2 minute read

Geef haar geen geweer, laat staan ,n geladen

Next Article
FEUILLETON

FEUILLETON

‘Bij elke gelegenheid had hij ja gezegd tegen een vriendschap, tegen een liefde, tegen een verzoek, en dit alles altijd op proef, op aanvraag. De wereld leek hem opzegbaar, hijzelf leek opzegbaar.’

Waarom moest ik ineens aan deze woorden denken? Uit mijn geheugen kunnen ze niet komen, ik kan nog geen tweeregelige mop onthouden. Zinnen lijken soms mij op te zoeken in plaats van andersom.

Advertisement

De woorden kwamen me halen. Ze wurmden zich uit de pocketuitgave van verzamelde verhalen, daalden af uit de boekenkast, persten zich als een spitsmuis door de spleet onder de woonkamerdeur. Ik stond in de keuken aardappelen te schillen toen ze mijn bewustzijn enterden.

Tien minuten later liep ik met ze terug naar de boekenkast.

‘Híer horen jullie thuis’, zei ik en sloeg Das dreißigste Jahr van Ingeborg Bachmann open. Ik begon aan een herlezing. De dertigjarige man uit Bachmanns verhaal staat op een kantelpunt van zijn leven. Waar dat voorheen vloeibaar en vrijblijvend leek, begint het ineens een vorm aan te nemen. Zijn leven blijkt minder open: ‘Hij had nooit gedacht dat van de duizend-en-een mogelijkheden er al duizend kansen waren verspild of gemist - of dat hij ze had moeten missen omdat er maar één op hem van toepassing was.’ Toch niet toevallig dat deze zinnen me kwamen opzoeken. Zoals veel mensen maak ik, deels onbewust, rond de jaarwisseling de balans op. Vindt u niet dat onze wereld een stuk volwassener is geworden in de afgelopen maanden? Nee, niet bepaald. Wel lijkt de betovering van het jongvolwassen zijn, de fase waarin kansen en welvaart oneindig lijken, voorgoed verdampt. Zoals een vriendin zei: ‘De desillusie van deze tijd stopt voor niets en niemand, ook niet voor de heilige safespace van mijn yogamat.’

Als de mooie leugenbubbel dan uit elkaar is gespat - de bubbel van oneindige zelfontplooiing, van Europa als continent van de vrede, van de jaarlijks nieuwe iPhone en het bestaan van ‘diervriendelijk vlees’ - tja, wat dan? Volwassen worden, wat wil dat zeggen? Onlangs las ik Het vuur van de vrijheid van Wolfram Eilenberger, over vier inspirerende denkers: Hannah Arendt, Simone de Beauvoir, Ayn Rand en Simone Weil. Het zijn de donkere jaren 1933 tot 1943 waar Eilenberger op inzoomt. Ondanks, of misschien mede dankzij die context van crisis en catastrofe ontwikkelden de vier vrouwen visionaire ideeën over wat het betekent om ‘vrij’ te zijn. Eilenberger wisselt voortdurend van perspectief, tussen de vier hoofdpersonen én tussen hun denken en doen. Hun daden waren vaak de beste kritiek op hun eigen theorieën.

Zoals de zes weken die Simone Weil in de Spaanse Burgeroorlog vocht, ze maakte er deel uit van de anarchistische brigade. Vanuit haar ideologisch standpunt was dit een consequent besluit. Praktisch lag het anders, schrijft Eilenberger. Weils collega’s weigerden om haar een geweer in handen te geven, ‘laat staan een geladen geweer. Per slot van rekening kan zij in haar extreme bijziendheid niet eens de eerste de beste boom scherp in het vizier krijgen.’

Na een ongeluk met een pan hete olie keerde Weil terug naar Parijs. Haar naïviteit ten spijt, mijn fascinatie en respect voor haar groeiden met elke pagina.

Eilenberger beschrijft het leven van vier vrouwen die op een uiteenlopende wijze het leven aanvaarden. Wat ze gemeen hebben, en wat mij erg aanspreekt, is dat ze de wereld en hun actieve rol daarin serieus nemen. Geen van beiden is opzegbaar.

CHRISTIANE GRONENBERG

This article is from: