DNG #2020 02

Page 1

HANNAH ARENDT A M O R M U N D I

De Nieuwe Gemeenschap – driemaandelijks tijdschrift van het August Vermeylenfonds juni-augustus 2020 – AFGIFTEKANTOOR GENT X erkenningsnummer P 309 575 – vu: Willem Debeuckelaere - p/a V.F. Tolhuislaan 88, 9000 Gent

2020#2_v1.indd 1

PB- PP

BELGIE(N) - BELGIQUE

5/06/2020 14:39


Banaliteit Tijdens het proces van Adolf Eichmann was Hannah Arendt verwonderd over hoe een schriel, onbeholpen, gebrild mannetje zulke groteske daden had kunnen stellen. Adolf Eichmann was tijdens de Tweede Wereldoorlog medeverantwoordelijk geweest voor de deportatie van vele Joden naar de concentratiekampen. Ze had een meedogenloos ‘monster’ verwacht maar zag een onbetekenend ventje. Het kwade, belichaamd door Eichmann, was niet iets radicaals of buitensporig maar iets banaals. In deze coronacrisis worden we dagelijks geïnformeerd over de stand van zaken. De sterftecijfers in woonzorgcentra, de triage van oudere mensen die vanaf een bepaalde leeftijd niet meer behandeld worden en de discussie over welke leeftijd dat precies is, het débacle met de mondmaskers, de hippocriete lofzang van politici voor verplegers en verzorgers terwijl de witte woede destijds nauwelijks werd gehoord, enz.. Je ziet of hoort het elke dag. Het wordt iets triviaal, iets alledaags. We zijn er intussen aan gewend geraakt, het wordt zelfs een beetje afgezaagd. We berusten en accepteren. Het denken stopt. Het wordt een banaliteit. Het vergt inspanning om alert en verwonderd te blijven. Om niet te verzanden in de alledaagsheid van het leven en niet te stoppen met ‘kritisch’ denken. Verontwaardiging alleen is niet genoeg, we moeten ook handelen naar de oordelen die we vellen. Verantwoordelijkheid nemen voor onszelf, de ander en de wereld. Amor mundi of liefde voor de wereld richt de aandacht weg van onszelf naar de ander en de wereld als geheel. Peter Venmans verdiept zich in de vraag hoe we tot een betekenisvolle relatie komen met de ander en de wereld. Hij vindt een antwoord oa. bij Hannah Arendt met de term Amor Mundi of liefde voor de wereld. Hij analyseert dit concept en toetst die aan verschillende thema’s. Voor Hans Achterhuis was de ontdekking van Hannah Arendt een ‘coup de foudre’. Het begin van een lange en intense relatie met zijn ‘filosofische leidsvrouw’. Lieve Goorden schreef een boeiende en toegankelijke inleiding op het leven en werk van Hannah Arendt. Ze focust zich op wetenschap en technologie en de vraag naar de impact ervan op de maatschappij. Arendt biedt hierover diverse verklaringen en argumenten. Joke Hermsen bekijkt in hoeverre de inzichten van Hannah Arendt en Rosa Luxemburg ons kunnen helpen bij de transitie naar een meer duurzame, menselijke en solidaire samenleving en hoe we daadwerkelijk het tij kunnen keren. Bij het Vermeylenfonds knijpen we onszelf en elkaar dikwijls in de arm, verfrissen we regelmatig ons hoofd met koud water en drinken we bakken sterke koffie (allemaal figuurlijk natuurlijk) om wakker en alert te blijven. Om aandachtig te zijn en niet te berusten in banaliteit. Om deze “Schöne, Schöne Welt" te omarmen! Sarah Mistiaen

Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds

2020#2_v1.indd 2

Inhoud juni - augustus 2020 03 Eyecatcher 04 Standpunten 04-05 Interview met Peter Venmans 06-08 Artikel van Hans Achterhuis 09-12 Interview met Lieve Goorden 13 Oprichting Hannah Arendt Instituut 14-15 Interview met Joke Hermsen

16 Focus Afstand van dichtbij bekeken 18 Recensent en Boeken 21 Vermeylen Beïnvloed(t) / Goed Nieuws 22 Verslag / I.M. 24 BV

¬ Het grote Corona-interview

26 -28 Column

¬ Peter Benoy

¬ Aster Glückmann

30 Gedicht

Colofon DE NIEUWE GEMEENSCHAP driemaandelijks ledenblad van het August Vermeylenfonds vzw; verschijnt op 15 maart, 15 juni, 15 september en 15 december. REDACTIE Peter Benoy, Tom Cools, Chantal De Cock, Caroline De Neve, Robert Huygens, Sarah Mistiaen, Johan Notte, Nico Pattyn, Tinus Sioen, Eliane Van Alboom, Judy Vanden Thoren, Hans Vandevoorde, Anita Van Huffel en Anne Van De Genachte (+ vormgeving) ALGEMEEN SECRETARIAAT Tolhuislaan 88, 9000 Gent, t. 09 223 02 88 e-mail: info@vermeylenfonds.be - website: www. vermeylenfonds.be openingsuren: 9u - 12u en van 13u tot 17u ABONNEMENT 15 euro (4 nummers) LIDMAATSCHAPSBIJDRAGE 15 euro per individu. U kunt lid worden door aan te sluiten bij een plaatselijke afdeling of door overschrijving op rek.nr. BE50 0011 2745 2218 van het Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Leden ontvangen gratis De Nieuwe Gemeenschap. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Willem Debeuckelaere, p/a Tolhuislaan 88, 9000 Gent AUTEURSRECHTEN personen die we niet hebben kunnen bereiken i.v.m. eventuele auteursrechten kunnen de redactie contacteren. COVER 2014-08 Graffiti door Patrik Wolters alias BeneR1 en Kevin Lasner alias koarts, 'Hannah Arendt Niemand heeft het recht te gehoorzamen‘, geboortehuis Lindener Marktplatz 2 hoek Falkenstraße in HannoverLinden-Mitte, 2014 STEUN HET VERMEYLENFONDS Giften vanaf 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar. Reknr. BE50 0011 2745 2218, Vermeylenfonds, Tolhuislaan 88, 9000 Gent.

Om reden van milieuvriendelijkheid wordt dit tijdschrift op chloorvrij recycleerbaar papier gedrukt.

5/06/2020 14:39


Deze pagina is een coproductie tussen het Vermeylenfonds en Creatief Schrijven vzw. De tekst werd geoogst op het platform Azertyfactor, een vrijhaven waar pennenvoerders hun vruchten publiceren. Wil je kans maken op publicatie in het volgende nummer? Post je tekst op azertyfactor.be/kansen

foto: Robert Indiana, Amor © 2015 Morgan Art Foundation, Artists Rights Society (ARS), New York. Photos courtesy of the Association for Public Art.

Planeten Er zijn zo veel plaatsen waar ik heen kan gaan op sommige kan ik zelfs even blijven en als het goed is kan ik ’s nachts over de vroegste sterren lopen je naam verstoppen in het kuiltje van een maankrater en altijd opnieuw ergens landen met een stukje ruimterots kant-enklaar van een droevige meteoor geschraapt om in je armen te leggen voor iemands vermaak ik heb al lang geen sterrenkijker meer nodig om je te zoeken, vind je zonder kaart

ook wel in elk oneindige terug als ik soms maar even bang naar beneden kijk en geruststellend zie dat er elke seconde van dit malle leven een kleine zeeraket uit je duinzand stijgt en onze zilte korrels vasthoudt tot we weer weergaloos dicht naast elkaar mogen liggen ik zou ze allemaal willen tellen maar er is maar een planeet waar ik nu wil zijn. Matthias Van de Velde

3 EYECATCHER

2020#2_v1.indd 3

5/06/2020 14:39


A M O R M U N D I H E T G O E D E L E V E N VO L G E N S P E T E R V E N M A N S Peter, jouw vorige boek gaat over amor mundi, een concept van Hannah Arendt. Hoe kwam het idee tot stand om daarover een boek te schrijven? Peter Venmans: “Bij mij is het zo dat een

boek altijd uit het vorige voortkomt, als een soort van tegenovergestelde beweging of correctie. Omdat ik vind dat je als filosoof en essayist altijd moet proberen om tegen jezelf in te denken. Mijn eerste boek (De ontdekking van de wereld) ging over Hannah Arendt, maar ik realiseerde me dat er iets ontbrak bij haar. Ze had geen gevoel voor de pragmatische traditie in de filosofie, die ik dan in mijn tweede boek (Over de zin van nut) heb bestudeerd. Mijn derde boek (Het derde deel van de ziel. Over thymos) ging daar dan weer op in, door zich naar het gevoelsmatige, naar de woede te keren. Over de zin van nut noem ik mijn paarse boek omdat ik daar heb geprobeerd om de pragmatische en utilitaristische traditie te hervaloriseren, hoewel ik natuurlijk besefte dat er problemen zijn met een utilitaristisch denkkader. Maar tegelijkertijd bezit dat kader ook waardevolle inzichten, en het was nu eenmaal een dominante visie in de jaren 90. Amor mundi is een terugkeer naar Hannah Arendt, omdat die term van haar komt, en omdat het boek een correctie is op de pragmatische visie die ik in mijn twee vorige werken ontwikkeld heb. Hoofdstuk drie van Amor mundi gaat bijvoorbeeld over Ayn Rand – als karikatuur van de neoliberale manier van denken – en is een poging om kritiek te formuleren op het neoliberalisme, vanuit het concept amor mundi. Want een van de blinde vlekken van het liberalisme is precies de thematiek van de wereld, omdat het liberalisme steeds het individu en haar vrijheid centraal stelt. Hannah Arendt zelf schrijft slechts in één of twee teksten over amor mundi, maar de term is achteraf door haar scholars opgepikt, en is inmiddels gemeengoed geworden. Ik vond het een uitdagende en ambivalente

term, en ben er daarom mee verder gegaan. In filosofie gaat het er volgens mij altijd om dat je een bepaald concept of idee neemt en dat analyseert, als intellectuele oefening. Maar het typische van filosofie is voor mij ook dat je de analyse van zo’n concept altijd verbindt met een idee van ‘het goede leven’. Vaak wordt dat goede leven individueel ingevuld, zoals bij de stoïcijnen of de epicuristen. Maar voor mij is het goede leven altijd een samenleven. Waarmee ik niet bedoel dat ik het individu totaal afwijs, noch dat ik me wil bekennen tot alleen maar een groep. Maar… (denkt) je kunt niet over het individuele goede leven spreken als je niet ook over het collectieve goede leven spreekt; die twee hangen altijd samen. Er zijn geen louter persoonlijke problemen.” Je boek zou kunnen worden opgevat als een pleidooi voor amor mundi. Maar tegelijk lijkt het concept constant te worden tegengewerkt door het neoliberale systeem waarin we ons bevinden. Kan amor mundi dan nog iets zijn om naar te streven?

“Ik ben van oordeel dat de geschiedenis niet vast ligt. Daarom ben ik niet optimistisch of pessimistisch, want voor mij zijn dat twee kanten van de visie dat de geschiedenis min of meer vast ligt; voor de optimist gaat het altijd de goede kant uit en voor de pessimist altijd de slechte. Ik geloof dat er heel veel mogelijkheden zijn, maar de uitkomst zal bepaald worden door de politiek en door hoe onze democratie evolueert. Het is ooit een politieke beslissing geweest om neoliberale recepten toe te passen. En het is heel moeilijk en misschien niet wenselijk om helemaal van systeem te veranderen, ik verwacht ook niet dat dat zal gebeuren. Er zullen wel dingen veranderen, ten goede en ten kwade, maar ik heb daar geen prognoses over. Ik denk dat de idee van amor mundi vooral een aandachtspunt is, en je ziet wel dat thema’s die daar rond cirkelen, meer en meer in de belangstelling komen. De coronacrisis brengt enkele van

Liefde bestaat ook uit dingen laten zoals ze zijn.

BIO Peter Venmans studeerde Frans, Spaans en filosofie in Leuven. Andere essays van zijn hand zijn De ontdekking van de wereld (2005), Over de zin van nut (2008) en Het derde deel van de ziel (2011). Amor Mundi verscheen in 2016 en zijn laatste werk, Discretie, kwam vorig jaar uit. © Fjodor Buis

die thema’s, zoals de zorg en het toerisme, extra in de kijker. Toerisme werd bijvoorbeeld altijd gezien in een neoliberaal kader: het is goed, want het is economisch interessant, en het individu moet zijn behoefte om te reizen kunnen bevredigen. Er werd nauwelijks gekeken naar de schaduwkant. Denk aan de relatie met de samenleving: wat betekent toerisme voor de maatschappij die al die toeristen ontvangt? – en ook: wat betekent toerisme voor de maatschappij waar al die mensen op reis vertrekken? Die dynamiek is een belangrijk aspect van de wereld, en de wereld heb ik in mijn boek gedefinieerd als het geheel van betekenisvolle relaties tussen mensen. De aandacht daarvoor komt zeker terug. Door de coronacrisis is men zich meer bewust van de vraag wat voor ons echt betekenisvolle relaties zijn.” Is de groeiende aandacht voor het klimaat, die het afgelopen jaar een hoogtepunt bereikte in de scholierenmarsen, ook een vorm van amor mundi?

“In mijn boek heb ik het daar weinig over

4 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 4

5/06/2020 14:39


gehad, omdat ik ben uitgegaan van amor mundi zoals Hannah Arendt de term hanteerde, en zij dacht niet ecologisch. Ze was iemand van de Koude Oorlog; als zij het over amor mundi heeft, dan bedoelt ze liefde voor de samenleving, voor hoe mensen met elkaar omgaan, wat ze ‘politiek’ noemt. De verhouding tussen mens en natuur, dat is iets waar zij het niet over heeft, maar ik denk dat we vandaag de dag niet anders kunnen dan ook die relaties erbij te nemen. Amor mundi gaat voornamelijk over het relationele; het zegt dat wij geen individuen zijn die als nomaden proberen te overleven maar dat wij door allerlei relaties met elkaar verbonden zijn. Het gerelateerd zijn van alles komt zeer sterk naar voren door het coronavirus, het virus is er bijna een metafoor voor. Dat wij mondmaskers dragen, niet om onszelf maar om anderen te beschermen, is een uiting van het relationele. Het is bijna gedwongen amor mundi. Zelfs uit zelfbescherming moeten we onze relaties en onze netwerken goed verzorgen, zodat we ergens op kunnen terugvallen. En dat is ook zo met de natuur: daar moeten we ook uit putten, daar zijn ook reserves die we niet mogen uitputten. Ik zie een heel sterke parallellie tussen amor mundi zoals Hannah Arendt het beschrijft, namelijk als iets zuiver politieks en intermenselijks, en de ecologische problematiek. Het ene kan niet zonder het andere.” Op welke manier is Discretie, uw meest recente werk, uit Amor mundi ontstaan?

“Ik probeer amor mundi in zijn ambivalentie te beschrijven. Maar er kwamen veel positieve reacties van, laten we zeggen, activistische lezers. Mensen die geëngageerd zijn in allerlei bewegingen, en die zich heel erg aangetrokken voelen door een begrip als amor mundi. Ik heb daar natuurlijk absoluut niets tegen, maar wat ik wou aantonen in Discretie is dat amor mundi niet alleen uit activisme en engagement bestaat, niet alleen uit dingen doén… …maar ook een beetje niet-doen?

“Inderdaad. Liefde bestaat ook uit dingen laten zoals ze zijn. Als je van iemand houdt, dan wil je die persoon niet per se veranderen. Dan wil je ook dat hij of zij is zoals hij of zij is. Discretie maakt voor mij deel uit van amor mundi, op een stillere manier. Als we het bijvoorbeeld over ecologie hebben, dan bestaat amor mundi niet alleen uit proberen de wereld te ‘organiseren’, maar betekent het ook dat we ons als mensheid op een aantal vlakken discreter moeten op-

stellen. Dat wil zeggen dat we ons moeten terugtrekken; een reflex die we niet gewend zijn. Als we bijvoorbeeld een natuurreservaat inrichten, dan managen we dat gebied en proberen we er meester over te blijven, in plaats van het simpelweg met rust te laten. Wat als we nu bijvoorbeeld eens zouden besluiten de Mount Everest helemaal niet meer te beklimmen? Dat zou een vorm van amor mundi kunnen zijn. Maar zo’n discrete houding is heel lastig. Het enige waar men op dit ogenblik aan denkt is: we moeten zorgen dat we niet met te veel op die berg staan, anders wordt het gevaarlijk, of niet meer rendabel.”

poging om amor mundi in de wereld te injecteren?

“Voor mij is schrijven een vorm van amor mundi. Ik vind het schrijven van een essay een confrontatie met de wereld en een poging om die te begrijpen (dat is ook waar Arendt naar streefde). Het tegenovergestelde van het begrijpen van de wereld is het zich afsluiten van de wereld; het tegenovergestelde van filosofie, van denken, is gedachteloosheid. Hannah Arendt analyseerde in 'De banaliteit van het kwaad' dat dat bij Eichmann het probleem was: hij leidde een gedachteloos leven en verhield zich niet op een betekenisvolle manier tot de wereld. Een

Dat wij mondmaskers dragen, niet om onszelf maar om anderen te beschermen, is een uiting van het relationele. Het is bijna gedwongen amor mundi. Die visie zou je ook kunnen toepassen op opvoeding: als ouder begeleid je je kind in het (op)groeien, maar het is even belangrijk om je voldoende discreet op te stellen en je kind te laten zijn wie het is of wil zijn.

“Ook het leven van onze kinderen willen we te veel managen. Dat zie je nu heel duidelijk aan de manier waarop er wordt omgegaan met onderwijs tijdens de coronacrisis: men probeert zoveel mogelijk te redden, zo snel mogelijk de scholen opnieuw te openen, zoveel mogelijk te regelen en vast te leggen. Er is geen discretie in die zin dat er niet wordt geaccepteerd dat we nu in een periode zitten waarin sommige dingen niet of heel moeilijk kunnen, en dat we misschien iets anders moeten doen, in plaats van het oude leven proberen te imiteren. Zoals gezegd heeft amor mundi veel te maken met zorg voor relaties. En dat is de vraag waar we nu mee bezig zouden moeten zijn: hoe gaan we met elkaar om? En dus niet met de vraag: hoe kunnen we de situatie optimaliseren, er zoveel mogelijk rendement uit halen, en het ‘verlies’ beperken? Dat laatste is een economistische manier van denken, die niet inziet dat de coronacrisis ook een leermoment is. Men ziet ze enkel als een vervelende pauze, die zo kort mogelijk moet zijn, om dan zo snel mogelijk terug naar ‘het normale’ te gaan.” Een filosofisch boek schrijven is voor u een intellectuele oefening. Maar uw boek suggereert dat de tijd rijp is voor meer amor mundi. Ging dit boek dan verder dan een intellectuele oefening, als een

essay is voor mij een poging om je wél tot de wereld te verhouden. En door die poging op te schrijven, breng je je perspectief in de openbaarheid, in een publiek debat. Ook dat is een onderdeel van amor mundi. Als mijn boek inspiratie geeft aan mensen om zich op een bepaalde manier te engageren is dat natuurlijk heel goed. Maar iedereen die zich engageert zal zich eerst zelf een gedacht moeten maken, je engagement is altijd gebaseerd op bepaalde ervaringen, overtuigingen, of dingen die je belangrijk vindt. Handelen is het gevolg van het nadenken over de wereld en het proberen de wereld te begrijpen. Maar ook het omgekeerde is het geval, en dat is misschien nog belangrijker: begrijpen volgt vaak uit handelen. Dus niet alleen uit lezen.” En jouw persoonlijk engagement, jouw invulling van amor mundi, is schrijven.

“Je zou dat zo kunnen zeggen, ja. Maar het is natuurlijk niet zo dat ik eerst besluit om amor mundi te beoefenen en dat dan probeer toe te passen. Zo werkt het niet. Je kunt ook niet besluiten om lief te hebben, liefde blijkt uit wat je doet, en… (denkt) nu maak ik het misschien te gecompliceerd, maar er zit ook een vorm van gedachteloosheid en spontaniteit in liefde. Voor Hannah Arendt was gedachteloosheid iets puur negatiefs; liefde voor de wereld veronderstelt voor haar altijd denken en met dat denken naar buiten komen. Misschien maak ik het nu te ingewikkeld en moet je dat maar niet in je tekst verwerken. (lacht) Interview via Skype: Arne Vlaeminck

5 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 5

5/06/2020 14:39


ZIJ IS HANS ACHTERHUIS

mijn filosofische leidsvrouw

OV E R Z ’ N C O U P D E F O U D R E VO O R H A N N A H A R E N D T

Veel mensen geloven mij niet wanneer ik bij lezingen vertel dat ik ‘De banaliteit van het kwaad’ van Hannah Arendt, dat handelt over het proces tegen de nazimisdadiger Adolf Eichmann, in de ramsj heb gekocht. Ze denken ook dat ik overdrijf als ik eraan toevoeg dat ik toen de naam van de auteur nauwelijks kende. Hoe is dat mogelijk, verzucht men. Het begrip ‘de banaliteit van het kwaad’, hoe omstreden de inhoud ervan ook mag zijn, is tegenwoordig ingeburgerd en Arendt zelf wordt nu als een van de grootste filosofen van de twintigste eeuw beschouwd. In 2013 werd er zelfs door Margarethe von Trotta een speelfilm over haar visie op het Eichmannproces gemaakt, die ook in de Nederlandse bioscopen redelijk succes had. Met mijn beperkte budget was ik in de jaren zestig een regelmatig bezoeker van ‘De Slegte’, een paradijs vol tweedehands boeken. Daar lag het in stapels. Tekenend was

.

ook dat het pas in 1969 vertaald werd, vier jaar na het verschijnen ervan in het Engels, weinig aandacht kreeg en dus snel uit het reguliere boekenaanbod verdween. Voor mij werd het echter meteen een unieke leeservaring, die ik later wel eens als ‘liefde op het eerste gezicht’ omschreven heb. Ik was gevangen in een tekst die mij niet losliet, voordat ik de duizelingwekkende vragen over politiek en moraal, goed en kwaad, schuld en boete die zij aan de orde stelde, tot mij had laten doordringen. De stijl was weerbarstig en persoonlijk. Geen gemakkelijke grote analyses, maar directe observaties met weidse conclusies die mij diep raakten. Hoe zou ik mij als gemiddeld burger in het Duisland van Hitler, maar ook in het bezette

Nederland, hebben gedragen, was de vraag die ik dagenlang met mij meetorste. Tiny, mijn vrouw was niet jaloers toen ze merkte hoe gegrepen ik was. Met Sinterklaas kreeg ik De mens, bestaan en bestemming, zoals de Nederlandse vertaling luidde van Arendts boek The Human Condition. Op mijn koude zolderstudeerkamer worstelde ik met de tekst. Ik begreep er weinig van, zij het achteraf misschien meer dan de uitgever en vertaler. Want als er één boodschap uit dit boek klinkt, is het wel dat ‘de mens’ niet bestaat. Er is een pluraliteit van mensen en bij de gratie van deze pluraliteit is er politiek mogelijk. Mensen zijn gelijk en verschillend betoogt Arendt in het deel dat over ‘handelen’ gaat. In de mooiste en

Ik was gevangen in een tekst die mij niet losliet 6 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 6

5/06/2020 14:39


Hannah Arendt, 1933, 1994 (© Fred Stein) en 1963

De beroemde foto van Arendt als een knappe joodse studente staat groot op mijn studeerkamer. belangrijkste passages beklemtoont zij vooral de verscheidenheid, zingt ze het loflied van de verschillen. Een verliefde heeft nooit genoeg. In dezelfde tijd verscheen Geweld, macht en onmacht, de weer wat knullige vertaling van haar boek On Violence. Dat was echter een verwarrende leeservaring. Omdat ik de marges van de pagina’s van mijn boeken altijd rijkelijk van commentaar voorzie, kan ik haar groten-deels reconstrueren. De tekst ergerde mij bij vlagen, omdat Arendt mijn toenmalig idool Jean-Paul Sartre hardhandig aanpakte. Sartres verheerlijking van het geweld, met name in zijn beruchte/beroemde voorwoord van de bijbel van de toenmalige derde wereldbeweging waar ik actief in participeerde, De verworpenen der aarde van Franz Fanon, werd door haar genadeloos bekritiseerd. Als ik al niet vanwege een stevige liefde met

Arendts essay begonnen was, dan had ik het waarschijnlijk snel terzijde gelegd. Nu las ik door en zocht tegenargumenten bij de tekst. Die vond ik niet. Wat niet wil zeggen dat ik haar op stel en sprong gelijk gaf. Zo snel verdwijnen overtuigingen, ook van filosofen, nu eenmaal niet. Maar haar argumenten en beschouwingen bleven onderhuids doorzeuren, totdat ik mij na enige tijd gewonnen gaf. Intussen las ik zo ongeveer al haar overige werk en leerde ik haar levensloop enigszins kennen. Begin jaren tachtig maakte de onovertroffen biografie Hannah Arendt- For Love of the World van Elisabeth YoungBruehl mij het mogelijk om uit de vele losse feiten een aansprekend verhaal te bouwen. Het joodse meisje dat bij Heidegger ging studeren, verliefd op hem werd, (wat tussen haakjes mij best boos en jaloers maakte), afstand van hem nam vanwege zijn keuze voor het nazisme en naar de Verenigde

Staten vluchtte om daar beroemd te worden met haar grote studie over nazisme en communisme The Origins of Totalitarianism, kreeg een duidelijk en aantrekkelijk gezicht. Langzaam kreeg ik ook meer greep op het geheel van haar denken en op de wijze waarop dit in de politieke werkelijkheid van de twintigste eeuw moest worden gesitueerd. Mijn liefde bleef overigens een eenzame affaire. Arendts denken paste toentertijd niet in het tijdsgewricht. Ze noemde zichzelf wel ‘een bewuste paria’, en als zodanig werd ze ook door mijn linkse omgeving beschouwd. Dat bleef zo na ‘mei’68’, toen neomarxisten als Marcuse en ook nog Sartre en later neonietzscheanen als Foucault de toon aangaven. Nog in de jaren tachtig werd ik door mijn collega-wijsgeren van de Universiteit van Amsterdam met een scheef oog aangekeken, omdat ik werkgroepen over Arendt gaf. Was zij met haar journalistieke reporta-

7 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 7

5/06/2020 14:39


A A N DAC H T VO O R H A N NA H A R E N D T De politieke theorie van Hannah Arendt is gehecht aan twee woorden, zoals een cirkel aan zijn middelpunt: nieuw en gemeenschap. Telkens opnieuw lezen we in haar geschriften: Dat ons, mensen, het vermogen gegeven is om te beginnen en te vernieuwen… Dat dit vermogen zich niet alleen uit in het doen van ontdekkingen en uitvindingen, in het produceren van nieuwe gebruiksdingen en apparaten, in het maken van nieuwe creaties en kunstwerken, maar ook en vooral in het stichten en bewaren van intermenselijke verhoudingen of in het vernieuwen van de samenleving… Dat wij in staat zijn om in vrijheid samen te leven en een wereld te stichten… Dat er een verschil is tussen macht en geweld, maar ook tussen macht en heerschappij, dat macht verbindt en heerschappij verdeelt, dat macht inspireert en heerschappij onderdrukt… Dat vrijheid en macht die gedeeld worden, door de deling niet verminderen, maar vermeerderen… Dat onze obsessie met gelijkheid ons ongevoelig maakt voor echt gezag… Dat een samenleving steunt op twee activiteiten: vergeven en beloven… Dat onvergeeflijk kwaad gepleegd wordt niet zozeer door boosaardige, maar door banale mensen, door nulliteiten, die zich nooit afgevraagd hebben wat ze aan het doen waren… Dat denken, dat wil zeggen: zich bezinnen en naar de betekenis van gebeurtenissen zoeken, iemand behoedt voor de banaliteit van het kwaad, omdat het wortels geeft… Dat liegen, dat wil zeggen: het doelbewust verspreiden van onwaarheden en het ontkennen van feiten, de wereld onbewoonbaar maakt… Dat de consumptiemaatschappij doet wat het woord zegt: niets creëren of in het leven roepen, maar alles, ja alles opgebruiken en verteren… Dat een massamaatschappij een broeihaard is voor totalitaire strekkingen… Dat gehoorzaamheid geen deugd is… Dat opvoeding en onderwijs kennis moeten bijbrengen, maar ook de bekwaamheid om een betekenisvol oordeel te vellen… Dat techniek de wereld niet zal redden, maar inzet, engagement, moed, doorzettingsvermogen, bedachtzaamheid, wederzijds vertrouwen… Dat wij een oneindige verantwoordelijkheid ten aanzien van de wereld hebben… Het is deze hoogst oorspronkelijke en rijke combinatie van gedachten en inzichten die mij altijd opnieuw terugroept naar het oeuvre van Hannah Arendt. Dirk De Schutter

2020#2_v1.indd 8

ges wel een volbloed filosofe? En waar moest je haar maatschappelijk en politiek plaatsen? Was zij conservatief of toch revolutionair? Tot welke filosofische school behoorde zij?

filosofische leidsvrouw. Het boek dat ik over Arendt wilde schrijven, heb ik vaak aangekondigd, maar het is er (nog?) niet van gekomen. Waarom niet, wat zat mij dwars?

Op dit soort vragen bleef ik het antwoord schuldig. Je gaat iemand op wie je verliefd bent, niet tegen de buitenwacht verdedigen. Ik bleef verleid, geïntrigeerd, maar ook af en toe geërgerd door haar werk. Maar dat laatste hoorde er zonder meer bij. Wel merkte ik dat het publieke tij langzaam keerde. Dat gebeurde eerst in het buitenland. In Parijs, New York en Berlijn bleken de wijsgerige boekhandels hele planken met haar werk te hebben. De filosofen in de Lage Landen volgden schoorvoetend. Plots werd ik door collega’s die vroeger argwanend naar mijn passie keken, verweten dat ik onvoldoende rekening hield met bepaalde aspecten uit haar werk. Het kan verkeren. Nu kun je niet meer om haar werk heen als je wijsgerig mee wilt tellen. De grote Arendt-kenners Dirk De Schutter en Remi Peeters zorgden voor nieuwe, uitstekende vertalingen van haar boeken. Helaas nog niet van haar wijsgerige hoofdwerk The Human Condition, waarvan ikzelf na veel gezeur bij de uitgever in elk geval de titel wist te veranderen.

Ik kan een aantal voor de hand liggende redenen bedenken waarom dit boek er niet kwam. Eerst wilde ik haar simpel met een uitgebreide, inleidende studie in het Nederlandse taalgebied introduceren. Maar dat bleek niet meer nodig toen een verdienstelijk proefschrift van Prins verscheen: Op de bres voor vrijheid en pluraliteit. Daarna ging ik als hoogleraar naar de Universiteit Twente om een onderzoeksprogramma over techniekfilosofie te leiden. Arendt kwam daarin ter sprake, maar er was geen ruimte voor ‘het grote boek’.

Het lijkt of ik zo achteraf mijn gelijk haal met mijn liefde voor Arendt. Toch voelt het niet zo. Soms denk ik dat de vroegere paria mij liever was. Daar kon ik af en toe boos op worden en mee redetwisten. Dat hoort bij een intense relatie waarin je de ander serieus neemt. Helaas kan dat niet met het politieke correcte beeld van Arendt dat om respect vraagt. Ruzie mag niet. Een paar keer heb ik meegemaakt hoe een zaal belangstellenden bij een avond over Arendt door de discussieleider voor een gewenst politiek karretje werd gespannen. ‘Dat willen we toch allemaal, open grenzen voor vluchtelingen? Dat zou Arendt ook gewenst hebben, nietwaar’? Eenmaal heb ik mij durven verzetten tegen de warme emotie die zo opgeroepen werd, door vriendelijk te betogen dat volgens mij dit voor Arendt niet klopte. Dat werd mij niet in dank afgenomen. Het gezamenlijke warme gevoel van aan de goede kant te staan, verdween in de kribbige discussie die volgde. De volgende keren dat een discussieleider of een inleider Arendt liet buikspreken voor het goede doel, hield ik maar mijn mond om de sfeer niet te bederven.

Hoe durf ik zo’n titel te suggereren? Er staan tientallen secundaire wijsgerige studies over Arendt in mijn boekenkast. Is er nog iets onbekends te ontdekken? Ik vermoed toch van wel. Ik zou mijn paria van vroeger willen terugvinden door te betogen dat Arendt geen filosofe is. Dat zei ze zelf ook vaker, onder andere in een beroemd interview met Günter Gaus. Ze protesteert heftig wanneer mevrouw Arendt als zodanig wordt aangesproken. ‘Ik maak geen deel uit van de kring der filosofen… Ik voel mij helemaal geen filosofe…Volgens mij heb ik de filosofie definitief vaarwel gezegd. Zoals u weet, heb ik filosofie gestudeerd, maar dat wil niet zeggen dat ik filosofe gebleven ben’.

Ik heb ondertussen veel over Arendt geschreven en haar ideeën in veel van mijn studies verwerkt. Zowel in Arbeid, een eigenaardig medicijn als in Met alle geweld is zij mijn

Zijn mijn ‘goede’ redenen toch ook niet uitvluchten? Want ook na mijn emeritaat kwam de beloofde studie er niet. Er was steeds een nieuwe goede reden om een ander thema – geweld, neoliberalisme, de romans van Coetzee – aan te snijden. Ondertussen begon ik wel af en toe aan het grote boek, maar ik durf niet meer zo luid te verkondigen dat het er snel komt. Wel heb ik al een titel: De onbekende Arendt.

Ik zou Arendt hier op haar woord willen nemen en haar willen bevrijden uit de klauwen van de goedwillende wijsgeren die haar tegenwoordig omhelzen. Ik kan het wel verklappen, een van de onderdelen De onbekende Arendt betreft het joodse denken van Arendt. Meestal wordt zij als een Griekse denkster gepresenteerd, waardoor haar joodse thematiek uit het oog verdwijnt. Die spreekt kennelijk ook niet aan. De geschiedenis waarmee ik mijn verhaal begon, lijkt zich hier te herhalen. In 2007 verscheen een vertaling van de tientallen Joodse essays, die haar levensloop markeren. Er was geen be-

8 STANDPUNTEN

5/06/2020 14:39


langstelling voor. Een jaar later lag het boek, ondanks dit keer een enthousiaste recensie van mijn hand, bij De Slegte. Zo heb ik haar weer een beetje voor mijzelf. De beroemde foto van Arendt als een knappe joodse studente staat groot op mijn studeerkamer. Ik kijk er graag naar. Misschien komt er zo toch nog een late publieke liefdesverklaring.

Schöne, schöne Welt! BIO Lieve Goorden promoveerde in de Politieke en Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen, waar ze het vak Technologie en Maatschappij doceerde aan de Faculteit Economische Wetenschappen. Algauw raakte ze gefascineerd door het publieke debat over de nieuwste technologieën en zette daarover onderzoek op voor organisaties zoals het Studiecentrum Technologie en Beleid ( TNO, Delft), het Instituut voor Samenleving en Technologie van het Vlaams Parlement en de Universiteit Antwerpen. Ze coördineerde een door de Vlaamse overheid gefinancierd grootscheeps onderzoeksproject Nanotechnologieën voor de maatschappij van morgen, waarin filosofen, sociologen en nanotechnologen in directe dialoog met geïnteresseerde burgers, nauw met elkaar samenwerkten.

Hans Achterhuis

BIO Hans Achterhuis (1942) is emeritus hoogleraar Wijsbegeerte aan de Universiteit Twente. Hij is bekend als publieke intellectueel die zich regelmatig mengt in maatschappelijke discussies. De nadruk in zijn werk ligt op de sociale filosofie, waarbij hij zich heeft gericht op thema’s als ontwikkelingshulp, welzijnswerk, schaarste en technologie. Achterhuis recenseert wijsgerige literatuur voor de Volkskrant en is redacteur van het Kritisch Denkerslexicon en het Tijdschrift voor Filosofie. © Roy Beusker

foto Lieve Goorden, Universiteit Antwerpen

Lieve Goorden schreef een boeiende en toegankelijke inleiding op het leven en werk van Hannah Arendt. Net verschenen in de reeks “de essentie van...” van ISVW Uitgevers. Gevat en direct gelinkt met de werkelijkheid van vandaag. Een aanrader voor wie kennis wil maken met het oeuvre van deze bijzondere filosofe. Pierre Lefranc en Willem Debeuckelaere spraken met haar via skype. Willem: “Hoe ben je tot Hannah Arendt gekomen? Als jurist was ikzelf vooral op zoek naar meer filosofische diepgang van het juridische concept “mensenrechten”, en ook de verslaglegging over het proces Eichmann, de vraag naar de verantwoordelijkheid en de schuld, trok mij aan. En ten slotte heeft het enthousiasme van Hans Achterhuis me voor altijd de weg naar Hannah Arendt gewezen.”

Pierre: “Ik leerde Arendt kennen door Dirk De Schutter toen ik bij Aardewerk, radicale ecologisten, zijn lezingen volgde: op eigenzinnige wijze, vol overgave en niet aflatend, stomend. Toen ik naar huis ging wist ik dat ik het werk van die filosofe moest lezen. En dat is nu al wat aardig gelukt. Ook ik ben jurist en zij heeft een zeer nuchtere kijk op de maatschappij waarin zij leefde, op de werkelijkheid. Zij wil begrijpen. Dirk De Schutter toont dat op weergaloze wijze aan.” Lieve Goorden: “Dirk De Schutter heeft ook belangrijke vertalingen van Arendts werk gemaakt. Ik beschouw mezelf niet echt als een specialiste van Arendt zoals hij.Toch even mijn achtergrond meegeven en hoe ik bij Arendt terechtgekomen ben: ik ben socioloog en heb me tijdens mijn loopbaan toegelegd op wetenschap en technologie en de vraag naar de impact ervan op de maatschappij, op de ethische, maatschappelijke en ecologische vragen die men zich kan en moet stellen. Ik begon mijn werk bij de “Stichting Technologie Vlaanderen” van de SERV, in de jaren ’80, toen de Vlaamse overheid met een eigen technologiebeleid van start ging. Toen werden ook het Vlaams Instituut Biotechnologie (VIB) en

9 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 9

5/06/2020 14:39


IMEC, het micro- en later nano-elektronica centrum te Leuven, opgericht. Later werkte ik aan de Universiteit Antwerpen waar we in een interdisciplinair team van sociologen, filosofen, biotechnologen en nanotechnologen onderzoek deden naar gentechnologie, nanotechnologie, hersentechnologie, informatieen communicatietechnologie en hoe die technieken vandaag de dag samenwerken om de lichamelijke en mentale prestaties van de mens te verbeteren en zo te evolueren naar een verbeterde mensensoort. Zo ben ik bij Arendt terechtgekomen, want in haar werk ‘De menselijk conditie’ stelt ze de vraag, en ik citeer deze even want ze is belangrijk: “Waar zijn we mee bezig wanneer we een vrije gift uit het niets, het menselijk bestaan zoals het ons is gegeven, inruilen voor iets wat we zelf maken”. Dat boek verscheen in 1958, dus toen al dacht Arendt na over die verregaande implicaties van wetenschap en technologie. Wat mij vooral boeit in dat boek – iets wat zelden aan bod komt in besprekingen van haar werk - is het laatste hoofdstuk ‘De vita activa en de moderne tijd’ waarin ze twee denklijnen uitzet. Enerzijds: hoe komt het dat wetenschap geleidelijk aan geëvolueerd is naar vooral pragmatische toepasbaarheid

en dat de ontwikkeling van technologie centraal komt te staan in het wetenschappelijk onderzoek. Arendt vertelt hoe de initiële droom van de wetenschappers, van bij de Grieken tot in de moderne tijd, erin bestaat om zich een zo getrouw mogelijk beeld van de werkelijkheid te vormen: de zoektocht naar waarheid over de natuur en de kosmos. Dat is altijd de belangrijkste ambitie, het centrale streven van wetenschappers geweest. Hoe is het dan gekomen dat wetenschappers hun aandacht mettertijd verlegd hebben naar die technische focus? Eigenlijk, schrijft Arendt, is heel die zoektocht naar waarheid uitgelopen op een grote frustratie, een enorm débacle. Vooral in de negentiende eeuw zijn filosofen beginnen inzien dat we géén waarheid over de werkelijkheid kunnen vinden. Dat al onze onderzoeksresultaten steeds relatief en voorlopig zullen zijn. Want vooreerst hebben we geprobeerd met ons observatievermogen en met alle gesofisticeerde instrumenten die dat vermogen kunnen bijstaan, objectieve waarheid over de werkelijkheid te leren kennen. Maar we hebben mettertijd leren inzien dat onze zintuigen ons serieus kunnen bedriegen. En dat die zintuigen het alsmaar meer laten afweten is ook vandaag duidelijk, nu nanotechnologen pogen door te dringen in de minuscuul kleine

ruimte van atomen en moleculen, terwijl ook de oneindig uitdijende macrokosmos finaal ontoegankelijk blijkt voor de mens. In tweede instantie, zegt Arendt, hebben niet alleen onze zintuigen maar heeft ook ons verstand, onze denkkracht ons in de steek gelaten. Descartes heeft nog geprobeerd om via de studie van processen van ons verstand, via de studie van de manier waarop we redeneren, logisch denken, theoretiseren, tot de finale waarheid over de werkelijkheid te komen. Maar ook dat is op niets uitgelopen, want alles wat we op die manier vinden zijn eigen constructies, maaksels van ons eigen bewustzijn. En de vaststelling dat wetenschap ons niet toelaat om waarheid te vinden, heeft tot wanhoop geleid onder filosofen. Waarop wetenschappers hebben geredeneerd: als we de waarheid over de werkelijkheid dan toch niet kunnen kennen, dan moet er wellicht iets anders mogelijk zijn met die kennis. Het is Bacon die als eerste begrijpt dat de kennis waarover we dan wel beschikken, een hele nieuwe ambitie van de mens mogelijk maakt, namelijk een technische beheersing over de natuur. Arendt beschrijft die lange termijn ontwikkeling mooi, maar soms ook moeilijk. Ik heb geprobeerd in mijn boek de grote lijn hiervan begrijpelijk te vertalen. Ik vind dit een enorm interessante verklaring voor de

© Beatrice Fontanel en Linsay Grime uit Grands destins de femmes, Naïve Livre

1 0 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 10

5/06/2020 14:39


vraag waarom we zo hard zijn gaan inzetten op technologische ontwikkeling, waarom onze wetenschappelijke energie vandaag zo gefocust is op technische toepassing. Dat is de ene denklijn die ze ontwikkelt.

vrienden, waaronder ook Heidegger, die de opkomst van het nazisme toejuichen. Ze schrijft ergens dat zij nooit nog iets te maken wil hebben met de universiteit, dat zij geen vaste aanstelling als professor wil.

De andere denklijn die Arendt uitzet en die ik ook fascinerend vind, is dat zij in haar tijd – toen het nog ging om de ontdekking van de splitsing van het atoom en de kernenergie en om de allereerste inzichten in het menselijk genoom en DNA - de enorme mogelijkheden van technologie heeft voorzien. Arendt stelt vast dat we sinds de industriële evolutie gepoogd hebben om met technologie de natuur zo efficiënt mogelijk te gebruiken in functie van ons eigen comfort en van een gerieflijke wereld. Dan gaan we in de toekomst de natuur niet langer alleen maar gebruiken, we gaan die natuur en het leven ook nabootsen en als het even kan verbeteren. En daar zijn we nu volop mee bezig, denk aan de nieuwste gentechnologie (CRISPR) waarmee we het genoom van planten, dieren en mensen zeer gericht en gemakkelijk kunnen verbeteren, of aan onze pogingen om slimme robotten te ontwerpen, of aan het chemisch nabouwen van genen en cellen in het laboratorium. Arendt heeft zulke lange termijn ontwikkelingen voorzien. Ik heb hierover ook geschreven in mijn boek ‘De sprong in de techniek. ‘Nadenken over wat we doen’ dat in 2017 verschenen is bij ISVW en dat goed is aangeslagen. De redacteurs van de uitgeverij zagen ook wel dat ik naast andere auteurs veel refereerde aan Hannah Arendt. Zo kwam de vraag van de uitgeverij om een inleiding te schrijven voor de reeks ‘De essentie van…’. Die vraag boezemde me wel enige angst in want ik had Arendt voornamelijk vanuit mijn interesse voor wetenschap en technologie gelezen. Een inleiding veronderstelde toch nog heel wat extra studie en literatuur.

Haar belangrijke werk ‘The Origins of Totalitarianism’, dat direct na de Tweede Wereldoorlog verschijnt, spreekt mensen aan omdat er heel wat lijnen te trekken zijn naar vandaag. Zoals wanneer Arendt het heeft over de gevaren van globalisering. Bijvoorbeeld voor de democratie, want daarvoor zijn grenzen belangrijk, zonder grenzen zijn we enkel nog toeschouwers. Een argument dat onder meer speelde in het recente Marrakesh-debat in de Kamer. Een ander gevaar van globalisering, zo voorspelt Arendt, is dat van groeiende politieke apathie. Dat zien we vandaag gebeuren, kijk maar naar de laatste verkiezingen, waar tien procent van de stemgerechtigden niet is komen opdagen en zes procent blanco of ongeldig stemt. Ontzettend veel stemmen gingen daardoor verloren. Globalisering zal volgens Arendt ook het nationalisme en het isolationisme aanwakkeren, getuige de huidige Corona crisis, nu elke nationale staat zich op zichzelf terugplooit.

Willem: “Wat zij meemaakte, bepaalde haar denken. Zonder nazisme geen Hannah Arendt zoals we die nu kennen. Vele ander grote figuren uit de filosofie kunnen zo’n ervaringswereld niet voorleggen. Te denken aan Kant op wiens dagindeling de klok kon worden juist gezet en nooit verder gekomen is dan Köningsbergen. Bij Arendt is het wedervaren met de buitenwereld manifest aanwezig. Ze is een filosofe die in het leven staat.” Lieve: “Arendt heeft zich afgezet tegen het academische milieu waar ze toch initieel toe behoorde. Dat heeft ook te maken met haar diepe ontgoocheling in haar intellectuele

Ook ziet Arendt de groep mensen die zich niet langer thuis voelt in onze maatschappij en daarom teruggrijpt naar wanhopige rebellie, steeds groter worden. Ik moest direct denken aan de gele hesjes in Frankrijk en de boze boeren in Nederland. Het zijn groepen waarop gevestigde politieke partijen en vakbonden géén greep krijgen en waarbij extreemrechtse en populistische partijen hun voordeel willen halen door deze groepen gevoelens van racisme en xenofobie aan te praten. En langs de andere kant groeit de groep mensen die géén nieuwe thuis meer kan vinden. Ze heeft het over vluchtelingen, een kwestie die ook al in de jaren dertig speelt en een groep waar Arendt zelf deel van uitmaakt. Gelijkheid stoelt op onze beslissing om elkaar gelijke rechten te garanderen, stelt ze. Mensenrechten zijn niet aangeboren, zijn géén natuurlijke rechten, het zijn politiek besliste rechten.” Pierre: “Wat mij opvalt is dat Hannah Arendt vanuit verschillende hoeken wordt gebruikt met uitspraken die ze niet zo bedoeld heeft. Ze wordt opgevoerd in allerlei politieke debatten om die beslecht te zien met verwijzingen naar bijvoorbeeld haar boek over totalitarisme. Ze heeft natuurlijk vele stellingen uitgewerkt en dat maakt haar werk zo complex èn rijk:

je wordt wel gedwongen om goed na te denken.” Lieve: “Eind jaren 60, begin jaren 70, in

de tijd van de studentenrevoltes, wilden de linkse studenten in de VS haar in hun kamp krijgen wat betreft haar houding ten aanzien van de Vietnamoorlog. Neem eens een duidelijk standpunt in, vroegen ze haar. Zij zei: ik wil dat niet doen. Als ik dat zou doen, gaat dit ten koste van mijn eigen denkvermogen. Dat laat ik niet aantasten. Ik moet onbevangen naar de dingen kunnen kijken. Wij politieke docenten, mogen niet dié invloed krijgen op studenten. Wij zijn géén kleuterleidsters. Ze moeten zelf leren nadenken, zie Kant: je moet zelf nadenken, zelf oordelen gegeven alle informatie die je hebt. Op zich vind ik dat zeer interessant. Linkse groepen stellen: Arendt is van ons. Maar je merkt dan dat in heel die Marrakesh discussie iemand van de NVA in het Vlaams parlement de redenering volgt dat globalisering de democratie ondergraaft, wat een argument van Arendt is. Dit is nog maar eens een illustratie van haar rijke denken. Je mag niet bevooroordeeld naar haar kijken.” Willem: ”Zijn er nog zaken uit haar werk die we nog niet behandelden en die je speciaal wil benadrukken?” Lieve: “Wat mij boeit bij Arendt is haar

concept ‘vriendschap’. Dat zou ik graag wat verder uitdiepen. Vriendschap was in haar privéleven zeer belangrijk. Ze had veel vrienden, in Frankrijk, Duitsland, in heel Europa. In Amerika had ze ook vrienden onder niet-Joden, wat toen ongebruikelijk was in Joodse middens. Zij onderhield die vriendschappen ook nauwgezet, via brieven, reizen, verblijven. Daarnaast beperkt Arendt het concept vriendschap niet tot de private sfeer, ze trekt het open naar het politieke plan. Ze zegt dat bij elke interactie en elk direct overleg in kleinere groepen, een vorm van vriendschap tussen mensen speelt. Je zou het vandaag ook burgerzin of gemeenschapszin kunnen noemen. Ze geeft het voorbeeld van de intellectuele salons in Parijs en Berlijn in de 18de eeuw. Meestal nam een vrouw het initiatief om intellectuelen en kunstenaars samen te brengen die politieke ideeën met elkaar uitwisselden. Ze geeft het voorbeeld van de volksraden, zoals in de Hongaarse revolutie, in Berlijn na de eerste wereldoorlog en bij aanvang van de Russische revolutie: burgers en arbeiders die samenkomen en spreken over wat hen bezighoudt en aanbelangt. We kunnen dit idee van vriendschap in politieke zin vandaag doortrekken naar de

1 1 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 11

5/06/2020 14:39


beweging van directe democratie en burgerinitiatieven of burgerpanels. Denk aan David van Reybroeck die zulke initiatieven ziet als aanvulling bij de representatieve democratie. Dat is ook bij Arendt te onthouden: zij is niet tegen de representatieve democratie maar ze zegt dat ook vriendschap, die zij een republikeinse deugd noemt, een plaats moet krijgen. We moeten terug naar kleine kringen van mensen die we kennen om over die kwesties die ons aanbelangen ‘in vriendschap’ te spreken, openlijk te discussiëren. Arendt verwijst hier naar Kant die zegt dat vrije communicatie de belangrijkste politieke vrijheid is. Want met elkaar kunnen praten, met elkaar van mening kunnen verschillen is een voorwaarde om zelf te kunnen denken en oordelen. Vandaar dat Arendt allergisch is voor totalitarisme waar die vrijheid niet bestaat, waar elke vrijheid van denken en spreken in de kiem wordt gesmoord. Dan is er ook haar optimisme. De Amor Mundi: “Schöne, schöne Welt!”. Na alles wat ze heeft meegemaakt in haar leven is het zeer opmerkelijk dat ze zo optimistisch blijft. In tegenstelling tot Heidegger met zijn ‘sein zum tode’, of elk leven bestaat uit angst voor de dood. Terwijl Arendt zegt: wat belangrijk is, zijn de nieuwe mensen die geboren worden, de nataliteit: ‘Een kind is ons geboren!’. Elke nieuwe generatie kan steeds met iets nieuws op de proppen komen.” Pierre: “Die insteek van vriendschap is voor mij verbonden met het “handelen” in de menselijke conditie. Zoals zij dat beschrijft en de noodzaak om tot een “samen – leving” te kunnen komen. De sleutel tot “samen – leven”. Dan zijn we ook niet ver van burgerlijke ongehoorzaamheid zoals door Arendt wordt geschreven. Dat is ook een specifiek handelen. Is zij een typisch vrouwelijke politica, denker, filosoof ?” Lieve: “Het valt me wel op dat zij in haar

tijd de enige vrouwelijke filosofe van belang was tussen enkel mannen. Ze is vooral in gesprek met mannelijke filosofen en schrijvers, denk vooral aan Martin Heidegger, Karl Jaspers, Hans Jonas, Jean-Paul Sartre, Albert Camus. Ze volgt wel de publicaties van de Franse schrijfster en filosofe Simone de Beauvoir en correspondeert uitgebreid met de Amerikaanse schrijfster en vriendin Mary McCarthy. Ze schrijft ook veel brieven naar vriendinnen over privézaken, dus vooral vriendschappelijk. Ja, misschien is haar vrouwelijkheid te verbinden met die vriendschap.”

Nataliteit ? Lieve: “En pluraliteit! Je ziet dat mannelijke

filosofen eerder zullen spreken over “De Mens”, in abstracte zin. Terwijl zij duidelijk zegt: “De” mens bestaat niet. Dat is een concept. We moeten het hebben over “de mensen”, de individuele mensen, elke mens is anders, er lopen géén twee dezelfde mensen op de wereld rond. Elke mens is uniek. Dat betekent dat elke nieuwe mens, elke nieuwe boreling, met iets verrassends uit de hoek kan komen, net omdat hij of zij zo buitengewoon is. Is dat een typisch vrouwelijke filosofie? Ik zou het niet weten. Ik heb wel de indruk dat mannelijke filosofen dikwijls toch abstracter redeneren over hoe de geschiedenis zich ontwikkelt, hoe er achter de rug van concrete individuen om, allerlei dwingende krachten werkzaam zijn – denk aan de klassenstrijd bij Marx, de onzichtbare hand bij Adam Smith, de list van de Geest bij Hegel, de list van de Natuur bij Kant - die de geschiedenis aansturen in een bepaalde richting. Terwijl het bij Arendt gaat om individuen, zij maken de geschiedenis. Is dat vrouwelijk, ik weet het niet, maar het valt wel op bij haar.” Willem en Pierre: “Ook opvallend is dat zij vertrekt vanuit een rigoureuze observatie van de geschiedenis en de werkelijkheid. Zij bouwt géén ideologie op of construeert geen denkkader waarin dan alles wordt vertimmerd. Ze gaat zeer empirisch te werk. Ook met een grote liefde en betrokkenheid op de mensen. Dat is toch wel een krachtbron in haar werk en leven. Haar roep “Vita Activa” charmeert, trekt aan. Haar leven is getekend door het nazisme, het vluchteling zijn, méér dan zeventien jaar lang was ze in de VS zonder staatsburger te zijn.” Lieve: “Het klopt dat ze met haar twee voe-

ten in het leven en in de maatschappij staat. Maar dan vind ik het des te meer opmerkzaam – en hier wordt volgens mij te weinig aandacht aan besteed – dat ze in haar laatste werk ‘The life of the mind’ (‘Het leven van de geest’) terugkeert naar de filosofie, haar eerste liefde, alsof ze fundamenteel op alles wat ze heeft meegemaakt wil terugblikken. Ze stelt daarin wezenlijke vragen zoals: Wat is denken en wat doen we precies wanneer we denken? Of: Hoe zijn we tot de ontdekking gekomen dat we beschikken over een vrije wil? En hoe kunnen we oordelen over goed en kwaad? Deze vragen zijn op het eerste zicht niet meteen gelinkt met de realiteit van vandaag. Alhoewel: hoe gaan we in post-corona tijden nadenken en oordelen over handelingen en keuzes die we voordien

heel normaal vonden - denk bijvoorbeeld aan ons massaal reisgedrag – maar die nu niet langer evident zijn. Misschien zullen we opnieuw met een open geest moeten leren oordelen over prioriteiten. Daarvoor is het goed dat we ‘Het leven van de geest’ nog eens ter hand nemen.” Willem en Pierre: “Dat zijn nu wel niet de gemakkelijkste teksten. Overigens haar eerste werk, haar doctoraat over het liefdesbegrip bij Augustinus. Is dat leesbaar?” Lieve: “Haar doctoraat heb ik niet gelezen,

maar in haar behandeling van de wil, merk ik wel dat ze veel inspiratie vindt bij vroegchristelijke filosofen zoals de apostel Paulus, Augustinus, Thomas van Aquino, Johannes Duns Scotus. Het is haar stelling dat deze filosofen het menselijk vermogen van de vrije wil hebben ontdekt. De boodschap van Paulus die de christenen voorhield “bemin uw naaste zoals uzelf ” heeft ons bewust gemaakt dat we evengoed niet kunnen gehoorzamen aan zulk gebod. Dat we dus een vrije wil hebben om het gebod op te volgen of naast ons neer te leggen. Veel filosofen staan argwanend tegenover een vrije wil, omdat die altijd gericht is op een fundamenteel onzekere toekomst. Arendt daarentegen is ervan overtuigd dat de vrije wil bestaat, dat we ons bewust kunnen zijn van het feit dat we iets willen. De directe innerlijke ervaring van een ik-wil geldt voor haar als een afdoend bewijs voor de werkelijkheid van ons wilsvermogen. Net zoals de directe innerlijke ervaring van een ik-denk dat is voor de werkelijkheid van ons denkvermogen. Iets wat de meeste filosofen dan weer niet zullen betwisten. De vraag of de mens beschikt over een vrije wil is weer zeer actueel. Er zijn de discussies over ons brein en de vrije wil, een debat dat vandaag veel stof doet opwaaien en waarover de meningen zeer uiteenlopen: bepaalt ons biologisch brein eenzijdig onze gedachten en daden of is er ruimte voor keuze? Ook hier liggen de argumenten van de deterministen – vrije wil is schone schijn – goed in de markt.” Willem: “Zullen we hierbij afsluiten?” Lieve: “Misschien ter overweging voor post-

coronatijden, volgend mooi citaat dat de kern van Arendts filosofie goed samenvat: “Als de stormwind van het denken je uit je slaap rukt, dan zal je zien dat je niets anders overhoudt dan verwarring. En het beste dat we daarmee kunnen doen is die met elkaar delen.” Pierre Lefranc en Willem Debeuckelaere

1 2 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 12

5/06/2020 14:39


Niemand heeft het recht te gehoorzamen OPRICHTING HANNAH ARENDT INSTITUUT

‘Handelen, de enige activiteit die zich rechtstreeks, en niet via dingen of materie, tussen mensen voltrekt, correspondeert met de menselijke conditie der pluraliteit, met het feit dat op aarde geleefd en de wereld bewoond wordt door mensen, niet door de Mens. [...] pluraliteit [is] specifiek de conditie – niet slechts de conditio sine qua non, maar de conditio per quam – van iedere vorm van politiek leven.’ (Fragment uit De menselijke conditie van Hannah Arendt) Het belang van Hannah Arendts werk voor onze actuele context kan niet genoeg onderstreept worden. Ze was een uitgesproken humanistische filosofe, die onbeschroomd nadacht over politiek en ethiek. Zo had ze onder meer oog voor de mechanismen van de totalitaire staat en de gevaren waar een open samenleving mee geconfronteerd wordt, stond zij kritisch tegenover de consumptiemaatschappij, hekelde ze een reductionistische visie op democratie, vond ze dat eenieder de ruimte moet krijgen zichzelf politiek te profileren en was ze een vurig pleitbezorger voor een actief burgerschap. Haar ideeën vormen een blijvende inspiratiebron voor de aanpak van een aantal maatschappelijke uitdagingen waar we vandaag mee geconfronteerd worden, zoals sociale polarisering, radicalisering, politieke apathie en de bescherming van vrije meningsuiting. Een logische keuze dus van de bezielers van het net opgerichte centrum rond diversiteit, stedelijkheid en actief burgerschap om de naam van deze vrijmoedige filosofe aan hun instituut te verbinden. Concreet zal het Hannah Arendt Instituut fenomenen als radicalisering, polarisering, diversiteit en burgerschap onderzoeken en bestuurlijke kennis en expertise van praktijkwerkers rond deze thema’s centraliseren en integreren. Deze kennis wordt vertaald naar concrete beleidsaanbevelingen, handleidingen, opleidingen en publieke evenementen. De figuur van Hannah Arendt en een kritische benadering van haar werk dienen hierbij als een inspiratie voor de overdachte aanpak van complexe maatschappelijke uitdagingen.

© Werry Crone

Het besef van de noodzaak om de uitdagingen die diversiteit, stedelijkheid en actief burgerschap met zich meebrengen op een doordachte manier aan te pakken lag aan de basis van dit initiatief. Er bestaat reeds veel onderzoek rond deze thema’s doch al te vaak blijven de resultaten ervan gevangen in disciplinaire en thematische rapportering en blijft de vertaalslag naar de praktijk achterwege. Door de academische wereld en het werkveld samen methodes en praktijken te laten uitwerken en deze te vertalen naar de beleids- en bestuurspraktijk, zullen de nodige stappen gezet kunnen worden in de transitie naar een duurzame samenleving, een democratie waarin de burger gestimuleerd wordt in de verdieping van zijn persoonlijk engagement. Onder meer leeromgevingen met ruimte voor experimenten en proeftuinen, nieuwe opvattingen over burgerschapsparticipatie en coproductieve democratie en het opzetten van slimme structuren zullen hiertoe bijdragen.

siteit Antwerpen. Directeur wordt Christophe Busch, tot eind 2019 nog algemeen directeur van het museum Kazerne Dossin. Hij verliet het museum omdat hij van het bestuur te weinig bewegingsruimte kreeg en hij niet verwezenlijkt kreeg wat hij voor ogen had. Hij staat bekend als een meester in het vertalen van onderzoek naar het terrein. Hannah Arendt stelde dat politieke vraagstukken veel te ernstig zijn om aan politici alleen over te laten. Het is de grote verdienste van de bezielers van het Hannah Arendt-Instituut om dit inzicht, dat ook het Vermeylenfonds onderschrijft, uit te dragen en zich actief in te zetten om een grotere participatie van burgers mogelijk te maken. Vanuit het Vermeylenfonds wensen we het ganse team van het Hannah Arendt-Instituut dan ook veel succes. Info: hannah-arendt.institute/ Tom Cools

Het Hannah Arendt Instituut is een samenwerking tussen de stad Mechelen en twee kenniscentra: het Centre for Urban Studies van de Vrije Universiteit Brussel en het Antwerp Urban Studies Institute van de Univer1 3 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 13

5/06/2020 14:39


teleurstelling hoop

E E N T I J D VA N

VA N

opnieuw te beginnen. Daar wist zij natuurlijk alles van; ze is ternauwernood aan de Nazi's ontsnapt. Bovenop de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog zet Arendt dan het concept van de geboortelijkheid van de mens centraal. Als we op iets onze hoop moeten vestigen, dan is het op dat unieke vermogen van de mens, die dankzij zijn talige, cognitieve en creatieve mogelijkheden zich kan realiseren wat er niet goed is in die wereld en zich kan voorstellen hoe het anders kan. Hadden we de taal, de verbeeldingskracht en het denken niet ontwikkeld, dan bewoonden we samen met al het overige wat leeft alleen in die ene wereld, waar geen vrijheid maar natuurwetten heersen.”

Uw recentste essay, Het tij keren, is een antwoord op de vraag: ‘Heeft het zin om te hopen op een betere toekomst?’ U citeert daarin Hannah Arendt: ‘Duister wordt de wereld als mensen er geen gezamenlijke verantwoordelijkheid meer voor voelen, zich alleen om hun individuele belangen bekommeren en de politieke sfeer dusdanig wantrouwen dat zij deze de rug toekeren’. Veel mensen zullen daar de huidige tijd in herkennen. Leven we in een tijd van wanhoop? Joke Hermsen: “Elke tijd kent zijn momen-

Arendt maakt een onderscheid tussen twee werelden, in navolging van onder andere Aristoteles en Kant. Er is de zoölogische wereld, de Aarde, die bepaald wordt door natuurwetten. Aan die wereld kunnen we niet veel doen, we kunnen er alleen goed voor proberen te zorgen, door haar niet uit te buiten of te vernietigen. Als mensen zijn wij ondergeschikt aan de natuurwetten die daar heersen: sterfelijkheid, zwaartekracht, de noodzaak van voedsel en voortplanting voor de instandhouding van de soort enzovoort. Daarnaast is er de door de mensen geschapen politiek-culturele wereld; het bijzondere aan die 'tweede' wereld is de vrijheid die er heerst van de wetten van noodzakelijkheid, en het daaraan verbonden vermogen van 'nataliteit'; in die wereld kunnen we opnieuw beginnen, en in die zin opnieuw geboren worden, telkens als we een nieuw initiatief, gedachte, project of kunstwerk ontwikkelen. Binnen die wereld heerst, als het goed is, datgene wat menselijkheid bepaalt: onze creativiteit en ons vermogen ons in een ander

Marijn Smulders

ten van wanhoop en teleurstelling en van hoop. In wezen is het oeuvre van Hannah Arendt enerzijds een poging tot begrijpen van wat haar en de wereld is overkomen, hoe het heeft kunnen gebeuren dat een totalitair regime aan de macht kwam met als gevolg uiteindelijk de Holocaust. Anderzijds slaagt ze er in een zeker geloof in de mens te behouden. Dat vind ik ontroerend en bemoedigend. Een scherp kritisch bewustzijn en tegelijkertijd zoveel hoop blijven vestigen op de mens en de wereld door die mens geschapen.

BIO Joke Hermsen (°1961) is een Nederlandse schrijver en filosoof. Zij heeft een aantal romans gepubliceerd, zoals De liefde dus en Blindgangers. Als filosoof schreef zij essays zoals Stil de tijd, Kairos en Melancholie van de onrust. Vorig jaar verscheen Het tij keren, een essay over verzet en hoop bij Hannah Arendt en Rosa Luxemburg.

te verplaatsen en zijn of haar lot aan te trekken. Was die politiek-culturele wereld er niet, dan waren wij slechts overgeleverd aan de wetten van de jungle, de natuurkrachten, het recht van de sterkste. Daarom blijft Hannah Arendt ons erop wijzen dat wij die wereld niet moeten veronachtzamen maar steeds opnieuw tot voorwerp van onze aandacht en gesprek maken; dat is wat zij verstaat onder amor mundi. De mens is dankzij die tweede wereld een geboortelijk wezen, dat wil zeggen in staat tot een waarachtig nieuw begin, en de loop der dingen te onderbreken en een nieuwe richting in te slaan. Hannah Arendt citeert vaak Augustinus met zijn ‘Initium ut esset homo creatus est’. Opdat er een begin zou zijn werd de mens geschapen. Wat de mens van andere levende wezens onderscheidt is dat principe van initium, van beginnen. Hoe het tij ook tegen zit, we kunnen proberen 14

2020#2_v1.indd 14

EN

Wat die hoop betreft, die zien we even indrukwekkend bij Rosa Luxemburg. Ze geloofde in spontaan verzet van onderuit, waar kritisch bewustzijn, betrokkenheid bij de wereld en enthousiasme voorwaarden van zijn. Zien we daar tegenwoordig signalen van, bv. bij de klimaatjongeren?

“We zien signalen bij de klimaatjongeren, maar ook bij allerlei initiatieven die op dit moment ontstaan. Er is in België Beter na Corona, een initiatief van 11 media en denktanks. Zij denken nu al na hoe we het straks, als deze crisis voorbij is, duurzamer en socialer kunnen aanpakken. Met onze stichting Amor Mundi hebben we dit in Nederland overgenomen met een twintigtal verenigingen. Initiatief komt natuurlijk van het begrip initium, het betekent een begin maken. Zoals Rosa Luxemburg heeft gezegd, zijn daar een aantal dingen voor nodig. Kritisch bewustzijn: je moet je goed realiseren wat er niet goed is en een zeker idee hebben van hoe het beter kan, een zeker utopisch bewustzijn. En moed en enthousiasme, dat zijn meer karaktereigenschappen. Moedig, kritisch en enthousiast waren ze allebei. Ik heb ze wel eens de Antigones van de 20e eeuwse politieke filosofie genoemd. Rosa Luxemburg bleef vanuit de gevangenis haar vrienden buiten moed inspreken, van pamfletten en opbeurende brieven voorzien, het is zaak 'monter' te blijven, schreef ze. Die brieven zijn onlangs opnieuw uitgegeven en ik kan ze van harte aanbevelen. Ze schrijft

STANDPUNTEN

5/06/2020 14:39


over politiek, over vriendschap, maar ook over de muziek van Mozart, de prenten van Turner en Rembrandt, haar botanische schriften. Ze had een heel brede interesse. De historische positie van Luxemburg en Arendt is evenwel niet dezelfde. Rosa Luxemburg wordt in 1919 vermoord, voordat de twee grote totalitaire heersers hun aantrede maken, Hitler en Stalin, en voor tientallen miljoenen doden zullen zorgen. Arendt heeft dit wel meegemaakt en er een vuistdikke studie over geschreven. Je zou kunnen zeggen dat het nog knapper is van Arendt dat zij die amor mundi kon opbrengen. Het was voor Luxemburg al een hele prestatie, vanwege de repressie en het geweld waarmee de eerste Weimar republiek gevestigd werd, maar bij Arendt heeft het geweld een onuitsprekelijke, onverwoordbare dimensie gekregen, iets waar we met ons verstand niet meer bij kunnen. Niet alleen de grootschaligheid van het geweld, maar ook het bureaucratische karakter ervan. Daarom is het des te opmerkelijker dat haar hoop op die menselijke wereld, die amor mundi, gevestigd blijft.” U had het in uw boek over de gilets jaunes. Zien we bij hen de voorwaarden voor verzet vervuld?

“In het begin zeker. Het was een protest tegen sociaal en economisch onrecht, tegen de tweedeling die in de Franse samenleving is ontstaan en voor veel mensen een mensonwaardig bestaan heeft gebracht. Opvallend is dat hun eisen niet alleen meer geld en zekerheid betroffen, maar ook, een nieuw begrip dat we tijdens meer massademonstraties de afgelopen jaren wereldwijd gezien hebben: 'dignité', menswaardigheid. Waardigheid is een nieuw begrip geworden naast vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid. De gilets jaunes hebben luidkeels aandacht gevraagd voor die dignité, en voor een vorm van politieke vernieuwing, de burgerraden en de RIC, het Référendum d'Initiative Citoyenne. Ze eisen meer politieke inspraak en beslissingsbevoegdheid, en voegen zich daarmee in een lange traditie van burgerberaad, die door Rosa Luxemburg uitgebreid beschreven is, en later ook door Hannah Arendt in haar boek On revolution. Het gaat hier om een burgerraadpleging, zoals in Vlaanderen ook door David Van Reybrouck bepleit wordt. Democratie is meer dan eens in de vier of zes jaar een stembiljet invullen en alle overige politieke handelingen uitbesteden. Democratie vraagt om meer betrokkenheid van de burgers. Arendt heeft laten zien dat een protestbeweging alleen

succesvol is als ze naast economische eisen ook politieke vernieuwing vraagt. Anders krijgt men wellicht een kluif toegeworpen, om de sociale onrust even te bestrijden, maar blijft het systeem bij het oude en zal er niets wezenlijks kunnen veranderen. Bij elke protestbeweging kunnen we zeggen, fantastisch dat jullie je stem laten horen, fantastisch dat jullie de straat op gaan en daarbij eventueel burgerlijk ongehoorzaam zijn, maar weet dat dit niet voldoende is. Als je vindt dat de parlementaire democratie niet functioneert, zal je nieuwe democratische instrumenten moeten verzinnen om die wel te laten functioneren.” Volgens Hannah Arendt is het ideale subject voor het totalitaire bewind niet de overtuigde nazi of communist, maar mensen voor wie het onderscheid tussen feit en fictie niet langer bestaat. Het citaat klinkt ontzettend actueel.

“Het is een van de meest geciteerde passages uit The Origins of Totalitarianism van Hannah Arendt. Ik heb het citaat uitvoerig besproken in mijn voorlaatste essay, Melancholie van de onrust. Als je ziet hoe Trump met de waarheid om gaat en voortdurend de leugen tot waarheid en de waarheid tot fake news bombardeert, dan is het bijna griezelig om Hannah Arendt te lezen. Heel wat Amerikanen, zeker onder de Trumpaanhang, zijn niet meer in staat leugen van waarheid te onderscheiden omdat ze een vrijwel permanent liegende president tegenover zich hebben. Wat dat doet met mensen, dat heeft Arendt heel precies in haar boek beschreven. Dan rest de bevolking vaak nog maar één mogelijkheid: de weg van het wantrouwen en de onverschilligheid, het zich afkeren van de politiek, denken dat alle politici leugenaars of zakkenvullers zijn. Dan gaat iedereen zich naar binnen keren, laat de wereld aan zijn lot over, en denkt alleen nog maar aan zijn eigen hachje, het eigen gezin, de eigen gemeenschap. Als dat op massale schaal gebeurt, kunnen de mensen de belangstelling voor de wereld, wat het begin is van de amor mundi, niet meer opbrengen. Het betekent behalve een verregaand egocentrisme en individualisme ook dat we die tweede wereld opgeven, waar net al onze hoop op gevestigd is, omdat we daar een werkelijk nieuw begin kunnen maken en tot fundamentele veranderingen kunnen komen, die zeer nodig zijn, gezien de klimaatcrisis en de nefaste uitwassen van het hyperkapitalisme. Dan gaat die wereld teloor, en de geschiedenis leert dat er uit die Weltlosigkeit, uit dat verlies van die politiek-culturele wereld, altijd een periode

van barbarij volgt. We moeten dus alles op alles zetten om elke keer opnieuw leugen en waarheid van elkaar te onderscheiden, en de mensen daarvan te overtuigen, zodat ze zich weer op de wereld betrokken voelen en aan het gesprek over de wereld mee gaan doen. Wij zijn menselijk als we die andere wereld in stand kunnen houden, waar niet het eigen belang telt, maar naast de vrijheid ook de menselijke vermogens als creativiteit en empathie de boventoon voeren.” Misschien beleven we nu door het coronavirus een kairotisch momentum. Mensen staan bij hun bestaan stil en stellen dingen in vraag. Het gaat net wat gemakkelijker om je voor te stellen hoe het anders kan als je uit je normale routine gerukt wordt.

“Er zijn gelukkig altijd mensen die kritisch blijven nadenken, niet alleen over wat er schort, maar ook hoe het beter kan. Het zijn altijd onze gidsen geweest, kunstenaars, schrijvers, filosofen, dichters, musici, uitvinders… Alleen, om een totalitair regime te voorkomen is er ook de bereidheid van het merendeel van de bevolking nodig. Daarom moeten we met de burgerraden, die 'parels in de woestijn van de parlementaire democratie', zoals Arendt dat noemde, die betrokkenheid van de bevolking zien terug te veroveren. Daarnaast zouden we deze periode van betrekkelijke rust kunnen aangrijpen om goed na te denken hoe het verder moet. We kunnen niet op het uitgesleten spoor van het hyperkapitalisme blijven varen, dan gaat niet alleen de aarde, maar ook de politiekculturele wereld teloor. We moeten alles op alles zetten om de handen ineen te slaan, om alle marginale groepen te verbinden. We moeten een meerderheid van de bevolking overtuigen dat het duurzamer en socialer moet. Het initiatief Beter na corona in België, onze Amor Mundi-club in Nederland - ik zou iedereen willen uitnodigen zich van dergelijke initiatieven, en er zijn er veel, op de hoogte te stellen en zelf ook betrokken te raken. Nu is het tijd voor gemeenschappelijkheid en van alle krachten bundelen.. Als de crisis is uitgeraasd en de economische recessie is ingezet, dan kunnen we vrezen wat er zal gebeuren. En dus moeten we goed voorbereid zijn en met zijn allen proberen om een ander maatschappelijk bestel, dat veel meer op duurzaamheid en solidariteit gestoeld is, ingang te doen vinden.” Van harte bedankt voor dit gesprek. Nico Pattyn

1 5 STANDPUNTEN

2020#2_v1.indd 15

5/06/2020 14:39


2020#2_v1.indd 16

5/06/2020 14:39


SO CLOSE NO MATTER HOW FAR... Afstand van dichtbij bekeken door Chantal De Cock, Mark Smekens en Robert Huygens

2020#2_v1.indd 17

5/06/2020 14:39


De recensent SIMONE DE BEAUVOIR. EEN LEVEN.

Op 14 april 1986 stierf Simone de Beauvoir na een kort ziekbed. In tegenstelling tot wat je zou verwachten bij het overlijden van zo’n coryfee, waren de necrologieën in de internationale pers alles behalve flatterend, eerder seksistisch en misprijzend. Le Monde schreef de dag na haar overlijden: ‘Haar oeuvre: meer popularisatie dan creatie’, The Times of London schreef dat Sartre haar goeroe was en The Washington Post typeerde haar als Sartres verpleegster en jaloerse vrouw. Soms werd er meer aandacht besteed aan Sartres werk dan aan dat van haarzelf. Het contrast met de necrologieën die verschenen bij het overlijden van Sartre in 1980 kon niet groter zijn. In de meeste artikels werd De Beauvoir toen neergezet als discipel van Sartre. In Le Monde werd ze zelfs niet vermeld. Slechts hoog uitzonderlijk, zoals in het artikel van The New York Times, werd hun fundamentele gehechtheid aan elkaar benadrukt. De manier waarop er in de necrologieën een beeld van haar wordt geschetst, is illustratief voor het vertekende beeld dat van haar werd verspreid tijdens en na haar leven. De Beauvoir was zich heel bewust van de rol van publiciteit in deze beeldvorming en werd in beslag genomen door het beeld dat het nageslacht van haar zou hebben. Begrijpelijk, haar hele leven had ze te maken gehad met critici die haar onafhankelijkheid als denker minimaliseerden, die zelfs durfden beweren dat Sartre de schrijver van haar boeken was. Vanaf 1958 startte zij met de publicatie van een reeks autobiografieën, waarbij ze zelf controle had over welk beeld ze van zichzelf naar buiten bracht en waarbij ze delen van haar relationele leven bewust censureerde. Deels was dat om bepaalde personen die nog steeds een belangrijke rol in haar leven speelden te ontzien, deels omdat ze besefte dat de tijdsgeest nog niet klaar was om zo’n vrijgevochten levenshouding te accepteren van een vrouw. Ook bij de totstandkoming van de geautoriseerde biografie, geschreven door Deirdre Bair, had De Beauvoir de teugels vast. Juist omdat deze biografie gebaseerd is op vraaggesprekken met De Beauvoir, vertelt de biograaf het gekuiste verhaal dat De Beauvoir al eerder naar buiten had gebracht. Kate Kirkpatrick, zelf ook filosofe en lector aan het vermaarde King’s College London, achtte het noodzakelijk om het vertekend beeld van Simone de Beauvoir bij te schaven. Nog te vaak wordt De Beauvoir weggezet als

aanhangsel van Sartre. Nog te vaak wordt Sartre vermeld als haar grote liefde, terwijl dat beeld niet geheel strookte met de realiteit. En terwijl haar literaire verdiensten reeds langer erkend worden, bleven haar filosofische verdiensten te lang onderbelicht. De recent vrijgegeven dagboeken en brieven veranderen en verrijken het beeld van De Beauvoir en maken nieuwe interpretaties mogelijk. "Een biografie kan onthullen waar een samenleving om geeft, wat ze waardeert, door de waarden van een ander persoon in een andere tijd te ontmoeten kunnen we meer leren over onze eigen waarden", aldus Kirkpatrick. Het portret dat Kate Kirkpatrick van Simone de Beauvoir schetst is minder geïdealiseerd dan datgene wat De Beauvoir zelf naar buiten heeft gebracht, maar het maakt haar tegelijkertijd menselijker. De Beauvoir experimenteerde zelf met polyamoureuze relaties, zowel met mannen als vrouwen, maar berokkende hierbij emotionele schade aan de jonge vrouwen die zij verleidde en betaalde de prijs voor jaloezie en wroeging. Het grote intellectuele liefdesverhaal uit de 20ste eeuw dient genuanceerd te worden. De relatie met Sartre was veel platonischer dan eerder werd aangenomen. De fysieke aantrekkingskracht die Sartre uitoefende was eerder miniem en diens affaires met andere vrouwen hadden dan ook weinig invloed op de gemoedstoestand van De Beauvoir. Voor De Beauvoir was het leven een filosofisch experiment, waarbij elke levensstap een filosofische keuze is dat veranderingen in het zelf teweeg brengt, en dus kosten en baten met zich meebrengt. Deze levenservaringen stelden haar in staat om haar ideeën over vrijheid en kwade trouw te verfijnen, waardoor ze een ethiek van het existentialisme kon ontwikkelen. Uit haar dagboeken blijkt trouwens dat ze het fundament voor haar filosofisch werk reeds op jonge leeftijd had gelegd, nog voor ze Sartre leerde kennen. Het leven van De Beauvoir valt samen met enkele drastische veranderingen in de samenleving, niet in het minst op vlak van vrouwenrechten: toelating tot universiteiten, vrouwenstemrecht, het recht op het gebruiken van de pil, de wetgeving rond abortus. Naarmate ze ouder werd, stelde ze zich meer activistisch op. Zo sprak ze zich uit voor de Algerijnse onafhankelijkheid, was ze uitgesproken voorstander van de abortuswetgeving en bekritiseerde de ondergeschikte positie van vrouwen. Voor haar was de positie van de vrouw een sociaal construct. ‘Je komt niet ter wereld als vrouw, je wordt vrouw.’

Vandaag de dag wordt het belang van Simone de Beauvoir als literator en filosofe niet langer gebagatelliseerd. Haar romans en haar reeks autobiografieën behoren tot de hoogtepunten uit de 20ste-eeuwse literatuur en geven uitdrukking aan wat het betekent mens te worden. Net zoals dat bij Hannah Arendt het geval is, worden haar filosofische werken nu meer naar waarde geschat dan toen ze verschenen. Met De tweede sekse presenteerde de Beauvoir de eerste diepgravende studie over de positie van de vrouw in de geschiedenis en drukte ze zo haar onuitwisbare stempel op de ontwikkeling van het feminisme. In De ouderdom poneerde ze dat de graad van beschaving van een samenleving kan afgemeten worden aan de manier waarop ze omgaat met haar ouderen, een betoog dat in deze tijden van corona nog niets van zijn actualiteitswaarde heeft verloren. Het blijft vreemd dat De Beauvoir haar eigen filosofische bijdrage zo kleinachtte, maar dat doet geen afbraak aan de kwaliteit van haar werk. Later op het jaar zal er een nooit eerder gepubliceerde novelle van Simone De Beauvoir worden uitgegeven. Sylvie Le Bon-de Beauvoir, de in 1980 door De Beauvoir geadopteerde dochter, vond Les inséparables terug in haar archief. Het verhaal is gebaseerd op haar gepassioneerde en tragische vriendschap met de op jonge leeftijd gestorven Elisabeth ‘Zaza’ Lacoin en zou volgens de uitgever de persoonlijke strijd van Simone de Beauvoir tegen conventionele verwachtingen onderlijnen. Iets om naar uit te kijken. In de tussentijd kan de belangstellende lezer zich tevredenstellen met deze puike biografie. Of duiken in het rijke oeuvre van De Beauvoir zelf natuurlijk. Tom Cools

Kate Kirkpatrick Simone de Beauvoir. Een Leven. Uitgeverij Ten Have 2020

18 RECENSENT

2020#2_v1.indd 18

5/06/2020 14:39


‘PASSAGE PYRENEEËN’ HET VERHAAL VAN BELGISCHE VLUCHTELINGEN TIJDENS WOII

Historica Spaanse Geschiedenis Sarah De Vlam vond drie nog levende getuigen die hun 'vergeten verhaal' en dat van duizenden andere Belgen vertellen. Zij stelt met haar eerste boek 'Passage Pyreneeën – Een vergeten verhaal van Belgische vluchtelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog' duidelijk dat “waar en wanneer ook, vluchten een afgedwongen keuze is, opgedrongen door de uitspattingen van oneerlijke verhoudingen” of hoe Belgische vluchtelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog dezelfde redenen hadden om hun thuis achter zich te laten als de vluchtelingen van vandaag. Sarah De Vlam heeft haar hart aan de Pyreneeën verloren, lang voor ze haar geboortestad Gent inruilde voor de Catalaanse stad La Seu d’Urgell, niet ver van Andorra. Ze voelt zich pas thuis wanneer ze ‘haar’ bergen ziet en kent als geen ander tal van adembenemende bergpaden waar ze liefst zo weinig mogelijk volk tegenkomt. Sarah toont zo een diep respect voor het gebergte waar de snel veranderlijke weersomstandigheden zeer verraderlijk zijn, zelfs voor de ervaren wandelaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat haar eerste boek ‘Passage Pyreneeën’, resultaat van twee jaar grondig onderzoek en één jaar schrijven, een verhaal vertelt waarin het gebergte een hoofdrol krijgt. Bloedstollende verhalen En neen, het is geen wandelgids maar een meeslepend en bij momenten bloedstollend vluchtelingenverhaal uit de Tweede Wereldoorlog over de duizenden Belgen die beslisten om de Duitse bezetting en de naziterreur te ontvluchten door clandestien de vrije wereld op te zoeken. Om die vrijheid te bereiken moesten ze te voet Pyreneeën over, een scheiding die veel meer dan alleen geografisch is, zowel vroeger als vandaag. Wanneer Spanjaarden vandaag naar “de Europeanen” verwijzen, dan bedoelen ze diegenen die aan de andere kant van de Pyreneeën wonen, alsof zij er zelf niets mee te maken hebben. Er is ook een omgekeerde redenering waarbij Afrika aan de Pyreneeën begint en geografisch gezien is die correct. Volgens de Spaanse historicus Joaquín Costa zijn ‘Spanje en Marokko de twee helften van een geografische eenheid die de parallelle bergketens van de Atlas in het zuiden en van de Pyreneeën in het noorden als buitengrenzen heeft.’ Tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerden Belgische vluchtelingen Groot-Brittannië, de Verenigde Staten of een ander vrij land te bereiken en dat kon enkel via bezet Frank-

rijk en de pro-nazistaat Vichy-Frankrijk, en vervolgens via de neutraal gebleven landen Spanje en Portugal. In Lissabon hoopten de vluchtelingen een schip te vinden dat hen op bestemming zou brengen. Mensensmokkelaars tijdens WOII Geraakten ze tot aan de Pyreneeën, dan moesten ze die te voet en ongemerkt oversteken. Dat kon alleen door vertrouwen te stellen in ervaren smokkelaars en veel te betalen. Sommige vluchtelingen werden onderweg in de steek gelaten, anderen gedood. Hun tocht was een Odyssee en Sarah is verwonderd dat deze slecht uitgeruste vluchtelingen, die soms in bedenkelijke fysieke conditie verkeerden, er bij vriestemperaturen in slaagden de bikkelharde overtocht te maken. Voor wie Spanje bereikte was daarmee het gevaar nog niet geweken. In plaats van de natuur liepen de illegale vluchtelingen nu het risico opgesloten te worden in concentratiekampen of gevangenissen, ook al was het land zogenaamd neutraal. De Spaanse dictator Francisco Franco hield de gevatte vluchtelingen bewust maanden en soms jaren, in schrijnende omstandigheden achter het prikkeldraad. De Belgische diplomatie faalde smadelijk en alleen enkele opmerkelijke figuren zorgden ervoor dat het leed van de Belgische gevangenen in Spanje een beetje draaglijker werd. Wie Portugal bereikte, wist dat het ergste achter de rug was. De vluchtelingen kregen er de kans om fysiek op krachten te komen en een stukje verloren vertrouwen in de mensheid terug te winnen. Pola, Jean en Henriette Passage Pyreneeën draait rond drie hoofdpersonages die Sarah in 2018 sprak: Pola Zandmer, Jean Martial en Henriette Hanotte. Stap voor stap volgde zij hun vlucht van België tot de eindbestemming. Deze twee vrouwen en één man vertegenwoordigen de belevenissen van duizenden andere lotgenoten. En hier merken we dat Sarah historica is, want door zorgvuldig deze drie personen evenwichtig aan het woord te laten, schetst zij de drie belangrijkste profielen van de vluchtelingen: Joden, oorlogsvrijwilligers en verzetslieden of mensen die voor een ontsnappingslijn werkten. Sarah maakt geen helden van haar hoofdpersonages die zij met veel respect en liefde aan de lezer voorstelt en doet veel meer dan het louter nauwgezet neerzetten van een historisch verhaal. Met een opmerkelijk oog voor de universele vluchtelingendynamiek wijst zij op de opvallende gelijkenissen met de actualiteit, waardoor de lezer beseft dat ook hij/zij Pola, Jean of Henriette kunnen

zijn, niet enkel in de verleden tijd, maar ook als toekomstige mogelijkheid. Goede schoenen en doorzettingsvermogen De coronapandemie leert ons dat gigantische crisissen op enkele maanden tijd hele samenlevingen in de war kunnen sturen. En wie weet staan wij, Europeanen, door een samenloop van omstandigheden, vroeg of laat weer voor de keuze van blijven of vluchten. Daarna moeten we kiezen welk paar schoenen het best geschikt zal zijn voor de vlucht, we zullen moeten putten uit een flinke dosis doorzettingsvermogen en hopen dat diegenen die we onderweg tegenkomen op z’n minst een beetje medelijden voor ons lot kunnen opbrengen. Sarah’s Passage Pyreneeën toont ons hoe deze gewone mensen ‘van om de hoek’ in staat zijn om bovenmenselijke fysieke inspanningen te leveren wanneer de weg terug geen optie kan zijn. Tegelijk huivert de lezer van de obscure kant van onze mensheid, van diegenen die in het beste geval ongevoelig voor het lot van de ongelukkige medemens de andere kant opkijken, terwijl anderen een kans zien om uit het ongeluk van medemensen zoveel mogelijk munt te slaan. En dan blijft er de ergste categorie over: de pikzwarte zielen die de ongelukkige medemens liever dood dan levend zien. De auteur schreef dit onbekende verhaal om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog kracht bij te zetten, en mee te helpen recupereren. Zij doet dit niet alleen als historica, maar vooral als wereldburger, want meer dan alles wil zij met dit eerste boek duidelijk stellen dat “waar en wanneer ook, vluchten een afgedwongen keuze is, die opgedrongen wordt door de uitspattingen van oneerlijke verhoudingen”. Sven Tuytens

Passage Pyreneeën, Sarah De Vlam, Uitgeverij Vrijdag, 2020

19 RECENSENT

2020#2_v1.indd 19

5/06/2020 14:39


EXCLUSIEF VOOR AVF-LEDEN! GENIET VAN 20 % KORTING OP OP DEZE BOEKEN. SURF NAAR

www.epo.be/nl/12-boekenportaal

BESTEL HET BOEK EN GEBRUIK DE KORTINGSCODE DNG202002 IN JE WINKELMANDJE.

TEGEN DE NATUUR IN

Waarom beschouwen mensen in uiteenlopende culturen en tijdperken de natuur als bron van normen voor menselijk gedrag? 'Zijn' en 'zou moeten zijn' Filosofen en wetenschappers hebben eeuwenlang beweerd dat de natuur geen waarden kent. Toch probeert de mens keer op keer het ‘zijn’ van de natuur te veranderen in een ‘zou moeten zijn’. Wetenschapsfilosofe Lorraine Daston laat zien dat de poging om de natuurlijke orde te gebruiken als bron van de morele orde even problematisch als onvermijdelijk is. In de serie Kantelingen worden onze omgang met de aarde, ons begrip van modernisering en het geloof in technologische vooruitgang ter discussie gesteld.

HEEL DE WERELD

‘Heel de wereld’ gaat in op de relatie die wij hebben met ons voedsel en met de productiesystemen die dat voedsel voortbrengen, lokaal en mondiaal. We zitten nu midden in de transitie naar agro-ecologische landbouw, Het Nieuwe Normaal. Dat laten de vele voorbeelden van boeren, burgers, bedrijven, organisaties en regio's in de hele wereld zien, van regionale kringlooplandbouw tot vergroening van woestijnen. Met een systeembril en een integrale landschapsbril op biedt de auteur ons inzichten en handvatten om zelf die transitie tot een succes te maken. Laat je inspireren en sluit je aan bij een van de transitiebewegingen of ondersteun ze. Zo, dat je over vijftien jaar

Referentie: 9789062245284 WAARDE(N)VOLLE WERELD HOE MENSEN EN WEZENLIJKE WAARDEN ONGEMERKT UIT HET ZICHT VERDWIJNEN

Veel mensen en allerlei wezenlijke waarden worden in de huidige marktsamenleving buitengesloten, Het is o.m. de politiek, die mensen over het hoofd ziet en negeert. In het kader van dit boek gaat het vooral om organisaties en mensen, die zich inzetten voor het behoud en herstel van natuur en milieu, voor voedsel-soevereiniteit, voor ‘democratie van onderop’ of voor inheemse volksstammen, die in hun bestaan bedreigd worden. Om actieve (groepen) burgers ook, die hun stem laten horen: over mensenrechten, die met voeten worden getreden, over het milieu dat in zijn voegen kraakt, over mensen in armoede, die een menswaardig bestaan moeten ontberen. Waarde(n) wereld is naast een ‘wake up call’ een oproep tot het ondersteunen van organisaties en initiatieven van mensen die bijdragen aan een wereld die duurzaam en toekomstbestendig is. Een waardenvolle wereld waarin iedereen meetelt en die niemand achterlaat. Referentie: 9789082060812 HET WENDBARE VERLEDEN NIETZSCHE IN POSTMODERNE TIJDEN

‘Make America great again!’, ‘terug naar de VOC-mentaliteit!’. Vooral in populistische kringen wordt hunkerend verwezen naar tijden waarin alles zo goed was. Hierbij wordt echter niet verwezen naar een feitelijk historisch, maar naar een ‘utopisch’ verleden. Een utopisch beeld van het ver-

leden, met weglating of manipulatie van onwelgevallige feiten. Op die manier wordt het verleden maakbaar en wendbaar. Is het wendbaar gemaakte verleden een vluchtweg uit een wereld die te open en te onzeker is geworden? Het heden stemt immers somber en de toekomst is duister. Waar in de recente geschiedenis nog het geloof was in een hoopvolle toekomst, domineert tegenwoordig een ondergangsstemming, met de blik gericht op het verleden. Het wendbare verleden analyseert deze omslag in denken, waarbij diep wordt ingegaan op de filosofie van Nietzsche. De crisisbeleving die hij al vroeg heeft voorzien is thans actueel. Het is nu aan de mens het cynisme te overwinnen en een positief voorwaarts gerichte wending te geven. Referentie: 9789463402569 WAAROM TOLERANTIE NIET DE HOOGSTE WAARDE KAN ZIJN OVER DE OMGANG MET HEILIGE ZAKEN

Zijn wij intoleranter aan het worden? De gevoeligheid van mensen voor afwijkende meningen of manieren van leven is zeker sterker geworden. Hoe kan een samenleving omgaan met wat voor mensen heilig of onaantastbaar is in tijden van multiculturalisme? Intolerantie is moeilijk te verkopen, maar alles tolereren kan evenmin. Het begrip tolerantie kent een lange geschiedenis waarin politiek en religie op allerlei manieren met elkaar vervlochten zijn. Wat is de oorsprong van het begrip en hoe valt het te definiëren? En wat zijn de hoogste waarden van een samenleving? Dit boek behandelt dergelijke vragen en biedt een reflectie op de vraag hoe een samenleving kan omgaan met heilige zaken. Referentie: 9789463402460

BOEKEN

2020#2_v1.indd 20

5/06/2020 14:39

Petrarca © Wikipedia

Oorspronkelijke titel: Gegen die Natur (Matthes & Seitz, 2018) - Vertaling: Willem Visser - Nawoord: Lukas Verburgt Referentie: 9789490334284

met recht kan zeggen "Ja, ik heb er toen aan bijgedragen dat we nu genoeg goed voedsel hebben in de hele wereld!"


Vermeylen beïnvloed(t)

Goed nieuws

Tinus Sioen maakt een keuze uit kunstenaars, schrijvers, denkers, die Vermeylen leuk vond. Grote en invloedrijke namen, maar ook personen die wat op de achtergrond verzeild zijn geraakt of ondertussen volledig vergeten. Wat vast staat is dat Vermeylen hen belangrijk genoeg achtte om er zijn tijd en woorden aan te schenken. Ze verdienen dus ook een plekje in De Nieuwe Gemeenschap.

In deze rubriek leggen we nadruk op het positieve in onze kleine en grote wereld. We brengen enkel goed nieuws met veel zwarte en witte humor, cadeautjes, weggeefacties, twitteroptimisten, facebookclowns en nog veel meer… Heeft u ook heugelijk nieuws te melden, mail dan naar sarah@vermeylenfonds.be want “Optimism is a moral duty!” Brieven aan Corona Corona zorgt voor heel wat chaos, maar brengt tegelijk ook stilte met zich mee. In die stilte namen enkelen pen en papier in de hand om eens aan Corona te zeggen wat ze er allemaal van denken. We kozen voor jullie enkele schrijfsels van hen uit. Heb je zelf ook wat te zeggen of te schrijven aan Corona? Post je brief op de facebookpagina 'Brieven aan Corona' of stuur een mailtje naar brievenaancorona@ outlook.com & voeg een foto toe van je brievenbus (al dan niet met jezelf erbij). Een initiatief van WaaW (waawwelzijn. be) en Barbara Callewaert, in samenwerking met August Vermeylenfonds en Vormingplus MZW

Petrarca © Wikipedia

Dat bizonder soort van individualisme is een kenmerk van de renaissance. Want wat is de diepere oorzaak van de renaissance, als we 't woord in zijn ruimste betekenis nemen? Niet in de allereerste plaats de wedergeboorte van de oudheid, wat een secundair verschijnsel is, maar wel die groei van de persoonlijkheid, die zich uit de middeleeuwse gemeenschap geleidelijk loswindt. In de middeleeuwen erkende de mens zich niet als op zich zelf staande persoonlijkheid, maar als deel van een groep, van de kerk, van het volk, van de stad, van een stand. De dichter drukte niet zijn eigen, zijn zuiver persoonlijke gevoelens uit, hij was veeleer de stem van

de gemeenschap. De macht van het geloof dat allen samensnoerde had voor gevolg, dat de dingen gezien werden in verband met de bovenzinnelijke idee waaraan alle dingen ondergeschikt waren. Maar in die middeleeuwse gemeenschap groeit nu langzamerhand de macht van de individualiteit. Hoe langer hoe meer zal de eigen geest het middelpunt trachten te worden, waar alle betrekkingen kruisen, de maat van de waarden. Het middelpunt ligt niet meer buiten hem, maar in hem zelf. (Opstel over Petrarca, August Vermeylen, Verzameld Werk 4, pp. 620-623)

Geachte Corona, Wat heb jij ooit voor mij gedaan, dat jij een brief van mij verdient! Ik heb gevochten als een leeuw en me verscholen als een schichtig konijn! Jij zette mijn leven op zijn kop en mezelf met beide voeten op de grond! Jij groeide, mijn leven kromp. Jij reisde de wereld rond, ik mag mijn kot niet uit. Misschien heb jij mij ook verplicht bij te leren en dat is misschien wel positief. Maar dat zal ik jou nooit bekennen. Bosbie. De verscholen vechter.

2 1 VERMEYLEN BEÏNVLOED(T)/GOED NIEUWS

2020#2_v1.indd 21

5/06/2020 14:39


Verslag Net voor de lockdown konden we nog eens uit ons kot komen voor een prachtige algemene ledenvergadering in Brugge.

Gastheer voorzitter afdeling Brugge Jacques Ducazu

Jurgen Content

Welkomstwoord algemeen voorzitter Willem Debeuckelaere Wandeling in Brugge met gids

Frederik Dezutter en Willem Debeuckelaere

Presentatie Mariam Sheikh Eldin: PoĂŤzie in de OKAN-klassen

2 2 VERSLAG

2020#2_v1.indd 22

5/06/2020 14:39


I.M.

Jan Truyts Š Marc De Coninck

Geert Lefebvre Rust zacht, Geert ... Geert Lefebvre, gepassioneerd voorzitter van Vermeylenfonds Bredene is thuis overleden.

Geert overleed na een lange en slepende ziekte. Zijn echtgenote Veronique en Geert zelf hebben hard en moedig gevochten voor het leven. Geert was doordrongen van de waarden van Vermeylenfonds, medemenselijkheid en humanisme. Hij paste ze toe in de praktijk. Geen grote woorden maar wel grote en onverdroten inzet. Vermeylenfonds verliest een vrijwilliger die 40 jaar met hart en ziel activiteiten ontplooide en zo brede lagen van de bevolking van Bredene en ver daarbuiten aansprak. We zijn ervan overtuigd dat het huis gebouwd op zijn fundamenten verder zal bloeien. Als eerbetoon voor zijn krachtige inzet. Ons medeleven aan Veronique.

Het Vermeylenfonds vernam het overlijden van het voormalig bestuurslid Jan Truyts. Jan was de echtgenoot van Myriam Maes. Hij werd geboren in 1928 en is thuis op 1 mei 2020 in Oudenburg overleden, omringd door zijn geliefden. Myriam en Jan waren heel actief in het verenigingsleven. Jan was niet alleen op lokaal en regionaal vlak actief voor het Vermeylenfonds. Hij was tot 2018 ook een enthousiast lid van de raad van bestuur. Daar was hij onmiskenbaar de nestor van het gezelschap. Tot op hoge leeftijd was het voor Jan niet te veel om met het openbaar vervoer naar de bijeenkomsten overal in Vlaanderen en Brussel af te zakken. Jan kon het bestuur met luide stem op onnavolgbare wijze begeesteren. Dat geldt ook voor zijn fantastische reisverhalen. We zullen hem missen. Het bestuur, de medewerkers en de vrijwilligers van onze vereniging zijn Jan heel erkentelijk voor zijn inzet. Aan Myriam, de familieleden en de vrienden wensen wij onze innige deelneming en onze steun over te maken omdat het in deze bijzondere tijden niet eenvoudig is om steun bij elkaar te zoeken. Condoleren kan online op https://www. dela.be/nl/uitvaartzorg-marote

Namens bestuur en medewerkers van Vermeylenfonds. We zullen onze Breiningse voorzitter hard missen

2 3 VERSLAG

2020#2_v1.indd 23

5/06/2020 14:39


(b.v.)

H E T G RO T E

Corona-interview

Wie had gedacht dat bijgaande foto, toen die genomen werd door Sarah, een grote profetische waarde had? Een jaar later is het bijna dagelijkse kost dat ik liggend in de zetel in slaap val met een boek op mijn borst. Lezen is sinds enkele maanden vrijwel de enige bezigheid die ik nog mag doen. Oorzaak? Jawel, het sars-CoV-2 of Coronavirus. Behorend tot de risicogroep mag ik vrijwel mijn huis niet uit, mijn kinderen en kleinkinderen, mijn broers en zus en mijn vrienden niet zien, laat staan een belangrijke Vermeylenfondser (BV) interviewen ten behoeve van deze rubriek. Sinds maanden zie ik enkel mijn echtgenote Lieve in levende lijve en gelukkig zie ik haar graag. Het zouden dus twee lege pagina’s worden ware het niet dat we ons lieten inspireren door onze nationale televisie-omroep de VRT die haar potentiële lege zendtijd opvult met herhalingen, zelfs tot de jaren zestig met enkele episodes van de vermaarde sitcom ‘Schipper naast Mathilde’. Als de VRT dat mag, waarom ons ledenblad DNG niet? En we moeten niet eens zover teruggaan in de tijd. Voor dit nummer zou de aanslepende regeringscrisis de aanleiding geweest zijn om een partijvoorzitter te interviewen. Mijn voorkeur ging natuurlijk uit naar Connor Rousseau maar Corona maakte het interview onmogelijk. Vandaar dus de onderstaande herhalingen.

© Sarah Mistiaen

In 2011 vestigde de Belgische politiek het wereldrecord regeringsvorming. Ik had destijds een gesprek met Herman Balthazar en vroeg hem uiteraard wat hij als historicus daarvan dacht. Prof. dr. Herman Balthazar (historicus) - maart 2011- DNG We hebben het wereldrecord regeringsvorming bereikt. Denk je dat men nog uit de impasse geraakt en kan de sociaal-democratie daar nog een rol in spelen? “Dat is een erg moeilijke vraag. De sociaal-democratie in Vlaanderen zou eens in twee spiegels moeten kijken. De eerste spiegel is deze van de sociaal-democratie in WestEuropa en de tweede spiegel die van de eigen historische ontwikkeling. Ik zal het hier nu enkel over die tweede spiegel hebben en hierbij stel ik vast dat de socialisten veel te lang de Vlaamse problematiek verkeerd hebben ingeschat en hierdoor hebben meegeholpen aan de groei van twee grote monsters. Het eerste monster is het integralistisch Vlaams nationalisme dat droomt van een onafhankelijke Vlaamse staat en dat gegroeid is tot de grootste Vlaamse politieke partij. Het andere monster is dat van de absolute onwil van de Franstaligen om het Nederlands in België als een equivalente taal te zien en te aanvaarden dat de meerderheid van de Belgische bevolking die taal gebruikt van de wieg tot het graf. We hebben als Vlaamse socialisten onvoldoende dat Franstalige monster tegengehouden en hierdoor het monster van het Vlaams-nationalisme versterkt. Ik denk dat het hoogtijd is dat we die historische fout rechtzetten.” De tegenstelling tussen links en rechts zou ook een regeringsvorming bemoeilijken. Geen van beide strekkingen heeft immers een meerderheid in het federale parlement om een regering te vormen. 2 4 BV

2020#2_v1.indd 24

5/06/2020 14:39


Prof. dr. Rik Coolsaet (politicoloog) - maart 2014 - DNG “De partijpolitieke programma’s van de traditionele partijen richten zich alle op de brede middenklasse. Vandaar dat de programma’s zo gelijklopend zijn. Als je echter de klassensamenleving van vandaag bekijkt, dan zou je eigenlijk twee grote stromingen moeten hebben: een stroming die inplugt op ‘We gaan iedereen zo vrij mogelijk laten om een zo groot mogelijke rijkdom voor zichzelf te realiseren’ en een politieke stroming of beweging die inzoomt op solidariteit. Een studie van Marc Elchardus toont aan dat de meerderheid van de bevolking gevoelig is voor meer solidariteit. Maar het discours van het egoïsme is gemakkelijker uit te leggen, je hebt slechts één zin nodig: ‘Als je minder belastingen betaalt, hou je meer geld over’. Het is veel moeilijker uit te leggen dat je jezelf, je kinderen en kleinkinderen meer veiligheid en geborgenheid kunt bieden in een goed georganiseerde samenleving die de solidariteit tot kernpunt maakt. Dat alternatief wervend maken, daar is dringend nood en behoefte aan.” Populistische uitspraken leiden misschien naar verkiezingsoverwinningen maar bieden geen oplossing. De grootste Vlaamse partij weet er alles van. Prof. dr. Christ’l De Landtsheer (communicatiewetenschappen) – september 2018 - DNG “Ik vind de N-VA inderdaad een populistische partij. Niet iedereen zal het waarschijnlijk met mij eens zijn zoals de Nederlandse politicoloog Cas Mudde. Ik onderzoek evenwel andere aspecten die hij niet onderzoekt zoals de stijl en de taal wat essentieel is bij populisten. Populisme is een dunne ideologie waardoor populistische partijen met gemak van standpunten kunnen veranderen. Trump is daar een goed voorbeeld van maar ook de N-VA. Zo profileert die partij zich als een Vlaams-nationalistische partij maar eens in de regering ontpopt ze tot een economisch rechtse partij. Kenmerkend voor populisme is het anti-establishment, de verheerlijking van het volk en nationalisme. Ook de felle retoriek met veelvuldig gebruik van harde metaforen van charismatische leiders zoals Theo Francken en Bart De Wever is typisch voor een populistische partij. De metafoor van Bart De Wever ‘België is een land met twee democratieën’ is natuurlijk complete onzin maar wordt momenteel in de pers voortdurend herhaald zelfs door politici van andere partijen.” De twee democratieën die volgens de Vlaams-nationalisten een degelijke federale regering onmogelijk maken. Prof. Dave Sinardet denkt daar evenwel anders over. Prof. dr. Dave Sinardet (politicoloog) – 28 september 2019 De Standaard “Oké, zullen velen zeggen, maar bij ons komt de Belgische dimensie erbovenop, met twee ‘democratieën’: Vlaanderen rechts, Wallonië links. Zowel de PS als de N-VA kan moeilijk ingaan tegen die grondstromen. Mja, het partijpolitieke landschap kleurt inderdaad anders in noord en zuid. Maar kijk je naar kiezersonderzoek, dan vallen de gelijklopende beleidskeuzes op. Net zoals in 2014 legde een consortium van universiteiten een reeks heikele federale beleidskwesties voor aan een representatief staal Vlamingen en Walen. Net

als toen blijken de verschillen merkwaardig klein. Of het nu gaat om het minimumpensioen, de index, praktijktests, inburgeringsexamens, asielzoekers met kinderen, bedrijfswagens, vliegtaksen, kerncentrales of een databank met vingerafdrukken: nooit is het verschil tussen Vlamingen en Walen groter dan 10 procent. Bijgevolg is de meerderheid rond al die kwesties in beide regio’s steeds dezelfde. Met één uitzondering: voor 53 procent van de Vlamingen moet het strafbaar zijn om transmigranten onderdak te bieden. Bij de Walen is dat ‘maar’ 44,2 procent. Toch legt ook die vraag geen kloof bloot tussen, maar wel een binnen de landsdelen: Wallonië is hierover bijna even verdeeld als Vlaanderen. Kortom: over die communautaire kloof gaapt een ware canyon tussen perceptie en realiteit.” Volgens zijn zeer recent onderzoek komt Stefaan Walgrave tot het besluit dat de betekenis van links en rechts gewijzigd is. Prof. dr. Stefaan Walgrave (politicoloog) – 26 mei 2020 - De Standaard “De betekenis van links en rechts is gewijzigd. De traditionele breuklijn is sociaal-economisch: de graad van herverdeling of het ingrijpen van de staat. Maar vandaag denken mensen bij links of rechts in de eerste plaats aan migratie. Dat is mij nog nooit zo sterk opgevallen als nu. Die culturele breuklijn wordt belangrijker dan de herverdelingsbreuklijn. Dat is van belang, ook voor journalisten.” Wat migratie betreft is het misschien goed ook eens een antropoloog aan het woord te laten Prof. dr. Rik Pinxten (antropoloog) – juni 2017 - DNG “In Gent, met zijn 250.000 inwoners leven er 157 nationaliteiten van niet-Europese origine. Die hoge graad van vermenging heeft plaatsgehad in dertig jaar tijd in de hele regio London, Amsterdam, Frankfurt, Parijs. Natuurlijk zorgt dat voor problemen, onder meer de radicalisering. En hoe gaat het superieure Westen dat aanpakken? Door een psychiatrische therapie, want het probleem ligt bij die ‘geradicaliseerden’. We gaan een psychologisch bad geven om hen te genezen. Typische symptoompolitiek van de huidige rechtse regeringen. En dat scoort natuurlijk. Men geeft de indruk dat men de problemen aanpakt maar in feite gaat men voorbij aan de reële oorzaken. In Gent komt ca 20% van de leerlingen zonder diploma uit het onderwijs, in Antwerpen en Brussel zelfs 27%. Meer dan een kwart van de jongeren in Antwerpen komt op straat zonder diploma en dus geen of zeer beperkte beroepskansen, met minder perspectief op een gelukkig leven. Zou het geen goed idee zijn om daar eens structureel op in te grijpen?” Herhalingen zijn de moeder van de wetenschap en al zeker als ze van de wetenschap zelf komen. Johan Notte

2 5 BV

2020#2_v1.indd 25

5/06/2020 14:39


Column De onvoltooid verleden tijd – Peter Benoy

COMME A OSTENDE OVER GASTON EYSSELINCK

Oud postgebouw Oostende, nu cultuurcentrum De Grote Post

We lopen over de dijk van Oostende, mijn vader en ik. Een lentedag in 1955. ‘We gaan eten op de bovenste verdieping van het nieuwe Postgebouw, zegt mijn vader, van daar heb je een mooi uitzicht’. Hij werkt op de Regie van Telefoon en Telegraaf (RTT) te Antwerpen. Zo krijgt hij overal toegang tot personeelsrestaurants van ministeries en dergelijke. De nieuwe Post is een imposante grijze mastodont zonder franjes. Meetkunde van stenen en glas. ‘Zo is moderne architectuur; strakke vormen en niets dat niet nodig is’ zegt mijn vader. Ik vind er maar niets aan, te grijs, te kaal zo zonder torens en kantelen. We zitten in het personeelsrestaurant aan het raam en kijken uit op het park. Wat mijn nieuwsgierigheid wel prikkelt is de ontdekking van een bloemenhorloge, een ‘horologium florae’ aan de ingang van het park.De planten en

bloemen die er deel van uitmaken veranderen met de seizoenen.Na enkele minuten stel ik proefondervindelijk vast dat de meterslange wijzers werken. Oostende is me doorheen de jaren blijven fascineren en ik keer er nog altijd graag terug. De zee, de boekhandel Corman, de herinnering aan het kunstcafé ‘Le Chèvre folle’, de geest van Ensor en Spilliaert, het wat bizarre, intussen verdwenen restaurant ‘In de stad Kortrijk’, kortom het Oostende dat Leo Ferré bezingt (‘...Ni gris ni verts/ comme à Ostende et comm’partout/ Quand sur la ville tombe la pluie...’). Nog geen decennium na die lentedag in 1955 sta ik weer voor dat Postgebouw en ik ontdek de magie ervan. Het is ontegensprekelijk één van de hoogtepunten van de modernistische architectuur in België. Nu het al jaren een cultuurtempel is geworden heb ik

meermaals het gebouw ook intra-muros kunnen verkennen. Het oude postgebouw van Oostende, nog geen 40 jaar in gebruik, werd in de Tweede Wereldoorlog verwoest. Kort na de bevrijding kreeg architect Gaston Eysselinck (1907-1953) de opdracht een nieuw postgebouw te ontwerpen, dat ook de RTT zou huisvesten. Hij koos de Gentse ingenieur Albert Mallebrancke om met hem samen te werken. Als je de eerste ontwerp- perspectieftekening van 1945 bekijkt dan zie je duidelijk alle elementen van het gebouw dat er vandaag staat. Het pleit voor de stad Oostende en de opdrachtgevers van Post en RTT dat ze deze belangrijke opdracht hebben gegeven aan een 38- jarige architect, die werd beschouwd als één van de bekwaamste en principieelste modernisten van zijn generatie. Het getuigt van een sterke wil om de

2 6 COLUMN

2020#2_v1.indd 26

5/06/2020 14:39


naoorlogse stedebouwkundige vernieuwing vanuit een actuele visie aan te pakken. Eysselinck behoorde met Leon Stijnen (‘De Singel’, Antwerpen 1988) en Renaet Braem tot een generatie modernistische architecten in België die na Victor Bourgeois (de tuinwijk ‘La cité moderne’ te Sint-Agatha-Berchem) en Huib Hoste (‘Zwart Huis’ te Knokke, 1924) aan zet kwamen. Al spoedig werd hij beïnvloed door de functionalistische visie van Le Corbusier. Maar als rechtgeaarde socialist stelde hij zich minder dogmatisch op. Waar de grote Franse bouwmeester vooral de nadruk legde op de standaardnoden van een bevolkingsgroep, zoals in zijn ‘Cité Radieuse’ (Marseille 1951), bleef Eysselinck meer oog hebben voor de specifieke noden van zijn kliënten. Zoals P.L.Flouquet het omschreef: ‘organiser l’habitation de telle façon qu’elle s’adapte étroitement aux desiderata de l’habitant’ (Batir, 15.1.1938). In 1930 ontwierp de 23-jarige Eysselinck een eerste belangrijk project: zijn atelierwoning (Vaderlandstraat, 120, Gent) die wordt beschouwd als een soort manifest, als een ruimtelijke demonstratie van zijn ideeën. Spoedig zag hij ook in hoe belangrijk het samenspel van architectuur en meubilair was. Daarom begon hij met succes zelf meubilair te ontwerpen. Tot hij de opdracht kreeg om het postgebouw van Oostende te ontwerpen, zijn eerste en enige overheidsopdracht, bouwde hij een dertigtal woningen, vandaag grotendeels geclasseerd. In 1937 werd hij bekroond met de belangrijke Van de Venprijs (Braem in 1938 en Stijnen in 1939). Op een dag sta ik voor het gebouw en ik ontdek iets mysterieus. Als ik als kind naar het bloemenhorloge keek, dan stond de grote sculptuur van de expressionist Jozef Cantré centraal op het lagere voorplan boven de ingang met de hogere achterbouw als dekor, geheel of gedeeltelijk in mijn zichtlijn, maar ik herinner mij dat ik een ongehinderd uitzicht had. Bovendien zou ik me de sculptuur, alleen al door zijn omvang, herinnerd hebben. Er is maar één verklaring: ze was er toen niet. Mijn vermoeden wordt bevestigd na raadpleging van enkele bronnen: de monumentale sculptuur werd pas in 1963 geplaatst, tien jaar nadat het gebouw voltooid was. Eysselinck heeft zijn postgebouw dus nooit gezien zoals wij nu. Nochtans had het op elke ontwerp-tekening een prominente rol toebediend gekregen. Het centrum van het beeld is een naakte godin, die met haar vleugels de verschillende rassen, uitgebeeld in vier vrouwenfiguren, beschermt. Een metafoor voor de internationale commu-

nicatie als een eenmakende kracht? Waarom weigerde de RTT destijds de plaatsing van het beeld? Officieel klonk het dat de plaatsing niet dringend was en de kredieten overschreed. Een dertigtal jaren geleden heb ik in een veilingzaal een indrukwekkende houtskool ontwerptekening die Cantré hiervoor had gemaakt voor 20 000 B.Fr (nu: 500 euro) onder de hamer weten gaan -zelfs toen een belachelijk bedrag. In de visie van Eysselinck kreeg sculptuur een bijzondere rol toebediend, niet die van een sierlijke artistieke kers op de taart van een architecturale creatie, maar die van een daadwerkelijk element in het wordingsproces: ’...I find that the purpose and aim of a sculpture should be immediately clear to the viewer. I believe that to achieve this, architecture cannot manage alone, but that sculpture can have an explanatory and clarifying effect’. In zijn ogen was Jozef Cantré één van de weinige beeldhouwers die met architecten kon samenwerken. Hoewel de beeldengroep al vanaf 1947 op de ontwerpen onlosmakelijk met het gebouw verbonden was als een gewilde stijlbreuk, weigerde de RTT begin 1952 de plaatsing ervan. Onbuigzaam als Eysselinck was, eiste hij dat dit essentieel element van zijn ontwerp zou gerespecteerd worden. Het waren niet de eerste conflicten tussen Eysselinck en zijn opdrachtgevers. Al in de ontwerpfase stonden hij en architect Eggericx (1884-1963), die handelde als raadgever inzake urbanisatie van de stad Oostende, tegenover elkaar. Eggericx was een belangrijke speler op het vlak van stedelijke ontwikkeling; hij was o.m. een pionier van tuinwijken (zoals de cité Floréal’ in Watermaal-Bosvoorde). De clash tussen beiden was in wezen een artistiek conflict tussen generaties. Uiteindelijk werd aan Eysselinck en zijn ingenieur Malebrancke in juni 1953 de toegang tot de werf ontzegd. Nu neem ik u mee voorbij het bloemenhorloge door het park naar de Romestraat. Sinds het bestaat ben ik een trouwe bezoeker van het daar gevestigde Mu.ZEE. Ik heb me nooit vragen gesteld over de vroegere bestemming van het gebouw tot Anne Van De Genachte, redactielid van dit magazine, me vertelde dat het vroeger een verbruikerscoöperatieve was (Samenwerkende Maatschappij Spaarzaamheid, Economie, Oostende - SEO), waar ze als kind met haar moeder geregeld over de vloer kwam, vermits ze er vlakbij woonden. Eysselinck ontwierp dit gebouw in 1950, terwijl de bouw van de post al ver gevorderd was. Opmerkelijk hier is de 40 meter lange

SEO-gebouw, nu Mu.ZEE., Oostende

façade, hoofdzakelijk in glas; een ‘fenêtre en longueur’, zoals Le Corbusier het noemt. Uitzonderlijk voor een warenhuis, waar meestal, eventueel op een koepel na, bijna geen daglicht binnenkomt. Na een breuk met zijn echtgenote leert Eysselinck Georgette Troy kennen. Meteen na de oorlog gaan ze in Oostende wonen. Hun geluk zal niet van lange duur zijn; zij sterft op 4 oktober 1953 ten gevolge van een uitgezaaide kanker. Drieënzestig dagen later maakt hij een einde aan zijn leven. Intussen ontwerpt hij een grafsteen voor zijn vroeggestorven geliefde. Charlotte Van den Broeck wijdt in ‘Waagstukken’ (Arbeiderspers, 2019), een zeer lezenswaardig boek over de zelfmoorden en vermeende zelfmoorden van architecten, een hoofdstuk aan Gaston Eysselinck en tracht daarin inzicht te krijgen in die laatste fase van zijn leven. De Post werd officiëel geopend in 1954; de SEO in 1955. Het beeld van Cantré vond, zoals reeds vermeld, zijn voorziene plaats pas in 1963; Cantré was intussen ook overleden. In 1985, na grondige aanpassingswerken, opende Mu.ZEE haar deuren in het voormalige SEO-gebouw. Het cultuurcentrum ‘De Grote Post’ opende na een knappe transformatie in 2012. Zo werden twee modernistische gebouwen, het ene met een openbare functie, het andere met een economische, omgetoverd tot artistieke tempels. Vorig jaar verscheen ‘Gaston Eysselinck 1907-1953’ van Marc Dubois (Snoeck, 328), een prachtig geïllustreerd boek over zijn hele oeuvre en een welverdiende hommage.

2 7 COLUMN

2020#2_v1.indd 27

5/06/2020 14:39


Column De solidairen

Op een letter na lijkt het woord solidair sterk op solitair. De schrijfwijze is bijna identiek, de betekenis daarentegen is heel verschillend. Eén letterteken volstaat om de twee woorden een totaal andere invulling te geven. Allemaal samen of solidair houdt iets compleet anders in dan helemaal alleen of solitair. Een klein detail maakt soms een groot verschil. Solidair is het Nederlands binnengeslopen via de Latijnse rechtsterm ‘in solidum’ of 'voor het geheel'. ‘Solidum’ is verwant aan het werkwoord ‘solidare’ dat ‘stevig maken’ of ‘het samenvoegen van delen tot een sterk geheel’ betekent. Het begrip solitair kent een andere oorsprong. Het komt van het Latijnse ‘solus’, dat ‘alleen’ betekent. Met solidair wordt naar broederschap, gemeenschapsgevoel en saamhorigheid verwezen terwijl met solitair eerder individualisme en afstandelijkheid wordt bedoeld. Het zijn twee tegengestelde betekenissen. Toch kan solidair niet bestaan zonder solitair. De termen zijn aan elkaar verbonden. De coronacrisis heeft die verbondenheid tussen de twee termen mooi geïllustreerd. We bleven in ons kot, plooiden terug op onszelf, sloten ons af van iedereen en leefden relatief solitair. We deden dit niet alleen om onszelf te beschermen. We deden dit ook omdat we solidair waren met anderen. Alleen door samen te werken konden we de crisis zo

snel mogelijk overwinnen. Het solitaire principe ‘ieder voor zich en God voor ons allen’ ging hand in hand met de solidaire stelregel ‘één voor allen en allen voor één’. Een verhaal dat in grote lijnen opvallende overeenkomsten vertoont met de huidige coronacatastrofe is ‘De Pest’ van Albert Camus. Het boek gaat over het leven in een lockdown, de berichten over het aantal doden, de angst voor de ziekte, de zoektocht naar een vaccin, het heldhaftige werk van de artsen en verpleegkundigen, de scheiding van geliefden en vrienden, de eenzaamheid en het isolement, maar ook de verbondenheid en de solidariteit tussen de mensen. Het verhaal speelt zich af in de Algerijnse stad Oran, een mistroostige handelsstad waar de mensen een heel gewoon leven leiden. De belezen dr. Bernard Rieux begrijpt heel snel dat de dode ratten een slecht voorteken zijn. Hij vreest voor een pestepidemie. Niemand gelooft hem tot er ook mensen beginnen te sterven. Aanvankelijk wil het stadsbestuur geen maatregelen nemen tot de situatie verergert. De stad wordt afgesloten. Niemand kan de stad nog in of uit. Het leven verandert. Kerkhoven worden te klein en steeds meer mensen verdwijnen in massagraven. Rieux doet er als arts alles aan om de mensen te helpen. Hij blijft zijn patiënten behandelen ook al zijn ze vaak niet meer te redden. De dokter wordt bijgestaan door zijn vriend Jean Tarrou, een mysterieuze man die vrijwilligershulp organiseert. Joseph Grand, een hulpvaardige ambtenaar, sluit zich aan bij de vrijwilligersgroep van Tarrou. Als ambtenaar is het zijn taak om het aantal sterfgevallen bij te houden.

Plichtsgetrouw overhandigt Joseph Grand elke dag een afschrift van de statistieken aan Rieux. De journalist Rambert doet er alles aan om de stad te ontvluchten. Net op het moment dat hij met de hulp van mensensmokkelaars kan vluchten, besluit hij om uit solidariteit te blijven en de dokter te helpen in zijn strijd tegen de pest. Uiteindelijk ontdekt een collega van Rieux een serum dat blijkt te werken. De stad kan terug beginnen leven. Rieux heeft veel vrienden verloren en blijft verweesd achter. Hij heeft gedaan wat hij moest doen. Het boek uit 1947 is sinds de uitbraak van het coronavirus terug een bestseller. Veel mensen lezen `De pest` als een oefening in omgaan met een oorlog, een natuurramp of een pandemie. Camus beschrijft hoe een gemeenschap als groep een epidemie doorstaat en tegelijk hoe verschillend individuen elk op zijn of haar manier er mee omgaan. De epidemie staat in het boek voor het existentiële kwaad dat in verschillende gedaanten en vormen altijd terugkomt. Camus toont ons de beste manier om een crisis te counteren. Verzet is volgens hem de enige optie. Niet opgeven en blijven volharden. Als individu de strijd aangaan samen met anderen. Overleven door de strijd samen te doorleven. Net zoals de pest in het boek heeft het coronavirus ons getoond hoe ieder van ons medeverantwoordelijk is voor het verdere verloop van de crisis. Zo’n ramp kunnen we alleen maar samen aan en samen alleen. Aster Glückmann

De voorbije maanden hebben we vaak gedroomd van tot de nok gevulde concertzalen en van muziek waar we samen naar konden luisteren. Alle artiesten en medewerkers van Flagey missen u enorm! We hopen u binnenkort terug te kunnen zien in Flagey. In tussentijd bent u altijd welkom op www.flagey.be waar we het plezier van muziek blijven delen.

© JOHAN JACOBS

2020#2_v1.indd 28

5/06/2020 14:39


‘Passage Pyreneeën’ vertelt voor het eerst het verhaal van vele duizenden Belgen die de verschrikkingen van de bezetting inruilden voor een gedurfde tocht door Frankrijk, te voet over de woeste Pyreneeën, via Franco’s concentratiekampen in Spanje… naar de vrijheid. Een van onder het as geraapte getuigenis die toont dat vluchten altijd een afgedwongen keuze is. Een tocht van eenzaamheid, van moed, solidariteit en kameraadschap. Verkoopprijs: € 22,50 (Incl. 6% BTW) Het boek is te vinden in alle boekhandels!

Kijk op onze website voor meer info! Het Vermeylenfonds sponsorde het ontstaan van dit indringende vluchtelingenverhaal uit WOII en mag met fierheid stellen dat het een knap resultaat geworden is. Met de steun van imd oost-vlaanderen.

Sarah De Vlam (1977) studeerde Geschiedenis en Spaans in Gent en Geschiedenis van Spanje in Madrid. Ze woont in de Catalaanse Pyreneeën, waar ze het verhaal van de Belgische vluchtelingen ‘ontdekte’ en nu voorhet eerst te boek stelt.

29

2020#2_v1.indd 29

5/06/2020 14:39


Fatena Al-Ghorra

‘Voor mij is Gaza een vluchtelingenkamp, een gevangenis met grenzen’, zegt de Palestijnse dichteres Fatena Al-Ghorra (° Gaza, 1977). ‘In 2006 kwam Hamas aan de macht en werd onze spreekvrijheid beknot. Als journaliste en nieuwsanker moest ik het ontgelden. Een onafhankelijke mening, kritisch denken maakt je verdacht. (…) Niet alleen mij, maar ook mijn hele familie hebben ze bedreigd. Toen ze mijn bureau kort en klein hebben geslagen is het me beginnen dagen hoe ernstig de bedreigingen waren en heb ik besloten te vluchten.’ Op haar 17de werd Fatena tegen haar wil uitgehuwelijkt; negen jaar later lukte het haar om van deze man te scheiden. Spoedig verwierf ze bekendheid als kritische en progressieve journaliste en als radiostem. In 2000 publiceerde ze haar eerste dichtbundel: ‘There is still a sea between us’, gevolgd door ‘A Very Troublesome Woman’ (2003) en ‘Ellay’ (2010) -alle in het Arabisch. In 2009 vroeg ze asiel aan in België en ze kreeg de Belgische nationaliteit in 2016. Ze werkt nu als freelance journaliste voor o.m. Al Jaziera, als lector, vertaalster en dichteres; ze heeft zich te Antwerpen gevestigd.

toegankelijk blijft. Aan de ene kant is ze doorweven van de ‘bijbelse’ landschappen rond de Jordaanvallei en de Rode zee, maar tegelijkertijd schemert de decennialange onderdrukking van de Palestijnen door haar verzen. In vele gedichten uit deze bundel gebruikt ze de gebiedende betekenis, zoals overigens ook in de titel van de bundel, ‘Neem dit lichaam’, niet in een moraliserende betekenis, maar eerder als een directer manier om de lezer te confronteren met haar geschiedenis. In andere gedichten gebruikt ze de je-vorm, alsof ze iemand aanspreekt (‘Je trok elk deel van mij aan als een kledingstuk’). De twee gekozen gedichten komen uit ‘Neem dit lichaam’. Al-Ghorra draagt deze bundel op aan ‘mijn lichaam en geest die mij over hun geheimen leerden’ In het eerste deel staat de geest centraal; het tweede deel is lijfelijk, soms sensueel. Soms een met wreedheid doortrokken erotiek, maar altijd verbluffend in zijn poëtische kracht.

KEUZE GEDICHT EN TEKST: PETER BENOY

‘Gods bedrog. Diverse scenario’s’ (Uitgeverij P., 2014) werd uit het Arabisch in het Nederlands vertaald door vertaler en schrijver Nisrine Mbarki en ingeleid door Annelies Verbeke. Intussen verscheen haar werk ook in Italiaanse, Franse en Spaanse vertalingen. In 2012 werd ze bekroond met de El-Hizjra prijs voor Nederlandse schrijvers met diverse achtergronden. Met ‘Tradire il Signore’ (‘Gods bedrog’) kreeg ze in 2016 een prijs voor het beste Arabische boek dat in het Italiaans vertaald werd. Ze is een graag geziene gast op internationale literatuurfestivals. ‘Fatena’s poëziesalon’ is een project dat ze in België en Nederland organiseert. Vorig jaar verscheen ‘Neem dit lichaam’ (Uitgeverij Jurgen Maas en P., Amsterdam/Leuven, 68 p.), eveneens in vertaling van Mbarki. Hierin werden ook enkele gedichten opgenomen uit ‘Gods bedrog’, evenals ‘Een marmeren gezicht’ uit de niet in het Nederlands vertaalde bundel ‘Ellay’. Zo geeft deze uitgave een heel representatief beeld van het werk van Fatena Al-Ghorra. Haar poëzie kenmerkt zich door een krachtig beeldenarsenaal, dikwijls metaforen die verrassen of bevreemden; zoals recensent Ernst Jan Peters het formuleert: ‘Op de een of andere manier komt het woestijnzand tussen de regels door’. Er is geen reden om dat weg te blazen, want het voegt iets belangrijks toe, iets wat de Westerse poëzie amper kent. Al-Ghorra schrijft een sterk gelaagde poëzie, die toch zeer

30 IM

2020#2_v1.indd 30

5/06/2020 14:39


Uit ‘Vader’: Je trok elk deel van mij aan als kledingstuk ontwierp papier en bedekte wat bedekt hoort te zijn je ontsluierde alle talen uit mijn mond nam je mijn vale verhalen en ontstak er vuur in je trok aan mijn hand mijn hele zijn deed je opstaan en je zat te kijken naar wat je handen vervolmaakten.

Wat de verteller zei Trek je schaapskleren uit, laat de wolf huilen de weg is gemaakt voor wolven laat hem vrij, volg nauwlettend zijn stappen struikel, sta op laat je knieën en enkels bloeden let niet op de doornen, de steeg is bereid om je bloed op te zuigen schud het af als het te zwaar wordt het stof van wie je liefhad wat je vergat en om wie je huilde want de tocht zal alleen voortgezet worden door het vuur van het geheugen laat het uit je poriën, je oren, je mond komen en vooral uit dat wat je schitterende geheim omarmt.

Fatena Al-Ghorra

2020#2_v1.indd 31

5/06/2020 14:39


Wij zijn er voor jou! Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel een huisvandeMens in je buurt. In een huisvandeMens kan je terecht voor: Informatie Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten … Vrijzinnig humanistische plechtigheden Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven? Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, een overlijden of afscheid … Gesprekken Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving. Waardig levenseinde Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring. Gemeenschapsvorming Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en ontmoetingscentra. Vrijwilligerswerk Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken? Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten. De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu

Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw

deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel

deMens.nu Magazine Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar. Gratis proefnummer of gratis abonnement? Mail naar info@deMens.nu Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Of telefoneer naar 02 735 81 92

32

2020#2_v1.indd 32

5/06/2020 14:39


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.