099
Godfried van Bouillon, een van de leiders van de kruistocht
Een synagoge is de plaats waar joden hun godsdienstige plechtigheden houden.
BRON 5 A De regio rond Jeruzalem
B Ibn al-Azraq al-Fariq (ca. 1116-1176)
In het jaar 491* verschenen de Franken. Ze vielen aan en namen Antiochië en Tripoli in. In het jaar 492 namen ze bezit van Jeruzalem en het nabijgelegen Tyrus en Akko*. Uit: Ibn al-Azraq al-Fāriqī, Ahmad, De geschiedenis Mayyafariqin en Āmid, ca. 1164-1176 Ibn al-Azraq al-Fāriqī is een van de latere Syrische auteurs die over de kruistochten schrijft. Hij beschrijft heel kort de gebeurtenissen. Uiteraard is hij ook geen ooggetuige. * 491: december 1097- oktober 1098 Antiochië, Tripoli, Tyrus en Akko zijn kustplaatsen aan de Middellandse Zee. ONDERZOEK De inname van Jeruzalem in 1099 Door araBische ogen© VAN IN
In de 12e eeuw zijn er regelmatig conflicten tussen de plaatselijke machthebbers, tussen moslims en christenen, maar het grootste deel van de tijd leven zij in vrede naast elkaar. Er zijn weinig onderlinge contacten. In de 13e eeuw verandert de situatie in het Midden-Oosten. Saladin wordt de nieuwe leider in het gebied en hij slaagt erin om de moslimwereld te verenigen. Het leger van Saladin verovert Jeruzalem in 1187: de moslimwereld heeft de kruisvaarders verslagen. De verovering van Jeruzalem door de kruisvaarders in 1099 wordt nu gezien als een botsing tussen de Franken en de moslimwereld als geheel.
BRON 6 Ibn Wasil (1208-1298)
Nadat ze bezit hadden genomen van Ramla* belegerden ze Jeruzalem en vielen [de stad] aan. Ze namen haar in bezit, verzamelden de joden van de stad in een synagoge en staken die in brand. Ze doodden meer dan 70 000 moslims ...
Uit: Ibn Wasil, De geschiedenis van Salihi, ca. 1240
De historicus Ibn Wasil wordt geboren in een middenklasfamilie in de Syrische stad Hama. Hij is actief in het onderwijs maar ook in de politiek.
* Ramla is een belangrijke handelsstad in de 11e eeuw, het ligt op 50 km ten noordwesten van Jeruzalem.
BRON 7 A Ibn al-Athîr (1160-1233) B Zittende man (mogelijk Saladin)
De heilige stad werd langs de noordkant ingenomen, op vrijdagochtend, zeven dagen van Sha’ban*. De bevolking sloeg dadelijk op de vlucht. De Franken bleven een week in de stad, de moslims uitmoordend. Een groep moslims verschanste zichzelf in de toren van David en vocht drie dagen door. De Franken gaven hen vrijgeleide (…). De Franken hielden hun woord, en de groep vertrok ‘s nachts naar Asjkelon*. De Franken hebben meer dan 70 000 mensen gedood in de al-Aqsamoskee*, waaronder een groot aantal moslimimams en -geleerden, en ook vrome en ascetische mannen (…) Uit: Ibn al-Athîr, De volledige geschiedenis, ca. 1231 Ibn al-Athîr is een zeer belangrijke Arabische (of Koerdische?) moslimhistoricus. Hij brengt zijn wetenschappelijke loopbaan door in Mosoel en bezoekt vaak Bagdad. Hij reist ook een tijd mee in het gezelschap van Saladin en is zo getuige van de inname van Jeruzalem in 1187. Daarna verblijft hij ook in Aleppo en Damascus en overlijdt in Mosoel. Zijn hoofdwerk is een geschiedenis van de wereld ‘al-Kamil fiat-Tarikh’. Daarvoor verzamelt hij het materiaal uit oude bronnen en tijdens zijn reizen. Ibn al-Athîr neemt zijn bronnen niet letterlijk over maar bewerkt ze. Zijn geschiedenis is een geschiedenis van de machthebbers, zij zijn het die in zijn ogen de geschiedenis maken. Vanuit zijn eigen tijd kijkt hij naar het verleden. Hij ziet de verovering van Jeruzalem in 1099 als een aanslag van de Franken op hele moslimwereld en niet als een lokaal conflict. Hij schrijft het boek rond 1231. * Sha’ban: achtste maand van de islamitische kalender
Asjkelon: kuststad op ongeveer 75 km ten westen van Jeruzalem
Al-Aqsamoskee: de belangrijkste moskee van Jeruzalem, gelegen op het Tempelplein waar ook de rotskoepel staat
Fniet-westerse samenlevingen 161
Uit: al-Jazari, Automata, kopie uit 1354, Freer Gallery of Art, Washington D.C. © VAN IN
Wanneer tijdgenoten spreken over de legers van hun eigen tijd of recente tijden, wanneer zij discussiëren over moslim- of christensoldaten, of wanneer zij de belastinginkomsten en het geld berekenen dat door de regering wordt uitgegeven, (…) dan blijken zij in het algemeen te overdrijven, de grenzen van het gewone te overschrijden en te bezwijken voor de verleiding van sensatiezucht. Wanneer de verantwoordelijke ambtenaren worden ondervraagd over hun legers, wanneer de goederen en bezittingen van rijke mensen worden beoordeeld, (…), zullen de cijfers een tiende blijken te bedragen van wat die mensen hebben gezegd. De reden is eenvoudig. Het is het algemene verlangen naar sensatiezucht, het gemak waarmee men zomaar een hoger cijfer kan noemen, en de nalaten om rekening te houden met de beoordeling en de kritiek van anderen.
Uit: Ibn Kahldun, Inleiding tot de geschiedenis, 1377, eigen vertaling
Ibn Kahldun (1332-1406) is een moslimgeleerde, die op verschillende wetenschappelijke terreinen actief is. Hij wordt soms de vader van de moderne geschiedschrijving genoemd. Zijn belangrijkste werk is ‘al-Muqaddimah’, of ‘Inleiding tot de geschiedenis uit 1377’.
• Wat zegt Ibn Kahldun over het noemen van grote aantallen?
KUNNEN
1 het tegenstrijdige karakter van twee bronnen verklaren 2 aantonen dat de beperkingen van bronnen gevolgen hebben op de historische beeldvorming 3 de eigen standplaatsgebondenheid of die van anderen toelichten 4 inleven in historische gebeurtenissen en afstand doen van het eigen waarden- en normenkader 5 de betrouwbaarheid van bronnen onderzoeken 6 de onderzoekbaarheid van een historische vraag evalueren ONDERZOEK De inname van Jeruzalem in 1099 Door araBische ogen
7 informatie afleiden uit een historische bron om een historische vraag te beantwoorden 8 een historische bon contextualiseren in het licht van een historische vraag 9 historische bronnen vergelijken om een historische vraag te beantwoorden 10 historische beeldvorming aanvullen door te werken met bronnen © VAN IN