De Wijnspiegel Nummer 95
Beaumes de Venise, een appellatie in de kijker Er zijn zo van die appellaties die een zeer evocatieve naam hebben, die rechtstreeks of onrechtstreeks verwijst naar een landschappelijke of culturele bezienswaardigheid, die je onweerstaanbaar aan het dromen zet en je verlangen wekt om daar (nog) eens op bezoek te gaan. Zo zit ik bij het horen van de naam Cassis onmiddellijk op een terrasje in dat idyllische haventje aan de Middellandse Zee, klaar voor een boottochtje langs de Calanques; de AOC Chinon katapulteert me naar de oevers van de Loire waar je tientallen prachtige Renaissance kastelen kunt bewonderen, en ik zou graag eens een glas Corton-Charlemagne drinken in gezelschap van de keizer met de witte baard, met zicht op de grote Bourgogne wijngaarden rondom mij. Ook Beaumes de Venise is zo’n poëtische naam die je doet wegdromen, maar wel een beetje misleidend is. Zo verwijst Venise natuurlijk niet naar de dogenstad Venetië, want we bevinden ons in de Zuidelijke Rhônestreek, meer bepaald in de historische ‘Comtat Venaissin’. Venise is een ‘misgelopen’ afleiding van dat adjectief, maar daarover later. Ook het eerste woord in de naam, beaume(s), heeft zeker voor een Franstalige een zwoele connotatie: het betekent balsem, parfum. En is er één wijn die uitbundiger floraal en exotisch fruitig geurt dan de lokale vin doux naturel? Sorry, weer mis: Beaumes komt van het Latijn ‘(ad) Balmas’, of het Occitaans ‘bauma’ dat verwijst naar de naburige grotten, uitgegraven in de rotshellingen of zelfs onder het dorpje. En daarmee zijn we bij dé geografische troef van het plaatsje, dat zo warm tegen de voet van de Dentelles de Montmirail aangeschurkt ligt. De Dentelles vormen een uniek berglandschap van amper 15 km lang met wel duizend scherpe kalkrotspunten, tot zo’n 750 meter hoog. Het zijn die grillige, smalle pieken die tot de veelzeggende naam Dentelles, kantwerk, hebben geleid. Nog geen twintig kilometer van hier, gescheiden door het Rhône dal, zie je de Mont Ventoux (1909m), met een totaal andere fysionomie. Is de Ventoux het paradijs voor de fietsers, dan zijn de Dentelles dat voor de escaladeurs (500 pistes) en de randonneurs (40 km gemarkeerde wandelpaden). Nog drie andere wijndorpjes liggen aan de voet van de tot de verbeelding sprekende Dentelles: Gigondas, Sablet en Séguret. Die laatste staat bekend als “un des Plus Beaux Villages de France”.
1
Ik wil me in dit artikel concentreren op Beaumes de Venise, hiertoe geïnspireerd door een mooie oeno-toeristische uitgave “Beaumes” n°4, die ik daar ter plekke bij mijn laatste passage meenam.
Als wijndorp is Beaumes de Venise in de eerste plaats bekend en beroemd voor de vin doux naturel (VDN) die men daar al eeuwenlang maakt. Het kreeg daarvoor al het AOC statuut in 1945; het is één van de 2 VDN van de Rhône streek1. Maar daarnaast promoveerde Beaumes’ in 2005 voor zijn rode, stille wijn van ‘Côtes du Rhône villages communales’ naar het hoogste statuut van cru. Er is dus de AOP Muscat de Beaumes de Venise en de AOP Beaumes de Venise cru, één van de nu 9 cru’s van de Zuidelijke Rhône.
Een vleugje geschiedenis Reeds ten tijde van de Romeinen had de wijn van dit dorp een goede reputatie, ten bewijze een zin uit het XIV° boek van de Encyclopedie van Plinius de Oude waarin hij het heeft over een lokale zeer gesuikerde druif: “de wijngaarden kregen hier de bijnaam van bijenwijngaarden omdat de bijtjes zo gek zijn op hun vruchten.” Dat is dus vermoedelijk reeds de muskaatdruif. Bij opgravingen in het nabijgelegen kapelletje van St-Hilaire vond men een bas-relief met een wijntafereel: drie mannen zijn aan het kneuzen in een vat, de middelste met een wijntros in de hand. En ô heiligschennis, daarboven enkele fallussen, één ervan zelfs gevleugeld…
De andere is het piepkleine Rasteau, 35 ha wijngaard die een rode VDN geven, van grenache noir.
5