‘We kunnen elkaar op veel manieren helpen’ Binnen Delta ITP kunnen wetenschappers hun krachten bundelen om een stapje dichter bij de ontrafeling van de grote mysteries van het universum te komen. Zo werken Elisa Chisari, Alessandra Silvestri en Samaya Nissanke samen aan vraagstukken over zwaartekrachtgolven en de uitdijing van het heelal. Tekst: Marleen Hoebe Foto’s: Bob Bronshoff
ELISA CHISARI Kosmoloog en universitair docent aan de Universiteit Utrecht ‘De projecten van Alessandra, Samaya en mij bevinden zich nog in de beginfase. Met Alessandra ben ik een project gestart waar we aan werken met Tomislav Prokopec, 24 | New Scientist | Special Delta ITP
kosmoloog aan de Universiteit Utrecht. Het doel van dit project is om de uitdijing van het heelal te onderzoeken aan de hand van een quantummodel dat Tomislav heeft opgesteld. Samaya en ik zijn met een groep Nederlandse wetenschappers betrokken bij het tienjarige internationale onderzoek Legacy Survey of Space and Time. Dat zal
plaatsvinden op het Vera C. Rubin-observatorium in Chili, dat nu nog in aanbouw is. Met dit onderzoek hopen we de eigenschappen te vinden van de mysterieuze kracht die de versnelde uitdijing van het heelal aandrijft. Een wetenschappelijk artikel is tegenwoordig zelden het werk van één auteur. Voor een goed onderzoek is niet alleen een origineel idee nodig. De gereedschappen om het onderzoek verder te brengen, zijn ook belangrijk. Terwijl we met elkaar praten, kunnen we op ideeën komen. En door onze expertisegebieden te combineren, zijn we in staat om die ideeën op weg te helpen. Daarnaast helpen we elkaar op verschillende manieren. We stellen elkaar bijvoorbeeld vragen over onze projecten om zeker te zijn van de robuustheid van onze resultaten. Verder zie ik Alessandra en Samaya als rolmodellen die me op weg kunnen helpen in de Nederlandse academische wereld. Twee jaar geleden kwam ik in Utrecht terecht, net voor de pandemie. Met hun hulp, en dankzij Delta ITP en de contacten die ik eerder had opgedaan aan de Universiteit Leiden, was ik in staat om goed ingebed te raken in het wetenschappelijke landschap van Nederland. Samenwerken met verschillende onderzoeksinstituten heeft verrijkende aspecten. Ten eerste stimuleren discussies tussen instituten het bedenken van nieuwe ideeën die vaak uitmonden in wetenschappelijke projecten. Onze maandelijkse theoretische kosmologiebijeenkomsten en andere seminars zorgen ervoor dat we op de hoogte blijven van wat ieder van ons doet. Maar het menselijke aspect speelt ook een rol: het is enorm waardevol dat ik mijn nieuwsgierigheid voor het heelal kan delen met iemand. Het geeft me het gevoel dat ik deel uitmaak van een grotere onderneming.’