3 minute read

DE KRACHT VAN HET VERHAAL

Next Article
TOM SLOTS

TOM SLOTS

Binnen het architectuuronderwijs neemt wereldwijd de studio, of zoals het in Arnhem traditioneel genoemd wordt, het atelierwerk een centrale plaats in. Het is een intensieve en creatieve manier van werken die studenten gereedschappen aanreikt en hun gelegenheid biedt te oefenen in het ontwikkelen van complexe industriële producten zoals een gebouw.

Daarbij wordt gebruik gemaakt van een scala aan ontwerpmiddelen en technieken die telkens in een andere samenstelling ingezet worden. Een van de gereedschappen die de laatste decennia onderbelicht is gebleven en die een ontwerper juist een grote mate van houvast blijkt te kunnen bieden in het omgaan met minder scherp gedefinieerde opgaves zoals we die in de huidige praktijk tegenkomen, is het narratief. Oftewel: het verhaal.

Het lezen van Klaske Havik’s in 2015 gepubliceerde Urban Literacy, dat op een overzicht vormt van verhalende technieken in het architectonische ontwerpen, wekte bij mij een sterk gevoel van herkenning op. Een herinnering aan de periode waarin ik opgeleid ben en waarin architectuur verhalend was, waarin stedelijk structuren gelezen en ontcijferd werden en waarin narratieven ingezet werden om mogelijke toekomsten te construeren op onbeschreven velden.

Als studenten hadden we de postmoderne herleving van architectuur kunnen volgen met de Biënnale van Venetië in 1980 en door tijdschriften als Domus, Casabella en Lotus te verorberen. Elke volgende uitgave stond vol met ongekende vormen, beelden en structuren voor nieuwe bouwontwikkelingen. Bij de reconstructie van tijdens de oorlog vernietigde steden als Berlijn werd het lezen van bijna uitgewiste sporen en het weer opwerken met bouwblokken tot nieuwe, samenhangende structuren tot een kunst verheven. Gefascineerd en verlekkerd bestudeerden we de verhalende schetsen van Aldo Rossi, Rob Krier en John Hejduk.

De opnieuw ontluikende economische ontwikkeling van de late jaren tachtig deed in de gehele westerse wereld braakliggende industrieterreinen nabij stadscentra en maagdelijk akkerland in de periferie transformeren tot aaneengesloten stadswijken. De filmische montages van Bernard Tschumi, de scenario’s die Rem Koolhaas toe paste, de verloren gegane leesmachines van Daniel Libeskind maar ook afstudeerplannen zoals die van Dolf Dobbelaar & Paul De Vroom1 toonden de kracht van het werken met narratieve gereedschappen. Het ontwikkelen van langlopende, nieuwe uitbreidingsplannen die moesten kunnen inspelen op verschuivende economische en sociale factoren werd gefaciliteerd door het gebruik van narratieve middelen zoals het scenario2. Het verband tussen ontwerpen en schrijven was intens en onlosmakelijk maar dat waren we, anno 2018 vergeten. Het was hoog tijd om het prachtige gereedschap van het narratieve opnieuw te ontdekken en in te zetten.

In vervolg op een samenwerking die de Master Architectuur met haar winterworkshop PLEIN 2018 3 aangegaan was met de ArtEZ afdeling Creative Writing (CW) heb ik, vanuit mijn rol als coördinerend docent een atelier ontwikkeld dat zowel een kennismaking met de gestructureerde theorieën van Klaske Havik, Kevin Lynch en anderen inhield als een praktische ervaring van samenwerken met schrijvende studenten en docenten. Samen met Ron Verduijn, een van onze getalenteerde alumni die zich in de beroepspraktijk ontwikkeld heeft tot een architect met een specialisatie op het gebied van monumenten en herbestemmingen, is een toegespitst programma ontwikkeld. Een eerste deel van zeven weken waarin intensief samen gewerkt is met studenten en docenten van CW leverde, na een reeks ruimtelijk-narratieve constructieoefeningen onze studenten een duidelijke architectonisch-ruimtelijke opgave. Zij hebben deze opgave, in het tweede deel van de vijftien weken durende studio uitgewerkt tot bouwkundige plannen.

We wilden in deze publicatie zowel verslag doen van de intense processen die onze studenten hebben doorlopen als aantonen hoe het narratieve kan werken. Hoewel het de anderen tekort doet kunnen we in deze publicatie twee prachtige voorbeelden uit lichten om de werkwijze te illustreren. Architectuur studenten Robin Beers en Tom Slots laten, samen met de teksten en personages van CW studenten Lisa Huissoon en Willemijn Kranendonk op virtuoze manier zien hoe vanuit een narratief schitterende architectonische werelden geschapen kunnen worden.

Dit experiment naar het narratieve heeft me in ieder geval voldoende vertrouwen gegeven om het ‘Verhaal’ te benoemen als essentieel bestanddeel in het curriculum. Vanaf studiejaar 2019-20 vormt ‘Verhaal’, naast de thema’s Ruimte, Materiaal en Context een vast ingrediënt in de basisuitrusting die we onze eerstejaars studenten aanbieden.

Dit atelier was zonder de medewerking van Monique Warnier en de intensieve inzet van haar machtige docent Martijn Brugman niet tot wasdom gekomen. Ook de studenten van CW waarmee we de eerste zeven weken nauw hebben samen gewerkt, hebben een grote bijdrage geleverd aan het plezier en succes van deze samenwerking. Dankwoorden zijn alom op hun plaats!

De hoop, en ook wel verwachting is dat het leren omgaan met manieren van verhalen schrijven en lezen onze studenten een mate van inspiratie en houvast kan bieden die hun helpt om architectonische beelden en verlangens om te zetten in ontwerpen.

Ady Steketee

Arnhem, september 2019

1. ‘Verovering van de Sluisjesdijk’ was een opzienbarend herontwikkelingsplan met een open einde. De feitelijke bouw van een ‘toolbox’ die het mogelijk maakte om met eenvoudige middelen als ‘samples’, paspoorten, kengetallen en een blokkendoos in korte tijd plannen te ontwikkelen was revolutionair. Het is een methodiek die ook Kees Christiaanse toe paste in eigen projecten en die van OMA.

2. Het verschijnsel ontwerpend onderzoek dat in de huidige tijd op veel aandacht mag rekenen ontstond in het zog van de vooruitgang die door het werken met scenario’s en scripts werd beloofd. Met de manifestatie Nederland Nu Als Ontwerp (NNAO) van 1987 is gepoogd om aan de hand van vier politieke scenario’s ontwerpend onderzoek op een nationale schaal in te zetten bij de sturing van ruimtelijke ontwikkelingen. Zie ook https://zefhemel.nl/artikelenpapers/nederland-als-ontwerp/

3. De winterworkshops PLEIN 17 – 19 zijn, in samenwerking met andere ArtEZ faculteiten ingezet om het verschijnsel ‘Proprioceptie’ nader te duiden. Samenwerkingen met Bachelors Dans, Creative Writing en Muziek hebben verrassende resultaten opgeleverd. Zie hiervoor afzonderlijk publicaties van ArtEZ Academie van Bouwkunst.

This article is from: