Raymonda. Magazine voor een monument

Page 1

Quote op deze plaats

De VI werken van Raymonda Een (voor)beeldige loopbaan Elk jurkje een verrassing

TOPVROUW

“De kansen die ik kreeg, wil ik bieden aan alle jonge mensen”

in alle betekenissen van het woord

Raymonda 1


Inhoud 3 4 8 8 14 18

Uitwuif (en dat is niet hetzelfde als vaarwel zeggen) Het grote afscheidsinterview “Het is de mooiste job, maar het is ook heel heftig geweest.” De VI werken van Raymonda I: Groeiende leerlingencijfers GO! leefschool ’t Zandhofje in Zandhoven II: Infrastructuur GO! campus 11de Linie Hasselt III: Welbevinden GO! CLB Vilvoorde

22 28 32 36 40 42

IV: Gelijke onderwijskansen GO! handelsschool Aalst V: Gepersonaliseerd samen leren GO! freinetbasisschool De Telescoop in Laken VI: Digitalisering GO! middenschool in Brugge Een (voor)beeldige loopbaan Raymonda en haar ministers De jurkjes van Raymonda Altijd piekfijn, nooit in dezelfde outfit

Verantwoordelijke uitgever: Cynthia Vanhee, GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, Willebroekkaai 36, 1000 Brussel / Hoofdredactie: Johanna Laurent / Copywriting en eindredactie: GO! communicatiedienst, Bo Bogaert, Bart Claes, Linde Walters, Dirk Remmerie (Xpair Communication) / Fotografie: Jan Crab en Thomas De Boever / Ontwerp en lay-out: Peter Frison (Xpair Communication) Drukkerij: Van der Poorten / Contact: communicatie@g-o.be / Meer informatie: www.g-o.be Alle rechten2voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.


Uitwuif Na 12 schooljaren nadert – samen met het lengen van de zomeravonden - de allerlaatste ‘laatste schooldag’ voor onze GO! topvrouw, Raymonda Verdyck. Zeg maar ‘Raymonda’, want zo mocht iedereen haar steeds aanspreken. ‘Uitwuiven’ is het woord dat wij de voorbije weken in de mond namen, wanneer we plannen smeedden voor haar afscheid. ‘Uitwuiven’ is zo’n typisch ritueel dat zich aan een schoolpoort afspeelt. “Heb je je boekentas? Drinkbus niet vergeten? Oké, daar ga je dan! Dikke zoen - daag!” Vervolgens wuiven de grote hand en het kleine handje, om het ferventst. Vandaag zijn we met velen om je uit te wuiven, Raymonda. 40.000 collega’s en 339.000 leerlingen en cursisten – jaar na jaar een grotere en hechtere community – staan hier nu aan de schoolpoort, die jij straks achter je dichttrekt. Uitwuiven is gelukkig niet hetzelfde als vaarwel zeggen. Zo’n engagement als dat van Raymonda is geen schakelaar die je aan en af kan zetten. Via de GO! foundation*, een fonds om gelijke onderwijskansen en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen blijvend aan te wakkeren, duurt haar inzet voort. Daarbij iedereen uitnodigend om hier mee voor te strijden. (*zie gofoundation.be) Uitwuiven doe je steevast tot de laatste seconde. Je wil immers geen fractie missen van die laatste ogenblikken die je nog samen kan doorbrengen. Je blijft hartstochtelijk zwaaien tot er nog maar een stip aan de horizon zichtbaar is. Dan laat je je hand stilletjes zakken, en, je zucht – fier én triest én blij. De mooie herinnering vormt zicht al. Wat waren het fijne schooljaren, samen met Raymonda. We kijken ernaar uit dat ze nog eens langskomt.

3


Afscheid van een monument

4


Ze is een topvrouw, in alle betekenissen van het woord. Voorvechter van gelijke (onderwijs) kansen, sociale mobiliteit, emancipatie en ontwikkeling. Gezicht van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Maar bovenal: gewoon Raymonda. Onze Raymonda. “Het is ongelooflijk prettig om op het veld te voelen dat ik nog altijd één van hen ben.”

Z

e heeft er een carrière opzitten om ‘u’ tegen te zeggen: leerkracht zedenleer, gedetacheerd leerkracht bij de Humanistische Jongeren, teamverantwoordelijke internationalisering van de jeugdwerking in Vlaanderen, afdelingshoofd Studietoelagen, afdelingshoofd Begeleid Individueel Studeren (BIS), wnd. administrateur-generaal bij het onderwijsdienstencentrum hoger en volwassenenonderwijs, administrateur-generaal bij Toerisme Vlaanderen en – last but not least – afgevaardigd bestuurder van het GO!. Als een echte superheldin staat Raymonda Verdyck dag en nacht paraat voor ‘haar’ 338.728 leerlingen en cursisten. Maar zelfs superheldinnen moeten ooit hun cape aan de haak hangen. Aan de vooravond van haar pensioen blikt Raymonda nog een laatste keer terug op haar rijkgevulde carrière. “Het is door toevallige ontmoetingen dat ik vandaag op deze plek sta”, zegt Raymonda. “Er was geen groot plan voor mijn loopbaan. Het zijn telkens mensen uit mijn omgeving die mij overtuigden om te springen. Toch heb ik elke job graag gedaan. Al in de middelbare school wist ik dat ik leerkracht wilde worden. We hadden een fantastische leerkracht zedenleer die ons inspireerde om naar de wereld te kijken, kritisch te zijn en die thema’s aankaartte die op dat moment moeilijk bespreekbaar waren. De manier waarop zij dingen in beweging kon zetten: dat was het. Dat wilde ik ook. Op een open manier met leerlingen in gesprek gaan, mee nadenken, kansen bieden en het verschil maken. Na mijn studies aan de VUB stapte ik effectief in het onderwijs. Ik heb als leerkracht zedenleer de ronde van Vlaanderen gedaan. (lacht) In die tijd kandideerde je bij het Rijksonderwijs en werd je per telegram verwittigd waar er uren vacant waren. Ik heb in Antwerpen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Brussel lesgegeven. Er was zelfs een schooljaar waarin ik tegelijk lesgaf in Aalst, Geraardsbergen

en Brakel. Het heeft mij toch een paar snelheidsovertredingen opgeleverd om telkens op tijd aan te komen.”

Wat maakt de job van leraar zo bijzonder? “Eigenlijk heel veel. Ik vond het een voorrecht om leerlingen te zien groeien en evolueren van piepjonge mensen naar jongvolwassenen die dan uiteindelijk met hun diploma de school verlaten. Dat je kan bijdragen aan die groei en hen ondersteunt dat diploma te halen. Toen ik moest vertrekken in het atheneum van Koekelberg na een vervanging, schreef het toenmalig schoolhoofd: ‘Raymonda maakte ook in de klassenraad het verschil. Ze kende haar leerlingen door en door en wist wat hun mogelijkheden waren.’ Dat compliment koester ik nog steeds. Zien wat erin zit en zorgen dat je dat eruit haalt: dat vond – en vind ik vandaag nog altijd – erg belangrijk.”

Hoe komt het dat je dan toch de overstap naar de ambtenarij hebt gemaakt? “Ik was absoluut niet uitgeblust in het onderwijs. Ik deed die job heel graag. Je moet weten dat ik in die periode ook actief was binnen de Humanistische Jongeren. In die tijd kregen jeugdbewegingen een gedetacheerde werknemer die werd betaald door de overheid. Op een bepaald moment viel die gedetacheerde bij de Humanistische Jongeren plots weg. Je moest binnen de drie maanden een vervanger vinden of je was die plek kwijt. Aangezien ik op dat moment vastbenoemd was, sprong ik in om hen voor één schooljaar te depanneren. Uiteindelijk ben ik er blijven plakken. Enkele jaren later ben ik dan overgestapt naar het ministerie van welzijn, cultuur en volksontwikkeling om van daaruit verder carrière te maken binnen de overheid en administratie.”

Je carrière is te omvangrijk om overal gedetailleerd op in te gaan, maar waar ben je het meest trots op, de jaren bij het GO! buiten beschouwing gelaten? “Een verwezenlijking waar ik erg trots op ben, speelt zich af in de periode dat ik afdelingshoofd Studietoelagen was. Vroeger werden er alleen studietoelagen aan studenten secundair en hoger onderwijs gegeven. Wij zijn erin geslaagd om de minister te overtuigen dat systeem uit te breiden naar het kleuter- en basisonderwijs. De toekomst van kinderen en jongeren mag niet gehypothekeerd worden door de financiële situatie van hun ouders. Dat was een dossier dat mij persoonlijk erg aanging. Ik kom zelf uit een eenvoudig gezin, en daar ben ik erg trots op. Mijn ouders hadden het materieel niet gemakkelijk, maar ze hebben mij en mijn broers het fantastische cadeau gegeven om te kunnen studeren. Ik heb er zelf ook heel hard voor gewerkt, maar ik

Afscheid van en monument / 5


ben dankbaar om de kansen die ik gekregen heb. Die kansen heb ik ook altijd zelf aan jonge mensen willen bieden.”

Kansen bieden is inderdaad een rode draad doorheen je carrière. Ook bij het GO! spelen gelijke kansen een prominente rol. Op welke verwezenlijkingen bij het GO! ben je het meest trots? “Ik denk dat we heel trots kunnen zijn op ons pedagogisch project, het PPGO!. Dat staat er. In onze scholen vertrekt men van kansen bieden en samen leren samenleven. Je voelt ook die bezorgdheid om zorg te dragen voor onze leerlingen. Dat vind ik een belangrijke verworvenheid. Het klinkt misschien een beetje raar, maar mensen hebben een vlag nodig om achter te kunnen gaan. Je moet een focus hebben, weten waarmee je bezig bent, weten waarvoor je het doet en dat dan ook in je aanpak vertalen. We zien daar het effect van in de kwaliteit van ons onderwijs. De kwaliteit van het GO! mag er echt wel staan. Het DNA van kansen bieden, sociale mobiliteit, emancipatie en ontwikkeling: dat voel ik in onze scholen. En dat hangt samen met kwaliteit. Want je moet goed onderwijs bieden om dat te kunnen bereiken.” “Daarnaast zijn we ook een actor in de samenleving geworden. Onze stem wordt gehoord. Natuurlijk krijgen we niet altijd wat we willen. Dat is ook een politiek verhaal. Maar men luistert naar ons en we slagen er ook in om op het beleid te wegen. Toen ik 12 jaar geleden afgevaardigd bestuurder werd, waren we zo goed als onzichtbaar. Je las in de kranten nauwelijks iets over het GO!. Vandaag bruist het. Als je in percentages zou uitdrukken hoe vaak we in de media aan bod komen, dan zijn we heel prominent aanwezig. Ik vind dat belangrijk, omdat we er ook het vertrouwen van ouders mee winnen en behouden. Vandaag telt het GO! 16,31 procent meer leerlingen en cursisten dan 12 jaar geleden. De kwaliteit van ons onderwijs blijft voor mij fundamenteel, maar ouders kiezen ook echt voor het GO!. We groeien ook in de regio’s waar er geen capaciteitsproblemen zijn. Dat maakt mij heel trots. Al kan het nog altijd beter. We kunnen nog veel meer ons net als sterkte gebruiken en meer geschakeld met elkaar samenwerken.”

Hoe blik je persoonlijk terug op die periode als afgevaardigd bestuurder? “Ik heb al mijn jobs graag gedaan, maar in deze job komt alles samen en kan ik al mijn expertise benutten. Voor mij is het de mooiste job die er is. Ik heb het GO! zien evolueren en we hebben echt onze rol opgenomen in het onderwijslandschap. Tegelijk is het ook wel heel heftig geweest. Uiteindelijk ben je 24 op 24 en 7 op 7 afgevaardigd bestuurder. Zelfs als je gaat slapen – gelukkig mag ik nog slapen (lacht) – merk je dat je er in je hoofd toch wel mee bezig bent. Ik heb dikwijls ’s nachts nog liggen nadenken over het werk om dan ’s ochtends op te staan met nieuwe idee-

6

ën. Je gaat een engagement aan en ik vind dat je dat moet opnemen, ook al ben je bijvoorbeeld op vakantie of op een feestje. Het is een heel omvattende job. Je runt een organisatie met heel wat medewerkers, je moet zorgen dat je mee beleid kan maken en je moet het GO! profileren. Dat is veel in één. Ik heb het ook altijd belangrijk én plezierig gevonden om niet alleen in Brussel te leven. Ik heb altijd willen zien wat er in de scholen leefde en mijn appreciatie willen uiten voor wat onze collega’s elke dag in de klas doen. Het gebeurt uiteindelijk wel in onze scholen. Ik wil kunnen zien wat zij doen en hun bezorgdheden meenemen en aanpakken in de centrale diensten. Ik word ook nog altijd als een van hen verwelkomd. Ik ben gewoon Raymonda. En het is ongelooflijk prettig om dat te voelen.”

Hoe heb je ons onderwijs en de maatschappij tijdens je jaren als AB zien evolueren? “De samenleving verandert aan een enorm tempo. Enerzijds zie je dat in de populatie. Er is een grote instroom van jongeren van een andere etnische origine. Vaak in stedelijke context, maar ook elders. En dat daagt ons uit. Je moet op een goede manier omgaan met die toenemende diversiteit. “Elke leerling is een vip en een unieke persoonlijkheid”, was ooit onze slogan. Zo is het ook. Al moet je dat natuurlijk vertaald kunnen krijgen binnen een onderwijscontext met een klassikale werking en diverse groepen. Anderzijds, en dat hangt niet alleen samen met migratie, is er een toegenomen armoedeproblematiek. Nog te vaak hypothekeert armoede de kansen en ontwikkeling van jongeren. Als opleidingen te duur zijn, worden sommige leerlingen gelimiteerd of haken ze af. Daar moeten we rekening mee houden en pedagogisch-onderwijskundig sterk op inzetten. Tot slot is er ook nog de digitalisering die ons uitdaagt om op een andere manier met onderwijs om te gaan. Dat gaat aan een verschrikkelijk snel tempo. We moeten veel meer hybride gaan denken over onderwijs. Maar dat gaat ook over veel geld, dat er niet altijd is. We moeten daarbij ook heel veel aandacht besteden aan onze collega’s, die snelheid heeft ook een impact op hen. Samenwerken is ook hier een sleutelwoord. Door innovatieve praktijken te delen, tools en handvatten aan te reiken kunnen we onze teams helpen, gaan we vooruit en nemen we het gevoel weg dat ze altijd moeten hollen en er toch niet geraken.

Intussen is bekend dat je vanaf 1 september zal opgevolgd worden door Koen Pelleriaux. Over welke kwaliteiten moet een afgevaardigd bestuurder van het GO! beschikken? “Je moet natuurlijk een organisatie kunnen leiden, maar het is belangrijk dat je een groot hart hebt voor het GO! en


voor ons onderwijs. En ik ben ervan overtuigd dat Koen dat heeft. Het GO! heeft een unieke positie in ons onderwijslandschap. Wij zijn het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Jammer genoeg is de overheid ons te veel gaan zien als één van de onderwijsverstrekkers, maar wij hebben een grondwettelijke, maatschappelijke opdracht die alleen het GO! heeft. Die opdracht nemen we echt ter harte en houdt in dat iedereen welkom is bij ons. Dat is méér dan een holle slogan. Ouders moeten de keuze hebben om vrij naar een GO! school te kunnen stappen. Wij moeten de mogelijkheid krijgen om die vrije keuze te waarborgen en tegelijk kwaliteitsvol onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap mogelijk te maken. Dat is iets waar we waakzaam voor moeten blijven.”

Is dat ook meteen de grootste uitdaging voor de toekomst? “We hebben met ons net grote stappen gezet op vlak van samenwerking, maar er kan nog veel evolueren in goede zin. We kunnen nog meer en moeten onszelf continu de spiegel blijven voorhouden. Doen we het organisatorisch en inhoudelijk op de best mogelijke manier? Pakken we de taken op de verschillende niveaus op de best mogelijke manier op? Hoe kunnen we elkaar versterken? Hoe kunnen we zorgen voor een nog grotere verbondenheid? Daar liggen nog mogelijkheden. We moeten ook zorgen dat we het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap blijven en dat we geen blinde vlekken hebben in ons landschap. We moeten zorgen dat er overal een aanbod is. Die garantie moeten we ook van de overheid krijgen, dat we als GO!

de vrije keuze kunnen waarmaken en Vlaanderenbreed een aanbod kunnen realiseren om alle talenten die aan onze schoolpoorten aankloppen alle kansen te bieden. Ook op het vlak van niet-gekwalificeerde uitstroom en gelijke onderwijskansen is er nog werk aan de winkel. We zetten daar sterk op in en doen het alleszins goed, maar het kan nog beter. Je moet de vinger aan de pols houden. Niet denken: ‘dit kan ik afvinken van mijn lijstje’, want op het moment dat je het vinkje zet, kan er al iets anders zijn dat je vastgepakt moest hebben.”

Het engagement dat je de voorbije jaren voor het GO! getoond hebt, is indrukwekkend. Heb je al plannen om die vrijgekomen tijd mee te vullen? “Ik zal mij met heel veel plezier blijven inzetten voor de GO! foundation. Jongeren die niet-gekwalificeerd uitstromen hebben mij altijd na aan het hart gelegen. Binnen de foundation zal ik mij voor die groep blijven engageren. Die jongeren verlaten de school zonder diploma, maar ik vind niet dat zij geen kwalificaties hebben. Jammer genoeg werken wij niet met deelcertificaten. Doorheen de voorbije jaren heb ik een groot netwerk opgebouwd, van bedrijfsleiders tot ondernemers. Ik wil hen met die jongeren in contact brengen. Zodat de jongeren horen dat ze gewild en gewenst zijn op de arbeidsmarkt. Hopelijk kan hen dat stimuleren om toch verder te studeren en zo een diploma te halen. Daar zet ik met plezier mijn schouders onder!”

Afscheid van en monument / 7


GO! leefschool ’t Zandhofje groeit

“Niemand voelt zich hier een uitzondering” “Kinderen voelen zich hier meteen thuis, met gezellige kleuren en huiselijke klassen.” ____________ directeur Sabina Van Everbroeck

O.l.v. Raymonda maakte het GO! een grote sprong op VI domeinen.

I

GROEIENDE LEERLINGENCIJFERS 8


GO! leefschool ’t Zandhofje in Zandhoven groeit. In 2014 telde de school 154 leerlingen, in 2020 waren er dat 205. “Leerlingen voelen zich hier geborgen en gemotiveerd. Dat is onze taak als leefschool. De mondtot-mondreclame doet de rest”, zegt directeur Sabina Van Everbroeck. Maar meer leerlingen, betekent ook meer aandacht voor gelijke kansen en zorg.

D

e geitjes en de pony in de weide heten je welkom aan de verkeersvrije toegangsweg naar GO! basisschool ’t Zandhofje. Vijf jaar geleden nam de school de strakke nieuwbouw in gebruik, daarachter krijgen de kinderen alle ruimte in het speelbos en op het sportveld. De school is gegeerd: in zes jaar tijd is het aantal leerlingen met een kwart gegroeid. Voor bijna elke klas is er een wachtlijst. Waarom is ’t Zandhofje zo populair? En wat zijn de gevolgen van de groei? We vroegen het aan directeur Sabina Van Everbroeck, kleuterjuf Pegie De Beuckeleer, juf Anja Bal van het zesde leerjaar en zorgcoördinator Wendy Mastbooms.

Waarom is ’t Zandhofje zo fors gegroeid? Speelt de nieuwbouw een rol?

Hij vond dat de school het verlengde van thuis moest zijn, gebaseerd op de leefwereld en de belangstelling van de kinderen zelf. De leerstof is sterk op de realiteit gericht en we werken vooral via projecten.” “Onze leefschool baseert haar pedagogie op de vijf fasen uit de ontwikkelingspsychologie. De eerste tweede fasen zijn basisvoorwaarden: het gevoel van veiligheid en geborgenheid, en het samen school maken. Als je daaraan niet voldoet, kom je niet tot leren. Kinderen voelen zich hier meteen thuis, met gezellige kleuren en huiselijke klassen. En we zorgen voor een sterk samenhorigheidsgevoel tussen de leerlingen, ouders en leerkrachten. We staan er samen voor, met respect voor elkaar.” Zorgcoördinator Wendy Mastbooms: “Het dagelijkse contact met de ouders is enorm belangrijk. Van half negen tot kwart voor negen hoeven ze hun kinderen niet aan de schoolpoort af te zetten, maar kunnen ze gewoon tot in de klas komen. De klasjuf is dan beschikbaar. Tijdens die enkele minuten worden heel veel dingen kortgesloten. Ouders waarderen dat. De mond-aan-mondreclame doet de rest.”

“We zorgen voor een brede basiszorg. Zo voelt niemand zich een uitzondering, ook niet wie wat extra zorg nodig heeft.” ____________ zorgcoördinator Wendy Mastbooms.

Directeur Sabina Van Everbroeck: “In 2015 nam het aantal leerlingen ook al toe en toen moesten we het nog met barakken op een werf stellen. Ik vermoed dat vooral onze kijk op onderwijs aanslaat bij leerlingen en ouders; ’t Zandhofje is een gemoedelijke leefschool waar kinderen zich thuis voelen. Vroeger had het ‘Rijksonderwijs’ een eerder negatieve bijklank. Vandaag spreekt de visie van het GO! veel meer mensen aan.” METHODEONDERWIJS

’t Zandhofje is een GO! leefschool. Zo zijn er maar 25 in Vlaanderen. Wat houdt dit in? Directeur Sabina: “We zijn een methodeschool volgens het concept dat pedagoog Carl Medaer in de jaren ’70 bedacht.

Niemand voelt zich hier een uitzondering / 9


Juf Anja Bal: “Klopt, omdat je de ouders elke dag spreekt, bouw je een heel goede band op. Als we ouders vragen om te helpen op school, zijn ze meteen bereid. Er is geen drempel meer. De betrokkenheid is groot.”

Met meer kinderen op school zijn er ook meer kinderen die wat extra zorg nodig hebben. Hoe pakt de school dat aan? Zorgcoördinator Wendy: “We zorgen voor een heel brede basiszorg. Een voorbeeld? Sommige kinderen gebruiken een hoofdtelefoon om het geluid buiten te houden als het te druk wordt. Het helpt hen concentreren. Die hoofdtelefoons zijn voor iedereen beschikbaar, niet alleen voor de kinderen met concentratieproblemen. Zo voelt niemand zich een uitzondering, ook niet wie wat extra zorg nodig heeft. Maar dat kan niet altijd. De dyslexiesoftware is er alleen voor wie dat echt nodig heeft.” DIGITALISEREN HELPT DIFFERENTIËREN

De school investeerde in een doorgedreven digitalisering. Directeur Sabina: “We hebben de taak onze leerlingen voor te bereiden op morgen, en een digitale omgeving is daarbij belangrijk. We hebben een dertigtal laptops, overal wifi, digitale schoolborden. Na het zesde leerjaar zijn onze leerlingen ICT-vaardig.”

Hoe helpt die digitalisering de groei van de school op te vangen? Juf Anja: “Dat digitale verhaal helpt te differentiëren in de klas. De rol van de leerkracht verandert. Het is niet langer de klassieke juf die voor de klas staat en lesgeeft. Nee, de juf zet de kinderen op weg en helpt hen zelfstandig werken. En wie meer begeleiding nodig heeft, krijgt dan wat extra hulp en aandacht. We werken ook vaak in grotere groepen, met meerdere leerkrachten.” Directeur Sabina: “Leerkrachten evolueren naar een begeleidende rol. Dat staat ook zo in de poolstervisie van het GO!. Onze klassen zijn met een rechtstreekse deur met elkaar verbonden. Zo kunnen we de klassen gemakkelijk samenvoegen en aan het werk zetten, met meer leerkrachten die hen begeleiden. Niet iedereen hoeft daarbij dezelfde oefeningen te maken. De sterkere leerlingen maken moeilijkere oefeningen dan de leerlingen die minder sterk zijn. De leerkrachten helpen wie dat nodig heeft en waken erover dat iedereen het minimum haalt. Dat is zelfsturend, gepersonaliseerd samen leren.”

“Digitalisering helpt om te differentiëren in de klas. De rol van de juf verandert, zij zal meer begeleiden.” ____________ juf Anja Bal

10

Gebeurt dat ook al in de kleuterklas? Kleuterjuf Pegie De Beuckeleer: “We vertrekken van de vragen van de kleutertjes zelf. Hoe komt het dat het regent? Waar komt goud vandaan? Waarom is de muur in de klas magnetisch? Ze stellen zich heel veel vragen. Daar zoeken we dan samen een antwoord op. Wat is een magneet? Waar vinden we dat? Met de hulp van het smartboard ont-


dekken we samen waar in de wereld magneten worden gebruikt. De interesse en motivatie is zoveel groter als we vertrekken van wat de kinderen zelf bezighoudt.” DOESLIM, MUZIEKSLIM, BEELDSLIM

“De interesse en motivatie is zoveel groter als we vertrekken van wat de kinderen zelf bezighoudt.” ____________ kleuterjuf Pegie De Beuckeleer

Directeur Sabina: “Bij zulke projecten zorgen we ervoor dat de kinderen hun eigen sterke punten ontdekken. We hebben al van bij de allerkleinste kleuters aandacht voor de meervoudige intelligenties van Gardner (Howard Gardner is een Amerikaans onderwijspsycholoog, red.). Hij gaat ervan uit dat elke persoon acht vormen van intelligentie heeft, dus het is niet alleen het IQ dat telt. Het ene kindje is ‘doeslim’, de andere ‘beeldslim’, ‘muziekslim’ of ‘samenslim’. Door hen een pluim te geven voor iets waarin ze goed zijn, leren ze zelf hun sterke punten kennen. Dat motiveert hen.” Juf Anja: “En die motivatie is net waar veel leerlingen vandaag een probleem mee hebben. Niet in onze school, want hier bepalen kinderen zelf waar hun leertijd naartoe gaat. Dat is toch gewoon veel leuker. Ouders merken dat op, en zoals al gezegd: de mond-tot-mondreclame doet haar werk.”

Elk school heeft leerlingen uit een kansarm milieu of met een problematische thuissituatie. Een groeiende school als ’t Zandhofje heeft daar aandacht voor. Jullie kregen een pluim van de inspectiediensten voor jullie gelijkekansenbeleid. Directeur Sabina: “Omdat we een nauw contact hebben met de ouders, weten we ook welke gezinnen het moeilijker hebben. We steunen hen zonder dat ze zich gestigmatiseerd voelen. We richten huiswerkklasjes in waar kinderen na school hun huiswerk kunnen maken als dat thuis niet kan. Er is ook een slaapklasje, waar peuters van alleenstaande mama’s hun dutje kunnen doen. We zamelen speelgoed in en Sinterklaas zorgt dat iedereen wat krijgt, vooral kinderen die anders niets krijgen. Tijdens het schoolfeest zorgen we ervoor dat iedereen eten kan bestellen, ook wie dat niet kan betalen. Altijd op een discrete manier.” Zorgcoördinator Wendy: “We hebben ook een deelkast ingericht waar iedereen spullen in kwijt kan die hij niet meer nodig heeft. Een boekentas, een fietsje, kleding. Wie het kan gebruiken, mag het nemen.”

Niemand voelt zich hier een uitzondering / 11


Zijn er nog groeipijnen waar de school mee af te rekenen heeft? Juf Anja: “Misschien willen we te veel dingen te snel doen. Ons lerarenteam is hecht en ambitieus. We hebben allemaal veel goesting om ons te smijten. Bednet? Doen! Rode Neuzen Dag? Doen! Soms wordt het wat veel. In september starten wij officieel als i-Learn school.” Directeur Sabina: “Het voordeel van een school die groeit, is dat je ook meer lestijden krijgt. En meer uren voor zorg. Enkele jaren geleden hadden we niet voldoende lesuren om voor elke klas een juf te zetten. Nu wel.”

“Hoe meer leerlingen, hoe meer vrienden” Zesdejaars Casper en Tijl vinden het leuk om steeds meer kinderen op school te zien. “Want hoe meer kinderen, hoe meer vrienden”, zegt Casper, die zelf pas sinds het vierde leerjaar naar ’t Zandhofje gaat. “Ik vond het toen zo vreemd dat de kinderen op hun sokken of pantoffels in de klas zitten. Maar het is veel gezelliger.” “En leuk om te glijden, want de vloeren zijn glad”, lacht Tijl. Hij houdt van de verschillen tussen alle leerlingen. “Er is een

GO! in de lift Het leerlingenaantal van het GO! neemt jaar na jaar toe. Onder het bestuur van Raymonda Verdyck ging het aantal leerlingen van 173.652 in 2008-2009 naar 222.267 in 2020-2021. Een stijging met 28%. Tegelijk steeg het marktaandeel van 15,60 naar 18,07%. De keerzijde van de medaille is dat sommige scholen leerlingen moeten weigeren wegens plaatsgebrek. Dit jaar waren er dat in totaal 6.515.

12

nieuwe leerling die uit Bulgarije komt. Ze heeft een presentatie van haar land gegeven. Heel tof om over dat land te leren.” Dat niet iedereen even goed mee is bij alle opdrachten, vinden Casper en Tijl niet erg. “We werken heel zelfstandig in de klas. Als iemand iets niet snapt, legt juf Anja het voor heel de klas nog eens uit. En wie meer oefeningen wil maken, mag dat altijd vragen. Iedereen voelt zich hier op zijn gemak.”


13


De metamorfose van GO! campus 11de Linie

Thuiskomen op school

“Het onderwijs van vandaag staat met beide voeten in de wereld. De schoolgebouwen moeten dat ook doen.” ____________ algemeen directeur Carlo Gysens

O.l.v. Raymonda maakte het GO! een grote sprong op VI domeinen.

II

INFRASTRUCTUUR 14


De omheinde schoolgebouwen op GO! campus 11de Linie in Hasselt zijn verleden tijd. De site onderging een metamorfose en is nu een open, inspirerende leeromgeving waar elke leerling zich meteen thuis voelt. Met de grootste topsportschool van Vlaanderen, een fonkelnieuw internaat volgens het Scandinavische hygge, en nieuwe didactische keukens voor de hotelschool. Klaar voor het onderwijs van morgen. “Luidop dromen”

D

e 26 scholengroepen van het GO! werkten allemaal een integraalplan uit met een strategische toekomstvisie. Ook wat de infrastructuur betreft. “Luidop dromen van hoe het zou kunnen zijn, zeg maar”, legt Carlo Gysens uit. De algemeen directeur van scholengroep GO! Next ziet die dromen nu stap voor stap uitkomen.

Het integraalplan brengt de GO! schoolinfrastructuur in Hasselt onder in drie grote campussen: een campus aan de Capucienenstraat voor traditioneel innovatief onderwijs, een campus aan het Vrijwilligersplein voor het methodeonderwijs, en de GO! campus 11de Linie waar het ‘expertenonderwijs’ een thuis vindt.

Open campus Vooral GO! campus 11de Linie ondergaat een metamorfose. Die ging zo’n vier jaar geleden van start en op 1 september 2020 opende een gloednieuwe sportschool voor 710 leerlingen. Een internaat voor 150 jongeren staat in de steigers en de hotelschool kreeg nieuwe didactische keukens en restaurants. “De gesloten onderwijsgebouwen met hun hoge omheiningen zijn verdwenen”, vertelt directeur infrastructuur Carlo Jansen. “Er kwam een heel open, aantrekkelijke en uitnodigende campus in de plaats. Met een centrale, verkeersvrije as die er dwars doorheen loopt. Een zichtbare en herkenbare plaats in de stad.” En dat vergt wel wat aanpassing. “Aan het begin van het schooljaar vroeg ik een groepje leerlingen van de sport-

school waarom ze zo aarzelden om naar de les te gaan. Ze zeiden me dat ze niet wisten waar de ingang van de site was. ‘Die is er niet,’ zei ik hen, ‘jullie zijn er al.’”

Met beide voeten in de stad en de wereld GO! Next maakt komaf met scholen die als een eiland in de stad staan. De hotelschool maakt gebruik van de sportaccommodatie van de sportschool, en de leerlingen sportschool proeven met plezier de kookkunsten van hun leeftijdsgenoten van de hotelschool. Beide scholen delen infrastructuur zoals vergader- en andere lokalen. “Maar we kijken ook verder dan onze eigen scholengroep”, zegt algemeen directeur Carlo Gysens. “Het onderwijs van vandaag staat immers met beide voeten in de wereld. Daarom werken we graag samen met onze collega’s van de hogeschool PXL en UHasselt die ook gebouwen hebben op de site. De Sportdienst van de stad Hasselt maakt gebruik van onze sportaccommodatie, en we staan er ook open voor om hier bijvoorbeeld sport- of taalkampen te laten doorgaan. We kijken ook naar het bedrijfsleven, zoals een grote garagehouder in de streek, waar onze leerlingen van de opleiding carrosserie ervaring kunnen opdoen. Duaal leren wordt alsmaar belangrijker in het onderwijs.”

Flexibel en duurzaam De schoolgebouwen zijn slim ingericht. Niet als de klassieke schoolblokken met een rij identieke klaslokalen en een brede, centrale gang. “We gaan zo efficiënt mogelijk om met de vierkante meters die we hebben”, stelt directeur infrastructuur Carlo Jansen. “Een leslokaal is niet zomaar een klaslokaal, het kan ook een bibliotheek, een open leercentrum of een overleglokaal zijn. De keuken van het internaat is ook gewoon een leslokaal voor de hotelschool. Die flexibiliteit zorgt ervoor dat de lokalen niet de helft van de tijd leeg staan. We introduceerden ook lockers in de sportschool en het internaat. Daarin kunnen de leerlingen hun spullen opbergen zodat ze die niet de hele dag mee hoeven te zeulen. Dat maakt hen mobieler, ook dat is flexibiliteit.” De infrastructuur is duurzaam gebouwd. Zo is de gevel van de sportschool met houtskeletbouw opgericht. “Die gevel kan je bij wijze van spreken over tien jaar weer afbreken en het hout hergebruiken. We kozen voor een verwarmingsventilatiesysteem dat heel snel reageert. Zo hoeven we niet het hele gebouw de hele tijd te verwarmen. Alleen de lokalen waar dat nodig is, worden verwarmd. Een slimme manier om energie te besparen.”

Thuiskomen op school / 15


“Iedereen komt met de glimlach naar school. Er hangt een positieve vibe.” ____________ sportcoördinator Michel Tuts

Sportcoördinator Michel Tuts

“Een positieve sportvibe”

D

e nieuwe sportschool is meteen de grootste van Vlaanderen. Leerlingen hebben er de keuze tussen 17 sporten en de topsport golf. Ze beschikken over een sportcomplex met een kunstgrasveld, een atletiekpiste, een danszaal, gevechtssportzaal, turnzaal en fitnesszaal, en een sporthal met drie sportterreinen. Een droom voor sportcoördinator Michel Tuts. “We verhuisden van een oude kazerne in het centrum van Hasselt naar een hypermoderne sportschool”, zegt hij. “We hadden er zelfs geen wifi. Nu heeft elke klas in ons nieuwe onderwijsgebouw een wifigestuurde beamer, laptop en geluidsinstallatie. Een leerling die bijvoorbeeld in het buitenland deelneemt aan een sporttornooi, kan de les gewoon mee volgen van waar dan ook. Of omgekeerd: een leraar kan van thuis uit toch voor een volle klas staan.” “De nieuwe sport- en lesinfrastructuur nodigt uit om erin te vliegen. Er hangt een positieve vibe, iedereen komt hier met de glimlach naar school: leerlingen en leerkrachten. Klaar om te sporten en te leren.” Hou de volgende medaillewinnaars van de volgende Olympische Spelen in het oog, er zijn zeker atleten bij uit de sportschool van Hasselt.

Scandinavische warmte

Hygge op het internaat

D

e GO! internaten Hoebanx en De Zandberg smelten samen in een nieuw internaat op GO! campus 11de Linie. Op 1 september 2021 opent het de deuren. “Hier voel je je meteen thuis”, zegt algemeen directeur Carlo Gysens. “Leerlingen leven en leren samen volgens het Scandinavische model hygge. Dat is een oervorm van gezelligheid, in een warme omgeving waar je jezelf veilig voelt. En wie zich veilig voelt, kan zich het best ontplooien. De leerlingen brengen een heel stuk van hun jonge leven door in het internaat. Dan is het belangrijk dat ze er zich goed voelen.”

16

De opvoeders en begeleiders zijn daarbij belangrijk, maar ook de infrastructuur speelt een grote rol. “Met veel multifunctionele en gedeelde lokalen, knusse woongedeelten en een woonkamer met een geïntegreerde kookhoek voor elke leeftijdsgroep. De kamers zijn eerder sober, want meer dan slapen en studeren gebeurt daar niet. Het samenleven en beleven is belangrijker.” Het internaat maakt het leerlingen die niet in de ruime omgeving wonen mogelijk om toch te studeren aan de sportschool, de hotelschool of een andere school van GO! Next. De vraag overtreft het aanbod. De 150 bedden zijn allemaal besproken. “We zouden nog 45 extra kamers kunnen inrichten met een derde verdieping. We hebben er Raymonda Verdyck al over gesproken”, glimlacht directeur Carlo.


Bouwen in amper vier jaar tijd

GO! Next kiest voor PPS

A

mper vier jaar geleden kregen de plannen vorm, en vandaag zit het eerste schooljaar in de nieuwe sportschool er al op. Dat ging bijzonder snel voor een schoolbouwproject. “Als je dit langs de klassieke weg doet, ben je snel 8 tot 12 jaar bezig voor je de middelen hebt om te bouwen”, beseft infrastructuurdirecteur Carlo Jansen. “Daarom kozen we voor een pps-formule, een publiek-private samenwerking. We hebben enkele gebouwen en gronden in de weegschaal gelegd. Een consortium met privépartners bouwt in ruil onze nieuwe infrastructuur.” Daarmee is scholengroep GO! Next een trendsetter. “Het is de eerste keer dat het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap de privésector mee in het bad neemt voor zulk groot project”, zegt algemeen directeur Carlo Gysens. “Het vergde een andere aanpak, een andere kijk op de dingen. We zijn Raymonda Verdyck dankbaar dat ze daarin is meegegaan en ons heeft gesteund. Voor ons werd de pps-formule een duidelijke win-winsituatie. Andere scholengroepen volgen ons project nauwgezet op. Want de formule maakt misschien ook hun bouwdromen mogelijk.”

De kost van een schoolgebouw De school van de toekomst is een inspirerende, innovatieve en kwaliteitsvolle leeromgeving. Maar een aanzienlijk deel van onze leerlingen, cursisten en medewerkers moeten het vandaag nog stellen met verouderde schoolgebouwen. De middelen voor nieuwe schoolinfrastructuur en het onderhoud van de gebouwen zijn al decennialang ontoereikend. De verhouding tussen de jaarlijkse basisdotatie voor het GO! en de werkelijke noden is ongeveer 1 op 3,5. Het GO! heeft dus 3,5 keer meer middelen nodig om de schoolgebouwen te onderhouden en ze te vervangen. Strategische keuzes Een situatie die de komende jaren niet zal veranderen. Dus gaat het GO! inventief en zorgvuldig met haar infrastructuur om. We denken kritisch na over het ruimtegebruik van onze gebouwen en gronden, en zetten de beschikbare middelen strategisch en doelgericht in. Dat doen we zonder onze grondwettelijke opdracht uit het oog te verliezen: neutraal onderwijs organiseren en de vrije keuze waarborgen.

“Een leslokaal is niet zomaar een klaslokaal, het kan ook een bibliotheek, een open leercentrum of een overleglokaal zijn.” ____________ directeur infrastructuur Carlo Jansen

Het GO! moet in Vlaanderen en Brussel voldoende fijnmazig aanwezig zijn. Daarom bekijken we alle aspecten van die vrije keuze – infrastructuur, busvervoer … – globaal. Studierichtingen als sport, kunst, hotel en zeevaart, en voorzieningen zoals internaten bekijken en spreiden we optimaal over Vlaanderen en Brussel, over de scholengroepen heen. 4 miljoen m² schoolgebouwen Met een grondige studie brachten we het hele patrimonium van het GO! in kaart, alle 4 miljoen m² aan schoolgebouwen. Samen met elk van de 26 scholengroepen maakten we integraalplannen met daarin een strategische toekomstvisie op het vlak van infrastructuur. We zetten een systeem op dat ons helpt objectieve keuzes te maken om de beschikbare budgetten efficiënt en toekomstgericht te besteden. In de komende vijf jaren investeert het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 139,5 miljoen euro extra in zijn schoolgebouwen. De Raad van het GO! maakte een selectie van grote infrastructuurwerken die prioritair aangepakt worden.

Thuiskomen op school / 17


“We moeten elke betrokkene de kans geven zijn verhaal te vertellen, hoe moeilijk of hoe ongemakkelijk dat gesprek ook is.” ____________ directeur Marjorie Carrein

O.l.v. Raymonda maakte het GO! een grote sprong op VI domeinen.

III

WELBEVINDEN 18


Het welbevinden van leerlingen behelst meer dan goede punten en een diploma halen. “Succeservaringen in een studietraject waar ze zich goed bij voelen, dat is belangrijk. Maar daar komen ze niet toe als ze zich niet veilig of verbonden voelen of fysieke of psychische pijn lijden”, zegt directeur Marjorie Carrein van GO! CLB Vilvoorde.

GO! CLB Vilvoorde werkt aan welbevinden

“Succeservaringen zijn belangrijker dan de hoogst mogelijke opleiding”

H

et GO! Centrum voor Leerlingenbegeleiding in Vilvoorde telt 35 medewerkers. Die begeleiden 28 scholen in Vilvoorde, Tervuren, Grimbergen, Machelen, Overijse, Zaventem, Kortenberg, Hoeilaart en Kampenhout: 20 basisscholen, 6 secundaire scholen en 2 buitengewone scholen.

Onder Raymonda zette het GO! in op maximale ontplooiing van de leerlingen. Daarbij is natuurlijk kennisoverdracht belangrijk, maar ook welbevinden. Wat verstaan jullie onder welbevinden? Directeur Marjorie Carrein: “Als CLB beperken we het welbevinden niet tot ‘zich goed voelen’ of tot ‘er wel geraken aan het einde van het schooljaar’. Want we gaan er te gemakkelijk van uit dat een kind dat zijn diploma haalt, zich wel oké zal voelen. Dat is niet altijd zo. Dus gaan we een stap verder. Leerprestaties zijn voor ons pas betekenisvol als elke leerling succeservaringen heeft en optimaal voorbereid wordt op een vervolgtraject dat perspectief biedt, in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Als hij zich gemotiveerd en succesvol voelt bij de opleiding die hij volgt en daar autonoom zijn weg in vindt. Je hoort wel eens bij ouders of scholen: ‘hij kan meer dan dat, maar hij wil niet’. Maar als hij moet knokken om met de hakken over de sloot een diploma te halen dat niet strookt met wat hij wil doen met zijn leven, dan is dat geen succeservaring.” “Zo hebben we een jongen begeleid met een vrij hoog IQ in het buitengewone onderwijs. Hij kon gemakkelijk opleidingsniveau 4 aan, maar hij wilde dat niet. Hij wilde dolgraag schilderen. Waarom zou je die jongen dan in het voor hem hoogst mogelijke niveau forceren als hij dat niet wilt? Door

Succeservaringen / 19


de leerling grondig te informeren en te motiveren om eigen keuzes te maken en zijn passies te volgen, streven we de échte succeservaring na. Je moet die succeservaringen uiteraard evalueren en bewaken, en doortrekken naar het vervolgonderwijs of de oriëntatie naar de arbeidsmarkt. Ook daarop leggen we onze focus.” ALTIJD AANSPREEKBAAR

Hoe komen leerlingen bij het CLB terecht? “In de lagere school is het meestal de school zelf die ons betrekt. Soms ook de ouders. Dat is logisch: het zorgteam van een school merkt een probleem en werkt eraan. Maar als het vastloopt, niet meer weet hoe te helpen en meer ondersteuning nodig heeft, zijn wij de volgende stap.” “Ook in het secundair onderwijs is het vaak de school die ons contacteert, maar ook de leerlingen zelf vinden de weg naar het CLB. Ze zitten met een probleem dat ze liever niet willen delen met de school. Bij iemand extern voelen ze zich veiliger. Dat is normaal. We willen voor hen zo aanspreekbaar mogelijk zijn. We afficheren in de scholen, onze gegevens staan op Smartschool, er is onze CLBch@t.”

Als een school of een leerling komt aankloppen, hoe gaan jullie dan te werk? “Elke week of elke twee weken – afhankelijk van de school – hebben we een structureel overleg met elke school in ons werkgebied. Op dat overleg bespreekt het zorgteam met ons de leerlingen waar het zich zorgen over maakt. We gaan dan altijd in gesprek met alle partijen. In eerste instantie de leerling zelf, maar ook met de ouders, de leerkrachten en eventueel andere betrokkenen. Afhankelijk van de problematiek betrekken we onze maatschappelijk werker, onze verpleegkundige, een arts, een psycholoog.” “Als de situatie acuut is, kunnen we natuurlijk niet wachten op het structureel overleg. Als er sprake is van fysiek misbruik, suïcidedreiging of een andere situatie die de reguliere schoolwerking onder druk zet, dan is onmiddellijke actie vereist. Het gebeurt dat we de school versterken met een heel team medewerkers.” NEUTRAAL OORDELEN

Wat als er een vermoeden is van een probleemsituatie thuis? Wat doen jullie dan? “Eerst luisteren we naar de leerling of het kind zelf. Daarna trachten we altijd de ouders te bereiken. We moeten elke betrokkene de kans geven zijn verhaal te vertellen, hoe moeilijk of hoe ongemakkelijk dat gesprek ook is. We stellen natuurlijk wel de veiligheid van het kind voorop en schatten in wanneer en onder welke omstandigheden we het gesprek

20

aangaan. Het is een delicate puzzel die we elke keer opnieuw leggen. We nemen elk verhaal ernstig, maar soms is nuance nodig. Een kind van zeven jaar dat zegt dat zijn papa altijd boos is, daar hoeft niet altijd het ergste aan de hand te zijn.” “Het CLB staat voor neutraliteit, we luisteren en erkennen alle partners. We respecteren alle standpunten en kijken naar de belangen van elke partij, vooral naar die van het kind. Deze neutraliteit betekent niet dat we geen oordeel vellen, wel dat ons oordeel onafhankelijk en in het belang van het kind is.” “Onze medewerkers zijn gebonden aan hun beroepsgeheim. Maar dat doorbreken ze na grondig overleg als ze voelen dat de situatie geen andere uitweg meer biedt, als ze iets moeten doen voor de veiligheid van het kind. Dat zeggen ze ook meteen als een +12-jarige op gesprek komt. Ze kunnen dan bijvoorbeeld het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling betrekken, zorgen voor een crisisopname, tijdelijke pleegzorg inschakelen of zelfs het parket.” “We werken in een grootstedelijke context. In Vilvoorde en omstreken heb je een heel diverse bevolking, met socio-economische achterstand, cultuurverschillen, kansarmoede, anderstaligheid. Die diversiteit is een rijkdom, maar ze draagt er ook toe bij dat er ons elke dag verontrustende verhalen bereiken. Zoals eenzame jongeren, druggebruik, gedachten van zelfdoding, contextproblematieken.”

Hoe kan je voor succeservaringen in het onderwijs zorgen als je elke dag met zware problematieken te kampen krijgt? “Elk Centrum voor Leerlingenbegeleiding is gespecialiseerd in vier domeinen: het leren en studeren, de onderwijsloopbaan, de preventieve gezondheidszorg en het psychisch en sociaal functioneren. Die interageren met elkaar, maar het fysieke en psychische welbevinden is de allereerste bezorgdheid. Je komt niet tot studeren als je je niet veilig voelt of als je fysieke of psychische pijn hebt. Dus daar focussen we ons in de eerste plaats op. Dat zijn basisvoorwaarden, bij elk traject.”

Komen jullie tot een oplossing? Wordt elk kind geholpen? “Als de oplossing is dat een kind zich beter voelt? Dan ja. Maar we kunnen niet alle zorgen wegnemen. Een kind uit een onveilige situatie halen en in crisisopvang onderbrengen, daar wordt het niet plots gelukkig van. Je kan aan een context sleutelen, een steen verleggen, maar je kan niet de weg helemaal plaveien. We proberen wel altijd de beste beslissingen te nemen in de moeilijkste situaties.” “Dé oplossing is niet altijd zomaar te vinden. Bovendien stoten we op wachtlijsten bij de hulpverlening. Het organiseren van de juiste externe hulp is niet altijd vanzelfsprekend.”


“Als een leerling moet knokken om met de hakken over de sloot een diploma te halen dat niet strookt met wat hij wil doen met zijn leven, dan is dat geen succeservaring.” ____________ directeur Marjorie Carrein

SCHOOL ALS VEILIGE HAVEN

Hoe woog de COVID-19-pandemie op jullie werking? “Het was een bijzonder zwaar jaar. Niet alleen omdat de leerlingen het moeilijk kregen, ook omdat onze hulpverleners de leerlingen niet gemakkelijk van heel nabij konden opvolgen. Je wilt geen afstand tussen jou en een leerling die hulp nodig heeft. We hebben veel stoepbezoeken gebracht en gesprekken in tuinen gevoerd. En met leerlingen waar we ernstige bezorgdheden over hadden, hielden we elke week minstens telefonisch contact.” “Toen de scholen na de lockdown weer opengingen, kregen we meer aanmeldingen. Voor veel jongeren is de school een veilige haven, weg van de problemen thuis. Afstandsonderwijs neemt die veilige haven weg. Pubers teren op sociale contacten met leeftijdsgenoten, en ook die vielen weg. Alles wat moeilijk ging, werd nog moeilijker gemaakt. Het gevolg? Meer eenzaamheid, spijbelen, druggebruik. Mogelijk zien we hier pas volgend jaar de echte effecten van. Nu zitten we allemaal nog in overlevingsmodus.”

Het welbevinden is de basis Het GO! heeft de grondwettelijke opdracht om alle kinderen en jongeren maximale kansen tot ontplooiing te geven. Dat is de kern van ons pedagogisch project. Kennisoverdracht is daarbij uiteraard essentieel, maar het beperkt zich daar lang niet toe. Kwaliteit gaat ook over de leerwinst die onze jongeren boeken. Welbevinden is een belangrijke indicator in het nieuwe Referentiekader voor Onderwijskwaliteit. De Centra voor Leerlingenbegeleiding, kortweg CLB’s, hebben als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van leerlingen nu en in de toekomst. Dat welbevinden is de basis: pas wie zich veilig en goed voelt, kan aan zijn schoolloopbaan werken en competenties verwerven. Om nadien sterker in de wereld te staan.

Succeservaringen / 21


GO! handelsschool in Aalst zet in op elk talent

“Een gepassioneerd leerkrachtenteam leert de leerlingen leren.” ____________ directeur Jimi Bauwens

O.l.v. Raymonda maakte het GO! een grote sprong op VI domeinen.

IV

GELIJKE ONDERWIJSKANSEN 22

Maximale ontwikkelingskansen voor iedere leerling


GO! handelsschool in Aalst is een bijzondere school in meerdere opzichten. Met een zware gemiddelde OKI-score van 1,88 en een groep leerlingen met een autismespectrumstoornis, staat het schoolteam dagelijks voor heel wat uitdagingen. Toch is dit een school waar alle leerlingen gelijke kansen krijgen om hun talenten maximaal te ontwikkelen.

E

en gepassioneerd leerkrachtenteam, een laagdrempelige cultuur met toegankelijke leerkrachten en directie, een stevig uitgewerkt gelijkekansenbeleid op pedagogisch en financieel vlak, een GOK-coördinator... Het zijn maar enkele van de zaken die Marie-Christine Fiers en Jimi Bauwens als directieteam van GO! handelsschool Aalst in de strijd gooien om al hun leerlingen gelijke ontplooiingskansen te bieden binnen een veilige en respectvolle setting. Directeur Marie-Christine Fiers: “We vertrekken daarbij altijd vanuit de talenten van de leerlingen. De meeste leerlingen die bij ons starten zijn met een B-attest doorverwezen vanuit het aso en zijn niet erg gemotiveerd. Het is aan ons om hen opnieuw goesting te geven om te leren. Omdat we weten dat leerlingen leerstof op een verschillende manier opnemen en verwerken, brengen onze leerkrachten de lesinhoud aan via verschillende activerende werkvormen.”

Marie-Christine Fiers: “Twee of drie leerkrachten voor een klasgroep maken écht een verschil. Wanneer een leerling even niet mee is met de les, dan kan één leerkracht niet meteen bijsturen. Bij teamteaching kan de tweede leerkracht met vijf minuutjes uitleg de leerling weer op de rails zetten waar die anders misschien 45 minuten in het ijle zit te staren. Dankzij teamteaching is er veel meer individuele begeleiding en onmiddellijke remediëring mogelijk, wat de leerresultaten van alle leerlingen ten goede komt. In de toekomst willen we graag nog veel meer inzetten op teamteaching, maar daar hebben we natuurlijk nog veel meer middelen voor nodig.”

7 VHO Sinds vorig jaar biedt GO! handelsschool Aalst, als enige secundaire school van Scholengroep Dender, een zevende jaar aan dat leerlingen voorbereidt op een bachelor aan de hogeschool: 7 VHO. Directielid Jimi Bauwens: “We merkten dat de zesdejaars in de bso-studierichtingen totaal niet gemotiveerd waren om naar school te komen. Ze spijbelden, hingen rond in de gangen, werkten niet mee in de klas...”

Teamteaching Het directeursduo is er rotsvast van overtuigd dat teamteaching, waarbij twee of wel drie leerkrachten samen voor een of meerdere klasgroepen staan, een van de manieren is om leerlingen in tso en bso gelijke onderwijskansen te bieden. Hier in GO! handelsschool Aalst gebeurt dat al voor verschillende vakken in diverse studierichtingen. Jimi Bauwens: “Twee, drie of vier klassen worden samen geroosterd in onze grote flexruimte waar er voldoende plaats is om samen of zelfstandig te werken. Soms wordt er één vak gegeven, maar ook verschillende leerkrachten van verschillende vakken kunnen samen een geïntegreerde cursus geven. De leerkrachten PAV, Informatica en Nederlands bijvoorbeeld, zij werken geregeld samen een thema uit waarin alle drie de vakken aan bod komen om het zo interessanter te maken voor de leerlingen.”

“Twee of drie leerkrachten voor een klasgroep maakt écht een verschil.” ____________ directeur Marie-Christine Fiers

Maximale ontwikkelingskansen / 23


“Maar toen we met hen in gesprek gingen, bleek dat de meerderheid wilde verder studeren. Nu weten we uit cijfers dat de slaagkansen van bso-leerlingen aan de hogeschool bijzonder laag zijn. De kloof tussen beiden is te groot en de bso-leerlingen starten al met een leerachterstand. Met dit zevende jaar willen we zo veel mogelijk studenten de kans bieden om verder te studeren. Een gepassioneerd leerkrachtenteam leert hen leren, zodat ze met gelijke wapens aan het hoger onderwijs kunnen beginnen. Aangezien dit het eerste jaar is dat we dat zevende jaar organiseren, hebben we nog geen resultaten. Maar het feit dat alle leerlingen élke dag stipt op tijd in de les zijn en zich te pletter studeren, is al een bewijs van het succes.”

Samenwerking met HOGENT

“De ambities en motivaties zijn zeer hoog.” ____________ coördinator 7 VHO Matthias Van Den Bergh

Matthias Van Den Bergh, coördinator 7 VHO

“Pittig jaar” “Heel wat van onze leerlingen zijn door het watervalsysteem in de bso-stroom terechtgekomen, maar willen eigenlijk niet naar de arbeidsmarkt. Ze willen verder studeren. Het probleem is dat een bso-richting hen daar helemaal niet op voorbereidt. Daarom krijgen ze in dit zevende jaar acht basisvakken zoals Nederlands, Engels, natuurwetenschappen, economie, wiskunde... en beginnen ze vanop nul. In één jaar tijd moeten ze leerstof verwerken waar een tso-richting vier jaar over doet. Het is dus een heel pittig jaar! Toch zijn de meesten enorm gemotiveerd om hun diploma te behalen en verder te studeren. Vanaf dag één nemen we hen mee in een traject leercompetenties om te achterhalen welke studierichtingen bij hen passen. Daarbij baseren we ons volledig op hun talenten. Er zijn leerlingen die sociaal werk willen gaan doen, anderen businessmanagement en er is zelfs een leerling die rechten wil gaan studeren aan de universiteit. De ambities en motivaties zijn dus zeer hoog.”

24

Recente studies tonen aan dat de vooropleiding in het secundair onderwijs veruit de grootste impact heeft op het latere studiesucces van leerlingen. In dat kader heeft GO! handelsschool Aalst een samenwerkingsovereenkomst met Hogeschool Gent afgesloten voor de leerlingen van het laatste jaar Informaticabeheer. Directielid Jimi Bauwens: “Samen met hun vakleerkracht volgen de laatstejaarsstudenten het vak ‘Webapplicaties I’ aan de Hogeschool Gent op de stadscampus hier om de hoek. Net zoals de hogeschoolstudenten leggen zij het examen af en wie slaagt krijgt een credit van vier studiepunten voor het jaar nadien aan eender welke hogeschool. Die credit behalen zorgde bij de meeste voor een stevige intrinsieke motivatie. Mét resultaat, want dit jaar waren acht van de zeventien leerlingen meteen geslaagd.” Directeur Marie-Christine Fiers wijst hierbij op nog een kwestie in verband met gelijke onderwijskansen: “De hogeschool rekent 56 euro aan voor die vier studiepunten. Dat lijkt niet veel, maar voor veel van onze gezinnen is het niet evident om dat bedrag in september extra op te hoesten. Daarom schieten wij dat inschrijvingsgeld voor en verrekenen we dat, gespreid over tien maanden, via de maandelijkse schoolfactuur. We trekken ons gelijkekansenbeleid dus ook door op financieel vlak. Gezien onze zware OKI-score, weten we dat veel leerlingen het thuis niet breed hebben. Om ook financieel iedereen gelijke kansen te geven, letten we erop dat de kosten voor leerlingen en ouders beheersbaar blijven. Vaak zit dat in kleine dingen: we kopiëren bijvoorbeeld altijd recto verso en altijd in het zwart-wit, we maken geen nutteloze uitstappen en zoeken alternatieven voor het dure busvervoer. Onlangs haalden we een Europees project binnen zodat onze leerlingen volgend jaar gratis op buitenlandse stage kunnen. Geweldig toch?!”


Dorien D’Haese, leerkracht Nederlands

“Uitdagend, maar verrijkend” Sinds twee jaar staat Dorien D’Haese voor de klas met zowel reguliere leerlingen als leerlingen met een zware autismespectrumstoornis. Het feit dat het om een spectrum gaat, betekent dat er tussen de leerlingen onderling veel variatie is, gaande van leerlingen die veel autismesymptomen vertonen tot leerlingen waar je op het eerste gezicht niets aan merkt. “Het is verrijkend, maar ook uitdagend”, vertelt Dorien. “Leerlingen met een autismespectrumstoornis type 9 hebben veel extra zorg nodig, en die zorg sluipt overal in. Ze zijn bijvoorbeeld veel gevoeliger voor geur, geluid, licht en hebben nood aan veel structuur en routine. Te veel prikkels betekent te veel afleiding waardoor ze de les niet volgen en andere leerlingen storen. Leerlingen die bijvoorbeeld de hele tijd met een balpen zitten te prutsen, kunnen gebaat zijn met een Study Buddy. Dat is een houten plank die we rondom hen zetten om visuele prikkels uit te schakelen. We kunnen hen ook tangle teasers geven; een soort speelgoed à la spinners en fidgets waarmee ze zichzelf kunnen kalmeren en beter focussen.” Bij het begin van het schooljaar wordt er veel aandacht besteed aan de juiste omkadering van de leerlingen. Ook de reguliere leerlingen worden daar intens bij betrokken. Dorien: “De relatie tussen beide types leerlingen is zeer goed. De reguliere leerlingen hebben veel begrip en respect voor hun klasgenoten met een autismespectrumstoornis. Ze morren er bijvoorbeeld niet over waarom de OV4 type 9 leerlingen wél hun pet mogen aanhouden tijdens de les of naar muziek mogen luisteren, en zij niet. Ik ervaar die inclusieve aanpak als een verrijking voor alle leerlingen. Veel van de zaken die wij extra doen voor de OV4 type 9-leerlingen – meer structuur, werken met stappenplannen... – komen ook de reguliere leerlingen ten goede. Het is een win-win voor beiden.”

“Ik ervaar de inclusieve aanpak als een win-win voor alle leerlingen.” ____________ leerkracht Nederlands Dorien D’Haese,

25 25


“Heel blij dat ik de overstap heb gemaakt.” ____________

student 5de jaar Handel Lina Niemegeers

26


Veilige en respectvolle setting Dat GO! handelsschool Aalst volledig inzet op gelijke ontplooiingskansen voor alle jongeren, blijkt ook uit hun samenwerking met het Instituut voor buitengewoon secundair onderwijs De Horizon. GO! handelsschool Aalst biedt een warme thuis aan leerlingen met een zware autismespectrumstoornis, bekend als de OV4 type 9-leerlingen. Die jongeren zijn intellectueel normaal begaafd, maar hebben extra zorg nodig omdat ze gevoelig zijn voor prikkels. Op GO! handelsschool Aalst krijgen ze een aantal uur separaat les en een aantal uur volgen ze mee in de reguliere klas. Dankzij die aanpak kunnen ze, zoals het M-decreet voorschrijft, meedraaien in het reguliere onderwijs. Directeur Marie-Christine Fiers: “Gezien hun autismeproblematiek is het belangrijk dat zij zich hier veilig voelen. We doen er alles aan om een warm klimaat te creëren. Onze leerkrachten zijn speciaal opgeleid om met hen te werken, er is een stille speelplaats voor wie er nood aan heeft en aan het begin van het schooljaar dompelen wij alle leerkrachten en reguliere leerlingen onder in een prikkelruimte zodat zij aan den lijve kunnen ervaren hoe het voor een leerling met autisme is om acht uur per dag op de schoolbanken te zitten. Dat zorgt voor een beter begrip en respect voor die leerlingen.”

Lina Niemegeers, student 5de jaar Handel

“Altijd klaar voor een babbeltje” Lina Niemegeers kwam na een B-attest in een aso-richting op de GO! handelsschool terecht. Lina: “Ik was heel erg ontgoocheld dat ik niet langer in het aso mocht blijven. Eigenlijk wou ik in het derde middelbaar economie volgen, maar mijn toenmalige leerkrachten raadden me dat af; boekhouden zou niets voor mij zijn. Hier op GO! handelsschool Aalst staan de directie, leerkrachten en leerlingbegeleiding altijd klaar voor een babbeltje, voor psychologische steun, maar ook met concrete hulp bij een probleem. Ik ben trots op mezelf als ik zie hoever ik al ben geraakt. Ik ben voorzitter van de leerlingenraad, haal goede punten voor alle vakken en ben gemotiveerd om verder te studeren. Ik droom zelfs van rechten aan de universiteit! Kortom, ik ben heel blij dat ik de overstap naar GO! handelsschool Aalst heb gemaakt.”

Thema: gelijke onderwijskansen Ongelijke startposities in het onderwijs zijn jammer genoeg een gegeven. Dat is een uiting van ongelijke kansen, met name een ongelijke verdeling van financieel/materieel, sociaal, cultureel en menselijk kapitaal. De school heeft een belangrijke taak om deze ongelijke startpositie op te vangen en een schoolcontext te creëren opdat iedereen met gelijke kansen naar de eindstreep kan worden gebracht. Samen zetten we ons in om het sociaal, cultureel en menselijk kapitaal van de kansarme leerlingen en hun gezin te vergroten. Tevens moeten we in dat proces oog hebben voor de vele krachten, mogelijkheden en kansen die ook leerlingen uit lagere sociaaleconomische milieus in zich hebben. We denken daarbij aan de solidariteit die er leeft, hun overlevingsvaardigheden en draagkracht, hun echtheid en humor, hun zorgzaamheid en straatwijsheid, hun creativiteit en veerkracht… Het is aan ons om die sterktes, die draagkracht te bevorderen. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap draagt gelijke onderwijskansen hoog in het vaandel. Het is een belangrijk uitgangspunt dat beschreven staat in het pedagogisch project (het PPGO!). Voor het GO! zijn gelijke onderwijskansen een logische keuze. Dat doel zit van bij het ontstaan van het net ingebakken in het pedagogisch project. Samen met de GO! waarden, staat het PPGO! in een wederkerige relatie tot gelijke onderwijskansen: wanneer we het PPGO! en de GO! waarden in hun geheel realiseren, werken we tegelijk aan gelijke onderwijskansen en omgekeerd. Gelijke onderwijskansen creëren voor elke individuele leerling is een fundamenteel doel van alle GO! scholen. We streven ernaar om bij alle leerlingen het beste op cognitief en niet-cognitief vlak naar boven te halen. We willen dit bereiken door te focussen op talenten en door deze talenten maximaal te ontwikkelen in ons onderwijs, ongeacht de sociale herkomst van de leerlingen. Het GO! zet zich actief in voor gelijke onderwijskansen.

Maximale ontwikkelingskansen / 27


Leren van en met elkaar in GO! freinetbasisschool De Telescoop

1+1 = 3

“Als school kun je niet anders dan ambitieus zijn” ____________ directeur Rob Huijghe

O.l.v. Raymonda maakte het GO! een grote sprong op VI domeinen.

V

GEPERSONALISEERD SAMEN LEREN 28


GO! freinetbasisschool De Telescoop in hartje Laken evolueert sinds twee jaar weg van het klassieke onderwijs. Geleidelijk aan zet ze in op gepersonaliseerd samen leren waarbij leerkrachten en leerlingen van en met elkaar leren. Een succesverhaal dat de komende jaren wordt uitgebreid.

G

esticht in 2014 is GO! freinetbasisschool De Telescoop een relatief jonge school met een zeer uiteenlopende leerlingenpopulatie. 30 tot 40 procent van de leerlingen leeft thuis in armoede en 85 procent is anderstalig. “Dat zijn zaken waarmee je als school onvermijdelijk rekening moet houden als je jezelf tot doel stelt om zoveel mogelijk leerlingen zo ver mogelijk te brengen. Heel concreet hebben wij onszelf uitgedaagd om 80 procent van onze leerlingen gemiddeld acht op tien te doen behalen. Ja, dat is een vrij hoge grens, maar als school kun je niet anders dan ambitieus zijn”, zegt directeur Rob Huijghe. “In onze zoektocht naar de werkwijze om dat doel te bereiken was onze keuze snel gemaakt: afstappen van het klassieke onderwijs. Geen lesuren van vijftig minuten meer, geen leerkrachten die voor de klas staan te oreren, geen hokjesdenken. We bekijken voor ieder kind wat zijn of haar noden zijn en gaan daar heel specifiek op werken. Alleen zo kun je in korte tijd maximale leerwinst boeken.”

Geëngageerde leerkrachten De Telescoop startte met gepersonaliseerd samen leren voor de vakken Nederlands en wiskunde vanaf de derde kleuterklas. Volgend jaar komt daar wereldoriëntatie (WO) en sport bij. Volgens Rob begint alles met een geëngageerd leerkrachtenteam. “Gepersonaliseerd samen leren vereist leerkrachten die bereid zijn om veel van elkaar te leren, die elkaar feedback geven, die zich durven openstellen en de structuur die ze al jaar en dag gewend zijn los te laten. Vanuit die visie op leren vorm je samen met je collega’s een professionele leergemeenschap. Enkel als je samenwerkt, word je sterker en krachtiger. Onderwijs is voor mij dan ook de enige plaats waar één plus één gelijk is aan drie. Gepersonaliseerd samen leren is heel sterk doelgericht onderwijs. Leerkrachten moeten op elk moment van de dag weten waarmee hun leerlingen bezig zijn. Dat klinkt misschien evident, maar dat is het zeker niet. Vaak gebruiken leerkrachten handboeken die ze als een toneelstukje aflezen en op het einde van de les weten ze niet aan welk leerdoel ze gewerkt hebben. Dan is het moeilijk om te beoordelen of de kinderen al dan niet vooruitgang boeken op het stukje

dat ze moeten leren. De laatste twee jaar hebben wij heel hard ingezet om dat wat-, hoe- en waarom-verhaal helder te krijgen.”

Gedifferentieerd lesprogramma Waar in het klassieke onderwijs de leerkracht voor de klas staat en de kinderen na instructie dezelfde oefeningen maken, is dat bij De Telescoop niet langer het geval. Er wordt per kind gekeken naar zijn of haar leernoden en vervolgens een aangepast leerplan opgesteld. Rob: “Sommige kinderen gaan meteen alleen aan de slag, anderen werken in groepjes en nog anderen hebben extra uitleg van de leerkracht nodig. Sommige kinderen die sterk zijn in wiskunde bijvoorbeeld, hebben slechts twee oefeningen nodig om iets onder de knie te krijgen en zijn op tien minuten rond. Dan is het belachelijk om hen daarop verder te laten werken. Veronderstel dat het om anderstalige nieuwkomers gaat die baat hebben bij wat extra Nederlands, dan kunnen ze de vrijgekomen tijd besteden aan begrijpend lezen bijvoorbeeld.”

Data, data en nog eens data Weten waarmee je bezig bent, is cruciaal voor het succes van de leermethode, net als een ver doorgedreven analyse van de data. Rob: “Elk lesonderdeel dat we geven, monitoren we. Voor alle kinderen, van de derde kleuterklas tot en met het derde leerjaar, heb ik in één muisklik het overzicht van hun vorderingen per leerdoel voor wiskunde en Nederlands. Die data hebben we nodig om kinderen zeer fijnmazig bij te werken. Ik geef een voorbeeld. In januari merkten we dat de kinderen van het eerste leerjaar niet bijster goed scoorden op letterherkenning. Om dat probleem aan te pakken, deelden we hen op in kleine leesgroepjes, per werkpunt. Dus; alle kinderen die problemen hadden met een bepaalde tweeklank zaten samen, kinderen die moeilijkheden hadden met het verschil tussen ‘b’ en ‘p’ zaten samen... Elk groepje kreeg een leerkracht toegewezen die gedurende twee weken heel intensief met hen op dat probleem werkte. Wat bleek? Bij de hertoetsing achteraf haalden de kinderen gigantisch goede resultaten! Ook hun motivatie steeg zienderogen, want iets wat ze twee weken geleden nog niet kenden, lukte nu ineens wél. Het is een gigantisch leuke manier van werken, maar ze vraagt wel veel flexibiliteit. Flexibiliteit die je niet bereikt in zes lesuren van vijftig minuten waarin iedereen dezelfde oefeningen maakt. Door zo gericht met kinderen op bepaalde doelen te werken, bereik je in heel weinig tijd fenomenale resultaten. Dat is het leren van de toekomst.”

Executieve vaardigheden Vandaag draait gepersonaliseerd samen leren binnen De Telescoop vooral rond maximale motivatie en maximale leerwinst. Vanaf volgend jaar zal de school extra inzetten op het aanleren van executieve vaardigheden. Rob: “Een van de belangrijkste zaken in het leerproces is dat kinderen uiteindelijk het leerproces in eigen handen nemen. We werken volgens het GRIMM-instructiemodel waarbij de leerkracht geleidelijk, stap voor stap de verantwoordelijkheid van de les bij de leerling legt. Kinderen moeten beseffen dat zij een belangrijke partner zijn in het leerproces, dat het

1 + 1 = 3 / 29


“?????????” ____________

zorgondersteuner Marilyn

grotendeels van hen afhangt of ze er al dan niet zullen geraken. Op die zelfstandigheid gaan we volgend jaar hard inzetten want kinderen hebben die zelfsturende vaardigheden nodig om samen aan de slag te gaan.”

Teamteaching Marilyn Defraine staat al 22 jaar in het onderwijs en is sinds twee jaar zorgondersteuner in De Telescoop. Haar specialiteit is wiskunde, maar door haar jarenlange ervaring springt ze bij in alle klassen en alle lessen. Marilyn is heel positief over de nieuwe aanpak van de school: “Wij zijn een schoolvoorbeeld van teamteaching. Wij halen geen kindjes apart uit de klas, maar werken samen in de klas. Ook in de leraarskamer praten we elkaar steeds bij over wat er gebeurt in de klas. Die veiligheid en openheid is hier wel. Wij hebben een schoolcultuur van samenwerken met de leerlingen als centraal punt. Elke leerkracht wil zo veel mogelijk leerwinst behalen en wanneer iemand daarbij vastloopt dan staat er een collega paraat. Dat is een van onze sterktes en ook de reden waarom onze aanpak zo goed werkt.”

30

LIST LIST, wat staat voor Lezen IS Top, is een project dat kinderen wil stimuleren tot lezen door hen boeken te laten kiezen die passen bij hun niveau. Het programma past perfect binnen gepersonaliseerd samen leren. Marilyn: “Elke lesdag starten wij met veertig minuutjes lezen. Zodra de ochtendbel rinkelt, gaan de kinderen naar hun leesgroepje op basis van hun AVI-niveau. Het is dus perfect mogelijk dat een kind uit het tweede leerjaar samenzit met een kind uit het vijfde leerjaar. Afhankelijk van hun niveau lezen ze in stilte, per twee of onder begeleiding van de leerkracht. Elke LIST-les start met een voorleesmoment en een paar keer per week verwerkt de leerkracht daar een miniles in. Dat gaat over hoe je een boek kiest, wat de schrijver met het boek wil vertellen, wie het hoofdpersonage is... Tijdens het lezen lopen de leerkrachten rond en voeren ze korte leesgesprekken met de kinderen en checken ze of ze de miniles begrepen hebben. Afsluiten gebeurt gezamenlijk met een gesprek, boekreclame of zelfevaluatie. Die sociale context is zeer belangrijk binnen gepersonaliseerd samen leren. We geven een stevige doelgerichte instructie en vanaf dan is het aan de kinderen om samen kennis te construeren. Het is aan hen om verbanden te leggen, oplossingen te zoeken voor problemen waarop ze botsen, etc.”


Leerplein De Telescoop hanteert in het eerste en tweede leerjaar voor wiskunde het ijsbergmodel waarbij een effectieve instructie (goed lesgeven) aan doelgerichte zorg wordt gekoppeld. Marilyn: “Leuk aan dat model is dat we de autonomie van de kinderen gradueel opbouwen terwijl de autonomie van de leerkrachten tegelijk afneemt. Eens de kinderen per twee met de instructie aan de slag gaan, lopen de leerkrachten rond in de klas en observeren ze wie er goed en minder goed mee weg is. De kindjes die zelfstandig kunnen werken gaan in de volgende fase alleen aan de slag, de andere komen aan de verlengde instructietafel en krijgen een extra instructie. Zo hebben we vier lessen rekenen per week in het eerste en tweede leerjaar. Daaraan gekoppeld hebben we ook nog eens vier momenten leerplein waar de kinderen gaan automatiseren wat ze geleerd hebben. Ze werken op hun eigen niveau, maar mogen wel elkaar helpen en versterken. Sinds kort gebruiken we daarbij ook tablets. Dat is een zegen want de tijd die kinderen zelfstandig op de tablet werken, kan de leerkracht gebruiken om met andere kinderen in kleine groepjes te werken. Dankzij BookWidgets kunnen we snel hun resultaten analyseren en meteen hun oefeningen voor de volgende dag bijsturen. De kinderen kunnen ook zelf checken hoeveel en welke fouten ze maakten en zo leren waarom ze die gemaakt hebben.”

Leerlingen Salman (8) en Arthur (7) Arthur en Salman zijn klasgenootjes in het derde leerjaar en gaan beiden graag naar school. Salman vindt de lessen ‘Ik verken de wereld’ het leukst: “Elke dinsdag hebben we de hele namiddag zelfstandig werk. Dan mogen we allerlei dingen onderzoeken die we zelf interessant vinden. Zo had iemand onlangs een spin gevonden en meegebracht naar de klas. Ik wou graag weten of spinnen kunnen overleven in de sneeuw en dus hebben we dat getest. En nee hoor, spinnen gaan niet dood in de sneeuw.” Arthur vindt dan weer de lessen leerplein het leukst. “Ik vind het tof dat we met de iPad mogen werken. Sommige oefeningen zijn op tijd, andere niet. En als je klaar bent, mag je zelf je fouten nakijken zodat we die geen tweede keer meer maken. Wanneer ik klaar ben met de oefeningen krijg ik héél moeilijke raadsels. Die probeer ik samen op te lossen met een compagnon. Dan moeten we echt serieus ons brein breken. Dat is leuk, want soms weet ik iets en soms weet mijn compagnon iets.”

Gepersonaliseerd samen leren heeft een centrale plaats in het Strategisch Plan GO!2030. De poolstervisie luidt immers: het GO! wordt dé favoriete leergemeenschap, voor iedereen gepersonaliseerd, spiegel en bouwsteen van de samenleving. Het is ons pedagogisch-didactische antwoord op de uitdagingen die de 21ste eeuw aan ons onderwijs stelt.

Gepersonaliseerd samen leren betekent voor het GO! dat we met élke leerling maximaal rendement beogen op het vlak van leervermogen, leerwinst en leermotivatie. Dat verwezenlijken we met doelgerichte differentiatie én het systematisch aanleren van zelfsturende vaardigheden. Bovendien vindt het leren altijd plaats in een sociale context. Leraren en leerlingen leren van en met elkaar en sturen in toenemende mate samen het leerproces aan.

1 + 1 = 3 / 31


GO! middenschool van Brugge is een laptopschool

De toekomst is digitaal “Nadat de lockdown werd afgekondigd, hebben we welgeteld één dag geen les gegeven. Op dinsdag werden alle leerlingen om 8.30 uur voor hun laptop verwacht” ____________ directeur Rob Jonckheere O.l.v. Raymonda maakte het GO! een grote sprong op VI domeinen.

VI

DIGITALISERING 32


In sommige scholen veroorzaakte de coronacrisis een digitale aardverschuiving, maar niet zo voor de GO! middenschool in het historische hart van Brugge. Die mag zich sinds 2019 een laptopschool noemen. “Een uurtje ICT per week, dat krijg je niet meer uitgelegd”, zegt directeur Rob Jonckheere.

“N

adat de lockdown werd afgekondigd, hebben we welgeteld één dag geen les gegeven. Op dinsdag werden alle leerlingen om 8.30 uur voor hun laptop verwacht. De keuze voor digitaal onderwijs is toen onze redding geweest”, vertelt directeur van de GO! middenschool Rob Jonckheere. “Vroeger had je een uurtje per week ICT. Dan moest de informaticaleerkracht het lokaal reserveren en tegen het moment dat alle computers waren opgestart, ging de bel alweer. Dat krijg je anno 2021 niet meer uitgelegd. Digitaal is de toekomst, of je nu advocaat, verpleger of verkoper wordt.”

Neuzen in dezelfde richting Niet dat de school anticipeerde op een globale pandemie waardoor iedereen ‘in zijn kot’ moest blijven. Het idee ontstond nadat de nieuwe eindtermen werden goedgekeurd. Die besteden veel aandacht aan ICT, mediawijsheid en computationeel denken, dus nam de school de ingrijpende beslissing om digitaal te gaan. “Alle leerlingen van de eerste graad startten in 2019 hun schooljaar met een laptop en dat wordt volgend jaar doorgetrokken naar de tweede graad in GO! atheneum Brugge.” Dat klinkt allemaal erg goed, maar loop je zo niet het risico een school voor de happy few te worden? “Daar waren we ons heel sterk van bewust. We besloten daarom met een afbetalingsplan van twintig maanden te werken. Dat maakt het voor iedereen betaalbaar. De laptop gaat mee naar huis en dat kan in sommige gezinnen echt een verschil maken. De leerling moet de computer niet langer met broers of zussen delen en voor ouders die nog geen pc hadden, gaat er een nieuwe wereld open. Iedere leerling krijgt ook dezelfde laptop. Hier vind je geen Apple MacBook Pro, maar ook geen derdehands exemplaren. Gelijke kansen voor iedereen.”

Krijt verbannen Maar laptops en digiborden mogen nog zo flashy zijn, het blijven nutteloze voorwerpen zonder enthousiaste leerkrachten die alles eruit halen wat erin zit. Daarvoor is ondersteuning nodig. “Je verbant krijt en balpen niet van de ene dag op de andere”, legt Rob Jonckheere uit. “Zo’n beslissing neem je samen met het team. Alle neuzen moeten in dezelfde richting staan. En als school moet je in de nodige tijd en opleiding voorzien om de collega’s te laten proeven van de vele tools, en de ruimte laten om fouten te maken. In drie jaar tijd heb ik gezien hoe de mindset volledig veranderd is.” Ook het GO! trekt voluit de digitale kaart. Samen met Smartschool werd de GO! navigator ontwikkeld. Daarmee kan je de nieuwe leerplannen raadplegen, ondersteunende informatie vinden en een schooleigen curriculum opstellen. Op de website van het GO! vind je ook heel wat informatie over de verschillende digitale middelen. “De GO! navigator is een mooi instrument waarmee je veel tijd kan winnen zodra die in je eigen school op punt staat”, aldus directeur Jonckheere.

Geen excuus meer De traditionele cursus blijft echter bestaan. Sommigen leren nu eenmaal beter op papier. Digitalisering vormt geen doel op zich, maar is een aanvullend hulpmiddel om nieuwe leerstof te geven en in te oefenen. Ook feedback geven en evalueren verloopt steeds vaker digitaal. ‘Ik heb mijn cursus niet mee’ is niet langer een excuus, en ouders worden dankzij het online puntenboek op de hoogte gebracht van het resultaat van zoon- of dochterlief. “In elk klaslokaal staat een camera waardoor de lessen kunnen worden gefilmd”, legt de directeur uit. “Dat is tijdens de lockdown, maar ook daarna erg nuttig gebleken. Moet iemand in quarantaine? Geen probleem, hij of zij kan vlotjes de les volgen. Onlangs moest een jongen naar de orthodontist. Zijn vader vroeg of hij de les mocht volgen vanuit de wachtzaal om zo weinig mogelijk leerstof te missen. Voor ouders is het bovendien leuk om via de camera eens te kunnen binnenkijken in de klas. De reacties zijn enorm positief.” Maar een doorgedreven digitalisering vergt ook heel wat technische rompslomp. Je kan niet telkens de ICT-leraar roepen als een computer het laat afweten. “In de GO! middenschool hebben wij daarom een halftijdse ICT-coördinator in dienst”, zegt directeur Jonckheere. “Net zoals een conciërge het gebouw onderhoudt, staat die in voor het digitale luik van de school. Leerlingen durven al eens hun laptop dichtklappen met hun oortjes ertussen waardoor het scherm hersteld moet worden, en ook het netwerk hapert soms. Zelfs in de refter gebeurt al veel digitaal. Structurele ondersteuning is daarom onontbeerlijk voor een mo-

De toekomst is digitaal / 33


derne school. Onze scholengroep zet daarop in en ook het GO! heeft dit altijd bepleit. Want een digitale transformatie gaat om zoveel meer dan alleen laptops kopen”, besluit Rob Jonckheere. DREMPELS OVERWINNEN MET KAHOOT Leerkracht Jolijn Goedgebuer is al helemaal mee in het digitale verhaal. “Ik geef geschiedenis in het Engels (CLIL – Content Language Integrated Learning) en mijn cursus is zeer visueel ingesteld. Als een leerling iets niet begrijpt, dan helpt Google afbeeldingen hen op weg. En dankzij herkenbare aanklikbare icoontjes in de oefeningen van BookWidgets zijn er altijd hulplijnen voorhanden.” Werken als leerkracht in een laptopschool heeft volgens Jolijn tal van voordelen. “Je hoeft geen dure kopieën te maken of nieuwe boeken te kopen telkens als je iets nieuws wil uitproberen. Sommige vragen worden automatisch verbeterd waardoor je meer tijd hebt om uitvoerig feedback te geven, en differentiëren gaat ook gemakkelijker. Terwijl ik uitleg geef aan leerlingen die iets niet begrijpen, worden zij die de leerstof goed beheersen, uitgedaagd met extra oefeningen.” Maar kinderen zijn geen robots. Digitaal onderwijs betekent niet vijftig minuten oefeningen maken op de computer. Het moet hen helpen om de leerstof te verwerken. Met behulp van gratis online tools zoals Canva of Kahoot speelt Jolijn met boeiende lesvormen zonder aan inhoud in te boeten. En ze ziet dat het werkt. “Spreken in een vreemde taal is niet altijd gemakkelijk. Maar giet de leerstof in een Kahoot-quiz en die drempel valt weg. Leerlingen worden dan plots verbazend competitief”, lacht ze.

Collega’s mee in bad trekken Als STEM- en ICT-leraar volgt Andy Gevaert de technologische ontwikkelingen op de voet. Hij trekt regelmatig naar het fablab waar hij kennismaakte met 3D-printers en lasercutters. In al zijn enthousiasme slaagde hij erin de directeur te overtuigen om een exemplaar van elk te kopen. “Voor de STEM-vakken is dat essentieel”, meent Andy. “Je kan leerlingen wel de theorie voorschotelen, maar het dringt pas echt tot hen door wanneer ze ermee aan te slag moeten. En daarvoor hebben ze nu eenmaal ook een computer nodig.” Toen hij vernam dat, Digitale geletterdheid en mediawijsheid, een van de sleutelcompententies zou worden in de nieuwe eindtermen, sprak hij met de directeur over de aankoop van computers. Alles raakte in een stroomversnelling en in 2019 was de GO! middenschool officieel een laptopschool. “Het helpt om enkele trekkers de vrijheid te geven om te experimenteren”, zegt Andy. “Zij kunnen collega’s mee in bad trekken, hen enthousiasmeren en opleiding geven. In de lerarenkamer worden heel veel tips en tricks uitgewisseld. Iedereen leert nog elke dag bij.” Ook in de GO! middenschool is de digitale transformatie nog lang niet ten einde.

34

“Spreken in een vreemde taal is niet altijd gemakkelijk. Maar giet de leerstof in een Kahoot-quiz en die drempel valt weg.” ____________ leerkracht Jolijn Goedgebeur


“Heel handig” Kaat (2de jaar Economie en Organisatie) komt elke dag van Blankenberge naar Brugge. “Mijn ouders hebben bewust voor deze school gekozen, en ik ben heel blij met hun keuze”, lacht ze. “Computers zijn de toekomst. Als je je cursus bent vergeten, kan je die gewoon online opzoeken via de website van de uitgever en een toets online maken vind ik leuker dan op papier. Tijdens de lockdown was het ook heel handig om een eigen laptop te hebben”, meent Kaat. Ook Jérome (1ste jaar Klassieke Talen) ziet ook niets dan voordelen aan een eigen laptop. “Je kan je agenda niet meer vergeten, want alles is terug te vinden via Smartschool. Ook mijn boekentas weegt minder zonder al die cursussen. En als ik iets niet begrijp, kan ik het meteen zelf opzoeken.”

GEPERSONALISEERD SAMEN LEREN Het GO! onderwijs zit volop in een digitale transformatie en het digitaal (afstand)sleren is voor scholen – zeker sinds het uitbreken van de coronacrisis – geen onbekend terrein meer. Ook in ons strategisch plan speelt digitalisering een grote rol. De interesse voor digitale hulpmiddelen die de leerkracht kunnen bijstaan om het onderwijsleerproces vorm te geven, is niet nieuw. De laatste jaren nam het digitale speelveld steeds meer plaats in. Grotere en kleinere spelers werkten de mogelijkheden van de administratieve en didactische kant vervolgens uit. De coronacrisis gaf de digitalisering een ongeziene boost. Of we straks kunnen spreken van een digitale transformatie moet nog blijken, maar het onderwijslandschap ontdekt in sneltempo de mogelijkheden van digitale ondersteuning. Dus wordt ook het aanbod in ondersteunende materialen alsmaar groter. We spreken over en werken in adaptieve omgevingen, en dromen over uitgebreide mogelijkheden van artificiële intelligentie. Maar bovenal hebben we gezien dat digitale middelen een meerwaarde vormen in elke fase van het leerproces. Ze helpen bij het geven van instructies, maar ook bij het inoefenen van leerstof en zelfs tijdens evaluaties. Ook in de feedcyclus kunnen digitale leermiddelen de effectiviteit van een leerproces verhogen.

Hulpmiddel en uitdaging tegelijk De extra mogelijkheden van deze tools vormen tegelijk een uitdaging voor de vorm van het leerproces en de organisatie van het curriculum. Blended learning heeft ook in onderwijs een vaste stek veroverd, flipped classroom wordt steeds vaker een strategie bij het uittekenen van een leerproces. De interesse voor leerpaden, leermixen of leersporen biedt nieuwe mogelijkheden binnen verschillende leerplatformen. Het GO! gaat voor ‘gepersonaliseerd samen leren’. Binnen deze visie op leren onderscheiden we vijf bouwstenen die elk een fundamenteel onderdeel van de visie vormen. We zien dat de digitalisering alvast bij drie bouwstenen een grote hulp kan zijn. Het biedt meer mogelijkheden om doelgericht te differentiëren in de lessen en maakt plaats- en tijdsonafhankelijk werken mogelijk.

“Mijn boekentas weegt minder zonder al die cursussen. En als ik iets niet begrijp, kan ik het meteen zelf opzoeken.” ____________ Jérome

De toekomst is digitaal / 35


Onder de noemer ‘Morgen maken we samen’ zet het GO! in op toekomstgericht onderwijs.

11.000 GO! leerlingen vieren samen de 30ste verjaardag van het GO! in de Lotto Arena. Een unieke belevenis voor iedereen!

24 op 7 paraat om journalisten te woord te staan.

36


Onze leerlingen, daar doen we het voor! Wie op dezelfde verdieping als Raymonda werkte, hoorde meermaals per dag haar lach door de ruimte schallen. Positiviteit die zonder meer besmettelijk werkte.

Onder Raymonda’s leiding blijft het GO! zijn marktaandeel vergroten. Steeds meer ouders en hun kinderen kiezen voor het pedagogisch project van het GO!.

Gelijke onderwijskansen voor élk kind: dat is Raymonda’s missie.

37


Raymonda’s inzet voor het GO! is tomeloos. Maar in een luchtballon krijgen we haar geen tweede keer. ;-)

Samen leren samen lezen.

38


Education is one of the blessings of life and one of its necessities.

Samen leren samenleven doe je niet in je … eendje. (Vernieuwd PPGO! 2016)

Met GO! for life zamelden we honderdduizenden euro’s in voor verschillende goede doelen.

39


“Raymonda was voor mij als minister van Onderwijs steeds een warme compagnon de route. Haar flair, haar expertise, haar warme persoonlijkheid waren een voorbeeld voor veel mensen in het onderwijsveld. Ze was een bruggenbouwer en een bron van inspiratie. Met ‘Samen leren samenleven’ zette ze de voorbije jaren het pedagogisch project van het GO! op scherp en bood ze alle medewerkers van het GO! een vernieuwde inspiratie voor de komende jaren. Als afgevaardigd bestuurder bleef ze strijden voor de belangen van élke leerling, van élke leerkracht. Nog voor er eindtermen rond burgerschap waren, had Raymonda al een vak burgerschap geïntroduceerd in het GO!. Het was fijn om als minister van Onderwijs zoveel daadkracht te zien.” Hilde Crevits Viceminister-president Vlaams minster van Onderwijs (2014-2019)

“Raymonda kan niet wegsteken dat ze zelf ook voor de klas heeft gestaan. Je merkt dat aan haar enorme voeling met het werkveld. Maar je merkt het ook aan haar prioriteiten. Heel wat mensen die hoog opklimmen in een hiërarchie gaan de machine voorop zetten: ze beginnen institutioneel te denken. Voor Raymonda is de leerling altijd centraal blijven staan. Voeg daar aan toe dat ze enorm aimabel is, dat ze altijd meezoekt naar oplossingen, dat ze enorm geliefd is bij haar mensen en dat ze ook nog eens iemand is die graag geniet van het goede leven, en het is wel duidelijk dat ik heel graag met haar heb samengewerkt en dat ik haar ga missen.” Ben Weyts Vlaams minister van Onderwijs (sinds 2019)

“Het zijn vaak die extra dingen, die spontane initiatieven die het verschil maken. Voor de leerlingen én voor jezelf. Als je bijvoorbeeld ziet hoe dolgelukkig de kinderen zijn, wanneer de bloemetjes uitkomen, die ze zelf geplant hebben, dan ben ben ik zelf ook dolgelukkig!” leerkracht Jakoba

40

“Ik ken Raymonda al lang en heb het parcours dat haar uiteindelijk bracht tot aan de leiding van het GO! met bewondering gevolgd. Maar de meest intense samenwerking dateert uit de periode waarin zij als afdelingshoofd verantwoordelijk was voor de studietoelagen die het departement onderwijs toekende aan studenten, scholieren, en – door een hervorming waar Raymonda ook de hand in had – kinderen in het kleuteronderwijs. Raymonda combineerde ambitie, een groot sociaal hart en een praktische geest, wat het perfecte recept was om een moeilijke hervorming tot een goed einde te brengen. Met dezelfde ambitie en sociale gedrevenheid nam ze de leiding van het GO! in handen, wat zich vertaalde in tal van grote en kleine projecten waar onderwijsvernieuwing en aandacht voor de minst kansrijke leerlingen hand in hand gingen. In alle verantwoordelijkheden die ze opnam was Raymonda een echte civil servant: een dienaar van het algemeen belang. We zijn haar daar zeer erkentelijk en dankbaar voor!” Frank Vandenbroucke Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Vlaams minster van Onderwijs (2004-2009)


“Diversiteit gaat me na aan het hart. Ik vind het niet alleen belangrijk dat iedereen in zijn waarde wordt gelaten, maar ook echt ‘gezien’ wordt in mijn klas.” leerkracht Jyoti “Als zij-instromer starten in het onderwijs is niet evident. Maar mijn collega’s en directie zijn een grote steun. Ze tillen mij echt op, geven waardevolle tips over het omgaan met leerlingen. En zij leren ook veel van mij.” leerkracht Roby

“‘Het mooiste wat je een kind kan geven is onderwijs.’ Het is een quote die regelmatig opduikt in het onderwijsveld. Een krachtige boodschap neergeschreven in tien woorden. Zelf zou ik daar nog drie woorden aan willen toevoegen: ‘en gelijke kansen’. Zo wordt de boodschap nog vollediger. En dat geeft me meteen ook een opstapje om terug te kijken naar het werk van Raymonda dat in mijn beleving exact samenvalt met deze dertien woorden. Als minister van onderwijs hebben we intensief samengewerkt. Denk maar aan de oplossingen die we hebben gezocht voor het capaciteitsprobleem in de scholen of de hervorming van het secundair onderwijs om maar enkele dossiers te noemen. Raymonda drukte haar stempel op vele onderwijsdossiers en besefte de uitdagingen waar het onderwijs voor staat. Tegelijkertijd bleef ze werken aan de versterking van haar geliefde GO!. De sleutels van het huis worden nu overgedragen. Het huis is stevig, dat heb ik gezien. Geniet van de mooie tijd die nog voor jou ligt.” Pascal Smet minister van Onderwijs en Vorming (2009-2014)

“Om ervoor te zorgen dat de leerlingen écht snappen wat we gezien hebben, knoop ik vaak aan bij hun leefwereld. Bij hun PlayStation bijvoorbeeld. De manier waarop zo’n PlayStation werkt, hoe de software in elkaar zit, is uiteindelijk allemaal gebaseerd op wiskunde.”

“Ik vind mijn collega’s heel belangrijk. Ik zie hen graag lesgeven, en vind het super dat we elkaar kunnen inspireren en bijsturen waar nodig. Zo maken we elkaar steeds beter. Lesgeven doe je bij het GO! al lang niet meer alleen op je eilandje. Het is een gedragen verantwoordelijkheid.”

leerkracht Serkan

leerkracht Olivier

41


Raymonda wil voor een bezoek aan de scholengroepen graag haar lievelingsjurkje dragen. Leid jij haar door het doolhof? Altijd piekfijn. Nooit in dezelfde outfit. Zo verscheen Raymonda al die jaren telkens op het appel. De verrassing ‘welk jurkje ze nu weer zou dragen?’, werd een deel van ‘het merk’ Raymonda.

Raymonda zal speechen op een GO! congres en zoekt de juiste outfit. Help jij haar?

42


Zoek de vijf verschillen

Lengte jurk, horloge, jurk onder hals, sjaal streepjes, sjaal kleur

Raymonda heeft jurken in alle kleuren. Kan je ze hieronder terugvinden? We zoeken enkel horizontaal en verticaal.

O R A N J E N T

A O P P T N A U

D O P A A R S R

I D E S K S E Q

C K L T Z W E U

Y A B R U I N O

A A L O A T B I

A M A U V E A S

N Q U P A M L E

P Z W A R T C B

E R Z V E A A O

O S E F Q B D R

G E E L B Y M D

M E G I R R I E

C A R X U O U A

A H O T I Z M U

Z R E O N E P X

V I N D I G O R 43


maken Samen onderwijs aake nwseijns m ka kenn en m m Sa er d n o en Sam ken Samen kansen ma

Steun de GO! foundation op Steun de www.gofoundation.be GO! foundation op www.gofoundation.be

Schermen voor gelijke kansen Dankzij jouw duwtje maken kinderen de digitale sprong Schermen voor gelijke kansen

Met de eerste campagne ‘Schermen voor gelijke kansen’ wil de GO! foundation fondsen

Dankzij jouw duwtje maken kinderen de digitale sprong werven om alle kinderen gelijke digitale kansen te bieden. Alle ingezamelde bedragen gaan digitalecampagne projecten van de scholen diegelijke de leerlingen goede komen . Metnaar de eerste ‘Schermen voor kansen’rechtstreeks wil de GO!ten foundation fondsen

werven om alle kinderen gelijke digitale kansen te bieden. Alle ingezamelde bedragen gaan naar digitale projecten van de scholen die de leerlingen rechtstreeks ten goede komen.

44

www.gofoundation.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.