Renda 2 - 2020

Page 1

C

DA CIR G

T

U

Do

m

eXO

kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw

DE N VA LARITEI

www.renda.nl

ss

#2 Kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw

2020

In deze bijzondere tijd let je toch meer op elkaar. PATRICK BOTERMAN

Circulariteit. Natuurlijk zijn we daarmee bezig. Maar het concreet toepassen is nog niet zo eenvoudig. Waar begin je? Hoe kom je tot een visie en hoe geef je die visie handen en voeten? Wat zijn feiten, wat zijn fabels en wat zijn inspirerende praktijkvoorbeelden? We hebben de Dag van de Circulariteit opgesplitst. We sturen acht verschillende onderwerpen, waaronder concrete voorbeelden van circulaire projecten, digitaal naar je toe. Hoe leuk is het om on demand een kijkje te nemen in het thema circulariteit, op een andere manier dan je van ons gewend bent? Vervolgens komen we op 2 juli van 15.00u tot 18.00u fysiek samen in Dome-X in Oss. Deze middag krijg je de keuze om over een aantal deelsessies verder in gesprek te gaan en sluiten we dit circulariteitsavontuur op een interactieve en gezellige manier samen af. Kennisdeling vinden wij namelijk heel belangrijk, het liefst op een interactieve manier ĂŠn samen met elkaar. Meld je aan via www.renda.nl/dagvandecirculariteit en verzeker jezelf van een plekje. Hier vind je ook meer informatie over alle onderwerpen en het exacte programma.

#2 2020

GROENE INITIATIEVEN: BEWONERS MEEKRIJGEN IN VERDUURZAMING



Inhoud 08

24

#2 2020

50

ARTIKELEN

PROJECT

RENDA NETWERK

08 Een vruchtbare drieeenheid Circulariteit koppelen aan sociale impact 24 Vrouw in de bouw Interview Helena Spits 30 Stap voor stap verduurzamen Wat betekent dat voor een individuele woning? 42 Groene initiatieven Bewoners meekrijgen in verduurzaming 50 Echte ketenpartners De lessen van vijf jaar samenwerken

14 Alles in een dak Project Dakenstroom

60 Vers bloed Nieuwe partners 62 Het circulariteitsavontuur Van fysiek naar online evenement 64 Renda partners Partneroverzicht

EN VERDER 06 Hoofdredactioneel Jan Baarends 22 Twee vliegen in een klap Leerling & Leermeester 38 Aan de bel trekken Hoe woon jij? 58 Komen tot gedragsverandering Column Wim Meijer

Beeld cover Frank van Delft

#2 2020

3


RENDA MENUKAART 2020

renda.nl

Heb jij verstand van renoveren? Renda stelt professionals in staat hun werk beter te doen door betrouwbare vakkennis te delen. Is jouw bedrijf deskundig op het gebied van renovatie of een aspect daarvan? En wil je die kennis delen met woningcorporaties, renovatiebedrijven of toeleveranciers? Word dan partner van Renda. Eenpitters en start-ups Adviesbureaus, kleine bedrijven en corporaties Bedrijven

€ 989 € 1699 € 2699

Wat krijg je daarvoor? Redactioneel

Netwerk

Commercieel

• • • •

• Bepaal de koers van Renda • Gratis toegang tot besloten events voor tenminste 2 personen • Gratis toegang tot kennistafels • Korting op open events • Toegang tot de online community voor het hele bedrijf • Partnerlidmaatschap voor medewerkers • Renda Magazine (max 20) • Renda Banenruil

• Logo in nieuwsbrief, op website en Renda Magazine • 25% korting op advertentietarieven • Plaatsing in Innovatiedatabase • Plaatsing in Vacaturebank

Welkomstinterview Deel je nieuws met het netwerk Een plek in ons blogpanel Schrijf een artikel in Renda Magazine • Deelname aan Renda-rubrieken: - Hoe woon jij? - Passie voor vakmanschap - Leerling & Leermeester

Wil je nog meer zichtbaarheid? Redactioneel

Netwerk

• Een artikel geschreven door een Renda-journalist • Andere journalistieke uitingen mogelijk in overleg

• Organiseer een Renda Event • Renda Themadag: - Host - Deelsessie

€ 600

n.o.t.k.

Commercieel € 4650 € 3500 € 1600

• • • • • •

Advertentie in Renda Innovatie op homepage Innovatie in nieuwbrief Vacature op homepage Banner in nieuwsbrief Banner op website

Wil je meer weten over het partnerschap neem contact op met Elleke van de Westeringh: e.vandewesteringh@aeneas.nl Wil je graag meer informatie over de advertentieverkoop neem contact op met Stefan Terpstra: s.terpstra@aeneas.nl

€ € € € € €

1990 280 225 225 375 565


GEDICHT

Placemaking Transformatie is binnenstebuiten keren Opschudden van de stad Blokken vallen op een andere plek Stedelijk weefsel verdicht De druk verstikt.

In de vrije ruimte Zoeken mensen hun weg, hun plek Wie valt er buiten Is zonder waarde Woont nu op straat?

Ad Straub

#2 2020  5


DE DYNAMIEK EN HET URGENTIEBESEF VAN 2020 2020 is nu al een dynamisch jaar, ondanks het feit dat we pas vijf maanden 'onderweg' zijn. Dynamisch vanuit een maatschappelijk perspectief. Er vinden momenteel ingrijpende gebeurtenissen plaats die leiden tot, wellicht blijvende, veranderingen. Voor mij persoonlijk brengt 2020 ook een aantal veranderingen met zich mee. Enerzijds ga ik mijn rol als Regiodirecteur bij SW vastgoedverbetering afbouwen, anderzijds ga ik met enthousiasme de rol van hoofdredacteur binnen Renda vervullen. Elke dag worden we geconfronteerd met berichten omtrent het coronavirus en de crisis die dit virus met zich meebrengt. Ook de vastgoedbranche wordt geraakt door de gevolgen

We zijn ons allemaal weer bewust van de essentiële zaken in het leven en handelen daar ook naar. 6  #2 2020

van deze crisis en de bijbehorende maatregelen. Dit vraagt om veranderingen in onze manier van denken en handelen. Het is bijzonder om te zien, dat we als branche in staat zijn om snel te acteren en ons aan te passen aan de nieuwe situatie. Blijkbaar is het urgentiebesef om te veranderen zo groot, dat we ook daadwerkelijk stappen hebben gezet mét elkaar: opdrachtgevers, collega bedrijven, bewoners, fabrikanten, medewerkers, toeleveranciers, etc. We zijn ons allemaal weer bewust van de essentiële zaken in het leven zoals saamhorigheid, respect en vriendschap en we handelen daar ook naar. Dit lukt met name omdat we allemaal een gezamenlijke doelstelling hebben: gezond blijven en terug naar ‘normaal’.


HOOFDREDACTIONEEL

Op 23 januari dit jaar was er de Renda Partnerdag, waarin we samen met onze partners op zoek zijn gegaan naar een toekomstbestendige koers en een programmering die aansluit bij de behoeftes van onze partners in de komende jaren. Tijdens deze dag zijn een aantal interessante thema’s naar voren gekomen die verdere verdieping vragen om veranderingen in onze branche tot stand te brengen. Als hoofdthema’s hadden we het over samenwerken, projectoverstijgend werken, innovatie, energietransitie in de wijk, circulariteit en bewonerscommunicatie. Binnen deze thema’s zochten we naar de zogenaamde ‘roze olifanten’, dat wat je werk belemmert maar waar niemand iets over zegt; de vraag die niemand durft te stellen, de kritiek die niemand durft te geven. Bij Renda zullen we de komende jaren de belangrijkste olifanten benoemen en helpen oplossen. We willen prikkelen en licht ontre-

gelen, om te helpen bij het in gang zetten van veranderingen. We gaan op zoek naar het eerlijke verhaal en bespreken graag waar je tegenaan loopt, om zo te leren van elkaars fouten. Hoe mooi zou het zijn als we het belang van urgentiebesef zoals we dat tijdens de coronacrisis hebben ervaren ook kunnen én willen toepassen op het doorvoeren van zowel noodzakelijke als gewenste veranderingen in de branche waarin we zelf actief zijn. Een mooi voorbeeld daarvan is de oproep van Wim Meijer in zijn column in deze Renda. Deze crisis heeft ervoor gezorgd dat we massaal thuiswerken. Wim roept op om ook als straks alles weer ‘normaal’ is niet meteen weer massaal de auto in te stappen, maar met een kleine gedragsverandering samen te zorgen voor een duurzamer Nederland. Dat lijkt me ook een mooie ambitie voor Renda: in kleine stapjes, met kleine aanpassingen, samen komen tot verandering.

Als we de eerdergenoemde waarden respect, saamhorigheid en vriendschap, die we geleerd hebben van de coronacrisis, de boventoon laten voeren, dan staat ons een mooie toekomst te wachten. In het kader van 75 jaar vrijheid in Nederland las ik recent een toepasselijke uitspraak van Winston Churchill: “De toekomst is nog onbekend, maar de lessen uit het verleden geven ons hoop.” Ik kan me alleen maar aansluiten bij deze uitspraak en kijk uit naar de rest van dit dynamische 2020! Jan Baarends Hoofdredacteur Renda

ARTIKEL SCHRIJVEN?

Heb je een idee voor een artikel en past dit binnen de thema’s van Renda? Stuur dan een mail naar renda@aeneas.nl

#2 2020  7


Een vruchtbare drie-eenheid CIRCULARITEIT KOPPELEN AAN SOCIALE IMPACT

8  #2 2020


De driehoek social return, circulariteit en toekomstbestendigheid blijkt een vruchtbare en innige drie-eenheid waarmee Verweij Houttechniek, producent van houten ramen, deuren, kozijnen en prefab producten, veel losmaakt. Bij co-makers, opdrachtgevers, maar ook bij zichzelf. Resource manager Nicole Heij vertelt enthousiast: "Het kost heel veel tijd en energie om zoiets tot stand te brengen, maar we krijgen er veel voor terug." Tekst Evamarije Smit

Beeld Verweij Houttechniek

#2 2020  9


EEN VRUCHTBARE DRIE-EENHEID

E

r startte een lange, spannende zoektocht naar mogelijkheden nadat Verweij Houttechniek in 2018 de wens uitsprak om iets te doen aan de afvalstroom die uit de te renoveren woningen komt. Voor wat later het pilotproject NextLife zou gaan heten, viel hun keuze op stapeldorpeldeuren die uit renovatieprojecten worden gehaald en als bouwen sloopafval afgevoerd worden. Dat is verleden tijd. Nu krijgen de deuren een tweede leven bij een Amsterdamse meubelontwerper, Cartoni Design, die er tafels van maakt. De deuren, van de hoogste kwaliteit hout, worden ontmanteld door Stichting De Terugwinning, een partij die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer ‘arbeidsfit’ maakt. De afvalstroom wordt tot het minimum beperkt en 60% van het hout wordt in de vorm van korte lengtes onbehandeld hout hoogwaardig hergebruikt. Ook hun ecologische voetprint, onder andere veroorzaakt door de CO2-uitstoot, wil het familiebedrijf uit Woerden snel verkleinen. De ambities zijn groot: in 2030 wil Verweij een reductie van CO2-uitstoot behalen van 70% en nog eens 10 jaar later wil het bedrijf überhaupt geen CO2-uitstoot meer veroorzaken. Bovendien wil Verweij in 2040 volledig circulair opereren. Voor het behalen van deze doelstellingen kun je aan een paar knoppen draaien: het hout komt alleen uit duurzaam beheerde bossen en ook wordt het verbruik van grondstoffen gereduceerd. De CO2-uitstoot wordt steeds gemonitord en gemeten en processen en producten worden aangepast met minder uitstoot als gevolg. De laatste twee knoppen zijn hergebruik en het recyclen van materialen. Nicole Heij: “We willen deze doelstellingen ook koppelen aan maatschappelijke impact, liefst in de regio.” Zo ontstond de basis van NextLife: moderne, mooi vormgegeven tafels van oude deuren die bij De Terugwinning uit elkaar worden gehaald, verzaagd en geschaafd.

10  #2 2020

Pionieren

Zo eenvoudig als het nu klinkt was de start beslist niet. In eerste instantie wilde Verweij het materiaal zelf behouden en er gloednieuwe ramen van maken, maar na veel gepuzzel bleek dat het onder aan de streep wat betreft de doelstellingen niets zou opleveren. Die optie viel af. Intussen was het ook duidelijk geworden dat het hele productieproces van deuren ontmantelen tijdsintensief en tegenovergesteld is aan de bestaande productieprocessen en daardoor moeilijk in te passen in de fabriek in Woerden. Het werd dus zaak mensen en bedrijven te vinden die iets met de houten deuren konden doen. De pioniersgeest van Verweij werd aangesproken en er werd veel genetwerkt. Op een regionale beurs waar ondernemers hulpvragen kunnen uitzetten, kwam David Verweij in contact met Arjan Nihot, notabene ook uit Woerden. Nihot zocht enkele tweedehands machines voor de werkplaats van zijn stichting De Terugwinning. De specifieke machines had Verweij niet, maar wel deuren. Het gesprek kon beginnen. Arjan Nihot, die als voormalig boomkweker ‘iets heeft met hout’, herinnert zich het eerste gesprek nog goed. “De vonk sloeg vrijwel direct over. Het enthousiasme om circulair te werken met lokale mensen sluit perfect aan bij mijn stichting.” De Terugwinning is een zorgbedrijf op een circulair platform met een hart voor armoedebestrijding. Concreet betekent dit dat Nihot 30 mensen een dagbesteding en (werk)ervaring biedt. Dertig verschillende mannen en (een paar) vrouwen met diverse achtergronden en redenen om daar te zijn. Velen zaten jaren thuis op de bank met een uitkering en hadden nauwelijks perspectief op werk, een situatie die armoede in de hand werkt. Arjan Nihot vertelt van een man die al 17 jaar thuis zit met ernstige gezondheidsklachten en zijn frustratie afreageert op zijn gezin. Door hem enkele uren in de week bij de stichting werk te laten verrichten maakt dat thuis een enorm verschil.


Vlieg dit niet aan als een project, maar maak het onderdeel van je bedrijfsvoering.

NICOLE HEIJ #2 2020  11


EEN VRUCHTBARE DRIE-EENHEID Nihot: “Dat is de sociale impact die ik wil maken.” Nihot werkte al voor het ANWBfietsenplan (leden geven fietsen die de stichting opknapt en gratis weggeeft aan kinderen in armoede) en de deuren waren van harte welkom om de activiteiten van De Terugwinning verder uit te breiden. Sinds de stichting is opgericht in 2018 hebben al 11 mensen de weg teruggevonden naar regulier betaald werk. Het is zijn doel om zoveel mogelijk mensen ‘arbeidsfit te maken’, maar het is niet

Dat is de sociale impact die ik wil maken.

voor iedereen weggelegd. “De gemeenten hebben in deze regio 5000 mensen op de bank zitten met een uitkering. Niet iedereen is terug te brengen naar de reguliere arbeidsmarkt, maar in mijn visie is een vorm van participatie voor al deze mensen wel mogelijk. Er is alleen iets vreselijk mis met de toeleiding: de match tussen deze grote groep thuiszitters en de buitenwereld wordt nauwelijks gemaakt. Dat is triest en moet beter.” Samenwerkingen zoals met Verweij helpen een signaal af te geven naar gemeenten en maatschappelijke (zorg)instellingen die samen moeten optrekken, vindt Nihot.

Geen werkdruk

Hoewel het mooi is wanneer mensen uitstromen naar betaald werk, is de core business van de stichting veiligheid creëren. 12  #2 2020

De Terugwinning is een plek waar mensen de tijd krijgen zichzelf te hervinden. Werkdruk wordt vermeden. Elke ochtend is het afwachten wie zich meldt. Nihot staat daar volledig achter en richt zijn aandacht op wat mensen wel kunnen, op hun talenten en mogelijkheden. Zelf voert hij alle (sociaalpsychologische) gesprekken, maar wordt bijgestaan door vier professionele begeleiders en een houtspecialist. Deze laatste is gekomen vanwege de samenwerking met Verweij. De deuren worden vrijgemaakt van het hang- en sluitwerk, glas(latten) en spijkertjes die de zaagmessen kunnen beschadigen. Dan wordt de deur verzaagd en geschaafd, wat stukken massief hout oplevert die op de pallet worden gestapeld en naar Cartoni Design worden vervoerd. Om er zeker van te zijn dat het hele proces, van de demontage van de deur tot en met het aanleveren van het hout bij de meubelmaker, inderdaad milieuwinst oplevert heeft Verweij de hulp van NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie) ingeschakeld. Afhankelijk van de transportafstanden en houtsoort is een besparing op de CO2-uitstoot tot wel 40% te behalen. Per project kan uitgerekend worden wat de milieuwinst is. Heij: “Er ontstaat een prachtig initiatief, een samenwerking op lokaal niveau met een sociale en maatschappelijke impact, dan wil je wel dat het ook echt klopt. Dat het echt milieuvriendelijker is en bijdraagt aan onze circulaire doelstelling en het verminderen van de afvalstroom en CO2-footprint. Het was een hele klus, maar nu weten we zeker dat dit hele verhaal te onderbouwen is met cijfers en feiten.”

Verhaal telt

De respons is overweldigend en positief. Opdrachtgevers, hoofdzakelijk corporaties en vastgoedonderhoudsbedrijven, zijn geraakt door het verhaal en zijn enthousiast over het koppelen van duurzaamheidsambities aan maatschappelijke doelen met een


De oude deuren worden bij De Terugwinning uit elkaar gehaald, verzaagd en geschaafd.

sociale impact. Ook bij ketenpartners en andere stakeholders merken ze dat het verhaal achter dit project aanslaat: “Ondernemers blijken allemaal een bijdrage te willen leveren aan maatschappelijke ontwikkelingen met een sociale impact”, aldus Nicole Heij. Heij kijkt terug op een bijzonder en leerzaam proces. Ze is vooral blij met Arjan Nihot, die als ervaringsdeskundige goed met de doelgroep overweg kan. “De doelgroep die Arjan begeleidt en eerst (weer) moet wennen aan werken, kunnen wij niet goed genoeg begeleiden. Dat hebben we gewoon niet in huis. Daarom steunen we heel graag zijn stichting, die daarvoor in het leven is geroepen.” Dit onderkennen is een belangrijke les; de samenwerking opzoeken is beter.

Heij: “Een andere les is dat je echt lange tijd de drijvende kracht bent om de nodige samenwerkingen en oplossingen te vinden. Totdat het echt staat moet je de regie in eigen handen nemen en houden. Het heeft ons veel tijd gekost en het vereist een enorme intrinsieke motivatie en doorzettingsvermogen, je bereikt dit niet als je je afhankelijk opstelt van externe organisaties.” Een laatste les en succesfactor is dat dit soort processen niet als een project aangevlogen moeten worden. Het is een continue stroom die onderdeel uitmaakt van je bedrijfsvoering. Heij besluit: “De volgende ideeën dienen zich aan, maar we willen iedereen alvast laten weten dat we hun stapeldorpeldeuren een prachtig, verantwoord en duurzaam tweede leven kunnen geven.” #2 2020  13


ALLES IN EEN DAK DAKENSTROOM MAAKT DAKEN KLAAR VOOR 2050

Veel daken van de Brabantse corporatie Casade zijn de komende jaren toe aan onderhoud. Deze vervangen is meteen een uitgelezen kans voor het verduurzamen van de woningen. De combinatie van onderhoud en verduurzaming vormt de kern van Dakenstroom. Het is een van de programma's die Casade heeft ontwikkeld om voor 2050 tot een CO2-neutrale woningvoorraad te komen. De daken worden maximaal benut voor het opwekken van zonneenergie en daarmee worden de woningen voorbereid op een duurzamere toekomst. Tegelijkertijd kunnen huurders profiteren van de collectieve opwekking. Tekst Sean Vos

14  #2 2020


Beeld: RV Fotoproducties Tilburg #2 2020  15


PROJECT DAKENSTROOM

D

akenstroom staat voor een integrale verbetering van verouderde daken op rijwoningen. Daarbij is vooraf grondig onderzocht aan welke eisen een nieuw dak moet voldoen om gedurende de exploitatie in stappen een CO2-neutrale woning te realiseren.

“Wanneer je je afvraagt hoe een dak er over dertig jaar uit zou moeten zien en welke functies het moet kunnen vervullen, zal je merken dat dit dak van de toekomst verschilt met de daken zoals ze nu zijn”, vertelt Marco Matheeuwsen, manager duurzaamheid bij Casade en initiator van Dakenstroom. “Binnen Dakenstroom hebben we de gewenste eindsituatie centraal gesteld. Omdat daken een lange levensduur hebben, is vooruitkijken erg belangrijk. Je wilt uiteindelijk geen spijt krijgen van eerdere

investeringen wanneer de volgende verduurzamingsstap voor een woning op de planning staat. Daarom kiezen we er bijvoorbeeld voor om rondom het dak flinke overstekken te maken. Bovendien worden bestaande schoorstenen verwijderd en alle dakdoorvoeren samengebracht in één centrale ’verzamelschoorsteen’, die voorbereid is op toekomstige veranderingen. Denk aan het verwijderen van cv-ketels, het toevoegen van balansventilatie en aansluiten van een warmtepomp.” Op de nieuwe daken komen geen dakpannen meer terug. De daken worden ‘maximaal actief’ gemaakt. “Dakpannen zijn mooi om te zien en hebben een waterkerende en esthetische functie,” legt dakexpert Joost Stemkens van Fier Dakcontrol uit. “Nu we in een programma veel daken gaan vervangen,

Op de noordzijden worden bij een steenachtige omgeving groene daken aangelegd voor meer biodiversiteit, een fijnere woonomgeving en extra waterbuffering. SEAN VOS

16  #2 2020


Huurders helpen ons met verduurzamen én verlagen op een eenvoudige manier hun woonlasten.

JAN VAN KESSEL #2 2020  17


Alle dakpannen worden verwijderd en vervangen door zonnepanelen.  RV FOTOPRODUCTIES TILBURG

hebben we echter de kans om juist deze nieuwe daken maximaal in te zetten voor het opwekken van duurzame energie. Daarom leggen we de daken zo veel mogelijk vol met zonnepanelen. Op de noordzijden hebben we bij een steenachtige omgeving de mogelijkheid om groene daken aan te leggen voor meer biodiversiteit, een fijnere woonomgeving en extra waterbuffering. Daarmee leveren we een nuttige bijdrage aan klimaatadaptatie.”

Niet voor, maar mét huurders

Met de zonnepanelen op de nieuwe daken is iets bijzonders aan de hand. Deze worden ondergebracht in Zonnecoöperatie Dakenstroom, waarvan de huurders van Casade lid kunnen worden. Hierbij profiteren ze tot 2035 van de opgewekte stroom via een kor18  #2 2020

ting op hun energiebelasting. Dit door de ‘Regeling Verlaagd Tarief’, beter bekend als de ‘Postcoderoosregeling’. “Het bijzondere aan deze aanpak is dat Casade en haar huurders samen stappen zetten om te verduurzamen,” vertelt Jan van Kessel, programmamanager duurzaamheid bij Casade. “Huurders die deelnemen aan de zonnecoöperatie, helpen Casade met verduurzamen én verlagen op een eenvoudige manier hun woonlasten. Daarmee wordt verduurzaming zichtbaar én voelbaar.” Deelname is laagdrempelig en kost bijna niets. Om dit mogelijk te maken was flink wat vooronderzoek noodzakelijk. Op initiatief van gebouwverduurzamer INNAX is uitgebreid onderzocht welke mogelijkheden er zijn binnen de huidige wetgeving voor corporaties.


PROJECT DAKENSTROOM

Maximaal rendement op CO2-reductie en ontzorging van Casade en haar huurders, waren daarbij belangrijke speerpunten. Centraal stond de vraag wat de meest optimale manier is om het financiële voordeel van de duurzaam opgewekte stroom met zo veel mogelijk huurders te delen.” Joop van der Voort van INNAX vult aan: “De postcoderoosregeling maakt het daarbij mogelijk om het belastingvoordeel aan de leden van de zonnecoöperatie voor 15 jaar te garanderen. Andere methoden, zoals salderen, bieden minder zekerheid. Bovendien is het daarmee niet mogelijk het voordeel van de opgewekte stroom te delen met zoveel mogelijk huurders. Dat heeft weer tot gevolg dat binnen een haalbare businesscase maximaal zes tot tien panelen per dak gelegd kunnen worden, terwijl er ruimte is voor veel meer zonnepanelen.” “De aanpak is vooraf uitgebreid met onze huurdersbelangenvereniging SHC besproken, zoals we altijd doen,” vertelt Van Kessel. Ook zij zijn enthousiast over Dakenstroom, mede omdat we in onze aanpak belangrijke lessen uit eerdere programma’s met een postcoderoos hebben meegenomen.” Dat ook de huurders enthousiast zijn over het programma, blijkt uit de cijfers: tot nu toe is in alle clusters met gemak het benodigde draagvlak verkregen. “Daarbij is het leuk om te zien dat de dakaanbieders ieder een eigen aanpak hebben voor het benaderen van bewoners en het peilen van het draagvlak voor de ingreep,” licht Van Kessel toe. “Om een goede start te kunnen maken, gaan we nu nog uitsluitend aan de slag bij blokken die volledig in ons bezit zijn. We hopen dat we in de toekomst echter ook de blokken kunnen meenemen waarin we ooit woningen verkocht hebben. Daarbij is het essentieel dat er een goed aanbod komt voor de betreffende woningeigenaren, zodat zij ook in Dakenstroom kunnen meedraaien.”

Op st(r)oom komen

Door de aanpak van de daken in een programma in plaats van losse projecten, ontstaat versnelling en wordt een enorme efficiencyslag gemaakt. Sean Vos van SlimRenoveren licht toe: “Voor Dakenstroom hebben we ingezet op de ontwikkeling van één dakoplossing die past op iedere rijwoning met een zadeldak. Vooraf hebben we de woningen uit de woningportefeuille van Casade in kaart gebracht, hiervoor een programma van eisen opgesteld en de haalbaarheid van de aanpak onderzocht. Vervolgens hebben we marktpartijen uitgedaagd om op basis van het programma van eisen met de ideale dakoplossing te komen. Daarbij was het realiseren van een efficiënt proces een van de speerpunten.” Het resulteerde in de selectie van dakspecialist Weijerseikhout en integrale vastgoedpartner Coen Hagedoorn Brabocon als ketenpartners voor de ontwikkeling, procesleiding en uitvoering. Samen met INNAX hebben zij de aanpak verder uitgewerkt. “De grootste uitdaging is het inrichten en op elkaar aansluiten van alle deelprocessen zodat de uitvoeringstrein van blok naar blok kan blijven doorrijden,” aldus Vos.

PROJECTGEGEVENS

Project: Dakenstroom Aantal woningen: 185 in 2020 Type woningen: rijwoningen Eigenaar: Casade Bouwbedrijven: Coen Hagedoorn Brabocon en Weijerseikhout Advies en begeleiding: SlimRenoveren en Fier Dakcontrol PV-installatie en zonnecooperatie: INNAX Projectfase: in uitvoering Start initiatief: 2018 Start uitvoering: januari 2020 CO2-reductie: 744 ton bij 185 woningen #2 2020  19


“We krijgen daarbij onder andere te maken met het tijdig uitvoeren van maatregelen voor de Wet natuurbescherming, verzwaringen van meterkasten en het elektriciteitsnetwerk door de netbeheerder en het voorbereiden van de aanpak met de bewoners. Al met al moet er een hele puzzel gelegd worden.” In 2020 worden er binnen Dakenstroom 185 daken vervangen en op deze daken ruim 4.500 zonnepanelen gelegd. Hiermee kunnen zo’n 1.300 huurders lid worden van de zonnecoöperatie. Zij krijgen dan een voordeel van € 70 tot € 90 per jaar. Naast het belastingvoordeel, besparen de huurders met een nieuw dak ook nog eens gemiddeld € 120 per jaar op hun gasverbruik.

Het blijft de kunst om alle interne en externe invloeden goed met elkaar te verbinden. Casade rekent hiervoor geen huurverhoging. Met deze aanpak reduceert de corporatie de CO2-uitstoot van haar woning- portefeuille met maar liefst 744 ton per jaar. Voor uitvoeringsjaar 2021 wordt ingezet op het vervangen van circa 365 daken in één doorgaande uitvoeringsstroom.

20  #2 2020

Eerste daken

Inmiddels zijn de eerste 26 daken van het Dakenstroom programma vervangen. In Dongen werden afgelopen februari twaalf daken vervangen in twee blokken in de Doormanstraat. In maart kregen veertien woningen in Waspik aan de Havendries een nieuw dak. “Het vervangen van de eerste twaalf daken is goed verlopen,” legt Koen Sanders van Coen Hagedoorn Brabocon uit. “Het uitvoeringsproces voor deze woningen was een belangrijke test voor ons. We maken namelijk geen gebruik van een traditionele bouwplaats, maar werken zo veel mogelijk mobiel. Die test is wat ons betreft geslaagd. Op iedere uitvoeringsdag was de straat aan het einde van de middag weer helemaal vrij en bleef alleen onze mobiele keet achter. We hebben het logistieke proces zo ingericht dat iedere ochtend een vrachtwagen met alle benodigde elementen én de puincontainers voor afvoer van het afval komt voorrijden. Met de mobiele kraan van de vrachtwagen kunnen we alle benodigde hijsbewegingen uitvoeren en aan het einde van de dag de oude daken en het bouwafval gescheiden weer mee terugnemen.” In maart was dakaanbieder Weijerseikhout aan de beurt om de eerste Dakenstroom daken te vervangen volgens de aanpak die zij een jaar geleden hebben uitgedacht. Bas van Deinsen van Weijerseikhout: “Hoewel de coronaperikelen ons stevig bezighouden, konden we gelukkig toch doorpakken met het leggen van de nieuwe daken. Bewoners hebben vertrouwen in de aanpak en met ons team van dakspecialisten volgen we de richtlijnen zoals beschreven in het protocol ‘Samen veilig doorwerken’ om besmetting te voorkomen. Een groot voordeel hierbij is dat we eigenlijk alleen op zolder en in de meterkast hoeven te zijn. Door onze bewuste keuze de daken volgens een industriële aanpak te voorzien van onze prefab dakelemen-


Door de daken volgens een industriële aanpak te voorzien van prefab dakelementen, kan Weijerseikhout sneller monteren en wordt zo de bewonersoverlast beperkt.  MARCO MATHEEUWSEN

ten, kunnen we sneller monteren en beperken we hiermee de bewonersoverlast.” Beide dakaanbieders hebben een werktempo waarbij iedere dag één dak wordt vervangen. De doorlooptijd per woning bedraagt gemiddeld twee dagen. “We doen ons best om gezamenlijk tot een zo ‘LEAN’ mogelijk proces te komen,” legt Marco Matheeuwsen uit. “Als team Dakenstroom proberen we de uitvoeringsstroom zo te organiseren dat ruim voor de dakwerkzaamheden de meterkasten al zijn aangepast voor de komst van de zonnepanelen. En ook de netbeheerder is al langs is geweest om de huisaansluiting te verzwaren naar een driefasenaansluiting. We proberen het bovendien zo te organiseren dat onze huurders tijdens de ingreep zo min mogelijk thuis hoeven te blijven. Voor de eerste pilotclusters is het

nog niet gelukt om het ideale proces te volgen. Het blijft de kunst om alle interne en externe invloeden goed met elkaar te verbinden. Wat daarbij enorm helpt is vooruit plannen en met alle betrokkenen het gesprek aangaan. Eind mei staan de volgende daken op de planning. Daarbij maken we weer stappen vooruit in het efficiënter samenwerken.”

Dakenstroom is een initiatief van Casade. Voor dit project werkt de corporatie samen met Fier Dakcontrol, SlimRenoveren, INNAX, Coen Hagedoorn Brabocon, Weijerseikhout en ladies@work. De komende periode publiceren we regelmatig artikelen over dit project bij Renda. Hou dus onze website www.renda.nl in de gaten! #2 2020  21


TWEE VLIEGEN IN ÉÉN KLAP De Engelse Gregory Chapman (33) verhuist voor de liefde naar Nederland. Hier zoekt hij een baan waar hij in de buitenlucht kan werken, nieuwe mensen leert kennen en bovendien veel kan leren. Bij Weijerseikhout heeft hij die baan inmiddels gevonden. Dakspecialist Richard Noy (63) neemt hem onder zijn hoede. Tekst en beeld Weijerseikhout

Teamleider Richard Noy staat deze zomer al 45 jaar op het dak. Met al zijn ervaring als teamleider en dakspecialist is hij de perfécte leermeester. Deze taak neemt hij dan ook graag op zich. Richard: “Ik vind het leuk om leermeester te zijn. Het geeft een goed gevoel om vlak voor mijn pensioen het vak door te kunnen geven aan iemand anders. Zolang ze maar enthousiast zijn natuurlijk.” Aan enthousiasme is er bij zijn leerling Gregory gelukkig geen gebrek. “Hij is erg leergierig. Zo wil hij niet alleen alles weten van het dak, maar doet hij ook erg zijn best om de Nederlandse taal eigen te maken. Dat waardeer ik!”

Nederlandse les Via Weijerseikhout volgde Gregory een cursus Nederlands. “Tijdens het werk kan ik gelijk toepassen wat ik in

22  #2 2020

de cursus geleerd heb. Waar ik voorheen alleen de naam van het gereedschap kon benoemen, lukt het me nu om hele zinnen uit te spreken. Ook helpt Richard me goed. Hij legt alles duidelijk en rustig uit. Soms is er nog een kleine taalbarrière, maar we komen overal wel uit”, vertelt Gregory. Nu hij de incompany cursus Nederlands heeft behaald start Gregory dit jaar met een opleidingstraject bij GAan in de Bouw. “Ik heb zin om met de opleiding aan de slag te gaan. Via verschillende modules word ik hier ook theoretisch opgeleid tot dakspecialist.”

Daarna zet ik hem aan het werk met de eenvoudigere klusjes, zoals slopen of dakpannen sjouwen. Alhoewel Gregory nog een leerling is, ontwikkelt hij zich snel. Hij zit nu in een fase waarbij hij alles zelf mag doen. Hij roept mij soms om zijn werk te controleren of mee te kijken of alles goed gaat.” Naast de hulp van Richard bespreekt Gregory met jobcoach Lobke zijn ontwikkelingsmogelijkheden. "Super dat dit vanuit Weijerseikhout gefaciliteerd wordt. Ik heb het goed naar mijn zin in het team. Het werk was in het begin moeilijker dan ik had verwacht, omdat ik minder kracht had dan anderen. Gelukkig word ik steeds sterker. Ik ben blij dat ik gekozen heb om dit leertraject in te stappen. Ik wil graag een goede dakspecialist worden en zelfstandig aan de slag kunnen.”

Stap voor stap Als leermeester gaat Richard praktisch en stapsgewijs te werk: “Ik bouw de werkzaamheden beetje bij beetje op. Een nieuwkomer laat ik eerst altijd even meekijken.

Leermeester: Richard Noy Leerling: Gregory Chapman Opleiding: Dakspecialist – GAan in de Bouw Leerbedrijf: Weijerseikhout


LEERLING & LEERMEESTER

Gregory Chapman (l) samen met zijn leermeester Richard Noy.

#2 2020  23


Helena Spits (midden) samen met haar collega's Ramona van den Berg (l) en Shanty Krikke. 


Vrouw in de bouw Eigenlijk is Helena Spits, oprichter van Bouwzorg Fryslân, een techneut pur sang. Hoe je huizen bouwt, dat hoef je haar niet uit te leggen. "Soms merk ik wel dat het in de bouw lastig gevonden wordt, een vrouw die technisch gezien haar mannetje staat." Maar die techniek, zegt Spits, is de uitdaging niet. "Onze opgave zit veel meer in de 'vermenselijking' van de sector." Tekst Wikke Peters

Beeld Jeannette de Groot

D

it interview is eigenlijk een pleidooi voor méér aandacht voor de ontwikkeling van soft skills én voor meer vrouwen in de bouw. Spits: “Met méér techniek en innovatie alleen krijg je mensen niet mee, al helemaal niet in bijvoorbeeld de energietransitie. Mensen willen gezien, gehoord en begrepen worden. Dat geldt voor bewoners, maar zeker ook voor de jongens op de bouw. Vrouwen zijn daar sterk in, en die kracht moeten we meer benutten.”

Speelveld

Helena Spits is oprichter van Bouwzorg Fryslân, een organisatie die corporaties en onderhoudspartijen helpt met de sociale projectbegeleiding bij renovatie- en bouwprojecten.

“Het is een gegeven dat mannen en vrouwen niet gelijk behandeld worden. In de bouw is dat niet anders. Onze maatschappij heeft het niet zo op sterke vrouwen. Dat bedoel ik niet als slachtoffer: zo is de situatie nou eenmaal, en die wordt door zowel mannen als vrouwen in stand gehouden. Vroeger werd ik daar wel door geraakt, en kon ik er ook emotioneel op reageren. Nu besef ik, dat dit nou eenmaal de situatie is en dat ik die niet kan veranderen. Ik heb alleen invloed op mijn eigen reactie hierop, en mijn eigen gedrag”, vertelt Spits. “Als vrouwen kunnen we veel van mannen leren. Vrouwen zijn geneigd #2 2020  25


VROUW IN DE BOUW INTERVIEW HELENA SPITS

hun werk heel serieus te nemen, alsof hun leven ervan af hangt. Die werken zich een slag in de rondte, omdat ze denken dat ze alleen door keihard werken zichzelf bewijzen en serieus worden genomen. En vergeten dan bijvoorbeeld aandacht te hebben voor netwerken, iets wat minstens zo belangrijk is in onze sector. Mannen snappen dat beter. Mannen zien werk meer als een spel. Met een vooraf vastgesteld speelveld, en bestaande spelregels. Hoe meer je de bal nét binnen de lijnen kunt spelen, hoe beter je het spel speelt. Ik probeer mijn werk ook als een spel te zien. Overigens zónder afbreuk te doen aan mijn idealen en drijfveren. Die heb ik nog steeds.” Want, zo vertelt Spits, soms mist ze in de bouwsector wel eens een doordacht antwoord op de vraag ‘waarom bouwen we eigenlijk?’ “Bouwen lijkt een doel op zich te zijn. Lekker praktisch: bouwen, meters maken, geld verdienen. Als klein meisje speelde ik met Lego en Playmobil en bouwde ik hele dorpen. Toen ontdekte ik: een mooie woonomgeving draagt bij aan het geluk van mensen. Na mijn studie Bouwkunde ging ik werken voor een architectenbureau. Daar verloor ik mijn drijfveer even uit het oog: het ging om scoren. Toen ik terugverhuisde naar Friesland en als bouwopzichter bij een corporatie ging werken, wist ik ineens weer waarom ik voor de bouw had gekozen. Het gaat om ménsen, om luisteren, om het creëren van een leefomgeving die past bij hun wensen en behoeftes. Bouwen is een middel om tot een doel te komen en geen doel op zich.” Spits volgde daarna ook een studie commerciële economie. “Ik leerde daar onder andere dat 1 en 1 helemaal niet altijd 2 is, maar soms ook 3, 5 of 7 kan zijn. Dat was even wennen voor mijn technisch brein. Maar die studie heeft me wel uitgedaagd meer te kijken naar de ontwikkeling van soft skills in deze door techniek gedreven branche.”

Zachte manier

Juist dat is de uitdaging waar we voor staan, zeker in de sociale woningbouw, zegt Spits. “Kijk, als je een nieuwbouwwoning koopt, dan kies je, en je wéét waarvoor je kiest. Mensen in de sociale huursector hebben die keuze niet. Je inkomen bepaalt waar je woont. Huurders hebben soms het gevoel dat ze iets door hun strot geduwd krijgen. Ze denken: ‘Waarom moeten wij óók nog opdraaien voor die energietransitie?’ Wij projecteren onze eigen visie teveel op hen: huurders moeten de energietransitie belangrijk vinden en eraan willen bijdragen. Maar zo werkt het volgens mij niet. Natuurlijk, de energietransitie is belangrijk, en de grote aantallen zitten in de sociale huur. Maar we zitten nu op het punt dat meer techniek en meer efficiëntie niet leiden tot een groter draagvlak. De sleutel tot draagvlak zit in inclusiviteit. Geen groepen mensen overslaan, maar hen juist deelgenoot maken van en mee laten beslissen in je afwegingen. Zonder oordeel naar hen proberen te luisteren, en hen op een zachte manier meenemen in de opgave waar we met z’n allen voor staan.”

Jongens van de bouw

Dat gezegd hebbende, vindt Spits dat niet alléén de bewoner centraal zou moeten staan in de opgave. “We hebben nu een volle focus op renovatie in bewoonde staat. Voor een individuele bewoner is dat tien dagen ellende, en dan is het weer voorbij. Voor de jongens die het werk uitvoeren, gaat het constant door. Hun werk heeft geen begin of eind, er is elke dag weer een nieuwe bewoner. Er is tijdsdruk, de planning moet worden gehaald, er is druk om zo efficiënt mogelijk te werken. Combineer 26  #2 2020


Hoe meer je de bal nét binnen de lijnen kunt spelen, hoe beter je het spel speelt.

HELENA SPITS #2 2020  27


VROUW IN DE BOUW INTERVIEW HELENA SPITS

dat met een steeds grotere groep kwetsbare bewoners, en je beseft dat we veel van de jongens in de bouw vragen. Daar moet je aandacht aan besteden, je moet juist ook bij deze jongens investeren in het ontwikkelen van soft skills. Hoe ga je om met kwetsbare bewoners? Wat doe je als iemand boos wordt?” “Onlangs hebben we een casus gedeeld met jongens op de bouw. Er was een huurder met zware PTSS (posttraumatische stressstoornis). Renoveren bij hem was geen optie. Dat respecteerden we. Maar eigenlijk trok hij het renoveren bij de buren ook niet. Dat werd natuurlijk ingewikkelder. Dus we gingen met deze huurder in gesprek en maakten heldere afspraken. Over op welke tijden hij geluidsoverlast kon verwachten. Hoe hij op prikkels reageerde, en welke omgevingsreactie hij dan prettig vond. Voor de huurder in kwestie heel fijn. Eindelijk iemand die vraagt: ‘Hoe is het nou voor jou?’ Maar ook voor de uitvoerende jongens was het prettig. Het gaf inzicht, en een antwoord op de vraag: hoe kun je jouw eigen reactie aanpassen?” Een intensieve manier van werken, beseft Spits. Niet iets wat je zomaar even naast je ‘gewone’ werk als uitvoerder doet. “De vraag is: willen we daarin investeren? Er is werk genoeg op het moment, zoveel dat je als bedrijf niet per se die inzet op soft skills nodig hebt. Maar ik denk dat de winst ook aan de andere kant zit: als je je personeel wilt behouden, is het belangrijk hen het gevoel te geven dat ze écht belangrijk zijn voor je bedrijf. Dat er aandacht is voor hen, dat ze gezien en gehoord worden. Dat je als het ware een gemeenschap bouwt waarin mensen zich thuis voelen.

We moeten meer dan ooit inzetten op persoonlijk contact met bewoners. Soms zit dat in kleine dingen. Maak die bouwkeet eens schoon, zorg dat het er gezellig is, schenk goede koffie. Het bouwen van zo’n gemeenschap en het ontwikkelen van de soft skills, dat is iets waar vrouwen een rol in kunnen spelen. Nu verdwijnen ze nog te vaak uit de bouwsector omdat ze zich niet altijd thuis voelen. Dat is zonde. Mijn advies: hou vast aan waar je voor staat. Als dat geaccepteerd wordt, kunnen we veel bereiken. En daar heb je mannen én vrouwen voor nodig.”

Corona

Nét voor het ter perse gaan van dit nummer, tijdens de intelligente lockdown, belt Spits via Skype. “Ik ben ontzettend benieuwd naar de lange termijneffecten van deze 28  #2 2020


Volgens Helena Spits kunnen vrouwen een rol spelen in het bouwen van een gemeenschap en het ontwikkelen van de soft skills.

coronacrisis. Wat wij tot nu toe zien bij bewoners, een toch al kwetsbare doelgroep, is veel angst en onzekerheid. En die angst zal niet zomaar verdwijnen met het versoepelen van de maatregelen. Ik denk dat we meer dan ooit moeten gaan inzetten op het vertrouwen van bewoners, en op het persoonlijke contact. Zó maar iemand in je huis binnenlaten, daar zijn mensen toch een stuk voorzichtiger in geworden. Warme opnames, bouwvakkers over de vloer, het is allemaal niet meer zo vanzelfsprekend. We zijn al volop aan het experimenteren met nieuwe, andere communicatiemiddelen. Denk aan een mobiele ontmoetingsplek waar je veilig en toch persoonlijk het gesprek kunt voeren, of vlogs vanuit de modelwoning.” “Met die laatste hebben we onlangs bij een project binnen drie weken de zeventig procent gehaald. Hoewel het eerst leek of het akkoord bleef steken op 65 procent. We kwamen erachter dat dat niet kwam omdat mensen de werkzaamheden niet zagen zitten. Nee: mensen wilden de werkzaamheden wel, maar geen vreemde mensen over de vloer. Dat los je alleen op door heel zorgvuldig met die angsten om te gaan en waar nodig je strategie aan te passen. Met alleen het invoeren van uitvoeringsgerichte regels red je het niet. Ik heb zelf ook niet alle antwoorden, hoor. Maar dat maakt het des te interessanter: gezamenlijk op zoek gaan naar passende strategieën. Dat daagt mij wel uit. Ik hou van de structuur van chaos.” #2 2020  29


Stap voor stap verduurzamen WAT BETEKENT DAT VOOR EEN INDIVIDUELE WONING?

"Met stap voor stap verduurzamen haal je de doelen voor 2050 nooit!" Het is een veelgehoorde uitspraak. En toch biedt stap voor stap volgens mij de meeste kans om de doelen voor 2050 te behalen. Deze paradox wordt beschouwd in dit artikel. Ook voer ik een pleidooi voor duidelijkheid in de einddoelen. Zo zorgen we ervoor dat men niet verzandt in tal van kleine maatregelen zonder wezenlijke stappen te zetten en halverwege te stranden. Maar alles in één keer kan vaak ook niet. Tekst Haico van Nunen

30  #2 2020


Huiseigenaren investeren in isolerend glas, spouwisolatie en zonnepanelen en denken daarmee hun bijdrage aan de verduurzaming te hebben ingevuld.   WIJKVERENIGING TUINWIJK #2 2020  31


STAP VOOR STAP VERDUURZAMEN

D

e bestaande woningvoorraad, met name het deel in particulier bezit, staat voor een grote opgave om de milieudoelen voor 2030 en 2050 te halen. Dat men iets moet gaan doen wordt ondertussen wel breed gedragen en de markt speelt daarop in, maar de oplossingen blijven veelal beperkt tot spouwmuurisolatie en PV-cellen. Met deze strategie van laaghangend fruit halen we die doelen nooit, ook al zijn het no-regret maatregelen. En deze eerste acties worden nu al genomen. “Goed!” zou je zeggen, “Er gebeurt tenminste iets.” Maar met laaghangend fruit alleen redden we het niet.

Gevaar op beperkt ingrijpen

Er zijn gelukkig al stappen gemaakt in ons duurzaamheid denken, mensen gaan aan de slag. Op tal van plekken zijn duurzaamheidsloketten te vinden, waar woningeigenaren terecht kunnen voor advies. Via verschillende wegen kun je zonnepanelen aanschaffen; de gemeente, je energieleverancier, de bouwmarkt en ga zo maar door. Er beweegt van alles. Maar er schuilt een gevaar in al deze goed bedoelde initiatieven. Eigenaren investeren enkele duizenden euro’s voor isolerend glas, spouwisolatie en zonnepanelen en denken daarmee hun bijdrage aan de verduurzaming te hebben ingevuld. Niet wetende dat ze pas een (kleine) stap hebben gezet. De woning is met deze ingrepen van label D naar pakweg B gegaan. In hun ogen zijn ze klaar, maar voor de gestelde CO2-reductie zullen ze nog een flinke stap, met bijbehorende investering, moeten nemen. En niemand die hen dat vertelt. Ze waren toch klaar? Het zijn overigens niet alleen particulieren waar dit speelt. Op dit moment vinden er nog steeds renovaties plaats van professionele beheerders die een beperkte energie ambitie nastreven. Ingegeven door een beperkt budget of omdat vanuit strategie er nog geen verdere ambities aan het complex 32  #2 2020

gekoppeld zijn. Ook voor die complexen zal in de toekomst nog een aanvullende stap gemaakt moeten worden. Dat kan natuurlijk, juist daarvoor leent een stap voor stap aanpak zich. Maar dan moet je je wel bewust zijn dat de ingreep die je nu pleegt stap 1 is uit de route die je af gaat leggen. En dan is het zaak om nu al te zorgen dat het een zinvolle route betreft. Het beleid en daarmee de stimuleringsmaatregelen van de overheid zullen zich hierop moeten richten. Enkel subsidie verstrekken bij een energieneutrale woning; daar kon weleens beperkt gebruik van worden gemaakt en je bereikt als BV Nederland niet de gewenste reductie. Maar hoe dan wel?

Inzicht in de opgave

Het eerste wat hiervoor nodig is, is inzicht in het doel wat men moet bereiken en inzicht in de afstand die er is tot dat doel. Concreet betekent dit, wat voor een woning heb je en hoever ben je weg van het doel om nagenoeg geen CO2meer uit te stoten? Dit is afhankelijk van het type woning dat je hebt, maar ook wat er in het verleden al met die woning gebeurd is. Het is dus onmogelijk om enkel op basisgegevens van een woningtype een advies voor verbetering op te stellen. Neem als voorbeeld drie rijwoningen uit verschillende perioden; een vooroorlogse woning, een jaren zestig doorzonwoning en een woning van rond 1990. Van origine heeft de vooroorlogse woning geen spouw (of een beperkte spouw), enkel glas, een houten begane grond vloer en een ongeïsoleerd dak. De jaren zestig woning heeft in ieder geval een spouw met eventueel een beetje isolatie, de vloer is van beton en er is nog steeds veel enkel glas. Het dak is van een minimale isolatielaag voorzien. Tot slot is de woning van begin jaren negentig gebouwd volgens de eisen van het Bouwbesluit. Een minimale Rc waarde van 2,5 m2K/W bij de schil en dubbel glas is


Met laaghangend fruit alleen redden we het niet.

HAICO VAN NUNEN #2 2020  33


STAP VOOR STAP VERDUURZAMEN dan de norm. Zo op het eerste oog drie verschillende opgaven. Maar het gaat niet zozeer om wat er ooit gebouwd is. De vooroorlogse woning heeft al menige aanpassing ondergaan, net als de jaren zestig doorzonwoningen. En de woning uit de jaren negentig is er hard aan toe. Het zou daarom niet vreemd zijn als de huidige kwaliteit van de drie woningen min of meer gelijk is. Het is dan ook eerder de vraag welke stappen je kunt nemen op basis van de originele opbouw, constructie en materialen, in plaats van te kijken naar de energetische kwaliteit die het nu heeft, want die is overal gelijk.¹

Leiden alle wegen naar Rome

Het is duidelijk dat de verduurzamingsopgave groot is. Om grip te krijgen op hoe we de afstand tot het doel kunnen overbruggen gaan we die afstand per component nader beschouwen. We kijken dan met name naar de componenten dak, gevel, vloer en installatie. In feite zijn dit componenten die invloed hebben op de energetische prestatie van een woning. Voor alle componenten gelden twee basiskeuzes: kwaliteit toevoegen op onderdelen van de component, of kwaliteit toevoegen aan de component als geheel. Deze keuze wordt meestal niet gemaakt vanuit energetisch oogpunt, maar vanuit onderhoud. Belangrijkste aan de benadering per component is dat je de afweging toevoegen of vernieuwen nu per component kunt maken en het geen kwestie is van alles of niets. Daar komt bij dat je het moment eveneens zelf in de hand hebt. Concreet kan een plan bestaan uit een volledige dakvervanging, maar dat je de gevel intact laat of hooguit glas vervangt. Daarbij moet je wel in acht nemen dat de gevel niet aan de hoogste eisen voldoet. Dat kun je oplossen door op ander vlakken (dak, installatie) meer kwaliteit te leveren, of op een later tijdstip (bijvoorbeeld als de kozijnen wél aan vervanging toe 34  #2 2020

zijn) alsnog de kwaliteit van de gevel te verhogen. Of wat te denken van een fraai vormgegeven voorgevel, waar je beperkt binnengevelisolatie aan toevoegt, terwijl je de achtergevel wel hoogwaardig inpakt met isolatie. De reden om voor deze ingrepen te kiezen zijn vaak niet vanuit energie ingegeven, maar juist vanuit ander gebruik, het gebrek aan comfort of de behoefte aan meer ruimte. Per component kunnen verschillende prestaties aangeboden worden, en door componenten te combineren ontstaat een route naar het einddoel. Deze component benadering geeft flexibiliteit om stap voor stap de ambities in te vullen, zonder het einddoel uit het oog te verliezen. En dat laatste is waar het bij veel huidige ingrepen misgaat. Er is geen zicht op het einddoel, daarmee kan er ook geen route naartoe gaan, en kunnen de landelijke ambities voor 2050 niet gerealiseerd worden.

Regie op het resultaat

Dit is geen pleidooi voor het centraal voorschrijven wat (eigenaar)bewoners moeten doen. Wel zal de overheid een beter en concreet beeld moeten gaan geven van waaraan woningen moeten voldoen. Dat begint al met het duidelijk communiceren van de doelstellingen van de sector gebouwde omgeving (in begrijpbare taal), maar vooral over wat dat betekent voor één individuele woning. Wat moet jij als bewoner doen? Het klimaatakkoord heeft het over ‘verduurzamen’. Maar de afspraken laten zien dat men eigenlijk energieneutraal bedoelt. Niet met zoveel woorden, maar de genoemde CO2besparing en in combinatie met het aantal woningen (1,5 miljoen woningen en 3,4 Mton CO2reductie) betekent dat per woning grote reducties behaald moeten worden, vergelijkbaar met energieneutraal. Zeg dat dan ook, dan kunnen eigenaren de juiste keuzes maken en blijven ze niet hangen op spouwisolatie.²


Het belangrijkste aan een benadering per component is dat het geen kwestie is van alles of niets, maar dat je de afweging om te vernieuwen nu per component kunt maken.

Het volstaat dan ook niet om te spreken over prestaties voor 2050. Dit stimuleert enkel ons menselijke gedrag om dingen vooruit te schuiven. Eigenlijk zouden er meer tussendoelen zichtbaar moeten zijn, bijvoorbeeld in periodes van 5 of 10 jaar. En als we dan ook nog aan kunnen geven welke prestatie nodig is per woningtype of per component, dan is in ieder geval de aard van de opgave voor iedereen duidelijk. En wellicht zelfs een stap richting oplossingen. Meer mag, minder niet.³ Het is natuurlijk de vraag of de overheid dit kan of wil afdwingen. Maar ze kan dit wel in al haar stimuleringsmaatregelen als voorwaarde stellen.

Regie op het wonen

Het staat buiten kijf dat bewoners de regie zelf in handen moeten hebben en behouden

over hoe ze willen wonen en wat ze willen verbeteren. Het gaat erom dat ze ondersteund worden in de kennis over hun woning en de mogelijkheden om hun woongenot in stand te houden of te verbeteren en daarbij de gewenste duurzaamheidsprestaties te behalen. Hierbij ontbreekt het volgens mij nog steeds aan een helder einddoel. Ga maar bij jezelf na, hoeveel mensen (nietbouwkundigen) in je omgeving ken je die beseffen dat eigenlijk alle onderdelen aan hun woning nog één keer verbeterd moeten worden? Voor hen is investeren in zonnepanelen al een heel ding, laat staan dat ze beseffen dat het complete dak nog een keer aan de beurt komt. Dit vraagt om helderheid van de doelen. Enerzijds is dat een rol voor de overheid. Zij heeft het Parijs akkoord namens Nederland ondertekend en de #2 2020  35


Op dit moment vinden er nog steeds renovaties plaats van professionele beheerders die een beperkte energie ambitie nastreven.  BOUWHULPGROEP

36  #2 2020


STAP VOOR STAP VERDUURZAMEN

deelopgave voor de gebouwde omgeving bepaald. Maar zelfs als dat duidelijk gecommuniceerd wordt, kan een bewoner er niets mee. Wellicht dat de markt daar wel (concreter) mee uit de voeten kan.

Het ontbreekt volgens mij nog steeds aan een helder einddoel. Bij de BouwhulpGroep hebben we zelf met deze vraag zitten worstelen; hoe kun je bewoners nu aan de knoppen zetten? Dat heeft onder meer geresulteerd in een digitale klantreis, genaamd ‘30 seconden toets’. Aan de hand van basisgegevens over je woning en een meer gedetailleerde opname kun je als bewoner zelf de regie houden en je eigen renovatie ontwerpen. Het resultaat zijn mogelijke maatregelen op componentniveau én een route over hoe je daar stap voor stap kunt komen.

het verduurzamen van de woning. Men ontkomt er dan niet aan om te laten zien in welke mate de afstand tot de gewenste prestatie van de woning wordt overbrugd. Als er iets in deze tijd duidelijk is geworden, is het wel dat er veel kan wanneer er duidelijkheid wordt gegeven over wát we moeten bereiken en er toch zoveel mogelijk vrijheid gelaten wordt over hóe we het een en ander invullen. Dit zal eveneens moeten gebeuren met betrekking tot de verduurzaming van onze woningvoorraad. Het advies aan de overheid is dan ook: stel duidelijke doelen en communiceer deze ook. Bied de ‘markt’ de ruimte, of dwing zelfs af dat ze de bewoners zoveel mogelijk ondersteunen maar geef hen de vrijheid en de mogelijkheid om het zelf in te vullen. Gebruik subsidies of regelingen om het stellen van doelen en het uitstippelen van de weg daarnaartoe te stimuleren. De paradox uit de aanhef kan genuanceerd worden. Stap voor stap is niet verkeerd als je hiermee uiteindelijk het doel maar behaalt. Overheid: zorg ervoor dat die focus op het doel niet verslapt!

De duurzame menukaart

Er worden nu op verschillende plaatsen menukaarten ontwikkeld in opdracht van gemeenten en corporaties om verduurzaming van woningen te stimuleren. De kunst is hier om (in analogie van de menukaart) niet alleen ingrediënten op te dienen die op zichzelf wel duurzaam zijn maar een woning niet per se duurzaam maken, maar om ook daadwerkelijke een gerecht samen te stellen waarmee een serieuze stap gezet wordt in

¹ Zie ook: Smaken van energieneutraal (2): woningverbetering - Renda #2 2018 ² Zie ook: De bewoner is zo gek nog niet - Renda #4 2019 ³ Zie ook: Tussen B en BENG - Renda #2 2019 #2 2020  37


HOE WOON JIJ?

Tekst Dionne Verstegen Beeld Frank van Delft

38  #2 2020


AAN DE BEL TREKKEN De uitbraak van het coronavirus raakt iedereen. Ook huurders van Renda-partners. We bellen met bewoner Patrick Boterman om te vragen hoe hij deze bijzondere tijd ervaart. Patrick (27) woont ‘Bij Gisbert’, een appartementencomplex aan de Gisbert Schairtweg, Aakstraat en Prins van Oranjestraat in Zaltbommel. Het nieuwbouwcomplex is eigendom van corporatie Woonlinie en #2 2020  39


HOE WOON JIJ? bestaat uit 27 sociale huurwoningen, die in september 2019 werden opgeleverd. “Ik heb de tweede week van september de sleutel gekregen en ben toen meteen gaan klussen. De keuken, badkamer en toilet waren al aanwezig, maar ik heb zelf bijvoorbeeld de vloer gelegd en geverfd. Gelukkig kon ik hiervoor rekenen op hulp

mogelijk vanuit huis. Hij is Marketing Manager bij Van den Heuvel Werkendam, serviceprovider in machines op het gebied van heien, hijsen en grondverdichting. “Ik ga een dag in de week naar ons kantoor in Werkendam of Middelburg, maar zoek dan altijd een plek op waar ik alleen kan zitten. De rest van de

Je weet natuurlijk nooit wat voor buren je krijgt, maar ik denk dat ik het wel getroffen heb. van familie, dus op een gegeven moment stonden we met vijf mensen tegelijk te verven. Dat schoot wel lekker op. Het is wel gek om te bedenken dat dat op dit moment niet zou kunnen, omdat je maar met maximaal drie mensen mag samen­ komen. Ik ben in elk geval blij dat ik meteen aan de slag gegaan ben en het nu helemaal ingericht is zoals ik wil.”

Thuiswerken

Tijdens het coronavirus werkt ook Patrick zoveel 40  #2 2020

week werk ik vanuit huis. Ik heb ook een eigen marketingbedrijfje, dus ik had gelukkig al een kantoor ingericht thuis. In het begin was het wel gek om zoveel thuis te zijn, maar het wende snel. Wel merk ik dat de scheidingslijn tussen werk en privé kleiner wordt. Je wordt wakker en in plaats van een half uur reizen ben je al meteen op ‘kantoor’. Gelukkig kan ik flexibel mijn uren indelen, maar daarbij moet ik wel opletten dat ik niet te lange dagen maak.”

Een goede buur

Ook de buren van Patrick zijn veel thuis op dit moment. “Vooral in het begin zat iedereen veel op het balkon. Dat kan natuurlijk ook aan het mooie weer liggen, maar het is wel fijn om wat meer contact te hebben met iedereen. Mijn onderburen zijn al wat ouder, zo rond de 60. Je merkt dat zij heel voorzichtig zijn in alles en met name heel erg oppassen in het contact met anderen. Dan ga je toch ook meer op elkaar letten. Als ik ze vandaag en morgen niet zie dan trek ik wel even letterlijk aan de bel om te kijken of alles goed gaat. Het contact verloopt gelukkig heel goed. Je weet natuurlijk nooit wat voor buren je krijgt, maar ik denk dat ik het wel getroffen heb.” Dit sluit mooi aan bij de oproep van Woonlinie in haar bewonersmagazine van april om in deze bijzondere periode goed in contact te blijven met elkaar. Ook medewerkers van Woonlinie bellen nu actief bewoners in woonzorgcomplexen en binnenkort ook ouderen die alleen wonen om te vragen hoe het gaat. Daarnaast gaven ze in hun magazine aan dat bewoners altijd bij hen terecht kunnen voor vragen of het maken van een praatje.


Patrick bij het poortgebouw van zijn appartementencomplex. Het ontwerp is met zijn gotische geometrische motieven een ode aan bouwmeester Gisbert Schairt van Bommel. #2 2020  41


BEWONERS MEEKRIJGEN IN VERDUURZAMING

GROENE INITIATIEVEN 42  #2 2020


Samen met buurtgenoten groen van de sloop redden.  BERNICE KAMPHUIS #2 2020  43


GROENE INITIATIEVEN

Struikroven. Steenbreken. Duurzame Dames. Klinkt als een spannend boek, maar het zijn drie initiatieven van creatievelingen die zich inzetten voor vergroening en verduurzaming voor én door buurtbewoners. "Als je begint met kleine, behapbare interventies die tot de verbeelding spreken, is het later in het traject veel makkelijker om buurtbewoners mee te nemen in de grote energietransitie." Tekst Wikke Peters

B

ernice Kamphuis is, behalve kwartiermaker energietransitie en verduurzaming, in het dagelijks leven ook Struikrover. Maar wat doet een struikrover? “In mijn buurt, een sociale woningbouwbuurt, werden woningen gesloopt, inclusief tuinen. Elke dag zagen we grote bulldozers voorbij komen die al het groen platwalsten. Doodzonde. Dus zijn we op een avond met enkele buurtbewoners over het hek geklommen, hebben het groen weggehaald en dat vervolgens in onze eigen tuin gezet. Letterlijk struikroven dus.”

Gezamenlijk groen redden

Dat smaakte naar meer. Toen er later nog eens 133 woningen gesloopt werden, trok Kamphuis aan de bel bij de corporatie. “Ik wilde met mijn hele buurt gaan struikroven. Dat mocht. Of mijn buurtgenoten daarvoor te porren waren? Jazeker. Mensen houden best van groen, zeker als je ze eraan herinnert. Mijn buren keken óók elke dag uit het raam en zagen al het groen platgewalst worden. Dat dat zonde is snappen mensen eigenlijk altijd meteen. En bovendien: gratis planten voor in je eigen tuin is ook fijn.” Via flyers, social media en aanbelacties wist Kamphuis 44  #2 2020

haar buurtgenoten te motiveren om een dag mee te gaan struikroven. Geroofde planten werden verzameld en tijdelijk opgeslagen tot de nieuwbouw klaar was. Daarna volgde een dag lang gezamenlijk herplaatsen van de planten, in tuinen en de openbare ruimte. “Het werd een buurtfeestje. Dat is het mooie hieraan: gezamenlijk groen redden van de sloop, is niet alleen fijn voor de wereld, maar ook goed voor de sociale samenhang in de buurt.” Ook dat is een stokpaardje van Kamphuis: het verbinden van de energietransitie aan de sociale opgaves in een buurt. Zelf is Kamphuis oorspronkelijk opgeleid als opbouwwerker, en daar ziet ze dan ook kansen. “In voorbereiding op de energietransitie zouden corporaties veel meer de link moeten leggen met het sociale domein. Sociaal werkers en opbouwwerkers komen al achter die voordeur, het zijn vertrouwde gezichten in de buurt. Neem hen mee in de opgave, zij bereiken mensen op een natuurlijke manier.” Ook kun je volgens Kamphuis het beste zorgen dat je aanhaakt op bestaande initiatieven. “Er gebeuren in buurten al veel initiatieven die je kunt koppelen aan verduurzaming. Denk aan buurtmoestuinen, repaircafé’s, kledingruilwinkels, maar ook financiële hulpverlening.


Er gebeuren in buurten al veel initiatieven die je kunt koppelen aan verduurzaming.

BERNICE KAMPHUIS #2 2020  45


GROENE INITIATIEVEN Energiearmoede is reëel en zal in de toekomst alleen maar erger worden. Als je al die initiatieven gaat labelen als verduurzamingsinitiatieven, begrijpen mensen veel beter dat je ook op kleine schaal en persoonlijk kan bijdragen aan verduurzaming. En daarmee creëer je weer draagvlak voor het ‘grote boze wolf’-verhaal van de energietransitie.” Inmiddels werkt Kamphuis met het Struikroverscollectief voor meerdere corporaties. En prijkte ze met haar initiatief op plek 12 in de Duurzame Top 100 van 2019. Toch vindt ze dat het redden van sloopgroen nog te weinig gebeurt. “Alleen al in Amsterdam zijn er de afgelopen jaren zes voetbalvelden aan groen vernietigd tijdens sloopwerkzaamheden. Dat is ontzettend jammer en echt een gemiste kans.”

Operatie Steenbreek

“Wij zetten ons in voor een mooie, duurzame en sociale wereld. Dat we dit willen klinkt misschien cliché, maar wij dóen het ook echt. Doen is namelijk onderdeel van

Veel mensen zien in eerste instantie het nut van groen niet zo in. onze visie. Met de voeten in de modder staan, letterlijk en figuurlijk.” Aan het woord is Tove Elfferich, ontwerper bij sociaal ontwerpbureau Morgenmakers. Elfferich studeerde af aan de Technische Universiteit 46  #2 2020

Eindhoven, als industrieel ontwerper, met een interesse voor maatschappelijke veranderingen en de rol die techniek daarin speelt. Klinkt abstract, en toch blijkt Elfferich ook heel praktisch en toegepast. ”We gaan de buurt in om met mensen te praten, te luisteren naar de wensen en de behoeftes die er zijn. Op basis van wat zij ons vertellen, bepalen we wat we gaan doen. Dat gebeurt heel intuïtief en in kleine stappen, in een open proces. Als wij een buurt in gaan, hebben we geen vooropgezet plan of een agenda met targets die we moeten behalen. Dat open proces, en het ándere gesprek wat daardoor ontstaat, is wat mij betreft de meerwaarde van ontwerpers in een project.” Een van de succesprojecten is Operatie Steenbreek: stoeptegels eruit, groen erin. Vaak is een corporatie opdrachtgever. Morgenmakers trekt de buurt in om mensen te vragen zoveel mogelijk tuinen op één dag te vergroenen. Daarbij worden gratis plantjes ter beschikking gesteld en krijgen bewoners hulp en tips. Elfferich: “Veel mensen die we spreken zien in eerste instantie het nut van groen niet zo in. Ze vinden het vies of lastig in onderhoud. En ze hebben geen geld, dat horen we ook vaak. Dit soort drempels kun je heel vaak wegnemen. Zo is groen niet duurder of ingewikkelder in onderhoud dan een stenen tuin. En als mensen slecht ter been zijn, of toch echt liever de tegels laten liggen, gaan we kijken of we bijvoorbeeld een paar tuiniersbakken op hoogte kunnen plaatsen.” “Je doet dus eigenlijk twee dingen: je laat zien dat er een eigenbelang is om mee te doen, bijvoorbeeld gratis planten of minder onderhoud, én je vertelt het grotere verhaal rondom vergroening. En natuurlijk is ook het sociale aspect belangrijk. Doordat je een dag met de hele straat staat te tuinieren, ontstaat er contact. Mensen komen bij


Operatie Steenbreek: stoeptegels eruit, groen erin.  TOVE ELFFERICH

elkaar kijken, helpen elkaar, lunchen samen en delen hun tuingereedschap”, aldus Elfferich. De deelname aan Steenbreek is hoog: van alle straten die Morgenmakers bezocht, deden telkens bijna alle huizen mee. “Het is wel belangrijk om een vinger aan de pols te houden: terugkomen om te vragen hoe het gaat, onderhoudstips geven, misschien af en toe wat hulp organiseren.” In de Eindhovense wijk Tivoli vergroende Morgenmakers al tientallen tuinen samen met bewoners, en werd er bovendien een inspiratietuin aangelegd. Met tips over beplanting en het onderhoud. Elfferich is blij dat corporaties meer en meer het belang van groen in de buurt onderkennen. “Het vergroenen van een buurt is geen

hogere wiskunde. Maar als je wilt dat het echt beklijft, is het volgens mij heel belangrijk om de bewoner als uitgangspunt voor vergroening te nemen.”

Theatrale interventies

Scheid jij je afval? Neem je af en toe de fiets naar je werk? Of heb je een groene voortuin? Dan verdien je een compliment, omdat je al goed bezig bent. Dat vinden in elk geval de Duurzame Dames. Positiviteit, luchtigheid, humor en ruimte voor een goed gesprek, dat hoort bij hun aanpak. De Duurzame Dames zijn onderdeel van Hartendames: een netwerk van creatieve ondernemers en acteurs dat zich richt op bijzondere, theatrale interventies. Wanda Wormser en Ellen Schoumacher: “Dat doen we bij medewerkers van bedrijven én buurtbewoners. #2 2020  47


Duurzame Dame Ellen Schoumacher samen met bewoners voor de foto expositie bij het buurthuis.  HARTENDAMES

48  #2 2020


GROENE INITIATIEVEN Op allerlei thema’s, zo ook rond verduurzaming en vergroening. De Duurzame Dames zijn een andere, verfrissende manier van in gesprek komen met mensen. We blijven ver weg van het belerende vingertje, want niemand vindt het leuk om te horen dat hij of zij iets niet goed doet, en dat het beter moet.” De Duurzame Dames zijn theatrale karakters, en toch gaan ze niet ‘over the top’. “Hierdoor zijn we benaderbaar en toegankelijk. Mensen voelen zich vrij om dingen tegen ons te vertellen, en wij kunnen in onze rol ook meer zeggen. Je kunt mensen prikkelen, een beetje uitdagen en confronteren. Als Duurzame Dame kom je daarmee weg.” Eén van de manieren waarop de dames de buurt in trekken, is met hun mobiele koffiekarretje. Een verbouwde Spijkstaal wagen, waarmee ze in de straat parkeren en mensen

Het gebeurt regelmatig dat mensen hun hart bij ons uitstorten. op de koffie uitnodigen. Soms met een verrassend resultaat. “We bezochten een buurt die volgens de corporatie ‘notoir anoniem’ was, met weinig sociale cohesie. We vroegen mensen of we hen met hun favoriete voorwerp uit huis op de foto mochten zetten. De reacties waren overweldigend; er kwamen de prachtigste verhalen los. Van de fotoreeks hebben we een expositie in het buurthuis gemaakt. Mensen konden zichzelf,

maar ook hun buren komen bekijken. En zo elkaar leren kennen.” Belangrijk is ook, vinden Wormser en Schoumacher, dat ze niet ‘geïnstitutionaliseerd’ zijn. “We zijn duidelijk geen medewerkers van een corporatie of aannemer. We zijn niet formeel en komen geen strenge boodschap brengen. Als wij voor je deur staan, is dat leuk. En soms zelfs ook ontroerend. Het gebeurt regelmatig dat mensen hun hart bij ons uitstorten, dat we hun hele levensverhaal te horen krijgen en dat ze vertellen wat ze van de buurt vinden. Niet sociaal wenselijk, maar eerlijk. Als Hartendames zijn we in staat de onderbuikgevoelens naar boven te krijgen en daarover het gesprek te voeren.” Welke geluiden vangen de dames op als het om verduurzaming gaat? “Het wordt als overweldigend gezien, als iets voor de lange termijn. Wat moeten we ermee, wat kunnen wij eraan doen, is vaak het sentiment. We gaan dan op zoek naar de dingen die mensen al doen, soms zelfs zonder dat ze zich daar bewust van zijn. En geven kleine tips: een boodschappentas meenemen als je naar de winkel gaat, of de deksel op de pan als je water kookt. Of water eerst koken in de waterkoker. Scheelt je ook weer geld, zeggen we er dan bij, want energie wordt steeds duurder en er bestaat nog niet zoiets als een energietoeslag. Het klinkt misschien heel simpel, maar zo maken we de energietransitie wél begrijpelijk. En dat begrip is hard nodig, wil je mensen de komende jaren meekrijgen in de aanpassingen die gedaan moeten worden.”

Meer weten over een van deze initiatieven? Neem dan contact met ons op via renda@aeneas.nl. #2 2020  49


Echte ketenpartners DE LESSEN VAN VIJF JAAR SAMENWERKEN

50  #2 2020


Het bundelen van krachten, innoveren en leren van elkaar. Met deze doelen startten in 2015 zeven ketenpartners hun samenwerking voor corporatie Woonmeij. Vijf jaar later hebben ze veel geleerd. Zo is er inmiddels een duidelijke overlegstructuur, wordt de werkvloer actief betrokken bij de beleidsvoering en zijn er vaste afspraken over zaken als prijs, planning en communicatie richting bewoners, ook in tijden van corona. Tekst Dionne Verstegen

Beeld Cindy Langenhuijsen

Hans van Breukelen gaf tijdens de teamdag een presentatie over samenwerken en teambuilding. #2 2020  51


ECHTE KETENPARTNERS

H

et begon in 2015 met een samenwerking tussen de zogenaamde buitenschil partijen Gebroeders van der Plas, Moonen Onderhoud & Renovatie, Orly & Endevoets en Wits Zuid. “In het begin moesten alle partijen elkaar echt nog leren kennen. Het waren een soort concurrenten van elkaar. De meesten waren vijf jaar geleden niet gewend om kennis te delen met elkaar en gingen enigszins schoorvoetend samen aan tafel”, vertelt Frans Brouwers, teamleider Vastgoedbeheer bij Woonmeij. “Nu weten ze elkaar steeds beter te vinden en zoeken ze elkaar ook echt op.”

Meer transparantie

John van Balkum, directeur bij Gebroeders van der Plas beaamt de optimale samenwerking. “Er is meer transparantie naar elkaar toe. Zo delen we tegenwoordig onze bedrijfsprocessen met elkaar en kijken we samen naar een eenduidige manier voor bijvoorbeeld het aanleveren van begrotingen en het stellen van eenheidsprijzen. Ook werkzaamheden pakken we echt samen op en voeren we gezamenlijk uit. Dat is niet alleen handig voor bewoners. Zij ervaren immers minder overlast. Maar dit zorgt ook voor een stukje kostenbesparing.” Een voorbeeld van werkefficiëntie is dat er nu gedurende het hele project één steiger blijft staan, terwijl eerder elke partij zijn eigen steiger plaatste. “Ook kwam het voorheen weleens voor dat er door het jaar heen verschillende vaklieden over de vloer kwamen bij bewoners om werkzaamheden uit te voeren. Nu hebben we echt een vast team dat voor Woonmeij werkt. Bewoners herkennen en vertrouwen de vaklieden. Dat is veel waard”, aldus Koen van Schaaijk, adjunct directeur bij Wits Zuid. De ketenpartners stellen jaarlijks in overleg met Woonmeij een planning op, waarbij de uitvoering van werkzaamheden verdeeld wordt over het hele jaar. Woonmeij geeft hiermee haar partners de mogelijkheid om 52  #2 2020

gewoon door te werken in de winterperiode. Een groot voordeel voor alle partijen. “De samenwerking zorgt ervoor dat er betere en volledigere inspecties en vooropnames plaatsvinden. Iedereen weet precies wat er staat te gebeuren en wat elke partij nodig heeft. Iets wat de kwaliteit van de werkzaamheden ten goede komt”, vertelt Cas de Haan van Moonen Onderhoud & Renovatie.

Overlegstructuur

Een andere verandering die in de afgelopen vijf jaar plaatsvond is de manier van overleggen met alle partijen. “Vijf jaar geleden zaten we met verschillende niveaus aan tafel. De welwillendheid was er wel, maar er zaten zoveel mensen aan tafel dat het overleg binnen de kortste keren alle kanten op ging. De meeste partijen zijn eigenlijk echte doeners en gaan het liefst meteen aan het werk. De afgelopen jaren lag onze focus dan ook op het organiseren van een goede overlegstructuur. Zodat we vervolgens duidelijke afspraken kunnen maken over zaken als de kwaliteit van de werkzaamheden en manier van communiceren”, vertelt Frans Brouwers. Inmiddels vindt er overleg plaats op drie niveaus. De projectleiders en Woonmeij komen maandelijks samen om alle lopende zaken te bespreken en waar nodig bij te sturen. De stuurgroep, bestaande uit directeuren, komt zes keer per jaar bij elkaar. Hier worden de grote lijnen uitgezet, die vervolgens getoetst worden bij de projectleiders én de werkvloer. Vooral de input van deze laatste groep is belangrijk. “Zij komen bij bewoners over de vloer en weten bijvoorbeeld heel goed hoe de bewonerscommunicatie zou moeten lopen. Zij komen echt met praktische voorbeelden hoe dit beter kan. We nemen deze adviezen graag ter harte in de uitvoering.”, aldus Natascha Kleyn, die als communicatieadviseur de ketenpartners begeleidt.

De werkvloer betrekken

Ook organiseren de ketenpartners gedurende het jaar regelmatig workshops en


Er is nu veel meer transparantie naar elkaar toe dan vijf jaar geleden.

JOHN VAN BALKUM #2 2020  53


ECHTE KETENPARTNERS verdiepingssessies voor alle betrokkenen. “Juist deze sessies zorgen ervoor dat de werkvloer goed kan aansluiten en mee kan denken over bijvoorbeeld de gevraagde kwaliteit”, vertelt Van Balkum. Elke sessie heeft een thema. Hierbij gaan we uit van de input van alle partijen. Wat vinden zij belangrijk om als onderwerp op de agenda te zetten? Zo werd er onlangs een SWOT-analyse gemaakt. In verschillende sessies kwamen de partners bij elkaar; stuurgroep, projectleiders en vaklieden. Hierbij kwamen juist ook vanuit de werkvloer nieuwe ideeën. Een voorbeeld daarvan is het afnemen van een bewonersenquête aan het einde van een project. Werklieden vinden het een stuk efficiënter wanneer zij deze enquête afnemen bij de bewoner thuis. Face-to-face worden eventuele opleverpunten besproken en vaak ook meteen opgelost. “Dit werkt een stuk fijner dan een brief met vragen door de brievenbus”, aldus Rob Smulders van Gebroeders van der Plas. Het resultaat: ketenpartners passen de procedure aan en hanteren de voorgestelde werkwijze. De vaklieden zelf zijn ook erg blij om bij dit hele proces betrokken te worden. “We mogen meedenken, er wordt echt naar ons geluisterd. Goede ideeën worden gezamenlijk opgepikt en uitgevoerd”, vertelt Marco van Diessen van Orly & Endevoets trots.

Duurzame Samenwerking

De ketenpartners van Woonmeij organiseren ook elke derde woensdag in januari een teamdag. Per ketenpartner sluiten diverse mensen aan, vanuit directieniveau, het middenkader en de werkvloer. Vorig jaar stond het Koersplan van Woonmeij op de agenda. Er werd besproken of de ambities van de corporatie overeenkwamen met die van de ketenpartners en hoe zij hier concreet invulling aan konden geven. “De ingrediënten van de dag zijn nuttig en leerzaam. Maar vooral ook fijn en gezellig. Deze componenten samen zorgen ervoor dat iedereen erbij wil zijn”, vertelt Natascha Kleyn enthousiast. 54  #2 2020

Naast de communicatieve ondersteuning organiseert zij ook jaarlijks deze teamdag voor de ketenpartners. Dit jaar was het thema Duurzame Samenwerking: Samen bouwen, Samen leren, Samenwerken. “We werden geïnspireerd door Jetske Thielen over het thema Duurzaamheid in al haar facetten”, vertelt Berrie Endevoets, directeur van Orly & Endevoets. “Vervolgens gingen alle bedrijven in groepen aan de slag met vragen als: Hoe zorgen wij ervoor dat we duurzaam (samen) werken? Wat gaat daarbij goed en wat kan beter? Plenair deelden we vervolgens onze uitkomsten. Mooi om te zien hoe er nieuwe ideeën en samenwerkingsverbanden ontstaan op zo’n dag.” En hoe zorg je ervoor dat een groep, die bestaat uit bijna allemaal mannen, ook na de lunch nog enthousiast blijft? “Een presentatie van Hans van Breukelen over samenwerken en teambuilding doet wonderen”, lacht Brouwers tevreden. Alle partners hebben deze teamdag als zeer positief ervaren. “Naast de inhoudelijke component is het ook goed om alle collega’s van de andere bedrijven te leren kennen. Wij zijn pas later toegetreden tot de ketenpartners, dus het was fijn om iedereen ook op een andere manier te leren kennen. Er was echt een duidelijke spirit voelbaar deze dag, waarbij teambuilding voorop stond”, vertelt Pieter Driessen, manager facilitaire diensten bij Hendriks Coppelmans. Als enige bouwkundige aannemer voor binnenonderhoud behoort Hendriks Coppelmans tot de partners voor de binnenschil, samen met Van Thiel optimaal. “We hebben ervaren dat er minder raakvlakken zijn met de partners van de buitenschil. Maar de afstemmingen die wel nodig zijn, gaan door deze samenwerking veel beter en sneller, dus dat werkt erg prettig.” Ook Brouwers beaamt het verschil tussen de binnen- en buitenschil. “In eerste instantie zaten we met alle partners samen aan tafel, maar dat bleek niet efficiënt. De binnen- en buitenschil hebben toch een hele andere focus. Zo is de buitenschil


Gebroeders van der Plas en Orly & Endevoets pakken samen de buitenschil aan in Schijndel.

bijvoorbeeld alleen mogelijk via planmatig onderhoud, maar kan de binnenschil ook bij mutatie aangepakt worden, iets wat een andere manier van werken vraagt. Daarom besloten we ons vooral te richten op een goede ketensamenwerking tussen de buitenschil partijen. Om vervolgens te kijken hoe de binnenschil partijen hier hun voordeel mee kunnen doen.”

Ambitiekalender

Door de teamdag en verdiepingssessies weten alle ketenpartners nu goed wat de ambities van Woonmeij zijn en hoe ze dit graag naar de praktijk vertalen. Brouwers: “De laatste twee jaar lag de focus echt op samenwerking en het opstellen van eenduidige processen. Nu zijn we klaar voor het maken van een volgende professionalise-

ringsstap. We zijn op dit moment bezig met het opstellen van een intentieverklaring waarmee we onze langdurige samenwerking verder uit kunnen werken. Binnenkort komt er ook een ambitiekalender. Deze maakt duidelijk waar we naartoe willen de komende jaren, zowel op korte termijn (2021), als over vijf jaar. Ook willen we onze communicatie nog verder optimaliseren. Dat hopen we te bereiken door te gaan werken in een gezamenlijke Cloud omgeving. Nu delen de partners alles via mail met elkaar. Daardoor verlies je overzicht; wat is nu de laatste of juiste versie? Door alles in een omgeving te zetten waarbij nieuwe versies de oude automatisch overschrijven voorkom je dit probleem en zorg je ook nog eens voor een stuk minder mailverkeer. En je hebt ook nog eens alle documenten snel bij de hand.” #2 2020  55


De vaklieden houden netjes 1,5 meter afstand tijdens de werkzaamheden bij het project Hoevenbraak in Schijndel.

56  #2 2020


ECHTE KETENPARTNERS Het doel is om vanaf 2021 te gaan werken volgens de methodiek van Resultaat Gericht Samenwerken. “Op dit moment zijn we bezig met het opstellen van een aantal conceptdocumenten, zoals een uniform onderhoudsscenario, een klantreis en afspraken over kwaliteit, met functionele eisen en daarbij horende meetbare prestatie-eisen. Al deze afspraken bundelen we in een handboek”, vertelt Ben van Eerd van EveAdvies. “Op deze manier zijn de afspraken voor alle partijen duidelijk en mogen we elkaar daar ook op aanspreken”, vult Van Balkum aan.

Iedereen is heel goed bereikbaar voor elkaar. Samenwerken tijdens corona

Ook in deze bijzondere tijd van het coronavirus weten de ketenpartners elkaar te vinden. Brouwers: “We hebben vrij snel een overleg gepland met de projectleiders waarbij we besproken hebben hoe elke partij omgaat met alle maatregelen van het RIVM. Zo kun je ook echt voorbeelden delen met elkaar en weet iedereen concreet hoe je het werk in deze situatie kunt aanpakken. Dat is echt een voordeel van deze samenwerking, iedereen is heel goed bereikbaar voor elkaar. Dat geeft ook onze bewoners een gerust gevoel. Elke ketenpartner werkt én communiceert op dezelfde wijze en gaat nauwkeurig om met de maatregelen. Daarnaast hebben we een eigen logo en huisstijl. Ook dat zorgt voor herkenbaarheid en vertrouwen bij bewoners.

Zo werd er onlangs een bewonersbrochure gemaakt voor het project Hoevenbraak in Schijndel. Hier zijn Gebroeders van der Plas en Orly & Endevoets momenteel bezig met onderhoudswerkzaamheden aan de buitenzijde van de woning. In de brochure nemen de ketenpartners de bewoners niet alleen mee in de werkzaamheden en wat zij hierbij kunnen verwachten, maar ook in de extra maatregelen die gelden tijdens corona en wat dit voor hen betekent. Zo houden de vaklieden minimaal 1,5 meter afstand van elkaar en geven ze bewoners geen hand, iets wat normaal gesproken uiteraard wel gebeurt. Wanneer medewerkers koorts hebben of verkouden zijn blijven zij thuis. Ook vragen ze bewoners die, vlak voordat de werkzaamheden in hun woning starten, klachten ervaren dit te melden bij de voorman. Zo kan er ook in deze tijd veilig gewerkt worden. Zowel de voorman van Gebroeders van der Plas als Orly & Endevoets staan met naam, foto en contactgegevens in de brochure vermeld. Zo is het voor bewoners meteen duidelijk bij wie ze moeten zijn. Wat het in deze tijd extra lastig maakt is dat de vaklieden voor een deel van de schilderwerkzaamheden en het plaatsen van isolatieglas bij bewoners in de woning moeten zijn. In de brochure vragen de onderhoudsbedrijven bewoners om tijdens deze werkzaamheden in een andere ruimte te verblijven dan waar gewerkt wordt. Dit is veilig voor de vaklieden én voor de bewoners. Zijn er bewoners die liever niet willen dat er in deze periode binnen gewerkt wordt? Ook daar is een oplossing voor. Bewoners kunnen dit aangeven bij de voorman en spreken een nieuwe datum af zodra de coronacrisis voorbij is. “Er lopen op dit moment veel vaklieden van verschillende bedrijven in de straat. Maar ze houden heel goed rekening met ons en zorgen ook voor hun eigen veiligheid”, aldus een tevreden bewoner uit de Van Berghenstraat. “Het is een fijn team. Dat voelt goed.” #2 2020  57


KOMEN TOT GEDRAGSVERANDERING Naast mijn reguliere werk bij Antares ben ik voorzitter van de Kring Vastgoed Zuid. Met vastgoedmensen van 22 woningcorporaties delen we kennis en leren we van elkaar. Vaak gaat het over Duurzaamheid; zonnepanelen, bouwkosten, nul-op-de-meter, circulariteit, u kent de onderwerpen wel. Minder vaak gaat het over gedrag, terwijl gedrag een zeer belangrijke factor is als het om energiebesparing gaat. ​ iteraard merkt ieder KringU lid de corona crisis. Ik heb laatst aan onze leden de vraag gesteld: ‘Hoe gaat het met jou en wat doe je om door deze crisis heen te komen?’ In de reacties was wel een rode draad te herkennen: ‘ik werk vanuit thuis, heb afspraken met mijn partner over het lesgeven aan onze

Blijven we dat gewoontedier dat na de corona crisis weer dagelijks naar zijn werk rijdt? 58  #2 2020

kinderen, ik maak dagelijks een kort wandelingetje in de natuur en probeer regelmatig te bewegen.’ Tot op heden gaat het goed, dat is wel de algemene teneur. Mensen slagen er in werk en privé ook in deze moeilijke tijd te combineren. Uiteraard klinken de zorgen ook door. Zorgen om een ouder maar ook om een nog ongeboren kleinkind. Het zijn spannende tijden. Opvallend is dat thuiswerken als positief ervaren wordt. Een zestal reacties: •• Persoonlijk kan ik thuis goed werken en ligt mijn productie volgens mij hoger dan op kantoor. •• Het thuiswerken bevalt steeds beter. Minder afleiding waardoor de


COLUMN

productiviteit hoger is.

•• Het thuiswerken begint

steeds meer te wennen, al mis je de dagelijkse omgang met de directe collega’s wel. •• Het thuiswerken heeft inderdaad bij mij ook zijn plekje gevonden. •• Ik moet zeggen dat ik snel wen aan het thuis werken (waar ik flink tegenop zag), het bevalt me prima. •• Thuiswerken wissel ik af met twee dagen kantoor en dat bevalt me prima.

Even een rekensommetje Door de corona worden we gedwongen oplossingen te bedenken. En ‘thuiswerken’, dat is blijkbaar een goeie. Maar is deze oplossing ook goed genoeg voor straks? Als we met zijn allen in de aprés-corona fase zitten? Stel dat met zijn allen straks 2 dagen thuiswerken. Wat levert dat op? Als we gemiddeld 20 km van ons werk wonen dan is dat 20 x 2 = 40 km per dag woonwerkverkeer. Als we dit

doortellen naar 2 dagen per week gedurende 45 weken dan scheelt dat 3.600 km woon-werk km per jaar per werknemer. Maar het wordt pas echt interessant als veel mensen dit gaan doen. Bij 1000 loopt de winst op naar 3,6 miljoen km. De rekensom naar 10.000 medestanders is snel gemaakt, 36 miljoen km!! Ik moet dan gelijk denken: minder files, minder CO2, minder NOx, minder ongelukken en ’s morgens een half uur langer uitslapen. Waarom doen we dit straks dan niet? Het is een kleine gedragsverandering van ons allemaal waar iedereen beter van wordt. Of blijven we toch dat gewoontedier dat na de corona crisis weer dagelijks in de auto naar zijn werk rijdt?

van 170 Nederlandse wetenschappers (Trouw, 11 april 2020): We kunnen Nederland radicaal duurzamer en eerlijker maken: vijf voorstellen voor Nederland na Corona. Met dit speerpunt ‘meer thuiswerken’ val je onder button 4: vermindering van Consumptie en Reizen. Mijn advies, pas het toe, Nederland wordt er beter van! Vooral als we het samen doen. Wie doet mee? Wim Meijer Senior adviseur Vastgoed bij Woningcorporatie Antares

Speerpunt Is dit straks jouw persoonlijke speerpunt om groener uit de corona crisis te komen? Ik zou het fantastisch vinden. Daarmee sluiten we aan bij het manifest

Lees elke week een persoonlijke column van een van onze partners op renda.nl/columns. Ook deze column is daar terug te vinden.

#2 2020  59


VERS BLOED In deze tweede editie van 2020 verwelkomen we een aantal nieuwe partners. Wie zijn ze en waarom zijn ze aangehaakt bij Renda?

Hendriks Bouw en Ontwikkeling Tjeerd van de Put

Kingspan Patrick Theelen

Jongen Bouw­partners Funs Jonkers

Wij bouwen, als integrale dienstverlener, aan een steeds duurzamere leef­ omgeving! Dit is onze missie als Hendriks Bouw en Ontwikkeling. Een familiebedrijf met onderhoud & beheer, installatie, nieuwbouw en projectontwik­ keling, allen onder één dak. In onze bijna 100-jarige geschiedenis hebben wij veel ervaring opgedaan in het sociale woningbouw domein. Ervaringen die wij graag via Renda delen met anderen, om zelf ook weer van anderen te kunnen leren.

Wij geloven in een totaal­ benadering waarin bewoners centraal staan. Kingspan levert hoogwaardig geïsoleerde sandwichpanelen voor dakrenovaties: een bouwmethode die de overlast voor bewoners zoveel mogelijk beperkt. Maar we gaan ook voor een eerlijke frisse blik en willen graag samenwerken om de beste kwaliteit van wonen te realiseren. Met andere Renda-partners willen we mooie stappen zetten en mens en milieu naar een betere toekomst helpen.

Ik ben ervan overtuigd dat je alleen samen, met alle lagen in de keten, de verduurzamingsslag kunt bewerkstel­ ligen. Het is belangrijk om elkaar op te zoeken en van elkaar te leren. Vanuit JONGEN Bouwpartners initiëren, ontwikkelen en realiseren we mooie bouwprojecten. Samen met andere partijen hebben we de afgelopen jaren al veel bereikt, zeker in de regio, maar ik zou dit graag verder uitbreiden. Alleen samen komen we tot een efficiënte én betaalbare oplossing voor huurders.

60  #2 2020


RENDA NETWERK VERS BLOED

NieuwWonen Alexander de Bonth

Zayaz Janine van Heertum

Wij geloven in de Vijf-Slimme-Stappen aanpak om huizen te verduurzamen. Ons team NieuwWonen komt graag in contact met gelijkgestemde corporaties en leveranciers. Wij bieden een persoonlijke benadering met de kracht van het VolkerWessels concern. Aan de hand van de actuele en flexibele Navigator NieuwWonen bepalen we samen de juiste strategie voor het snel en circulair verduurzamen. Voor de uitvoering zetten we graag onze vakmensen in.

We zijn heel blij dat Zayaz deel gaat uitmaken van Renda. Actuele thema’s zijn circulariteit en meer regie van bewoners over het wonen. Betaalbaarheid is en blijft natuurlijk belangrijk! We staan open voor andere manieren van samenwerken in de keten. Want voor al onze vraagstukken geldt dat deze groter, breder en complexer zijn dan wij in ons eentje kunnen oplossen. We willen hierin graag samen leren en verder ontwikkelen met andere Renda-partners.

#2 2020  61


Het circulariteits­ avontuur VAN FYSIEK NAAR ONLINE EVENEMENT

Ook dit jaar stond onze Dag van de Circulariteit op het programma en wel op 16 april. Het plan was een fysieke bijeenkomst, maar door het coronavirus liep het allemaal even anders. We hebben deze uitdaging aangegrepen en gekeken hoe we het toch door konden laten gaan. Het werd een waar circulariteitsavontuur. Tekst Dionne Verstegen

W

e begonnen bij de keynote sprekers en namen een video op met Bernice Kamphuis. Na een verhuizing ziet Kamphuis met lede ogen aan hoe al het groen bij sloopwoningen in de buurt wordt platgewalst, terwijl ze zelf graag haar tuin vol stenen wil vergroenen. Ze besluit de planten uit deze slooptuinen te redden en gaat ‘struikroven’. Bij een volgende sloopfase besluit ze het grootschaliger aan te pakken en maakt ze er een buurtproject van. Een groot succes. Inmiddels wordt Kamphuis door veel corporaties gevraagd bij sloop-nieuwbouwprojecten.

Let it grow!

Om het circulariteitsavontuur op een leuke manier te beginnen stuurden we een linkje

62  #2 2020

naar deze video op een kaartje van groeipapier naar het thuisadres van de deelnemers. Zij konden dit kaartje planten en inmiddels zijn er al mooie bloemen ontstaan. In een volgende video gingen we in gesprek met Rob van Gijzel, die aan de wieg stond van Eindhovens ontwikkeling tot slimste regio ter wereld. In het interview reflecteert Van Gijzel hoe wij als mens de verbinding kwijt zijn met de natuur. Ook hebben we het over het innoveren van bouwprocessen en het sluiten van cirkels om te komen tot een circulaire economie. Daarnaast geeft hij tips hoe je je leiderschap invulling moet geven in tijden van verandering. En hoe zorg je voor een goede samenwerking? Want een ding is zeker: we hebben elkaar nodig! Tot slot doet Van Gijzel een oproep om zichtbaar te maken welke stappen je zet, om zo ook anderen te inspireren.


RENDA NETWERK HET CIRCULARITEITSAVONTUUR

Nadat de deelnemers deze twee video’s thuis bekeken hadden, vond er op 16 april een live Webinar plaats. We gingen nogmaals in gesprek met Kamphuis en Van Gijzel. Kamphuis vertelde hoe je bewoners kunt betrekken bij de plannen om een wijk aardgasvrij te maken en zo als het ware de energietransitie te koppelen aan het sociale domein. Van Gijzel ging verder in op hoe wetgeving onze manier van denken en organiseren blokkeert en hoe je om die blokkades heen kunt. Ook konden deelnemers vragen stellen via de chat. Hier werd veelvuldig gebruik van gemaakt en zo werd het een leuke, interactieve online bijeenkomst. Ook kwamen de deelsessies kort aan bod. Hierbij werden per deelsessie vragen opgehaald bij de deelnemers. Als vervolg op de Webinar krijgen deelnemers in mei en juni inhoudelijke video’s toegestuurd van alle sessies.

Deelsessies

De zes deelsessies zijn:

•• Jongen Bouwpartners: SUPERLOCAL;

Bernice Kamphuis en Wikke Peters houden alle maat­ regelen in acht tijdens de live Webinar.  JETSKE THIELEN

Op 2 juli komen we fysiek samen en sluiten we dit circulariteitsavontuur op een interactieve en gezellige manier af. Hierbij krijgen deelnemers de keuze om over een aantal deelsessies verder in gesprek te gaan. Al met al kijken we nu al terug op een heel mooi avontuur, waarbij we zowel inhoudelijk als organisatorisch veel geleerd hebben!

circulaire gebiedsontwikkeling in Limburg

•• CHARM: Het optimaliseren van herge-

bruik van materialen; ervaringen uit het buitenland •• Kemkens: Hoe creëer je intern draagvlak voor een thema als circulariteit? •• Mastermate, BrabantWonen en A. van Liempd: Circulaire samenwerking binnen het dagelijks onderhoud •• W/E Adviseurs en GroenWest: Methodiek CO2-uitstoot materialen in de praktijk; opmaat circulaire afwegingen in bestaande bouw •• Zayaz: Duurzaam wonen en circulair bouwen in Boschgaard

Aanmelden voor de Dag van de Circulariteit kan nog steeds. Je krijgt alle onderdelen digitaal toegestuurd zodat je deze op een zelfgekozen moment kunt bekijken. Op 2 juli sluiten we dit avontuur samen af, van 15.00u tot 18.00u in Dome-X te Oss. Uiteraard houden we ons hierbij aan de richtlijnen van het RIVM. Vind je het toch niet prettig om hierbij aanwezig te zijn, dat kan. Kijk voor meer informatie en de mogelijkheden op www.renda.nl/dagvandecirculariteit

#2 2020  63


PARTNERS Renda wordt mede mogelijk gemaakt door de volgende partners:

Founding partners

Partners

64  #2 2020


RENDA NETWERK PARTNERS

#2 2020  65


COLOFON

#2 2020

Vakredactie Jan Baarends (hoofdredacteur) Ad Straub Haico van Nunen Jetske Thielen

Dit magazine is onderdeel van Renda, het kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouwsector. Het magazine verschijnt 4x per jaar. Meer informatie op www.renda.nl. Uitgave Aeneas Media bv Veemarktkade 8 ruimte 4121 5222 AE ’s-Hertogenbosch T 073 205 10 10 www.aeneas.nl mail@aeneas.nl Renda Team Evamarije Smit (concept manager) Elleke van de Westeringh (community manager) Dionne Verstegen (content manager) Myrtle Matthijssen (event marketeer) Wikke Peters (vakredacteur)

66  #2 2020

Aan deze editie werkten mee Nicole Heij, Arjan Nihot, Sean Vos, Weijerseikhout, Helena Spits, Patrick Boterman, Bernice Kamphuis, Tove Elfferich, Wanda Wormser, Ellen Schoumacher en de ketenpartners van Woonmeij. Advertentieverkoop Stefan Terpstra; s.terpstra@aeneas.nl T 073 205 10 23 Lezersservice lezersservice@aeneas.nl T 073 205 10 25 Lidmaatschap 2020 Kennismaking – 129 euro Light – 129 euro Standaard – 279 euro Meer weten over het lidmaatschap? Bel of mail met Elleke van de Westeringh; 073 205 10 12, E.vandewesteringh@aeneas.nl. Alle prijzen zijn exclusief BTW. Buiten Nederland geldt een toeslag voor extra porto. Lidmaatschappen lopen voor één jaar en kunnen elk gewenst moment ingaan. Opzeggen kan tot twee maanden voor de vervaldatum, telefonisch via de Lezersservice, 073 205 10 25

Vormgeving Joke Boer, Twin Media bv Voorwaarden Renda wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen, e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de redactie ter inzage en zijn op te vragen. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van het blad, zijn de redactie en uitgever van Renda niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke aard ook, van handelingen en/of beslissingen gebaseerd op de informatie in deze uitgave. Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald. Belanghebbenden kunnen contact opnemen met de uitgever.

ISSN 2211-5358



C

DA CIR G

T

U

Do

m

eXO

kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw

DE N VA LARITEI

www.renda.nl

ss

#2 Kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw

2020

In deze bijzondere tijd let je toch meer op elkaar. PATRICK BOTERMAN

Circulariteit. Natuurlijk zijn we daarmee bezig. Maar het concreet toepassen is nog niet zo eenvoudig. Waar begin je? Hoe kom je tot een visie en hoe geef je die visie handen en voeten? Wat zijn feiten, wat zijn fabels en wat zijn inspirerende praktijkvoorbeelden? We hebben de Dag van de Circulariteit opgesplitst. We sturen acht verschillende onderwerpen, waaronder concrete voorbeelden van circulaire projecten, digitaal naar je toe. Hoe leuk is het om on demand een kijkje te nemen in het thema circulariteit, op een andere manier dan je van ons gewend bent? Vervolgens komen we op 2 juli van 15.00u tot 18.00u fysiek samen in Dome-X in Oss. Deze middag krijg je de keuze om over een aantal deelsessies verder in gesprek te gaan en sluiten we dit circulariteitsavontuur op een interactieve en gezellige manier samen af. Kennisdeling vinden wij namelijk heel belangrijk, het liefst op een interactieve manier ĂŠn samen met elkaar. Meld je aan via www.renda.nl/dagvandecirculariteit en verzeker jezelf van een plekje. Hier vind je ook meer informatie over alle onderwerpen en het exacte programma.

#2 2020

GROENE INITIATIEVEN: BEWONERS MEEKRIJGEN IN VERDUURZAMING


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.