Vaker in gesprek voor een nóg beter resultaat
Binnen Agrifirm zeggen we: de boer is aan het roer. Vijf van de acht leden van het bestuur zijn dan ook praktiserende veehouders en telers. De Ledenraad vormt met veehouders en telers uit alle sectoren, uit alle regio’s, van alle leeftijden en zowel vrouwen als mannen, een goede afspiegeling van onze leden.
Ieder jaar zetten we stappen om een betere coöperatie te worden en de prestaties van het bedrijf Royal Agrifirm Group te verbeteren. Dat kan alleen door echt met onze leden, onze klanten, in contact te staan. Zij ervaren dat de coöperatie van henzelf is. Dat komt doordat we, zowel vanuit de hoofddirectie als de raad van commissarissen, een hoge mate van transparantie kennen. En belangrijk: we luisteren goed naar onze leden.
Met de Coöperatiedialoog willen we daarin nog verder gaan. Dat vergt een zorgvuldig proces dat we onder professionele begeleiding van de Nationaal Coöperatieve Raad (NCR) zijn aangegaan. Een werkgroep van de Leden- en Jongerenraad bepaalde welke toekomstgerichte thema’s aan de leden voorgelegd moesten worden en houdt ons scherp, zodat we ook daadwerkelijk met deze thema's aan de slag gaan. In maart van dit jaar is de Coöperatiedialoog opnieuw gevoerd tijdens regionale ledenbijeenkomsten.
We gaan dit jaar natuurlijk vaker in gesprek met onze leden. Zo hopen we tijdens een coöperatief kennisevenement in 2023 vele leden bij elkaar te brengen, een flinke ambitie waar de werkgroep van de Ledenraad ook een belangrijke rol in vervult.
Contact onderhouden met onze leden is voor ons geen marketinginstrument; we willen uw mening ophalen en waarde en kennis teruggeven. Dat komt het bedrijfsresultaat van onze leden en de coöperatie Agrifirm direct ten goede.
Arian Kamp
Voorzitter Raad van Commissarissen Agrifirm
Melkveehouderij Noordman
Gerard en José Noordman uit Sterksel (NB)
In het beekdalgebied in Noord-Brabant runnen Gerard en José samen met hun zonen Stef en Max een melkveehouderij. Ze hebben ruim 150 melkkoeien. Oudste zoon Stef heeft samen met zijn vrouw ook nog een bedrijf in Nederweert.
“De nieuwe stallen zijn gebouwd op de bestaande fundering en mestkelders van de oorspronkelijke stallen. Het vernieuwen van de stallen was een behoorlijke uitdaging, zowel budgettechnisch als vanwege het feit dat de bedrijfsvoering continu doorging. We bleven gewoon melken tijdens het verbouwen en de koeien bleven in de stal, dus we moesten in fases verbouwen.”
“In 2016
kregen we te maken met een zware hagelstorm, die veel verwoest heeft. Alle daken waren kapot en moesten vervangen worden, zowel van ons woonhuis als van de stallen. Dit was mede de aanleiding dat we besloten de stallen compleet te vernieuwen, waarbij Agrifirm Exlan geholpen heeft met advies, de bouw en vergunningsaanvraag. ”
“Naast veel ruimte voor zonnepanelen, hebben we gekozen voor een rubberen emissiearme vloer en volledig open stallen met veel ventilatie en daglicht. Dierenwelzijn vinden we belangrijk. Leuk om te benoemen is dat de gevelbekleding van de nieuwe stallen gemaakt is van onbehandeld populierenhout, afkomstig van de vele populierenbomen die tijdens de hagelstorm zijn omgevallen.”
“Wij proberen maximaal melk te produceren van vers gras. Naast de 30 hectare grond rond onze huiskavel hebben we ook nog zo’n 35 hectare grasland hier in de buurt. We combineren weidegang met zomerstalvoedering. Je ziet het aan de vele wikkelbalen die op ons erf liggen. Ik weet exact welke baal van welke grasoppervlakte afkomstig is en middels monsters zorgen we ervoor dat de juiste balen met de juiste voederwaardes op het juiste moment gevoerd worden.”
“Het woonhuis is in 1958 gebouwd. Mijn ouders begonnen ooit met een gemengd bedrijf met varkens, kippen en koeien. Op den duur moesten zij zich specialiseren en bleven alleen de melkkoeien over. Vanuit deze basis zijn mijn vrouw en ik verdergegaan met het bedrijf.”
“Het belangrijkste is dat het verhaal wordt verteld, niet wie het vertelt.”
Ondernemers
Pieter van Zijtveld (31) en Alien van Zijtveld (30), ouders van Christa (9), Rosanne (6) en Jonathan (3), runnen gangbare melkveehouderij vof Van Zijtveld in Rouveen, Overijssel. Daarnaast is Alien werkzaam als secretaris van Agractie Nederland.
Bedrijf
Vof Van Zijtveld
110 melkkoeien en 85 stuks jongvee 45 hectare
Pieter en Alien van Zijtveld runnen samen gangbaar melkveebedrijf vof Van Zijtveld in het Overijsselse
Rouveen. Het afgelopen jaar werden ze gevolgd door het Nederlands
Waarom hebben jullie je laten volgen door het Nederlands Dagblad?
Alien: “Ik liep bij het Boerenprotest in Stroe vorig jaar juni een journalist van het Nederlands Dagblad (ND) tegen het lijf. Toen is het balletje gaan rollen. Wij vinden het belangrijk dat de mensen die niet in de agrarische sector werken, weten voor welke keuzes boerenondernemers komen te staan. Door ons verhaal te delen en te vertellen hopen we dat mensen niet zo snel een oordeel vormen, want dat gebeurt wel.”
Pieter: “Je hoort tegenwoordig van alles. Veel mensen hebben vragen, maar het antwoord wordt vaak door henzelf ingevuld. Als je het echte antwoord wil weten kun je het beter bij de bron halen. Maar dat is niet makkelijk, de agrarische sector is best een gesloten sector. Ook qua persoonlijkheden, boeren praten niet zo makkelijk en het duurt soms even voordat ze loskomen. Veel boeren schieten de laatste tijd ook wat sneller in de emotie. Ik denk dat wij een nuchtere en realistische kijk hebben.”
>>
Is het geven van een tegengeluid het belangrijkste?
Alien: “Het gaat niet zozeer om het geven van een tegengeluid, maar juist een realistisch beeld. Iedereen mag natuurlijk denken en vinden wat ze willen, maar dan het liefst gebaseerd op feiten. Dan is wat achtergrondinformatie wel handig. Als er iets gebeurt in de sector, zoals een kamerbrief of een nieuw dossier, krijgen we een belletje en dan geven we tekst en uitleg. Al maakt het ons natuurlijk niet uit of ze met ons spreken of met een andere boer.”
Pieter: “Zolang het volledige plaatje maar wordt gegeven, dat is het belangrijkste. Ondernemers doen niet zomaar wat, en boerenondernemers al helemaal niet. Er zit een reden achter de keuzes die we als boer maken, het is belangrijk om dat te delen.”
Over wat voor onderwerpen heb je het dan?
Alien: “Bijvoorbeeld heel actueel over de stikstofproblematiek, of de kalf-bij-koediscussie. Maar eigenlijk gaat het niet om een specifiek onderwerp. Op heel veel vlakken geldt dat er goed overwogen redenen zijn waarom boeren boeren zoals ze boeren.”
Pieter: “Wat ik vaak merk is dat niet iedereen ziet dat wij continu op zoek zijn naar verbetering. Misschien is dat omdat het vaak een proces is van jaren. Zo zijn wij bijvoorbeeld al even bezig om de tussenkalftijd op te rekken, dus een koe langer de tijd geven voordat we haar laten insemineren. Wat dat doet met onze veestapel weten we alleen door het te proberen en het tijd te gunnen. Dat duurt minstens drie tot vier jaar. Het is dus geen zaak van dag op dag, terwijl de politiek vooral is gericht op de korte termijn.”
Hoe hou je daarbij het hoofd koel als ondernemer?
Alien: “Het meeste wat in Den Haag bedacht wordt, helpt ons niet bepaald aan perspectief. Dat is hartstikke lastig en ik kan me voorstellen dat er boeren zijn die er wakker van liggen. Wacht dus niet op duidelijkheid van de overheid, of dat ze met perspectief komen, dat helpt je bedrijf niet verder. Wij werken heel bewust met duidelijke doelen voor ons bedrijf en daar houden we ook aan vast, wat er ook gebeurt.”
“Ondernemers doen niet zomaar wat, en boerenondernemers al helemaal niet.”
Pieter: “Zolang je doel maar duidelijk is. Het kan linksom of rechtsom, dat maakt niet zoveel uit. Je moet vooral flexibel genoeg blijven om bij te sturen waar nodig, maar wat belangrijk is, is dat je je doel niet halverwege het proces omgooit. Dan ga je nat, want dat kost klauwen met geld.”
Steekt twijfel bij jullie nooit de kop op?
Alien: “Vorig jaar hebben we de stap naar robotmelken gemaakt. Een bewuste keuze, maar een grote investering en de overgang had veel impact. Ik had daar wel moeite mee, maakte me zorgen om koeien die nog niet gemolken waren. Pieter bleef gelukkig standvastig door me te vertellen dat het goed zou komen. En hij had gelijk, onze koeien zijn ondertussen goed gewend en lopen graag de melkrobot in.”
Pieter: “Het was inderdaad een flinke investering maar je kinderen zijn maar een keer jong. We hebben zeven jaar lang drie keer daags gemolken en alhoewel we hier veel van hebben geleerd is het best arbeidsintensief. Dat moest dus anders. We konden niet voorstellen om daar lang mee door te gaan. Dan kijk je tien jaar later terug, na alleen maar in de stal te hebben gestaan, en dan zie je vooral wat je hebt gemist. Dat doel moet je dan voor ogen houden.”
En als het tegenzit, hoe pakken jullie dat aan?
Pieter: “Dat ligt natuurlijk aan de vraag, maar we proberen altijd eerst zelf uit te vogelen waar het probleem zit. Ligt het aan de voersamenstelling dan bel
ik mijn voeradviseur van Agrifirm, ligt het aan de gezondheid dan bel ik de dierenarts.”
Alien: “Zolang de basis maar goed staat, als die staat moet je consistent proberen te blijven door er niet al te veel aan te zitten. Dat is een bewuste keuze. Liever even terugschakelen dan ineens 180 graden de andere kant op. En je doet het ook niet alleen. We zijn een team met onze voeradviseur, veearts en bedrijfsadviseur. We stellen elke twee jaar samen een nieuw bedrijfsplan op aan de hand van een nieuw thema en evalueren het oude. Zo houd je elkaar scherp.”
Krijgen jullie leuke reacties op de artikelen in het Nederlands Dagblad?
Pieter: “Ja, we krijgen vooral positieve reacties. Vooral vanuit bekenden die zelf niet in de sector werken. Eerlijk gezegd ben ik niet echt bezig geweest met de reacties, dat maakt ons niet zoveel uit. We vertellen ons eerlijke verhaal. Als daar nou echte kritiek op is ben ik wel benieuwd, mits het positieve kritiek is en gebaseerd op feiten. Daar sta ik altijd voor open, ook dat houdt ons scherp!”
Willen jullie je verhaal nog op andere manieren vertellen?
Alien: “Ik ben sinds twee jaar druk als secretaris van Agractie en daar heb ik al een flinke weektaak aan. Vanuit die functie werk ik steeds aan het delen van het eerlijke verhaal, voor zowel niet-boeren als de landelijke bestuurders. We hebben daarnaast ook nog een bedrijf te runnen. We zoeken de publiciteit zelf niet op, het overkomt ons en we worden ervoor benaderd. Nog eens: het belangrijkste is dat het verhaal wordt verteld, niet wie het vertelt.”
De Leden- en Jongerenraad: kennis opdoen en kennis delen
De Leden- en Jongerenraad vormen een belangrijke spil in de verbinding tussen leden en het bestuur van Agrifirm. Hoe belangrijk zijn deze raden en wat betekent het om er deel van uit te maken? Sandra Jansen en Tim Ruijs vertellen over hun ervaringen.
Scan de QR-code voor een compleet overzicht van de Leden- en Jongerenraad.
Het coronavirus had net z’n intrede gedaan, toen Sandra Jansen (55) werd gekozen als lid van de Ledenraad. De basiscursus volgde ze daardoor online. “Ik heb de cursus later alsnog fysiek gevolgd. Pas toen kwam de informatie echt binnen”, vertelt Sandra. Met haar man Peter, hun twee zonen en haar zwager heeft ze een akkerbouwen vollegrondsgroentebedrijf in Ossendrecht.
“Ik ben echt als leek begonnen in de Ledenraad. Gewoon, als klant. Dat is wel nuttig, want ik stel vragen die iedere klant zou kunnen stellen. Telers en veehouders kunnen mij
benaderen om hun vragen, opmerkingen of wensen te bespreken in de Ledenraad. Net als de specialisten zijn wij de ogen en oren in het veld. Al doende kom ik er steeds meer achter hoe de coöperatie reilt en zeilt. We hebben als Ledenraad inspraak, op het vlak van beleid en investeringen bijvoorbeeld. De Ledenraad is als een warm bad, ik voelde me er meteen welkom. Er is openheid, je ontmoet veel mensen, hoort verschillende standpunten. Toch vind ik het af en toe nog wel moeilijk hoor. Wat mij betreft mag het taalgebruik nog eenvoudiger.”
Sandra maakt deel uit van de werkgroep voor de Coöperatiedialoog, net als melkveehouder
Tim Ruijs (26) uit Geffen. Tim trad ruim twee jaar geleden toe tot de Jongerenraad. Met zijn ouders in maatschap houdt hij 125 koeien en zo’n 65 stuks jongvee. Daarnaast werkt hij vier dagen in de week als bedrijfskundig adviseur bij Alfa Accountants. “De Jongerenraad is een leergierige groep van jonge mensen uit verschillende sectoren met een ondernemersgeest.
Ik leer er hoe de coöperatie werkt. We bespreken maatschappelijke onderwerpen en bundelen onze kennis, waardoor je zaken vanuit een breder perspectief bekijkt.”
Hij vervolgt: “Agrifirm investeert in de Jongerenraad. Nu marges onder druk staan is dat misschien wel lastig voor ondernemers.
Uiteindelijk betaalt de investering in de Jongerenraad zich uit voor alle leden. Als jongeren zijn we doorgaans goed op de hoogte van nieuwe onderzoeken en ontwikkelingen. Met onze kennis en expertises belichten we vaak een nieuwe invalshoek. Ook belangrijk is dat de jongere leden van Agrifirm ons makkelijk aanspreken om hun visie te geven. Het bestuur en de directie nemen de Jongerenraad serieus, we zijn een belangrijk klankbord. Het kan altijd beter, maar we hebben gezamenlijk een enorme expertise in huis. Die zetten we in voor het bedrijfsresultaat van Agrifirm en voor alle leden.”
REGIO GRONINGEN
Arjan Prins
06 25 48 55 74 aeprins17@gmail.com
REGIO FRIESLAND
Jacob van der Wal
0514 59 14 92 / 06 51 56 16 01 vanderwalyndyk@hotmail.com
REGIO DRENTHE
Henk van der Struik 0591 64 50 99 / 06 21 23 71 10 henkvdstruik@gmail.com
REGIO OVERIJSSEL EN FLEVOLAND
Arjan Coppelmans 0523 25 00 46 / 06 57 36 01 22 arjanentheacoppelmans@gmail.com
REGIO NOORD- EN ZUID-HOLLAND
Eva Rademaker - Van Klink
06 40 36 55 33 eva@vosseburch.com
REGIO UTRECHT EN GELDERLAND
Corné Vermaat
06 45 48 08 49 corne@firmavermaat.nl
REGIO WEST-BRABANT EN ZEELAND
Egon van Lier 0168 32 98 82 / 06 51 05 31 08 info@vanlier-hopmans.nl
REGIO OOST-BRABANT
Joost van der Pas
0413 34 34 28 / 06 23 52 72 85 joostvanderpas@hotmail.com
REGIO LIMBURG
Thijs van Eijk
0495 46 04 01 / 06 29 56 15 56 info@dewittehoeve.eu
Agrifirm's duurzame innovatiestrategie
Sinds januari 2022 is Fanny Weinbreck werkzaam als Global Research & Development Director bij Agrifirm. Geboren en getogen in Frankrijk en met een studie fysische chemie op zak, pakt ze na jaren ervaring in de Nederlandse food-industrie de uitdagingen in de agrarische sector aan.
Het 50-koppige R&D-team, verdeeld over Nederland en België, richt zich op de vraag hoe innovatie kan helpen bij het behalen van Agrifirm’s strategische doelen. In samenwerking met verschillende business units, disciplines, kennisinstituten en ondernemers richt elk van de acht subteams binnen de R&Dafdeling zich op verschillende innovatiethema’s. De R&D-projecten zijn onderverdeeld in twee categorieën waarvan 10 procent bestaat uit intern onderzoek bestemd voor kennisontwikkeling en 90 procent uit marktgerelateerde innovaties. Elk projectvoorstel wordt grondig onderzocht voordat het wordt goedgekeurd.
“Agrifirm gaat volledig voor een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties, en daarin heeft innovatie een hele belangrijke rol. Al onze projecten en thema’s zijn bijvoorbeeld gelinkt aan de duurzaamheidsdoelen. Het klinkt misschien wat idealistisch, maar ik geloof en hoop echt dat we daarin samen het verschil kunnen maken”, aldus Fanny. “Innovatie helpt om de duurzame strategie van Agrifirm te bereiken,
maar het werkt alleen als het wordt gecombineerd met samenwerking met andere disciplines, in samenwerking met de markt en waarde opbrengt voor boer, industrie en Agrifirm. Dan wordt het duurzame duurzaamheid. Een van de uitdagingen is om innovaties dichter bij de markt te brengen en een balans te vinden tussen duurzaamheid en rendabel ondernemen.”
Het R&D-team heeft vorig jaar een innovatiestrategie gepresenteerd aan de Raad van Commissarissen, die een win-winsituatie voor boeren centraal stelt.
Circulariteit
“Met stijgende wereldbevolking is het cruciaal om landgebruik te optimaliseren voor efficiënte productie. We blijven daarom op zoek naar verschillende manieren om (alternatieve) reststromen te gebruiken als diervoeding zonder te concurreren met de humane consumptie. We focussen ons op het zo efficiënt mogelijk voeren van de dieren waarbij dierenwelzijn en productie overeind blijven. Maar ook op het land vertalen onze projecten zich in een duurzame aanpak van bodem en gewas.”
Fanny: “Al onze projecten vallen nu onder vier globale en in elkaar verweven thema's: Circulariteit, Lage emissie, One Health, Bodem- en gewaskwaliteit. Agrifirm hoopt op deze manier innovatieve successen uit te zetten in de wereldwijde markt.”
One Health
“Een breed thema waarin we niet alleen kijken naar diergezondheid, maar ook de impact op humane gezondheid. Zo kijken we naar verbeteringen van onze productkwaliteit die voordelig zijn voor zowel mens, bodem, plant als dier. Innovaties hierin kunnen zoveel impact maken!”
Lage emissie
“We richten ons nu voornamelijk op vermindering van de carbon footprint en stikstofemissie in veehouderij en akkerbouw. We merken acceleratie in deze innovaties door de invoer van regelgeving. Zo ontstaat er veel ruimte voor samenwerking en expertisedeling tussen organisaties en ondernemingen. Er bestaat geen ‘one-sizefits-all’ oplossing, waardoor we blijven zoeken naar (sterke combinaties van) verschillende oplossingen.”
Bodem- en gewaskwaliteit
“Dit draait om de verbinding tussen alles in en van de bodem, de tastbare basis van elk agrarisch bedrijf. In de eerste fase van onze innovatiestrategie focussen we ons op drie onderwerpen: hoge eiwit-gewassen, producten met lage milieu-impact en slimme irrigatie. Dataverzameling speelt hierbij een grote rol.”
Telersdashboard draagt bij aan laag milieu-impact
Agrifirm start dit jaar een pilot waarbij telers uit alle regio’s ervaring op gaan doen met het nieuw ontwikkelde telersdashboard. Met deze digitale tool kunnen zij de milieu-impact van hun gewasbeschermingsplan en de organische stofbalans vergelijken met die van collega’s.
Vorig jaar mei is met input van teeltadviseurs en telers begonnen met het ontwikkelen van het telersdashboard.
Judith Nispeling, kenniscoördinator bij Agrifirm, vertelt:
“Op een eigen webpagina kunnen telers hun bedrijfsresultaten voor een laag milieu-impact aflezen. Het biedt niet alleen inzicht in de impact van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen op het bedrijf, op basis van bemestingsadviezen is ook de balans van aan- en afvoer van organische stoffen op bedrijfsniveau in beeld.”
Het dashboard sluit aan op de
Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw. Daarin wordt de inzet van een gewasbeschermingsmiddel ecologisch en economisch beoordeeld op basis van kritische prestatie indicatoren (KPI’s).
Teeltspecialist Fokko Prins: “Met het dashboard brengen we vooral het ecologische aspect in beeld. Telers kunnen in Next al zien welke milieuimpact gebruikte gewasbeschermingsmiddelen hebben op bedrijfsniveau met een eigen milieubelastingsrapport. Het dashboard toont deze impact in een grafiek en vergelijkt het bemestingsplan en het
gewasbeschermingsplan van de teler met die van collega’s, de benchmark.”
Fokko vervolgt: “Met het telersdashboard kunnen we sturen op doelen in plaats van op middelen. De ene teler is intrinsiek gemotiveerd en wil zelf graag werken aan een zo klein mogelijke milieu-impact, de ander ziet vooral de economische voordelen. Vaak weet een teler niet wat nu de kritische factoren zijn voor een laag milieu-impact. Het inzicht hierin draagt bij aan de motivatie om aan steeds strengere regels te kunnen voldoen.” Judith vult aan: “Mooi is ook dat de sector aan andere partijen inzichtelijk kan maken welke resultaten al behaald zijn.”
Ze benadrukt: “De teler bepaalt daarbij zelf wie inzicht krijgt in zijn eigen data.”
App voorspelt ziektedruk in
Zantedeschia
Kun je Zantedeschia met een app beschermen tegen de schimmelziekte Alternaria? Bollentelers werken samen met Agrifirm en dataspecialisten aan een waarschuwingsmodel om Alternaria zo effectief mogelijk te bestrijden. Met veldwaarnemingen, metingen met weerstations en bestaande kennis kan de ziektedruk in deze kapitaalintensieve teelt worden voorspeld. De teler ziet op de app wanneer Alternaria dreigt en kan dan tijdig maatregelen nemen. Belangrijk, want het pakket aan beschikbare gewasbeschermingsmiddelen wordt kleiner.
Zantedeschia is met 350 hectare een kleine en relatief jonge teelt in Nederland. Voor grotere teelten zijn al waarschuwingssystemen beschikbaar, maar deze zijn niet nauwkeurig genoeg voor de Zantedeschia. “We willen ervoor zorgen dat kleine teelten als deze ook met een klein middelenpakket behouden kunnen blijven”, vertelt projectleider Frank van den Hoek. “Vorig jaar juni zijn we gestart met het verzamelen van gegevens bij twintig telers. Dat doen we dit jaar opnieuw. Hoe meer gegevens we beschikbaar hebben, hoe nauwkeuriger de app.”
Scan de QR-code en download de SmartFarm-app.
Agrifirm kiest milieuvriendelijke plantversterker voor mais
Sinds het verbod op Mesurol-ontsmetting is een goede bescherming van mais tegen vogelvraat belangrijker dan ooit. Plantversterker Kuanavo® is ontwikkeld door de Wageningen Universiteit en bevat een microbiële zwavel gemaakt door bacteriën. Uit onafhankelijke proeven blijkt dat het product zorgt voor een betere wortelontwikkeling en meer bladmassa van maisplanten. In combinatie met FORCE® 20CS biedt Kuanavo® bovendien een goede nevenwerking tegen vogelvraat.
“Veldproeven laten veelbelovende resultaten zien van Kuanavo®. Het middel is bovendien milieuvriendelijk en heeft geen negatieve werking op de gezondheid,” vertelt Leo Tjoonk, teamleider ruwvoer bij Agrifirm. “We kiezen vanwege de gezondheids- en veiligheidsrisico’s bewust niet voor vogelafweermiddelen waarin de werkzame stof Ziram (productnaam Korit®) voorkomt. Met Kuanavo® hebben we een duurzaam en goedwerkend alternatief gevonden voor ons DairyMais®assortiment.”
Het vertrouwen in de prestaties van het product is zelfs zo groot dat de aankoop standaard wordt voorzien van een gratis verzekering tegen vogelvraat.
Kijk voor meer informatie op: agrifirm.nl/aanbod/ dairymais
Stro en gaas effectief tegen bladluis in pootaardappelen
Pootaardappelen en kostbare kleine aardappelknolletjes die in de kas zijn gekweekt, zogenoemde miniknollen, kunnen met luizengaas en stro goed worden beschermd tegen bladluis. Dat tonen veldproeven aan die Agrifirm en HZPC het afgelopen jaar gezamenlijk ontwikkelden en uitvoerden. Zodra een aardappelplant in het open veld boven de grond komt, is deze aantrekkelijk voor bladluizen. Ze prikken met hun stilet in het bladgroen om zich te voeden met sappen en brengen zo virussen over. Met de steeds kleiner wordende keuze aan gewasbeschermingsmiddelen drong de vraag zich op hoe pootgoed in de toekomst virusvrij
kan worden vermeerderd.
“In Frankrijk waren al eerder positieve resultaten geboekt met luizengaas”, vertelt accountmanager Cornelis de Haas. “We hebben met HZPC aanvankelijk een proef uitgezet bij een aantal telers in Groningen. Na het opfrezen en de herbicidebespuiting
worden de aardappelruggen direct met luizengaas afgedekt. De bladluis kan dan niet bij het blad. Hierdoor kan spuiten tegen luizen in principe achterwege gelaten worden. Tegelijkertijd is het luizengaas goed doorlatend voor middelen tegen phythophtora en andere schimmels.”
Teeltspecialist Diether de Jong:
“Twee jaar geleden raakte in Frankrijk het onderdekken met stro in een versnelling, waardoor we dat ook hebben uitgezet in de proeven. Je creëert op het perceel één groot vlak organische stof waardoor de bladluizen gedesoriënteerd raken en verder vliegen.” Accountmanager
Cornelis de Haas: “Luizengaas is het meest effectief en daarmee vooral geschikt om de eerste generatie kostbare miniknollen af te dekken. De tweede en derde generatie kunnen goed beschermd worden met stro. Stro is beduidend goedkoper dan gaas en er is onder telers veel belangstelling voor het afdekken met stro. Naar verwachting heeft het een positief effect op de vochthuishouding van de bodem en op de schilkwaliteit van de knol.”
Vizura® verhoogt stikstofefficiëntie
Agrifirm heeft meerdere jaren achtereen onderzoek gedaan naar het effect van nitrificatieremmers in mest op de stikstofefficiëntie. Hieruit blijkt dat dit leidt tot een hogere drogestof- en eiwitopbrengst. Vizura® is zo’n nitrificatieremmer en vertraagt de omzetting van ammonium naar nitraat. Hierdoor zijn er minder stikstofverliezen via uitspoeling naar het grondwater en blijft de stikstof beschikbaar voor de opname door het gras. Het toevoegen van Vizura® aan drijfmest geeft in de eerste grassnede 4 procent meer droge stof en 10 procent meer ruw eiwit.
Vizura® draagt dus bij aan een betere benutting van de stikstof uit mest en past daarmee perfect bij de strategie van Agrifirm om stikstof efficiënter te benutten. Met ingang van 2023 is Vizura® opgenomen in de KringloopWijzer.
Wil je meer weten over dit product? Bekijk dan onze website of neem contact op met je adviseur.
Kijk voor meer informatie op agrifirm.nl/vizura
Strategische samenwerking Agrifirm en Nutrifeed
‘Nog meer kennis en ervaring op het gebied van jongvee’
De Kalvolac-kalvermelkpoeders van Nutrifeed zijn voor veel melkveehouders onmisbaar in de opfok. Sinds afgelopen zomer zijn deze melkpoeders exclusief via Agrifirm verkrijgbaar en werkt Agrifirm nog intensiever samen met Nutrifeed voor optimaal advies op het boerenerf en onderzoek en ontwikkeling voor de toekomst.
Nutrifeed was tot 2021 eigendom van FrieslandCampina, maar werd in dat jaar overgenomen door Denkavit. "Dat we Kalvolac kunnen blijven aanbieden is
heel goed nieuws voor onze veehouders, maar zeker zo belangrijk is dat we door de samenwerking met Nutrifeed toegang hebben tot nog veel meer kennis en ervaring op het gebied van jongveevoeding", vertelt productmanager jongvee Jeroen Jacobi van Agrifirm. "Bovendien beschikt Denkavit ook over proefstallen en onderzoeksfaciliteiten en dat biedt heel veel kansen voor innovatie. Met deze samenwerking kunnen we de toegevoegde waarde van ons jongveeteam echt verder
versterken. Uiteindelijk zal dit aantoonbaar beter resultaat leveren bij onze leden en klanten."
Bij de samenwerking is ook vastgelegd dat Nutrifeed de melkstromen voor de productie van Kalvolac bij FrieslandCampina blijft afnemen. Daarmee blijft de coöperatieve melkstroom binnen Nederland gewaarborgd en dragen Agrifirm en Nutrifeed bij aan het verwaarden van de bijstromen van de zuivelketen.
j ng
Nele (9) en Martje (8) uit Lopikerkapel
“Onze ouders hebben een boerderij met peren en melkkoeien”, zegt Nele. “We helpen weleens met voeren en in de zomer als er gemaaid is halen we hooi- en stropakjes op in de wei. Dan gaan we met papa op de trekker en heel soms mogen we dan even sturen. De plukbarbecue na de perenoogst vind ik ook altijd leuk! Dan hebben we een groot feest op de deel met allemaal gezellige lampjes en iedereen die geholpen
heeft komt langs.” “Ik vind het altijd leuk als de peren geplukt worden en help met de verkoop in onze fruitkraam aan de weg”, vertelt Martje. “We verkopen appels en peren in zakjes van een kilo en ik mag de zakjes vaak afwegen. Mama knoopt de zakjes dicht, want dat lukt mij nooit. ’s Avonds legen we het geldpotje. Weet je: een keer had iemand te weinig geld in het potje gedaan. Dat is heel flauw, want een zakje kost maar een euro.”
Wie? Adriaan van den Bogert (33)
Wat? Zeugen en biggen voeren en controleren
Waar? Hedel (GD)
Wanneer?
13 maart 2023
Adriaan van den Bogert voert de zeugen in de groepshuisvesting voor biologische zeugen en biggen. Dit groepskraamhok is een proef op het bedrijf dat hij samen met zijn ouders Janny en Andries en broer Jochem runt. Daarom is in dit hok geen automatisch voersysteem aanwezig. Drie weken nadat de biggen zijn geboren in een biologisch kraamhok, verhuizen ze met hun moeder en vier andere zeugen met biggen naar dit grote hok. Wanneer de biggen oud genoeg zijn om te spenen, verhuizen alleen de zeugen, de vijf tomen biggen blijven. Hierdoor is er nauwelijks een speendip. De biggen kennen elkaar, het hok en de voerbak al. En de zeugen laten de biggen mee-eten (goed te zien op de foto), waardoor de biggen vast voer al gewend zijn bij het spenen.
De datarevolutie
Van de technische resultaten uit het managementsysteem tot de financiële cijfers. Van kengetallen tot labuitslagen. Het werken met data is niet meer weg te denken uit de sector.
Welke kansen biedt de datarevolutie voor het agrarische bedrijf, hoe kunnen ondernemers hier gebruik van maken en wat zijn aandachtspunten?
Irene Nijmeijer, manager van Agrifirm’s Data Intelligence Center, en dr.ir Sjaak Wolfert, Senior Strategisch Onderzoeker in de agrifoodsector bij de WUR en Thema Ambassadeur Digital Innovation in Agri-Food, leggen uit hoe data tegenwoordig worden toegepast en wat het de sector kan bieden.
naar digitale data inmiddels gemaakt,” zegt Sjaak. Irene voegt hieraan toe: “Wij beschouwen data vooral als een hulpmiddel. Door meer gegevens te verzamelen en die te verrijken met steeds intelligentere analyses, zoeken onze experts naar patronen om de sector verder te brengen.”
Van algemene data naar precieze modellen
“Meer en diverse data betekent gedetailleerdere en makkelijk aanpasbare modellen. Zo kunnen we onze klanten op maat gemaakte oplossingen bieden, wat zorgt voor adviesverbetering en procesoptimalisatie.”
Nieuwe vraagstukken, nieuwe
Data is overal
Voor velen blijft ‘data’, simpelweg het Engelse woord voor ‘gegevens’, een vrij abstract concept. Toch worden ondernemers er steeds meer mee geconfronteerd en is het niet meer weg te denken uit de sector. “Data zijn feitelijk verzamelde gegevens over een specifiek gebied, iets wat al jarenlang gebeurt. Maar waar dit voorheen alleen op papier beschikbaar was, is de overstap
Sinds de komst van digitalisering maakt de agrarische sector steeds meer, en met steeds meer succes, gebruik van data. “Nu er meer data worden gemeten, is ontwikkeling van preciezere en doeltreffendere toepassingen veel makkelijker,” aldus Sjaak. Efficiënt produceren blijft een van de belangrijkste drivers, maar de inzet van data kan ook bijdragen aan het behalen van andere doelen, zoals verlagen van emissies of zuiniger omgaan met grondstoffen. “Niet altijd een winstgevende business case, maar het ondersteunt je licenseto-operate. Zo stel je de continuïteit van je bedrijf een stuk zekerder”, voegt Sjaak toe. Irene beaamt dit:
data Maar data verzamelen om het data verzamelen kan toch geen doel op zich zijn? Irene: “Soms ontstaan er vragen waarvoor we al beschikbare data hebben om ze te beantwoorden. Maar er komen ook genoeg urgente vraagstukken binnen waar we nog geen goed antwoord op hebben en besluiten om nieuwe gegevens vast te leggen. Zo blijven we gegevens over productie verzamelen, maar combineren deze nu bijvoorbeeld met informatie over uitstoot en de effecten daarvan op de productie. Nieuwsgierigheid en voortschrijdend inzicht spelen hierbij een belangrijke rol. Zo proberen we problemen voor te zijn.” Sjaak voegt toe: >>
“Wij beschouwen data vooral als een hulpmiddel.”
>> “Dataverzameling is een iteratief en autonoom proces van pushen-pull mechanismen. Welke data verzameld wordt verschilt inderdaad per case. Maar het kan versneld worden door bepaalde issues op de markt zoals stijgende voer- en kunstmestkosten.”
Monitoren en doelen behalen
In de context van het agrarische bedrijf maken data het dus een stuk makkelijker om te monitoren of je je doelen behaalt. Sjaak: “Data worden pas inzichtelijk na analyse. Pas nadat we er betekenis aan geven krijg je informatie die je in je bedrijfsvoering kunt inzetten. Je blijft meten, aanpassen, evalueren om vervolgens weer van vooraf aan te beginnen.”
Om deze data om te toveren tot een effectief hulpmiddel komen er steeds meer applicaties beschikbaar voor ondernemers. Agrifirm ondersteunt dit met de ontwikkeling van ‘Mijn Agrifirm’. In deze digitale omgeving krijgen klanten snel en duidelijk overzicht in hun gegevens. Irene: “We vinden het belangrijk dat we één centrale plek hebben voor onze klanten en deze doorontwikkelen. Versnippering is niet efficiënt.” ‘Mijn Agrifirm’ blijft daarom de plek voor alle huidige en toekomstige applicaties. Zo is er bijvoorbeeld
een applicatie ontwikkeld met een nieuwe data-integratie die het bestellen van voer volledig automatiseert.
Irene: “De sensoren op de voersilo geven aan of we moeten leveren. Het inplannen van ritten gaat voor ons een stuk efficiënter en de boer hoeft zich er niet meer druk om te maken, zodat die meer tijd heeft op het land of in de stal. Daarnaast rijden we minder vaak en scheelt dat weer flink in uitstoot.”
Vertrouwen op cijfers
Toch voelen sommige ondernemers nog een flinke afstand tussen de cijfers en wat ze op het land of op het erf zien. “Om vertrouwen te krijgen in data, moeten mensen het zien werken. Dit kan worden aangetoond door kleinschalige tests, zoals akkerbouwers die een paar hectare anders gaan bewerken op basis van de data. Goed advies is cruciaal voor degenen die eerst bewijs willen zien, maar de meeste klanten accepteren de voordelen van datagebruik voor hun onderneming, mits het verdienmodel natuurlijk overeind blijft”, vertelt Irene. Met complexere managementbeslissingen ligt dat wat lastiger, volgens Sjaak: “De menselijke schakel is nu nog steeds heel belangrijk. Dat is
altijd zo geweest in de agrarische sector en dat zal nog wel even blijven. Maar doorontwikkeling zal ervoor zorgen dat er betere onderbouwing komt en daardoor meer vertrouwen.”
De uitdagingen van datagebruik in de sector
We lijken vandaag de dag dus niet meer zonder te kunnen. Sommige regelgevingen verplichten je om data digitaal bij te houden. “Je moet er dan wel aan toegeven om mee te mogen doen in de keten. We moeten samen wel bewust blijven van de mogelijke consequenties, en twijfels bij gebruikers. Onze grootste vraag blijft hoe je dataverzameling op een verantwoorde en transparante manier kanaliseert zonder innovatie te remmen en verlammende beperkingen op te leggen”, legt Sjaak uit. Daarnaast ontstaat er een dataeconomie van ondernemingen die data bewerken en aanbieden als product. Sjaak: “Daarmee
“Om vertrouwen te krijgen in data, moeten mensen het zien werken.”
ontstaat de vraag van dataeigendom, de toegevoegde waarde zit hem immers in de bewerking. Het is daarom een goede zaak om duidelijke voorwaarden af te spreken aangezien dit een complex en grijs gebied is. Gelukkig zien we initiatieven die boeren ondersteunen om ook die voorwaarden inzichtelijk te maken.”
De toekomst van data
“De agrarische sector zal in de toekomst nog meer gestuurd worden door data”, stelt Irene.
“Sommige processen, zoals dierverzorging, zullen niet volledig geautomatiseerd kunnen worden. Daarvoor blijven data een hulpmiddel en geen vervanging van menselijke expertise.” Sjaak hoopt vooral op samenwerking tussen partijen: “Veel bedrijven verzamelen nu apart van elkaar data, door die openbaar te maken voor externe partijen zoals onderzoekers kunnen er betere relaties worden gelegd. Gelukkig zien we dat al veel bij innovatieve bedrijven.” Irene voegt toe: “Daarom stuurt Agrifirm op een open-ecosysteem. De kracht zit hem juist in samenwerken, zo kunnen we blijven doorontwikkelen.”
De boeren van de toekomst Bouwplan,
bodem, bemesting en buurten
Jonge boeren zijn de toekomst, maar als jonge boer sta je ook voor de nodige uitdagingen. Een beetje hulp daarbij kan geen kwaad. Daarom organiseert Agrifirm gedurende het hele jaar activiteiten speciaal voor Young Agrifirm. Een van deze activiteiten is de B4training voor jonge akkerbouwers.
Nadat in de zomer van 2022 succesvolle veldbijeenkomsten georganiseerd werden, was het eind 2022 en begin 2023 tijd voor wat verdieping. Daartoe werd door Agrifirm’s Akkerbouw regioteam Oost in haar regio een leuk programma in elkaar gezet aan de hand van 4B’s: Bouwplan, Bodem, Bemesting én de gelegenheid om te Buurten.
Tijdens drie opeenvolgende workshops werden jonge akkerbouwers bijgepraat over deze onderwerpen en kregen ze praktische handvatten mee voor een optimaal bodem- en bemestingsplan.
Gerjan Zwaan (19) uit Zwinderen nam deel aan deze workshops. Zijn ouders hebben een akkerbouwbedrijf en Gerjan wil dit bedrijf in de toekomst graag overnemen.
Momenteel gaat hij nog naar school en zit hij in het laatste jaar van de mbo-opleiding Akkerbouw. Hierna wil hij zijn opleiding vervolgen aan de Hogeschool in Dronten. Gerjan kijkt enthousiast terug op de B4-workshops. “Onze Agrifirm-adviseur wees mij op dit evenement en samen met een vriend ben ik ernaartoe gegaan. Het is een leuke manier om andere jonge boeren uit de buurt te spreken, ervaringen uit te wisselen en kennis op te doen. Bij iedere workshop nam ik weer nieuwe kennis mee naar huis, die ik vervolgens ook weer met mijn ouders kon delen. Daarnaast zijn de bijeenkomsten ook gewoon erg gezellig, met een hapje en een drankje erbij.”
Het feit dat Agrifirm bijeenkomsten als deze speciaal voor jongeren organiseert wordt door Gerjan als erg positief gezien. “Op de ‘normale’ veldbijeenkomsten komen toch ook veel wat oudere boeren af met veel ervaring. Dan houd je je als jongere toch wat meer op de achtergrond. Deze specifieke jongerenbijeenkomsten zijn echt op ons gericht en voelen daardoor meer eigen. Ik zie het echt als een mooie aanvulling op mijn opleiding.”
Gerjan is er dan ook van overtuigd dat bijeenkomsten als deze nodig zijn om de toekomst positief tegemoet te gaan. “Er gebeurt gewoon ontzettend veel in onze sector, we krijgen veel op ons bord. Je merkt dat het enthousiasme onder jonge boeren daardoor soms minder wordt. Bijeenkomsten als deze geven de mogelijkheid hier met gelijkgestemden, uit je eigen regio, over te praten. Dit zorgt er altijd voor dat ik weer vol enthousiasme huiswaarts keer!’’
Young Agrifirm
Young Agrifirm is de jonge club van Agrifirm voor jonge agri-ondernemers. Ben je tussen de 16 en 36 jaar en wil je je ontwikkelen als agrarisch ondernemer? Dan kun je gratis lid worden van Young Agrifirm en deelnemen aan diverse activiteiten en vaktechnische trainingen. Sinds de lancering in september 2022 zijn er al diverse geslaagde activiteiten georganiseerd. Ben je benieuwd welke activiteiten eraan zitten te komen? Bekijk dan de evenementenkalender op de website van Young Agrifirm: youngagrifirm.nl
Scan de QR-code voor meer info en volg ons ook op social media.
Agrifirm Jongerenraad
De Agrifirm Jongerenraad is een club vol enthousiaste jonge boeren, waarbinnen alle agrarische sectoren worden vertegenwoordigd. Binnen de Jongerenraad krijg je onder andere de kans om als jonge boer ervaring op te doen met bestuurswerk.
Ben je tussen de 20 en 35 jaar en lijkt het je leuk je hierbij aan te sluiten? Scan de QR-code en kijk op de website voor de actuele vacatures: agrifirm.nl/ jongerenraad. Laat van je horen als je interesse hebt.
Melkveehouders telen soja en haver voor plantaardige dranken
De marktkansen voor een succesvolle waardeketen van het telen van eiwitgewassen voor de plantaardige markt onderzoeken. Dat doen Agrifirm en FrieslandCampina met een pilot. Inmiddels zijn melkveehouders gestart met het telen van soja en haver voor de eerste Nederlandse haver- en sojadranken die FrieslandCampina in 2024 op de consumentenmarkt introduceert.
“De toenemende vraag naar plantaardig eiwit in de foodsector is een kans om het verdienvermogen van onze leden te verbeteren én de uitdagingen rond ecologische verduurzaming aan te gaan”, aldus Rens Kuijten, die bij Agrifirm ketenprojecten rond eiwitgewassen begeleidt.
“FrieslandCampina heeft haar eerste plantaardige producten met succes op de markt gebracht. De volgende stap is de grondstoffen door eigen melkveehouders in Nederland
laten produceren”, legt Rens uit over de nieuwste pilot. Daarbij heeft de zuivelonderneming de hulp van Agrifirm ingeroepen, die de expertise en infrastructuur voor de teelt, verwerking en vierkantsverwaarding van soja en haver heeft.
Verdienmodel
Is het telen van soja en haver voor plantaardige dranken door Nederlandse melkveehouders technisch, economisch en commercieel haalbaar? Dat is de onderzoeksvraag waar de pilot om draait. De compleet gesloten keten, van gewas tot glas, moet bijdragen aan een gezond verdienmodel en ecologische verduurzaming. Na een succesvolle pilot bij één melkveehouder gaan zo’n 30 melkveehouders dit seizoen in totaal 200 hectare haver en 50 hectare soja telen. De interesse is boven verwachting, er is inmiddels een wachtlijst.
“De melkveehouders krijgen een vooraf vastgestelde prijs
en een afnamegarantie. Zaad, teeltbenodigdheden en de begeleiding komt van Agrifirm”, legt Rens uit. Daarnaast wisselen de melkveehouders onderling kennis en ervaring uit. “Een akkerbouwmatige en foodgerichte teelt vraagt meer dan ruwvoerteelt. Ook de organisatie rond oogsten is voor de melkveehouders nieuw, die daarom samenwerken met akkerbouwers”, merkt Rens. “ Deze pilot is dan ook de uitgelezen kans voor Agrifirm-leden en ketenpartijen om ervaring op te doen met het telen, verwerken en vermarkten van plantaardig eiwit voor de foodsector.”
Wil je meer weten of heb je plannen voor de teelt van eiwitgewassen voor humane consumptie? Neem dan contact op met jouw
Agrifirm-adviseur of mail
naar granen@agrifirm.com
Agroforestry: Booming Business?
In de afgelopen tien jaar wint agroforestry populariteit in Nederland. Elk jaar komen er steeds meer initiatieven bij. Vanuit de behoefte van de leden startte Agrifirm eind 2021 het coöperatieproject agroforestry. Het doel van het project is om het verdienmodel van agroforestry voor boeren inzichtelijk te maken. Marloes van Leeuwen, projectleider Innovatieve Projecten, legt uit.
“Vanuit het project bieden we acht pilotboeren advies en praktische ondersteuning bij de implementatie van agroforestry. Rabobank draagt in het project bij door mee te denken in de financieringsmogelijkheden voor deze boeren. Integratie van bomen en landbouw kan zorgen voor een verbreding van het bedrijf en kan bijdragen aan biodiversiteit in de omgeving. Zo verbeteren boeren niet alleen hun productie maar dragen ze ook bij aan de toekomstbestendigheid van hun bedrijf”, aldus Marloes.
Agroforestry kan een interessante optie zijn voor boeren die willen inzetten op verbreding van het bedrijf of bepaalde natuurwaarden willen overnemen. Marloes: “We hopen dat de pilotboeren een voorbeeld kunnen zijn voor andere boeren die agroforestry overwegen. Door middel van verschillende bedrijfsplannen wordt gekeken wat het potentieel is van en tussen verschillende modellen en onder welke voorwaarden deze systemen werken. We staan klaar om boeren te helpen bij de implementatie van agroforestry en bieden de middelen en ondersteuning die ze nodig hebben om succesvol te zijn. Afgelopen november zijn de eerste bomen geplant en voor anderen worden plannen steeds concreter.”
“We merken vooral veel behoefte aan kennis en het uitwisselen van ervaringen, daarom organiseren we excursies naar bedrijven die hier al mee bezig zijn. Wat leuk is om te zien is dat de diverse leden onderling verbinding leggen om bijvoorbeeld samen op te trekken voor een subsidie. We organiseren ook workshops en we hopen enkele conclusies te presenteren uit de door ons gemaakte bedrijfsplannen.”
Meer informatie over de pilotboeren en hun bedrijven vind je op onze website.
Meld je nu aan voor de Algemene Ledenbijeenkomst!
Kort, maar krachtig. Zo willen we onze leden tijdens de Algemene Ledenbijeenkomst 2023 meenemen in het reilen en zeilen binnen Agrifirm. Ben je benieuwd naar:
• De nieuwe vertegenwoordigers in jouw Ledenraad?
• De toelichting op de jaarcijfers?
• De actualiteiten binnen Agrifirm?
• Wat Agrifirm in 2023 voor haar leden doet?
Meld je dan snel aan voor de Algemene Ledenbijeenkomst van 2023.
Wanneer: Woensdag 12 april 2023
Hoe laat: 20.00 – 21.30 uur
Waar: Online via Microsoft Teams
In gesprek met onze leden
De kracht van coöperatie Agrifirm zit hem in haar leden. Agrifirm vindt het dan ook belangrijk in gesprek te gaan met haar leden om te horen wat er speelt. Afgelopen maand zijn alle leden opnieuw uitgenodigd voor de Coöperatiedialoog inclusief een bedrijfsbezoek.
De bijeenkomsten werden georganiseerd in samenwerking met de NCR (Nationale Coöperatieve Raad).
Ben je benieuwd naar de uitkomsten van deze bijeenkomsten en de aanbevelingen en acties die hieruit voortkomen? Op de website houden we je op de hoogte.
Aanmelden kan via agrifirm.nl/algemeneledenbijeenkomst
Ledenraadsverkiezingen
Onlangs zijn de districtsverkiezingen geweest en is er een aantal nieuwe ledenraadsleden benoemd. Ben je benieuwd wie er in de ledenraad voor jouw specifieke regio zit? Kijk dan op onze website voor de actuele ledenraad en de contactgegevens van de bestuurders in jouw regio.
agrifirm.nl/verkiezing2023
agrifirm.nl/cooperatiedialoog
Vraag Exlan om advies Antwoord op ondernemersvragen
VEEHOUDER UIT FRIESLAND
Daniëlle Pors, Adviseur juridische dienstverlening Agrifirm Exlan:
“Wij krijgen regelmatig telefoontjes van ondernemers die een ‘voornemen tot bestuurlijke boete’ bij de post hebben en niet weten wat ze daarmee moeten. Een boete is een straf, uitgedrukt in een geldsom, die zonder tussenkomst van het Openbaar Ministerie of rechter kan worden opgelegd. De politie en het Openbaar Ministerie mogen boetes geven. Maar er zijn ook andere organisaties die dat mogen doen. Dit zijn organisaties die werken voor de overheid. In de agrarische sector zijn dat onder andere de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA) en Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO). De NVWA kan bestuurlijke boetes opleggen op basis van bijvoorbeeld de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de Wet dieren. Bij RVO moet je denken aan bestuurlijke boetes voor niet-naleving meldingsplichten subsidies.
De bestuurlijke boete is een beschikking. Dit betekent dat de boete aan de persoon of aan een bedrijf is gericht. Tegen een beschikking staat bezwaar en beroep open. Indien de bestuurlijke boete hoger is dan € 340,- dan wordt eerst een voornemen tot
bestuurlijke boete verzonden. In dit voornemen wordt de mogelijkheid geboden om eerst een zienswijze in te dienen voordat de definitieve bestuurlijke boete wordt opgelegd.
Het is vaak zinvol om in actie te komen en rechtsmiddelen aan te wenden tegen een bestuurlijke boete. Een bestuursorgaan moet namelijk de overtreding bewijzen en in de praktijk ziet men dat bestuursorganen hierbij regelmatig fouten maken.
De rechtsmiddelen zijn: het indienen van een bezwaar bij het bestuursorgaan die de boete heeft opgelegd en eventueel daarna een procedure voeren bij de rechtbank of een bevoegd college.
De juristen van Agrifirm Exlan zijn gespecialiseerd in het Bestuurs- en Omgevingsrecht. Ze kunnen de relevante (juridische) argumenten aanvoeren, weten waaraan een boetebesluit moet voldoen en welke (fatale) termijnen van toepassing zijn.”
Neem contact op met Juridisch advies voor meer informatie. Stuur een e-mail naar
juridischadvies@agrifirm.com of bel naar 088 - 488
“Ik heb een ‘voornemen tot bestuurlijke boete’ ontvangen per post. Wat is dit en wat kan ik er tegen doen?”
Een verbinder in hart en nieren
Ruud Tijssens over zijn rol bij Agrifirm
Van politieke gesprekken in Den Haag en het spreken op grote Europese congressen, tot het opnemen van een podcast en het bijwonen van de ledenraadsvergaderingen. Ruud Tijssens, Director Public & Cooperative Affairs bij Agrifirm, geeft een inkijkje in zijn werk en legt uit wat het overkoepelende doel is. “Alles heeft te maken met het verbinden van de interne organisatie met de buitenwereld en het uitoefenen van invloed op de politiek-maatschappelijke discussies.”
“Mijn functie bestaat eigenlijk uit drie onderdelen. Als eerste public affairs, waarbij ik mij bezighoud met alle politiek-maatschappelijke discussies die er gevoerd worden rond de thema’s waar Agrifirm mee te maken heeft. Ten tweede ben ik directeur CSR (Corporate Social Responsibility, oftewel Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) en houd ik me bezig met duurzaamheid. En tot slot ben ik directeur van de coöperatie”, legt Ruud uit. “De kern van mijn functie
zit hem in het verbinden van de organisatie met de buitenwereld om op die manier handen en voeten te kunnen geven aan onze missie van een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties.”
Kortom, een veelzijdige functie met een volle agenda. Ruud: “Samenwerken, zichtbaar zijn en netwerken zijn in mijn rol enorm van belang. Vandaar ook dat ik veel spreek op congressen en in
verschillende besturen zit, zo krijg je van alles mee. Het mooiste vind ik om bepaald gedachtegoed over te brengen en echt iets teweeg te brengen. Als je mensen dingen hoort zeggen waarvan ik weet dat ik ze bedacht heb en ze zeggen het alsof ze dit zelf bedacht hebben, dat vind ik prachtig. Dan weet je dat je iets bereikt hebt.”
Duurzaamheid
Als directeur CSR is Ruud meer gericht op de interne organisatie. “Hierbij kijk ik naar Agrifirm als maatschappelijk verantwoorde organisatie, waarbij we streven naar verantwoord inkopen, verantwoorde oplossingen en een verantwoorde operatie. Op het gebied van verantwoord inkopen zijn we bijvoorbeeld een project gestart rond gegarandeerd ontbossingsvrije soja voor veevoer, waarvoor we een samenwerking met FrieslandCampina zijn aangegaan. Zo’n idee ontstaat intern en om dit te kunnen uitvoeren gaan we op zoek naar partners. Vervolgens worden er plannen gemaakt, is er een uitgebreide risicoanalyse geschreven en gaan we met veel partijen, in binnen- en buitenland, in gesprek om de mogelijkheden te bespreken. Begin dit jaar ben ik nog in Brazilië geweest voor onder andere dit project.”
Public affairs
Het werk van Ruud op het gebied van politieke discussies legt hij uit aan de hand van een concreet voorbeeld: gewasbeschermingsmiddelen. “Dit is een van de grote thema’s waar ik mij mee bezighoud binnen public affairs op dit moment”, aldus Ruud. “Er zijn veel politieke discussies gaande rond dit thema. Bij Agrifirm zetten we ons in om met verantwoorde oplossingen te komen die aansluiten bij onze visie dat we een transitie moeten maken naar een meer geïntegreerde gewasaanpak. Ik probeer de politieke discussies zo te beïnvloeden dat de regelgeving onze aanpak en ontwikkelingen maximaal ondersteunt. Concreet betekent dit: partners zoeken, samenwerken, voorstellen uitwerken en veel gesprekken voeren, zowel intern bij Agrifirm als extern in de politiek. Maandelijks spreek ik met Tweede Kamerleden om hen te informeren en zo invloed uit te oefenen op de discussie die gaande is. En dit geldt natuurlijk ook voor de andere grote pijlers waar we ons binnen public affairs mee bezig houden. Denk aan kunstmest, de inkoop van veevoedergrondstoffen en zeker ook het verdienvermogen van de agrarische ondernemers. ”
di di
Coöperatie
wo wo 33
do do
de week van...
Duurzame productie is belangrijk om onderscheidend te zijn. Hoe kunnen ondernemers daarop inspelen?
Duurzame productie
Maurits Steverink
EIGENAAR TRUE FOODS PROJECTS EN KETENMANAGER MARKTPROGRAMMA VERDUURZAMING DIERLIJKE
PRODUCTEN
“Duurzaamheid is een belangrijk onderdeel voor ondernemers. Er is vraag vanuit de markt om je verdienvermogen overeind te houden en niet uitwisselbaar te zijn met andere aanbieders. Je krijgt te maken met twee uitdagingen. Een daarvan is de continue verduurzaming van je bedrijfsprocessen, de tweede is om je te verdiepen in de ketensamenwerking en welk eindproduct je voor de consument maakt. Een duurzamer product heeft vaak een hogere kostprijs. Het is daarom belangrijk om dit samen met je ketenpartners goed te vermarkten. Verduurzaming is onderdeel van de meervoudige waardecreatiestrategie en dat kun je als veehouder niet alleen, je product moet aansluiten bij ook andere foodtrends, namelijk lekker, gezond en vooral gemakkelijk.
Het is noodzakelijk om van agrarisch ondernemer naar foodondernemer te bewegen. Het is belangrijk om kennis over de voor- en nadelen van verschillende ketenconcepten te hebben en te kijken of deze bij jouw bedrijf passen als schakel in de keten. Stap je in of niet? Waar? Dat is een besluit voor de langere termijn. Vrijhandel is nog enkel weggelegd voor ondernemers die kostprijskampioen zijn op de wereldmarkt. Ben je dat niet of wil je dat niet? Dan is je ondernemersschap als deelnemer in een foodketen een must of dat je dit zelf gaat vermarkten. De markt is gelukkig heerlijk dynamisch, er zijn meer kansen dan ooit voor food met een verhaal en Nederlands is wereldwijde koploper met diervriendelijke ketenconcepten!”
“De markt is gelukkig heerlijk dynamisch.”
“We zitten al jaren met onze afnemers aan tafel en praten over hun uitdagingen, doelstellingen en de consumententrends. Hierop in te spelen in plaats van iets te produceren in de hoop dat iemand het wil kopen is essentieel. Na uitvoerig onderzoek ontwikkelde Agrifirm een nieuw ketenconcept ‘Feed Forward’. Dit onderscheidende concept sloot naadloos aan bij onze ambities binnen Vallei Varken. Inspelen op het klimaatvraagstuk was voor ons een logisch vervolg. Dit is namelijk wat onze afnemers vragen.
Bianca Deetman
RELATIEMANAGER EN PROJECTCOÖRDINATOR MARKETING
goed netwerken en een helder productverhaal dat continu in ontwikkeling is. Dat gaat niet vanzelf maar vraagt tijd en aandacht voor een optimale ketensamenwerking.
Via ons netwerk kwamen we in contact met maaltijdboxleverancier Marley Spoon die een varkensvleesconcept zocht met een positieve klimaatimpact. Ons huidige concept is ‘Lokaal Duurzaam en Transparant’ met het duurzaamheidskeurmerk ‘Climate
Neutral Certified’ van Climate
Neutral Group. Dit sloot perfect aan op hun wens.
Door te pionieren is Vallei Varken steeds minder afhankelijk van de wereldmarkt. Wij verkopen onze producten rechtstreeks aan onze afnemers. Dat betekent
Toch moet ons concept continu meebewegen met de veranderende consumentenwensen en haalbaar en betaalbaar blijven. Als keten dragen we een grote verantwoordelijkheid en wij willen onze voorsprong behouden. Daarom verduurzamen we elk jaar verder en blijven we nauw samenwerken met onze ketenpartners. Mijn advies? Ga met elkaar in gesprek om je keten inzichtelijk te maken en elkaar te begrijpen. Pak de regie en ga samenwerken. Als je het samen doet kun je alleen maar meer impact maken!”
“Als je het samen doet kun je alleen maar meer impact maken!”
Direct van kip naar consument
Peter van Agt exploiteert acht kipcaravans tussen Eindhoven en Oirschot. Hulpboeren helpen bij de verzorging van de kippen. Via eierautomaten naast de caravans verkoopt hij de eieren.
“Door een ideeënwedstrijd rolde ik in de kipcaravans. Mijn voorstel: mobiele kippenstallen met directe eierverkoop langs het snelfietspad tussen Eindhoven en Oirschot. Ik won die wedstrijd en mocht het uitvoeren. Omdat ik geen geschikte stallen kon vinden, heb ik de kipcaravans zelf ontwikkeld. De kippen scharrelen overdag onder de bomen, ’s nachts gaan ze op stok in de caravan. Daar leggen ze ’s ochtends hun eitjes, waarna ze weer naar buiten mogen. Naast elke caravan staat de eierautomaat. Passanten die de kippen zien scharrelen kunnen direct hun eitjes kopen. Zo verbinden we stad en platteland met elkaar. En krijg ik een prima prijs voor m’n eieren. De verkoop loopt goed, inmiddels verkoop ik ook aan een lokale winkel.
Voor de dagelijkse verzorging van de kippen en het vullen van de eierautomaten krijg ik hulp van cliënten van een zorginstelling. Ik vind het mooi om te zien hoeveel arbeidsvreugde de hulpboeren hieruit halen.”