44 minute read

Dossier bouw

Next Article
Last post

Last post

Dossier

Hoe timmert de bouwsector aan de nabije toekomst?

Pleidooi voor overheid die niet afremt en een sector die zichzelf bevrijdt uit conflictmodel

“De bouw gaat de maatschappij beter maken. (Als men de volgende tien jaar blijft investeren)”

En hoe zou het nog met de bouw gaan? Want – zo leert een oude volkswijsheid – als het met die sector goed zit, volgt de rest van de economie als vanzelf. Covid en Oekraïne hebben echter veel zekerheden op losse schroeven gezet. Net als voor andere sectoren is het voor de bouw nu wat fluiten in het donker. Ondernemers nodigde een aantal OostVlaamse aannemers uit om in de toekomst te turen. Eristwijfel en er zijn flink wat frustraters, maar er is net zo veel vastberadenheid en geloof in een sector die (somstraag) de vernieuwing omarmt. En er is de vaste overtuiging dat een florerende bouwsector finaalde hele maatschappij ten goede komt.

TEKST JAN VAN GYSEGHEM - FOTO HENDRIK DE SCHRIJVER

Juliaan De Bock, Jean-Marie de Buck, Carine Drumont, Niko Demeester en Karel Derde

Scherpe blik op de bouw

Carine Drumont Algemeen directeur van Algemene Bouw Maes (Gent), een Klasse 8 bouwbedrijf dat voor 60% deel uitmaakt van de groep Van Roey. Sinds1892 actief. 110medewerkers.

Jean-Marie de Buck Voorzitter van de raad van bestuur van Aclagro (Wondelgem). Aannemer met kernactiviteiten in infrastructuur, bodemsanering en waterzuivering, afbraak, grondreiniging en brownfieldontwikkeling. 300medewerkers.

Juliaan De Bock Oprichter en voorzitter van de raad van bestuur van Juri (Zele). Algemeen bouwbedrijf sinds1985. 170medewerkers.

Karel Derde Eigenaar van Derde Construct (Wichelen), gespecialiseerd in het aanleggen en renoveren van parkeerdaken, vloeren en daken van ondergrondse parkeergarages, platte daken, (dak)terrassen, esplanades, omgevingswerken. 25medewerkers. Karel is tevens voorzitter van Confederatie Bouw OostVlaanderen.

Niko Demeester CEO van Confederatie Bouw die de belangen verdedigt van 16.000 bedrijven in desector. D e gelegenheidsuitgave n.a.v. het 75jarige jubileum van de Confederatie Bouw (2021) lijst een aantal indrukwekkende mijlpalen op van de Belgische naoorlogse bouwsector: de bouw van 150.000 nieuwe woningen en 1 miljoen renovaties na WO II, de aanleg van snelwegen vanaf de jaren 1950, de bouw van Expo 58 en van talrijke grote kantoorcomplexen in de booming sixties. Er was de opkomst van prefab vanaf 1970, de expansie van de Belgische haveninfrastructuur en de stijgende aandacht voor isolatie na de oliecrisis. Later volgden de aanleg van het HSTnetwerk (jaren 1990), de bouw van nieuwe stations en, recent, de opmars vanhoutbouw.

Het lijkt er sterk op dat de bouw alweer voor een belangrijk tijdsgewricht staat. Er is de digitalisering die de sector in ons land trager verovert dan in de buurlanden. Meer doorgedreven industrialisering moet de productiviteitswinst op het niveau van andere sectoren brengen.

Eerst moeten aannemers nog de fall out van covid en Oekraïne doorstaan. Een vervelende dip maar lang niet zo dramatisch als de jaren 1980 toen in de sector 100.000 jobs verloren gingen. “Ervaren rotten spreken van een traumatische ervaring,” zegt Niko Demeester. “Een ideaal moment om te starten,” mijmert Juliaan De Bock filosofisch. Crisissen blijven uitdagingen.

(Een beetje) een goed gevoel

Niko: “Het gaat nog steeds goed maar er is wel wat bekommernis. Staan wij voor een periode van afkoeling, voor een dip of voor een diepe put, zoals in de jaren 1980? Alle parameters staan gunstig, gezien de grote investeringsnoden bij de overheid, industrie en particulier. Onze business gaat de volgende tien jaar minstens even goed blijven draaien als vandaag, maar wij voelen wel aarzeling in de markt. Tegelijk merk ik op dat de bouw in de voorbije twintig jaar 50.000 jobs heeft bij gecreëerd en nu 18.000 werkkrachten zoekt.”

Carine: “Het hangt af van sector tot sector. Infrastructuurwerken zijn booming business –denk maar aan Oosterweel en andere dossiers. Maar er zijn ook sectoren die zich moeten heruitvinden en bekijken hoe ze dingen in de toekomst zullen aanpakken. Wij bouwen onder andere in Roeselare waar de stad tien projecten op de planning had staan en er uiteindelijk slechts drie van zal uitvoeren. In de industrie wordt dan weer wel nog volop geïnvesteerd.”

Zit de bouw dan wel met een goed gevoel over wat komen gaat? Karel: “Algemeen is er natuurlijk een neiging tot voorzichtigheid. Het consumentenvertrouwen stokt en dat beïnvloedt onze aannemers. In de jaren 1980 was er heel veel werkloosheid. Nu is de situatie anders: zelfs indien de markt wat afkoelt, gaan wij nog mensen te weinig hebben. Ik blijf optimistisch; als bouwsector hebben wij een cruciale rol in het aanpakken van de klimaatuitdagingen. We moeten tegelijk nadenken over onze marges en het imago van de sector. Daar liggen nog uitdagingen.”

Jean-Marie: “Wij zijn met Aclagro actief in verschillende deelsectoren. Ik denk dat corona al bij al goed meegevallen is. Er was een periode van onzekerheid maar iedereen is die vrij goed doorgekomen. De post coronaperiode –met o.a. de grondstoffenprijzen– brengt nu veel meer onzekerheid mee. Ik verwacht dat meer bedrijven in de problemen gaan komen, op verschillende niveaus. En ook de openbare besturen krijgen het moeilijker wat een grote impact kan hebben op de bouw. De gemeenten staan voor enorme uitdagingen.”

De bouwsector in ons land telt 75.000 bedrijven metsamen meer dan 200.000 werknemers en 50.000zelfstandigen.

Confederatie Bouw (opgericht 1946) verdedigt en adviseert bedrijven uit de bouwsector. De organisatie telt 16.000 aangesloten bedrijven.

De bouw is typisch een sector die lage marges draait en nood heeft aan hoge en steadyvolumes NIKO DEMEESTER

Niko Demeester kadert een en ander: “De bouwsector kende in coronatijd een krimp met 4,5%. Normale activiteiten mochten plots niet meer. Cold turkey. Gelukkig heeft dat maar één maand geduurd. De bouw heeft, als eerste sector, met de vakbonden een protocol onderhandeld om de werven opnieuw te openen. De remonte is dan heel sterk geweest: de tweede helft van 2020 tot de zomer van 2021 hebben bouwbedrijven aan 200% gedraaid. Vanaf dan sijpelde er onzekerheid in, met leveringsproblemen voor materialen, prijsstijgingen en zo meer. Sindsdien zijn wij niet meer in de normale flow van de logistieke keten en van de prijsen contractvorming geraakt. Dat alles zorgt voor onzekerheid in de markt. Daarnaast zijn er de grote investeringsnoden van lokale besturen –die er in principe ook het geld voor hebben– maar die hun investeringen on hold zetten. Zo vermijden zij grote overschrijdingen van de voorziene budgetten. Vraag is hoe lang de pauzeknop ingedrukt zal blijven.”

Tijdrovende vergunningen maken bouw duurder

Het gesprek is nog maar net op gang en er borrelt wrevel op over de teleurstellende opstelling van de ‘stremmende’ overheid.

Jean-Marie: “Reglementering heeft een zware impact op de bouw. Deaanvraag van vergunningen slorpt veel tijd, mensen en geld op. De politiek klaagt over de betaalbaarheid van woningen maar toen ik begon in projectontwikkeling kon je nog bouwen tegen een kost van minder dan 1000 €/m²; vandaag –nauwelijks 10 jaar later– zitten wij al boven 1500 €/m², tot zelfs 2000 €/m².”

Juliaan: “Er is een groot verschil met de jaren 1980. Toen was er ruimte beschikbaar en de administratie was een stuk eenvoudiger. Nu zijn er bijna geen gronden meer en door de gewijzigde wetgeving is de politiek niet langer verantwoordelijk maar de stedenbouwkundig ambtenaar. Die neemt geen enkel risico en dat maakt het zeer moeilijk om aan een bouwvergunning te geraken.”

Carine: “Als je vroeger een bouwvergunning aanvroeg en er kwam geen reactie, dan was ze gegund. Nu is ze geweigerd. Datbracht een enorme verandering teweeg. Hetisveel complexer geworden om te mogen bouwen en een vergunning te krijgen; je hebt een reeks studies nodig: over bemaling, energie, duurzaamheid … noem maar op.”

Juliaan: “Met een enorm vertragend effect alsgevolg.”

Niko: “Toch is het moeilijk om de normen te gronde aan te vallen. We zitten met een zeer verouderd woning en kantorenpark en strenge normen zijn nodig om de klimaatdoelstellingen te halen. Vraag is: ‘Hoe houden wij de noodzakelijke technische vooruitgang betaalbaar voor onze opdrachtgevers?’”

Voor wanneer een kader dat snelheid maakt?

Jean-Marie: “Dat is het. We weten ook dat heel veel woningen enkel goed zijn om af te breken en opnieuw te beginnen; renovatie is in die gevallen een pleister op een houten been. Met nieuwbouw aan 21% en registratierechten aan 4% creëer je een spanningsveld dat volledig tegenstrijdig is met wat de overheid wil bereiken.”

Niko: “Daarom is de tijdelijke verlenging tot eind 2023 van een coronamaatregel –sloop en heropbouw aan 6% (btw)– een goede zaak. In het licht van de klimaatdoelstellingen zou dit eigenlijk permanent moeten zijn. Het gaat nu veel te traag: in Vlaanderen alleen al moeten wij 90.000 huizen per jaar klimaatneutraal renoveren. Met allerlei premies en 6% btw doen wij er vandaag 30.000 per jaar. Nóg meer premies tegenaan gooien –voor warmtepompen en andere– zal niet volstaan. We krijgen de mensen niet voldoende mee in renovatie. Misschien moeten wij naar meer collectieve oplossingen –een warmtenet in plaats van een warmtepomp voor elke woning. Dat betekent dat een stad de regie in handen moet nemen. Hier en daar gebeurt dat: Gent, Antwerpen, Oostende … maar de slotsom is: het gaat te traag. Oude woningen die –zelfs met grote investeringen niet klimaatneutraal te krijgen zijn– moeten wij slopen en heropbouwen.”

Karel: “Een goede Vlaamse maatregel in wording is de verplichting om, binnen de vijf jaar na de verkoop van een particulier vastgoed, een pand energetisch te renoveren. Dan volgt de economische afweging: isoleren of afbreken en iets nieuw bouwen? Voeg daarbij de wens van de overheid om te verdichten en dus hoger te bouwen wat niet evident is in buurten met ‘gewone’ woningen. Dat geeft spanningen die wij als sector eerder ondergaan. Er zijn mogelijkheden maar reglementering en vergunningen vormen eenrem.”

Carine: “Laat ons pragmatisch omgaan met circulariteit. Op een project in Brussel slaat de slinger door en moeten we knettergekke dingen doen omdat men eist dat je het gebouw behoudt. Het verhaal klopt niet meer want de energetische impact om het inorde te krijgen –bijvoorbeeld het brandwerend maken– is veel groter dan in het geval vansloop.”

Wisselende vooruitzichten, duidelijke uitdagingen

Hoe zit het met de orderportefeuille voor de volgende zes maanden? Karel: “Voor ons zit die goed maar wij werken in een niche.”

Jean-Marie: “Wegenbouw is geen probleem maar afbraak is vandaag heel volatiel. Eind vorig jaar konden wij niet volgen, maar vandaag zitten wij weer in een soort dipje.“

Juliaan: “Een half jaar geleden was de portefeuille ‘Nog uit te voeren werken’ minder gevuld. De jongste zes maanden zien wij dat grondeigenaars woningen en kantoren bouwen om aan te bieden op de verhuurmarkt. Ik denk zelf ook dat die verhuurmarkt gunstiger zal worden. Onze orderportefeuille is nu groter dan twee, drie jaar geleden. Wijzitten nu ongeveer een jaar vol.”

Niko: “Voor de meesten zit het goed, de enige sector waar er de vorige jaren overcapaciteit is gemaakt, is de kantorenmarkt.”

Jean-Marie: “Vooral Brussel is een groot probleem. In Gent blijft er een tekort aan kantoren; er is een leegstand van nauwelijks 3à4%. Veel zal afhangen van de noden van de mensen. Velen willen niet meer naar Brussel gaan werken en bedrijven organiseren zich met satellietkantoren in centrumsteden.” steady volumes. Als je niet zeker bent dat die volumes aanhouden of als je geconfronteerd wordt met prijsstijgingen die de marges opvreten, ben je als bouwbedrijf snel kwetsbaar. Bouwbedrijven kennen die cycli wel en proberen reserves op te bouwen om de slechte jaren door te komen, maar zodra de volumes haperen wordt men zenuwachtig. Vandaag, in een tijd met veel onzekerheid en een disparaat beeld per subsector, vraagt men zich af hoe het businessplan er voor de volgende jaren moet uitzien. Elk bouwbedrijf zoekt een antwoord op de vraag ‘Hoe kan ik minder afhankelijk worden van volume en hoe kan ik meer marge gedreven werken?’ In een niche werken? Meer spreiding van activiteiten? Fundamenteel innoveren? Naast het klimaat is dat één van de grote lange termijnvraagstukken.“

Juliaan (laconiek): “Als je dat niet weet, moet je geen aannemer spelen, hé.”

Jean-Marie: “Dat brengt ons bij het systeem van de openbare aanbestedingen. Zolang dat in voege is, ga je wel een enkeling vinden die werk nodig heeft en onmogelijke prijzen aanbiedt.”

Gaan die er op termijn niet tussenuit? Niko: “Wij hebben in de eerste jaarhelft veel falingen gezien bij kleine bouwbedrijven die een hoog volume nodig hadden. Die volumes vielen even weg maar zij hadden geen buffer om dat op te vangen en sneuvelden.”

Karel: “Dat heeft ook te maken met de vestigingsreglementering die in Vlaanderen is weggevallen. Hierdoor is de instapdrempel nog lager en moet de sector hard vechten tegen charlatans die aannemer gaan spelen in plaats van aannemers die charlatan zijn. (Algemene hilariteit).Het gaat vaak over aanzienlijke bedragen. Voor een verbouwing van 40.000 € betalen mensen snel een voorschot van 15.000 € aan een charlatan die met de noorderzon verdwijnt. Niemand wil de administratieve last verhogen maar een zekere instapdrempel is wenselijk.”

NIEUWBOUW • RENOVATIE • ONDERHOUD • INTERVENTIES

Eugène Bekaertlaan 55 - 8790 Waregem T +32 (0)56 62 00 80 - info@mutec.be

Zijn er dan veel charlatans in de bouw? Karel: “Nog te veel.”

Juliaan: “Bij de kleine wel, ja. Dat is ook de oorzaak van het groot aantal faillissementen daar.”

Niko: “Als wij af willen van de lage marges en het lage prijsniveau, moeten de overheden stoppen met de aanbestedingen aan de laagste prijs te zetten en kwaliteitscontroles en instapdrempels hanteren.”

Jean-Marie de Buck: “Vandaag proberen drie partijen –bouwheer, studiebureau en aannemer– conflicterend een resultaat neer te zetten. Datconflictmodel is nefast voor dewerven”

In een aantal landen opteert de overheid voor een gemiddelde prijs, waarom niet bij ons? Carine: “Men zoekt wel naar een nieuwe methode waarbij je als aannemer eerst je kandidatuur moet stellen, waarop men dan een selectie maakt en finaal beslist op basis van prijs, planning, plan van aanpak, minderhinder …”

Jean-Marie: “De goedkoopste prijs is het meest objectieve. Probleem is dat de overheid perfect weet dat bepaalde lage prijzen niet mogelijk zijn. En toch gunt de overheid het werk aan die prijs. Dat is totaal onverantwoord maar men is bang om iemand die telaag inschrijft en dat bod niet kan staven, teweren. En dat is wat zou moeten gebeuren.”

Niko: “Eén van de voorstellen die wij aan het ontwikkelen zijn tegen de verkiezingen van 2024 is om ‘veiligheid’ uit de prijscompetitie te nemen. Je mag niet braderen op veiligheid. In Duitsland is veiligheid een qualifyer.”

Jean-Marie: “Als je een te lage prijs gunt, heb je sowieso nadien problemen. Met de kwaliteit van de uitvoering of met de aannemer die het niet rechttrekt … Een beslissing die in fine maatschappelijk gezien meer geld kost.”

Karel: “Nietkwalitatieve lastenboeken werken dit allemaal nog in de hand ook.” Carine: “Wat nog niet aan bod is gekomen, is dat in de ontwikkeling van projecten velen aan het herbronnen zijn omdat het plaatje niet meer klopt. Ook in de verhuurmarkt, heb ik veel klanten die een timeout nemen. Het beeld van de Belg die per definitie met een baksteen in de maag wordt geboren, is verleden tijd.”

Weg met groeiremmers in de bouw

Welke zijn volgens jullie de drie voornaamste groeiremmers van de bouwsector? Jean-Marie: “Vergunningen.”

Carine: “… en de bijhorende regelgeving.”

En verder? In koor: “Volk.” Juliaan: “Het gebrek aan ruimte.”

Niko: “Uit cijfers blijkt dat vandaag een aantal aannemers niet meer insteken op offertes omdat zij toch niet kunnen opleveren. Omdat men te weinig volk heeft of omdat men niet zeker is dat men het op een rendabele manier kan uitvoeren. Dat frustreert.”

Jean-Marie: “Ik zie een onderscheid. Bij de grote jongens is er nog minimaal ‘eigen volk’ en veel onderaannemers waardoor zij heel flexibel werken want zij halen de mensen uit het buitenland.”

Niko: “Die reservoirs drogen ook op, hé.”

Carine: “Bijkomend moeten wij bewaken dat de kennis en knowhow van onze oude garde tijdig wordt doorgegeven aan de jonkies. Ookde kwaliteit mag niet verloren gaan.”

“Het grootste probleem is dat ambtenaren vandaag bang zijn om beslissingen te nemen JEANMARIE DE BUCK

Wat zou er absoluut moeten gebeuren voor elk van die grote remmers: vergunningen, volk en ruimte? Jean-Marie: “Regelgeving gaat over het maken van de regels, de wetgeving. Vergunningen gaat over de toepassing ervan. In normale omstandigheden zou een vergunning binnen de zes weken moeten worden afgegeven. Derealiteit is dat de vergunning wel binnen drie maanden wordt verleend maar het voortraject duurt gek lang. Ik spreek uit ervaring in Brussel en Gent … en ik stel vast dat je op een termijn van drie jaar niets bereikt. Je moet wel enorm brede schouders hebben om dat allemaal te kunnen financieren. Er zijn voorbeelden waar je vier, acht tot tien (!) jaar bezig bent om een project uit de grond te stampen. Compleet onverantwoord.”

Wil de politiek dit dan niet inzien? Jean-Marie: “Het grootste probleem is dat ambtenaren vandaag bang zijn om beslissingen te nemen.” Juliaan: “Ze zijn ook persoonlijk verantwoordelijk hé.”

Dan moeten wij ageren om dit te veranderen? Niko: “Let op, het is geen silver bullet hoor… Zo eenvoudig is het niet. In onze centrumsteden zijn tal van voorbeelden van goede stadsontwikkeling. Daar lopen die vergunningstrajecten toch vlotter omdat hetgemeentebestuur er zelf achter staat. Terug naar de toestand van vroeger is onmogelijk: alles is nu veel complexer. Bovendien is het aantal betwistingen toegenomen, bij de gunning en ook achteraf. Er is meer inspraak en participatie. Maatschappelijke groepen willen gehoord worden vóór, tijdens en zelfs na het vergunningstraject. Eenopvallend fenomeen is dat projectgroepen (red.tegenstanders) –zelfs al werden ze vooraf betrokken– achteraf de hele boel lamleggen met tal van betwistingen. En, nog erger: datze dezaak afkopen.” Carine: “Protest als een bron van inkomsten…”

Niko: “Het is echt geen roddel onder aannemers. Er zijn voorbeelden van advocaten die een alliantie aangaan met actiegroepen. Zij ‘gijzelen’ aannemers: ‘Betalen of het gaat niet door.’ Het zijn class actionachtige toestanden.“

Jean-Marie: “Ik heb er geen probleem mee dat burgers beroepsrechten opnemen. Maarook hier: zorg er dan voor dat deze binnen drie tot zes maanden worden behandeld.”

Niko: “Ik durf toch vragen te stellen bij het geven van rechten, als je de burger voordien op een correcte manier hebt gehoord.”

Jean-Marie: “Wij zijn ook in het buitenland actief in projectontwikkeling en ik stel daar vast dat enkel de mensen die in het voortraject opmerkingen hebben gemaakt, in

building together

industriebouw op maat

Snelheid, kostprijs, vakmanschap, flexibiliteit en onderscheidend vermogen. Allemaal factoren die voor de bewuste ondernemer van tel zijn. Wij hebben alles in huis om hieraan te voldoen. Onze geavanceerde beton- en staalbouw staan hier garant voor.

beroep kunnen gaan. Enkel over de argumenten die ze vooraf hebben aangevoerd.”

Niko: “De Vlaamse Confederatie Bouw werkt eraan dat dit ook in de Vlaamse regelgeving op tenemen.”

Via innovatie naar duurzaam efficiënt

Er is duidelijk nog veel werk aan het kader waarbinnen de bouw opereert. En als wij in eigen boezem kijken? Hoe zit het op vlak van vernieuwing in de bouw? Jean-Marie: “Duurzaamheid is vanzelfsprekend het belangrijkste kenmerk van de innovatie. Het terugdringen van de CO2 wordt wellicht het grootste selectiecriterium in de toekomst. Maar door de inzet van veel zware machines is CO2 reductie in de bouw niet evident. Wij gaan zelf volop voor recyclage op onze sites. Er is het toenemend gebruik van gerecycleerde granulaten in beton. Dat wekt dan weer reactie op bij de uitbaters van steengroeven en cementbedrijven… Ook energetisch doen wij veel inspanningen.”

Niko: “De volgende stap is beton te maken zonder cement en cement zonder CO2. Defameuze biobeton.”

Jean-Marie: “Cementloze beton is geen science fiction meer.”

Karel: “Naast het punt van duurzaamheid moet de sector ook nadenken over modulair bouwen. Je riskeert wel een zeer repetitieve architectuur maar vanuit het oogpunt van productie en efficiëntieverbetering wacht hier nog een gigantische uitdaging. We moeten –zelfs op kleine schaal– verder nadenken over robotisering en de inzet van meer machines. Maar dan moet ook de bouwheer meewillen in het proces: vooraf goed nadenken en zich dan houden aan wat op plan is voorzien.” Niko: “Voor een goed begrip: wij gaan niet met minder mensen werken, maar het volk dat wij te kort komen gaan wij opvullen met robots en mechanisering.”

Carine: “…En we moeten de sector aantrekkelijk maken voor de jeugd. Daarvoor moet het werk efficiënter worden, zoals reeds gebeurt met BIM, augmented reality endigitale opleveringen.”

BIM, voluit Building Information Modelling is een 3D-model dat alle informatie bevat voor de diverse partijen in een bouwproject. Het is een game changer in de sector? Niko: “Eigenlijk moeten wij huizen, kantoren en bruggen bouwen zoals auto’s. Vooraf iets langer met de klant overleggen, meer pre assembleren in de fabriek en dan in uitvoering gaan op de werf. Als wij efficiënter willen werken, met veel minder fouten, minder kosten, meer on budget en on time, isdat de enige oplossing.”

“We moeten de sector aantrekkelijk maken voorde jeugd.”

In Nederland haalt een opdrachtgever/ ontwikkelaar een project binnen en gaat dan meteen op zoek naar een bouwpartner. Het is vooral een kwestie van vertrouwen CARINE DRUMONT

Juliaan: “Ik heb verschillende bouwmachines ontwikkeld en gepatenteerd en die draaien nog altijd. Toen twintig jaar geleden veel goedkopere werkkrachten uit het buitenland arriveerden, viel die innovatie wat stil.”

Hoe kijken jullie naar de sterktes en de kansen voor onze bouwbedrijven? Jean-Marie: “In Nederland en Frankrijk heb je een aantal grote actoren, bij ons zie je heel veel kleine tot middelgrote –vaak familiale– bedrijven. Naar flexibiliteit en specialisatie toe, is dat misschien een voordeel. Anderzijds kan de beperktere financiële slagkracht een handicap zijn, in het licht van PPSprojecten bijvoorbeeld. “

Komt er meer consolidatie op de Belgische bouwmarkt? Niko: “De kaders (regelgeving) worden Europees, maar de markten blijven grotendeels nationaal.”

Jean-Marie: “Er zijn toch wel wat buitenlandse bedrijven –grote jongens uit Frankrijk– op onze markt actief. Ik denk dat wij één van demeest open architecturen zijn. In het buitenland worden Belgische bouwbedrijven vaak afgeblokt, maar omgekeerd is dat niet zo.” Niko: “Dat is juist. Maar het is niet zo dat Franse bouwbedrijven hier grote marktaandelen halen. De consolidatie gaat van onderuit komen. Als je met BIM bouwfabrieken gaat werken stijgt de kapitaalkost en ga je gemiddeld iets groter moeten zijn als bedrijf om te starten en te overleven.”

Juliaan: “De zwakte van die grote bouwbedrijven is dat het kantoorfirma’s zijn geworden… Ze halen ook maar een fractie van ons rendement. Maar ze gaan wel met een groot deel van de markt lopen zonder daar zelf iets aan over te houden. En, houden de aanbestedingskosten hierdoor soms beneden de kostprijs.””

Carine: “Klopt. Sommige grote bouwbedrijven zien af omdat ze te log en te zwaar zijn geworden.”

Karel: “We blijven een markt van kleine en grotere familiebedrijven. In bepaalde subsectoren, zoals de wegenbouw, evolueert men naar grotere structuren omwille van normeringen en beschikbaarheden. Sommige ervan worden dan een soort coördinatiebedrijven die kleinere spelers inhuren om alles rond tekrijgen. In kleinere bedrijven ligt de efficiëntie en de productiviteit hoger dan in de meeste grotere waardoor er nog een markt blijft voor kleinere bouwbedrijven. Ik denk aan het beeld van de kubus en de bollen. Als je een grote bol in een kubus steekt blijft er altijd plaats voor een aantal kleinere. Dat geeft mij als kleine bouwspeler ook de motivatie om door te gaan, ook als er veel onzekerheid is. Ik verwacht wel dat kleine bouwbedrijven afhankelijker worden en minder marktruimte zullen krijgen in de toekomst. In de shift van een eigenaarsmarkt naar een huurmarkt zal deze laatste beheerst worden door grotere spelers.”

Naar een nieuw model voor de bouw

Jean-Marie: “In een puur kleinschalig model kan je niet meer voldoen aan eisen en normen. Dat is zeker zo in infrastructuurwerken maar ook daarbuiten. Twintig jaar geleden werd een claim opgevolgd door een projectleider, vandaag heb ik een juridische dienst van drie mensen, plus één persoon die enkel met schadebeheer bezig is.”

Niko: “In het Vlaams bouwjargon bestaat hiervoor een niet zo fraaie uitdrukking: ‘Deadministratieven nemen toe’ (lacht).

“Ik verwacht dat kleine bouwbedrijven afhankelijker worden en minder marktruimte zullen krijgen in detoekomst.”

We moeten – zelfs op kleine schaal – verder nadenken over robotisering en de inzet van meer machines KAREL DERDE

Door de gewijzigde wetgeving is de politiek niet langer verantwoordelijk maar de stedenbouwkundig ambtenaar JULIAAN DE BOCK

“Grote bouwbedrijven halen vaak maar een fractie van het rendement van ons.”

Inde bouw was traditioneel vooral de werf belangrijk. Dààr gebeurde alles. Het aantal mensen dat niet op de werf was, hield men beperkt; zij waren immers een ‘kost’. Nu stijgt het aantal medewerkers op het studiebureau, de juridische dienst en de dienst marketing. De‘administratieven’ nemen dus toe’ en dat zorgt voor zenuwachtigheid.”

Jean-Marie: “Vroeger werd de oplossing ook altijd gevonden op de werf, tussen detoezichthouder en de werfleider. Datkan vandaag niet meer.”

Carine: “Er gaan nu vaak meerdere experten, architecten en studiebureaus over een dossier. Pas dan komen ze aankloppen bij een aannemer. Die moet het in veel gevallen maar zien op te lossen. In Nederland gaat men anders te werk: een opdrachtgever of ontwikkelaar haalt een project binnen en gaat dan meteen op zoek naar een bouwpartner. Het is vooral een kwestie van vertrouwen.”

Juliaan: “Ik zie ook architecten en studiebureaus met schoolverlaters die volop beginnen rekenen en ontwerpen maar voeling missen met de praktijk van een werf.”

Niko: “De bouwaannemer is de integrator, de laatste in de ketting. Maar als de complexiteit toeneemt –en soms ook het amateurisme– krijg je aan het eind van de lijn iets onuitvoerbaar of onbetaalbaar, of beide. Daarom willen wij upstreamalles beter plannen en met bouwteams en partners van bij het begin betrokken worden om het later goed te kunnen uitvoeren. Dat leidt nu nog tot discussies met architecten die onterecht vrezen voor hun rol.”

Welke boodschap of aanbeveling hebben jullie voor de lezer van Ondernemers, hetzij de bouwheer-ondernemer, ontwikkelaar of beleidsverantwoordelijke ? Carine: “Ik pleit voor meer vertrouwen in de kennis en knowhow in de bouw en voor meer samenwerking.”

Jean-Marie: “Vandaag zie je dat drie partijen –bouwheer, studiebureau en aannemer– conflicterend een resultaat proberen neer te zetten. Dat conflictmodel is een groot probleem. Het zit ingebakken in het verhaal, zowel in de publieke als in de private sector.”

Niko: “Dat staat letterlijk in mijn tekst van het plan voor Confederatie Bouw: ‘Hoe gaan wij van een conflictmodel naar een partnershipmodel?’ Als wij dat opgelost krijgen, gaan wij voor de komende tien jaar naar een nieuwe manier van werken.”

Jean-Marie: “Op het einde van de rit zal ook de maatschappij er beter van worden. Dekwaliteit zal immers toenemen.” wel gehad met dat conflictmodel. Omgekeerd geldt ook: ‘Als aannemer iets beloofd en niet waargemaakt?’ Dan maar slikken en op de blaren zitten! Zo creëer je vertrouwen.“

Niko: “Mijn uitsmijter is: ‘Blijf investeren’. Het is nodig om ons woningpark te vernieuwen, onze wegen te vernieuwen en alles klimaatneutraal te maken. De bouw gaat, samen met de overheid en de burgers, de maatschappij beter maken… als men de volgende tien jaar blijft investeren. En ja, het zijn moeilijke tijden en ja, het geld is duur maar elk land in Europa staat voor een investeringscyclus van vijftien à twintig jaar. Het komt erop aan ons niet te laten afremmen door de problemen van de dag.”

Juliaan: “Vertrouwen is geen probleem. Toen ik alleen begon als aannemer, 37 jaar geleden geloofde niemand wat ik kon en nu denken ze dat ik alles kan (hilariteit).”

De voorzitter van de OostVlaamse Confederatie Bouw eindigt met een hoopgevende boodschap

Karel: “Er is een heel nieuw contingent jonge aannemers dat met een samenwerkingsmodel in de markt wil staan. Ik nodig de bouwheren van morgen en de architecten uitom daar op in te spelen. Dat is de toekomst.”

UNIEKE ZICHTLOCATIE AAN E17

LCV Real Estate bouwt bedrijvenpark in Lokeren

Het gloednieuwe state of the art bedrijvenpark E17/4 in Lokeren is het recentste paradepaardje van LCV Real Estate. “Gelegen op een unieke zichtlocatie pal aan de autosnelweg telt het project 17 KMOunits met bijhorende kantoorruimtes. “Met zijn ligging op 32 km van Gent, 38 km van Antwerpen en 50 km van Brussel is dit een absolute topligging die je zo goed als filevrij bereikt,” zegt Investment Director Bram De Paepe met gepaste trots.

Investment director Bram De Paepe & CEO Dirk Deroose

“Elke KMOunit is een kwalitatief afgewerkte bedrijfsruimte zonder tussenkolommen en bijgevolg erg geschikt voor zowel productie als stockage. Bedrijven actief in groothandel, opslag, productie of distributie kunnen er hun activiteiten ontplooien,” gaat Bram verder.

De kmounits hebben een oppervlakte tussen 144 en 864 m², terwijl de kantoorruimtes tussen 160 en 890 m² groot zijn. Deze kantoorruimtes, waarvan sommigen met een terras, kunnen samengevoegd worden. “Wezijn commercieel erg flexibel en bouwen graag samen met de klant. Deklant kan kiezen voor huren, kopen of huren met aankoopoptie.”

“Onze focus ligt op een hoogwaardige, duurzame afwerking van de bedrijfsgebouwen”

DUURZAAM VERHAAL

De gebouwen worden zo goed als volledig opgetrokken in beton en hiervoor werkt LCV Real Estate samen met de Willy Naessens Group. “Hierdoor kunnen we onze gebouwen volledig CO2neutraal optrekken want dit bedrijf ontving eind vorig jaar als eerste bouwonderneming hun CO2neutraalcertificaat. Dat duurzaamheidsverhaal trekken we verder door in dit project. Zo geven we de klanten de mogelijkheid om via ons laadpalen en zonnepanelen te laten plaatsen.” HOGE AFWERKINGSGRAAD

De bedrijvenunits en kantoorruimtes worden casco verhuurd of verkocht, volgens de plannen en aantekeningen van het architectenbureau Tecro en Krea in Mechelen. Het mag gezegd, hun ontwerp is creatief en technisch sterk. “De afwerking van de kantoren is van een zeer hoog niveau met grote glaspartijen om voor voldoende natuurlijke lichtinval te zorgen. Geïsoleerde betonpanelen zorgen voor een optimaal thermisch en akoestisch comfort. De koper heeft trouwens een belangrijke stem in de afwerkingsgraad. Tecro en Krea maakt graag een voorstel op maat voor de binnenafwerking. Ook niet onbelangrijk: de kantoorgebouwen voldoen aan de vigerende EPBnormen.”

LCV REAL ESTATE

“LCV is een industriële ontwikkelaar die focust op vastgoedprojecten met een goede ontsluiting en gelegen op toplocaties. Onze focus ligt op een hoogwaardige, duurzame afwerking van de bedrijfsgebouwen,” zegt Dirk Deroose, CEO van de Willy Naessens Groep. “Deunits zijn gebruiksklaar bij de voorlopige oplevering. Deklant krijgt de sleutel en dan is het plug and play. Wij hechten veel belang aan de ontzorging van onze klanten zodat ze zich volledig op hun corebusiness kunnen richten.”

LCV Real Estate werkt graag met solide partnerships voor zijn vastgoedprojecten. ”De site ontwikkelen we samen met de volgende partners; Linea Trovata, BSI en Philippe Van Marcke. LCV Real Estate gelooft in partnerships. Iedereen heeft zijn specialiteiten, als we meerdere krachten bundelen realiseren we sterk kwalitatief werk, dit is het handelsmerk van LCV. Ook de stad Lokeren was nauw betrokken bij dit project.”

Interesse?

De oplevering van de gebouwen in fase 1 wordt voorzien in het voorjaar 2023. Een zone in fase 2 wordt voorbehouden voor een builttosuit aanpak waar een 1op1 antwoord gezocht wordt voor de noden van een klant. De unieke zichtlocatie is ook publicitair bijzonder interessant. Momenteel zijn al de helft van de units verkocht. Heb je interesse in de aankoop of huur van een van de resterende kmounits en kantoren of voor het builttosuit project? Contacteer dan LCV Real Estate via info@lcvrealestate.be of 056 28 49 00. www.lcvrealestate.be

Meer dan 20.000

realisaties

INDUSTRIEBOUW

• Kantoorgebouwen • Productiehallen • Logistieke ruimtes • Showroom • KMO-gebouwen

Rodenbachstraat 72 8908 Vlamertinge België www.valcke-prefab.be +32 57 20 25 01 info@valcke-prefab.be

Fiscus stimuleert investeringen in duurzamer vastgoed

Duurzaam vastgoed zit in de lift. De verschillende actoren in de vastgoedmarkt, zoals investeerders, ontwikkelaars en aannemers leggen –door de verstrengde normering, stijgende energieprijzen en toekomstige rapporteringsverplichtingen– meer focus op de sociale en milieuimpact van hun activiteiten. Ook banken besteden meer aandacht aan duurzaamheid bij het nemen van kredietbeslissingen inzake vastgoedinvesteringen. Verder geldt er voor bestaande gebouwen sinds begin dit jaar een renovatieplicht voor nietresidentieel vastgoed. Ook voor residentieel vastgoed met een slechte energiescore staat voor 2023 een gelijkaardige regelgeving in de steigers. Aangezien dit alles komt met een prijskaartje, loont het de moeite om de fiscale stimulansen voor investeringen induurzamer vastgoed na te gaan.

FISCALE INCENTIVES VOOR ONDERNEMINGEN

Dankzij de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen genieten bedrijven van een eenmalige bijkomende aftrek van 13,5 % op energetische investeringen aan hun gebouwen; denk aan investeringen in relighting, hernieuwbare energie (bv. zonnepanelen), verbetering van HVAC systemen, verbeterde isolatie, …

Om van deze maatregel te kunnen genieten moet u als bedrijf binnen de 3 maanden na het afsluiten van het belastbaar tijdperk een attest aanvragen bij het gewest.

Eenmanszaken en kmo’s genieten tot eind dit jaar nog van de algemene verhoogde investeringsaftrek van 25 %. Deze kan ook worden toegepast op energiebesparende investeringen aan gebouwen. Voor deze aftrek is geen attestering nodig.

Verder bestaan er tal van premies voor allerhande energetische investeringen aan gebouwen en installaties die worden toegekend via de netbeheerder of de gewesten. Het loont derhalve de moeite om bij het uitvoeren van investeringen aan gebouwen na te gaan welke steun u kan genieten.

Ten slotte voorziet Vlaanderen ook in de mogelijkheid tot een vermindering van onroerende voorheffing voor nieuwbouw, (gedeeltelijke) heropbouw of energetische renovatie van bedrijfsgebouwen indien bepaalde normen worden bereikt. Vanaf 2023 geldt deze vermindering enkel nog voor (gedeeltelijke) heropbouw of renovatie.

FISCALE INCENTIVES VOOR PARTICULIEREN

Doorheen de jaren zijn de meeste belastingverminderingen voor energiebesparende investeringen aan de woning afgeschaft. Enkel Wallonië kent nog een belastingvermindering voor dakisolatie.

Verder kennen niet alleen de gewesten, maar soms ook de gemeenten en de netbeheerders premies toe. Vlaanderen lijkt het meest vooruitstrevend. Met de hervorming van de registratiebelasting werd een verlaagd verkooprecht van 1 % ingevoerd wanneer u bij aankoop van de enige eigen woning de verbintenis aangaat om deze binnen de 6 jaar ingrijpend energetisch te renoveren. Bovendien kan u de teruggave bekomen van een gedeelte van de schenkingsrechten met betrekking tot gebouwen die u binnen de 5 jaar na schenking energetisch renoveert. Daarnaast gelden ook voor particulieren verminderingen inzake onroerende voorheffing voor woningen met een laag Epeil.

In Brussel en Wallonië kent men geen gelijkaardige maatregelen.

BTWINCENTIVES

Om duurzame investeringen in onroerend goed te stimuleren wordt vooral gebruik gemaakt van btwverlagingen. De meest recente is de 6 % op de leveringen van fotovoltaïsche zonnepanelen, thermische zonnepanelen en zonneboilers, alsook warmtepompen. Deze maatregel is geldig tot en met 31 december 2023.

Daarnaast zijn er de btwverlagingen naar 6% voor afbraak en heropbouw waarvan de toepassing werd verlengd tot 31 december 2023 en voor renovatiewerken aan woningen die ouder zijn dan 10 jaar, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en waarbij de werken rechtstreeks aan de eindgebruiker worden gefactureerd.

CONCLUSIE

Een korte blik op de bestaande maatregelen leert dat deze op vandaag versnipperd zijn. Opvallend is dat de maatregelen steeds fungeren als stimulus en (nog) niet als sanctiemechanisme. Door de stijgende druk op de verduurzaming van het onroerend goed patrimonium, zullen deze in de toekomst aan belang toenemen.

Katrien Willoqué, kwilloque@deloitte.com

TVH’s mooie toekomst voor onderdelen van klein grondverzet

In 2020 voegde TVH drie machinetypes voor klein grondverzet toe aan zijn assortiment: minigravers, schrankladers en compacte rupsladers. Die toevoeging kwam niet onverwacht, want er waren al heel wat onderdelen in voorraad. Maar de officiële lancering luidde wel de verdere ontwikkeling van het aanbod in. Dagelijks komen er nieuwe onderdelen bij en aan het eind van dit jaar worden ook graafladers in het assortiment opgenomen.

WAAR BEGON HET ALLEMAAL?

Joris Tijtgat, teamleader van het team voor klein grondverzet: “Ook voor de officiële lancering van onderdelen voor klein grondverzet in 2020, was die markt geen onbekend terrein voor ons. We hielpen al veel klanten en hadden heel wat onderdelen in voorraad. Maar we merkten ook dat sommige klanten niet wisten dat we die onderdelen konden leveren. We moesten die kans dus met beide handen grijpen! Het is een work in progress, maar ons aanbod groeit voortdurend.”

WAT KUNNEN WE BIEDEN?

“TVH is gespecialiseerd in klein grondverzet tot tien ton”, verduidelijkt Joris. “Voorlopig leveren we onderdelen voor minigravers, schrankladers en compacte rupsladers. We handelen proactief voor onderdelen geschikt voor negen hoofdmerken: Bobcat, Case, Caterpillar, JCB, John Deere, Kubota, Takeuchi, Volvo en Yanmar. Maar geen zorgen als het merk van je machine niet op die lijst staat. De kans is groot dat we toch kunnen helpen! We hebben veel artikelen in voorraad en breiden ons assortiment elke dag uit.

In totaal hebben we meer dan vier miljoen gekende referenties voor klein grondverzet. Dat betekent dat we meer in voorraad hebben dan enkel de typische artikelen voor algemeen onderhoud. Natuurlijk kunnen we je voorzien van filters, motor en transmissieolie, enz., maar ook van alle soorten slijtageonderdelen. Van de kleinste schakelaars tot beglazing, banden en rupsbanden, hydraulische onderdelen, motoronderdelen ... Wij hebben het!” onderdelen, met een indrukwekkend aantal gekende referenties. Dat hoge aantal hebben we (onder meer) te danken aan onze opzoekdienst. Zij kunnen onderdelen opzoeken voor meer dan 30 merken actief in klein grondverzet. In 2021 verwerkte die dienst maar liefst 125776 opzoeklijnen. Dat zijn zo’n 550 opzoeklijnen per werkdag!”

Reparatie en revisie “Wanneer een nieuw onderdeel niet precies is wat je zoekt, kun je ook kiezen voor een gereviseerd exemplaar. Onze gereviseerde onderdelen zijn gerepareerd en opgeknapt door onze bekwame technici, en zijn bovendien van topkwaliteit. Heb je liever dat we je eigen onderdeel herstellen? Neem contact met ons op en we kijken hoe we kunnen helpen.”

EEN MOOIE TOEKOMST

“Onze productlijn voor klein grondverzet uitbreiden is een belangrijk doel. Dat doen we op verschillende manieren: met nieuwe onderdelen, nieuwe merken of nieuwe types uitrusting. Ik kan zelfs een primeur delen... Eind dit jaar voegen we graafladers toe aan ons gamma! Maar als je nu al onderdelen voor graafladers nodig hebt, hoef je zeker niet te wachten tot de officiële lancering. We kunnen je hoogstwaarschijnlijk al helpen”, besluit Joris.

GRAAG BESTELLEN?

Wil je toegang tot meer dan 4 miljoen gekende referenties voor klein grondverzet?

1.Ga naar de MyPartsFinderzoekfunctie op www.mytotalsource.com 2.Geef je machinegegevens in 3.Vind de onderdelen die je nodig hebt

DE VOORDELEN VAN BESTELLEN BIJ TVH

Certifisc - Accountants & Fiscalisten

Nieuwe btw-plicht voor verhuur van gemeubeld logies

Wie een gemeubeld logies, bijvoorbeeld een vakantiewoning, verhuurt en daarbij bepaalde bijkomende diensten verleent, moet vanaf 1juli 2022 verplicht 6 procent btw aanrekenen op de gevraagde prijs. Het maakt hierbij niet uit of de verhuurder het logies zelf verhuurt of in samenwerking met een gespecialiseerde derde of platform (bijvoorbeeld Airbnb of Belvilla).

Btw-plicht In principe is de verhuur van onroerend goed een handeling die vrijgesteld is van btw. Eén van de uitzonderingen op dit principe is de aanbieding van gemeubeld logies samen met bijkomende diensten.

De wetgever heeft beslist om de voorwaarden waaronder de verhuur van gemeubeld logies onderworpen is aan de btw aan te passen en in de wet te verduidelijken met ingang vanaf 1juli 2022.

Ten eerste geldt de btwplicht enkel voor deverhuur voor een periode van minder dan 3maanden. Daarenboven is de verhuur van gemeubeld logies enkel onderworpen aan de btw indien specifieke diensten aangeboden worden. Meer bepaald moet minstens één van volgende diensten aangeboden worden:

– Fysiek onthaal van de gasten gedurende een groot deel van de dag. Louter telefonische of digitale bereikbaarheid is niet voldoende. – Terbeschikkingstelling van huishoudlinnen, alsook het vervangen ervan minstens één maal per week (indien het logies verstrekt wordt voor meer dan een week). – Het dagelijks verschaffen van ontbijt.

Deze diensten mogen afzonderlijk aangerekend worden en hoeven dus niet in de prijs van de verhuur inbegrepen te zijn. De diensten mogen ook geleverd worden door derden. In de praktijk zijn zeer vaak bed of badlinnen aanwezig in het logies. Dit is sinds 1 juli 2022 aldus voldoende om de verhuur met btw te moeten belasten.

Overgangsregime De nieuwe regeling treedt in werking vanaf 1 juli 2022. De wetgever heeft echter in een overgangsregime voorzien wat betreft verblijven die vóór deze datum geboekt werden. De nieuwe regels zijn enkel van toepassing op verblijven die vanaf 1 juli 2022 geboekt worden. Een verblijf dat vóór 1 juli 2022 geboekt werd voor een effectief verblijf na deze datum, is aldus nog niet onderworpen aan de nieuwe regeling.

Bijkomende verplichtingen… maar ook voordelen De btwplicht brengt belangrijke verplichtingen en bijkomende formaliteiten met zich mee. Een verhuurder die onder de nieuwe btwregeling valt, moet een btwnummer aanvragen. Daarnaast moet hij/zij periodieke btwaangiftes indienen en een btwbonnetje of een factuur uitreiken.

Er is echter ook een belangrijk voordeel verbonden aan de btwplicht: de verhuurder mag de betaalde btw op de gemaakte kosten aftrekken. Denk aan de eventuele verbouwings en/of renovatiewerken, de inrichting, etc. De btw kan zelfs gerecupereerd worden voor btw die betaald werd vóór 1 juli 2022, zolang de herzieningstermijn niet verstreken is. Voor bepaalde kosten is de historische aftrek echter niet mogelijk.

Vrijstelling kleine onderneming Indien de voordelen van de (historische) btwaftrek beperkt zijn en men de bijkomende verplichtingen wil vermijden, zou men kunnen denken aan de vrijstelling voor kleine ondernemingen. De wetgever heeft de verhuur van gemeubeld logies echter sinds 1 januari 2022 uitdrukkelijk uitgesloten van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen. Theoretisch gezien is er een alternatief om toch een vrijstelling voor de btw te verkrijgen, namelijk de regeling voor de deeleconomie. Onder deze regeling zijn natuurlijke personen met een maandomzet van maximum 545 euro (voor aanslagjaar 2023) en een jaaromzet van maximaal 6.540 euro (voor aanslagjaar 2023), vrijgesteld van btw.

Daarenboven moeten de diensten via een erkend platform aangeboden worden en dit is nu net waar het schoentje op vandaag knelt. Op dit moment is er nog geen platform voor de verhuur van gemeubeld logies erkend in België.

Uiteraard kan dit in de toekomst veranderen, waardoor een vrijstelling vanaf dan wel mogelijk zou kunnen zijn.

Jorn Peyskens

Heeft u bijkomende vragen en/of opmerkingen omtrent dit onderwerp ? Aarzel dan niet om ons vrijblijvend te contacteren.

Uw boekhouding digitaal, advies in mensentaal

KANTOREN TE GENT EN TE OUDENAARDE T GENT 09 221 14 41

COTTYN Advocaten

Zorgvuldigheid op het gebied van mensenrechten en duurzaamheid – een verscherpte bestuursplicht

Onderbetaald, slecht gehuisvest en illegaal: 55vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel in Antwerpse haven, blokletterde de VRTnieuwsdienst onlangs op haar website. Niet veel later was er al sprake van meer dan 170arbeiders die betrokken zouden zijn. Volgens de pers zouden deze Aziatische slachtoffers zes op de zeven dagen werken voor een maandelijks loon van € 650. Devergelijkingen die opdoken in de media waren niet mals: ‘dit doet denken aan Qatar en Dubai’ luidde één van de krantenkoppen.

NietEuropese werknemers komen vaak via detachering via een andere Europese lidstaat in België terecht. De tewerkstelling is niet illegaal zolang deze werknemers over een verblijfsvergunning en arbeidskaart beschikken, de sociale zekerheidsvoorwaarden van de Europese lidstaat waar ze zijn ingeschreven naleven en aan Belgische loon en andere arbeidsvoorwaarden tewerkgesteld worden. Een hele rist voorwaarden die de correcte inschakeling van buitenlandse werknemers niet evident maakt, maar vooral gericht is op het verhinderen van misbruiken. Zoals bovenstaand geval nog maar eens illustreert, niet altijd even succesvol.

Uit de recente berichtgeving volgt dat de opdrachtgever voor de bouw van een nieuwe fabriek niet betrokken was bij deze malversaties. De onderneming verwacht dat alle wettelijke voorschriften door alle partners van het bedrijf worden nageleefd. Ook de hoofdaannemer ontkent iets met de zaak te maken te hebben en geen van de betrokken werknemers tewerkstelt. De bouwheer schorste niettemin de uitvoering van de werken minstens tijdelijk op en het arbeidsauditoraat onderzoekt de zaak.

De Europese wetgever is al lang actief om deze tewerkstelling in goede banen te leiden en uitbuiting aan te pakken. Dit geschiedde via het arbeidsrecht met onder meer een richtlijn met sancties tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen of via specifieke wetgeving zoals een richtlijn ter bestrijding van de mensenhandel. Recent komt nu ook het vennootschapsrecht en het financieel recht in het vizier als instrumenten om tegen deze praktijken op te treden. Met de zogenaamde Taxonomieverordening van 2020 brengt de Europese wetgever een kader ter bevordering van duurzame beleggingen tot stand waarbij ecologische duurzaamheid ook gemeten wordt aan de hand van minimumgaranties die de procedures van ondernemingen bieden om de mensenrechten te garanderen. Die verordening is inmiddels al berucht wegens de discussie of het gebruik van kernenergie en aardgas om elektriciteit op te wekken als duurzaam kan bestempeld worden. De Europese Commissie besliste tijdelijk – in het voordeel van deze energiebronnen.

De Commissie lanceerde in februari 2022 ook een voorstel om meer verantwoordelijkheid voor het eerbiedigen van de mensenrechten en het milieu bij ondernemingen te leggen. Ondernemingen moeten de passende zorgvuldigheid en preventiemaatregelen jegens deze rechten integreren in hun beleid. Hierbij wordt veel verder gekeken dan (enkel de activiteiten van) de onderneming zelf. Negatieve effecten van mensenrechten en negatieve milieueffecten van de eigen onderneming, de dochteronderneming en voor zover er een verband is met de waardeketen van de onderneming ook met de gevestigde zakelijke relaties, en dit zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts, worden allemaal geviseerd. Tot de zakenrelaties behoren aannemers, onderaannemers en andere ondernemingen waarmee commerciële overeenkomsten werden gesloten. Ze behoren niet automatisch tot de gevestigde zakelijke relaties, er is een zekere duurzaamheid met de onderneming vereist. De Europese regelgever stelt ook voor om een verduidelijking van de zorgplicht van de bestuurders van ondernemingen in het recht in te lassen zodat deze bestuurders rekening houden met de gevolgen van hun beslissingen op mensenrechten, klimaatverandering en dergelijke meer. Niet alle ondernemingen worden geviseerd, doch Europa gaat verder dan enkel de genoteerde vennootschappen. Vennootschappen met aanzienlijke omvang, voorlopig ligt de drempel op 500 werknemers en EUR 150 miljoen nettoomzet, vallen onder het toepassingsgebied. Aangezien deze directe betrokkenen tal van zakelijke relaties onderhouden met zowat de gehele economie, valt te verwachten dat een groot deel van de Europese en dus ook Belgische ondernemingen hiermee te maken zal krijgen, gelet op de zakelijke verwevenheid van de meeste ondernemingen.

Dit Europees recht is nog geen wet en het valt te verwachten dat de finale tekst nog gevoelig zal wijzigen. Toch kan ervan worden uitgegaan dat een dergelijk stelsel van zorg en verantwoordingsplicht waarbij de gehele waardeketen in het vizier ligt, nakend is. Op Belgisch niveau is een wetsvoorstel aanhangig dat gelijkaardige verplichtingen met zich meebrengt en door een aantal parlementsleden van de meerderheidspartijen werd ingediend. In afwachting van de verdere stappen op Europees niveau, leidt het voorstel een sluimerend bestaan, maar aangezien onze buurlanden al gelijkaardige maatregelen hebben genomen, is het enkel een kwestie van tijd dat dergelijke zorgvuldigheidsverplichtingen ook op Belgische ondernemingen zal rusten. In dat geval zal het voor de opdrachtgever en de hoofdaannemer van de Antwerpse bouwwerf niet meer volstaan om iedere betrokkenheid af te wijzen met verwijzing naar schimmige onderaannemingen. Zorgvuldigheid strekt zich binnenkort uit tot de gehele waardeketen.

Auteur: Christoph Van der Elst

Gentse Klimaatprijs voor Anglo Belgian Corporation

Op één van de klimaatfietstochten die het Gents Klimaatforum in juli organiseerde, passeerden ze bij Anglo Belgian Corporation. Op de laatste dag van de Gentse

Feesten ontving Anglo Belgian Corporation (ABC) de allereerste Gentse Klimaatprijs op het groot podium aan Sint Jacobs. Met een Klimaatprijs wil het Gents Klimaatforum de strijd tegen klimaatverandering ondersteunen en actoren die een positieve bijdrage leveren aan de strijd tegen de opwarming in de kijker zetten.

Anglo Belgian Corporation won in de categorie innovatie voor zijn ontwerp en realisatie van ’s werelds eerste waterstofmotor voor de scheepvaart. Onder de joint ventureBEH2YDROheeft Anglo Belgian Corporation, samen met rederij CMB en CMB.TECH, de voorbije drie jaar, zonder subsidies, het onderzoek en de ontwikkeling gefinancierd van een wereldprimeur die o.a. de scheepvaart toelaat om grote stappen vooruit te zetten in de richting van klimaatneutraliteit.

Na de succesvolle lancering van de BEH2YDRO dualfuel waterstofmotoren in september 2020, lanceerde het begin mei, op de World Hydrogen Summit in Rotterdam, 100% waterstofmotoren. Deze zero emissiemotoren leveren 100% propere energie en stoten dus geen schadelijke emissies uit. Bij de productie ervan wordt geen gebruik gemaakt van schaarse grondstoffen zoals lithium, zink, kobalt, platina of zeldzame aardmetalen. Ook de bijproducten zijn volkomen veilig (de uitstoot bestaat uit waterdamp en aangezogen lucht).

www.abc-engines.com/nl

Corel neemt Awingu over om het aanbod van veilige externe werkplekken te versnellen

Corel, specialist in professionele creativiteit en productiviteitsoplossingen, heeft aangekondigd dat het Awingu, een leverancier van beveiligde technologie voor toegang op afstand, heeft overgenomen voor een niet nader genoemd bedrag.Het Gentse Awingu wordt onderdeel van de merkenportfolio van Parallels.De combinatie van Awingu en het Parallels® Remote Application Server (RAS)platform geeft eindgebruikers extra flexibiliteit en vrijheid die ze nodig hebben om overal, op elk moment, op elk apparaat of besturingssysteem veilig te werken.Parallels, onderdeel van de Corelgroep, is een allesinéén oplossing voor applicatielevering en virtuele desktopinfrastructuur (VDI) die externe toegang biedt tot virtuele applicaties en desktops die worden geleverd via onpremises, hybride of cloudgebaseerde omgevingen.

awingu.com

VM Logistics overgenomen door duo Willem De Pesseroey en aim.group

Recent nam aim.group, een familiale investeringsgroep, de niche logistieker VM Logistics over, in tandem met exKatoen Natie directeur Willem De Pesseroey. Als expert in recyclagelogistiek vervult VM Logistics een belangrijke rol in de circulariteit van grondstoffen.

VM Logistics werd 20 jaar geleden opgericht door Bert van Meel. Hij had een vooruitziende blik om te starten in de groeimarkt van circulaire logistiek. 15 jaar later werd het bedrijf overgenomen door ondernemer Pieter Goevaers. De goederen die bij VM Logistics behandeld worden vinden hun oorsprong voornamelijk als nevenstroom van productieprocessen, of zijn goederen die niet beantwoordden aan de vooropgestelde kwaliteit. Via VM Logistics slagen klanten erin om deze goederen terug zo optimaal mogelijk in een nieuwe productieomgeving te plaatsen. Zo biedt VM Logistics diensten aan als verpakken, ompakken, sorteren, persen, vermalen of shredden.

VM Logistics beschikt over ca. 40.000 m2 opslagcapaciteit op een strategisch interessante locatie langs de E19 in Meer en tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam. Recent nam aimmanager Willem De Pesseroey de fakkel over van Pieter Goevaers.

aim.group

Samen met aim.group neemt Willem De Pesseroey VM Logistics over. © Bert De Deken

Puratos wil verder digitaliseren via overname van Franse start-up Rapidle

Puratos, een internationale fabrikant van ingrediënten voor de bakkerij, patisserieen chocoladesector, heeft de Franse startup Rapidle, een leverancier van gepersonaliseerde webshops en websites, overgenomen. Vier jaar na haar overname van de Belgische startup Bakeronline, die zich richt op de digitale transformatie van lokale bakkers en chocolatiers, zet Puratos nu de volgende stap en versnelt ze haar ontwikkeling. Deze nieuwe overname moet Puratos in staat stellen de digitale transformatie van haar klanten nog doeltreffender te ondersteunen. Het is de bedoeling de twee startups, Bakeronline en Rapidle, samen te voegen om tegemoet te komen aan de groeiende vraag van lokale handelaars naar digitalisering, en ook om de Franse markt voor Bakeronline verder te ontwikkelen. De gezamenlijke doelstelling van Rapidle, Bakeronline en Puratos is om in de komende 3 jaar in Frankrijk van 750 naar 5.000 gedigitaliseerde klanten te groeien.

bakeronline.com - puratos.be

Eerste logistieke testruimte van België opent de deuren

Op 20 juni werd in Gent Fabriek Logistiek, de eerste logistieke testruimte van België, officieel geopend.

Fabriek Logistiek brengt als praktisch testcentrum alle logistieke toepassingen en nieuwe technologieën, kennis en ervaring, theorie en expertise samen. Kmo’s, onderzoekers en instellingen kunnen er al hun logistieke processen en oplossingen testen. Ze doen dat met hun eigen personeel en goederen, in een realistische omgeving, ongestoord en in alle vrijheid. Je kan er ook je personeel opleiden in nieuwe technologieën.

Module 1 en 2 focussen op testen en samenwerken, respectievelijk op het gebied van palletwerking en ecommerce. Module 3 is het logistieke trainingsplatform van VDAB.

fabrieklogistiek.be

UNIEKE COMBINATIE TUSSEN ZAKELIJKE CONNECTIES EN CULTUUR

Inspiratiemissie Tel Aviv en Jeruzalem

13-18 november 2022

Na het succes van Dubai, organiseert Voka in novembereen nieuwe missie naar Tel Aviv en Jeruzalem. Deze missie zal zich voornamelijk focussen rond het onderwerp duurzaamheid en innovatie.

Voka Oost-Vlaanderen biedt ondernemers de kans om in 6 dagen Tel Aviv in combinatie met de heilige stad, Jeruzalem te ontdekken.

This article is from: