6 minute read

De teloorgang van het wonder op wielen

Ooit stond de auto voor vrijheid en avontuur, nu zorgt ’ie voor verpeste binnensteden, CO2, fijnstof en de verdozing van het landschap. In een museum vol carrosserieën brengt Olaf Mooij die geschiedenis tot leven. WIDO SMEETS ging kijken. ‘Ja graag, vertel me alles. Mail me op smalldickenergy@getalife.com’

Ze bestaan nog, mensen die aan hun auto een gevoel van vrijheid ontlenen. Die zich laven aan de geur van leer, metaal en benzine, en de stress van zich af voelen glijden als het portier achter ze dichtvalt. Die zingend achter het stuur zitten terwijl een door groene heuvels slingerende weg zich voor hen uitstrekt.

Advertisement

Toen autorijden nog pionieren was, droegen ze leren helmen, die mannen, vrijwel altijd waren het mannen, met puntsnorren, stofbrillen en handschoenen met minuscule gaatjes. Als de motor knalde en de uitlaat grote wolken vrijgaf, tikten ze zachtjes op het dashboard en verdwenen hortend en stotend uit het zicht.

Die romantiek van de auto ligt een tijdje achter ons, net als het in commercials nog steeds beleden gevoel van vrijheid. Het is inderdaad niet meer dan een gevoel. Hoe vrij ben je als je je op een wegennet begeeft met bermen vol ge- en verboden. Hoe vrij ben je als je weet dat je afhankelijk bent van tankstation of laadpaal. Hoe vrij ben je als het ding onverhoopt dienst weigert door een mysterieus mankement van mechanische of elektronische aard?

Het is de zelfrijdende auto die de laatsten der romantici definitief uit hun droom zal laten ontwaken. De stinkende verbrandingsmotor reïncarneert als een door elektriciteit of waterstof gevoede, zich fluisterend voortbewegende robot, een scenario waarin de stoere automobilist van weleer zichzelf terugvindt als een achter zijn mobieltje inkakkende passagier.

Laat onverlet dat de auto meer dan een eeuw heeft geappelleerd aan de verbeelding van - vooral - mannen. Ook de kunstenaars onder hen lieten zich inspireren door het wonder op wielen. ‘Een raceauto is mooier dan de Nikè van Samothrake’, schreef dichter en beeldenstormer Filippo Tommaso Marinetti in zijn Futuristisch Manifest (1909). Hij verwees bestaande waarden en tradities naar de vuilnisbelt van de geschiedenis, en verheerlijkte alles wat nieuw, modern en snel was – inclusief de oorlog, die ziedende smederij van de dood waar die nieuwe dynamiek zo goed van pas kwam.

Vanuit hun eigen individuele perspectief hielden ook Jean Tinguely (1925-1991), Panamerenko (1940-2019) en Shinkichi Tajiri

(1923-2009) zich bezig met de dynamiek van de nieuwe tijd. De Nikkelen Nelis-achtige machines van Tinguely ogen als een knipoog naar de machine als piepen en knarsend orgelpunt van de samenleving; onder de streep is zijn ‘wagenpark’ een onversneden karikatuur van de technologische vooruitgang. De Vlaamse Panamerenko ontwierp een squadron van even indrukwekkende als absurde aan de zwaartekracht ontsnappende bouwsels.

Tajiri ging in zijn Machines op zoek naar de aaibare esthetiek van de dood en verderf zaaiende oorlogsmachines.

Er zijn weinig vindingen die zo’n invloed hebben gehad op ons bestaan als de auto. Plukten we er in de eerste halve eeuw vooral de vruchten van, vanaf de jaren zeventig zijn

DE NIEUWE UTOPIE: STEDEN ZONDER AUTO’S

Olaf Mooij is niet de enige kunstenaar in Autopia. Er is ook nog Jan Kamensky (Hamburg, 1987) met zijn niet te missen animaties waarin hij door autogebruik verpeste binnensteden stapsgewijs verandert in oases van groen, rust en schone lucht. In een claxonloos wandelparadijs met alleen blije mensen kuieren snuffelende honden voorbij en schieten naar hartenlust capriolen makende vogels door het zwerk. Kamensky’s films zijn een aubade aan een nieuwe utopie: een van auto’s ontdane binnenstad.

de schaduwkanten zwaarder gaan wegen. In 1950 werden per jaar 15 miljoen auto’s gebouwd, intussen zijn het er meer dan 100 miljoen. Een op de twee Nederlanders, kinderen en zuigelingen meegerekend, heeft een auto.

De vooruitgangsmythe van de man en zijn machine zijn de afgelopen decennia opgegaan in een wolk van CO2 en fijnstof. Wereldwijd sterven er acht miljoen mensen per jaar door vervuilde lucht. Fijnstof en de rond dwarrelende microplastics van banden bemoeilijken in Nederland het bestaan van 1,2 miljoen longpatiënten.

Ook in het publieke domein zijn de consequenties enorm. Neem de ruimte die kinderen nog hebben om vrij te bewegen. Spelen op straat bestaat niet meer. Als ze onderweg zijn, zitten ze op de achterbank van een auto – of in de bak van een door hun moeder bestuurde Urban Arrow.

De wereld van volwassenen wordt beheerst door automobiliteit. Veertig procent van de werkgelegenheid bevindt zich langs snelweglocaties; de verdozing die daar intussen absurde vormen aanneemt, heeft alles te maken met de bereikbaarheid van (vracht)auto’s. In twaalf jaar Rutte is de ooit zo vermaarde ruimtelijke ordening in Nederland verbrijzeld ten faveure van de auto, als de onomstreden drager van onze vooruitgang.

Eind jaren zeventig wandelde Anne Berk in Amsterdam over het talud waar de Ringweg A10 werd aangelegd. Vandaag rijden er, net als gisteren en morgen, 170.000 auto’s overheen. Berk, samenstelster van de tentoonstelling Autopia in Museum

De Domijnen in Sittard, kreeg astma door het fijnstof en de microplastics; anno nu neemt ze de fiets waar het kan, en de trein als nodig.

Autopia is gebaseerd op het oeuvre van Olaf Mooij (Rotterdam, 1958) die zijn kunstenaarschap heeft gewijd aan de auto. Mooij is geen moralist. Zijn werk is rijk aan tonen en humoristisch - zonder de ogen te sluiten voor de impact van de inmiddels honderden miljoenen wonderen op wielen op onze leefomgeving.

Met de aan de buitenkant gecapitonneerde Chesterfield Car (2004) benadrukt Mooij de erotische kanten van de auto; geen mens die er met zijn vingers vanaf kan blijven. Wat trouwens ook het geval is bij zijn Model Hair Cars (2002-4), auto’s met een enorme pruik op het dak.

We aanbidden de auto, als een heilige koe, waarvoor alles moet wijken. De auto definieert je status en je identiteit; toon me je auto en ik zeg je wie je bent. De auto vertelt hoe je je wil manifesteren, en hoe je over jezelf denkt. Een recent voorbeeld daarvan leverde voormalig kickbokser

Andrew Tate in een snoeverige tweet over zijn sportwagens aan klimaatactiviste Greta Thunberg. ‘Bezorg me alsjeblief je emailadres zodat ik je een volledige lijst van mijn autoverzameling kan doorsturen met hun respectieve enorme uitstoot.’

Thunbergs reactie was kort en doeltreffend: ‘Ja graag, vertel me alles. Mail me op smalldickenergy@getalife.com’

Vertrekkend vanuit concepten als vrijheid en vooruitgang helt Autopia gaandeweg over naar de minder florissante, om niet te zeggen destructieve effecten van de auto. Wat is het wat we aanbidden, als we de auto zo centraal stellen in ons leven? In Temple of Doom (2011) zet Mooij drie VW-Kevers, rustend op hun achterwerk, tegen elkaar op. Er ontstaat een gebedsruimte met een atrium; op de plaats van het altaar staat een glazen cilinder met de startkabels van een auto op sterk water – als een navelstreng.

Mooijs Museum van de Carcheologie (2017) geeft een idee, beter: tal van ideeën, wat de auto zal achterlaten aan latere generaties, als relieken van een teloorgegane tijd.

Ook hier wordt de auto gepresenteerd als levend organisme. Het museum belicht kever-eieren op sterk water, in weckpotten geconserveerde embryonale autoskeletjes, een aan zee gevonden kraakbeenachtig auto-onderdeel en nog veel meer.

En wat als de mens daadwerkelijk is uitgestorven? Zal de technologie, zoals in de zelfrijdende auto, het van de mens gaan overnemen? Gaan robotten nieuw leven baren zonder dat er een mens aan te pas komt? De door Mooij ontworpen voorbeelden daarvan doen weinig futuristisch aan, zoals de recente After the Apocalypse Sound Machine (2021). De assemblage van op het eerste gezicht uit de uitdragerij van Malle Pietje afkomstige onderdelen, met een carrosserie van luidsprekers en geluidsboxen, heeft de wielen van een 19de eeuwse Vélocipède. Het ding komt amper van de plaats, ondanks de muzikale attributen. Wat speelde het orkest op de Titanic ook alweer, toen het zeewater al door de lounge liep? Z

Blendr & Filtr

DESINTERESSE _ ‘Het kostte de gemiddelde West-Europeaan tien jaar om door te krijgen dat er na de val van de Sovjet-Unie in 1991 allemaal nieuwe staten waren ontstaan. Al die desinteresse en nalatigheid van het Westen heeft Poetin kunnen misbruiken.’

De Oekraïense schrijfster Oksana Zaboesjko over de Westerse navelstaarderij

KLASSIEKEN _ ‘De prijs van de democratisering van het boek is dat lezers de voorkeur geven aan Lucinda Riley boven Javier Marías. In het Romeinse Rijk waren overal openbare bibliotheken, maar ook toen klaagden intellectuelen dat er meer kookboeken en komedies werden gelezen dan klassieken.’

Irene Vallejo, schrijfster van Papyrus. Een geschiedenis van de wereld in boeken.

NAGELSCHAARTJE _ ‘Waarom duren films tegenwoordig zo lang? Al die tijd zit ik daar in het donker te denken: geef híér, die film van je, plus een nagelschaartje, dan kort ik dat onding in tot een fatsoenlijke lengte.’

Columniste Sylvia Witteman steekt graag een helpende hand toe

CONTAINERS _ ‘Schrap een vliegveld, schrap een hoogoven, belast kasten van huizen waar slechts enkelingen wonen, bestrijd eenzaamheid, verbied leegstand, stimuleer desnoods de liefde en het samenwonen, maar mik hoger dan wonen in dozen.’

Columnist Arjen van Veelen over minister Hugo de Jonge die flexwijkjes bouwt voor containerwoningen

APPELBOOM _ ‘Als je hobby je job wordt, heb je geen hobby meer. (…) In deze maatschappij moet je constant aan staan. Maar kijk naar de natuur: een appelboom bloeit toch ook alleen in de lente?’

Zangeres Selah Sue worstelt al jaren met de rat race waar ze deel van uitmaakt

This article is from: