13 minute read
Les 9 Hoofdletters en tekstopbouw
9 hoofdletters en tekstopbouw
1
Je vergelijkt (twee) teksten kritisch 3
iK nOem je ... 1 Bekijk het korte filmpje en beantwoord samen met een medeleerling de vragen. a Welke vraag hebben de makers van dit filmpje aan deze mensen gesteld? b Vat in één woord het onderwerp van dit filmpje samen. Hoe zou je dit woord omschrijven? c Welk synoniem gebruikt een van de geïnterviewden voor dit woord? d Kun je zelf nog voorbeelden geven van dergelijke woorden? Je schrijft een tekst van een aantal alinea’s op een vlotte en aantrekkelijke manier Je kent de belangrijkste categorieën van woorden die je met een hoofdletter schrijft 2 1 © VAN IN
2 Straks lees je twee teksten waarin een aantal moeilijke woorden staan. Je krijgt hier enkele van die woorden in een andere context. Gebruik die context om de betekenis van de woorden te achterhalen.
Duncan Laurence won een aantal jaar geleden het Eurovisiesongfestival. In de Rockacademie van Tilburg bloeide Duncan helemaal open. Nina June, zijn zangcoach, omschrijft hem zelfs als ‘uitbundig’. ‘Hij zong heel goed en hield van het podium. Hij wilde graag entertainen, was niet zo ingetogen als nu. Tegenwoordig heeft hij meer rust in zijn performance. ‘Laat mensen naar jou komen, in plaats van dat jij naar de mensen gaat’, adviseerde ik hem. Duncan durft het klein te houden nu, minder te doen. Hij heeft een eigen geluid en is zangtechnisch erg goed. Hij switcht gemakkelijk van borststem naar kopstem en heeft veel vocale expressie.’ Een groepje van minderjarige en meerderjarige jongens uit Sint-Truiden heeft naaktbeelden van jonge meisjes via Facebook Messenger verspreid. De slachtoffers waren tussen de 12 en 16 jaar oud. De Truiense politie onderzoekt de zaak. Sinds de feiten is één van de slachtoffers in behandeling bij een therapeut. Tegen haar vader en therapeut heeft ze verklaard dat ze niet het enige minderjarige meisje is dat door het kliekje jongens benaderd werd. Waarmee houdt een therapeut zich bezig? Wat is volgens jou de betekenis van expressie? Aan Luc Valkiers hebben de supermarkten allerminst een trouwe klant. ‘Ik kom er zelden of nooit. Ik kook alleen met eigen kweek en teelt. Onmeetbaar lekkerder.’ Zijn dochters hebben hem in hun prille tienerjaren vaak verfoeid: ‘Zij verkozen junkfood, al zijn ze intussen bijgedraaid. Ook zij smaken nu het verschil tussen de supermarkt en mijn tuin.’ Leg in eigen woorden het woord verfoeid uit. ‘Verfoeid’ is een voltooid deelwoord. Ken je de infinitief? © VAN IN 88
Een mannenschoen in maat 50 of een vrouwenschoen in maat 42? Tot enkele jaren geleden was het haast onmogelijk om deze maten in een doorsnee schoenenwinkel op de kop te tikken. Vandaag hoeft dat geen probleem meer te zijn. Gemiddeld zijn onze voeten de voorbije dertig jaar immers twee centimeter gegroeid. Voor mannen was schoenmaat 43 courant, maar intussen is dat al maat 47 geworden. Bij vrouwen is dezelfde tendens – weliswaar minder opvallend – waar te nemen: in 1995 was de gemiddelde schoenmaat bij Europese vrouwen maat 37,5, nu 39 à 40. Geef een synoniem voor het woord courant. In dit interview vraagt een journalist aan twee professionele hockeyspeelsters of vrouwen competitiviteit missen. Pauline Leclef: ‘Wie dat denkt, mag altijd eens komen kijken naar onze trainingen of onze wedstrijden. Dat is hard tegen hard. Wij willen altijd winnen. Alsof het anders kan op top-niveau.’ Judith Vandermeiren: ‘Dat cliché hangt samen met de misvatting dat vrouwen soft zijn en ambitie missen. Ook wij dromen van het allerhoogste. De duels in het hockey zijn veel harder geworden dan vroeger. Toen overheerste techniek, nu is het vooral een contactsport.’ Wat bedoelt Judith Vandermeiren met het woord cliché? Een onderzoek naar groene alternatieven voor het vliegtuig levert onderstaande resultaten op. Van alle ondervraagden zegt 29% het vervuilende vliegtuig te willen ruilen, op voorwaarde dat de kosten van het duurzamere alternatief niet hoger zijn en de verplaatsing even comfortabel is. 14% van de mensen is zelfs bereid een toeslag te betalen. 26% laat zijn keuze van transportmiddel © VAN IN niet afhangen van de CO2-uitstoot. De overige 30% had geen mening.
Leg in eigen woorden het woord alternatief uit.
13.4 2
valentijn en valentijn
Op p. 93 en 94 vind je twee teksten. Je voert er de volgende opdrachten bij uit.
1 Lees enkel de inleiding van beide teksten. Naar aanleiding van welke gebeurtenis werden beide teksten geschreven? tekst 1 tekst 2 2 Kijk naar de eerste zin van beide inleidingen. a Met welk type zin beginnen beide alinea’s? b Waarom hebben de schrijvers voor dit soort inleiding gekozen? 3 Lees beide teksten volledig door. a Geef het onderwerp van elke tekst weer. b Geef ook telkens de hoofdgedachte. tekst 1 tekst 2 onderwerp hoofdgedachte 4 Van welk tekstdoel is in beide artikels vooral sprake? 5 Welke tekst vond je het boeiendst om te lezen? Geef in een aantal zinnen je mening via een ikboodschap. 6 Welke tekst heeft de beste inleiding? Geef minimaal één reden waarom je dit zegt. 4.5.3 4.5.2 4.5.1 4.3 © VAN IN 90
7 De tussentitel van dit deel bevat de woorden Valentijn en valentijn. a Wat is het verschil tussen deze twee woorden als je kijkt naar de vorm en de betekenis?
b Formuleer dit verschil nu als een algemene spellingregel. 8 Duid het slot in beide teksten aan. Wat kun je hieruit concluderen? IMS-structuur: een goede tekst is opgebouwd uit een inleiding (I), een midden (M) en een slot (S). Na de inleiding volgt een midden waarin de auteur meer informatie geeft over het onderwerp. Dat stuk tekst is meestal opgedeeld in alinea’s. In elke alinea wordt telkens een aspect of een deelonderwerp van het hoofdonderwerp besproken.
onthouden © VAN IN
9 Hieronder vind je korte samenvattingen van de twee teksten. In elke samenvatting moeten een aantal gaten opgevuld worden. a Je leraar leest de samenvattingen voor. Schrijf de ontbrekende woorden onder de tekst. Denk telkens goed na of je het woord met of zonder hoofdletter schrijft.
Koosnamen zijn ook in (1) heel populair. In de (2) top vijf staan schatje, poepie, liefje, scheetje en bolleke helemaal bovenaan. Het gebruik van koosnamen duidt op de innige band die tussen mensen bestaat. Koosnaampjes zijn helemaal geen nieuw gegeven. Zo gebruikte de beroemde (3) schrijver (4) (16de - 17de eeuw) in zijn toneelstuk (5) al de koosnaam ‘muis’. Koosnamen verwijzen vaak naar innerlijke of uiterlijke eigenschappen. Tot slot: sommige koosnamen klinken plagerig en moet je met een dosis humor interpreteren. 1 2 3 4 5 Het woord (1) verwijst in onze taal naar iemands aanbidder of geliefde. Maar (2) is van oorsprong een eigennaam. Er was ooit een (3), al is er over deze man niet veel bekend. Naar het schijnt was hij een priester die in de 5de eeuw na (4) het huwelijk tussen een (5) soldaat en een (6) vrouw inzegende. De toenmalige keizer liet hem onthoofden, maar paus (7) riep de 14de (8) uit tot de naamdag van (9). Tot op vandaag is (10) de feestdag van de geliefden. 1 2 4 5 b Wissel met een medeleerling de antwoorden uit en leg aan elkaar uit welke spellingsregels je hebt gebruikt. c Samen met je leraar overloop je de antwoorden en sta je stil bij een aantal belangrijke spellingsregels over de hoofdletters. Online vind je een zelftest en meer oefeningen op het juiste gebruik van hoofdletters.
6 7 8 9 3 10© VAN IN
VAN TARZAN TOT TROLLETJE
TEKST 1
Schurkt u vandaag met Valentijn aan tegen poepie? Of vlijt u zich in de armen van bolleke? U bent niet de enige. Hoe graag we ook denken dat we kiezen voor
de allerindividueelste expressie van de
allerindividueelste emotie: als het op koosnamen aankomt zijn we hopeloos
cliché. Op enkele uitzonderingen na. Als het over de liefde gaat, dan volstaat een voornaam niet. Dan heten Jan en An plots schatje, poepie, liefje, scheetje of bolleke, zo blijkt uit de Vlaamse top vijf. We kiezen zo’n naam niet zomaar, zegt relatietherapeut Marc Van den Herrewegen.
‘Het is een uiting van de innige band tussen twee mensen, een verbondenheid die men met vrienden bijvoorbeeld niet deelt. Vandaar dat veel mensen ook wat verlegen worden als ze in het openbaar met hun koosnaam worden aangesproken.’ Zo’n liefkozende bijnaam is geen nieuw gegeven en de populairste zijn door de eeuwen heen eigenlijk amper veranderd. Shakespeare gebruikte in Hamlet al ‘muis’, en in Henry IV ‘lammetje’. Allebei vandaag nog perfect aanvaardbare koosnaampjes. ‘Onbewust kiest men voor een bepaalde innerlijke of uiterlijke eigenschap die men apprecieert, zoals ook indianenstammen hun totemnamen uitkozen. Dat kan gaan om een eigenschap die de persoon nu al heeft, maar evengoed een soort verlangen. Bij iemand die men beertje noemt, kan het bijvoorbeeld zijn dat de geliefde gewoon hoopt op wat meer knuffels.’ Niet alle koosnaampjes lijken zo positief. Want wat met ‘varkentje’ of ‘ratteke’? ‘In die gevallen is dat meestal een soort plagerij, met een beetje humor’, zegt Van den Herrewegen. ‘Onderling verdragen geliefden dat. Maar naar de buitenwereld kan het soms vreemd overkomen.’ Bron: Het Nieuwsblad © VAN IN
MOPPIE, POEPIE, SNOEZEPOES
TEKST 2
Het standbeeld van Sint-Valentijn in het Italiaanse Terni
‘Duizend kussen van je valentijn!’ Valentijn als naam voor een aanbidder is nog niet zo lang courant: het woord werd pas in 2005 in Van Dale opgenomen. Valentijn is van oorsprong een eigennaam. Er was ooit een Sint-Valentijn, en ook tegenwoordig zijn er mensen die Valentijn heten. Over de Heilige Valentijn is niet veel bekend, maar het verhaal gaat dat hij een priester was die de liefde tussen een Romeinse soldaat en een christelijke vrouw bezegelde met een huwelijk. Dat kwam hem duur te staan: op last van de keizer werd hij onthoofd. Dat zou op 14 februari zijn gebeurd, al kan die datum er ook later bij bedacht zijn.
In elk geval stelde paus Gelasius in 496 de 14de februari in als naamdag van Sint-Valentijn, waarmee hij meteen een christelijk alternatief creëerde voor een door hem verfoeid Romeins vruchtbaarheidsfeest, de Lupercalia, dat rond diezelfde tijd werd gehouden. Het woord valentijn is in onze taal overigens nog altijd in ontwikkeling: de laatste jaren wordt met een valentijn namelijk niet alleen iemands geliefde of aanbidder bedoeld, maar geregeld ook de door hem of haar aanbeden man of vrouw. Bron: www.trouw.nl Hoeveel koosnamen zijn er in onze taal voor iemands beminde? Er zullen niet veel mensen meer zijn die hun geliefde chéri, duifje, ogelijntje, hartenlapje, poeteloeris, tudebekje of zoeteliefje noemen, maar troetelnamen als hartendiefje, honnepon, oogappeltje, schattebout, snoezepoes, hertje, moppie en poepie zijn vast nog wel in gebruik voor geliefden, die vandaag wellicht een lief briefje, een rode roos, een lekker luchtje of een mooi ondergoedje van hun romantische valentijns zullen krijgen. © VAN IN 94
3
ScHrijven: bijnamen van beKende menSen
In de eerste twee delen van deze les ging je aan de slag met koosnamen, tekstopbouw en hoofdletters. In dit deel focus je op de bijnaam van een bekende persoon. 1 Welke bijnamen gebruik jij op school, in je klas of vriendenkring? 2 Geef een voorbeeld van een bekende persoon die een bijnaam heeft. a Weet je waarom deze bijnaam wordt gebruikt? b Ken je ook de echte naam van deze persoon? Je schrijft straks een informatieve tekst van vier alinea’s over de bijnaam van een bekende persoon. Je lezers zijn leeftijdsgenoten die je niet kent. 3 Ga online op zoek naar informatie over bijnamen van bekende personen. Dit kunnen zangers, sporters, politici en zelfs criminelen … zijn. 4 Kies op basis hiervan een beroemde persoon die je interessant vindt en waarover je een korte tekst wilt schrijven. 5 Verzamel informatie over deze persoon. drie feiten over deze persoon Vind je deze bijnaam geslaagd? informatie over de Waarom (niet)? bijnaam
twee interessante weetjes over deze persoon Voorbereiden Plannen © VAN IN
Schrijven
6 Nu is het aan jou! Je schrijft het schrijfplan uit tot een volle tekst. Maak gebruik van dit schrijfschema.
• Je schrijft een informerende tekst over een bekende persoon en zijn/haar bijnaam. • tekstdoel: informeren + formuleren eigen mening • publiek: medeleerlingen • taal: Standaardnederlands (geen tussentaal of dialectwoorden) • aantal alinea’s: 4
titel Je verleidt de lezer met een spannende titel. Je tekst wil gelezen worden! alinea 1 Een goede tekst begint met een inleiding. Je geeft aan wie de bekende persoon is waarover je gaat schrijven en wat zijn/haar bijnaam is. Een inleiding van een tekst is ook een aandachtstrekker. Geef dus ook wat extra info over de bekende persoon en/of zijn/haar bijnaam, zodat de lezer nieuwsgierig wordt om verder te lezen. alinea 2 In deze alinea geef je kort weer wie je bekende persoon is. Dit kunnen een aantal biografische (W-vragen) elementen zijn. Ook een of meer interessante weetjes kunnen hier een plaats krijgen. alinea 3
In deze alinea geef je meer info over de bijnaam van de bekende persoon. De volgende vragen kunnen je op weg helpen. Waarom deze bijnaam? Hoe komt hij/zij aan deze bijnaam? Wat is de echte naam van deze persoon? … alinea 4 In de slotalinea geef je kort je eigen mening weer. Vind je de bijnaam wel/niet geslaagd? Geef ook een aantal argumenten waarom je dit vindt. 7 Je krijgt van je leraar een tekst. Lees deze door en beantwoord de vragen die onder de tekst staan. 8 Vergelijk de tekst met wat jij schreef. a Wat is er beter in jouw tekst? b Wat kun je leren uit de tekst die je van je leraar kreeg? c Welke aandachtspunten leid je hier voor jezelf uit af? Reflecteren Herschrijven © VAN IN 9 Herschrijf nu je eigen tekst. a Houd rekening met de suggesties die je bij de vorige opdracht neerschreef. b Bekijk nogmaals de evaluatiecriteria. c Wissel eventueel je tekst met een medeleerling om elkaar feedback te geven.
Evaluatiematrix
Hoe heb je het gedaan? Markeer de gepaste beoordeling of laat dit door een medeleerling doen.
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE volledigheid en aantrekkelijkheid • Je tekst heeft een inleiding, een middendeel en een slot. • De inleiding en het slot zijn boeiend. • Je tekst heeft een inleiding, een middendeel en een slot. • De inleiding en het slot zijn echter • Je tekst heeft geen duidelijke opdeling in inleiding, midden en slot. • Je tekst bestaat uit vier alinea’s. • De zinsconstructies zijn gevarieerd. • Er zijn geen of nauwelijks storende herhalingen. • Je tekst bestaat uit vier alinea’s. • De zinsconstructies zijn voldoende gevarieerd. • Er zijn weinig storende herhalingen. • Je tekst bestaat niet uit vier alinea’s. • Je zinnen zijn allemaal op dezelfde manier opgebouwd. • In je tekst gebruik je opvallend vaak dezelfde woorden. gepastheid Je tekst is in het Standaardnederlands geschreven. Je tekst bevat nog een aantal registerfouten: • tussentaal • dialect • jongerentaal • chat- of sms-taal Je tekst bevat nog te veel registerfouten: • tussentaal • dialect • jongerentaal • chat- of sms-taal duidelijkheid Je geeft duidelijk en begrijpelijk informatie over de bekende persoon en een verklaring voor zijn/haar bijnaam. De info die je geeft over de bekende persoon en een verklaring voor zijn/haar bijnaam is niet altijd even duidelijk en begrijpelijk. Hierdoor heeft de lezer soms moeite om de inhoud te begrijpen. De info over de bekende persoon en een verklaring voor zijn/haar bijnaam is onduidelijk. Hierdoor heeft de lezer te veel moeite om de inhoud te begrijpen. correctheid De spelling van hoofdletters is foutloos. De spelling van hoofdletters is bijna foutloos.
Je maakt meer dan twee fouten tegen de spelling van de hoofdletters. Aanvullende commentaar:© VAN IN