24 minute read
Les 25 Het tijdschriftartikel
les les 25 Het tijdschriftartikel
2 1
Je kunt het communicatieschema voor een tijdschriftartikel aanvullen
3 4
Je staat stil bij de manier waarop je notities neemt
interview een medeleerling 1 Denk na over de woorden slaapgedrag en studiegewoonte. Waaraan denk je bij die termen, welke andere woorden roepen ze op? 2 Kies welk onderwerp je het boeiendst vindt. 3 Je interviewt een medeleerling over een van de volgende onderwerpen: slaapgedrag of studiegewoontes. a Formuleer vijf vragen die je wilt stellen aan je medeleerling. 1 2 3 5 b Interview je medeleerling en schrijf zijn/haar antwoorden in enkele kernwoorden op. 1 2 3 4 5 4 Herwerk de antwoorden van je medeleerling tot een doorlopende tekst waarin je zijn/haar gewoontes voorstelt aan de rest van de klas. Ik interviewde … over zijn/haar slaapgewoontes/studiegewoontes. Eerst en vooral vertelde hij/zij dat … Verder gaf hij/zij aan dat … Bovendien … Ook kwam ik te weten dat … Tenslotte is het leuk om te weten dat hij/zij …
1
SPREkEN
Je kunt de elementen van een Je schematiseert tijdschriftartikel herkennen informatie uit een en zelf toepassen kijkfragment Je werkt samen met medeleerlingen om zelf een blogartikel te schrijven
4
5 © VAN IN
2
een tijdScHriftartiKel verwerKen
Voor het lezen
1 Je gaat aan de slag met een artikel uit het Vlaamse tijdschrift Knack. a Wat weet je al over het tijdschrift waaruit jouw artikel komt? b Vul aan met informatie die je online vindt over het tijdschrift. Baseer je op minstens twee verschillende bronnen. c Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses … 2 Scan de tekst op p. 241 tot 243: neem de tekst algemeen door, zonder alle details te lezen. a Wat is de hoofdgedachte van de tekst? b Formuleer twee elementen die volgens jouw verwachtingen in de tekst uitgebreid besproken zullen worden. © VAN IN 238
3 Vul het communicatieschema voor jouw tekst aan.
ABC ABC ABC
stijl
zender boodschap ontvanger doel kanaal effect 4 Er zijn verschillende soorten tijdschriftartikels. a Verbind het soort artikel met de correcte definitie. 1 nieuwsartikel 2 column 3 achtergrondartikel 4 recensie 5 opiniestuk 6 reportage 1 3 4 5 6 b Tot welke categorie/categorieën behoort het artikel? Waarom?
2
a een ooggetuigenverslag van een journalist over een bepaald onderwerp b een bespreking en beoordeling van een culturele uiting, bv. een boek, muziekstuk, computerspel, theatervoorstelling … c Een artikel waarin een auteur zijn of haar mening uitdrukt over het onderwerp, vaak in een zakelijke stijl. d Een vaak vaste, persoonlijke bijdrage van een auteur aan een krant of tijdschrift, waarin de auteur zijn of haar mening uitdrukt over een onderwerp. Het bevat veel persoonlijke elementen. e Een artikel waarin de journalist de achtergrond van een nieuwswaardig feit belicht. Er wordt vooral gefocust op het ‘waarom’ en het ‘hoe’ van het nieuwsfeit. f Een artikel waarin een nieuwswaardig feit of recente gebeurtenis wordt belicht.© VAN IN
Tijdens het lezen
5 Lees de tekst individueel. Duid ondertussen moeilijke woordenschat in de tekst aan. a Overloop de woordenschat met een medeleerling en kies samen minstens vijf woorden. b Maak een woordenschatlijst waarin je de woorden uitlegt. Werk met synoniemen, definities … woord definitie 6 Maak een schema waarin je alle hoofdpunten van de tekst opneemt. a Beslis samen welk soort schema jullie willen opstellen: mind map, T-schema, lineair schema … b Maak een goed onderscheid tussen hoofdinformatie en details. 5.9.2 © VAN IN 240
Leren terwijL je sLaapt wakkert het geheugen aan
Wil je goed voorbereid aan je examen deelnemen, zorg dan voor een goede nachtrust. En vraag terloops ook even aan moeder- of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit. Want dat helpt volgens nieuw onderzoek de leerstof nog beter in het geheugen te verankeren. Dit artikel is een product van de wetenschapsblog Mensenkennis.be, een initiatief van de Gentse Alumni Psychologie. Je kent het wellicht wel, een nachtje doorstuderen voor je examen. Nog één dag te gaan en het is D-day. Het laatste hoofdstuk ken je nog niet helemaal vanbuiten – het zou maar eens net over dat ene hoofdstuk gaan. Het is nu 22:35. Slik. Paniek. Koffie. The show must go on. Maar is het eigenlijk wel een goed idee om je slaap te laten voor een extra herhaling van de leerstof? Volgens een studie die recent verscheen in het toonaangevende tijdschrift Current Biology, kan je toch beter in je bed kruipen, slapen en ... misschien ook nog vragen aan moeder- of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit – dit is geen grap.
Slaap jezelf naar een onderscheiding Eerder onderzoek naar slaap toonde aan dat de eerste drie slaapstadia (ongeveer de eerste 90 minuten na het indommelen, ook wel de non-remslaap genoemd) een cruciale rol spelen in het consolideren van wat we geleerd hebben gedurende de dag. In deze slaapstadia treedt een geleidelijke vertraging van de hersengolven op, vooraleer we in een droomstadium belanden. Slaap is met andere woorden erg belangrijk om datgene wat je ingestudeerd hebt op te slaan in het langetermijngeheugen. Voldoende slaap voor een examen brengt je dus al één (grote) stap dichter bij een onderscheiding. Geheugenonderzoek toont ook aan dat net opgeslagen geheugenrepresentaties nog heel gevoelig en onstabiel zijn tijdens de non-remslaap. Hét uitgelezen moment dus om ze ook te versterken, win it or lose it. Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap zodat dezelfde geheugenrepresentaties opnieuw worden geactiveerd. Dit is ook gekend als doelgerichte geheugenheractivatie (targeted memory reactivation, TMR), en het zou een aantoonbaar gunstig effect hebben op ons geheugen de volgende dag. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit effect optreedt. De onderzoekers in de huidige studie wilden aantonen dat TMR, of dergelijke geheugen terloops: tussendoor, vluchtig D-day: de dag waarop tijdens de Tweede Wereldoorlog de geallieerde soldaten woord© VAN IN aankwamen op de stranden in Normandië. Figuurlijk betekent dit: een heel belangrijke dag. toonaangevend: leidend, richtinggevend consolideren: vastzetten de geheugenrepresentatie: opgeslagen element in het geheugen de cue: teken, aanwijzing
heractivatie, de hersengolven tijdens de nonremslaap versnelt en daardoor de gevormde geheugenassociaties versterkt met als gevolg een betere consolidatie voor later gebruik. Om dit aan te tonen, ontwikkelden de onderzoekers een cognitieve taak waarbij proefpersonen nieuwe associaties tussen adjectieven en prenten van objecten of scènes (bv. levendig – appel, grappig – woestijn …) vanbuiten moesten leren. Deze woorden werden op voorhand onnatuurlijk aan elkaar gekoppeld (de kans is klein dat jij een woestijn spontaan als 'grappig' zal beschrijven). Een eerste test volgde vijf minuten na het instuderen. Tijdens deze eerste ondervraging, moesten proefpersonen aangeven of een adjectief eerder gezien was of niet en beschrijven met welk soort prent (object of scène) het geassocieerd was. Daaropvolgend mochten proefpersonen ofwel gaan slapen ofwel een online computerspel spelen. De hersengolven en andere fysiologische parameters van de slaapgroep werden gemonitord aan de hand van een elektro-encefalogram. Net wanneer de proefpersonen uit de slaapgroep in de non-remslaap belandden, ratelde een externe spreker in dezelfde kamer dezelfde adjectieven opnieuw af. De helft van deze adjectieven waren de adjectieven die door de proefpersoon correct konden worden geassocieerd, zoals initieel getoetst, de andere helft waren nieuwe adjectieven. Hetzelfde gebeurde bij de wakkere groep. Na 90 minuten slaap of wakker blijven, kregen alle proefpersonen een nieuwe geheugentest gelijkaardig aan de eerste. Deze test werd een laatste keer uitgevoerd de volgende
dag nadat alle proefpersonen een nacht hadden geslapen. Eerst en vooral vonden de onderzoekers dat slaap een gunstig effect had op de geheugenprestaties: de groep die sliep na het instuderen, scoorde significant hoger op de geheugentest dan de groep die een online computerspel had gespeeld. Dit gunstig effect was zelfs nog steeds zichtbaar op de test die een dag later plaatsvond. Dit geeft aan dat slaap een niet te onderschatten effect heeft op ons lange termijngeheugen, een effect dat zelfs aanhoudt tot twee dagen na het instuderen. Ook de TMR-techniek tijdens de non-remslaap had een gunstig effect bovenop het effect van slaap: De slaapgroep presteerde nog beter voor de adjectieven die ingefluisterd werden tijdens de slaap dan voor de adjectieven die niet ingefluisterd werden. Ook in het elektro-encefalogram stelde de onderzoekers een modulatie van de hersengolfactivatie vast ten gevolge van TMR. Geheugen extra versterken TMR had geen zichtbaar gunstig effect op de geheugenprestaties van de wakkere groep. Met andere woorden, de wakkere groep presteerde niet beter voor de adjectieven die ingefluisterd werden dan voor de andere (niet-ingefluisterde) adjectieven. Op basis van de hersengolfactiviteit tijdens de non-remslaap konden de onderzoekers bovendien afleiden met welke categorie (object of scène) de cue was geassocieerd en hiermee de verhoogde scores van de proefpersonen voorspellen op de toets die de volgende dag(en) afgenomen werd. Kortom, deze toonaangevende studie toont aan dat de non-remslaap een sleutelrol speelt in geheugenconsolidatie en dat de TMR-techniek hiervan gebruik maakt om het geheugen nog ‘Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap.’ de consolidatie: het vastzetten cognitief: wat te maken heeft met leren of de werking van ons brein woord© VAN IN het adjectief: bijvoeglijk naamwoord fysiologisch: wat te maken heeft met processen in het lichaam het elektro-encefalogram: instrument dat aan de hand van elektrische signalen de werking van de hersenen in kaart brengt initieel: in het begin, aanvankelijk significant: betekenisvol, iets wat niet voortkomt uit toeval
verder te versterken. Meer bepaald leidt slaap en het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap tot betere scores op het geheugen de volgende dag. Dit kan worden verklaard door versnelde hersengolfactivatie, dat plaatsvindt tijdens de eerste slaapstadia (de non-remslaap). Dit suggereert dus dat slaap verbindingen in het brein triggert voor verdere vorming of consolidatie. Met andere woorden, mocht je niet aan een extra herhaling van je cursus toekomen, panikeer dan niet, zelfs zonder moeder- of vaderlief staat er je nog een lange nacht voor de boeg ... eentje met slaap weliswaar.
Eleonore Smalle is post-doctoraatsonderzoekster in de cognitieve psychologie. Ze is verbonden aan het Instituut voor Psychologisch Wetenschappelijk Onderzoek (IPSY) en het Instituut voor Neurowetenschap (IoNS) van de Université catholique de Louvain (Louvain-laNeuve), en aan de vakgroep Experimentele Psychologie van de Universiteit Gent. Daar bestudeert ze geheugenmechanismen aan de basis van taalverwerving. Aan de Universiteit van Oxford en de Universiteit van Nottingham doet ze tevens onderzoek naar invloeden van de motorische cortex op spraakperceptie, door middel van Transcraniale Magnetische Stimulatie en electro-encefalografie van het brein. Bron: www.knack.be Verwerken Je leraar vertelt je nu wat je met het schema moet doen. Terugblikken 7 Kijk terug naar de verwachtingen die je formuleerde over de tekst. Welke voorspellingen deed je correct? 8 Beoordeel het schema over de tekst. a Welke aspecten van het schema zaten goed? Vermeld er minstens twee. b Wat kan verbeterd worden aan het schema? Vermeld opnieuw minstens twee aspecten. de Structuur van een tijdScHriftartiKel34.4.1 © VAN IN Wanneer je door een magazine bladert, zul je snel ontdekken dat tijdschriftartikels erg kunnen verschillen in onderwerp, lengte, stijl en doelpubliek. Toch zijn er enkele structurele elementen die je in bijna elk artikel herkent.
Titel
1 Wat is het verschil tussen een titel en een normale zin? Schrap wat niet past in de volgende tekst.
Controleer je antwoorden bij je leraar.
onthouden
Een kop is de titel van een kranten- of tijdschriftartikel. Een titel heeft meerdere functies. Het geeft in de eerste plaats de essentie van de tekst weer en heeft dus het doel om te informeren / activeren / ontroeren / ontspannen. Bovendien moet een titel ook de aandacht trekken en de lezer overhalen om het artikel te lezen. Het heeft bijgevolg een informerende / activerende / ontroerende / ontspannende functie. Dat kan de auteur doen door bijvoorbeeld een pakkende quote weer te geven of een woordspeling te maken. Een titel van een artikel is opgesteld in een specifieke stijl. Een titel is meestal langer dan / korter dan / even lang als een gewone zin. Het is dus opgebouwd in telegramstijl / een uitgebreide stijl en lijkt daarom vaak grammaticaal incorrect / correct. Structuurwoorden zoals lidwoorden en voorzetsels worden vaak behouden / weggelaten. Bovendien gebruikt de auteur meestal een passieve / actieve zin en kiest hij vaak voor de onvoltooid tegenwoordige tijd / verleden tijd. 2 Je las in een vorige les een artikel over hoe leren tijdens je slaap het geheugen aanwakkert. a Kijk opnieuw naar de titel. b Leg aan de hand van het ‘onthouden’-kader uit of dat een sterke titel is. 3 Welke alternatieve titels passen bij het artikel? Bedenk er minstens twee. 4 Blader in enkele tijdschriften en kranten of surf naar hun websites. Selecteer minstens drie titels die volgens jou kunnen dienen als goede voorbeelden. Leg voor elke titel uit waarom.© VAN IN 244
Lead of inleiding
De lead is de samenvattende inleiding van een kranten- of tijdschriftartikel. Die is vaak schuin- of vetgedrukt. In dat deel van de tekst beantwoordt de journalist enkele belangrijke topische vragen.
5 Herinner jij je de topische vragen nog? Noteer ze in de eerste kolom van de tabel. 6 Herlees de lead van de tekst. Welke antwoorden op de vragen kun je al geven op basis van dat deel van de tekst? Schrijf de antwoorden op in enkele sleutelwoorden. vraag sleutelwoorden Alinea’s 7 Neem volgende alinea uit de tekst opnieuw door.
Geheugenonderzoek toont ook aan dat net opgeslagen geheugenrepresentaties nog heel gevoelig en onstabiel zijn tijdens de non-remslaap. Hét uitgelezen moment dus om ze ook te versterken, win it or lose it. Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap zo8 Een sterke alinea begint met een kernzin of topiczin. Formuleer een goede definitie voor de term. 9 Wat is de functie van de rest van de alinea? Wat is het verband tussen de kernzin en de overige zinnen in de alinea?
dat dezelfde geheugenrepresentaties opnieuw worden geactiveerd. Dit is ook gekend als doelgerichte geheugenheractivatie (targeted memory reactivation, TMR), en het zou een aantoonbaar gunstig effect hebben op ons geheugen de volgende dag. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit effect optreedt.© VAN IN
Foto
10 Aan welke criteria moet een foto bij een artikel volgens jou voldoen? Som er minstens drie op.
11 Welke andere foto’s passen bij het artikel? Bestudeer volgende afbeeldingen, beslis of ze bij het artikel zouden passen en leg uit waarom wel/niet. 2 3 1 4© VAN IN 246
4
infOrmatie uit een beeldfragment verwerKen
In het vorige deel maakte je kennis met de opbouw en structuur van een krantenartikel. Voor je zelf een nieuwsblog opzet met enkele medeleerlingen, sta je stil bij de vraag of de berichten die we dagelijks in kranten en op tv horen volledig en betrouwbaar zijn. In de volgende opdracht ga je dieper in op de rol van de journalist in het verzamelen van het nieuws en in het vertrouwen dat mensen hebben in dat nieuws. Je krijgt een beeldfragment te zien waarin journalisten geïnterviewd worden over hun rol. 1 Bekijk de reportage en neem notities. 2 Beantwoord de vragen die je van je leraar krijgt. 3 Overleg met je buur en evalueer het beeldfragment. a Wat vonden jullie van het spreektempo? b Hielp de videoanimatie om het systeem beter te begrijpen? 4 Overloop nu samen met twee medeleerlingen volgende vragen. a Vonden jullie de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? b Was je tevreden over je notities? c Heb je veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat? d Wat zou je de volgende keer nog anders aanpakken? acHter Het nieuwS Jij en je medeleerlingen zijn een groep van onderzoeksjournalisten die meer duiding willen geven bij het nieuws. Maak samen een online blog met achtergrondartikels bij de actualiteit. 1 Vul het communicatieschema voor jullie blog aan. zender ontvangerboodschap 5 Voorbereiden © VAN IN
doel kanaal effect
2 Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses … in minstens vijf lijnen.
3 Zoek per twee naar onderwerpen uit de actualiteit die jullie willen onderzoeken. Zoek daarvoor op nieuwswebsites en websites van tijdschriften. Selecteer minimaal drie geschikte onderwerpen. 4 Bespreek samen hoe je het onderwerp kunt onderzoeken. Daarbij zijn vooral de ‘waarom’- en
‘hoe’-vragen belangrijk. Welke onderzoeksvragen kun je stellen bij jullie gekozen onderwerpen?
onderwerp mogelijke onderzoeksvragen 5 Selecteer nu met welke onderzoeksvragen jullie verder aan de slag gaan. a Maak een top drie van de onderzoeksvragen. b Leg ze voor aan de rest van het journalistenteam. c Kom samen tot een besluit welk duo welke vraag voor zijn rekening neemt. Plannen © VAN IN
Onderzoeken
6 Beantwoord de vijf W’s en één H voor jouw onderzoeksvraag in sleutelwoorden.
vraag sleutelwoorden wie wat waar wanneer waarom hoe 7 Ga met je onderzoeksvraag aan de slag. Maak een schematische voorstelling van het antwoord dat jij op die vraag wilt geven in jouw artikel. © VAN IN 250
Schrijven
8 Begin bij de lead van je artikel. Baseer je op de sleutelwoorden die je voor de vijf W’s en één H hebt opgesteld. Verwerk ook je onderzoeksvraag in de inleiding. Je lead bestaat uit maximaal vijf zinnen. 9 Verwerk je schematisch antwoord in een doorlopende tekst. De tekst is tussen de vijftien en de twintig zinnen lang. 10 Herlees de tekst die je geschreven hebt en geef aan welke signaalwoorden (omdat, hoewel, dus) en structuuraanduiders (ten eerste, vervolgens, ten slotte) je gebruikte. 11 Bedenk een gepaste titel bij jouw artikel en ga op zoek naar een foto. 12 Wissel je artikel uit met een ander duo. Beoordeel het artikel aan de hand van het evaluatiekader. 13 Formuleer twee goede aspecten en twee concrete werkpunten voor het artikel van je medeleerlingen. 14 Ga aan de slag met de feedback die je van je medeleerlingen hebt gekregen en pas aan waar nodig. 15 Voeg extra signaalwoorden en structuuraanduiders toe waar nodig. 16 Plaats je artikel op je blog! Reflecteren Herschrijven © VAN IN
Evaluatiematrix
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
structuur Je koos een titel die de aandacht trekt en voegde een gepaste foto toe aan het artikel. Je titel voldoet niet aan de voorwaarden van een goede titel OF de toegevoegde foto dekt niet / niet helemaal de volledige inhoud van het artikel. Je titel voldoet niet aan de voorwaarden van een goede titel EN de toegevoegde foto dekt niet / niet helemaal de volledige inhoud van het artikel.
Je brengt structuur in je artikel door signaalwoorden en structuuraanduiders. Er zit veel variatie in je keuze. Je gebruikt signaalwoorden en structuuraanduiders, maar kiest meestal voor dezelfde woorden. Je gebruikt geen of amper signaalwoorden en structuuraanduiders.
inhoud Je bespreekt het onderwerp en de onderzoeksvraag in de inleiding EN je verdeelt het antwoord op de vraag in geschikte alinea’s. Je tekst bevat geen gepaste inleiding met onderzoeksvraag. OF Het artikel is niet opgebouwd uit een logische opdeling van alinea’s. Je gebruikt geen inleiding of logische opdeling in alinea’s om structuur te geven aan het artikel.
Je geeft een correct en volledig antwoord op de onderzoeksvraag. Je geeft een antwoord op de onderzoeksvraag, maar ik stel mij nog de volgende vraag: Je behandelt de onderzoeksvraag amper in je artikel en ik stel mij nog de volgende vra(a)g(en):
correctheid De spelling van je artikel is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds. Het artikel bevat geen zware spellingsfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd. Let op voor:
Het artikel bevat zware spellingsfouten. OF Door de vele spellings- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen. Aanvullende commentaar:© VAN IN 252
1
wOOrdenScHat
1 Vul in elke zin het werkwoord aan. De eerste letter is telkens al gegeven. Volgende anagrammen kunnen je telkens helpen om het werkwoord te vormen: a Noodcel Reins Door een groot aantal zetels in het parlement, probeert elke politieke partij zijn macht te c b Baar Neon Voor hun nieuwste album wil Hooverphonic nieuw talent a . c Scone Muren Om onze planeet te redden, moeten we met z’n allen heel wat minder vlees c . d Acne Runen Bij jou is het altijd zwart of wit, je moet echt eens leren wat te n . e Kreken Verst Dokters moeten volgens de eed van Hippocrates hulp v aan alle zieken. 2 In de woorden die we zoeken zit telkens de lettercombinatie ‘in’. Vind je de woorden met behulp van de omschrijvingen? I N een artikel waarin de journalist de achtergrond van een nieuwswaardig feit belicht I N met inbegrip van, inbegrepen I N aanvankelijk, eerst I N uitgangspunt, beginsel I N inkijk 3 Welk woord past bij de onderstaande omschrijvingen? Ga ernaar op zoek in de woordzoeker (enkel horizontaal en verticaal). a verbinding, verband b wat te maken heeft met de werking van ons brein c een (meestal vaste) persoonlijke bijdrage van een auteur aan een krant of een tijdschrift d teken, aanwijzing e de leer van de herkomst van woorden G A E X U C I M R B O S T C F W R Q P T F S Y O K I B X T I C O M G P E G M X G . © VAN IN H C O N T C U E S L L I L I W O Z Q N F P A O T L L M R A R A T G I Q U O Y U O T I I E X M X Y D H E E E F S N L I X E
4 In de onderstaande tabel werden drie woorden in lettergrepen gesplitst, en door elkaar gehaspeld.
Haal jij ze uit elkaar?
po ding re
cen be
tieel vin ten sie 5 Geef het antoniem voor de volgende woorden of geef het woord dat het tegenovergestelde betekent van de gegeven uitleg. De eerste letter wordt telkens gegeven. a blij, vrolijk, verheugd n n b berekend, beredeneerd n s c niet, amper, in kleine mate n h 6 Wat moet je doen bij de volgende instructies? Leg het onderstreepte woord in je eigen woorden uit. a Definieer het woord ‘habitat’. b Bewijs dat a2 + b2 = c2 . c Situeer de Franse Revolutie. d Illustreer waarom het beleid van Leopold II in Congo nefast was voor de Congolezen. e Verklaar je antwoord aan de hand van de theorie die je toepast op de tekst. f Vergelijk de hoge adel met de lage adel op overzichtelijke wijze. g Hoe interpreteer je deze grafiek? h Wat kun je concluderen uit deze cijfers?© VAN IN 254
2
taalbeScHOuwing
11.1
1 Vul onderstaande zinnen aan met een correct leesteken. Geef telkens aan welke soort zin het is. a De kat is bang van de dierenarts b Hoe zou jij dit probleem oplossen c Wat een spannend verhaal d Ga zitten e Wie is er ingeschreven voor de infosessie f Wees stil g Er is geen evenement gepland deze week h Er wordt hevig onweer voorspeld voor vanavond i Pas op j Welke vaccins krijgen kinderen op de leeftijd van acht weken 2 Onderstreep in deze zinnen het kernwoord van het onderwerp en duid de juiste vorm van de persoonsvorm aan. a De graafwerken leverde/leverden geen doorbraak op in het moordonderzoek. b Het gebruik van elektrische fietsen wordt/worden door verschillende bedrijven gestimuleerd. c Vijftien euro kost/kosten deze pralines. d De quota die bepaalt/bepalen hoeveel vrouwelijke ministers er moeten zijn, wordt/worden regelmatig in vraag gesteld. e Dit soort planten komt/komen veelvuldig voor in deze regio. f Antibiotica wordt/worden te vaak voorgeschreven, vinden sommige artsen. g De kudde schapen kon/konden niet samengehouden worden door de herdershond. h Volgens sommige critici circuleert/circuleren drugs op elke school. i Een reeks liedjes werd/werden toegevoegd aan de muzieklijst voor het schoolbal. j Dertig procent van de respondenten gelooft/geloven niet in een nultolerantiebeleid in het verkeer. k In de vakantie geeft/geven verschillende musea korting op de entreeprijs. l De helft van de leerlingen protesteerde/protesteerden tegen de onverwachte toets. 3 In deze oefening sta je stil bij het verschil tussen hun en hen. a Ik geef de aanwezigheidslijst aan door. b Ik geef met veel plezier een duur cadeau. c Hij schenkt zonder te vragen nog een glas in. 11.2.2 © VAN IN d Wij bekijken niet meer sinds die gebeurtenis. e De tranen sprongen in de ogen. f Hoe gaat het met ? g Hij is volgens nog steeds dezelfde persoon als degene die ze tien jaar geleden ontmoet hebben. h Hij had iedereen gezien, behalve .
10.5.3
4 Schrijf de getallen voluit.
a 55
b 4 077
c 318 d 133 e 500 000 f 161 410 g 88 h 8 650 458 5 In de lessenreeks rond de samengestelde zin herhaalde je dat onderwerp en persoonsvorm steeds op elkaar afgestemd moeten zijn. Als het onderwerp in het meervoud staat, dan moet de pv ook in het meervoud staan; staat het onderwerp in het enkelvoud, dan moet dat bij de pv ook het geval zijn. a Markeer in volgende zinnen het onderwerp en de persoonsvorm. b Zijn onderwerp en persoonsvorm op elkaar afgestemd? Duid telkens ja of nee aan. c Aan het eind van de oefening kun je met de verkregen letters een woord vormen. Zijn onderwerp en persoonsvorm op elkaar afgestemd? ja nee 1 Het personeel van Burger King en van McDonald’s gaan elke vrijdag samen uit. A G 2 De media waren erg hard voor de politicus. O B 3 De groep die onderzocht waren, bestond uit tieners. P N 4 De premier of de minister moesten ontslag nemen. I C 5 Dat nieuwe bedrijf is erg innovatief; het heeft net het gat in de markt ontdekt. U D 6 Die koffiebar is op korte tijd erg populair geworden en heeft erg trouwe klanten. R K 7 Enkele meisjes uit onze klas dansen erg goed. E M 8 Waarom staan er één paar schoenen in de gang? A N 9 De kinderen werd een toneeltje geleerd. T F 10 De leerlingen heeft gisteren gespijbeld. I E 11 De lerares die we vorige jaren hadden, was ziek. I Z Noteer hier de letters die je verzamelde. De letters staan nog niet in de juiste volgorde. Maak een woord met bovenstaande letters. Schrijf het woord in het ‘onthouden’-kader hieronder. 1 2 4 65 7 98 10 113 onthouden© VAN IN Het overeenkomen van onderwerp en persoonsvormen duiden we aan met de term
10.2.4
6 Vul als of dan in. Soms moet je de zin verder ook aanvullen met een van de vormen die gegeven worden.
a Deze zomer was veel heter vorige zomer. b Ariana is net zo oud Otis.
c De vraag naar tickets was groter het aantal plaatsen. d Mijn tuin is niet zo kleurrijk die van jij/jou. e Ik neem een andere bus naar school hij/hem. f Jani’s programma is net zo populair dat van Tom. g Weet jij meer ik/mij? h Hij heeft net zoveel praatjes jij/jou. i Een appel is zoeter een citroen, maar even zoet een peer. j Kasem haalde meer 80% en scoorde daarmee even hoog jij/jou.
Bij vergelijkingen maken we soms taalfouten. Volgende regel helpt je:
• Bij een gelijkenis gebruiken we .
• Bij de vergrotende trap gebruiken we .
Om te weten of je hij, hem, ik of mij moet gebruiken verleng je de zin in je hoofd. • Zij is net zo sterk als hij (is). • Zij is sterker dan ik (ben). creatief: aan de Slag met beeldSpraaK 1 In het gedicht Wees maar niet bang op p. 204 van les 20 maakte je kennis met de verpersoonlijking van de wind. Probeer een soortgelijk gedicht te maken, maar dan voor de maan of voor de donder. Denk na welke menselijke eigenschappen je de maan / de donder zou kunnen geven. Wees maar niet bang voor de maan / donder (omcirkel wat jij kiest), al hij onthouden 3 © VAN IN iets ,
wat hij ,
om .
Wees maar niet bang voor de maan / donder (omcirkel wat jij kiest),
hij
dat Wees maar niet bang voor de maan / donder (omcirkel wat jij kiest). Bekijk / Beluister (omcirkel wat jij kiest)
Misschien 2 Je maakte in les 20 kennis met verschillende soorten beeldspraak. Als oefening schrijf je nu een elfje, een dichtvorm met een heel strak schema. a Lees volgende voorbeelden en leid de kenmerken van deze dichtvorm af. elfje beeld besloten in elf woorden sla je vleugels uit. vlieg! sneeuw wit tapijt op donkere aarde nog even niet betreden ongereptheid krokus kom op wees niet bang kom maar te voorschijn lentebode
Bron: poezieverrijkt.nl
. b Schrijf nu zelf een elfje. Volg de instructies die je van je leraar krijgt. © VAN IN 258