14 minute read

Beaume de Ve i e ee appellatie i de ki ker

De Wijnspiegel Nummer 95

Beaumes de Venise, een appellatie in de kijker

Advertisement

Er zijn zo van die appellaties die een zeer evocatieve naam hebben, die rechtstreeks of onrechtstreeks verwijst naar een landschappelijke of culturele bezienswaardigheid, die je onweerstaanbaar aan het dromen zet en je verlangen wekt om daar (nog) eens op bezoek te gaan. Zo zit ik bij het horen van de naam Cassis onmiddellijk op een terrasje in dat idyllische haventje aan de Middellandse Zee, klaar voor een boottochtje langs de Calanques; de AOC Chinon katapulteert me naar de oevers van de Loire waar je tientallen prachtige Renaissance kastelen kunt bewonderen, en ik zou graag eens een glas Corton-Charlemagne drinken in gezelschap van de keizer met de witte baard, met zicht op de grote Bourgogne wijngaarden rondom mij. Ook Beaumes de Venise is zo’n poëtische naam die je doet wegdromen, maar wel een beetje misleidend is. Ik wil me in dit artikel concentreren op Beaumes de Venise, hiertoe geïnspireerd door een mooie oeno-toeristische uitgave “Beaumes” n°4, die ik daar ter plekke bij mijn laatste passage meenam.

Zo verwijst Venise natuurlijk niet naar de dogenstad Venetië, want we bevinden ons in de Zuidelijke Rhônestreek, meer bepaald in de historische ‘Comtat Venaissin’. Venise is een ‘misgelopen’ afleiding van dat adjectief, maar daarover later. Ook het eerste woord in de naam, beaume(s), heeft zeker voor een Franstalige een zwoele connotatie: het betekent balsem, parfum. En is er één wijn die uitbundiger floraal en exotisch fruitig geurt dan de lokale vin doux naturel? Sorry, weer mis: Beaumes komt van het Latijn ‘(ad) Balmas’, of het Occitaans ‘bauma’ dat verwijst naar de naburige grotten, uitgegraven in de rotshellingen of zelfs onder het dorpje.

En daarmee zijn we bij dé geografische troef van het plaatsje, dat zo warm tegen de voet van de Dentelles de Montmirail aangeschurkt ligt. De Dentelles vormen een uniek berglandschap van amper 15 km lang met wel duizend scherpe kalkrotspunten, tot zo’n 750 meter hoog. Het zijn die grillige, smalle pieken die tot de veelzeggende naam Dentelles, kantwerk, hebben geleid. Nog geen twintig kilometer van hier, gescheiden door het Rhône dal, zie je de Mont Ventoux (1909m), met een totaal andere fysionomie. Is de Ventoux het paradijs voor de fietsers, dan zijn de Dentelles dat voor de escaladeurs (500 pistes) en de randonneurs (40 km gemarkeerde wandelpaden). Nog drie andere wijndorpjes liggen aan de voet van de tot de verbeelding sprekende Dentelles: Gigondas, Sablet en Séguret. Die laatste staat bekend als “un des Plus Beaux Villages de France”. Als wijndorp is Beaumes de Venise in de eerste plaats bekend en beroemd voor de vin doux naturel (VDN) die men daar al eeuwenlang maakt. Het kreeg daarvoor al het AOC statuut in 1945; het is één van de 2 VDN van de Rhône streek 1 . Maar daarnaast promoveerde Beaumes’ in 2005 voor zijn rode, stille wijn van ‘Côtes du Rhône villages communales’ naar het hoogste statuut van cru. Er is dus de AOP Muscat de Beaumes de Venise en de AOP Beaumes de Venise cru, één van de nu 9 cru’s van de Zuidelijke Rhône.

Een vleugje geschiedenis

Reeds ten tijde van de Romeinen had de wijn van dit dorp een goede reputatie, ten bewijze een zin uit het XIV° boek van de Encyclopedie van Plinius de Oude waarin hij het heeft over een lokale zeer gesuikerde druif: “de wijngaarden kregen hier de bijnaam van bijenwijngaarden omdat de bijtjes zo gek zijn op hun vruchten.” Dat is dus vermoedelijk reeds de muskaatdruif. Bij opgravingen in het nabijgelegen kapelletje van St-Hilaire vond men een bas-relief met een wijntafereel: drie mannen zijn aan het kneuzen in een vat, de middelste met een wijntros in de hand. En ô heiligschennis, daarboven enkele fallussen, één ervan zelfs gevleugeld…

De Wijnspiegel Nummer 95

Begin vijftiende eeuw is er in de archieven sprake van een “muscadière” van 70 hectaren, die zou zijn aangeplant op bevel van paus Clemens V (paus van 1305-1314). Tijd om het terug over de Comtat Venaissin te hebben, want hun eerste kadaster van 1404 vermeldt de verkoop door Benoît XIII van die pauselijke wijngaard van niet minder dan 693 000 stokken.

De Comtat was namelijk een deel van de Pauselijke Staat, gesticht in 1274 en pas opgeheven tijdens de Franse Revolutie (1791). Het omstreden adjectief Venaissin komt ofwel van Venasque (dorp ten ZO van Carpentras) of van Avennicinus (= van Avignon). Het bestond al vroeger dan ten tijde van de Pausen van Avignon (1307-1377), als ‘marquisat’ toebehorend aan de graven van Toulouse. Het beslaat – ook nu nog als geografische regio of enclave - een groot deel van het département Vaucluse, tussen Rhône en Durance, met daarin de Mont Ventoux, de Dentelles, en de steden, Vaison-la-Romaine, L’Ise -sur-laSorgues, Carpentras en Cavaillon De volrijpe muskaatdruiven hebben opvallende rode of koperkleurige vlekjes. De Guide Hachette vermeldt dat er op bepaalde percelen in Beaumes gemuteerde stokken staan die rosédruiven geven, en ook Inter Rhône vermeldt zelfs 13% rosé en 2% rood. Ikzelf heb nog nooit een VDN muscat rosé of rouge gedronken. Maar de Cave coopérative heeft er een onder de naam ‘MUSCAT 1348 Vin d’Apéritif Rose’, én een ”Rouge Exclusif”.

Na een lange crisis te wijten aan de godsdienstoorlogen komt er in de XVIII°-XIX° eeuw terug een bloeiperiode in de wijnbouw, bezongen onder meer door de Provençaalse dichter Frédéric Mistral (1830-1914). Ook hier slaat de phylloxéra hard toe maar de wijngaard wordt in de twintigste eeuw, echter pas na WO II, hersteld en de muskaatwijn verovert dan Frankrijk en Europa als fijnste vin doux naturel van het land. De toekenning van het AOC statuut met ingang van het jaar 1943 is vooral te danken aan Louis Castaud († 1959) van Domaine des Bernardins, die meer dan tien jaar lang ‘gevochten’ heeft voor de toen bedreigde muskaatdruif, en die in de Zuidelijke Rhône alleen hier geteeld wordt. De man kon daarvoor gelukkig rekenen op de juiste connectie: zijn vriend “baron” Le Roy, uit Châteauneuf-du-Pape (Fortia). Die was namelijk medestichter en 20 jaar lang voorzitter van de INAO (°1935). Het domein Les Bernardins bewaart nog met fierheid een fles Muscat van 1847!

De muskaatdruif van Beaumes, primus inter pares

De muskaat waarover het hier gaat is de fameuze ‘ muscat blanc à petits grains’ alom beschouwd als de fijnste van de grote muskaatfamilie (met oa muscat Ottonel en de muscat d’Alexandrie, … op zich al een heel artikel waard) en we vinden die terug in alle andere muscat appellaties van het Franse Zuiden: Muscat de Rivesaltes (hier mag ook muscat d’Alexandrie), de Lunel, de Mireval, de St-Jean de Minervois, du Cap Corse, de Frontignan. De naam ‘muscat de frontignan’ wordt trouwens ook soms als synoniem gebruikt voor de muscat à petits grains. 2 https://www.muscat1348.fr/rose/

Een brok terroir

Geologie is als het ware de speleologie van de wijnbouwer. Perfecte kennis van de ondergrond is essentieel voor de optimale inzet van de druivenrassen en is de garantie voor kwaliteit én diversiteit van de cuvées. Benoît France redigeerde op dat vlak in 2002 het standaardwerk “Grand Atlas des vignobles de France” (Eds Solar, p.260; in het Nederlands: Lannoo 2003 “Wijnatlas Frankrijk”). En Inter Rhône geeft op zijn website mooie geologische doorsneden per appellatie.

2 De droge, niet versterkte muscat uit de Elzas is meestal ook die ‘petits grains’, en daar noemen ze die natuurlijk ‘muscat d’Alsace’. Maar die term kan ook een blend met muscat Ottonel druiven dekken en met muscat rose à petits grains ; de Muscat Grand cru moet wel zuiver muscat petits grains zijn.

Copyright inter Rhône Maar er zijn ook lokale specialisten zoals Georges Truc die letterlijk en figuurlijk diepgaande beschrijvingen bieden.

We keren terug tot zo’n 230 miljoen jaar geleden toen deze streek een strandplateau was van een immense oceaan. 30 miljoen jaren lang stapelen zich hier afzettingslagen op van gips (pleistergesteente), zout, wat kalk en klei. Daarboven vormen zich later lagen van mergel (kalkrijke klei) en zuivere kalk die stilaan verstenen. Op het eind van het secundair tijdperk komt dit allemaal naar boven en trekt de oceaan terug. Tenslotte zullen door de druk van de breuk van Nîmes op die onderste zout- en gipslagen de grote kalkmassa’s van de Juratijd verticaal naar boven gestuwd worden en de Dentelles gevormd worden.

De appellatie Muscat de Beaumes de Venise strekt zich uit over een oppervlakte van 355 ha over de dorpen Aubignan en Beaumes-de-Venise zelf. Voor de rode cru gaat het over 660 ha, te vinden over 4 dorpen: Beaumes zelf natuurlijk en verder het kleine Lafare, het schitterend gelegen la Roque Alric “village perché” op meer dan 500 meter en het lieflijke Suzette, op 400 meter, te midden van le cirque de Saint-Amand. Die Saint-Amand piek is het hoogste punt van het hele massief van waarop je een waanzinnig panoramisch uitzicht hebt, 360° rond.

Concreet geeft dat drie terroirs die de wijnbouwers duidelijk onderscheiden. De Trias gronden rond Suzette, herkenbaar aan hun okergele kleur, zijn de oudste (200-230 mio jr). Weinig vruchtbaar maar rijk aan magnesium en calciumcarbonaat en ijzer geven zij rijke wijnen met lang bewaarpotentieel.

Aan de zuidkant van de Dentelles en noordelijk van Lafare heb je de ‘terres grises’, die bestaan vooral uit ‘zwarte mergel’ met klei en zand uit de Oxford periode van de Opperjura. Mede dankzij het scherm dat de Dentelles hier vormen tegen de ijzige mistral én de zon kan men hier rekenen op uniform rijpe druifjes die veel fruit aan de wijn geven.

Tenslotte zijn er ‘les terres blanches de Bel Air’, rond La Roque Alric, gevormd tussen 100-140 miljoen jaar geleden. Wie wit zegt denkt aan krijt en kalkgrond, hier met een dunne kleimergel bovenlaag. Hier staan de wijnstokken dikwijls op terrassen. Niet alleen grenache en syrah voelen zich hier perfect in hun nopjes, ook de muscat van dit terroir is de fijnste en meest complexe. Maar Benoît France en de website van de AOC vermelden als vierde terroir de jongere, quaternaire afzettingen van le ‘Safre helvétien’, ook ‘terres blondes’ genaamd (amper 14 mio jr oud).

De Wijnspiegel Nummer 95

Die geven een kruimelige klei-zandlaag, aan de voet van de Dentelles rond Beaumes, niet hoger dan 300 meter, en daar staan de meeste muskaatstokken. Die groeien dikwijls op fotogenieke wijnterrassen , want de wijnbouwers hebben hier in het verleden veel muurtjes gebouwd van gedroogde aarde en steen, ‘faysses’ genoemd. Overtuigd dat deze complexiteit van terroirs garant staat voor diversiteit in de wijnen? (Zie ook kaart: https://www.beaumesdevenise-aoc.fr/ presentation/terroir/)

een tiental ‘zuiderse’ rassen toegelaten, zoals carignan, cinsaut, counoise, mourvèdre, terret noir, vaccarèse, om het bij de rode te houden. De druiven moeten manueel geoogst worden en de assemblage van de cuvées moet hoofdzakelijk van de twee hoofddruiven grenache noir en syrah komen.

De appellatie concreet

De AOP Muscat de Beaumes de Venise beslaat 355 ha en heeft een jaarlijkse productie van zo’n 5700 hl (cijfers van Inter Rhône). De Muscat de Beaumes de Venise is een VDN of gemuteerde wijn: er werd tijdens de gisting en na de persing van de witte druiven zo’n 8 à10% neutrale wijnalcohol van 96% volume aan toegevoegd. Die geeft geen enkele exogene smaakverandering, vandaar de term vin doux naturel, die ook slaat op het feit dat er geen gram suiker wordt toegevoegd. Doordat de muskaatmost zeer rijk aan suikers is (min. 252gr/l) en de omzetting in alcohol door het muteren gestopt wordt krijgen we een zoete wijn met nog minstens 110 gr restsuiker, die 15% alc/vol titreert. Het hoge suikergehalte in de druiven bekomt men door een zeer klein rendement van zo’n 16 hl/ ha, en de Provençaalse zon doet de rest (2600 à 2700 uren/jaar!). Het aroma van een VDN muscat herken je uit de duizend: weelderig, exotisch, acacia én natuurlijk de muskaatdruif zelf. AOP Beaumes de Venise cru wijnen (°9 juni 2005) zijn uitsluitend rood, afkomstig van 660 hectaren die door het ook hier lage rendement van zo’n 32hl/ha ongeveer 21.500 hectoliter opleveren. Er wordt dus bijna vier keer meer rode wijn als vin doux naturel geproduceerd! In 1957 ging Beaumes-de-Venise deel uitmaken van de productiezone van de Côtes du Rhône.

De wijnen mogen dus als Côtes du Rhône in de markt gezet worden. In 1978 verkrijgen de wijnbouwers de hogere catégorie, mét dorpsnaam: zij maken vanaf dan Côtes du Rhône Villages Beaumes-de-Venise. Het uitsluiten van wit en rosé voor het cru statuut is niet uitzonderlijk, het geldt ook voor Vinsobres, Rasteau en Cairanne. Gigondas heeft 1% rosé, en alleen Lirac en Vacqueyras hebben de drie kleuren.

De hoofddruif is natuurlijk grenache noir, minimum 50% van de ‘encépagement’ (= de beplanting van de wijngaard dus, niet noodzakelijk per cuvée); de syrah is complementair en moet 25-50% uitmaken. Beide samen moeten 80% of meer totaliseren. Eventueel aangeplante witte druiven mogen niet meer dan 10% van de aanplant uitmaken. Daarnaast zijn er

Een ‘emblematische’ appellatie

In 1956, zo’n tien jaar na de creatie van de AOC overtuigt de apotheker van het dorp (!) Pierre Blachon, de wijnbouwers om zich te verenigen in een cave coopérative: La Cave de Balma Venitia. Een heel belangrijke stap, zo zou blijken, want de Muscat de Beaumes de Venise van de Cave, zeer herkenbaar aan de speciale vorm van de fles, zal emblematisch worden voor de appellatie. De Cave heeft haar boutique net voorbij de bocht die de D7 in het centrum van het dorp maakt.

Beaumes telt 2200 inwoners, maar in de zomermaanden moet je dat aantal enkele keren vermenigvuldigen: toeristen alom die gretig hun weg naar de Cave vinden. De coopérative van het naburige Vacqueyras heeft zich dan ook in 2016 gefuseerd met die van Beaumes in ‘Rhonéa’ en bouwde een splinternieuwe Caveau, met boutiek, degustatieruimte en nieuwe bottelinglijn, langs dezelfde D7 net buiten en ten noordoosten van Vacqueyras. De twee liggen nog geen vier kilometer van elkaar. Je kunt er wijnen vinden van de twee vermelde appellaties, maar ook Gigondas en Rasteau cuvées. Ze maken 2 Muscats: Bois Doré en Carte d’Or. Meer dan 200 wijnbouwers zijn aangesloten bij Rhonéa.

De Wijnspiegel Nummer 95

Beaumes de Venise is duidelijk een appellatie die haar marketing en haar uitstraling verzorgt. Zo ontwierpen ze voor hun tiende verjaardag een blazoen of logo dat een mooie heraldische synthese is van de wapenschilden van de vier dorpjes (vertelde ik al dat de 3 kleine samen nog geen 200 vaste inwoners tellen?). Het beeldt twee wolven af (Lafare en Suzette) en een complex teken waarin zowel de T’s of taus van Beaumes als de kruisen van La Roque Alric in herkenbaar zijn. . Het is misschien wel zo dat Beaumes geen echt grote, ronkende namen onder zijn wijnbouwers telt, maar dat betekent daarom nog niet dat de kwaliteit matig zou zijn. Voor de cru wijnen is vooral Domaine Martinelle een uitschieter, en verder La Bouissière (die zijn beiden familiaal gelinkt), Château Redortier, Domaine Beauvalcinte, Domaine St-Amant (alle drie in Suzette), La Ferme St-Martin, La Ligière …

Hoe ambitieus ze ingesteld zijn blijkt ook uit het gebruik van een fles met wapenschild in relief, naar het voorbeeld van de pauselijke Châteauneuf-du-Pape flessen.

Ook het mooie tijdschrift “Beaumes”, een uitgave van de Interprofession des Vins de Beaumes de Venise, waarin ik heel wat informatie vond is exemplarisch. Naast interviews en info over de terroirs en de twee AOC’s, bevatte nummer 4 ook beschrijvingen van de 4 dorpjes, wandelen fietsroutes en vormde gans de tweede helft van de brochure een culinair luik, met suggesties van regionale chefs én 28 recepten. Een ploeg van drie, onder leiding van Gabriel Valverde beheert fulltime allerlei oenotoeristische initiatieven in samenwerking met de 236 artisans vignerons van de appellatie. Hier is een overduidelijk besef van het belang van dat oenotoerisme én van de noodzaak het ecologische patrimonium te verzorgen, zowel voor de wijnbouw zelf als voor de toeristen. De beste domeinen? Met enkele tips van kenner Bart Van Canegem kan ik u volgende top 5 meegeven voor de muskaatwijnen: Domaine des Bernardins, Domaine de Fenouillet, Domaine La Pigeade (trouwe fan van de Belgische Baronnies), Domaine de Durban en Domaine Alain Ignace. En ik mag toch zeker niet nalaten te vertellen dat Erwin Devriendt, consul van de Baronie Gent, sedert 2015 een verleidelijke muskaatwijn aan zijn gamma heeft toegevoegd, in ‘verstandige’ flesjes van 50cl. Hij kon het jaar ervoor samen met zijn partner Jérémy Onde een kleine, oude muskaatwijngaard van een halve hectare verwerven. De eerste jaargang was al dadelijk een voltreffer, mede doordat zij zich voor die specifieke vinificatie hadden laten bijstaan door Claude Vaute van La Pigeade. Geen oogst helaas in 2017 wegens de voorjaarsvorst. En er zijn amper 1000 flesjes per jaar te krijgen! Een lans breken voor de Muscat de Beaumes de Venise hoeft eigenlijk niet: wie geniet er niet van als zonnig aperitief, met een meloentje en hesp of als begeleider van een foie gras poêlé, etc.? Maar misschien moeten jullie bij een volgende post-corona vakantie in de Provence wel eens die rode cru’s gaan proeven, want die staan toch een beetje teveel in de schaduw van de muscat (en van de naburige Gigondas en Vacqueyras). A la vôtre!

En als uitsmijter geef ik jullie nog een toeristische, nostalgische tip: vlakbij ligt het kasteel Le Barroux, uit de XII° eeuw, en goed geconserveerd als ruine sedert 1930. Hier werden in 1971 een aantal scènes opgenomen voor het BRT jeugdfeuilleton “Keromar”, met Mike Verdrengh in de hoofdrol en verder Jan Decleir en Janine Bischops. Wij hebben nog in de jaren tachtig meerdere namiddagen doorgebracht aan een meertje vlakbij, in gezelschap van Janine en de recent overleden Johny Voners, die verliefd op de streek, daar telkens blijven terugkomen.

Luc Wieme

This article is from: