20 minute read

Les 36 Een reactie schrijven

1

Je haalt elementen uit bronnen en vergelijkt die met elkaar 4

Je schrijft een reactie op een mening en onderbouwt die aan de hand van bronnen

tweetaligHeid 1 Wandel rond in de klas en vind een medeleerling voor elk van onderstaande criteria. • Je mag elke medeleerling maar één keer in het raster opnemen. • Stel minstens één extra vraag in verband met het onderwerp voor je een andere medeleerling aanspreekt. Vind iemand die … … thuis een andere taal spreekt dan Nederlands. … vier of meer talen spreekt. … Engels als zijn lievelingsvak beschouwt. … ooit in het buitenland zou willen studeren. … het vak Nederlands niet leuk vindt. … Frans als zijn lievelingsvak beschouwt. … ‘goedendag’ kan zeggen in minstens vijf talen. 2 Kies het antwoord van een medeleerling die jou het meest verraste en leg uit in minstens twee zinnen waarom. Je hebt nu een beeld van hoe jouw medeleerlingen tegenover taal staan. Je gaat nu aan de hand van een kijkfragment dieper in op taalonderwijs. Voor het kijken 3 Je kijkt naar een fragment uit het televisieprogramma Ook getest op mensen. a Ken je dat programma?

Je gebruikt argumenten om je eigen mening Je krijgt inzicht kracht bij te zetten in tweetaligheid

2 3 Je schrijft een formele reactie via e-mail aan de hand van argumenten die je uit verschillende bronnen samenbrengt (differentiatie) 5 1 © VAN IN

b Wat zijn jouw verwachtingen over het programma op basis van de titel?

4 In het programma komen de begrippen ‘tweetaligheid’ en ‘immersieonderwijs’ aan bod. Ken je die termen? Kies de definitie die volgens jou de meest correcte is. tweetaligheid ¡ het afwisselend kunnen gebruiken van twee talen in diverse communicatieve situaties ¡ fenomeen waarbij iemand vanaf de geboorte in twee talen wordt opgevoed ¡ twee talen op moedertaalniveau beheersen ¡ de mogelijkheid om twee talen te gebruiken in het dagelijks leven immersieonderwijs ¡ een onderdompeling in een vreemde taal in een aantal vakken van het curriculum ¡ vorm van tweetalig onderwijs waarin leerlingen een deel van het vakkenaanbod in het Nederlands en een deel in een andere taal onderwezen krijgen ¡ vorm van onderwijs waarbij bepaalde vakken aangeboden worden in een taal die verschillend is van de moedertaal ¡ een taalbad waarbij leerlingen vakken in een andere taal aangeboden krijgen Tijdens het kijken 5 Bekijk het eerste deel van het fragment en vul onderstaand schema over het gevoerde onderzoek aan met de juiste informatie. Gebruik volledige zinnen. wie wat waarom hoe waar wanneer 6 Vergelijk jouw tabel met die van je buur. Overloop de verschillende topische vragen en vul elkaars notities aan. 7 Bekijk het tweede deel van het fragment uit Ook getest op mensen. Noteer opnieuw de belangrijkste informatie. Houd rekening met de tips die je bij de vorige opdracht noteerde. 5.2.4 © VAN IN

Na het kijken 8 Welke opmerkelijke verschillen zijn er tussen de onderzoeken van het eerste en het tweede deel? Overloop samen met je buur de schema’s die jullie maakten en geef minimaal drie verschilpunten. • • 9 Welke voordelen van immersieonderwijs somt Professor Van De Craen op? • 10 Welke bezwaren kun je hebben tegen immersieonderwijs? Bedenk er minstens vier. © VAN IN 366

2

infOrmatie Samenbrengen

Je vergelijkt de inhoud van het kijkfragment nu met een krantenartikel. Zo leg je informatie over hetzelfde onderwerp uit verschillende bronnen samen.

1 Scan het krantenartikel op de volgende pagina. a Denk je dat het artikel de positieve of negatieve kanten van immersieonderwijs belicht? b Waaruit leid je dat af? 2 Lees het artikel en markeer de voor- en nadelen van immersieonderwijs die in de tekst aan bod komen. 3 Welk voordeel van immersieonderwijs uit Ook getest op mensen komt ook aan bod in het artikel? 4 Bekijk zowel de voor- als nadelen van immersieonderwijs uit het vorige deel (opdrachten 9 en 10) en in deze tekst. Formuleer nu kort jouw eerste mening over immersieonderwijs. a Ben jij een voor- of tegenstander? b Welke argumenten hebben jou overtuigd? Ik ben voornamelijk een voorstander/tegenstander van immersieonderwijs omdat … Het belangrijkste argument voor mij is … Andere voordelen/nadelen zijn … Daarom denk ik dat het goed / niet goed is om immersieonderwijs toe te passen.

SPREkEN © VAN IN

Stampvolle klassen in immersiescholen: ‘Maar niet perfect tweetalig’ Bijna 4 500 Franstalige Brusselse kinderen volgen immersieonderwijs, waarbij ze een deel van de vakken in het Nederlands krijgen. Maar de vraag is nog groter: de klassen zitten stampvol en de wachtlijsten ook. ‘Het niveau van het Nederlands in het gewone Franstalige onderwijs is totaal ontoereikend’, zegt hoogleraar Alex Housen (VUB). ‘Vandaar het succes. Toch zijn deze leerlingen zeker niet perfect tweetalig. Buiten de klas horen ze vaak nooit Nederlands.’

Brussel heeft 18 basis- en 17 middelbare scholen die immersieonderwijs aanbieden. Die scholen hebben vaak wachtlijsten. ‘Nergens is het belang van kennis van de andere landstaal belangrijker dan in de hoofdstad. En dus zijn klassen met 30 kinderen geen uitzondering’, zegt Housen, specialist in meertalig onderwijs en tweedetaalverwerving. Samen met onder meer Philippe Van Parijs is hij medeoprichter van het Marnixplan, dat meertaligheid in Brussel bevordert.

Andere hersenen

De voordelen van immersie zijn overduidelijk, zeggen experts. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die immersieonderwijs volgen hun brein op andere manieren gebruiken. ‘Leerstof in een andere taal krijgen leidt vaak ook tot een betere verwerking van die leerstof’, klinkt het bij Housen. ‘Omdat meer domeinen van de hersenen geactiveerd worden, leidt dat tot diepere verwerking.’ Brusselse ouders hopen vooral dat hun kroost vlot Nederlands leert. ‘Het niveau van het Nederlands in het gewone Franstalige onderwijs is totaal ontoereikend’, zegt Housen. ‘Ouders hopen dat immersie dat probleem oplost. In de praktijk blijkt dat vaak tegen te vallen, heb ik zelf ervaren. Mijn kinderen zijn de enige Nederlandstaligen in een basisschool met immersie in Sint-Lambrechts-Woluwe. Hun klasgenootjes begrijpen veel, maar praten in het Nederlands blijft moeilijk.’ Dat er ondanks de grote populariteit niet meer immersiescholen zijn, wijt Housen vooral aan een gebrek aan gekwalificeerd personeel: ‘Leerkrachten die taalkundig en pedagogisch onderlegd zijn. Ik ken een Franstalige school in het centrum die immersie wou invoeren, maar er uiteindelijk heeft van afgezien omdat ze niet genoeg geschikte leerkrachten konden vinden.’ ‘Je mag in België niet zomaar in de andere gemeenschap gaan werken. Een Vlaming die in een Franstalige school Nederlandse les wil geven, moet daarvoor eerst een taalexamen Frans afleggen. Bovendien liggen de lonen lager dan aan Vlaamse kant. Ze krijgen dus vaak les van Franstalige leerkrachten.’

‘Zijn en blijven Franstaligen’

Het is nooit de bedoeling dat de kinderen in het immersieonderwijs perfect tweetalig worden, benadrukt Wim De Grieve, die inspecteur vreemde talen is in het Franstalige basisonderwijs. ‘Het zijn en blijven Franstalige kinderen die buiten de lessen en ook thuis Frans praten. Hoe meer Nederlands kinderen horen en gebruiken, hoe hoger hun niveau. Maar bij de meesten beperkt hun kennis zich dus tot de klascontext. Onder elkaar praten ze Frans.’ Housen: ‘Wie verwacht dat zijn kroost perfect Nederlands leert, moet ook af en toe Ketnet aanzetten, of hen bijvoorbeeld naar de Nederlandstalige muziekacademie of sportclub sturen.’ ‘Bovendien zijn er geen duidelijke doelen vastgelegd voor de vreemde taal in het immersieonderwijs’, stipt De Grieve nog aan. ‘Het decreet spreekt in het basisonderwijs bijvoorbeeld van 8 tot 21 uur in de andere taal. Hoe meer uren, hoe groter het resultaat natuurlijk. Verder speelt ook nog mee welke vakken precies in de andere taal worden gegeven, en of de leerkrachten moedertaalsprekers zijn of niet.’ Housens zoontje moet volgend jaar naar de secundaire school. Hij is er nog niet uit of hij hem naar een Nederlands- of Franstalige school gaat sturen. ‘Ik ben een groot voorstander van tweetalige scholen, maar omdat die niet bestaan, was immersie op een Franstalige school de beste keuze voor ons. Als het enigszins mogelijk is, zou ik daar in het secundair graag ook weer voor kiezen.’

SARA DE SLOOVER© BRUZZ © VAN IN Bron: bruzz.be

3

verwOOrd je mening

In het vorige deel maakte je kennis met de voor- en nadelen van immersieonderwijs aan de hand van een fragment uit Ook getest op mensen en een krantenartikel. Je schrijft nu in verschillende stappen een reactie op het televisiefragment vanuit jouw ervaringen als leerling. 1 Hoe zou volgens jou immersieonderwijs het beste vorm krijgen in jouw school? Vul onderstaande kader in met enkele kernwoorden. Wees zo specifiek mogelijk. voor wie door wie welke talen welke vakken 2 Kijk naar de antwoorden die je in het vorige deel gaf. a Herlees je mening over immersieonderwijs (opdracht 4 van deel 2 Informatie samenbrengen). b Je verwerkt nu de argumenten uit vorige delen tot een doorlopende tekst. Het resultaat van de tekst is acht tot tien regels lang.

Je kunt hierbij gebruikmaken van de onderstaande formuleringen om jouw tekst vorm te geven en een nieuwe alinea mee te starten. Immersieonderwijs is vooral nuttig voor … aangezien … Ten eerste … Verder … Ik ben van mening dat … Toch mogen we niet vergeten dat … Hoewel … is het toch belangrijk om te vermelden dat … Tenslotte …

schrijven 3 Schrijf een inleidende alinea voor jouw tekst. Denk eraan: je reageert op het fragment uit het televisieprogramma Ook getest op mensen. Geef in je inleiding dan ook een beeld van waar het fragment precies over gaat. 4 Vat jouw standpunt in twee zinnen samen om jouw tekst mee te eindigen. Voorzie ook een titel. woord© VAN IN ontoereikend: niet genoeg, onvoldoende wijten aan: een reden geven gekwalificeerd: iets wat / iemand die voldoet aan bepaalde eisen (bv. een opleiding, diploma, fysieke mogelijkheden) het decreet: een wet (in België: gemaakt door een van de gemeenschappen van ons land) enigszins: een beetje

4

een reactie Op je directeur

Voorbereiden

1 Je ontving onderstaande e-mail van je directeur. Als vertegenwoordiger van de leerlingenraad schrijf je stapsgewijs een reactie op de inhoud. Beste leerlingen Recent merken we dat veel leerlingen zowel op de speelplaats als in ons schoolgebouw een andere taal dan het Nederlands hanteren. Daarom willen we nogmaals benadrukken dat Nederlands de voertaal is in onze school. Ik verwijs hiervoor naar pagina 19 van het schoolreglement, waarin verduidelijkt wordt dat ‘van de leerlingen wordt verwacht dat ze algemeen Nederlands spreken op de hele campus’. Dit betekent dat zowel tijdens de lessen, in de gangen als op de speelplaats jullie Nederlands tegen elkaar spreken. Inbreuken op deze regel zullen dan ook op gepaste wijze bestraft worden met strafstudie. Vriendelijke groeten, Directeur Meermans leerlingen Nederlands praten R.Meermans@blabla.be 2 Verduidelijk op basis van enkele topische vragen jouw visie op het probleem dat directeur Meermans aankaart. a Wie moet Nederlands spreken volgens jou? b Waar moet dat gebeuren? c Waarom? 3 Lijst minimaal drie argumenten voor jouw visie op. Je kunt hiervoor ook gebruikmaken van informatie die in de vorige delen aan bod kwam. Plannen © VAN IN •

4 Beantwoord onderstaande vragen in verband met je e-mail alvorens je aan de slag gaat.

a Wie is jouw doelpubliek?

b Welke gevolgen heeft dat voor je taalgebruik?

c Wat is je schrijfdoel?

d Hoe open je jouw e-mail op gepaste wijze?

5 Schrijf een sterke inleiding voor jouw e-mail. a Gebruik een goede aanspreking en informeer de directeur dat je zijn e-mail ontvangen en gelezen hebt. b Formuleer het aangehaalde probleem in twee zinnen.

6 Werk nu jouw visie en drie argumenten uit tot een bericht van minstens tien regels.

7 Eindig je e-mail op gepaste wijze. a Vat in de laatste alinea je standpunt samen. b Gebruik een passende afsluiter.

8 Lees je werk kritisch na. Houd rekening met volgende elementen: • Werk in alinea’s. • Verduidelijk jouw visie op de relevante topische vragen. • Lever goede argumenten die jouw visie ondersteunen. • Zorg voor hoofdletters en leestekens. • Schrijf beleefd en formeel.

Schrijven Inspiratie voor een passende afsluiter: • Graag verneem ik of u met bovenstaande voorstellen akkoord gaat. • Wij hopen samen met u onze school tot een plek te maken waar alle leerlingen zich thuis voelen. • Ik dank u bij voorbaat om met ons in dialoog te gaan over dit onderwerp. • Wij hopen spoedig iets van u te vernemen over onze aangehaalde voorstellen.

tip Reflecteren © VAN IN

1

wOOrdenScHat

1 Welk woord wordt hier afgebeeld? Hallo, ik heet Alice.

Bonjour, je m’apppelle Alice. 2 Geef een synoniem voor volgende woorden a afwisseling, verscheidenheid b akelig, treurig c catastrofaal, rampzalig d databank, gegevensbestand e besluit, bevel, wet 3 Vul de tabel in. bijvoeglijk naamwoord zelfstandig naamwoord werkwoord progressie authentiek symptomatisch © VAN IN verzuchten

nonchalance

opgeschort

gecodeerd opschorting

coderen / decoderen

4 Vul volgende zinnen aan met een woord of uitdrukking. Je krijgt telkens een synoniem of omschrijving tussen haakjes.

a Veel mensen proberen via social media een (om bekend te worden).

b Bij brandalarm moet je het klaslokaal (onmiddellijk) verlaten.

c Toen bleek dat de gevallen wielrenner aan zijn verwondingen overleden was, werd de wedstrijd (stopgezet). d Charleroi heeft zijn (grootsheid) al jaren geleden verspeeld. e Oma en opa woonden vroeger in een (waardig) herenhuis midden in de stad. 5 Je maakte dit jaar kennis met verschillende vormen van beeldspraak. a Verbind volgende voorbeelden met de juiste term. Eén term moet je twee keer gebruiken. 1 De poort protesteerde en werkte tegen toen we hem probeerden openduwen. a vergelijking 2 Toen de sterke man binnenkwam, riep Ron: ‘De beer is er!’ b personificatie 3 Haar haren leken gouden snoeren die glinsterden in de zon. c synesthesie 4 Hij droeg een broek met schreeuwerige kleuren. d metafoor 5 Ze is als een zus voor mij. 1 3 4 5 b In de lessenreeks rond poëzie en zakelijke teksten zag je dat metaforen ook voorkomen in het dagelijks taalgebruik. Toon aan je medeleerlingen hoe vertrouwd je bent met enkele vaak gebruikte beelden in het spel Metaforenmemory. taal 1 Kies in de volgende woordgroepen telkens de juiste meervoudsvorm. Houd rekening met wat je in les 34 leerde over de apostrof. a Japanse bonsai’s/bonsais b de kiescampagnes/kiescampagne’s van de president c Door de klimaatopwarming hebben we ook last van snikhete lente’s/lentes. d In showbizzland lopen enkele opvallende duo’s/duos rond. e de twee Renés/René’s f Hoeveel hobbies/hobby’s heb jij? g In deze bundel staan mijn favoriete haiku’s/haikus. h Ons dorp heeft vier café’s/cafés. i De nieuwbouw van onze school heeft verschillende niveau’s/niveaus. j Bijna elke western opent met cowboys/cowboy’s op hun paarden.

SPELREGELS 2 2 13.7.3 © VAN IN TUSSENSTOP 6 373

2 Kies telkens de correcte verkleinvorm van volgende woordparen.

a cakeje/cake’je f taxi’tje/taxietje

b kettingetje/kettinkje restaurantje/ restaurannetje c café’tje/cafeetje h machinetje/machientje d opa’tje/opaatje i brunetje/brunettetje e souvenirtje/souveniertje j crèmetje/crèmepje 3 Je maakte dit jaar kennis met het verschil tussen spreekwoorden, zegswijzen … Welk dier ontbreekt in de volgende uitdrukkingen? a Rani werkt al heel haar leven hard in haar eigen zaak. Nu heeft ze haar op het droge en heeft ze genoeg verdiend om niet meer te moeten werken. b We weten nog niet of we op vakantie vertrekken, we kijken nog even de uit de boom. c De acteurs van die film eisen boter bij de : ze willen delen in de winst die de film boekte. d Stop eens met leuteren over dingen die al lang vergeten en vergeven zijn. Je moet geen oude uit de gracht halen. e Wees blij met de cadeautjes die je gekregen hebt, want je moet een gegeven niet in de bek kijken. f Die twee maken echt de hele tijd ruzie; die leven samen als kat en . g Ik dacht echt dat ik haar kon vertrouwen; ze ziet er zo lief en onschuldig uit. Maar het bleek een in schaapskleren te zijn. 4 Werkwoordstijden. a Lees het krantenartikel op de volgende pagina over De schrijfassistent. Welke werkwoordstijd wordt in de aangeduide gevallen gebruikt? g 10.9.3 © VAN IN Kies uit: onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) – voltooid tegenwoordige tijd (vtt) – onvoltooid verleden tijd (ovt) – voltooid verleden tijd (vvt) – onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottoekt)

DE SCHRIJFASSISTENT IS KLAAR!

Goed nieuws voor iedereen die af en toe twijfelt1 over de spelling van een woord, struikelt2 over de dt-regel of voor wie regelmatig in zijn pen kruipt3: De schrijfassistent, een webtool die De Standaard en VRT in 2016 oorspronkelijk

voor journalisten lieten4 bouwen door het Instituut voor Levende Talen (KU Leuven), zal binnenkort gratis beschikbaar zijn5 op schrijfassistent.be. Bron: vrttaal.net 1 3 4 5 b Vul onderstaande tekst aan met de juiste vorm van het werkwoord. De Vlaamse minister van sport 375 000 euro (toekennen, vtt) in het kader van de projectoproep virtual-reality-games in het sport- en beweegbeleid. Na een jurybeoordeling drie projecten (selecteren, passief, ovt) die zich duidelijk (onderscheiden, ovt) van de andere zeven ingediende projecten. De beoordelingscommissie (zijn, ovt) bij elk van de drie projecten enthousiast over het spelconcept en het verhaal achter de game, over de mogelijkheden van het product om te inspireren en motiveren tot bewegen of sporten en de bruikbaarheid binnen de sportsector. Doel Deze projectoproep was geïnspireerd op het Gamefonds, maar (hebben, ott) een eigen sportspecifieke doelstelling. We (ondersteunen, ott) projecten 2 Subsidies voor 3 virtual-reality-games © VAN IN die als eindproduct een virtual-reality-game met een duidelijke sport- of beweegcomponent hebben. Aan de hand hiervan we (nagaan, ottoekt) welke mogelijkheden virtual reality (VR) (bieden, ott) om mensen effectief aan te

zetten tot meer sporten en bewegen.

5 Onderstaande zinnen bevatten telkens schooltaalwoorden. Kies telkens de beste omschrijving voor de onderstreepte woorden. a In de tekst stonden kortere en langere paragrafen. ¡ woorden ¡ tekstdelen ¡ zinnen b De schoolleiding was matig tevreden over het besluit. ¡ echt ¡ helemaal niet ¡ niet erg c De keuze van die studierichting biedt hem veel perspectief. ¡ oplossingen ¡ mogelijkheden ¡ zorgen d Hij toont relatief weinig interesse voor talen. ¡ Hij toont heel weinig interesse. ¡ Hij toont vrij weinig interesse. ¡ Hij toont veel interesse. e Deze vraag is niet relevant. ¡ Deze vraag is niet belangrijk. ¡ Deze vraag is belangrijk. ¡ Deze vraag is niet duidelijk. f Ze heeft een geringe kennis van het Nederlands. ¡ beperkte ¡ voldoende ¡ ruime g Onze doelstelling werd verwezenlijkt. ¡ gerealiseerd ¡ afgeslagen ¡ van commentaar voorzien h Het was een nauwelijks noemenswaardig voorval. ¡ Het voorval was het niet waard om vermeld te worden. ¡ Het voorval was het echt waard om vermeld te worden. ¡ Het voorval was het amper waard om vermeld te worden. i Onafhankelijk van elkaar beantwoordden de leerlingen de vraag op een gelijkaardige manier. ¡ Zonder elkaar te beïnvloeden. ¡ Door elkaar te helpen. ¡ Doordat ze de vraag apart beantwoordden.© VAN IN 376

6 Je krijgt een dictee te horen waarbij de nadruk ligt op de correcte meervoudsvorm. Overloop samen met een medeleerling de eerste oefening van dit deel en herhaal de regels van de apostrof bij meervoudsvormen.

Mijn broer wou zijn vriendin verrassen met enkele voor haar verjaardag. Hij

had al , , en voor gegoogeld, maar was enorm geschrokken van de kostprijs. Om aan genoeg centen te komen, liep hij verschillende af op zoek naar een vakantiejob. Hij was bereid om aan te vullen of te serveren. Uiteindelijk moest hij in een tuincentrum de verzorgen. Leuk was dat zijn beide in zijn flatgebouw woonden op verschillende en dat ze dus niet met verschillende naar het werk reden. creatief: pOëzie en KrantenKOppen ARTIKEL 1 De liefde van mensen met een huisdier voor hun harige compagnon is groter dan we zelf denken. Zo’n 65% van de Amerikaanse hondeneigenaars zou meer foto’s hebben van de viervoeter dan van hun eigen partner, blijkt uit een rondvraag van Rover.com, een bedrijf dat hondenbabysits regelt. Meer dan de helft van de bevraagden zou de toekomst van zijn relatie in twijfel trekken als de hond zijn of haar lief niet graag heeft. Uit het onderzoek blijkt verder dat een kwart van de Amerikaanse hondeneigenaars vaak zelfverzonnen liedjes tegen hun huisdier zingt. Een even grote groep heeft het dier al meegenomen op een date en iets minder dan de helft vindt het moeilijker om de viervoeter voor een weekend achter te laten dan hun partner. Dat de dieren een onvervangbare plaats in ons leven hebben ingenomen, blijkt ook uit het feit dat 78% van de bevraagden laat 3 © VAN IN weten dat ze de dieren gaan betrekken bij belangrijke gebeurtenissen in de familie zoals huwelijksaanzoeken en vakanties.

Als het onderzoek één ding leert, is het dat honden een plek hebben veroverd in het hart van hun baasjes. Zo’n 94% geeft aan dat ze de dieren als een volwaardig deel van hun gezin beschouwen. Dat blijkt uit de statistieken over de belangrijke keuzes in het leven van de Amerikanen. Zo neemt het aantal mensen in de Verenigde Staten met een eigen woonst of kinderen af, maar er is één categorie die blijft toenemen: die van de hondeneigenaars.

ARTIKEL 2

Wie tijd besteedt aan vrijwilligerswerk, bij bijvoorbeeld een sportvereniging, verzorgingstehuis of kerk, is een gelukkiger mens. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Er moet gestofzuigd worden, de kinderen moeten naar de toneelles en hockey, de hond moet uitgelaten worden en dan moet er ook nog een voedzame maaltijd op tafel staan. Denk je dat je geen tijd hebt voor vrijwilligerswerk? Overweeg het toch nog maar een keer, want vrijwilligerswerk maakt je gelukkiger. Van alle vrijwilligers zegt 91% gelukkig te zijn, terwijl dat aantal bij niet-vrijwilligers blijft steken op 85%. Sterker nog, onder de vrijwilligers beoordeelt 2,1% hun leven met een 5 op 10 of lager. Bij niet-vrijwilligers is dat het dubbele: 4,2%. Dus, concludeert het onderzoek, zijn vrijwilligers over het algemeen gelukkiger. ‘Ze zijn meer tevreden met hun eigen leven, sociale contacten en psychische gezondheid, en scoren ze hoger op de persoonlijke welzijnsindex’, aldus de onderzoekers van het CBS. Maar hoe vind je een vrijwillige job die bij jou past? Volgens Mark Molenaar, communitymanager bij de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), is er altijd behoefte aan extra vrijwilligers. ‘Er is steeds meer te doen. Denk bijvoorbeeld maar aan de vergrijzing en tekorten in de zorg’, zegt hij. ‘In elke gemeente en op elk vlak is er vrijwilligerswerk te doen. Bel de lokale vrijwilligerscentrale en vraag wat de mogelijkheden zijn. Of vraag eens aan vrienden wat zij aan jou waarderen. Bij die kwaliteiten kan je passend vrijwilligerswerk vinden.’ Molenaar kan niet genoeg benadrukken dat vrijwilligerswerk een belangrijke bron van geluk en plezier kan zijn naast je dagelijkse job. ‘Vraag rond, kijk om je heen in de buurt, stap op mensen af en ga ervoor. Vrijwilligers zijn onmisbaar.’ Bron: www.metrotime.be ARTIKEL 3 Tegenwoordig is het zoete goedje zo vanzelfsprekend geworden en voor iedereen beschikbaar dat men zijn geschiedenis en eigenschappen bijna zou vergeten. Wij lijsten enkele opmerkelijke weetjes op. Chocolade werd oorspronkelijk in vloeibare vorm geconsumeerd. Deze drank werd ‘xocoatl’ genoemd door de Maya’s, de eerste mensen die cacaobomen cultiveerden. De Azteken associeerden hem met de godin van de vruchtbaarheid Xochiquetzal. De Azteekse keizer Montezuma II kon naar verluidt bijna 50 koppen per dag drinken. In 1494 ontving Christopher Columbus cacaobonen van de indianen, die hij vervolgens in zee gooide, denkend dat het geitenmest was. Het was pas in 1502 dat hij dit drankje ontdekte. Maar het was pas in 1528 dat Hernan Cortes het voor het eerst terug naar Europa bracht.© VAN IN Donkere chocolade is een echte bron van jeugd. Het is rijk aan antioxidanten en flavonoïden die hartaandoeningen voorkomen en het verouderingsproces remmen. Het kan het begin van diabetes vertragen. Het is rijk aan mineralen zoals kalium, zink en selenium en stimuleert het metabolisme verder om zijn gewicht te verminderen. Met bijna 800 ton per jaar is Brussels National Airport het grootste verkooppunt voor chocolade ter wereld. Het verkoopt daarmee gemiddeld bijna een kilo chocolade per minuut.

In les 33 leerde je dat poëtische ‘ingrediënten’ ook kunnen voorkomen in krantenkoppen. Nu probeer je zelf een poëtische kop te verzinnen voor een paar artikels!

1* Lees de artikels aandachtig. Markeer de belangrijkste info tijdens het lezen.

2 Geef de hoofdgedachte uit elke tekst.

3 Zet die hoofdgedachte om naar een krantenkop.

4 Maak de kop nu poëtisch. Kies voor een woordspeling of speel met klanken (bv. alliteratie). De krantenkoppen uit deel 2 van les 33 kunnen je inspiratie geven.

* Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren. © VAN IN TUSSENSTOP 6 379

This article is from: