1 minute read

Inleiding Atelier

Bij de keuze voor nieuwe locaties voor woningbouw houden we in Nederland nog nauwelijks rekening met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering. Dat schrijft deltacommissaris Peter Glas op 8 december 2021 in zijn tweede advies over woningbouw en klimaatadaptatie.

Er zijn naar schatting 820.000 nieuwe woningen gepland in gebieden die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. Het gaat daarbij om overstroombare gebieden, gebieden met een slappe ondergrond of gebieden met een natte bodem. Hun kwetsbaarheid voor overstromingen, wateroverlast, bodemdaling, droogte en/of hitte zal door klimaatverandering toenemen.

Daarnaast is architectuur niet meer lokaal geworteld. De bouwindustrie vervoert materialen en arbeid over grote afstanden en architecten werken overal in de wereld. In Nederland woont 60% van de mensen in een rijtjeshuis, verspreid over het hele land zien ze er allemaal hetzelfde uit.

De centrale vraag in deze studio is: Hoe verandert de architectuur van woningen of bijzondere maatschappelijke bouwwerken als bodem en water leidende principes worden? Hoe wordt jouw architectuur hierdoor toekomstbestendig en lokaal verankerd?

De locatie voor dit project was Arnhem en omgeving omdat deze stad op de grens ligt van twee Nederlandse landschapstypen: de hogere zandgronden en het rivierengebied. Ofwel, op de grens van de Veluwe en de Rijn. Deze casus is een voorbeeld voor andere steden in dit soort landschappen. De ontwerpvoorstellen voor de hooggelegen gebieden zijn ook toe te passen op bijvoorbeeld delen van Nijmegen, de Utrechtse Heuvelrug, de Hondsrug of Bergen op Zoom. De voorstellen voor de laaggelegen gebieden zijn ook toepasbaar op alle kernen in en om het Groene Hart en Friesland. Een doorsnede werd dwars door de ondergrond van Arnhem en omgeving getrokken. Op deze lijn werden 7 specifieke locaties bepaald die een verscheidenheid lieten zien van de ondergronden. Door de verschillende typen bodem en water van Arnhem en omgeving als startpunt te nemen voor het onderzoek kon er uiteindelijk antwoord gegeven worden op de centrale vraag.

Het project bestond uit twee fases. De eerste fase was een laboratorium waarin door middel van ontwerpend onderzoek deze specifieke locatie werd onderzocht. Voor elke van de 7 locaties werd in groepjes van 2 personen gewerkt. In de tweede fase werd een gebouw (of meerdere gebouwen) ontworpen voor deze specifieke locatie.

Nationaal park de Hoge Veluwe zand en leem stuifzand

Nederrijn zand en grind

Arnhem water klei dekzand grind

This article is from: