2 minute read
(ge) bouwen vanuit bodem en water
In lijn met een gebruik dat we over de laatste jaren ontwikkeld hebben bij ArtEZ, publiceren we ook dit jaar een overzicht van de twee lange ateliers die gedurende het najaar-semester uitgevoerd zijn. Deze ateliers gebruiken een overkoepelend thema om de periode van vijftien weken dat een lang atelier duurt, te structureren en te voorzien van inhoud. Behalve een inhoudelijke verkenning en verdieping worden de studenten gestimuleerd om zelfstandig te komen tot een vraagstelling en zich tegelijkertijd te oefenen in het compact formuleren en verbeelden van deelvragen binnen het gestelde thema. Beide ateliers doen dit op een eigen manier.
Het ene atelier, geconcipieerd en begeleid door architecten Bart van der Salm en Gerald Mulder, richtte zich op de conceptuele en beeldende kracht van het bouwkundige detail en hoe die een relatie kan aangaan met het landschap. Dit werk wordt in een afzonderlijke publicatie gepresenteerd. Het andere atelier zich richtte op de mogelijkheden die de bodem als inspirerende, belemmerende en dragende factor architecten kan bieden in actuele ruimtelijke vraagstukken.
De Romeinse bouwmeester Vitruvius beschreef in Boek 1 van zijn tractaat De Architectura al over het belang van de bodem1. Ook brengt hij de oude rituelen die we kennen als offers en haruspicatie in herinnering als methoden waarbij lokaal levende dieren dienen als gezondheidsindicatoren van voorgenomen bouwlocaties2. Het belang van een alertheid op bodem- en biotische-kwaliteiten voor de bouw van nederzettingen is dus bepaald niet nieuw; deze is hooguit tijdelijk uit het oog verloren.
Mede vanuit vraagstellingen vanuit het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (SCI) en als vervolg op eerdere ateliers die zich richtten op klimaatadaptief ontwerpen, low (embedded) energy ontwerpen en multidisciplinaire workshops gericht op het post-human agency past dit atelier naadloos in een al jarenlange traditie bij ArtEZ die aansluiting zoekt bij actuele maatschappelijke vraagstukken.
Namens ArtEZ wil ik de docenten, deelnemende studenten, staf van de Master Architectuur en niet te vergeten onze grafisch vormgever Linda Swaap danken voor de inzet en hun bijdragen in de totstandkoming van deze publicaties.
Ady Steketee Coördinator atelieronderwijs
Arnhem, maart 2023
1 Vitruvius schrijft hier over de aanleg van stadsmuren ‘Bij de aanleg van de stadsmuren gelden de volgende grondregels. Ten eerste de keuze van de gezondste locatie. Deze moet hoog liggen, vrijd zijn van nevel en rijp, niet op een hete of koude hemelstreek zijn gericht maar op een gematigde; verder moet de nabijheid van moerassen worden vermeden.’ Vitruvius, Handboek bouwkunde, (vertaling door Ton Peters, 1997), Amsterdam, 4e druk 2003, p 39.
2 Even verderop ‘Onze voorvaderen waren namelijk gewoon op plaatsen waar versterkte steden of vaste legerkampen zouden worden aangelegd, eerst dieren die daar graasden te offeren en dan hun levers te onderzoeken. Als deze bij het eerste offer blauwachtig en aangetast bleken, slachtten ze andere dieren om zekerheid te krijgen of hun levers door een aandoening of door de slechte kwaliteit van het voer waren verziekt.’ Vitruvius, p 41
7 Inleiding atelier
ANALYSE
10 Een nieuwe laag op ondergrondse geheimen
ONTWERP
29 Accepteer het water
Joppe Kusters
Judith van Hoorn
Martin Hardeman
Ginn Maas
Lorenzo van Esch
49 De bodem als spons
Brenda Evink
Rob Janssen
57 Hoe hoger, hoe droger
Sophia Straub
Stef Hartman
Rinke Hendriks
69 Wat je niet beleeft, leer je ook niet kennen
Anouk Muller
Rozemarijn Koning
Sebastiaan Hubers