9 minute read
G1 De vrouw in de middeleeuwen
G1
Voor de Belgische wet zijn mannen en vrouwen gelijk. Bovendien beschermen bepaalde wetten vrouwen, bijvoorbeeld tegen al te zware arbeid. Welke plaats
bekleden vrouwen in de middeleeuwse samenleving? Welk werk doen ze? Hoe denken middeleeuwse mannen over vrouwen?
± 3500 v.C.
PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN
± 800 v.C.
KLASSIEKE OUDHEID
± 500 ± 1450 ± 1750 ± 1945
MIDDELEEUWEN HEDENDAAGSE TIJD
MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD
abdis:
overste van een abdij, vrouwelijke tegenhanger van een abt 184 G1 De vrouw in De miDDeleeuwen
1De vrouw heeft aanvankelijk rechten
BRON 1 In het oude Rome hebben mannen en vrouwen geen gelijke rechten, vrouwen staan onder het wettelijke gezag van een man, hun vader of echtgenoot. Vrouwen zijn ondergeschikt aan de man en moeten hem gehoorzamen. In navolging daarvan staan vrouwen ook in het vroege christendom onder het gezag van de man en moeten zij ook hun man gehoorzamen. Maar belangrijker is de wederzijdse liefde. Bij de Germanen heeft de vrouw een bevoorrechte plaats in het gezin. Die drie tradities versmelten en zijn bepalend voor de positie van de vrouw in de middeleeuwen. Net zoals bij de Germanen mag de vrouw bezittingen hebben. Ze mag geld beheren, grond en huizen kopen, schenkingen doen ... Als ze gehuwd is, moet de vrouw haar man gehoorzamen. Dat houdt onder meer in dat de man voortaan haar bezittingen zal beheren. Als de man sterft, komen de goederen weer onder haar beheer. Meer nog, ze mag na zijn dood zelfs vrij beschikken over zijn goederen. Vanaf de 12e eeuw bestuderen de middeleeuwers het Romeinse recht opnieuw. In de daaropvolgende eeuwen nemen de vorsten Romeinse bepalingen op in hun wetteksten. Voor de vrouwen is dat erg ongunstig. Ze worden net zoals in de Romeinse tijd volledig ondergeschikt gemaakt aan de man. Bij het
huwelijk wordt de man voortaan eigenaar van de bezittingen van de vrouw. Na zijn dood wordt zij onder voogdij geplaatst van een mannelijk familielid
(vader, oom, schoonvader, neef, zoon, schoonzoon ...) of gewoon aan haar lot overgelaten. 2 Vrouwen met macht Sommige vrouwenkloosters groeien uit tot centra van kennis en cultuur met een grote uitstraling naar de buitenwereld. Kloosterzusters kopiëren handschriften en miniaturen voor opdrachtgevers. Ze kunnen dus lezen en schrijven. Sommige abdissen schrijven ‘encyclopedieën’ die de nonnen vertrouwd maken met het geloof, de wetenschap (bijvoorbeeld geneeskunde) en de techniek. Op hun beurt geven zij hun kennis door aan kinderen en jongeren in kloosterscholen. Vaak zijn kloosters toegankelijk voor vrouwen en mannen. Die dubbelkloosters staan in een aantal gevallen zelfs onder leiding van een abdis. Wereldlijke en geestelijke gezagsdragers vragen hen zelfs om raad. Je weet al dat er in West-Europa vanaf de 12e eeuw universiteiten ontstaan. Vrouwen zijn er niet toegelaten. Die universiteiten trekken het wetenschappelijke onderwijs naar zich toe ten nadele van de kloosterscholen. Ze verkondigen het voor de vrouw nadelige Romeinse recht. © VAN IN
Een aantal adellijke vrouwen bekleedt vooral om praktische redenen een belangrijke positie in de samenleving. Als bijvoorbeeld de kasteelheer voor lange tijd afwezig is, kan het domein niet onbeheerd worden achtergelaten. Daarom neemt zijn vrouw vaak het beheer over tijdens zijn afwezigheid. Vanaf de 12e eeuw doen de edelen voor het beheer van hun landgoederen echter steeds meer een beroep op speciaal opgeleide rentmeesters. Op het einde van de middeleeuwen beperkt de wereld van de kasteelvrouw
zich meestal tot het vrouwenvertrek waar borduren
en spinnen haar voornaamste bezigheden zijn. Uiteraard zijn er ook vrouwen die wel een belangrijke rol spelen. Ze oefenen dikwijls achter de schermen invloed uit.
3Vrouwenarbeid
BRON 2-3-4-7 Op het platteland is er een duidelijke taakverdeling voor man en vrouw. De vrouw doet het huishoudelijke werk: voedselvoorraden aanleggen, brood bakken, bier brouwen, kleding vervaardigen, wassen ... Ook een aantal landbouwtaken zijn voor haar rekening: schapen scheren, gras maaien voor hooi, de tuin omspitten, oogsten ... De eigenaars van grotere boerderijen schakelen vrouwen in als
dagloner en geven hun vaak zelfs hetzelfde loon als
de mannelijke arbeiders.
Ook in de steden komt vrouwenarbeid veelvuldig voor. Vrouwelijke winkeliers verkopen fruit, vis en ook zelfgemaakte waren. In grote steden zijn er zelfs vrouwelijke groothandelaars die internationale handel drijven. Vrouwen treden toe tot gilden die kleding en luxeartikelen produceren. Daarnaast is bier brouwen het stedelijke ambacht dat vrouwen het meest uitoefenen. Een aantal vrouwen werkt als goedkope dagloners in de bouw en de metaalnijverheid. Veel mannelijke ambachtslieden zijn niet tevreden met die vrouwenarbeid. Ze geven de vrouwen de schuld als er een crisis opduikt. Ze zijn ook bang dat hun meesters goedkopere vrouwelijke arbeiders verkiezen. Vaak gaat het stadsbestuur in op die mannelijke klachten en stelt allerlei bepalingen op die de vrouwenarbeid beperken. Vooral vanaf de 15e eeuw worden de vrouwen op die manier uit de stedelijke productie verdrongen. Vrouwen mogen voortaan alleen meewerken met hun man of bij een andere ‘heer en meester’, maar mogen geen zelfstandig beroep meer uitoefenen.
In het spoor van vele kerkelijke hervormingen ontstaan in de 12e-13e eeuw nieuwe levensstijlen in Europa. Sommige vrouwen leiden alleen of in kleine groepen een vroom en sober leven. Later groeperen zij zich in een begijnhof: een verzameling van woningen rond een kerk. Zij wonen in aparte huizen en staan zelf in voor hun eigen onderhoud en zijn heel zelfstandig. Begijnen beloven vroom, sober en ongehuwd te leven, maar zij mogen op ieder moment vrij de gemeenschap verlaten.
4Mannen hebben vaak een negatief beeld over vrouwen
BRON 5-6 Veel mannen vinden het onzinnig dat vrouwen een beroep aanleren: ze moeten alleen hun man van dienst zijn. Jonge meisjes proberen zich voor te bereiden op het huwelijk door als dienstmeisje te gaan werken. Gedurende de hele middeleeuwen denken vooral monniken heel negatief over vrouwen. Zij zien elke vrouw als een verleidster die hun hoofd op hol wil brengen. Die monniken willen vooral hun jonge collega’s beschermen. Hun geschriften hebben ook een grote invloed buiten het klooster. Vanaf de 13e eeuw wordt dat negatieve vrouwbeeld nog versterkt door de herontdekking van de Griekse filosofie, die vrouwen niet gunstig gezind is. In schril contrast daarmee staat de vrouwenverering in de hoofse liefde (zie les D6).
185G De miDDeleeuwen anDers Bekeken KENNEN 1 het belang van de vrouwelijke geestelijke in de middeleeuwse samenleving beschrijven 2 de positie van een rijke vrouw in de samenleving beschrijven 3 haar positie met die van de Romeinse vrouw vergelijken en vanuit het christendom verklaren 4 de slechtere situatie van de adellijke vrouw op het einde van de middeleeuwen beschrijven en verklaren 5 het verschil tussen begijnen en kloosterzusters uitleggen 6 de situatie van de volksvrouw beschrijven 7 de verering en verachting van de middeleeuwse vrouw beschrijven en verklaren KUNNEN 1 opdrachten bij een geschreven bron oplossen 2 twee tekstbronnen met elkaar vergelijken 3 een tekstbron en een afbeelding vergelijken 4 situaties uit het verleden met situaties uit het heden vergelijken © VAN IN
In de vroege middeleeuwen schonk de echtgenoot of zijn familie goederen aan de familie van de vrouw als ‘compensatie’ voor het verlies dat die familie moest ondergaan door een van haar dochters af te staan. Later schonk men de goederen aan de echtgenote zelf die als tegenprestatie waardepapieren, onroerende goederen en geld inbracht. Ze ‘schonk’ die aan haar echtgenoot of hield ze in eigen bezit. Zo was haar levensonderhoud na de dood van haar echtgenoot verzekerd.
Vanaf de 12e eeuw werd de door de vrouw meegebrachte bruidsschat groter en de bijdrage van de man kleiner. Sommige bijdragen werden zelfs door de overheid verboden, zoals in 1143 de tertia uit Genua (een van oorsprong Germaans gebruik) volgens welk een vrouw het recht had op een derde van de bezittingen van haar echtgenoot.
Vanaf de 14e-15e eeuw had de vrouw meestal niet meer het recht om vrij te beschikken over de bezittingen die haar man haar geschonken had. De man beheerde de goederen tijdens zijn leven. Na zijn dood had de vrouw niet meer dan het vruchtgebruik en zij had niet het recht ze bij testament na te laten aan wie ze maar wilde.
Uit: C. Klapisch-Zuber, De wereld van de BRON 3 middeleeuwen In de jaren 1439 tot 1477 bevonden zich onder de parochianen
• Als een man en een vrouw in het huwelijk van de Sankt-Sevbaldparochie in Neurenberg negen vrouwelijke
treden, worden er goederen uitgewisseld. kopersmeden, zeven vrouwelijke koperslagers, een messenmaakster,
Leg uit. een vingerhoedmaakster, een draadtrekster, drie vrouwelijke blikslagers,
• Wat gebeurt er als de man sterft? een pasloodmaakster en zes tingietsters. (...) Er hebben ook vrouwen in • Welke verandering is er merkbaar sinds de de bouw gewerkt, en zelfs zware lichamelijke arbeid verricht, namelijk
12e eeuw? als helpsters bij het aanmaken van specie, het dakdekken en ook bij
• Vanaf de 15e eeuw is de situatie heel glazenierwerk. Zij werden per dag in dienst genomen en betaald, als
ongunstig voor de vrouw. Leg uit. goedkope arbeidskrachten tegenover de duurdere mannelijke dagloners. Uit: C. Opitz, Geschiedenis van de vrouw
• Noem vijf verschillende beroepen waarin de vrouw werkzaam is. • Ook in de bouwsector worden vrouwen ingeschakeld. Is dat in de eigen
tijd ook het geval?
• Krijgen vrouwen hetzelfde loon?
Uit: Les Très Riches Heures du Duc de Berry, een getijdenboek gemaakt door de gebroeders van Limburg (tussen 1411 en 1416, Musée Condé, Chantilly) • Wat voor werk voeren de vrouwen uit? © VAN IN
De schoonheid des lichaams bestaat alleen in de huid. Want als de mensen zagen wat er onder de huid is … zouden zij walgen van het zien der vrouwen. Die bevalligheid bestaat in slijm en bloed, in vocht en gal. Als toch iemand bedenkt wat er in de neusgaten, en wat er in de keel en wat er in de buik verborgen is, zal hij altijd vuil vinden. En als wij zelfs niet met de vingertoppen slijm of drek kunnen aanraken, hoe kunnen wij dan begeren, de drekbuidel zelf te omhelzen.
Uit: Odo, tweede abt van Cluny, begin 10e eeuw
Odo is een van de belangrijkste kerkleiders uit de 10e eeuw.
• Hoe denkt deze kerkleider over de vrouw? • Hoe belangrijk is Cluny? Raadpleeg les D4.
Dit werk is een geïllustreerde encyclopedie in het Latijn, geschreven door Herrade van Landsberg tussen 1175 en 1195. Zij was abdis van het klooster Hohenburg op de Odilienberg in de Elzas. Het is de eerste encyclopedie die door een vrouw is samengesteld. Hij bevat 350 miniaturen en vat de kennis van die tijd samen. Het origineel is verloren gegaan in 1870, maar er bestaat een zeer nauwkeurige kopie van. BRON 6
Ze willen de hele dag (...) met vrouwen dansen. En weet goed dat de Duivel hun dans leidt en dat Satan hun waanzin zozeer
187G De miDDeleeuwen anDers Bekeken aanvuurt en hun passie zo in vuur en vlam zet dat hij hen door liefdesexcessen voor hun dames in aanbidding brengt. Omdat ze de Schepper met ware liefde zouden moeten beminnen, met hun hele hart, ziel en verstand, houden ze zondig van hun dames en hierom maken ze van hem hun godheid. Weet dat ze door hen te aanbidden in werkelijkheid Satan eren en de verraderlijke Duivel tot hun god maken, Satan en Belial. Naar: Matfre Ermengaud (13e eeuw), dichter en monnik • Waarvoor waarschuwt de dichter? • Waarmee vergelijkt hij de liefde voor de vrouw? • Welk aspect van de liefde veroordeelt hij? • Wat wordt afgebeeld? • Wat is er vreemd aan de voorstelling? BRON 7 Het begijnhof van Diksmuide © Willemdd • Zoek in de lestekst op wat begijnen zijn. • Beschrijf de foto in je eigen woorden. © VAN IN