Nagelmackers 275jaar Magazine

“Nagelmackers is in staat om verhalen en dromen, samen met de bedenkers ervan, om te zetten in concrete plannen om de doelstellingen op lange termijn te bereiken.”

David Yuan Chief Executive 0fficer

—

Beste lezer,

We zijn dankbaar dat we ons jubileumjaar samen met u kunnen vieren. 275 jaar is een mijlpaal waar we trots op zijn en waar we graag even bij stilstaan. We kunnen het ons nauwelijks voorstellen, maar drie jaar voordat James Watt in 1750 de eerste industriële stoommachine uitvond, legde Pierre Nagelmackers al de bouwstenen voor wat bijna drie eeuwen later de oudste bank van België zal worden.

De eerste stappen van onze bank werden gezet in 1747, in een heel ander tijdperk en in een sterk verschillende samenleving. Ook bij de tweehonderdste verjaardag van Nagelmackers in 1947, vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog, zag de wereld er helemaal anders uit. Dat we door de eeuwen heen als gevestigde waarde in de bankwereld overeind blijven, hebben we onder meer te danken aan onze wil om mee te groeien met wat er om ons heen gebeurt.

→

Cher lecteur,

Nous sommes ravis de pouvoir célébrer notre anniversaire avec vous. 275 ans : une étape dont nous sommes fiers et sur laquelle nous aimerions nous attarder. C’est difficile à croire, mais trois ans avant que James Watt invente la première machine à vapeur industrielle en 1750, Pierre Nagelmackers avait déjà jeté les bases de ce qui serait, près de trois siècles plus tard, la plus ancienne banque de Belgique.

Notre banque a fait ses premiers pas en 1747, une tout autre époque, caractérisée par une société diamétralement opposée. Le monde était aussi radicalement différent lors du 200 e anniversaire de Nagelmackers, en 1947, au sortir de la Seconde Guerre mondiale. Si nous sommes restés une valeur sûre du secteur bancaire au fil des siècles, c’est notamment grâce à notre volonté d’évoluer avec le contexte.

→

// Dromen waarmaken met persoonlijke begeleiding zit in ons DNA

Ook in de woelige tijden die we vandaag beleven, is onze kenmerkende filosofie om stevig in de schoenen te staan en gepast te anticiperen op veranderingen meer dan ooit ons handelsmerk én de garantie dat we er ook in de toekomst voor onze cliënten zullen zijn. Nagelmackers is in staat om verhalen en dromen, samen met de bedenkers ervan, om te zetten in concrete plannen om de doelstellingen op lange termijn te bereiken.

Met persoonlijke dienstverlening staan we ook na onze 275ste verjaardag klaar om cliënten te helpen bij het maken van de juiste financiële keuzes voor het realiseren van hun dromen. Met dezelfde verbetenheid als deze waarmee Georges Nagelmackers de droom najoeg om luxueuze treinen te bouwen, blijven alle medewerkers van onze bank zich vandaag inzetten om de dromen van de cliënten te helpen waarmaken.

// We bieden cliënten onovertroffen gemak via technologie en menselijke relaties

Ondanks onze rijke geschiedenis, kijkt Nagelmackers vooral naar de toekomst. De jongste jaren is de digitale transformatie van de bankactiviteiten in een stroomversnelling geraakt. Door een duidelijke positionering, die gericht is op een steeds meer doorgedreven innovatie om de kracht van menselijkheid en technologie te combineren, zijn wij ervan overtuigd ook in de toekomst een prominente rol te kunnen blijven spelen in het financiële en economische landschap.

Bij Nagelmackers zijn we ons goed bewust van de meerwaarde van de digitale vernieuwing, maar vinden we het tegelijk van cruciaal belang om ze gepaard te laten gaan met menselijk contact. Menselijkheid zijn we bij Nagelmackers nooit uit het oog verloren. Sterker nog: we zijn ervan overtuigd dat het één van de hoofdredenen is waarom we dit jaar 275 kaarsjes kunnen uitblazen.

// Réaliser les rêves en offrant un accompagnement personnalisé : c’est dans notre nature

Malgré la période houleuse que nous connaissons, notre philosophie consiste à maintenir une position solide et à anticiper les changements. C’est plus que jamais notre marque de fabrique et la garantie que nous resterons aux côtés de nos clients à l’avenir. Nagelmackers est en mesure de concrétiser les projets et les rêves, en collaboration avec leurs créateurs, afin d’atteindre des objectifs à long terme.

Forts d’un service personnalisé, nous sommes prêts, même après 275 ans, à aider les clients à faire les choix financiers appropriés pour réaliser leurs rêves. Mus par la même détermination que celle avec laquelle Georges Nagelmackers a poursuivi son rêve de construire des trains de luxe, tous les collaborateurs de notre banque s’engagent aujourd’hui à aider nos clients à concrétiser leurs rêves.

// Nous simplifions la vie de nos clients en misant sur la technologie et les relations humaines

En dépit de son riche passé, Nagelmackers est surtout tournée vers l’avenir. La transformation numérique des activités bancaires s’est accélérée ces dernières années. Nous sommes persuadés que grâce à notre positionnement clair, axé sur une innovation toujours plus poussée visant à associer le pouvoir de l’humanité à celui de la technologie, nous pourrons continuer à jouer un rôle de premier plan dans le paysage financier et économique à l’avenir.

Chez Nagelmackers, nous avons bien conscience de la valeur ajoutée de l’innovation numérique. D’un autre côté, nous pensons qu’elle doit aller de pair avec un contact humain. Nagelmackers n’a jamais perdu de vue cette dimension d’humanité. Nous sommes même convaincus que c’est l’une des principales raisons pour lesquelles nous pouvons souffler nos 275 bougies cette année.

« En 275 ans d’existence, Nagelmackers a vécu de nombreuses aventures qui seront évoquées au fil de ce magazine. »

// Duurzaamheid als belangrijkste pijler in de wereld van morgen

Naast onze 275ste verjaardag is 2022 ook het jaar waarin we verhuizen van onze huidige hoofdzetel aan de Sterrenkundelaan naar het state-of-the-art kantoorgebouw Monteco in de Brusselse Leopoldswijk. Dit CO2-neutrale, passieve kantoorgebouw op de hoek van de Montoyer- en de Nijverheidsstraat moet een referentie worden op het vlak van recyclable buildings. Het duurzame karakter van het gebouw past uitstekend bij onze ambitie om actief bij te dragen tot een betere en gezondere wereld.

Ter gelegenheid van onze 275ste verjaardag staan we ook meer dan ooit stil bij ons DNA en bij de manier waarop dat ons al eeuwenlang door woelige wateren loodst. De afgelopen 275 jaar heeft Nagelmackers een schat aan verhalen verzameld, en we nemen u in dit magazine graag mee in deze verhalen. Van een blik op onze geschiedenis tot interviews met toonaangevende ondernemers: we hopen u met dit magazine nog meer inkijk te geven in de identiteit en de drijfveer van Nagelmackers.

Alvast veel leesplezier gewenst.

// La durabilité : un pilier essentiel dans le contexte actuel

Outre notre 275e anniversaire, l’année 2022 sera aussi marquée par notre déménagement : nous quitterons notre siège actuel de l’avenue de l’Astronomie pour nous installer dans le complexe Monteco, un immeuble de bureaux à la pointe de la modernité. Situé à l’angle de la rue Montoyer et de la rue de l’Industrie, dans le quartier Léopold à Bruxelles, cet immeuble passif et neutre en CO2 est appelé à devenir une référence en matière de bâtiments recyclables. Son caractère durable s’inscrit à merveille dans notre volonté de contribuer activement à un monde meilleur et plus durable.

Notre 275e anniversaire est également l’occasion de nous pencher sur notre ADN et sur la manière dont il nous a aidé à surmonter les périodes de turbulence au fil des siècles. En 275 ans d'existence, Nagelmackers a vécu de nombreuses aventures qui seront évoquées au fil de ce magazine. Au programme : un retour sur notre histoire et des interviews d’entrepreneurs de premier plan. Nous espérons que ce magazine vous en apprendra davantage sur l’identité et les motivations de Nagelmackers.

Bonne lecture !

Een reis door de geschiedenis

// 'UN VOYAGE AU FIL DE L’HISTOIRE'

Nagelmackers is een naam met traditie, doordrongen van geschiedenis. Verschillende leden van de Nagelmackers-familie drukten door de eeuwen heen niet alleen hun stempel op Nagelmackers, maar ook op de geschiedenis van ons land. —

Nagelmackers est un nom de tradition, ancré dans l’histoire. Au fil des siècles, différents membres de la famille Nagelmackers ont marqué non seulement Nagelmackers, mais aussi l’histoire de notre pays de leur empreinte.

Jean staat aan de wieg van wat een rijke familiegeschiedenis zal worden. Hij legt de basis door de familie zijn naam te geven. Jean was eerst molenaar en nadien smid. Jean de smid, maker van nagels, werd Jean Nagelmackers.

Jean est à l’origine de ce qui deviendra une riche histoire familiale. Il en écrit le premier chapitre en donnant à la famille son nom. Jean a d’abord été meunier, puis forgeron. Jean le forgeron, fabricant de clous (NDLR: 'maker van nagels' en néerlandais), devient Jean Nagelmackers.

Aanvankelijk molenaar, net als zijn voorouders, breekt Pierre met die traditie en slaat hij een nieuwe weg in. Hij is de eerste die interesse toont in het bankwezen, en met succes. In 1747 richt hij bank Nagelmackers op, tot vandaag nog steeds de oudste bank van België.

D’abord meunier, comme ses ancêtres, Pierre rompt avec la tradition et emprunte une nouvelle voie. Il est le premier à s’intéresser à la banque, avec succès. En 1747, il fonde la banque Nagelmackers, qui reste à ce jour la plus ancienne banque de Belgique.

Een deel van de familie Nagelmackers zet een molenhandel op in het prinsdom Luik, toen een van de belangrijkste steden in Europa. Dat jaar wordt Pierre Nagelmackers geboren, in een klein huis in Achel.

Une partie de la famille Nagelmackers crée une meunerie dans la principauté de Liège, qui était alors une des villes les plus importantes d’Europe.

Pierre Nagelmackers naît cette année-là, dans une petite maison, à Achel.

Pierres oudste zoon Gérard neemt de fakkel over. Zijn huis in Luik zal meer dan een eeuw lang de hoofdzetel van Nagelmackers worden.

Gérard, le fils aîné de Pierre, reprend le flambeau. Sa maison, à Liège, sera le siège de Nagelmackers pendant plus d’un siècle.

EEN REIS DOOR DE GESCHIEDENIS VOYAGE AU FIL DE

Het zijn woelige tijden. De Franse revolutie en de Europese oorlog die daaruit volgt, bereikt ook Luik. De bank wordt geplunderd, de koffers leeggeroofd.

Nous vivons une époque turbulente. La Révolution française et la guerre qui ravage l’Europe ensuite touchent également Liège. La banque est saccagée, les coffres sont pillés.

Ook bij Gérards kleinzoon Georges zit de drang naar ondernemen in het Nagelmackers-bloed. Vernieuwend, scherpzinnig en moedig richt hij de Compagnie Internationale des Wagons-Lits op. Aan hem danken we de treinverbinding Parijs-Constantinopel en de legendarische OrientExpress. Daarover lees je trouwens meer op pagina 26.

Georges, le petit-fils de Gérard, a lui aussi l’entrepreneuriat dans le sang. Innovateur, astucieux et courageux, il fonde la Compagnie Internationale des Wagons-Lits. C’est à lui que nous devons la liaison ferroviaire ParisConstantinople et le légendaire Orient-Express. Vous pouvez en découvrir plus à ce sujet en page 26.

1830 1910

De enige zoon van Gérard, GérardThéodore, komt op het voorplan. Als actieve zakenman neemt hij deel aan enkele van de grootste industriële uitdagingen van zijn tijd, zoals de expansie van de Cockerill-fabrieken. Hij speelt ook een belangrijke rol tijdens de Belgische revolutie van 1830 en neemt deel aan de opstelling van onze grondwet.

Le fils unique de Gérard, GérardThéodore, entre en scène. Homme d’affaires actif, il prend part à certains des plus grands défis industriels de son temps, comme l’expansion des usines Cockerill. Il joue également un rôle important lors de la révolution belge de 1830 et participe à la rédaction de notre constitution.

De bank wordt een eenvoudige commanditaire vennootschap en krijgt de naam Nagelmackers Fils & Cie.

Naast depositobank wordt het ook een zakenbank. Ze neemt actief deel aan de creatie van bedrijven zoals Géomines, Pieux Francki en Socol.

La banque devient une société en commandite simple et prend la dénomination Nagelmackers Fils & Cie. En plus d’être une banque de dépôt, elle devient une banque d’affaires. Elle participe activement à la création d’entreprises telles que Géomines, Pieux Francki et Socol.

Tussen 1970 en 1978 koopt Nagelmackers Fils & Cie drie andere banken op. Het geheel wordt omgedoopt tot Bank Nagelmackers 1747.

Entre 1970 et 1978, Nagelmackers Fils & Cie rachète trois autres banques. L’ensemble est rebaptisé Banque Nagelmackers 1747.

De Groep P&V koopt op haar beurt de bank op. Een jaar later neemt Bank Nagelmackers 1747 de spaarbank CODEP over, die ook deel uitmaakt van de Groep P&V. Baudouin Nagelmackers, het laatste lid van de Nagelmackers-familie actief in de bank, trekt zich terug.

Le groupe P&V rachète à son tour la banque. Un an plus tard, la Banque Nagelmackers 1747 reprend la banque d’épargne CODEP, qui fait aussi partie du Groupe P&V. Baudouin Nagelmackers, le dernier membre de la famille Nagelmackers actif dans la banque, se retire.

1970 1994

1990 2001

De Bank Nagelmackers 1747 wordt opgesplitst in Nagelmackers & Cie en een nieuwe Bank Nagelmackers 1747. Die laatste blijft bestaan tot 2005. Kort na de opsplitsing lanceert de Banque Nationale de Paris (BNP) een overnamebod op beide vennootschappen. BNP verkrijgt 75% van het kapitaal, vier jaar later wordt dat 99%.

La Banque Nagelmackers 1747 est scindée en Nagelmackers & Cie et une nouvelle Banque Nagelmackers 1747. Cette dernière perdure jusqu’en 2005. Peu après la scission, la Banque Nationale de Paris (BNP) lance une offre publique d’achat sur les deux sociétés. BNP obtient 75 % du capital, puis 99 % quatre ans plus tard.

De Nederlandse Groep Delta Lloyd koopt Bankunie, dat na overname van de bancaire activiteiten van Bank van Limburg wordt omgedoopt tot Delta Lloyd Bank. Ook de Bank Nagelmackers 1747 wordt overgenomen door de Nederlandse Groep, die op dat moment vier vennootschappen in België heeft.

Le groupe néerlandais Delta Lloyd acquiert Bankunie, qui est rebaptisée Delta Lloyd Bank après la reprise des activités bancaires de Bank van Limburg. La Banque Nagelmackers 1747 est également rachetée par le groupe néerlandais, qui compte alors quatre sociétés en Belgique.

Een aantal verschuivingen vinden plaats. De activiteiten van discretionair beheer van Delta Lloyd Securities gaan over naar Bank Nagelmackers 1747. Vervolgens neemt Delta Lloyd Bank de bancaire retailactiviteiten over van Bank Nagelmackers 1747. Die laatste zet haar privatebankingactiviteiten door.

Différents changements interviennent. Les activités de gestion discrétionnaire de Delta Lloyd Securities sont transférées à la Banque Nagelmackers 1747. Delta Lloyd Bank reprend ensuite les activités de banque de détail de la Banque Nagelmackers 1747. Cette dernière poursuit ses activités de banque privée.

De Groep Delta Lloyd bereikt een akkoord met de Chinese verzekeringsgroep Anbang Insurance Group Ltd. over de verkoop van Delta Lloyd Bank.

Le groupe Delta Lloyd arrive à un accord avec le groupe d’assurance chinois Anbang Insurance Group Ltd quant à la cession de Delta Lloyd Bank.

De activiteiten van Nagelmackers worden overgenomen door Delta Lloyd Bank. Na 258 jaar verdwijnt Bank Nagelmackers 1747 voor een tiental jaar uit de bankwereld.

Les activités de Nagelmackers sont reprises par Delta Lloyd Bank. Après 258 ans, la Banque Nagelmackers 1747 disparaît du paysage bancaire pendant une dizaine d’années.

Nagelmackers revient au premier plan. Le 5 octobre, la dénomination Delta Lloyd Bank disparaît, tandis que celle de Nagelmackers renaît. REIS VOYAGE L’HISTOIRE

Nagelmackers komt opnieuw op het voorplan. Op 5 oktober verdwijnt de naam Delta Lloyd Bank en ziet die van Nagelmackers opnieuw het licht.

Een feestjaar. 275 jaar nadat de eerste steen gelegd werd, kan Nagelmackers terugblikken op een rijke geschiedenis én vooruitblikken op een mooie toekomst.

Une année de fête. 275 ans après la pose de la première pierre, Nagelmackers peut se prévaloir d’une riche histoire et se tourner vers un avenir radieux.

En nu?

Nagelmackers is een bank met een lange traditie, en die koesteren we met veel trots. Maar Nagelmackers is ook een bank die zich voluit richt op de toekomst. Met een state-of-the-art website, performante online en mobile banking, en digitale communicatie. Hoewel digitalisering geen doel op zich is, zijn nieuwe technologieën vandaag niet meer weg te denken en bieden ze zonder twijfel een meerwaarde aan onze cliënten. Omdat we menselijk contact hoog in het vaandel dragen, blijft een persoonlijke opvolging door een vertrouwde adviseur het hart van onze aanpak.

Et maintenant ?

Nagelmackers est une banque de longue tradition, ce que nous chérissons avec une énorme fierté. Mais Nagelmackers est aussi une banque tournée vers l’avenir. Avec un site web de pointe, des services bancaires en ligne et mobiles efficaces, et une communication numérique. Bien que la numérisation ne soit pas une fin en soi, les nouvelles technologies sont indispensables et apportent sans le moindre doute une valeur ajoutée à nos clients. Le contact humain reste crucial à nos yeux. À cet égard, le suivi personnel par un conseiller de confiance reste au cœur de notre approche.

Eén familienaam, één devies Un nom de famille, une devise

Pierre, Gérard-Théodore, Georges,... Elk waren ze grondleggers op hun manier. Ze werden gedreven door een drang naar ondernemen, naar iets duurzaam creëren dat vooruitgang en welvaart bevordert. De naam van de familie Nagelmackers is mede dankzij hen onlosmakelijk verbonden met de opstart van verschillende ondernemingen die zich niet alleen succesvol ontwikkelden, maar ook oorlogen, politieke opschudding en economische crisissen overleefden.

Pierre, Gérard-Théodore, Georges... Tous furent des pères fondateurs à leur manière. Ils étaient animés par le désir d’entreprendre et de créer quelque chose de durable qui favorise le progrès et la prospérité. Grâce à eux, le nom de la famille Nagelmackers est inextricablement lié à la création de nombreuses entreprises qui se sont non seulement développées avec succès, mais ont également survécu aux guerres, aux troubles politiques et aux crises économique. REIS

275 jaar vieren we in stijl

Het personeelsfeest ter gelegenheid van het 275-jarig bestaan van Nagelmackers, dat in 1747 ontstond, vond plaats op 10 juni 2022 in het prestigieuze Maison de la Poste op de site van Tour & Taxis. Zowat 350 personeelsleden werden bij hun aankomst ontvangen door Gérard Théodore Nagelmackers en zijn suite in traditionele klederdracht. Tijdens het diner, verzorgd door JML Concept, werden ze getrakteerd op een pianoconcert met zangbegeleiding van Ravenna Moscoso. Het dansfeest werd met soul en glitter geopend door de indrukwekkende stemmen van Motown Supremacy, waarna de beats van DJ Phill Da Cunha het feest mochten vervolmaken.

Dit prachtige event werd tot in de puntjes verzorgd door Private Event Design. Het interview met Event Designer & Owner Micael Craenhals leest u op pagina 76. De foto’s zijn van Laurent Boeki.

Une soirée sous le signe du raffinement et de l’élégance

L’édition 2022 de la fête du personnel à l’occasion des 275 ans de Nagelmackers, qui vit le jour en 1747, s’est tenue le 10 juin dernier dans le cadre prestigieux de la Maison de la Poste sur le site de Tour & Taxis. Dès leur arrivée, près de 350 membres du personnel furent accueillis par Gérard Théodore Nagelmackers et sa suite en costume d’époque. Ils furent ensuite séduits, lors d’un dîner sous la houlette de JML Concept, par un concert au piano de la chanteuse Ravenna Moscoso, suivi d’une prestation endiablée des Motown Supremacy alliant soul et paillettes ! La soirée s’est achevée sur la piste de danse avec aux commandes DJ Phil Da Cunha.

Cet événement grandiose fut pensé dans les moindres détails par Private Event Design dont vous trouverez l’interview de l’Event Designer & Owner Micael Craenhals en page 76. Les photos sont de Laurent Boeki.

Georges Nagelmackers et le légendaire Orient-Express

// 'GEORGES NAGELMACKERS EN DE LEGENDARISCHE ORIENT-EXPRESS'

Het was een gebroken hart dat Georges Nagelmackers meer dan 150 jaar geleden naar een ander continent dreef. Het werd een reis die zijn leven voorgoed zou veranderen en hem zou inspireren tot de intussen wereldberoemde OrientExpress.

C’est le cœur brisé que Georges Nagelmackers mit le cap sur un autre continent, il y a plus de 150 ans. Ce périple changea sa vie à jamais et lui inspira la création du légendaire Orient-Express.

Amerikaanse droom

In 1868 reisde Georges Nagelmackers, toen 23 jaar, als industrieel ingenieur met de trein door de Verenigde Staten om zijn verboden liefde te vergeten. Daar maakte hij kennis met de befaamde slaaptreinen van Pullman. Hoewel de trein was uitgevonden in Europa, kwamen de eerste slaaptreinen uit Amerika. Georges zag dat ze technologisch top waren, maar dat hun comfort te wensen overliet. Heel wat reizigers hadden klachten en Georges hoorde ze met veel interesse aan. In zijn hoofd kiemde op dat moment al een droom. Terug in België was die kiem uitgegroeid tot een concreet plan: voor welgestelde reizigers luxueuze treinen bouwen die hun wensen en behoeften volledig beantwoorden en zelfs overtreffen. Een hotel op wielen, met luxe slaapwagons en een restaurant.

Dankzij zijn innovatievermogen, expertise en klantgerichtheid begon Georges zijn ideeën waar te maken. Zijn vader Edmond Nagelmackers, de vierde generatie Nagelmackers aan het hoofd van Nagelmackers, stond hem bij met financiële kennis. Georges werd geacht zijn vader op te volgen als hoofd van de familiebank, maar koos na zijn bezoek aan de Verenigde Staten volledig voor het uitwerken van zijn eigen dromen. Het vervolg is geschiedenis, want die uitwerking resulteerde in de legendarische Orient-Express. Het was slechts het begin van een lange reeks realisaties, van luxetreinen tot internationale hotelketens

Succesvol spoorwegimperium

In 1876 richtte Georges de Compagnie Internationale des Wagons-Lits (CIWL) op. In 1882 liet hij een eerste proeftrein, de Train Éclair, van Parijs naar Wenen rijden, via Straatsburg en München. Met steun van onder andere Leopold II van België startte hij een jaar later aan de legendarische spoorwegverbinding Orient-Express tussen Parijs en het toenmalige Constantinopel, een traject van maar liefst 3.200 kilometer. Datzelfde jaar begon de CIWL ook aan een lijn Calais-Nice-Rome, die in 1889 opgesplitst werd in de Rome Express en de CalaisMéditerranée Express. Hiermee was het startschot gegeven van een succesvol spoorwegimperium, want later volgden nog tientallen treindiensten over heel Europa, Siberië, het Midden-Oosten en Egypte.

→

Rêve américain En 1868, Georges Nagelmackers, alors jeune ingénieur industriel de 23 ans, sillonna les États-Unis en train dans l’espoir d’oublier un amour impossible. Il y découvrit les célèbres wagons-lits Pullman. Si le rail a vu le jour en Europe, les premiers trains-couchettes sont, en effet, nés en Amérique. Georges constata qu’ils étaient technologiquement à la pointe, mais que leur confort laissait à désirer. De nombreux voyageurs s’en plaignaient, ce qui éveilla son intérêt à tel point qu’un rêve prit forme dans son esprit. À son retour en Belgique, cette idée devint un projet concret : Georges se fixe pour but de construire des trains luxueux pour les voyageurs aisés, qui répondent pleinement à leurs souhaits et à leurs besoins, voire les dépassent. Un hôtel sur roues, avec des wagons-lits de luxe et un restaurant.

Grâce à sa capacité d’innovation, son expertise et son orientation "client", Georges commença à concrétiser ses idées. Son père, Edmond Nagelmackers, la quatrième génération à diriger Nagelmackers, l’aida grâce à ses connaissances financières. Censé succéder à son père à la tête de la banque familiale, Georges choisit toutefois de vivre son propre rêve après sa visite aux États-Unis. La suite appartient à l’histoire, car de cette vision naquit le légendaire Orient-Express… qui n’était que le début d’une longue série de réalisations, des trains de luxe aux chaînes hôtelières internationales.

Un empire ferroviaire prospère Georges fonda la Compagnie Internationale des WagonsLits (CIWL) en 1876. Il fit circuler le premier train d’essai, le Train Éclair, de Paris à Vienne, via Strasbourg et Munich six ans plus tard. Avec le soutien de Léopold II de Belgique entre autres, il mit en place, un an plus tard, la légendaire ligne ferroviaire Orient-Express entre Paris et ce qui était alors Constantinople, un trajet de pas moins de 3 200 kilomètres. La même année, la CIWL lança également une ligne Calais-Nice-Rome, qui fut scindée en 1889 en Rome Express et Calais-Méditerranée Express. Ce fut le coup d’envoi d’un empire ferroviaire prospère, car des dizaines de services ferroviaires suivirent ensuite, dans toute l’Europe, en Sibérie, au Moyen-Orient et en Égypte.

“Georges Nagelmackers werd geacht zijn vader op te volgen als hoofd van de familiebank, maar koos na zijn bezoek aan de Verenigde Staten volledig voor het uitwerken van zijn eigen dromen. Het vervolg is geschiedenis, want die uitwerking resulteerde in de legendarische Orient-Express.” —

Toch blijft vooral de Orient-Express tot de verbeelding spreken. De trein werd officieel ingewijd op 4 oktober 1883 en vertrok met hooggeplaatste genodigden, enkele journalisten en niemand minder dan Georges Nagelmackers zelf aan boord. De Orient-Express reed twee keer per week in drie nachten van Parijs naar Constantinopel. Een rit die vroeger zo’n tien weken in beslag nam. In 1906 ging de Simplon tunnel open, dwars door de Alpen, waardoor de trein vlot van Zwitserland naar Italië kon. De rit trakteerde reizigers op prachtige landschappen in Dijon, Lausanne, Milaan, Venetië, Triëst, Zagreb, Belgrado en Sofia. Eindigen deed de Orient-Express in het station Sirkeci in Istanbul, in 1890 door de Duitse architect August Jachmund speciaal voor de Orient-Express gebouwd.

Anno 2022

De Orient-Express vertrok op 19 mei 1977 voor een laatste keer uit het Parijse station Gare de Lyon. Daarna reed de trein nog als nachttrein van Parijs naar Boedapest en Boekarest. In 2001 werd de verbinding ingekort tot Parijs-Wenen en later tot Straatsburg-Wenen. In 2009 verdween de nachttrein volledig. Vandaag worden onder de naam Venice Simplon-Orient-Express door Belmond tientallen ritten verzorgd vanuit bijvoorbeeld Brussel, Parijs of Amsterdam naar Venetië, Praag of Wenen.

→

C’est néanmoins l’Orient-Express qui enflamme le plus l’imagination. Le train fut officiellement inauguré le 4 octobre 1883 et partit avec à son bord des invités de haut rang, quelques journalistes et nul autre que Georges Nagelmackers lui-même. L’Orient-Express circulait alors deux fois par semaine et assurait la liaison entre Paris et Constantinople en trois nuits, un voyage qui prenait auparavant une dizaine de semaines. L’année 1906 vit l’ouverture du tunnel du Simplon, qui traverse les Alpes et permit au train de passer facilement de la Suisse à l’Italie. Le voyage offrait aux passagers de magnifiques paysages à Dijon, Lausanne, Milan, Venise, Trieste, Zagreb, Belgrade et Sofia. L’Orient-Express s’arrêtait à la gare de Sirkeci, à Istanbul, spécialement construite en 1890 par l’architecte allemand August Jachmund pour ce train emblématique.

Millésime 2022

L’Orient-Express quitta la gare de Lyon, à Paris, pour la dernière fois le 19 mai 1977. Il circula ensuite comme train de nuit de Paris à Budapest et Bucarest. En 2001, la liaison fut raccourcie à Paris-Vienne, puis à StrasbourgVienne. Le train de nuit disparut complètement en 2009. Sous l’appellation Venice Simplon-Orient-Express, Belmond propose aujourd’hui des dizaines de voyages au départ de Bruxelles, Paris ou Amsterdam vers Venise, Prague ou Vienne.

→

« L’Orient-Express circulait alors deux fois par semaine et assurait la liaison entre Paris et Constantinople en trois nuits, un voyage qui prenait auparavant une dizaine de semaines. »

De Orient-Express is onlosmakelijk verbonden met Agatha Christie’s wereldberoemde misdaad roman ‘Murder on the Orient-Express’ uit 1934, met de fictieve Belgische detective Hercule Poirot in de hoofdrol. Christie schreef het verhaal na een hevige sneeuwstorm in 1929, waarbij de Orient-Express kwam vast te zitten in de sneeuw en op 130 kilometer van Istanbul vijf dagen lang bleef staan. Schrijven aan de roman deed ze naar verluidt in het Pera Palace hotel in Istanboel, dat gebouwd werd door de Compagnie Internationale des Grands Hôtels van Georges Nagelmackers.

L’Orient-Express est inextricablement lié au célèbre roman policier d’Agatha Christie, publié en 1934, « Le Crime de l’Orient-Express », dans lequel le détective belge Hercule Poirot joue le rôle principal. Christie a écrit cette histoire après une violente tempête de neige en 1929, au cours de laquelle l’Orient-Express s’est retrouvé coincé dans la neige et bloqué à 130 kilomètres d’Istanbul pendant cinq jours. Elle aurait écrit le roman à l’hôtel Pera Palace d’Istanbul, construit par… la Compagnie Internationale des Grands Hôtels de Georges Nagelmackers. on the Orient-Express’

Magische treinritten

Met zijn fluwelen overgordijnen, mahoniehouten lambrisering, oosterse tapijten, diepe leunstoelen bekleed met Spaans leder en verfijnde keuken bracht de Orient-Express ongeziene luxe en comfort. De metalen restauratierijtuigen waren gebouwd in 1925 en versierd in art-deco-stijl met geometrische, florale en dierenmotieven. De marqueterie bestond uit houten panelen ingelegd met tropische houtsoorten, ivoor, parelmoer en kostbare metalen. Die luxe trok jarenlang de Europese elite en leden van het koningshuis aan. De beroemdste passagiers van de Orient Express waren onder meer Marlène Dietrich, Coco Chanel, Mata Hari, Sigmund Freud en Albert Einstein. //

Des trajets magiques en train Avec ses rideaux de velours, ses lambris en acajou, ses tapis orientaux, ses profonds fauteuils recouverts de cuir espagnol et sa cuisine raffinée, l’Orient-Express se distinguait par un luxe et un confort sans précédent. Les wagons-restaurants en métal furent construits en 1925 et décorés dans le style Art déco avec des motifs géométriques, floraux et animaliers. La marqueterie consistait en des panneaux de bois incrustés d'essences tropicales, d’ivoire, de nacre et de métaux précieux. Ce luxe a attiré l’élite européenne et les membres de la famille royale pendant des années. Parmi les passagers les plus célèbres de l’Orient-Express figurent Marlene Dietrich, Coco Chanel, Mata Hari, Sigmund Freud et Albert Einstein. //

Onze verhuis naar de grootste houtbouw van België

// UNE NOUVELLE RÉSIDENCE POUR NAGELMACKERS / 'NOUS DÉMÉNAGEONS VERS LA PLUS GRANDE CONSTRUCTION À OSSATURE BOIS DE BELGIQUE'

Hoe een jubileumjaar mooier afsluiten dan met een verhuis naar een gloednieuw state-of-the-artgebouw? Nagelmackers bestaat 275 jaar en neemt begin 2023 haar intrek in Monteco, een samentrekking van ‘Montoyer’ – naar de Montoyerstraat waar het gebouw staat – en ‘ecologisch’. Want groen en duurzaam wordt het gebouw absoluut.

Quelle meilleure manière de terminer une année historique qu’emménager dans un tout nouveau bâtiment ultramoderne ? Nagelmackers fête son 275e anniversaire et prendra ses quartiers, début 2023, dans le bâtiment Monteco, contraction de « Montoyer » - du nom de la rue Montoyer où il se trouve - et de « écologique », car le bâtiment sera assurément vert et durable.

EEN NIEUWE THUIS VOOR NAGELMACKERS NOUVELLE RESIDENCE POUR NAGELMACKERS

Dromen van een groene toekomst Nagelmackers zet zich al meerdere jaren in om haar productaanbod te vergroenen. Sinds 2019 kwam dit in een stroomversnelling terecht dankzij de ondertekening van de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties, een reeks principes die bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzamer financieel systeem wereldwijd. Ook op vlak van de SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation) zet de bank grote stappen vooruit: het merendeel van de intern beheerde en extern geselecteerde fondsen in haar aanbod zullen minstens categorie 8-fondsen zijn, wat betekent dat ze als duurzame fondsen beschouwd kunnen worden – daar lees je trouwens meer over op p. 134.

Rêver d’un avenir vert Nagelmackers s’est engagée depuis plusieurs années déjà à rendre sa gamme de produits plus écologique. Cette démarche a pris une nouvelle dimension en 2019, avec la signature des Principles for Responsible Investment des Nations unies, un ensemble de principes qui contribuent au développement d’un système financier plus durable dans le monde. La banque va aussi résolument de l’avant en matière de SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation) : la plupart des fonds gérés en interne et sélectionnés en externe dans son offre seront au moins de catégorie 8, ce qui signifie qu’ils peuvent être considérés comme des fonds durables. Vous en apprendrez plus à ce sujet en page 134.

Maar nu gaat de bank nog een stap verder met de verhuis van haar hoofdzetel naar een energieneutraal gebouw in de Europese wijk. Het bouwwerk ligt volledig in lijn met haar imago van Personal & Private bank én is een ware primeur in België. Archi 2000, architect van Monteco, ging voor een uniek concept in hartje Brussel, dat zich zal onderscheiden door de combinatie van houtskeletbouw en intelligente technologie. Een waar state-of-thesmartgebouw dus.

Duurzaam staaltje architectuur

De onderconstructie van het gebouw is volledig in hout, met uitzondering van de betonnen kern. De houtbouw zal in alle ruimtes zichtbaar aanwezig zijn, wat het gebouw een uitzonderlijk esthetische look geeft. Dit warme materiaal slaat koolstof op en zorgt er bovendien voor dat er minder energie nodig is om het gebouw op te warmen of af te koelen. Het gebruikte hout draagt het PEFC-label, wat betekent dat het afkomstig is van duurzaam bosbeheer, waarbij de gekapte bomen opnieuw aangeplant worden en na 25 jaar volledig teruggegroeid zijn. Bovendien wordt het high-end hout in België verwerkt en klaargemaakt voor de bouw. In totaal zal er 930m 3 hout gebruikt worden, wat de constructie veel milieuvriendelijker en duurzamer maakt dan traditionele kantoorgebouwen. Een win-win-winsituatie dus.

→

La banque va désormais encore plus loin en installant son siège dans un bâtiment neutre en énergie, situé dans le quartier européen. L’immeuble correspond pleinement à son image de banque Personal & Private et constitue une authentique première en Belgique. Archi 2000, l’architecte de Monteco, a en effet opté pour un concept unique au cœur de Bruxelles, qui se distingue par le mariage d’une construction à ossature bois et d’une technologie intelligente. Un véritable bâtiment intelligent et à la pointe.

Un joyau architectural durable

La sous-structure du bâtiment est entièrement réalisée en bois, à l’exception du noyau en béton. L’ossature bois sera visible dans tous les espaces, ce qui conférera une esthétique exceptionnelle au bâtiment. Ce matériau chaleureux stocke le carbone et réduit, en outre, la quantité d’énergie nécessaire pour chauffer ou refroidir la structure. Le bois utilisé porte le label PEFC, ce qui signifie qu’il est issu d’une sylviculture durable, où les arbres abattus sont replantés et ont pleinement repoussé après 25 ans. Ce bois haut de gamme est traité et préparé pour la construction en Belgique. Au total, 930 m 3 de bois seront utilisés, ce qui rend la construction beaucoup plus écologique et durable que les immeubles de bureaux traditionnels. Tout le monde y gagne !

→

« La sous-structure du bâtiment est entièrement réalisée en bois, à l’exception du noyau en béton. L’ossature bois sera visible dans tous les espaces, ce qui conférera une esthétique exceptionnelle au bâtiment. »

“Dankzij de geoliede samenwerking tussen bouwbedrijven BPC en Wood Shapers verrijst zo het hoogste houten gebouw in Brussel en zelfs in heel België – en dat op een toplocatie in de Europese wijk.”

Ook het bannen van fossiele energie staat centraal in de passieve constructie die Monteco is. De warmtepompen en zonnepanelen vergroenen de verwarming, verkoeling en energieconsumptie. De drie meter hoge ramen, opgetrokken van vloer tot plafond, bieden een ongekend gevoel van ruimte en fenomenale lichtinval. Dankzij de geoliede samenwerking tussen bouwbedrijven BPC en Wood Shapers verrijst zo het hoogste houten gebouw in Brussel en zelfs in heel België – en dat op een toplocatie in de Europese wijk.

Het duurzaamheidscertificaat dat ieder duurzaam bouwwerk wil behalen, is het BREEAM-certificaat. Dat staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method. Met BREEAM wordt gestreefd naar duurzaamheid, zonder verlies aan comfort, veiligheid of gezondheid. De toetsing gebeurt aan de hand van tien milieuaspecten, waaronder bereikbaarheid, materiaalgebruik, afval, energie en water. Bij Monteco gaan de architecten voor niet minder dan de ‘Excellent’score, het op één na hoogste niveau.

Ook binnenin spectaculair

Niet alleen het uiterlijk van het pand spreekt aan. De ruimtes zullen uitgerust worden met moderne apparatuur, ergonomisch kantoormateriaal en een performante netwerkinfrastructuur – de ideale inspirerende werkplek voor onze werknemers dus. Maar ook onze cliënten vergeten we niet. We ontvangen u binnenkort in het Monteco-kantoor in discrete, comfortabele adviesruimtes, uitgerust met modern audiovisueel materiaal, zodat we u zowel ter plekke als op afstand maatwerk kunnen bieden. Als kers op de taart bevindt zich op de achtste verdieping een ontvangstruimte voor Wealth Office-cliënten, met uitzicht op de omgevende Europese wijk. Het terras op de zevende verdieping is de perfecte locatie voor events en feestelijke gelegenheden.

L’abandon des énergies fossiles est également au cœur de la construction passive qu’est Monteco. Des pompes à chaleur et des panneaux solaires rendent le chauffage, la climatisation et la consommation d’énergie plus écologiques. Les fenêtres de trois mètres de haut, qui s’étirent du sol au plafond, offrent une sensation d’espace sans précédent et une lumière phénoménale. Grâce à la collaboration bien rodée entre les entreprises de construction BPC et Wood Shapers, le plus haut bâtiment en bois de Bruxelles, voire de toute la Belgique, sortira de terre à un emplacement de choix, au cœur du quartier européen.

Le niveau de durabilité que vise tout bâtiment respectueux de l’environnement se reflète dans le certificat BREEAM, soit Building Research Establishment Environmental Assessment Method. La méthode BREEAM vise la durabilité sans perte de confort, de sécurité ou de santé. L’évaluation est basée sur dix aspects environnementaux, dont l’accessibilité, l’utilisation de matériaux, les déchets, l’énergie et l’eau. Pour Monteco, les architectes ne visent pas moins que le score « Excellent », le deuxième niveau le plus élevé.

Spectaculaire à l’intérieur aussi L’apparence du bâtiment n’est pas son seul attrait. Les espaces intérieurs seront équipés d’un matériel moderne, d’équipements de bureau ergonomiques et d’une infrastructure réseau performante qui en feront un lieu de travail idéal et stimulant pour nos collaborateurs. Nous n’oublions toutefois pas nos clients. Nous vous accueillerons bientôt au Monteco dans des espaces de conseil discrets et confortables, équipés de matériel audiovisuel moderne, afin de pouvoir vous offrir des services personnalisés sur place et à distance. Cerise sur le gâteau, le huitième étage abrite un espace de réception pour les clients Wealth Office, avec une vue panoramique sur le quartier européen environnant. La terrasse du septième étage se prête, quant à elle, à merveille aux événements et célébrations.

Verhuizen gaat uiteraard gepaard met inpakken en opruimen. En dat wordt tot in de puntjes door de bank voorbereid. Een werk van lange adem, na meer dan 20 jaar op eenzelfde plek. Al het materiaal dat nog in goede staat is, krijgt een tweede leven en wordt geschonken aan goede doelen en verenigingen. Een groep werknemers werden gedoopt tot ‘HR ambassadors’ om hun collega’s te vertegenwoordigen bij de inrichting: ze volgden enkele workshops en kregen vervolgens inspraak in de gebruikte materialen, het gekozen meubilair en de interieurstijl van de nieuwbouw. Nieuwe ideeën werden opgenomen door de architect en verwerkt in de plannen.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (CSR)

Al jaar en dag heeft de bank een CSR-team. Die groep gemotiveerde medewerkers zet acties op poten rond maatschappelijke en ecologische thema’s. Zo kregen alle werknemers een herbruikbare drinkbus, verdwenen plastic flessen en de papieren bekertjes aan de koffieautomaten en werden op het dak van de hoofdzetel twee bijenkasten geplaatst. Deze lente werd er voor het eerst Nagelmackershoning geoogst en verkocht. De opbrengst ging naar een vereniging die zich inzet voor milieueducatie en sensibilisering voor stadsnatuur.

En daar stopt het niet, want later dit jaar komt er nog wat groen bij in de Brusselse rand. In samenwerking met Natuurpunt zal de bank maar liefst 5.000 m 2 grond beplanten met een duizendtal bomen van verschillende soorten. In Halle groeit dan een waar Nagelmackersbedrijfsbos, waar ook onze medewerkers aan zullen bijdragen door zelf mee bomen te planten. Het is maar één van de initiatieven waarmee we de visie achter onze nieuwe ecologische hoofdzetel, waar we u graag met open armen ontvangen, kracht bijzetten. //

Qui dit déménager pense aussitôt à emballer et faire place nette. Nous avons tout préparé dans les moindres détails. Après plus de 20 ans au même endroit, il s’agit d’une tâche de longue haleine. Tous les équipements en bon état auront une seconde vie et seront donnés à des organisations caritatives et des associations. Certains collaborateurs ont été nommés « HR ambassadors » pour représenter leurs collègues lors de la réflexion sur l’aménagement intérieur : ils ont participé à plusieurs ateliers et ont ensuite eu leur mot à dire sur les matériaux utilisés, le mobilier choisi et le style intérieur du nouveau bâtiment. De nouvelles idées ont été reprises par l’architecte et intégrées dans les plans.

Responsabilité sociale des entreprises (RSE)

La banque compte une équipe CSR depuis de longues années. Ce groupe de collaborateurs motivés lance des actions autour de thèmes sociaux et écologiques. Tous les collaborateurs ont ainsi reçu une gourde réutilisable, les bouteilles en plastique et les gobelets en papier ont été retirés des machines à café et deux ruches ont été installées sur le toit du siège social. Nous avons récolté et vendu le miel Nagelmackers pour la première fois, ce printemps, et avons versé les recettes à une association qui promeut l’éducation environnementale et la sensibilisation à la nature urbaine.

Et cela ne s’arrête pas là. Plus tard dans l’année, d’autres espaces verts verront le jour à la périphérie de Bruxelles. En collaboration avec Natuurpunt, la banque plantera pas moins d’un millier d’arbres de différentes essences, sur une superficie de 5 000 m 2 . Une véritable forêt labellisée Nagelmackers poussera alors à Hal. Notre personnel contribuera en aidant aux plantations. Ce n’est là qu’une des initiatives à travers lesquelles nous concrétisons la vision qui sous-tend notre nouveau siège écologique, où nous vous accueillerons à bras ouverts. //

Members of the Executive Committee

La magie de la haute horlogerie

// DANIEL VAN RIET, MEESTER-HORLOGEMAKER 'DE MAGIE VAN DE HAUTE HORLOGERIE'

Meester-horlogemaker met Limburgse roots, een thuisbasis in de groene rand van Brussel en meer dan 40 jaar ervaring in het onderhouden, herstellen en restaureren van hoogwaardige uurwerken. Daniel Van Riet doet aan 'haute horlogerie' als geen ander.

—

Maître horloger aux racines limbourgeoises, Daniel Van Riet s’est ensuite installé non loin de Bruxelles, dans un bel écrin de verdure. Depuis plus de 40 ans, il assure l’entretien, la réparation et la restauration de garde-temps parfois inestimables. Sa vocation ? La haute horlogerie d’exception.

—

Van Riet Horlogerie – officiële aftersales service-provi der voor de meest prestigieuze Zwitserse horlogehuizen – bestaat uit een tiental medewerkers, opgeleid onder het toeziend oog van Daniel Van Riet. Hoe hij verknocht raakte aan de kunst van de horlogerie, is een uniek ver haal. “Op jonge leeftijd maakte ik een ongeval mee. De dokters vertelden me dat een rechtstaand beroep zwaar zou zijn voor mij. Toen iemand suggereerde dat horloges maken een zittend beroep is, was mijn interesse vrijwel direct gewekt.”

Een leven lang leren “Ik volgde een driejarige opleiding in Brussel en was direct begeesterd door het vak. Daarna ben ik aan de slag gegaan voor een toen bekende meester-horlogemaker, in het grootste atelier van het land. Daar leerde ik de kneepjes van het vak.” Na zes jaar kreeg Van Riet de kans het bedrijf over te nemen, en zo is VRH geboren. “Maar mijn opleiding was nog lang niet gedaan. Als horlogemaker moet je namelijk continu bijscholen. Al heel mijn carrière lang blijf ik bijscholingen volgen en certificaten behalen bij de grote merken.”

→

La société Van Riet Horlogerie, fournisseur officiel de services après-vente auprès des plus grandes manu factures suisses, emploie une dizaine de collaborateurs, tous formés sous l’œil attentif de Daniel Van Riet. La raison pour laquelle il s’est initié à l’art de l’horlogerie est pour le moins surprenante. « Quand j’étais jeune, j’ai eu un grave accident. Les médecins m’ont annoncé que je ne pourrais jamais exercer un métier qui exige de rester debout. Lorsque quelqu’un m’a dit qu’un horloger travaillait toujours assis, cela a instantanément piqué ma curiosité. »

L’apprentissage d’une vie

« J’ai suivi une formation de trois ans à Bruxelles durant laquelle je suis tombé amoureux de cette profession. J’ai ensuite travaillé pour un maître horloger très connu à l’époque, dans le plus grand atelier du pays. J’y ai appris tous les rouages du métier. » Après six ans, Daniel Van Riet a eu l’occasion de reprendre l’entreprise et c’est ainsi que VRH est née. « Mon apprentissage n’était pas terminé pour autant. Un maître horloger se forme et apprend en continu. Tout au long de ma carrière, j’ai suivi des formations et décroché des certificats auprès des plus grandes marques. »

→

«

Tout au long de ma carrière, j’ai suivi des formations et décroché des certificats auprès des plus grandes marques. »

“Ik ben eigenlijk een nerveus persoon, behalve wan neer ik aan een horloge werk. Dan ben ik uiterst gedul dig. Dat moet ook, want het is een bijzonder nauwgezet karwei. Horloges in het hoge gamma zijn niet zomaar uur werken. De mechanica is buitengewoon complex: er zijn horloges met wijzers die de stand van de zon aan geven, die zich aanpassen aan schrikkeljaren, die de sterrenhemel tonen …”

“Daarbovenop komen er continu nieuwe technieken, modellen en mechanismen bij. Wil je jezelf meesterhorlogemaker noemen, dan moet je een leven lang leren. Zo kan het tot 35 jaar duren om maximaal opgeleid te zijn voor de herstelling van een bepaald horlogemerk.”

En net door die doorgedreven specialisatie laten mensen van over heel de wereld hun horloge met een gerust hart achter in de getrainde handen van Daniel Van Riet en zijn collega’s.

Van diagnose tot check

Of het een grote verantwoordelijkheid is om zo'n preci eus voorwerp te herstellen? “Ik zie een mooi, ingewik keld, hoogwaardig horloge niet als een uurwerk, maar als een kunstwerk dat als zodanig gerespecteerd moet worden.” Dat respect zie je terug in het uitgebreide pro ces van een herstelling. “Wanneer we een uurwerk ont vangen, nemen we eerst foto’s van de originele staat. We maken een uitgebreide diagnose op en kijken waar er mankementen zitten, van krasjes op de horlogekast tot fouten in het mechanisme. Op basis daarvan maken we een bestek op voor de klant.”

→

« Je suis quelqu’un de plutôt nerveux dans la vie, sauf quand je travaille sur une montre. Je deviens alors ex trêmement patient. C’est indispensable, car c’est un tra vail de précision. Il faut savoir que les montres haut de gamme ne se contentent pas de donner l’heure. Leur mécanisme est extraordinairement complexe : certaines ont des aiguilles qui indiquent la position du soleil ou des étoiles, d’autres s’ajustent aux années bissextiles… »

« Qui plus est, les techniques, modèles et mécanismes évoluent en permanence. Pour rester un maître horloger digne de ce nom, il faut passer sa vie à apprendre. Pour être parfaitement formé à la réparation des montres d’une certaine marque, il faut parfois compter jusqu’à 35 ans. » Et c’est précisément en raison de cette spécialisation pointue que des clients du monde entier confient leur montre en toute sérénité aux mains expertes de Daniel Van Riet et de son équipe.

Du diagnostic au contrôle qualité

La restauration d’un objet aussi précieux s’accom pagne-t-elle d’une grande responsabilité ? « À mon sens, une belle montre haut de gamme et complexe n’est pas qu'un instrument de mesure du temps, mais une œuvre d’art qui impose le respect. » Ce respect se reflète d’ail leurs dans le protocole de restauration. « Lorsque nous recevons une montre, nous commençons par prendre des photos de son état d’origine. Nous dressons ensuite un diagnostic complet pour identifier les défauts, qu’il s’agisse de griffes sur le boîtier ou de défaillances du mé canisme. C’est ce qui nous permet d’établir un devis pour le client. »

“Ik zie een mooi, ingewikkeld, hoogwaardig horloge niet als een uurwerk, maar als een kunstwerk dat als zodanig gerespecteerd moet worden.”

Eigen ontwerp

Une création VRH

Van Riet is volop bezig met de absolute kroon op zijn indrukwekkende carrière: het ontwikkelen van een eigen horloge. “Sommige mensen laten goudstaven na aan hun kinderen. Maar ik, als am bachtsman, wilde een horloge nalaten dat ik van A tot Z ontworpen heb. Als je jaar na jaar horloges herstelt, doe je veel ideeën op: op een dag wordt het tijd om ze te bundelen. Na 15 jaar sleutelen is het ontwerp en het eerste prototype af, later dit jaar denk ik te kunnen starten met de productie.”

Er worden vijftig genummerde stuks gemaakt, waarvan de eerste vier al gereserveerd zijn voor Van Riet zelf en zijn kinderen. Elk stuk wordt pas gemaakt na de bestelling, met een wachttijd van drie à vier maanden. “Het design is eerder simpel, ik ben fan van een minimalistisch ontwerp. De onderdelen zijn echter hoogtechnologisch, met onder andere een tourbillon, een eeuwigdurende kalender en een minuutherhaler. De horlogekast is afgewerkt in platinum. En ik voorzag enkele kleine details. Zo zit er in de tourbillon een let ter D, voor Daniel.”

« Moi qui suis artisan, j’ai voulu leur laisser une montre que j’aurais conçue de A à Z. Quand on répare des montres pendant autant d’années, on collectionne des idées. »

Une impressionnante carrière qui se termine réellement en beauté, puisque Daniel Van Riet s’attelle actuellement à créer sa propre montre. « Certains lèguent des lingots d’or à leurs en fants. Moi qui suis artisan, j’ai voulu leur laisser une montre que j’aurais conçue de A à Z. Quand on répare des montres pendant autant d’an nées, on collectionne des idées. Vient un jour le moment de les rassembler. Après 15 ans de re cherches, la conception et le premier prototype sont prêts. Je pense pouvoir lancer la production dans le courant de l’année. »

Cinquante exemplaires numérotés seront fabriqués. Les quatre premiers seront réservés à Daniel Van Riet et à ses enfants. Les montres seront fabriquées à la pièce une fois la commande passée, avec un délai de trois à quatre mois. « Le design est plutôt épuré, j’aime le minimalisme. En revanche, les composants seront de très haute technologie. La montre intégrera notamment un tourbillon, un calendrier perpétuel et une répétition minute. La finition du boîtier sera en platine, et j’ai prévu quelques petits détails originaux. On verra par exemple le D de Daniel dans le tourbillon. »

Na goedkeuring start het demonteren, tot op de kleinste vijs. “We vervangen of herstellen beschadigde onderde len en reinigen elk onderdeel in een speciaal bad. Daar na zetten we alles weer in elkaar, smeren de onderdelen voor een vlotte werking en stellen alles correct af. Indien gewenst polieren we de horlogekast, met een speciale techniek waarbij we krassen opvullen met nieuw materi aal – dat is een van onze specialisaties.”

“Daarna bezorgen we de horloges aan onze controle afdeling, die het exterieur, de werking, de afstelling enzovoort twaalf dagen lang testen en controleren. Zo zijn onze klanten zeker van een onberispelijke kwaliteits controle.”

Erfstuk of investering

Wat de grootste uitdaging is? “Erfstukken zijn soms moei lijk in hun oorspronkelijke staat terug te krijgen, doordat sommige onderdelen niet meer gemaakt worden. Die maken we dan zelf.” Horloges worden namelijk maar al te vaak doorgegeven van generatie op generatie, of aangekocht als investering. En hoewel een horloge een interessante investering kan zijn, is dat voor Van Riet niet waar het om draait. “Of ik nu een uurwerk van vijfduizend euro of van vijf miljoen euro moet herstellen, ik zal ze met evenveel respect behandelen. Voor mij is een uur werk vooral veel waard door de ongelofelijk techniek die erin zit. Daar zit de schoonheid en de waarde voor mij.”

→

Si le devis est validé, la montre peut alors être démontée, et ce jusqu’à la dernière vis. « Nous remplaçons ou réparons les pièces endommagées et nous nettoyons chaque élément dans un bain spécial. Nous remettons ensuite le tout en place, nous lubrifions les engrenages pour un fonctionnement optimal et nous réglons l’ensemble avec précision. Si nécessaire, nous polissons le boîtier avec une technique spéciale qui permet d'estomper des rayures. C’est l’une de nos spécialités. »

« Nous confions ensuite les montres terminées à notre service interne de contrôle qualité qui en teste et en vé rifie l’aspect, le fonctionnement, le réglage, etc. pendant douze jours. Nous tenons à ce que nos clients aient la garantie d’un contrôle qualité à toute épreuve. »

Héritage et investissement

Quel est, selon Daniel Van Riet, le plus grand défi ? « Les objets de famille sont parfois difficiles à restaurer dans leur état d’origine, car certaines pièces ne sont plus fabriquées. Nous devons alors les fabriquer nous mêmes. » Les montres sont souvent transmises de génération en génération ou achetées comme investissement. Et bien qu’une montre puisse, en effet, représenter un investissement intéressant, cela ne fait aucune différence pour Daniel Van Riet. « Que je répare une montre à 5 000 euros ou à 5 millions d’euros, je la traite avec le même respect. Ce qui fait la valeur d’un garde-temps à mes yeux, c’est l’incroyable technologie qu’il recèle. C’est là qu’en réside sa beauté, selon moi. »

→

Opvolging verzekerd

Ondertussen heeft Van Riet een team van meer dan tien man sterk naast zich, en is hij dolblij dat zijn zaak in goede handen is sinds de overdracht aan Alexandre Caillavet in 2017. “Ik ben momenteel 66 en ga nog elke dag graag aan het werk. Ik stort me dagelijks met veel liefde op de techniek en de opleidingen van jonge hor logereparateurs, en ik doe vooral de meer ingewikkelde restauraties. Tegelijkertijd hoop ik het tegen mijn 70 toch een beetje rustig aan te kunnen doen.” Opvolging is alles zins verzekerd: zo stoomt hij zijn poulain horlogier Pierre Anthoine klaar voor een beloftevolle toekomst binnen VRH onder leiding van Alexandre Caillavet en zijn doch ter Florence, die zich zal inzetten voor het commerciële luik, de administratie en dienst na verkoop. “Zij heeft ook een jaar op de werkbank gezeten, dus ze kent haar weg binnenin een horloge.”

“Het metier doorgeven aan de volgende generatie, is een van de belangrijkste zaken die er is, binnen elk vak. Als ik terugkijk op mijn carrière, is dat waar ik het meest blij om ben: dat VRH verdergezet wordt door de jongere gene ratie. Ze hebben de passie. Ze hebben de know-how. Ze zijn er klaar voor. Daardoor kan ik mijn loopbaan met een gerust hart afsluiten.” //

Wie zelf wil ontdekken hoe nauwgezet het metier van de horlogerie precies is, kan deelnemen aan een workshop van VRH, waarbij je zelf een horloge in elkaar zet. Daar merk je van dichtbij hoe nauwgezet het karwei juist is. “Er hebben al handchirurgen meegedaan die zeiden dat werken aan een horloge nog delicater is dan hun eigen beroep.”

Une relève assurée

Aujourd’hui, Daniel Van Riet travaille avec une équipe de plus de dix personnes, et il est ravi de savoir sa société en de bonnes mains depuis qu’il l’a confiée à Alexandre Caillavet, en 2017. « J’ai 66 ans, et j’aime toujours autant mon travail. Je m’occupe toujours de l’aspect technique, de la formation futurs maîtres horlogers et des réparations compliquées. Mais d’un autre côté, j’aspire à une vie tranquille quand j’aurai 70 ans. » Quoi qu’il arrive, la succession est assurée : il prépare son poulain, Pierre Anthoine, à un avenir florissant au sein de VRH sous la direction d’Alexandre Caillavet. Sa fille, Florence, s’occupera de la partie commerciale, de l’administration et du service après-vente. « Elle a aussi passé un an à l’établi : elle connaît donc très bien les montres. »

« Passer le flambeau à la génération suivante, c’est l’une des missions les plus importantes, dans toutes les pro fessions. Quand je fais le bilan de ma carrière, c’est ce qui me rend le plus fier : VRH continuera d’exister grâce à cette nouvelle génération. Mes jeunes ont la passion et le savoir-faire, et ils sont prêts à assurer la relève. Je peux prendre ma retraite en toute sérénité. » //

Si vous souhaitez constater par vous-même le degré de minutie exigé par le métier d’horloger, sachez que VRH organise des ateliers lors desquels vous apprendrez à assembler une montre. Vous y découvrirez de vos propres yeux la complexité de ce travail d’orfèvre. « Nous avons déjà reçu des chirurgiens de la main, qui ont fini par admettre que l’horlogerie demandait encore plus de précision que leur propre métier. »

“Het metier doorgeven aan de volgende generatie, is een van de belangrijkste zaken die er is, binnen elk vak. Ze hebben de passie. Ze hebben de know-how. Ze zijn er klaar voor.”

Over teams managen in een veranderende wereld

// WOMEN IN FINANCE, HEIDI CORTOIS & BIE VAN DE CAPPELLE

'GÉRER DES ÉQUIPES DANS UN MONDE QUI CHANGE'

Wat houdt het in om een effectieve leidinggevende te zijn? We spreken met Heidi Cortois, Chief Commercial Officer Broker Channels bij NN verzekeringen, en Bie Van de Cappelle, Chief Credit & Finance Officer bij Nagelmackers, over hun rol als manager en hun belangrijkste lessen.

Qu’est-ce qu’un manager efficace ? Entretien avec Heidi Cortois, Chief Commercial Officer Broker Channels chez NN Insurance, et Bie Van de Cappelle, Chief Credit & Finance Officer chez Nagelmackers, à propos de leur rôle de manager et des principaux enseignements qu’elles en ont tirés.

Bie Van de Cappelle: “Ik ben leidinggevende geworden in 1995, een vijftal jaar nadat ik aan het werk ging en net nadat ons eerste kindje geboren werd. Ik ben in heel wat functies leidinggevende geweest. Niet altijd bij Nagel mackers, wel altijd in de banksector. Binnen Nagelmac kers ben ik verantwoordelijk voor het domein Kredieten en sinds twee jaar binnen het directiecomité ook voor Finance en Operations. Maar naast de technische verantwoordelijkheden is mijn belangrijkste rol misschien wel om medewerkers de ‘goesting’ te geven zich voluit te gooien voor het bedrijf en hen kansen te geven om zich te ontwikkelen. Als je leiderschap breder ziet dan in professionele zin, dan was ik dat eigenlijk al van toen ik groepsleiding was bij de jeugdbeweging. Mee aan de kar willen trekken en zaken uitbouwen samen met andere mensen, dat zit een stuk in mijn persoonlijkheid, denk ik.”

Heidi Cortois: “Bij mij zit het er ook van jongs af in. Ik heb al vrij vroeg kleine teams geleid, maar ik vind dat niet te vergelijken met wat ik vandaag doe. In die optiek was mijn eerste echte leidinggevende functie in 2012. Van daag speel ik voor en achter de schermen. Officieel ben ik verantwoordelijk voor het commerciële en operatione le van onze distributie via makelaars naar particulieren, zelfstandige klanten en grote bedrijven. Daar komen nog mijn verantwoordelijkheden bij die eigen zijn aan leiding geven: zo breed mogelijk denken en alle perspectieven meenemen in elke beslissing. Ervoor zorgen dat we onze visie, om klanten te ondersteunen in een lang en gelukkig leven, in iedere actie vooropstellen. Belangrijk daarbij is zorgen dat collega’s gemotiveerd blijven en beseffen wat onze toegevoegde waarde in de maatschappij is.”

→

Bie Van de Cappelle : « Je suis devenue manager en 1995, environ cinq ans après avoir commencé à travailler et juste après la naissance de notre premier enfant. J’ai oc cupé de nombreuses fonctions de cadre. Pas exclusive ment chez Nagelmackers, mais toujours dans le secteur bancaire. Chez Nagelmackers, je suis responsable du dé partement Crédits et, depuis deux ans, au sein du Comité de direction, également de Finance et Operations. Mais outre les responsabilités techniques, mon rôle le plus important est peut-être de donner aux collaborateurs l’envie de se donner pleinement pour l’entreprise et de leur offrir des opportunités d’évolution. Si vous considé rez le leadership dans un sens plus large que purement professionnel, je le pratiquais déjà quand j’étais cheffe d'unité dans un mouvement de jeunesse. Je pense que l’envie d’aller de l’avant et de construire quelque chose avec d’autres personnes fait partie de ma personnalité.»

Heidi Cortois : « J’ai le leadership dans le sang depuis mon plus jeune âge. J’ai géré de petites équipes très tôt, sans que cela soit comparable à ce que je fais au jourd’hui. À cet égard, mon premier véritable poste de cadre remonte à 2012. Aujourd'hui, j'oeuvre sur scène mais aussi en coulisses. Je suis officiellement respon sable des aspects commerciaux et opérationnels de notre distribution via des courtiers aux particuliers, aux clients indépendants et aux grandes entreprises. S’y ajoutent mes propres responsabilités de manager : penser le plus largement possible et inclure toutes les perspectives dans chaque décision. Veiller à ce que notre vision, qui consiste à aider les clients à mener une vie longue et heureuse, soit au centre de chaque action. Un aspect important de cette démarche est de veiller à ce que les collègues restent motivés et soient conscients de notre valeur ajoutée pour la société.»

“ Je hebt de neiging om je te omringen met mensen met wie je spontaan affiniteit hebt, met dezelfde kennis, skills en reflexen. Maar als het moeilijk wordt, heb je net geen kopieën van jezelf nodig.”

—

BIE VAN DE CAPPELLE Chief Credit & Finance Officer bij Nagelmackers

Hoe is de organisatiecultuur in uw bedrijf in vergelijking met andere organisaties? Heidi: “Het is voor de cultuur dat ik naar NN ben gegaan: hier heerst absoluut geen ‘dassencultuur’. Er is veel transparantie, weinig hi erarchie en de waarden worden écht toegepast, in tegen stelling tot bij veel andere bedrijven. Onze waarden care, clear, commit zijn niet iets formalistisch. Bij elke beslis sing, klein of groot, nemen we ze erbij. Als we dat niet doen, dan zijn we verkeerd bezig.”

Bie: “Ik heb altijd in de financiële sector gewerkt, dus ik kan de verschillende culturen wel enigszins vergelijken. Ik denk dat Nagelmackers qua cultuur niet zoveel verschilt van andere banken, die een eerder ‘klassieke’ cultuur hebben: een tikkeltje hiërarchisch en gericht op kennis, risicobeheersing, stabiliteit en efficiëntie. Maar daar naast zijn we net atypisch als bank, doordat we een kleine organisatie zijn. Door ons gelimiteerd aantal niveaus zijn we wendbaarder. Onze verschillende teams en medewer kers kennen elkaar goed en staan dicht bij elkaar.”

Wat zijn belangrijke vaardigheden die een leiding gevende moet bezitten? Bie: “Kunnen motiveren. De goesting die vanuit jezelf komt, doorgeven aan je team. En streven naar kwaliteit: wat we doen, moeten we goed doen. Een andere belangrijke taak is mensen aanmoedi gen om het beter te doen, door hen te helpen hun skills te herkennen en ze daarin te stimuleren.”

Heidi: “Je moet voldoende kritisch zijn, consequent zijn in de beslissingen die je neemt en vooral beslissingen dúr ven nemen. Ook zal een goede leider altijd handelen in functie van de belangen en waarden van de organisatie, die vertalen in concreet gedrag en daarin het voorbeeld geven. Passie hebben is ook heel belangrijk: "do it with passion or not at all". Daarbovenop weet een goede leider een sterk team rond zich te scharen: een complementair team dat kritisch durft te zijn, waarbij het vertrouwen in twee richtingen gaat. Of dat nu professioneel of privé is, dat vertrouwen is zó belangrijk.”

Quelle est la culture organisationnelle de votre entreprise par rapport à d’autres organisations ? Heidi : « C’est pour la culture que j’ai choisi NN. Notre culture est tout sauf collet monté ! Elle fait la part belle à la trans parence, à peu de hiérarchie et aux valeurs, qui sont vraiment appliquées contrairement à beaucoup d’autres entreprises. Nos valeurs care, clear, commit ne sont pas des notions creuses. Nous les prenons en compte dans chaque décision, petite ou grande. Si on ne le fait pas, on fait le mauvais choix.»

Bie : « J’ai toujours travaillé dans le secteur finan cier, je peux donc comparer les différentes cultures. Je pense qu’en termes de culture, Nagelmackers n’est pas si différente des autres banques, qui ont une culture plus “traditionnelle” : un peu hiérarchique et axée sur la connaissance, la gestion des risques, la sta bilité et l’efficacité. Nous sommes toutefois atypiques, en tant que banque, car nous sommes une petite orga nisation. Notre nombre limité de niveaux nous rend plus agiles. Nos différentes équipes et nos collaborateurs se connaissent bien et sont proches les uns des autres.»

Quelles sont les compétences importantes qu’un manager doit posséder ? Bie : « Être capable de mo tiver et de transmettre votre propre enthousiasme à votre équipe. Viser la qualité aussi : ce que nous faisons, nous devons le faire bien. Une autre tâche importante est d’encourager les gens à faire mieux, en les aidant à reconnaître leurs compétences et en les stimulant dans ce sens.»

Heidi : « Il faut être suffisamment critique, être cohérent dans les décisions que l’on prend et surtout, oser prendre des décisions. Un bon leader agira toujours en fonction des intérêts et des valeurs de l’organisation, les traduira en comportement concret et montrera l’exemple. La pas sion est également très importante : "do it with passion or not at all". Un bon leader sait, en outre, comment ras sembler une équipe forte autour de lui : une équipe com plémentaire qui ose être critique, où la confiance va dans les deux sens. Qu’elle soit professionnelle ou privée, cette confiance est tellement importante.»

Bie: “Inderdaad, je hebt vertrouwen nodig om mensen toe te laten anders te zijn dan jezelf. En dat was misschien een van mijn grootste lessen tot nu toe: je moet slim inzetten op de verscheidenheid van mensen. Want diverse teams – wat trouwens veel breder gaat dan mannen en vrouwen – zijn de meest performante teams. Ze hebben meer collectieve intelligentie en nemen betere beslissingen. Ze zijn beter in innoveren en talent aantrekken en behouden, wat meer dan ooit belangrijk is in een krappe arbeidsmarkt en steeds complexere wereld.

Maar diverse teams opbouwen is niet altijd makkelijk. Je hebt namelijk de neiging om je te omringen met men sen met wie je spontaan affiniteit hebt. Ze beschikken vaak over dezelfde kennis, skills en reflexen. Maar als het moeilijk wordt, dan heb je net geen kopietjes van jezelf nodig. Dan heb je iemand nodig die kan wat jij zelf niet kunt. Daarvoor is die sfeer van vertrouwen net zo belang rijk, zodat iedereen zijn of haar sterkste kant kan tonen. Anders gaat de diversiteit van je team verloren.”

Wat is kenmerkend voor uw stijl van leidinggeven?

Bie: “Dat zou je eigenlijk aan mijn medewerkers moeten vragen (lacht). Ik hecht veel belang aan samenwerking en aan kwaliteit. Ik ga voor leidinggeven op basis van pro fessioneel gezag in plaats van macht, door deskundig en gedreven het voorbeeld te geven.”

Heidi: “Inderdaad. Ik had iets opgesteld rond hoe ik ben als leidinggevende. Daarin schreef ik dat ik het als mijn hoofdtaak zie om mensen te ondersteunen in een steeds veranderende wereld. Dat ik standvastigheid probeer te bieden met een duidelijke visie, maar tegelijk niet blind probeer te zijn voor de veranderingen om ons heen en het feit dat doelen kunnen evolueren. Mijn managers hebben daarop aangevuld dat mijn passie besmettelijk is. Dat vond ik een mooi compliment, want dat is ook mijn doel. Ik ben enorm gedreven en verwacht dat ook van mijn mensen. Zo kunnen we onze resultaten samen steeds naar een hoger niveau tillen.”

→

Bie : « En effet, il faut avoir confiance pour permettre aux gens d’être différents de soi. Et c’est peut-être l’une des plus grandes leçons que j’ai tirées à ce jour : il faut jouer avec intelligence sur la diversité des personnes. Parce que les équipes diversifiées - qui vont bien au-delà des hommes et des femmes, d’ailleurs - sont les plus performantes. Elles ont plus d’intelligence collective et prennent de meilleures décisions. Elles sont plus aptes à innover et à attirer et fidéliser les talents, ce qui est plus important que jamais dans un marché du travail tendu et un monde de plus en plus complexe.

Mais il n’est pas toujours simple de constituer des équipes diversifiées. On a, en effet, tendance à s’entourer de per sonnes avec lesquelles on a spontanément des affinités. Elles ont souvent les mêmes connaissances, compé tences et réflexes. Quand les choses se compliquent, vous n’avez pourtant pas besoin de copies de vous-même. Vous avez au contraire besoin de quelqu’un qui peut faire ce que vous ne pouvez pas faire vous-même. C’est pour quoi le climat de confiance est tellement important, afin que chacun puisse montrer son côté le plus fort. Sinon, vous perdez l’avantage de la diversité de votre équipe.»

Qu’est-ce qui caractérise votre style de leadership ? Bie : « Il faudrait le demander à mes collaborateurs (rires). J’attache une grande importance à la collaboration et à la qualité. Je préfère diriger sur la base de l’autorité pro fessionnelle plutôt que du pouvoir, en donnant l’exemple avec expertise et passion.»

Heidi : « En effet. J’avais un jour réfléchi à ce que je suis en tant que manager. J’ai alors écrit que ma tâche princi pale est, selon moi, de soutenir les gens dans un monde en constante évolution. J’essaie d’offrir de la constance avec une vision claire, tout en m’efforçant de ne pas être aveugle aux changements qui nous entourent et au fait que les objectifs peuvent évoluer. Mes managers ont ajouté que ma passion est contagieuse. J’ai trouvé que c’était un beau compliment, car c’est aussi mon objectif. Je suis extrêmement motivée et j’attends la même chose de mes collaborateurs. Nous pouvons ainsi propulser en semble nos résultats à un niveau supérieur.»

→

Een vraag waar nogal wat onenigheid over bestaat: is er een verschil in managementstijl tussen mannen en vrouwen? Bie: “De gelijkenissen zijn groter dan de verschillen. Doorgaans wordt er wel een verschil in man nelijk en vrouwelijk leiderschap beschreven: mannelijke leiders zouden eerder gaan voor een zakelijke en resul taatgerichte aanpak. Vrouwelijk leiderschap zou gelijk staan aan een consciëntieuze, meer emotionele en per fectionistische aanpak gericht op samenwerking. Maar ik denk dat de klemtonen in je leiderschap eerder afhangen van je karakter, waarden, opvoeding, omgeving,… Je ge slacht is maar ondergeschikt. Daarnaast denk ik dat je als leider, man of vrouw, net die twee stijlen moet beheersen en op het juiste moment moet kunnen switchen.”

Heidi: “Ik vind ook dat er niet veel verschillen zijn. Ik denk dat iedere manager zijn persoonlijke stijl heeft die sa menhangt met de maatschappij en de tijd waarin je leeft. Als ik mijn eigen managementstijl moet beschrijven, dan denk ik dat ik de dingen vrij zakelijk benader, een eigen schap die normaal als mannelijk bestempeld wordt. Het grote cliché dat vrouwen emotionele beslissingen ne men, gaat voor mij gewoonweg niet op. En ik denk niet dat ik de uitzondering ben. Een managementstijl is per soonsgebonden. Wil je succesvol zijn als leidinggevende, dan zijn eigenschappen als assertiviteit, strategisch den ken en daadkracht enorm van belang. Dat kunnen zowel mannen als vrouwen.”

Bent u in uw carrière belemmeringen tegengekomen die te linken zijn aan deze stereotypen? Bie: “Moei lijkheden zou ik het niet noemen, eerder anekdotes. Iets wat ik altijd zal onthouden, is het moment waarop ik een cliënt een kop koffie gaf en hij liet weten dat hij een af spraak had met ‘meneer De Bie’, waarna ik hem er tot zijn verbazing op moest wijzen dat het met ‘mevrouw Bie’ te doen was. Naar mijn ervaring valt het al bij al wel mee en richt je je zelf best op hoe je in je rol functioneert, eerder dan wat anderen daarvan denken.”

→

Une question sujette à polémique : y a-t-il une différence de style de management entre les hommes et les femmes ? Bie : « Les similitudes sont plus grandes que les différences. On fait souvent une distinction entre le leadership masculin et le leadership féminin : les lea ders masculins adopteraient une approche commerciale et axée sur les résultats, tandis que le leadership féminin se distinguerait par une approche consciencieuse, plus émotionnelle et perfectionniste visant la collaboration. Je pense cependant que votre leadership dépend davan tage de votre caractère, de vos valeurs, de votre éduca tion, de votre environnement... Votre sexe n’est que se condaire. Je pense aussi qu’en tant que leader, homme ou femme, il faut maîtriser les deux styles et être capable de passer de l’un à l’autre au bon moment.»

Heidi : « Je pense aussi qu’il n’y a pas beaucoup de diffé rences. Chaque manager a son style personnel, qui est lié à la société et à l’époque dans laquelle il vit. Si je devais décrire mon style de management, je pense que j’aborde les choses de manière plutôt commerciale, une caracté ristique que l’on qualifie généralement de masculine. Le grand cliché selon lequel les femmes prennent des déci sions émotionnelles ne s’applique tout simplement pas à moi. Et je ne pense pas être une exception. Un style de management est personnel. Si vous voulez réussir en tant que manager, des qualités telles que l’assertivi té, la réflexion stratégique et la capacité de décision sont extrêmement importantes. Tant les hommes que les femmes en sont capables.»

Avez-vous rencontré des obstacles dans votre carrière qui peuvent être liés à ces stéréotypes ? Bie : « Je n’appellerais pas ça des difficultés, plutôt des anec dotes. Je me souviendrai toujours du moment où j’ai ser vi une tasse de café à un client et qu’il m’a dit qu’il avait un rendez-vous avec “Monsieur De Bie”, ce qui m’a amenée à lui faire remarquer, à sa grande surprise, qu’il s’agissait de “Madame Bie”. Selon mon expérience, ça ne se passe pas si mal et il vaut mieux se concentrer sur la façon dont vous fonctionnez dans votre rôle plutôt que sur ce que les autres pensent.»

“Wat mij het meeste energie gegeven heeft, is dat ik in ieder bedrijf teams heb kunnen opbouwen waar er transparantie, respect en vertrouwen was.”

—

HEIDI CORTOIS

Chief Commercial Officer Broker Channels bij NN verzekeringen

Heidi: “Bij mij waren die belemmeringen er wel. Het vrouw-zijn vond ik niet altijd even makkelijk, zowel privé als professioneel. Ik ben vaak de enige vrouw op mijn ni veau geweest en heb me meermaals harder moeten be wijzen. Niet zozeer naar kennis toe, maar eerder om aan te tonen dat ik beschikbaar was. Om ‘s avonds mee naar events te gaan, om twee dagen op voorhand te horen dat je naar New York moet voor een business trip. Omdat ik drie kinderen heb, moest ik precies altijd uitdrukkelijk ja zeggen. Met de jaren heb ik daar minder last van, wellicht doordat ik op andere posities zit of omdat de tijden ver anderd zijn.

Ook op relationeel vlak waren er uitdagingen, wat net zo belangrijk is in het zakendoen. Zo vinden bepaalde man nen het vandaag nog altijd onwennig om met een vrouw te gaan lunchen. In een van mijn vorige functies gingen we na het werk iets drinken en wezen de mannelijke colle ga’s mij erop dat het echt wel over andere onderwerpen ging omdat er een vrouw bij was. Ik denk dat mannen van zo’n zaken minder last hebben.”

Bie: “Ik denk wel dat mannen vandaag ook meer op zoek gaan naar dat ideale werk-privé evenwicht. Ik geloof ei genlijk dat je je altijd, zowel op het werk als thuis, moet laten omringen door mensen die je kunnen helpen. Dat is de enige manier waarop je beide rollen goed kan combi neren. Sommige vrouwen hebben het daar moeilijk mee, maar je kunt gewoonweg niet elke dag op 200% draai en. Staan waar ik nu sta, was onmogelijk geweest zonder de hulp van enthousiaste collega’s en de steun van mijn partner en familie.”

Wat zijn uw grootste uitdagingen of verwezenlijkingen als leidinggevende geweest? Bie: “De momenten waar ik het meest fier op ben, zijn die waarop je met je team een verschil kunt maken. Zo besliste de overheid aan het begin van de coronacrisis dat kredietnemers betalingsuitstel konden krijgen. Maar over systemen en processen werd er niets aangereikt, al zeker niet voor kleine banken. Toen moesten we op enkele dagen tijd onze technische, juridische en organisatorische skills samenbrengen om er iets van te maken. En dat is gelukt. We beleefden enkele slapeloze nachten en hebben serieus zitten zoeken, maar het resultaat geeft enorm veel energie achteraf. Verder is er natuurlijk het uitdagende transformatiepad dat wij als Nagelmackers samen met onze cliënten en medewerkers hebben ingezet, met uitgesproken focus op personal en private banking, en dat nu duidelijk vruchten begint af te werpen.”

Heidi : « J’ai rencontré des obstacles, pour ce qui me concerne. Être une femme n’a pas toujours été facile pour moi, sur le plan tant privé que professionnel. J’étais souvent la seule femme à mon niveau et j’ai dû faire mes preuves plus d’une fois. Pas tellement en termes de connaissances, mais plutôt en montrant que j’étais dispo nible. Se rendre à des événements le soir, être informé deux jours à l’avance que l’on doit se rendre à New York pour un voyage d’affaires. Comme j’ai trois enfants, je devais toujours dire oui explicitement. Avec les années, cela me gêne moins, sans doute parce que j’occupe des postes différents ou parce que les temps ont changé.

Il y a également eu des défis sur le plan relationnel, ce qui est tout aussi important dans les affaires. Aujourd’hui, certains hommes trouvent encore gênant de déjeuner avec une femme. Dans l’une de mes précédentes fon ctions, nous sommes allés boire un verre après le tra vail et mes collègues masculins m’ont fait remarquer que les sujets de discussion étaient vraiment différents parce qu’une femme était de la partie. Je pense que les hommes sont moins affectés par ce genre de choses.»

Bie : « Je crois que les hommes d’aujourd’hui sont aussi plus à la recherche de l’équilibre idéal entre le travail et la vie privée. Je pense en fait que, tant au travail qu’à la maison, vous devriez toujours être entouré de personnes qui peuvent vous aider. C’est la seule façon de combiner les deux rôles. Certaines femmes ont du mal à le suppor ter, mais on ne peut pas être à 200 % tous les jours. Être où je suis aujourd’hui aurait été impossible sans l’aide de collègues enthousiastes et le soutien de mon conjoint et de ma famille.»

Quels ont été vos plus grands défis ou réalisations en tant que leader ? Bie : « Les moments dont je suis le plus fière sont ceux où vous et votre équipe pouvez faire la différence. Au début de la crise du coronavirus, le gouvernement a par exemple décidé que les emprun teurs pouvaient bénéficier d’un report de paiement. Mais rien n’a été dit sur les systèmes et les processus, a for tiori pour les petites banques. Nous avons donc dû réunir nos compétences techniques, juridiques et organisation nelles en quelques jours pour arriver à quelque chose. Et nous avons réussi. Nous avons passé quelques nuits blanches et fait de sérieuses recherches, mais nous en avons tiré beaucoup d’énergie par la suite. J’y ajoute le parcours de transformation difficile que nous avons en trepris, chez Nagelmackers, avec nos clients et nos colla borateurs, en nous concentrant clairement sur le perso nal et le private banking, et qui commence maintenant clairement à porter ses fruits. »

Heidi: “Als ik denk aan ‘mijn verwezenlijkingen’, dan gaan mijn gedachten snel naar de grotere zaken. Maar eigenlijk is dat niet waar ik echt warm van word. Doorheen mijn verschillende functies is hetgeen mij het meeste energie gegeven heeft – want dat beschouw ik als een verwezenlijking – dat ik in ieder bedrijf teams heb kunnen opbouwen waar er transparantie, respect en vertrouwen was. Met die teams hebben we echt mooie resultaten behaald.”

Welk advies zou u geven aan jonge, vrouwelijke lei dinggevenden? Heidi: “Het komt misschien cliché over, maar jezelf blijven en niet te veel aan jezelf twijfelen is be langrijk. Die twijfel zie ik vaker terug bij vrouwelijke colle ga’s en jonge mensen, terwijl dat niet nodig is. Ook inter ne netwerking vind ik belangrijk. Ik ben altijd opgemerkt geweest en heb het geluk gehad dat ik in leuke posities mocht werken. Maar als ik mezelf had moeten promoten, had het er misschien helemaal anders uitgezien. Want toen ik pas startte, gooide ik me 100% op de inhoud van mijn job en nam ik geen tijd om te netwerken. Ik zag er de waarde niet van in. Achteraf ben ik dat wel beginnen doen, en zag ik hoe er meerdere deuren openden.”

Bie: “Zoek geallieerden. Iedereen twijfelt aan zichzelf, maar samen weet je altijd meer, dus omring je met ge lijkgezinden die vanuit hun invalshoek ook mee willen op zoek gaan naar de beste oplossingen. Daarbovenop: toon wat je kunt en volg vooral je passie, dan komt het wel goed. Ik geloof niet in een strakke carrièreplanning, vandaag nog minder dan vroeger. Functies en sectoren zijn veel vloeiender geworden. En als laatste: blijf trouw aan jezelf, want alles wat niet in grote mate vanuit jezelf komt, wordt heel snel doorprikt als weinig authentiek.” //

Heidi : « Quand je pense à “mes réalisations”, mes pensées se tournent directement vers les grandes choses. Mais en fait, ce n’est pas ce qui m’enthousiasme le plus. À travers mes différentes fonctions, ce qui m’a don né le plus d’énergie - parce que je considère ça comme un accomplissement - c’est le fait d’avoir constitué dans chaque entreprise des équipes où règnent la transpa rence, le respect et la confiance. Nous avons obtenu de très bons résultats avec ces équipes.»

Quels conseils donneriez-vous aux jeunes femmes cadres ? Heidi : « Cela peut paraître cliché, mais il est important de rester soi-même et de ne pas trop douter de soi. Je perçois plus souvent ce doute chez les collè gues féminines et les jeunes, alors qu’il n’est pas justi fié. Le réseautage interne est également important. J’ai toujours été remarquée et j’ai eu la chance de travailler à des postes agréables. Mais si j’avais fait ma propre pro motion, les choses auraient pu être complètement dif férentes. Parce que lorsque j’ai commencé, je me suis concentrée à 100 % sur le contenu de mon travail et je n’ai pas pris le temps de me constituer un réseau. Je n’en voyais pas l’intérêt. Par la suite, j’ai commencé à le faire et j’ai vu combien de portes se sont ouvertes.»

Bie : « Trouver des alliés. Tout le monde doute de soi, mais ensemble, on en sait toujours plus. Entourez-vous donc de personnes qui partagent les mêmes idées et qui veulent aussi participer à la recherche des meilleures solutions de leur propre point de vue. Montrez aussi ce que vous êtes capable de faire, suivez votre passion et tout ira bien. Je ne crois pas à la planification rigide des carrières, encore moins aujourd’hui que dans le passé. Les emplois et les secteurs sont beaucoup moins hermé tiques qu’avant. Et enfin : restez fidèle à vous-même, car tout ce qui ne vient pas en grande partie de vous est très vite perçu comme peu authentique.» //

Juliana Hotel Brussels

Un joyau néoclassique niché au calme, place des Martyrs.

Achter deze statige neoklassieke gevel op het Martelaarsplein vind je het gloednieuwe Juliana Hotel Brussels. Dit vijfsterrenhotel verwent met een subliem restaurant, ontspannende privéwellness en 43 verfijnde kamers en suites, en dat alles in een bijzonder kader.

Derrière cette majestueuse façade néoclassique de la place des Martyrs se cache le tout nouveau Juliana Hotel Brussels. Cet hôtel cinq étoiles abrite un sublime restaurant, un spa privé et 43 chambres et suites raffinées. Le tout, dans un cadre exceptionnel.

// JULIANA HOTEL BRUSSELS 'NEOKLASSIEKE PAREL VERSCHOLEN IN DE RUST VAN HET MARTELAARSPLEIN.'

“Elke ruimte werd voorzien van unieke sculpturen, schilderijen en decoratiestukken, grotendeels afkomstig uit de private collectie van eigenaar Eric Cléton.”

AUTHENTIEK DECOR

Dit monumentale neoklassieke pand, volledig gerenoveerd, ver rast met een karaktervolle inrichting. Denk sprekende verlichting, authentieke Ionische zuilen uit de 17de eeuw en subtiele details zo als onvervalste balkdragers. Elke ruimte werd voorzien van unieke sculpturen, schilderijen en decoratiestukken, grotendeels afkomstig uit de private collectie van eigenaar Eric Cléton. Een rijkelijk blauw zet de toon, bijgestaan door goudtinten en koperkleurige toetsen.

ITALIAANSE INVLOEDEN

Dat het getrainde oog enige Italiaanse invloeden opmerkt in het interieur, is niet toevallig. Het interieur is namelijk van de hand van ontwerper-curator Eugenio Manzoni. Met zijn expertise in hedendaagse en moderne kunst assisteerde hij de familie Cléton bij de zoektocht naar eclectische kunstwerken geïnspireerd door de neoklassieke stijl van het gebouw – een match die als gegoten zit.

ONGEKENDE GASTVRIJHEID

Naast Brussel krijgt de familie Cléton’s passie voor interieur, kunst en gastvrijheid een plek in Parijs en Cannes, waar je eveneens profiteert van een ongekend genereuze gastvrijheid.

Die gastvrijheid voelt u trouwens in elk detail. Want elke kamer, van de Superior kamers tot de Juliana Suite, biedt een onvergetelijke ervaring met zijn unieke vormen, kleuren, kunstwerken, verfijnd linnengoed en delicate mozaïeken.

DÉCOR AUTHENTIQUE

Entièrement rénovée, cette imposante demeure néoclassique sur prend par son aménagement de caractère : éclairage prononcé, colonnes ioniques du XVIIe siècle et autres détails subtils, tels que des sabots de poutres d’époque. Chaque pièce est habillée de sculp tures, de tableaux et d’objets décoratifs uniques, provenant pour la plupart de la collection privée du propriétaire, Éric Cléton. Un bleu intense donne le ton, ponctué de notes dorées et cuivrées.

INFLUENCES ITALIENNES

Un œil averti distinguera çà et là des influences italiennes. Ce n’est pas un hasard : l’intérieur de l’établissement a été conçu par le créateur et curateur Eugenio Manzoni. Fort de son expertise en art contemporain et moderne, il a guidé la famille Cléton dans sa quête d’œuvres d’art éclectiques inspirées par le style néoclassique de l’édifice. Une combinaison gagnante, c’est le moins que l’on puisse dire.

UNE HOSPITALITÉ SANS PAREIL

La passion que voue la famille Cléton à la décoration d’intérieur, l’art et l’hospitalité s’exprime non seulement à Bruxelles, mais aussi à Paris et à Cannes. Chaque Juliana Hotel réserve à ses visiteurs un accueil d’une générosité sans précédent.

Cette hospitalité se reflète d’ailleurs dans chaque détail. Des chambres Superior à la suite Juliana, chaque pièce offre une ex périence inoubliable, sublimée par des formes, des couleurs et des œuvres d’art uniques, du linge raffiné et des mosaïques délicates.

« Chaque chambre fait vivre une expérience inoubliable, sublimée par des formes, des couleurs et des œuvres d’art uniques, du linge raffiné et des mosaïques délicates. »

VAN RESTO TOT SPA

Culinair genieten doet u in het restaurant, onder leiding van Itali aanse chef Rosa Caldarola. Juliana Restaurant verrast met inter nationale gerechten en creaties uit eigen land boordevol lokale producten en seizoensingrediënten. In de ontspannen lounges, stijl volle bar en op het terras proeft u van een afternoon tea, koffie of enkele lichte gerechten.

Anders ontspant u in de adembenemend mooie wellness, versierd met halfedel Braziliaans blauw marmer en kleurrijke mozaïek in het negen meter lange binnenzwembad. In de aromatische sauna en hammam komt u helemaal tot rust, al dan niet aangevuld met massage, manicure, pedicure en meer, met veel plezier door het conciërgeteam geregeld.

RUST IN HARTJE BRUSSEL

Uniek aan deze locatie is de imponerende rust van het Martelaars plein, terwijl het bruisen van de stad slechts een straat verwijderd is. Zo staat u op 700 meter stappen op de Grote Markt. U verblijft in de buurt van tal van musea, culinaire uitstappen met bier en chocolade in de hoofdrol, of kunt een gezellige wandeling maken door de stadskern, omgeven door de Brusselse architectuur en parken. Vraag zeker naar de speciale arrangementen die Juliana Hotel Brussels organiseert, zoals de Gourmet Break of een Kunst & Design uitstap.

Voor een midweek getaway, een citytrip in eigen land of gewoonweg een weekendje ontspannen: Juliana Hotel Brussels zet zijn deuren wagenwijd open voor u. //

DU RESTAURANT AU SPA

Pour régaler vos papilles, rendez-vous au restaurant, dont la brigade est dirigée par la cheffe italienne Rosa Caldarola.

Le Juliana Restaurant surprendra les gourmets avec des plats internationaux et des créations bien de chez nous à base de produits locaux et d’ingrédients de saison. Installez-vous dans l’un des salons décontractés, au bar tout en élégance ou en terrasse pour prendre un thé, un café ou un repas léger.

Autre lieu de détente : le spa, d’une beauté à couper le souffle, dé coré de marbre bleu brésilien semi-précieux. La piscine intérieure de neuf mètres est ornée d’une fresque en mosaïque haute en couleur. Le sauna aromatique et le hammam vous garantissent un moment de relaxation absolue, que vous êtes libre de compléter par un massage, une manucure, une pédicure ou un autre soin. Le tout, organisé avec le plus grand plaisir par la conciergerie de l’hôtel.

UNE OASIS DE PAIX AU CŒUR DE BRUXELLES

La particularité de l’endroit ? L’incroyable calme qui règne sur la place des Martyrs, à deux pas de l’agitation de la ville. Situé à 700 mètres de la Grand-Place, l’hôtel offre un emplacement idéal. Profitez-en pour découvrir de nombreux musées, les hauts lieux de la gastronomie belge où la bière et le chocolat campent le premier rôle, et flâner dans le centre-ville, au gré de l’architecture et des parcs bruxellois. Enfin, renseignez-vous sur les formules spéciales proposées par le Juliana Hotel Brussels, comme le Gourmet Break ou l’excursion Art & Design.

Pour une escapade en milieu de semaine, un city-trip en terres bel ges ou un week-end de détente : le Juliana Hotel Brussels vous ou vre grand ses portes. //

Een rode loper voor onze topcliënten

Eén contactpersoon voor onze meest vermogende cliëntenfamilies, een soort financiële butler die klaarstaat om hun doelen en dromen te verwezenlijken. Dat concept heet bij Nagelmackers ‘Family Wealth Office’ en wordt in 2022 uitgerold voor alle cliënten die in aanmerking komen. Chief Commercial Officer Yves Van Laecke ziet het groots en wil de rode loper uitrollen door iets te bieden dat veel mensen tekortkomen: tijd. De cliënt en zijn familie komen op de eerste plaats en kunnen rekenen op zeer frequente ondersteuning en een persoonlijke aanpak van een toegewijd team van Family Wealth Officers.

Une personne de contact dédiée pour nos familles de clients les plus fortunés, un vrai majordome financier prêt à les aider à réaliser leurs objectifs et leurs rêves. Un concept que Nagelmackers a baptisé « Family Wealth Office » et qui sera déployé en 2022 pour tous les clients qui remplissent les conditions requises. Yves Van Laecke, Chief Commercial Officer, voit les choses en grand et veut dérouler le tapis rouge en offrant ce qui manque le plus à beaucoup de gens : du temps. Le client et sa famille passent avant tout et peuvent compter sur un soutien récurrent ainsi qu’une approche personnalisée de la part d’une équipe dévouée de Family Wealth Officers.

// 'NOUS DÉROULONS LE TAPIS ROUGE POUR NOS MEILLEURS CLIENTS'

“We willen een unieke, hechte band opbouwen, zodat we onze cliënten door en door kennen. Dat lukt het best via regelmatig contact en een nauwgezette opvolging.”

— YVES VAN LAECKE Chief Commercial Officer

Welke cliënten zitten in dit segment?

Yves Van Laecke: “We rolden een aantal jaar geleden het Invest Loyalty Program uit bij Nagelmackers, dat bestaat uit vijf niveaus naargelang het belegde vermogen van cliënten bij de bank. Zo willen wij cliënten bedanken voor het vertrouwen dat zij ons schenken door bij ons te beleggen. De hoogste categorie – het neusje van de zalm – is weggelegd voor cliënten met een belegd vermogen van minimaal 4 miljoen euro bij Nagelmackers.

Die Elite-cliënten bieden we ook een vermogensscan aan, volledig gratis. Daarbij wordt vastgesteld hoeveel het totale vermogen van deze topcliënten bedraagt, dus het roerend en onroerend (en eventueel zakelijk) vermogen samen. Bij onze bank, maar ook bij andere banken. Bedraagt het totale globale vermogen minstens 10 miljoen euro, dan opent de poort naar het exclusieve Family Wealth Office, voor de cliënt en zijn familie. Zijn noden op korte, middellange en lange termijn staan centraal, maar we bekijken indien gewenst dus ook wat we kunnen betekenen voor zijn naasten.”

Er wordt dus specifieke aandacht besteed aan de verschillende generaties binnen een familie?

“Absoluut. Onze commerciële missie is niet voor niets om een partner te zijn voor families in het beheer, de opbouw en de bescherming van hun vermogen – en dat over de verschillende generaties heen. Een dienstverlening voor de hele familie bieden ligt dus in het hart van onze aanpak. We startten in het najaar van 2021 het NextGen Talent Program op. Daarmee gaan we op zoek naar rijzende sterren, jongeren die uitstijgen boven zichzelf in een sportof muziekdiscipline. Via hun (groot)ouders die cliënt zijn bij Nagelmackers, ondersteunen we hen financieel zodat zij hun dromen hopelijk op een dag kunnen bereiken en echte toppers kunnen worden in hun discipline op internationaal vlak. De (klein)kinderen van onze topcliënten kunnen dus zeker in aanmerking komen voor dit duwtje in de rug als zij aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Qui sont les clients de ce segment ?

Yves Van Laecke : « Il y a quelques années, Nagelmackers a mis en place l’Invest Loyalty Program. Il comporte cinq niveaux, selon le patrimoine investi par les clients auprès de la banque. Nous voulons ainsi remercier les clients pour la confiance qu’ils nous témoignent en investissant chez nous. La catégorie supérieure (le summum) est réservée aux clients qui ont investi au moins 4 millions d’euros chez Nagelmackers.

Nous proposons également à ces clients Elite un scan patrimonial entièrement gratuit. Ce scan permet de déterminer le montant total du patrimoine de ces clients très sélects, actifs mobiliers et immobiliers (et éventuellement professionnels) réunis. Que ce soit auprès de notre banque ou ailleurs. Si le total des actifs globaux s’élève à au moins 10 millions d’euros, la porte du Family Wealth Office s’ouvre pour le client et sa famille. Nous nous concentrons sur les besoins du client à court, moyen et long terme, mais nous nous demandons aussi ce que nous pouvons faire pour ses proches, le cas échéant. »

Une attention particulière est donc accordée aux différentes générations d’une famille ? « Absolument. Ce n’est pas un hasard si notre mission commerciale consiste à être le partenaire des familles dans la gestion, la constitution et la protection de leur patrimoine, toutes générations confondues. Notre démarche est donc centrée sur la fourniture d’un service à l’ensemble de la famille. Nous avons lancé le NextGen Talent Program à l’automne 2021. Il vise à repérer des étoiles montantes, des jeunes qui se transcendent dans une discipline sportive ou musicale. Par l’intermédiaire de leurs (grands-)parents clients chez Nagelmackers, nous les soutenons financièrement afin qu’ils puissent un jour réaliser leurs rêves et véritablement dominer leur discipline à l’échelle mondiale. Les (petits-) enfants de nos clients fortunés peuvent donc bénéficier de ce coup de pouce s’ils remplissent certaines conditions.

YVES VAN LAECKE

Een andere pijler in het Family Wealth Office-aanbod, zijn de financiële ‘bijscholingen’ die wij voorzien voor de jongere generaties. Indien zij hier interesse voor hebben, kunnen (klein)kinderen van cliënten een aantal basisopleidingen volgen over onder andere beleggen en ondernemen, zodat zij helemaal mee zijn in deze onderwerpen. Een echte aanpak op maat van iedere generatie dus.”

Welke dienstverlening biedt Nagelmackers?

“Er staat een specifiek team van vijf Family Wealth Officers klaar om onze beste cliënten in de watten te leggen. Voor Vlaanderen gaat het om Isabelle Honnay (WestVlaanderen), Jo Fonck (Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant) en Bart Vinken (de Kempen en Limburg). In Wallonië staan Lionel Henrion (Luik en Namen) en Pierre Huysmans (Brussel, Waals-Brabant en Henegouwen) in voor de onberispelijke opvolging van die cliënten. Zij zijn de eerste contactpersoon voor de families en bieden hen een unieke dienstverlening om te voldoen aan al hun noden en hen te ontzorgen. Uiteraard worden ze omringd door onze verschillende experten binnen de bank, bijvoorbeeld estate planners voor alles betreffende successie en planningsinstrumenten voor hun vermogen, vermogensbeheerders, commerciële medewerkers voor dayto-day opvolging … Ze gidsen cliënten ook naar externe specialisten indien nodig, zodat zij zich enkel moeten bekommeren om het essentiële.”

→

Autre pilier de l’offre Family Wealth Office : les “perfectionnements” que nous proposons aux jeunes générations. S’ils sont intéressés, les (petits-)enfants des clients peuvent suivre plusieurs formations de base consacrées à des sujets tels que les investissements et l’entrepreneuriat, afin d’actualiser leurs connaissances en la matière. Nous proposons donc vraiment une approche taillée sur mesure pour chaque génération. »

Quels services offre Nagelmackers ? « Une équipe spécifique de cinq Family Wealth Officers s’emploie à choyer nos meilleurs clients. En Flandre, il s’agit d’Isabelle Honnay (Flandre occidentale), Jo Fonck (Anvers, Flandre orientale et Brabant flamand) et Bart Vinken (Campine et Limbourg). En Wallonie, Lionel Henrion (Liège et Namur) et Pierre Huysmans (Bruxelles, Brabant wallon et Hainaut) assurent un suivi irréprochable de ces clients. Ils constituent le premier point de contact des familles et leur offrent un service unique qui répond à tous leurs besoins et les décharge de tout souci. Ils sont bien sûr entourés de nos différents experts au sein de la banque, notamment des estate planners pour tout ce qui concerne les successions et les outils de planification successorale, ainsi que des gestionnaires de patrimoine, des collaborateurs commerciaux pour le suivi quotidien... Le cas échéant, ils redirigent les clients vers des spécialistes externes, afin de pouvoir se concentrer sur l’essentiel. »

→

« L’objectif ? Lui offrir un service d’excellence et apporter une réponse à toutes les questions (financières) qu’il est susceptible de se poser. »

YVES VAN LAECKE

Wat onderscheidt Nagelmackers van andere nichebanken?

“De cliënt staat centraal en geniet de volle aandacht van een van de vijf Family Wealth Officers. Het doel? Hen op hun wenken bedienen en bijstaan bij iedere (financiële) vraag die ze zouden kunnen hebben. We willen een unieke, hechte band opbouwen, zodat we onze cliënten door en door kennen. Dat lukt het best via regelmatig contact en een nauwgezette opvolging. Isabelle, Jo en Bart nemen dus om de twee weken, zo’n 20 keer per jaar, contact op met de cliënt. Soms voor een ontmoeting, andere keren telefonisch of via mail, om een stand van zaken op te maken. Ze staan aan de zijde van de cliënt, om indien nodig raad en ondersteuning te geven.

Wij verdiepen ons ook in de passies van dit segment cliënten. Gastronomie, reizen, cultuur, topsportevents, klassieke muziek, … We streven ernaar hen onvergetelijke ervaringen te bieden en hen uit te nodigen voor exclusieve en buitengewone belevingen. Op die manier kunnen ze ook netwerken met gelijkgestemde mensen en uiteraard genieten in een ontspannen sfeer. Wij leggen de lat hoog, want wij bedanken onze beste cliënten graag voor hun vertrouwen in ons. En hun trouw is voor ons de mooiste kers op de taart.” //

Qu’est-ce qui distingue Nagelmackers des autres banques de niche ?

« Le client est au centre des priorités et bénéficie de toute l’attention d’un des cinq Family Wealth Officers. L’objectif ? Lui offrir un service d’excellence et apporter une réponse à toutes les questions (financières) qu’il est susceptible de se poser. Nous voulons tisser un lien unique et étroit afin de connaître parfaitement nos clients. Pour ce faire, rien de tel qu’un contact régulier et un suivi minutieux. Lionel et Pierre contactent donc le client tous les quinze jours, soit environ 20 fois par an. Quand ils ne rencontrent pas le client en personne, ils le contactent par téléphone ou par e-mail pour faire un point sur la situation. Ils sont aux côtés du client afin de le conseiller et de le soutenir en cas de besoin.

Nous nous intéressons également aux passions des clients de ce segment. Gastronomie, voyages, culture, événements sportifs de haut niveau, musique classique... Nous nous efforçons de leur faire vivre des expériences inoubliables et nous les invitons à des événements exclusifs et extraordinaires. Un bon moyen de nouer des contacts avec des personnes qui partagent les mêmes centres d’intérêt et, bien sûr, de passer un agréable moment en toute décontraction. Nous plaçons la barre très haut, car nous tenons à remercier nos meilleurs clients pour la confiance qu’ils nous témoignent. Leur fidélité est la plus belle des gratifications à nos yeux. » //

“(Klein)kinderen van cliënten kunnen een aantal basisopleidingen volgen over beleggen en ondernemen, zodat zij helemaal mee zijn in deze onderwerpen. Een echte aanpak op maat van iedere generatie.”

—

Service made-to-measure

// UNE ENTREPRISE FAMILIALE À L’HONNEUR, MICAEL & MANUEL CRAENHALS UN SERVICE SUR MESURE

Als familiebank draagt Nagelmackers familiebedrijven een warm hart toe. Daarom zetten we een ondernemersfamilie in de kijker: we spreken met Manuel en Micael Craenhals. Deze zonen van de Craenhalsfamilie kozen ervoor niet mee in het gekende schrootverwerkend bedrijf te stappen, maar stampten zelf iets uit de grond. We praten over hun bedrijven en over ondernemen als familie.

—

En tant que banque familiale, Nagelmackers réserve évidemment une attention toute particulière aux entreprises familiales. Nous mettons donc une famille d’entrepreneurs à l’honneur, à travers un entretien avec Manuel et Micael Craenhals. Ces fils de la famille Craenhals ont choisi de ne pas rejoindre la célèbre société de recyclage de métaux, mais de créer leur propre activité. Nous évoquons avec eux leur goût d’entreprendre en famille.

—

De oudste, Micael, staat aan het hoofd van conciërgerie Private Services en high-end evenementenbureau Priva te Event Design. Jongere broer Manuel leidt Private Dri ving, een premium chauffeurservice.

Micael Craenhals vertelt. “Onze vader heeft meer dan 30 jaar lang een schrootverwerkend bedrijf gehad – in zijn tijd een tweede generatie-familiebedrijf, vandaag al vierde generatie. Wij werden altijd nauw betrokken en hebben er jaren als jobstudent gewerkt. Toen we de be slissing moesten maken om al dan niet in zijn voetsporen te treden, hebben we er alle twee voor gekozen dat niet te doen. We wilden zelf iets opbouwen.”

Conciërgerie

“Ons ondernemersverhaal begon in 2009. Toen zijn we gestart met Private Driving, waarmee we privéchauffeursdiensten aanbieden. We zijn echt van nul gestart: we hadden geen klanten, twee wagens, en reden zelf rond als chauffeur. Onze eerste klanten waren prospecten uit de buurt, veelal hoger kader van de lokale farma-industrie die over en weer naar de luchthaven moesten.

L’aîné, Micael, dirige le service de conciergerie Private Services et l’agence événementielle haut de gamme Private Event Design. Son frère cadet Manuel est à la tête de Private Driving, un service de chauffeur de luxe.

Micael Craenhals : « Notre père a été à la tête d’une entreprise de recyclage de métaux pendant plus de 30 ans. Il incarnait à l’époque la deuxième génération de l’entreprise familiale, qui en est aujourd’hui à sa quatrième génération. Nous avons toujours été étroitement impliqués et y avons travaillé pendant des années, en tant qu’étudiants. Lorsque nous avons dû prendre la décision de lui emboîter le pas ou non, nous avons tous deux choisi de ne pas le faire. Nous voulions voler de nos propres ailes. »

Conciergerie

« Notre aventure entrepreneuriale a commencé en 2009, l’année de la création de Private Driving, qui propose des services de chauffeur privé. Nous sommes vraiment par tis de zéro : nous n’avions pas de clients, et nous condui sions nous-mêmes nos deux voitures. Nos premiers clients étaient des prospects de la région, principalement des cadres supérieurs de l’industrie pharmaceutique lo cale qui devaient faire des allers-retours vers l’aéroport.

Micael Craenhals en Manuel Craenhals

Na een jaar zijn we in de showbizz beland. Toen mochten we het vervoer verzorgen voor internationale artiesten, van bijvoorbeeld de weide van Rock Werchter naar Zaventem. Niet veel later volgden delegaties van staatshoofden.

Onze klanten vroegen vaak om iets extra's: of we niet vlug een restaurant konden boeken of hotel konden vast leggen. Al snel werden we gevraagd om ook privéjets en security te regelen. Doordat we als chauffeurs op veel plaatsen kwamen en vaak een babbeltje konden slaan met de zaakvoerders van de zaken waar we onze klanten afzetten, bouwden we een mooi netwerk op. We leerden snel wat de beste plekjes waren en op wie we een beroep konden doen voor bepaalde vragen van onze klanten.

Ons cliënteel komt namelijk vaak vanuit het buitenland, dus ze rekenen op ons voor dé topadresjes. Daarop heb ben we beslist die extraatjes als volwaardige diensten mee op te nemen in ons aanbod.”

Van vervoer tot householdmanagement

“We merkten dat ons aanbod zo breed werd dat klanten niet altijd wisten wat we net deden. Daarom hebben we Private Services opgericht, als aftakking van Private Driving. Daarmee leveren we ontzorging van A tot Z. Wij regelen vervoer – al dan niet met privéjet, boeken hotels, restaurants, tickets, … We financieren zelfs voor indien de klant dat wenst. Maar het gaat breder dan dat: zo organiseren we soms personal shopping arrangementen in de vorm van een exclusief bezoek aan een topadresje na de openingsuren, al dan niet met stylist.

We bieden ook householdmanagement aan: voor mensen die regelmatig in het buitenland verblijven of net hier een tweede verblijf hebben, zorgen we ervoor dat hun woning op orde staat. We kuisen het huis, verzorgen de tuin, bereiden het zwembad voor, vullen de koelkast,… terwijl ze op reis zijn. Soms vragen onze klanten om eerder banale zaken, zoals naar de winkel gaan of post gaan ophalen.

→

Après un an, nous avons eu accès au monde du show-bu siness. Nous nous chargions de transporter des artistes internationaux, par exemple entre le site de Werchter et Zaventem. Peu après, nous avons enchaîné avec des dé légations de chefs d’État.

Nos clients nous demandaient souvent de petits services supplémentaires : réserver rapidement un restaurant ou un hôtel, par exemple. Assez vite, ils nous ont demandé de réserver des jets privés et d’assurer leur sécurité. En tant que chauffeurs, nous nous rendions dans de nombreux endroits et nous discutions souvent avec les gérants des entreprises où nous déposions nos clients, ce qui nous a permis de nous constituer un bon réseau. Nous avons ra pidement appris quels étaient les meilleurs endroits et à qui nous pouvions faire appel pour les demandes de nos clients. Étant donné qu’ils viennent souvent de l’étranger, ils comptent sur nous pour leur indiquer les meilleurs en droits à visiter. Nous avons alors décidé de faire de ces prestations un service à part entière dans notre offre. »

Du transport à la gestion domestique

« Nous avons remarqué que notre offre s’était élargie au point que les clients ne sachent pas toujours ce que nous faisions. Voilà pourquoi nous avons créé Private Services, une spin off de Private Driving grâce à laquelle nous déchargeons nos clients de tous leurs soucis. Nous organisons le transport avec ou sans jet privé, nous réservons les hôtels, les restaurants, les billets, etc. Nous préfinançons même le voyage si le client le souhaite. Mais cela va plus loin encore : nous organisons parfois des formules de personal shopping sous la forme d’une visite exclusive d’une enseigne de renom, hors des heures d’ouverture, avec ou sans styliste.

Nous proposons également une solution de gestion domestique pour les personnes qui séjournent régulière ment à l’étranger ou qui ont simplement une résidence secondaire ici. Nous assurons alors la tenue de leur maison. Nous la nettoyons en leur absence, nous nous occupons du jardin, nous entretenons la piscine, nous remplissons le réfrigérateur, etc. Il arrive parfois que nos clients nous demandent des choses plutôt banales, comme aller au magasin ou passer au bureau de poste.

→

« Nos clients sont des gens qui ne veulent pas devoir constamment s’occuper de mille et une choses. »

Hulp bij het organiseren van feestjes was ook een popu laire aanvraag. Om het opnieuw voor onze klanten duide lijk te maken waarvoor ze bij ons terecht kunnen, hebben we ook hier een aparte onderneming voor opgestart. Met Private Event Design organiseren we alles van huwe lijken en babyborrels tot corporate events. Dat zat eerst onder Private Services, maar ook dat barstte al snel uit zijn voegen.”

Headspace als dienstverlening

“Onze klanten zoeken iemand die hen kan ontzorgen. Vooral iemand met expertise en ervaring, iemand die ze kunnen vertrouwen. Het moet in orde zijn, en onze klanten weten dat dat bij ons altijd het geval is. Het zijn veelal kapitaalkrachtige mensen, maar bovenal mensen die geen hoofdpijn willen van continu met honderd-eneen zaken bezig te zijn. Zij hebben uiteraard ook een uitgebreid netwerk waar ze beroep op kunnen doen, maar willen geen tijd spenderen aan telefoontjes en reservaties. Dat doen wij met veel plezier voor hen.”

Opkomende markt

Of de broers toekomst zien in de conciërgerie? Zeker. “In grote steden zoals Parijs, Londen en New York is de conciërgeservice een dagelijks gegeven. In België is het nog niet zo gekend. Het gaat hier iets trager, maar we merken wel een stijgende lijn in het aantal aanvragen.”

Het is een markt die niet stilstaat. “Soms merken we trends op. Door corona bijvoorbeeld, is de vraag naar private vluchten gestegen. Tijdens het hoogtepunt van de crisis werden vluchten regelmatig last-minute gecanceld door een te lage bezetting. Heel vervelend. Veel mensen boekten een privévlucht om zeker te zijn dat ze zouden kunnen vertrekken. Door die hogere vraag daalden de prijzen, waardoor het een toegankelijker gegeven werd. Dat effect merken we vandaag nog steeds.

Par ailleurs, nos clients nous demandaient souvent de les aider à organiser leurs événements. Une fois encore, afin d’établir clairement ce que les clients peuvent attendre de nous, nous avons créé une entreprise distincte à cet effet. Avec Private Event Design, nous organisons toutes sortes d’events, des mariages aux fêtes de naissance en passant par les événements d’entreprise. Dans un pre mier temps, ces services étaient gérés par Private Ser vices, mais vu l’engouement, cela n’a bien vite plus suffi. »

La sérénité en tant que service

« Nos clients recherchent quelqu’un qui puisse les décharger. Quelqu’un qui a avant tout de l’expertise et de l’expérience, en qui ils peuvent avoir confiance. Il faut que tout soit parfait. Et ils savent que c’est toujours le cas avec nous. Il s’agit généralement de personnes fortunées, mais surtout de personnes qui ne veulent pas devoir constamment s’occuper de mille et une choses. Nos clients disposent évidemment d’un vaste réseau auquel ils peuvent faire appel, mais ne veulent pas consacrer de temps aux appels téléphoniques et aux réservations. Nous sommes heureux de nous en charger. »

Marché émergent

Les deux frères voient-ils un avenir dans le secteur de la conciergerie ? Absolument. « Dans les grandes villes comme Paris, Londres et New York, le service de concier gerie fait partie du quotidien. En Belgique, ce n’est pas encore le cas. L’essor se veut plus discret, même si nous constatons une hausse du nombre de demandes. »

Autre caractéristique de ce marché : il ne s’arrête jamais. « Nous remarquons parfois des tendances. La pandémie, par exemple, a entraîné une augmentation de la demande de vols privés. Au plus fort de la crise, il arrivait souvent que des vols soient annulés à la dernière minute en raison d’un taux d’occupation insuffisant. C’est évidemment très ennuyeux. De nombreuses personnes réservaient alors un vol privé pour être sûres de pouvoir partir. Face à cette demande accrue, les prix ont baissé, ce qui a rendu la formule plus accessible. Nous constatons encore cet effet aujourd’hui.

Daarom zijn we nu een partnership aangegaan met Jetworld, de boutique broker waarmee Jessica Espino Gallego onze klanten voorziet van een uiterst geperso naliseerde luxeservice.” Dat is overigens niet het enige partnership waar de broers op inzetten; zo maken ze deel uit van de Family Wealth Office service die Nagelmackers uitrolt voor een select deel cliënten. Je leest er meer over op p. 70.

Over ondernemen als familie

Micael gaat verder. “Toen we merkten dat Private Driving en Private Services beter op zichzelf zouden staan, von den we het belangrijk hier een duidelijke lijn in te trekken en elk met een eigen bedrijf verder te gaan. Ik besloot om met Private Services verder te gaan: ik kom graag met creatieve ideeën en ben niet bang om enig risico te nemen. Ik had zin in iets nieuws. Dus ik heb de sprong ge waagd en ben terug vanaf nul begonnen. Private Driving daarentegen draaide al goed en had een mooi klanten bestand. Voor Manuel voelde het als een betere match om Private Driving over te nemen. Hij kent het vak, onze klanten en het bedrijf als geen ander, dus hij zag het he lemaal zitten om dat verder te zetten en uit te bouwen.”

Advies van thuis

Goede afspraken zijn belangrijk als je zaken doet, en mis schien zelfs extra belangrijk als je zaken doet met familie. Dat beamen Manuel en Micael: “Onze vader heeft veel invloed gehad bij de totstandkoming van onze onder nemingen. Hij gaf mee dat we bij de opsplitsing van de ondernemingen absoluut zeker moesten zijn dat beide partijen er goed en tevreden uit zouden komen.”

“Dat is iets dat je extra hard in de gaten moet houden wanneer je onderneemt met familie. Het is namelijk geen sinecure: er komen emoties bij kijken. Het kan moeilijker zijn dan zaken doen met mensen waar je geen familiale band mee hebt. We proberen er dan ook voor te zorgen dat het zakelijke geen invloed heeft op onze privésfeer. Onze vrouwen doen hun uiterste best om te vermijden dat we op familiefeesten continu praten over het werk”, lacht Micael.

Nous avons donc décidé de nous associer à Jetworld, le courtier haut de gamme au travers duquel Jessica Espino Gallego propose à nos clients un service de luxe hautement personnalisé. » Ce n’est pas le seul partenariat que les frères visent. Ils bénéficient également du service Family Wealth Office que Nagelmackers propose à un cercle restreint de clients privilégiés. Pour en savoir plus à ce sujet, rendez-vous à la page 70.

Entreprendre en famille

Micael poursuit : « Lorsque nous avons réalisé que les concepts Private Driving et Private Services se porteraient mieux s’ils étaient indépendants, nous avons pensé qu’il était important de tracer une ligne claire et que chacun continue avec sa propre entreprise. J’ai décidé de pour suivre avec Private Services : j’aime trouver des idées créatives et je n’ai pas peur de prendre des risques. J’avais envie de proposer quelque chose de neuf. J’ai donc fait le grand saut et je suis reparti de zéro. Private Driving, en revanche, se portait déjà bien et jouissait d’une belle clien tèle. Pour Manuel, la reprise de Private Driving est apparue comme une évidence. Il connaît le secteur, nos clients et l’entreprise comme nul autre, il semblait donc opportun qu’il poursuive cette activité et la développe. »

Conseils à domicile

Il est essentiel de passer de bons accords lorsque l’on fait des affaires. Et peut-être encore plus lorsque l’on fait des affaires en famille. Manuel et Micael acquiescent : « Notre père a joué un rôle important dans la création de nos en treprises. Il nous a prévenus qu’en cas de scission, nous devrions tous les deux être sûrs d’être satisfaits. »

« Il faut être très attentif à cet aspect quand on fait des affaires en famille. Ce n’est pas une sinécure : des émo tions sont en jeu. Cela peut être plus difficile que de faire du business avec des personnes sans aucun lien de pa renté. Nous essayons de faire en sorte que les affaires n’interfèrent pas avec notre vie privée. Lors des fêtes de famille, nos partenaires respectives font tout pour nous empêcher de parler travail à longueur de temps, », ajoute Micael en souriant.

→

« J’aimerais bien sûr que nos enfants nous rejoignent dans l’entreprise. Mais nous avons pu tracer notre propre carrière et je veux qu’il en soit de même pour eux. »

Micael Craenhals & Jessica Espino Gallego (Jetworld).

Met vier ogen zie je meer

“Uiteraard hebben we soms discussies zoals een ander, maar het werkt. We werken echt graag samen. Dagelijks bellen we, wekelijks zien we elkaar. Want zoals onze vader zegt: ‘met vier ogen zie je altijd meer’. We zijn groot ge worden door samen te werken, dus we zien niet in waar om we dat in de toekomst anders zouden doen.”

Micael gaat verder. “Als ervaren ondernemer heeft onze vader veel geholpen. Dat doet hij zelfs nog dagelijks. Hij heeft ons behoed voor de valkuilen van het ondernemen. Een van zijn belangrijkste lessen was dat ‘niets voor niets komt’. Als je veel luxe wilt in het leven, dan zal je ervoor moeten werken. Het komt nooit uit de lucht gevallen.”

Tweede generatie?

Of de broers hopen dat hun ondernemingen ook ooit tweede generatie-familiebedrijven worden? Manuel laat het in het midden. “Ik ga mijn kinderen vooral laten doen wat ze willen doen. Ik zal ze steunen, welke weg ze ook uit willen. Natuurlijk zijn ze altijd welkom bij ons, en het zou fijn zijn als ze mee in de zaak willen stappen. Maar wij hebben ook zelf ons carrièrepad mogen uitstippelen, dus ik wil voor hen hetzelfde.” Daarvoor moeten de broers uiteraard bereid zijn de fakkel door te geven. “Als we zien hoe graag wij het vandaag nog doen, dan ziet het er niet naar uit dat wij op ons vijftigste al zullen stoppen met werken”, lachen Manuel en Micael. //

On voit mieux avec quatre yeux

« Nous avons bien sûr parfois des débats plus animés, mais ça fonctionne. Nous aimons vraiment travailler ensemble. On s’appelle tous les jours, on se voit toutes les semaines. Car comme le dit notre père : “on voit tou jours mieux avec quatre yeux”. Nous avons grandi en tra vaillant ensemble. Nous ne voyons donc pas pourquoi il en serait autrement à l’avenir. »

Micael poursuit. « En tant qu’entrepreneur expéri menté, notre père nous a beaucoup aidés. En réalité, il nous aide encore tous les jours. Il nous a protégés des pièges de l’entrepreneuriat. Un de ses enseignements les plus importants était que “l’on n’a rien sans rien”. Si vous voulez agrémenter votre vie de luxe, vous devrez travailler pour atteindre cet objectif. Rien ne tombe jamais du ciel. »

Deuxième génération ?

Les frères espèrent-ils transmettre un jour leurs entre prises à la génération suivante ? Manuel botte en touche. « Je laisserai mes enfants faire ce qu’ils veulent. Je les soutiendrai, quelle que soit la voie qu’ils empruntent. Ils sont certes toujours les bienvenus, et s’ils veulent se lan cer dans l’aventure avec nous, j’en serai ravi. Mais nous avons pu tracer notre propre parcours et je veux qu’il en soit de même pour eux. » Encore faut-il que les frères soient prêts à passer le flambeau. « Quand on voit à quel point nous aimons encore notre métier aujourd’hui, je ne pense pas que nous arrêterons de travailler à 50 ans », s’amusent Manuel et Micael. //

www.private-services.com www.private-event-design.com www.privatedriving.be www.jetworld.be

“We zijn groot geworden door samen te werken, dus we zien niet in waarom we dat in de toekomst anders zouden doen.”

Royal Belgian Caviar

// ROYAL BELGIAN CAVIAR 'ENIGE BELGISCHE PRODUCENT. UNIEK MAAR NIET ELITAIR.'

Behalve door onze voetbal- en wielerprestaties is ons land zowat overal ter wereld bekend om zijn culinaire, zeg maar gastronomische specialiteiten. In één adem hoor je dan: wafels, bier en chocolade, alledaagse lekkernijen. Minder alledaags, minder bekend, maar nog een reden om trots op te zijn is de Belgische kaviaar: slechts één producent en toch 8,5 ton per jaar aanwezig op de tafels van de beste restaurants op elk continent. Maar kaviaar proeven en ervan genieten kan ook thuis, want het mysterie dat er lang rond hing is weg. Uniek is niet langer elitair, wél heel toegankelijk en op maat van de klant. Dat hebben we te danken aan Royal Belgian Caviar.

Au-delà de ses exploits footballistiques et cyclistes, notre pays est aussi réputé aux quatre coins du monde pour ses spécialités culinaires, voire gastronomiques. Nous sommes les rois incontestés de la gaufre, de la bière et du chocolat. Ce que vous ignorez peut-être, c’est que la Belgique recèle un autre joyau moins courant, moins connu, mais dont nous pouvons être tout aussi fiers : le caviar. Si un seul producteur belge est actif dans ce domaine de niche, il assure pourtant une production annuelle de 8,5 tonnes, que l’on retrouve dans les meilleurs restaurants du monde. Depuis que le mystère qui l’entourait a disparu, l’or noir se déguste aussi à domicile. Unique sans être élitiste, le caviar est un produit extrêmement accessible et adapté à chaque client. Tout cela, grâce à Royal Belgian Caviar.

Le seul producteur belge. Unique, mais pas élitiste.

Syrco Bakker (Pure-C**).

Bert & Giel Meewis (Slagmolen**).

“ De kwaliteit van de kaviaar begint bij het dieet van de steur.

Traditionele uitvoerders van kaviaar waren de landen rond de Kas pische Zee, vooral Rusland en Iran. Omdat de steur een bedreigde vissoort werd, is de wildvangst verboden. Alle kaviaar is nu dus ge kweekt en dat heeft zo zijn voordelen. Commercieel verantwoorde lijke Cedric Paquet: "Kaviaar wordt gemaakt van de onbevruchte eitjes van de steur. Er zijn ook goedkopere varianten op de markt: eitjes van zalm, forel of lompvis zijn in de handel verkrijgbaar maar kunnen de vergelijking met kaviaar niet doorstaan, de smaak alleen al spreekt boekdelen. Groot voordeel van gekweekte kaviaar is de traceerbaarheid. Het hele artisanale productieproces, van specifie ke steurvoeding tot het verpakken van de licht gezouten kaviaar, hebben wij bij Royal Belgian Caviar zelf in handen.’’

GEEN CONCURRENTIE

Jullie zijn de enige producent in België. Is dat geen uitdaging voor de concurrentie?

"Stel dat iemand vandaag met een nieuw kaviaarbedrijf begint, dan moet hij 7 tot 18 jaar wachten om te weten of hij geslaagd is. Zo lang duurt het namelijk voor je de eerste keer de eitjes van de steur kan oogsten. Al die tijd moeten de vissen in ideale omstandigheden en met het perfecte voeder verzorgd, gekoesterd zeg maar, worden. Wij zijn zelf eind jaren ‘80 gestart, onder leiding van onze visbio loog met doctoraat aquacultuur Willy Verdonck, als producent van visvoer, inclusief steurvoer, met export naar vooral Frankrijk, Italië en Duitsland. Daar begon men op grote schaal steur te kweken, ge stuurd door het vangverbod in de Kaspische Zee. De vraag bleef stij gen, maar de uitdaging om er zelf aan te beginnen was groot, want België moest bij gebrek aan eigen productie alle kaviaar invoeren. Begin jaren '90 zijn we begonnen met wetenschappelijk onderzoek voor de aanleg van een broedstock. Twaalf jaar heeft dat geduurd, in 2002 hebben we voor het eerst geoogst: 150 kilogram. Bijna sym bolisch vergeleken met de 8,5 ton per jaar nu.”

Er zou ook nog een groot smaakverschil zijn tussen verschillende soorten kaviaar?

"Een echte kenner zweert bij zijn 'merk', net als voor andere lekker nijen. Er zijn meerdere soorten steur en elke soort levert zijn eigen type kaviaar. Royal Belgian Caviar heeft vijf belangrijke soorten: vier verschillende en een kruising. Kruising is slechts beperkt mogelijk, maar dit is een voltreffer met de stevigheid van de Osietra en de goede opbrengst van de Siberische. Elk lot komt telkens van één enkele vis.

Autrefois, les exportateurs traditionnels de caviar se limitaient aux pays de la mer Caspienne, notamment la Russie et l’Iran. L’estur geon étant devenu une espèce en voie de disparition, sa capture à l’état sauvage est désormais interdite. Tout le caviar est donc à présent produit en élevage, ce qui présente certains avantages. Cedric Paquet, responsable commercial : « Le caviar provient des œufs non fécondés de l’esturgeon. On trouve aussi des variantes moins chères sur le marché, comme les œufs de saumon, de truite ou de lompe, mais qui sont incomparables avec le caviar. Le goût seul en dit long. L’un des principaux avantages du caviar d’élevage est sa traçabilité. Tout le processus de production artisanale, de l’ali mentation spécifique des esturgeons à l’emballage du caviar légè rement salé, est géré par Royal Belgian Caviar. »

PAS DE CONCURRENCE

Vous êtes le seul producteur en Belgique. N’est-ce pas un défi pour la concurrence ? « Supposons que quelqu’un crée un nouvel élevage aujourd’hui. Cette personne devra attendre 7 à 18 ans pour savoir si elle a réus si, puisque c’est le temps qu’il faut pour récolter les premiers œufs d’esturgeon. Pendant tout ce temps, le poisson doit être soigné, pour ne pas dire choyé, dans des conditions idéales et avec une ali mentation parfaite. Sous la direction de notre biologiste piscicole titulaire d’un doctorat en aquaculture, Willy Verdonck, nous avons commencé à produire des aliments pour poissons à la fin des an nées 1980, notamment des aliments pour esturgeons. Nous les exportions essentiellement en France, en Italie et en Allemagne, où l’on commençait à élever des esturgeons à grande échelle en raison de l’interdiction de la pêche en mer Caspienne. Face à la de mande qui ne cessait d’augmenter, nous avons eu l’idée de lancer notre propre production. Il faut savoir que la Belgique devait alors importer tout son caviar, faute de production propre. Au début des années 1990, nous avons entamé des recherches scientifiques pour créer un élevage. Cet exercice a pris douze ans. Lors de la toute pre mière récolte en 2002, nous avons obtenu 159 kilos : une quantité presque symbolique par rapport aux 8,5 tonnes par an que nous produisons aujourd’hui. »

Il y aurait aussi une grande différence de goût entre les différents types de caviar. Est-ce exact ?

« Les vrais connaisseurs ne jurent que par leur marque préfé rée, comme pour tout autre mets délicat. Il existe plusieurs es pèces d’esturgeons et chacune produit son propre type de caviar. Royal Belgian Caviar compte cinq espèces principales : quatre plus un croisement. Les croisements ne sont possibles que dans une certaine mesure, mais le nôtre est un succès. Il combine la fermeté de l’Osietra et le bon rendement du Sibérien. Chaque lot provient d’un seul poisson. Les œufs ne sont jamais mélangés et nous n’abat tons jamais après la première récolte, mais après la deuxième ou la troisième, sinon en demanderions trop au poisson. De cette ma nière, nous obtenons des œufs plus gros et de meilleur goût. Un esturgeon ne peut pondre qu’à partir de cinq ans. Pour certaines espèces, ce délai est même de dix ans, voire dix-huit ans pour le fameux béluga. Pour l’élevage, nous utilisons nos propres animaux parents qui nagent paisiblement dans de beaux étangs, situés dans un environnement naturel. La reproduction a lieu quelques fois par an et produit des milliers de descendants par couple. »

Gert De Mangeleer (Hertog Jan Group***).

Eitjes worden nooit gemengd en wij slachten ook nooit na de eerste rijping, pas na de tweede of de derde, zoniet zouden we de vis te hard moeten pushen. We krijgen dan grotere eieren met ook betere smaak. Een steur kan pas eieren leveren na vijf jaar, voor sommige soorten loopt dat op tot tien jaar met als uitschieter de beroemde Beluga die liefst achttien jaar op zich laat wachten. Om te kweken, gebruiken we onze eigen ouderdieren die stressloos zwemmen in een aantal prachtige vijvers gelegen in natuurlijk gebied. Een paar keer per jaar kweken levert zo’n duizenden nakomelingen per kop peltje op.”

DUURZAAMHEID

Is de steur uitsluitend eierfabrikant of doen jullie nog wat met het vlees?

"Wij zijn duurzame kwekers. Vooreerst worden de vissen diervrien delijk geslacht en na de oogst van de eieren wordt het vlees ver kocht aan de betere speciaalzaken en toprestaurants of uitgevoerd. Steur was vroeger dagelijkse kost, maar die consumptie hoort jam mer genoeg niet meer thuis in onze eetcultuur, hoewel het vooral warmgerookt een absolute delicatesse is. Doordat we het hele pro ductieproces volledig in handen hebben, kunnen we een constante kwaliteit garanderen. Zelfs de ultieme bewerking, het zouten, ge beurt met de hand zoals vroeger. De structuur en de kwaliteit van het zout moeten aan dezelfde hoge kwaliteitseisen voldoen.”

Door zijn stevige prijskaartje is kaviaar voor de meeste mensen geen dagelijkse kost?

"Hoeft ook niet, je drinkt waarschijnlijk ook niet alle dagen cham pagne? Kaviaar is dan wel een unieke lekkernij, maar niet langer eli tair. De groothandelsprijs schommelt tussen de 800 en 2500 euro per kilogram. Kaviaar produceren vraagt een grote investering die pas na gemiddeld tien jaar begint te renderen. Wij verpakken zelf en doen dat altijd op maat van de klant. Rechtstreeks in de eindver pakking dus, zonder tussentijdse manipulaties en dat is belangrijk, want kaviaar is erg gevoelig voor temperatuurschommelingen. Als consument kun je al een potje bestellen vanaf 10 gram. Dat kost je ongeveer 18 euro, minder dan een goede fles champagne dus. Kavi aar smaakt het beste puur, zonder iets erbij, hoogstens samen met blini’s en zure room of gestoomde aardappel. Warmte is fataal voor de smaak. Echte freaks zweren bij half negen ’s morgens als ideaal degustatiemoment: dan zouden je smaakpapillen maximaal functioneren." //

DURABILITÉ

L’intérêt de l’esturgeon se limite-t-il aux œufs ou utilisez-vous aussi la chair du poisson ? « Nous sommes un éleveur durable. Tout d’abord, les poissons sont abattus dans le respect des animaux. Après la récolte des œufs, la chair est vendue aux meilleurs magasins spécialisés, aux grands restaurants ou exportée. L’esturgeon était autrefois un mets quoti dien, mais cela ne fait malheureusement plus partie de notre culture alimentaire. C’est pourtant un pur délice, surtout lorsqu’il est fumé à chaud. Vu que nous avons un contrôle total sur l’ensemble du pro cessus de production, nous pouvons garantir une qualité constante. Même la dernière étape du traitement, le salage, est effectuée à la main comme dans le passé. La structure et la qualité du sel doivent répondre aux mêmes normes de qualité élevées. »

Peut-on dire qu’en raison de son prix élevé, le caviar n’est pas un plaisir quotidien pour la plupart des gens ? « Vous ne buvez probablement pas du champagne tous les jours non plus ! Le caviar est évidemment un mets unique, mais il n’est plus élitiste. Le prix de gros fluctue entre 800 et 2 500 euros le kilo. La production nécessite un investissement important qui ne com mence à porter ses fruits qu’au bout de dix ans en moyenne. Nous emballons le caviar nous-mêmes et toujours selon les spécifications du client, directement dans l’emballage final, sans aucune manipu lation intermédiaire. Ce point est crucial, car le caviar est très sen sible aux variations de température. En tant que consommateur, vous pouvez déjà acheter un pot de 10 grammes, qui vous coûtera environ 18 euros, soit moins qu’une bonne bouteille de champagne. Le caviar est meilleur pur, sans accompagnement, tout au plus avec des blinis et de la crème aigre ou des pommes de terre à la vapeur. La chaleur est fatale au goût. Les vrais mordus ne le dégustent qu’à 8 h 30 du matin, car c’est le moment de la journée où les papilles gustatives fonctionnent le mieux. » //

De lijst van onze verdelers vindt u hier: Retrouvez la liste de nos distributeurs : www.royalbelgiancaviar.be • info@royalbelgiancaviar.be T. 014 47 27 10

Roger Van Damme (Het Gebaar*) & Lionel Rigolet (Comme Chez Soi**).

Investeren in classic cars

// 'INVESTIR DANS UNE VOITURE DE COLLECTION'

Ronkende motoren, glimmende carrosserieën, een rijervaring die we in hedendaagse bolides niet terugvinden – er zijn tal van beleggingsopties op de markt, maar achter die van classic cars gaat een fenomenale belevingswereld schuil. Experts Thibault De Meester, Board Member van de Belgian Historic Vehicle Association, en Motor Cars specialist Grégory Tuytens van het internationaal gerenommeerd veilinghuis Bonhams Fine Art Auctioneers & Valuers delen hun kennis.

Un moteur qui ronronne, une carrosserie rutilante, une expérience de conduite incomparable à celle des voitures actuelles… Si le marché offre une multitude de possibilités d’investissement, l’univers des ancêtres reste une expérience hors du commun. Les experts Thibault De Meester (Board Member de la Belgian Historic Vehicle Association) et Gregory Tuytens (spécialiste des véhicules motorisés pour la salle de vente de renommée internationale Bonhams Fine Art Auctioneers & Valuers) partagent leur expertise en la matière.

Hoe populair is beleggen in een oldtimer dezer dagen?

Grégory Tuytens vertelt. “De automarkt is weer booming business. Na de hoogdagen van 2014 tot 2018, stond de algemene interesse een paar jaar op een lager pitje. Maar dat is helemaal gekeerd tijdens de coronacrisis, opnieuw richting een investeerdersmarkt: veel mensen zaten thuis. Geen evenementen, geen reizen,… met momenten voelde het alsof we onze vrijheid wat kwijt waren. En de auto staat sinds het begin van z’n geschiedenis symbool voor vrijheid.

→

Investir dans une voiture de collection, est-ce populaire, de nos jours ?

Grégory Tuytens : « Le marché automobile connaît actuellement un nouvel essor. Après une période faste entre 2014 et 2018, l’intérêt général s’est essoufflé pendant quelques années. Mais la tendance s’est complètement inversée pendant la crise sanitaire, favorisant un marché d’investisseurs. Entre le confinement, l’interdiction de voyager et l’annulation des événements en tous genres…

Les gens ont parfois eu l’impression d’être privés de liberté. Or depuis sa création, la voiture a toujours été un symbole de liberté.

→

Daarnaast heb je het feit dat het nulrentebeleid van de centrale banken ervoor zorgde dat mensen op zoek gingen naar een alternatief voor het geld op hun spaarrekeningen. Dat heeft de heropleving van investeren in auto’s alleen maar geholpen. Meer mensen (her)ontdekten de wondere wereld van oldtimers als de ideale combinatie van investering en plezier.”

Vanaf welk budget kun je investeren in een classic car?

Thibault De Meester: “Dat hangt af van in het segment waarin je actief wilt zijn. Maar met 10.000 euro kan je zeker al starten. Een echte liefhebber vindt in elk segment wel iets naar zijn smaak.”

Grégory: “Vanaf 50.000 euro kan je mijns inziens hopen op ‘investment’. Als je met een goede neus gekocht hebt, dan bestaat de kans dat je collectiewagen jaarlijks 20 à 30% stijgt in waarde, maar uiteraard niet oneindig. Auto’s binnen het budget van 15.000 tot 25.000 euro blijven over het algemeen jarenlang op hetzelfde niveau hangen.”

Thibault: “Hoe meer je kan investeren, hoe unieker de wagen die je kunt kopen, hoe meer de waarde zal stijgen. Maar dat betekent niet dat ik er als jonge gast bijvoorbeeld geen deel van kan uitmaken. Ik koop simpelweg in een ander segment.”

Hoe kun je de waarde van een classic car inschatten?

Grégory: “Bij Bonhams hanteren we vier criteria om de waarde te bepalen: geschiedenis van de wagen (history), staat (condition), originaliteit (originality) en zeldzaamheid (rarity). Sommige mensen maken de fout om te hard te focussen op slechts één aspect. ‘1 van 20 stuks’ is alleen veel waard als ook het merk, model en type auto goed zitten. Een vierzit 1966 Jaguar FT Bertone, 1 van slechts 2 exemplaren ooit gemaakt, is bijvoorbeeld geen slimme investering – alhoewel het, als 1 van 2 stuks, ongelofelijk uitzonderlijk is. Daarom is het interessant je te laten adviseren door een expert die er objectief naar kan kijken. Dat advies verlenen wij graag bij Bonhams, ook los van de veilingen.”

→

De plus, la politique de taux d’intérêt négatifs des banques centrales a poussé les investisseurs à chercher une alternative aux comptes d’épargne. Ce phénomène a favorisé la relance de l’investissement automobile. De plus en plus de personnes ont (re)découvert l’univers merveilleux des voitures de collection, qui combine à merveille investissement et plaisir. »

Quel est le budget minimum pour investir dans une voiture de collection ?

Thibault De Meester : « Tout dépend du segment qui vous intéresse. On peut investir dès 10 000 euros. Les vrais passionnés trouveront un modèle à leur goût dans chaque segment. »

Grégory : « Je pense que l’on peut véritablement parler d’investissement à partir de 50 000 euros. Si vous avez le flair pour les bonnes affaires, votre voiture de collection peut prendre 20 à 30 % de valeur tous les ans, mais évidemment pas indéfiniment. Les voitures d’un budget compris entre 15 000 et 25 000 euros conservent généralement la même valeur pendant plusieurs années. »

Thibault : « Plus vous pouvez investir, plus votre voiture sera unique et prendra de la valeur. Cela ne signifie pas forcément, par exemple, que je sois exclu parce que je suis jeune. Je dois simplement viser un segment différent. »

Comment estimer la valeur d’une voiture de collection ?

Grégory : « Bonhams se fonde sur quatre critères pour déterminer la valeur : l’histoire de la voiture, son état, son originalité et sa rareté. Certaines personnes se focalisent sur un seul aspect, mais c’est une erreur. Une voiture dont il n’existe que 20 exemplaires n’a de valeur que si la marque, le modèle et le type de véhicule sont également au rendez-vous. Un exemple ? La Jaguar FT Bertone de 1966 à quatre places n’est pas un investissement judicieux, même s’il n’en existe que deux exemplaires et qu’elle est exceptionnelle à ce titre. Il est donc toujours intéressant de demander l’avis objectif d’un expert. C’est avec plaisir que Bonhams donne de tels conseils, même en dehors des ventes aux enchères. »

→

Over de experts À propos des experts

THIBAULT DE MEESTER

is kleinzoon van een mecanicien. Op jonge leef tijd kreeg hij de microbe te pakken, waarop hij op zijn 14de zijn eerste oldtimer om aan te sleutelen kocht met de centen van zijn communie. Zo in spireerde hij ook zijn vader, waarmee hij sinds dien samen actief verzamelt. Als lid van de Youth Board en jongste lid van de Board of Directors van de BEHVA zet Thibault zich in voor de belan gen van andere collectioneurs en zorgt hij ervoor dat de oldtimertraditie in ere gehouden wordt.

Thibault De Meester est petit-fils de mécanicien. Cette passion lui est venue dès le plus jeune âge, au point d’acheter son premier ancêtre à retaper à l’âge de 14 ans avec l’argent reçu pour sa communion. Il a également inspiré son père, avec qui il collectionne aujourd’hui activement. En tant que membre du Youth Board et plus jeune membre du conseil d’administration de la BEHVA, Thibault s’engage en faveur des intérêts des autres collectionneurs et veille à maintenir la tradition des ancêtres.

GRÉGORY TUYTENS

kreeg de liefde voor auto’s ook mee van thuis. Als Motor Cars Specialist bij Bonhams begeleidt hij veilingen in binnen- en buitenland en werd hij onlangs benoemd tot hoofd van de Zoute Sale, de Belgische Bonhamsveiling gekoppeld aan de Zoute Grand Prix, die uitgroeide van een klei ne boutiqueveiling tot één van de belangrijkste evenementen op Bonhams’ internationale jaarka lender. Hij doet zelf regelmatig mee aan rally's en is gespecialiseerd in naoorlogse sportwagens uit de jaren 50 en 60.

C’est également à la maison que Gregory Tuytens a hérité de l’amour des voitures. En tant que Motor Cars Specialist chez Bonhams, il supervise des ventes aux enchères en Belgique et à l’étran ger. Il a récemment été nommé responsable de la Zoute Sale, la vente belge de Bonhams lors du Zoute Grand Prix. Ce qui n’était au départ qu’une petite vente aux enchères est devenu l’un des événements les plus importants du calendrier annuel international de Bonhams. Gregory par ticipe lui-même régulièrement à des rallyes et se spécialise dans les voitures de sport d’aprèsguerre des années 1950 et 1960.

GRÉGORY TUYTENS

Is er een risico aan verbonden?

Thibault: “Een risico zou ik het niet noemen, maar zoals bij elke hobby zal je enig ‘leergeld’ betalen. Natuurlijk betaal je daarvan liefst zo weinig mogelijk en kun je de leerperiode zo snel mogelijk achter je laten, maar je eerste investeringen zullen mogelijk duurder uitvallen dan diegene die je onderneemt met iets meer ervaring of onder begeleiding van een expert.”

Grégory: “Ook zul je in het begin nog wat moeten zoeken naar wat je wilt. Een auto die je nu al niet mooi vindt maar toch koopt als investering, ga je over twee jaar al helemaal niet meer graag zien als de waarde ervan mocht dalen, wat altijd kan. Snel en onbezonnen shoppen is absoluut af te raden.

Zolang je slim koopt, zul je geen geld verliezen. Een goede investering blijft waardevast. Een interessante auto die goed scoort op vlak van geschiedenis, staat, originaliteit en zeldzaamheid, zal altijd worden gezien als ‘blue chip’ en zal altijd een correcte prijs opleveren.”

Waarom zou je überhaupt investeren in wagens?

Grégory: “Sowieso volgt de waarde van een klassieke auto met de jaren, monetair gezien, een mooie stijgende lijn. Die waardestijging is sowieso een langetermijnverhaal. Het is mogelijk, als je koopt met een goede neus, dat je al na een jaar een verdubbeling van je investering ziet –maar dat is uitzonderlijk. Een aanzienlijke waardestijging is meestal een proces van jaren.

→

Un tel investissement présente-t-il un risque ?

Thibault : « Je ne parlerais pas de risque, mais comme pour toute passion, la courbe d’apprentissage a un coût. On aimerait évidemment payer le moins possible et dépasser au plus vite cette période d’apprentissage, mais les premiers investissements sont généralement plus onéreux qu’avec un peu plus d’expérience ou sous la supervision d’un expert. »

Grégory : « Il faut aussi commencer par découvrir ce que l’on veut. Si j’achète en guise d’investissement une voiture qui ne m’emballe pas vraiment et que sa valeur baisse, elle ne me plaira plus du tout dans deux ans. C’est toujours une éventualité. Les achats rapides et impulsifs sont à proscrire.

Tant que vous achetez intelligemment, vous ne perdrez pas d’argent. Un bon investissement conserve sa valeur. Une voiture intéressante qui se démarque par son histoire, son état, son originalité et sa rareté sera toujours considérée comme une valeur sûre et rapportera toujours une belle somme. »

Au fond, pourquoi investir dans l’automobile ?

Grégory : « D’un point de vue monétaire, la valeur d’une voiture de collection suit invariablement une tendance à la hausse au fil du temps. Cette augmentation de la valeur est un processus à long terme. Si vous dénichez une bonne affaire, vous pourriez voir votre investissement doubler après un an à peine, mais ce serait exceptionnel. Une augmentation significative de la valeur est un processus qui prend généralement plusieurs années.

→

«

Ce n’est pas la même expérience que les autres formes d’investissement. Pour la plupart, il ne s’agit pas d’un investissement purement financier. »

Maar in de eerste plaats komt passie, eerder dan zuiver een belegging. Er wordt zoveel gecreëerd rond een wagen: rally’s, reizen, concours events, sociale gelegenheden met andere liefhebbers en gelijkgestemden,… een voor een vaak gepaard met gastronomie, passie en plezier. Ook wordt de stalling van je oldtimer thuis steeds meer gekoppeld aan een bar of een bibliotheek. Het wordt zo een uitbreiding van je woning, een deel van het decor. Het is tastbaar en je kunt ervan genieten. Dat plezier heb je ook met kunst, maar niet met geld op de bank.

Er zit een sterke community achter classic carinvesteerders. Je krijgt er dus een leuke sociale kring bij. Daarbovenop is er de sentimentele waarde. Soms wordt een wagen als familiestuk doorgegeven, of jaren later opnieuw gekocht uit nostalgie.”

Hoe haal je het meeste uit je investering?

Thibault vertelt. “Het is belangrijk dat je de investering bekijkt als meer dan een financiële belegging. Die unieke rijervaring, de community, het verhaal van de auto, de avonturen die je ermee kunt beleven, de rally’s en events, al dan niet sleutelen aan je wagen,… Het is belangrijk dat je die ervaringen er ook uithaalt. Als je dat niet doet, en een wagen koopt om te laten staan, dan is het een minder interessante investering. Dat kan natuurlijk ook, maar de meeste oldtimerliefhebbers halen echt alles uit de kan. De emotionele waarde is niet te onderschatten.”

Wat is het verschil tussen investeren in auto’s en andere vormen van beleggen?

Grégory: “De beleving heb je bij andere vormen van beleggen iets minder. Voor veel mensen is het inderdaad geen zuiver financiële investering, die extra dimensie maakt er net deel van uit. Van de sociale kring tot de activiteiten,… Kunst is in die optiek bijvoorbeeld veel discreter. Een auto is minder privé en ga je sneller samen beleven.”

La passion prime cependant sur l’investissement au sens propre. La voiture est le point de départ de tant d’événements : rallyes, voyages, concours, rencontres avec d’autres passionnés… Le tout souvent ponctué de gastronomie, de passion et de plaisir. Par ailleurs, il est de plus en plus fréquent d’intégrer un bar ou une bibliothèque au garage de votre ancêtre à domicile. Il devient une extension de votre maison et fait partie du décor. Il s’agit d’un investissement concret dont vous pouvez profiter. C'est un plaisir que l'art peut aussi vous offrir, mais pas l’argent qui dort à la banque.

Les investisseurs de voitures de collection forment une communauté soudée. Ils font partie d’un agréable cercle social. Sans oublier la valeur sentimentale : il arrive qu’une voiture soit transmise de génération en génération ou rachetée des années plus tard, par nostalgie. »

Comment tirer le maximum de cet investissement ?

Thibault : « Il est important de ne pas uniquement considérer l’aspect financier de l’investissement. L’expérience de conduite inégalable, la communauté, l’histoire de la voiture, les aventures que vous allez vivre ensemble, les rallyes et autres événements, la possibilité ou non de modifier votre véhicule… Vous devez retirer du positif de ces expériences. Si vous achetez une voiture pour la laisser au garage, le projet est beaucoup moins intéressant. C’est une possibilité, bien sûr, mais la majorité des passionnés y mettent tout leur cœur. Il ne faut pas sous-estimer la valeur émotionnelle. »

Quelle est la différence entre un investissement automobile et les autres formes d’investissement ?

Grégory : « L’expérience n’est pas comparable. Pour la plupart des gens, il ne s’agit pas d’un investissement purement financier. Ce n’est qu’une dimension supplémentaire en marge du cercle social, des activités… L’art est, par exemple, bien plus discret à cet égard. Une voiture est un investissement moins privé, on en profite plus facilement avec les gens qu’on aime. »

Thibault bevestigt. “De meeste oldtimerinvesteerders doen het vanuit de passie voor het vak. Maar uiteraard zit er altijd een beleggingsinsteek achter. Een van de voordelen is dat het, in tegenstelling tot vastgoed, niet locatie- of landgebonden is. Een wagen is een mobiel iets, je kunt het kopen en verkopen waar je maar wilt. Verandert de regelgeving in België waardoor het een minder interessante investering is? Geen probleem, in het buitenland ziet het plaatje er mogelijks heel anders uit.”

Wat zijn de beste investeringen van het moment?

Grégory: “De markt is eigenlijk te volatiel om te kunnen spreken van ‘een investering van het moment’, en voor bepaalde specifieke investeringsauto’s heb je de boot net gemist om over een topinvestering te spreken. Zo ging de iconische Ferrari F40 van 1 miljoen naar 1,8 miljoen, zelfs richting 2 miljoen, op net iets meer dan een jaar tijd. Nog frappanter is de Porsche Carrera GT van 2005, die stabiel rond de 700.000 à 800.000 euro hing in 2021 om plots in 2022 pijlsnel boven het miljoen te gaan, naar zelfs 1,5 à 1,8 miljoen onlangs, op slechts een paar maanden tijd. Opvallend is dat voornamelijk recentere auto’s deze trend volgen, auto’s uit de jaren 50 en 60 in mindere mate. Actueel heel erg aan zet zijn de supercars van de jaren 90 en de nog modernere hypercars.

→

Thibault confirme : « La plupart des investisseurs en ancêtres agissent par passion. L’aspect “investissement” reste bien sûr présent. Mais il a l’avantage de ne pas être lié à un lieu ou à un pays, contrairement à l’immobilier. Une voiture est mobile, vous pouvez l’acheter et la vendre où vous voulez. Si la législation belge change et que votre investissement devient soudainement moins intéressant, la situation sera peut-être très différente à l’étranger. »

Quels sont les meilleurs investissements du moment ?

Grégory : « Le marché est trop volatil pour que l’on puisse parler “d’investissement du moment”. Pour certaines voitures spécifiques, vous avez loupé le coche de justesse pour pouvoir parler d’un investissement de premier plan. En un peu plus d’un an, l’emblématique Ferrari F40 est ainsi passée de 1 million à 1,8 million, voire 2 millions d’euros. Plus surprenant encore : la Porsche Carrera GT de 2005, qui oscillait entre 700 000 et 800 000 euros en 2021, a subitement dépassé le million en 2022. Elle a même récemment atteint 1,5 à 1,8 million d’euros, en l’espace de quelques mois. Étonnamment, ce sont surtout les voitures plus récentes qui suivent cette tendance, tout comme les modèles des années 1950 et 1960, mais dans une moindre mesure. Ce sont les supercars des années 1990 et les hypercars, encore plus modernes qui ont aujourd’hui le vent en poupe.

→

Sowieso zijn sommige merken en modellen zodanig favoriet dat ze altijd een plek zullen hebben in het landschap. Zo zijn Ferrari en Porsche de market makers. Ferrari is bijvoorbeeld koploper, altijd al geweest. Het is een kinderdroom voor velen. De markt volgt Ferrari dan ook meestal: als de waarde van die wagens stijgt, zullen Mercedes, Lamborghini, Porsche en Aston Martin ook in waarde stijgen.

Ook Porsche is erg populair. Dankzij hun topkwaliteit en betrouwbaarheid is een Porsche voor veel mensen hun eerste oldtimer. Het is de perfecte starter, ideaal om wat zelfvertrouwen mee te kweken.

Uiteraard zijn er schommelingen in het landschap, bijvoorbeeld wanneer veel investeerders dezelfde modellen van de hand doen op hetzelfde moment. Dan daalt de waarde weer omdat de markt even verzadigd is. Hoe langer je in het vak zit, hoe beter je die schommelingen kunt aanvoelen. Het blijft wel een investering op lange termijn.”

Thibault: “Daarnaast is de populariteit van vooroorlogse auto’s, of prewar cars, aan het toenemen, maar dat is nog altijd een nichesegment voor de echte liefhebbers. Het is een opkomende markt. De exemplaren worden niet verkocht bij handelaars, maar voornamelijk tussen collectioneurs. Er zijn veel minder merken, lijnen en aantallen op de markt, dus ze zijn veel unieker. Er hangt een rijke geschiedenis aan, dus je hebt altijd een uitmuntend gespreksonderwerp als je ergens met een prewar sportwagen toekomt.

→

Quoi qu’il en soit, certaines marques et certains modèles sont tellement populaires qu’ils feront toujours partie du paysage. Ainsi, Ferrari et Porsche dominent le marché. Ferrari conserve, par exemple, sa place de chef de fil indétrônable. Il s’agit pour beaucoup d’un rêve d’enfance. Le marché suit généralement Ferrari : si la valeur de ces voitures augmente, Mercedes, Lamborghini, Porsche et Aston Martin lui emboîtent le pas.

Les Porsche sont également très populaires. De nombreux investisseurs optent pour une Porsche comme première voiture de collection en raison de la qualité supérieure et de la fiabilité de ce constructeur. Il s’agit d’une entrée en matière parfaite, l’idéal pour prendre un peu d’assurance.

On observe bien sûr quelques fluctuations lorsque de nombreux investisseurs vendent les mêmes modèles au même moment. La valeur baisse ensuite à nouveau, car le marché est alors saturé. Quand on est dans le métier depuis longtemps, on voit arriver ces fluctuations. Mais il s’agit toujours d’un investissement à long terme. »

Thibault : « La popularité des voitures d’avant-guerre augmente également, mais il s’agit encore d’un segment de niche pour les vrais amoureux. Ce marché émerge. Les voitures ne sont pas vendues par des professionnels, mais essentiellement entre collectionneurs. Elles sont aussi plus uniques, car il existe beaucoup moins de marques, de gammes et de volume sur le marché. Leur histoire est riche : vous avez toujours un excellent sujet de conversation lorsque vous arrivez quelque part avec une voiture de sport d’avant-guerre.

→

Ze spreken eigenlijk vooral de diehards aan omdat ze moeilijker zijn om mee te rijden. De auto starten vergt enige technische kennis, je passagier moet al bijna een skibril dragen om geen steentjes in zijn of haar gezicht te krijgen, je stapt gegarandeerd uit met olievlekken op je broek,… Het is een heuse rijervaring waar je kennis van moet hebben, naoorlogse wagens zijn veel meer rijklaar. Maar voor de liefhebber zit daar net de schoonheid.”

Van LEZ tot invoerrechten: hoe blijf je als oldtimereigenaar mee met wetgeving?

Thibault, met een knipoog: “Door je aan te sluiten bij de BEHVA natuurlijk. We vertegenwoordigen meer dan 40.000 autoliefhebbers en 500 clubs. Als je bij ons lid bent, dan houden wij je rechtstreeks op de hoogte. We hebben regionale ambassadeurs die je kunt contacteren voor vragen en meer. Veel mensen contacteren hun garagist bij problemen, niet wetende dat er heel veel kennis en ervaring in ons netwerk zit.

Daarnaast ondersteunen we extra door lobbywerk en actief aan het imago van oldtimers te werken. Daar is in ons land nog wat werk aan. We merken dat er in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld een veel positiever beeld hangt. Als er daar een 2pk'tje de berg niet op raakt, zullen mensen helpen duwen. In België word je al vaker met de vinger gewezen omdat je een zware vervuiler zou zijn, terwijl oldtimers als groep qua uitstoot te verwaarlozen zijn. We willen dat imago weer positiever krijgen, zodat er ook in de wetgeving op een correcte manier gekeken wordt naar oldtimers.”

Ces modèles attirent surtout les fans inconditionnels, parce qu’ils sont plus difficiles à conduire. Il faut un minimum de connaissances pour démarrer la voiture, votre passager devra porter des lunettes de ski pour ne pas recevoir de cailloux en plein visage, et vous devez apprendre à vivre avec des taches d’huile sur votre pantalon… Cette expérience de conduite authentique demande un certain savoir-faire, et les voitures d’aprèsguerre sont beaucoup plus commodes. Mais les passionnés vous diront justement que c’est là que réside toute la beauté. »

Des zones de basse émission aux droits d’importation : comment les propriétaires d’ancêtres peuvent-ils se conformer à la législation ?

Thibault répond avec un clin d’œil : « En rejoignant la BEHVA, bien sûr ! Nous représentons plus de 40 000 passionnés d’automobiles et 500 clubs. Si vous êtes membre, vous êtes directement informé. Si vous avez une question, vous pouvez contacter nos ambassadeurs régionaux. Beaucoup de personnes contactent leur garagiste en cas de problème, ignorant que notre réseau dispose de vastes connaissances et d’une solide expérience.

Nous apportons aussi un soutien supplémentaire par le biais du lobbying et en travaillant activement sur l’image des ancêtres. Il y a encore du chemin à faire dans notre pays. L’image est beaucoup plus positive dans un pays comme le Royaume-Uni. Là-bas, si une petite 2 CV n’arrive pas à gravir une pente, les habitants aideront à la pousser. En Belgique, on vous pointera plus souvent du doigt en vous qualifiant de “gros pollueur”, alors que les émissions des ancêtres en tant que groupe sont négligeables. Nous nous efforçons de redorer le blason des ancêtres pour que la législation les traite correctement. »

“De populariteit van vooroorlogse auto’s, of prewar cars, is aan het toenemen, maar dat is nog altijd een nichesegment voor de echte liefhebbers.”

—

THIBAULT DE MEESTER

Wat is de ultieme tip voor de aankoop van een classic car?

Thibault: “Veel mensen zien het over het hoofd, maar net zoals bij het kopen van een normale auto, mag je ook bij een classic car niet vergeten een testritje te maken. Vragen staat vrij, en dan weet je direct wat dat zegt. En hoe kun je nu iets kopen als je er nog niet mee gereden hebt?”

Grégory: “The golden rule is to buy the best you can afford. Je zult veel zaken moeten afwegen, van model tot bouwjaar en meer. Als je bereid bent de investering te doen, bespaar er dan ook niet op en koop het beste wat je kunt kopen binnen jouw budget. Een auto met 150.000 kilometer op de teller waar nog werk aan is, zal nooit even veel waard worden als eenzelfde model in de eerste lak met slechts 60.000 kilometer op de teller. En nog belangrijker: laat je altijd adviseren door een expert.” //

Quel est le meilleur conseil que vous puissiez donner à une personne qui envisage d’acheter une voiture de collection ?

Thibault : « Peu de gens y pensent, mais comme pour l’achat d’une voiture normale, il est essentiel d’essayer une voiture de collection. Cela ne coûte rien, et vous serez très vite fixé. Comment peut-on envisager d’acheter un véhicule sans l’avoir conduit ? »

Grégory : « La règle d’or est simple : achetez le meilleur véhicule que vous puissiez vous offrir. De nombreux éléments entrent en ligne de compte : le modèle, l’année de fabrication et bien plus encore. Si vous vous sentez prêt à faire cet investissement, ne lésinez pas et achetez ce qu’il y a de mieux dans votre budget. Une voiture avec 150 000 km au compteur et qui nécessite des réparations ne vaudra jamais autant qu’un modèle similaire en parfait état et avec seulement 60 000 km. Mais surtout : demandez toujours l’avis d’un expert. » //

L’esprit d’entreprise et l’amour du métier

Ze stampte het luxueuze kleurrijke modelabel Essentiel uit de grond en bouwde het uit tot een van de meest gerenommeerde kledingmerken van Belgische bodem. Meer dan twintig jaar later denkt Inge Onsea – volgens Britse krant The Times een van dé twintig stijliconen boven de vijftig naast Michelle Obama en Miuccia Prada – nog niet aan stoppen. We legden de creatieve frontvrouw vijf vragen voor over ondernemerschap en de liefde voor het vak.

—

Elle est à l’origine d’Essentiel, la griffe luxueuse et haute en couleur qui compte désormais parmi les marques de mode les plus réputées de Belgique. Plus de vingt ans après, celle que le journal britannique The Times considère comme étant l’une des vingt plus grandes icônes de style de plus de cinquante ans aux côtés de Michelle Obama et de Miuccia Prada n’envisage pas de s’arrêter en si bon chemin. Nous avons posé à Inge Onsea cinq questions sur l’esprit d’entreprise et l’amour du métier.

—

// INGE ONSEA, ESSENTIEL-TOPVROUW

'ONDERNEMERSCHAP EN DE LIEFDE VOOR HET VAK'

Hoe is Essentiel ontstaan? Inge Onsea: “In 1999 von den mijn man Esfan Eghtessadi en ik dat het nu of nooit was om zelf iets te beginnen. Het enige waar we thuis in waren was mode. Ik had vooral gewerkt als model, Esfan was opgegroeid in de modewereld. We begonnen met één T-shirt, in verschillende kleuren. Daarmee reed ik met mijn autootje naar mijn toenmalige connecties. Ze vielen in de smaak door hun hoge kwaliteit en felle kleuren; heel vernieuwend in het modelandschap waar toen vooral zwart, wit of grijs te zien was.

Na verloop van tijd kwam de vraag om ook een broek of een kleedje te maken. Zo zijn we extreem snel gegroeid naar een collectie van 500 stuks. We openden onze eer ste winkel en stonden op beurzen in Brussel en Parijs. We vielen daar vooral op door onze liefde voor kleur. Essen tiel was als een kleurenexplosie in een grijze massa. Kleur zit echt in ons DNA. Ik heb vijf jaar in India gewoond, waar je een mengelmoes van kleuren en prints ziet, dus ik ben er erg mee vertrouwd.”

Comment est né Essentiel ? Inge Onsea : « En 1999, mon mari Esfan Eghtessadi et moi avons estimé qu’il était temps de lancer notre propre projet. Or, la seule chose qui nous était familière était la mode. J’avais es sentiellement travaillé comme mannequin, et Esfan avait grandi dans le monde de la mode. Nous avons commen cé par un T-shirt, décliné en différents coloris. Je les por tais partout. Ils ont vite gagné en popularité en raison de leur qualité et de leurs couleurs vives et innovantes, dans un paysage du stylisme alors dominé par le noir, le blanc et le gris.

Au fil du temps, la demande s’est également précisée pour des pantalons ou des robes. Nous nous sommes donc développés très vite pour arriver à une collection de 500 pièces. Nous avons ouvert notre premier ma gasin et avons participé à des foires commerciales, à Bruxelles et à Paris. Nous nous sommes distingués par notre amour de la couleur. Essentiel était comme une ex plosion de couleurs dans une masse grise. C’est vraiment inscrit dans notre ADN. J’ai vécu en Inde pendant cinq ans, où l’on rencontre une myriade de couleurs et d’im primés. Je connais donc bien le sujet. »

Wat is in die 23 jaar ondernemen de grootste uitdaging geweest? “In 2006 is Essentiel volledig gecrasht. Deels door de crisis, deels doordat we te groot geworden waren. Esfan en ik waren allebei geen businessmensen en plots hadden we een bedrijf van 300 werknemers. Zonder businessplan. We deden maar wat om onze ver kopers te pleasen, zonder duidelijk beeld voor ogen. We hebben dan een CEO aangesteld om structuur in de cha os te brengen. Toen hij vroeg naar onze visie, missie en waarden hadden we echt geen idee waar hij het over had (lacht). Vanaf dat moment zijn we een sterk imago begin nen creëren.

Dat liep allemaal goed, tot de coronacrisis toesloeg. We kwamen met onze rug tegen de muur te staan en moes ten keuzes maken. Door die veranderingen staan we nu wel sterker dan ooit. We hebben ons erdoor gevochten en heel hard gewerkt. Want ook al deed de webshop het goed, dat weegt niet op tegen de 55 winkels die geslo ten moeten blijven. We probeerden dat te compenseren met online personal shopping: klanten konden een tijds lot boeken om via videocall de collectie te zien, advies te krijgen en kledij te kopen. Ook dat blijven we nu doen. Ik geloof enorm in e-commerce, maar ook nog steeds in fysieke winkels. Die sociale uitstap is voor velen een soort therapie.”

→

Quel a été le plus grand défi au cours de ces 23 années d’activité ? « En 2006, Essentiel s’est complète ment effondré. En partie à cause de la crise, en partie parce que nous étions devenus trop gros. Ni Esfan ni moi n’étions des gestionnaires, et nous nous sommes soudain retrouvés à la tête d’une entreprise de 300 col laborateurs. Sans business plan. Nous faisions tout pour plaire à nos vendeurs, sans réelle perspective. Nous avons alors nommé un CEO pour apporter une structure au chaos. Lorsqu’il nous a demandé notre vision, notre mission et nos valeurs, nous n’avions pas la moindre idée de ce dont il parlait (rires). À partir de ce moment-là, nous avons commencé à créer une image forte.

Tout allait bien jusqu’à la crise du coronavirus, qui nous a mis dos au mur et nous a obligés à faire des choix. Ces changements nous ont rendus plus forts que ja mais. Nous nous sommes battus et avons travaillé dur. Car même si la boutique en ligne marchait bien, cela ne compensait pas les 55 boutiques qui devaient fermer. Nous avons essayé de faire contrepoids avec le perso nal shopping en ligne : les clients pouvaient réserver un créneau horaire pour voir la collection, recevoir des conseils et acheter des vêtements par visioconférence. Nous continuons d’ailleurs à proposer ce service. Je crois énormément au e-commerce, mais aussi aux magasins physiques. Cette sortie sociale est une forme de thérapie pour beaucoup de clients. »

“Plots hadden we een bedrijf met 300 werknemers. Zonder businessplan.”

“Ik geloof enorm in e-commerce, maar ook nog in fysieke winkels. Die sociale uitstap is voor velen een soort therapie.”

Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. Hoe speel je hier als bedrijf op in? “We hebben onze business structuur daar heel hard aan moeten aanpassen. In 1999 werd nog niet zoveel over duurzaamheid gepraat. Van daag willen onze grote aankopers bijvoorbeeld dat hun merken tegen 2025 voor 50% sustainable zijn. Vijf jaar geleden hebben we daarom een Sustainability Manager aangenomen. Toen bleek dat we eigenlijk al redelijk duur zaam werkten, maar ons daar niet bewust van waren. Nu werken we eraan om nog duurzamer te worden.

Het is niet altijd makkelijk. Gisteren hadden we bijvoorbeeld nog een probleem met een stof die we al jaren gebruiken en willen vervangen door een duurzamer alternatief. Toen we de stof binnenkregen, bleek die helemaal niet zo mooi als de originele stof, en bovendien een stuk duurder. De zoektocht naar de perfecte duurzame en betaalbare stoffen blijft een uitdaging, we proberen daar zo goed mogelijk een gulden middenweg in te vinden.”

→

La durabilité gagne en importance. Comment y réa gissez-vous ? « Nous avons dû fortement adapter notre structure commerciale en ce sens. En 1999, on ne parlait pas beaucoup de durabilité. Aujourd’hui, nos principaux acheteurs veulent que 50 % de leurs marques soient durables à l’horizon 2025. Nous avons donc embauché un responsable du développement durable, il y a cinq ans. En réalité, il s’est avéré que nous travaillions déjà de manière assez durable, mais nous n’en étions pas conscients. Aujourd’hui, nous nous efforçons de devenir encore plus durables.

Ce n’est pas toujours facile. Un exemple ? Hier, nous avons eu un problème avec un tissu que nous utilisons depuis des années et que nous voulions remplacer par une alternative plus durable. Lorsque nous avons reçu l’échantillon, il s’est avéré qu’il n’était pas aussi beau que le tissu original, tout en étant plus cher. La recherche du tissu durable et abordable parfait reste un défi. Nous es sayons de trouver le bon équilibre. »

→

Wat is de belangrijkste les die je als ondernemer ge leerd hebt? “Dat je niet in alles kunt uitblinken. In 2006 hebben Esfan en ik beslist dat we de taken moesten ver delen. Ik heb mij in het creatieve gegooid, Esfan neemt de businesskant op zich. Dat wil niet zeggen dat ik daar niet meer bij betrokken ben: tijdens de lockdown bijvoor beeld was ik bij elke crisismeeting. Ik heb er heel veel uit geleerd, maar ben toch blij dat ik mij nu terug volledig op het creatieve kan storten.

Aan de andere kant heb ik ook geleerd dat je niet ieder een kunt plezieren. Je kunt geen collectie maken die ie dereen mooi vindt. We blijven nu dicht bij ons imago en wijken daar niet van af. Ik vind het belangrijker dat 1% van de mensen ons merk fantastisch vindt, dan dat ie dereen ons maar ‘oké’ vindt. Nu durf ik mijn ding te doen. In de beginperiode ontwierpen we aparte jurken voor de sportieve vrouw, voor de oudere vrouw of voor de ge sofisticeerde vrouw. Na al die jaren kan ik gewoon één jurk maken: voor de Essentiel-vrouw. Een vrouw die zich zelf niet te serieus neemt en zich zelfzeker genoeg voelt om kleur te dragen. Onze collectie is gewaagd, maar als merk mag je klanten triggeren vind ik. Vroeger verkoch ten onze basisstukken het best en hadden we een ‘spe cialleke’, als kers op de taart. Nu hebben we bij wijze van spreken een hele kersentaart vol met speciale stukken. Fantastisch toch?”

Quelle est la leçon la plus importante que vous avez apprise en tant qu’entrepreneur ? « On ne peut pas ex celler dans tout. En 2006, Esfan et moi avons décidé que nous devions nous répartir les tâches. Je me suis lancée dans la création, Esfan s’est occupé de l’aspect commer cial. Cela ne veut pas dire que je ne suis plus impliquée : pendant le confinement, j’étais présente à toutes les réu nions de crise. J’ai beaucoup appris de cette expérience, mais je suis toujours heureuse de pouvoir revenir à la création.

D’un autre côté, j’ai aussi appris qu’on ne peut pas plaire à tout le monde. Aucune collection ne fera jamais l’unanimité. Nous restons désormais fidèles à notre image et nous ne nous en écartons pas. Je préfère qu’une partie des gens trouve notre marque fantastique plutôt que tout le monde nous trouve juste “bons”. Maintenant, j’ose faire ce dont j’ai envie. Au début, nous imaginions des robes distinctes pour la femme sportive, la femme mûre ou encore la femme sophistiquée. Après toutes ces années, je ne peux faire qu’une seule robe : celle de la femme Essentiel. Une femme qui ne se prend pas trop au sérieux et qui a suffisamment confiance en elle pour porter de la couleur. Notre collection est audacieuse, mais en tant que marque, vous pouvez inspirer vos clientes, je pense. Dans le passé, nos meilleures ventes étaient nos basiques et nous avions une “tenue spéciale” en guise de cerise sur le gâteau. Aujourd’hui, nous proposons tout un gâteau aux cerises, pour ainsi dire. C’est fantastique, non ?. »

« Nous restons désormais fidèles à notre image et nous ne nous en écartons pas. Je préfère qu’une partie des gens trouve notre marque fantastique plutôt que tout le monde nous trouve juste “bons”. »

Hoe zie je de toekomst voor Essentiel? “Vóór corona hadden we de droom om Amerika te veroveren. Dat is een moeilijke markt om verschillende redenen. De sei zoenen zijn daar anders, en de aankopers kopen op een andere manier. We waren van plan te stoppen met de Amerikaanse markt omdat het niet echt aansloeg, maar wilden dit seizoen nog een laatste keer proberen. Plots verkochten we tien keer zoveel. Dus wie weet zit onze droom om Amerika te bereiken er toch aan te komen.

Verder wil ik vooral blijven doen wat ik doe en plezier blijven halen uit mijn job. Graag nog zo lang mogelijk. Ik kom elke dag met plezier werken. Het is een heel harde en vermoeiende job, dus als je het niet met passie en goesting doet, kun je beter stoppen. Maar voor mij mag het leven verdergaan zoals het loopt. It’s a good life.” //

Comment voyez-vous l’avenir d’Essentiel ? « Avant la crise sanitaire, nous rêvions de conquérir l’Amérique. C’est un marché difficile pour différentes raisons. Les sai sons n’y sont pas les mêmes que chez nous et les ache teurs procèdent différemment. Nous étions sur le point d’abandonner le marché américain faute de résultats, mais nous avons voulu faire un dernier essai cette saison. Nous avons soudain vendu dix fois plus. Alors qui sait ? En fin de compte, nous réaliserons peut-être notre rêve en nous implantant aux États-Unis…

Je veux surtout continuer à faire ce que je fais et à aimer mon travail. De préférence le plus longtemps possible. J’aime venir travailler tous les jours. C’est un travail dur et fatigant. Si on ne le fait pas avec passion et enthou siasme, mieux vaut arrêter. Mais pour moi, la vie peut continuer comme elle est. Ma vie est belle. » //

Jeunes ambassadeurs du sport et de la musique

Met het NextGen Talent Program investeert Nagelmackers in het potentieel van de jongere generaties. Beloftevolle talenten in de sport- en muziekwereld kunnen gedurende twee jaar financiële ondersteuning krijgen om hun dromen en kansen na te jagen. Nagelmackers wil op die manier elk lid van de familie ondersteunen en als familiebank een brug slaan naar de volgende generaties.

Avec le programme NextGen Talent, Nagelmackers investit dans le potentiel des jeunes générations. Des prodiges du monde du sport et de la musique bénéficient d’un coup de pouce financier pendant deux ans afin de poursuivre leurs rêves et de saisir leur chance. De cette manière, Nagelmackers veut soutenir chaque membre de la famille et, en tant que banque familiale, tendre la main aux générations suivantes.

—

// SPORT MUZIEK'

De volgende generaties helpen om hun talenten en pas sies volop te ontplooien, van bij de start van hun carrière: dat is het doel van het NextGen Talent Program. Nadat Na gelmackers eind 2021 de jonge beloftevolle golfer Hugo Duquaine (15 jaar) onder zijn vleugels nam, werd de Bel gische atletiekbelofte Jente Hauttekeete (20 jaar) enkele maanden later de tweede ambassadeur binnen het Next Gen Talent Program. In het voorjaar van 2022 sloot aan stormend schermtalent Lars Toch (16 jaar) aan als derde ambassadeur.

Op amper 15-jarige leeftijd is Hugo Duquaine een van de meest beloftevolle mannelijke golftalenten van dit moment in België. Nadat hij als 7-jarige met zijn passie begon, legde hij de afgelopen jaren een indrukwekkend parcours af. De viervoudig Belgisch kampioen met een handicap van -3,4 was onder andere de jongste speler in de geschiedenis van het Belgische golf die deelnam aan de Interclubs Men 1 Division 1. In 2021 stond hij op de vierde plaats in de U14 EGR (European Golf Rankings), vandaag speelt hij in de U16 en U18 waar hij de beste U18 amateur in 2021 op de Federal Ranking U18 is.

Aider les nouvelles générations à développer pleinement leurs talents et leurs passions dès le début de leur car rière : tel est l’objectif du programme NextGen Talent. Après que Nagelmackers a pris sous son aile le jeune gol feur Hugo Duquaine (15 ans) fin 2021, le prodige belge de l’athlétisme Jente Hauttekeete (20 ans) est devenu le deuxième ambassadeur du programme NextGen Talent quelques mois plus tard. Le jeune escrimeur Lars Toch (16 ans) est le troisième ambassadeur du programme, qu’il a rejoint au printemps 2022.

À 15 ans à peine, Hugo Duquaine est actuellement l’un des plus grands espoirs masculins du golf belge. Animé par la passion du golf depuis l’âge de 7 ans, il s’est consti tué un palmarès impressionnant ces dernières années. Avec un handicap de -3,4, le quadruple champion de Bel gique est notamment le plus jeune joueur de l’histoire du golf belge à avoir participé aux Interclubs Men 1 Division 1. En 2021, il était quatrième du classement EGR (European Golf Rankings) en U14. Il joue aujourd’hui en U16 et U18, où il est le meilleur amateur U18 au classement fédéral 2021..

Eerste ambassadeur

De samenwerking met Nagelmackers kwam tot stand nadat Hugo’s vader hoorde over het NextGen Talent Pro gram. “Het was al snel duidelijk dat Hugo aan alle ver eisten voldeed en daardoor in aanmerking kwam. Het was voor ons een hele eer, en bovenal een mooie kans waarmee we Hugo nog meer kunnen helpen om zijn dro men na te jagen. Hij heeft echt zijn passie gevonden, en die willen we maar al te graag ondersteunen. Hij geniet van de sport en de tijd die hij doorbrengt op de golfbaan. Hugo weet heel goed wat hij wil in het leven, wat niet voor iedereen van zijn leeftijd het geval is. Zijn prestaties tonen ook aan dat hij er effectief kan geraken, dus dat motiveert ons nog extra om hem zo goed mogelijk te hel pen om zijn doelen te bereiken. Ook al weten we dat het veel vraagt. Dat het NextGen-programma ons hierbij kan helpen, daar zijn we heel dankbaar voor”, aldus Olivier Duquaine, vader van Hugo.

Het komende jaar hoopt Hugo voor de vijfde maal op rij Belgisch kampioen te worden en deel te nemen aan grote wedstrijden in binnen- en buitenland. Zijn grootste uitdaging is meedoen aan de World Amateur Golf Rankings, waarvoor hij zich probeert te kwalificeren. Duquaine combineert op dit moment zijn trainingen en wedstrijden met zijn studies. Intussen bereidt hij zich voor om binnen drie jaar aan een Amerikaanse universiteit te studeren, omringd door de beste coaches. Om te kunnen slagen voor het ingangsexamen en een beurs te behalen, zou hij ook zijn Engels moeten verbeteren. “Dat is nog een extra factor waarop hij zich moet voorbereiden”, aldus Olivier Duquaine. “De lessen op school volstaan daarvoor niet, waardoor hij er nog eens extra lessen Engels bijneemt bovenop zijn vele trainingen en wedstrijden. Helaas bestaat er in België nog geen gespecialiseerde studierichting voor golf, waardoor Hugo het klassieke traject moet volgen en veel lessen mist. Daarom blijven we op zoek gaan naar manieren waarop hij zo goed mogelijk golf en studies kan combineren, want dat laatste blijft essentieel.”

→

Premier ambassadeur

La collaboration avec Nagelmackers a vu le jour après que le père d’Hugo a entendu parler du NextGen Talent Program. « Il s’est rapidement avéré qu’Hugo remplissait toutes les conditions et était donc éligible. C’était un immense honneur pour nous, et surtout l’occasion rêvée d’aider Hugo à vivre ses rêves encore plus intensément. Il a vraiment trouvé sa vocation et nous sommes plus qu’heureux de le soutenir. Il aime le golf et apprécie chaque instant passé sur le terrain. Hugo sait exactement ce qu’il veut dans la vie ; ce n’est pas le cas de tous les adolescents de son âge. Ses résultats montrent qu’il a le talent pour y arriver, ce qui nous motive encore plus à l’aider à atteindre ses objectifs, même si nous savons que ce ne sera pas facile. C’est génial que le programme NextGen puisse nous y aider », confie Olivier Duquaine, le père d’Hugo.

Cette année, Hugo espère devenir champion de Belgique pour la cinquième fois consécutive et participer à de prestigieuses compétitions en Belgique et à l’étranger. Son plus grand défi ? Accéder au World Amateur Golf Rankings. Hugo jongle actuellement entre les entraînements, les compétitions et les études. Il se prépare, dans le même temps, à intégrer une université américaine d’ici trois ans. Pour ce faire, il s’entoure des meilleurs coachs de golf. Pour réussir l’examen d’entrée et obtenir une bourse, il devra aussi améliorer son anglais. « C’est un autre projet auquel il doit se préparer », poursuit Olivier Duquaine. « Les cours à l’école ne suffisent pas, il doit donc prendre des leçons supplémentaires en plus des entraînements et des compétitions. Malheureusement, il n’existe pas de sportétudes pour le golf en Belgique. Pour l’instant, Hugo doit donc suivre une scolarité classique, et manquer beaucoup de cours. Nous cherchons activement une alternative pour lui permettre de combiner au mieux le golf et les études, qui restent malgré tout essentielles. »

→

« C’était un immense honneur pour nous et surtout une belle opportunité d’aider Hugo à vivre encore plus ses rêves. »

Fysieke en mentale coaching

“Wanneer Hugo een wedstrijd speelt waarin hij België vertegenwoordigt, worden de kosten gedragen door de Belgische golffederatie. Maar in België is er geen excel lentiepool, in tegenstelling tot landen zoals Frankrijk of Engeland, en de federaties dekken slechts gedeeltelijk de kosten die gepaard gaan met de ontwikkeling van jonge aspiranten. Aangezien Hugo nog zo jong is, reist er tel kens een familielid mee wanneer hij naar het buitenland moet voor internationale wedstrijden (met uitzondering van die met de nationale ploeg), wat uiteraard ook de reis kosten doet stijgen. Naast de hoge kosten voor buiten landse reizen en stages wordt Hugo ook intensief bege leid door vier coaches: Jérôme Theunis (hoofdcoach), Michel Vanmeerbeek (nationale ploeg), Emmanuel Spies (conditietrainer) en Dominique Monami (mental coach)”, vertelt Olivier Duquaine.

« Quand Hugo participe à une compétition où il représente la Belgique, les frais sont pris en charge par la Fédération belge de golf. Mais en Belgique, contrairement à des pays comme la France ou l’Angleterre, il n’existe pas de pôles d’excellence et les fédérations n’interviennent que très peu dans les frais liés au développement des jeunes espoirs. Comme Hugo est encore très jeune, il est par exemple toujours accompagné d’un membre de sa famille quand il voyage à l’étranger dans le cadre de compétitions internationales (en dehors de celles avec l’équipe nationale), ce qui augmente évidemment les frais liés à ces déplacements. Outre les voyages et les stages à l’étranger, quatre coachs accompagnent Hugo de manière intensive : Jérôme Theunis (entraîneur principal), Michel Vanmeerbeek (équipe nationale), Emmanuel Spies (préparateur physique) et Dominique Monami (coach mentale) », précise Olivier Duquaine.

Coaching physique et mental

“Golf is een heel ingewikkelde sport, volgens sommigen de moeilijkste sport ter wereld.”

NextGen Talent Program

Is uw (klein)kind een jonge sport- of muziek belofte die in aanmerking zou komen voor het NextGen Talent Program? Wij helpen graag om samen de dromen van uw jonge familieleden mee te ondersteunen. Voorwaarden: individuele olympische sport of muziek hoog niveau bereikt en ambitieus tussen 12 en 20 jaar

Bezorg ons een dossier met de nodige documentatie over zijn /haar verwezenlijkingen en verdere ambities via campaigns@nagelmackers.be

Votre (petit-)enfant est un jeune prodige du sport ou de la musique qui pourrait bénéficier du programme NextGen Talent ? Nous serions ravis d’aider un jeune membre de votre famille à réaliser ses rêves. Conditions :

Sport olympique individuel ou musique Haut niveau et ambition Entre 12 et 20 ans

Envoyez-nous un dossier contenant tous les documents utiles sur ses accomplissements et ses ambitions futures : campaigns@nagelmackers.be

“Golf is een heel ingewikkelde sport, volgens sommigen de moeilijkste sport ter wereld. Een parcours duurt 4 tot 5 uur, waarin je 70 tot 75 keer op de bal slaat. Dat is lang en fysiek zwaar. Ook mentaal vergt het veel. Er zijn veel jongeren die rond 16 jaar afhaken omdat ze in hun puberteit andere prioriteiten krijgen. Naast een fysieke coach is daarom een mental coach heel belangrijk om het evenwicht te bewaren in Hugo zijn leven. Soms is hij dagenlang weg voor wedstrijden, maakt hij zijn huiswerk in de luchthaven en staat hij de volgende ochtend extra vroeg op om te studeren. Dat is niet gemakkelijk. Zijn mental coach Dominique Monami helpt hem structuur te krijgen en zorgt ervoor dat het ook een spel blijft voor hem, aangezien hij nog een kind is. Zelf doet hij niets lie ver dan golfen. Mocht hij kunnen, was hij er 24/24 mee bezig. Wanneer hij thuis is, kijkt hij naar golf op tv, speelt hij golf op zijn PlayStation of oefent hij in de tuin. Alles wat hij doet draait rond zijn passie. Wij moeten er soms voor zorgen dat hij eens niet deelneemt aan een wed strijd om een pauze in te lassen.” //

« Le golf est un sport très compliqué, le plus difficile au monde d’après certains. Un parcours dure de 4 à 5 heures, et les joueurs frappent la balle 70 à 75 fois. C’est long et très physique. La discipline est tout aussi exigeante men talement. Pas mal de jeunes abandonnent vers l’âge de 16 ans parce qu’ils ont d’autres priorités à l’adolescence. D’où l’importance du coaching mental, en marge de la préparation physique. Il aide Hugo à garder un équilibre de vie. Il arrive qu’il doive s’absenter plusieurs jours pour des compétitions, faire ses devoirs à l’aéroport et se lever très tôt le lendemain matin pour étudier. Ce n’est pas facile. Sa coach mentale, Dominique Monami, l’aide à mettre en place la structure nécessaire pour veiller à ce que tout cela reste un jeu pour lui, car c’est encore un enfant. Hugo aime le golf plus que tout. Si cela ne tenait qu’à lui, il jouerait 24 h/24. Quand il est chez lui, il regarde le golf à la télévision, il joue au golf sur sa PlayStation ou il s’entraîne dans le jardin. Le golf est sa passion, c’est sa vie. Nous devons parfois le dissuader de participer à une compétition pour pouvoir se reposer. » //

Enkele maanden na Hugo Duquaine werd ook Jente Hauttekeete ambassadeur van het NextGen Talent Program. Hauttekeete werd in 2021 Europees kampioen tienkamp op het EK voor junioren en haalde zilver op het wereldkampioenschap U20 in Nairobi. Hij verbeterde ook het wereldrecord U20 op de zevenkamp indoor en werd dit jaar Belgisch indoorkampioen zevenkamp bij de senioren. Als zoon van gewezen hordeloopster Melanie Moreels en voormalig spurter en verspringer Hendrik Hauttekeete is de sport hem met de paplepel ingegeven.

“Het is voor mij echt een eer dat Nagelmackers aan mij gedacht heeft om deel te mogen uitmaken van het Next Gen Talent Program. De ondersteuning die ik krijg, zal mij helpen om mijn doelen te bereiken”, aldus Jente Hautte keete. “Ik kijk enorm uit naar wat de komende twee jaar mij zullen brengen. Ik ben net eerstejaars belofte gewor den bij de U23. De hordes worden dan wat hoger en de kogel en discus zwaarder, dus dit jaar focus ik vooral op die aanpassingen. In het outdoorseizoen zou het fantas tisch zijn om mij te kunnen kwalificeren voor het EK en op Europees topniveau te presteren. In de verdere toekomst werk ik vooral naar de Olympische Spelen 2024 in Parijs toe, dat is het grootste doel dat ik op dit moment voor ogen heb. Later zou een podiumplaats op het WK fantas tisch zijn, maar daar probeer ik nu nog niet te veel op te focussen.”

→

Jente Hauttekeete est devenu ambassadeur du programme NextGen Talent quelques mois après Hugo Duquaine. Il a remporté une médaille d’or au décathlon lors de l’Euro juniors en 2021, et décroché l’argent aux Championnats du monde à Nairobi, dans la catégorie U20. Il a aussi battu le record du monde de l’heptathlon en salle en U20 et, un an plus tard, il a remporté le titre de champion de Belgique de l’heptathlon en salle chez les seniors. Fils de l’ancienne coureuse de haies Melanie Moreels et de l’ancien sprinter et sauteur en longueur Hendrik Hauttekeete, Jente a toujours baigné dans le sport.

« Je suis honoré que Nagelmackers ait pensé à moi pour intégrer le programme NextGen Talent. Ce soutien m’aidera à atteindre mes objectifs », explique Jente Hauttekeete. « J’ai vraiment hâte de voir ce que les deux prochaines années vont m’apporter. Je viens de passer espoir de première année dans la catégorie U23. Les haies sont un peu plus hautes, la balle et le disque un peu plus lourds : je me concentrerai donc principalement sur ces changements cette année. En ce qui concerne la saison en extérieur, je rêve de parvenir à me qualifier pour les Championnats d’Europe et à engranger de beaux résultats au plus haut niveau européen. À plus long terme, je préparerai surtout les Jeux olympiques de 2024 à Paris, mon principal objectif pour l’instant. Par la suite, un podium aux Championnats du monde serait génial, mais j’essaie de ne pas trop y penser pour l’instant. »

→

Intensief trainingsschema

Als meerkamper traint Jente op veel verschillende disci plines. “Ik merkte vroeger al, toen ik begon met atletiek, dat ik elk nummer graag deed en overal wel redelijk goed op presteerde. De afwisseling tussen de tien disciplines vind ik het leukste aan meerkamp. Als meerkamper heb je ook veel kans om een persoonlijk record te breken, je hebt telkens tien pogingen. Dat geeft je wel extra motiva tie, daarvoor doe je het ook.

Door de vele disciplines is mijn trainingsschema best intensief. Zo heb ik meestal twee trainingen per dag, telkens een combinatie van een intensief onderdeel met een iets minder. Op sommige disciplines, zoals uithouding — wat voor geen enkele meerkamper het sterkste punt is – train ik drie keer per week. De meeste trainingen zijn gelukkig wel dicht bij huis, mijn ouders zijn mijn trainers voor hordeloop, sprint, verspringen en uithouding. Dat zijn de sporten die ze vroeger zelf op hoog niveau uitoefenden. Ik vind het heel waardevol om door hen getraind te kunnen worden en dat ze hun ervaring nu aan mij doorgeven.”

Un programme d’entraînement intensif

En tant qu’athlète d’épreuves combinées, Jente s’en traîne dans un large éventail de disciplines. « Quand j’ai commencé l’athlétisme, je me suis rendu compte que j’aimais toutes les disciplines et que j’obtenais de relative ment bons résultats dans chacune d’entre elles. Ce que je préfère dans les épreuves combinées, c’est l’alternance entre les dix disciplines. Et en épreuves combinées, j’ai beaucoup plus de chances de battre un record person nel, puisque j’ai chaque fois dix essais. C’est une source de motivation supplémentaire, qui me pousse à me don ner à fond.

Vu les nombreuses disciplines, j’ai un programme d’en traînement assez intensif. Je m’entraîne généralement deux fois par jour : une session intensive et l’autre un peu moins. Pour certaines disciplines, comme l’endurance (qui n’est pas le point fort des athlètes d’épreuves combi nées), je m’entraîne trois fois par semaine. La plupart des entraînements se déroulent heureusement près de chez moi. Mes parents sont mes entraîneurs pour la course de haies, le sprint, le saut en longueur et l’endurance. Ce sont les sports qu’ils ont eux-mêmes pratiqués à un haut niveau. Je suis ravi qu’ils m’entraînent et me fassent pro fiter de leur expérience. »

“De afwisseling tussen de tien disciplines vind ik het leukste aan meerkamp.”

Voorbeeld voor de jongere generatie

Volgens Nagelmackers CCO Yves Van Laecke, die zelf ook opgroeide in een sportieve familie, kwam het idee om met Jente Hauttekeete samen te werken voort uit de jongere generatie zelf. “Toen we het idee rond ons NextGen Talent Program aan het uitwerken waren en op zoek gingen naar beloftevolle sport- en muziektalenten, stelde mijn zoon zelf Jente voor. Ze hebben vroeger nog samen getraind in de atletiekclub en Jente is intussen echt een voorbeeld geworden voor vele jongeren. Hij is een uitzonderlijk ambitieus meerkamptalent, dus we zijn heel vereerd dat we hem gedurende de komende twee jaar mogen ondersteunen in zijn verdere ambities en uitdagingen.”

Andere jongeren inspireren vindt Jente zelf ook belangrijk. “Ik krijg af en toe berichten op Instagram van mensen die me een filmpje doorsturen van hun training en vragen wat er beter kan. Ik vind het heel fijn dat mensen feedback vragen en dat ze aan mij denken om hen raad te geven. Dat geeft me zelf ook een boost om vol motivatie verder te trainen en aan mijn doelen te werken.”

//

Yves Van Laecke, CCO de Nagelmackers, qui a également grandi dans une famille de sportifs, explique que l’idée de travailler avec Jente Hauttekeete lui a été soufflée par la jeune génération.

Un exemple pour la jeune génération

Yves Van Laecke, CCO de Nagelmackers, a également grandi dans une famille de sportifs. Selon lui, l’idée de travailler avec Jente Hauttekeete est venue directement de la jeune génération. « Quand nous avons eu l’idée de créer le programme NextGen Talent et que nous nous sommes mis en quête de talents prometteurs dans le do maine du sport et de la musique, c’est mon fils qui m’a parlé de Jente. Ils s’étaient entraînés ensemble au club d’athlétisme, et Jente est devenu un véritable exemple pour de nombreux jeunes. Ce virtuose des épreuves combinées nourrit de grandes ambitions. C’est donc un honneur pour nous de pouvoir l’aider à les réaliser et à relever de nouveaux défis au cours des deux prochaines années. »

Pour Jente aussi, il est important d’inspirer d’autres jeunes. « Il arrive que des sportifs m’envoient des vidéos de leur entraînement sur Instagram et me demandent ce qu’ils pourraient améliorer. J’adore interagir avec eux, leur fournir des conseils et un feed-back. Cela me motive et me pousse à continuer l’entraînement pour atteindre mes objectifs.

» //

LARS TOCH

“ Niet veel schermers worden gesponsord, dus ik vind het belangrijk om ook op deze manier de schermsport extra in de schijnwerpers te zetten en meer aandacht te geven. ”

Lars Toch schermt bij de Gentse Koninklijke en Ridderlijke Sint-Michielsgilde, de oudste schermclub ter wereld. Zijn passie voor schermen begon op amper 6-jarige leeftijd, nadat hij de microbe te pakken kreeg dankzij zijn vader en grootvader. Een decennium later behaalt Lars brons op het Belgisch Kampioenschap schermen U17 en wordt hij 25ste en tegelijk beste Belg op het Wereldkampioenschap in Dubai. Als derde ambassadeur in het NextGen Talent Program ziet hij het als zijn missie om de schermsport nog meer op de kaart te zetten.

“Het is heel leuk om die steun via het NextGen Talent Program te krijgen en zo nog meer naar mijn doelen toe te kunnen werken. Niet veel schermers worden gesponsord, dus ik vind het belangrijk om ook op deze manier de schermsport extra in de schijnwerpers te zetten en meer aandacht te geven. In Vlaanderen is schermen een veel minder gekende sport dan in andere landen. Zelfs in vergelijking met Wallonië is er al een enorm verschil bijvoorbeeld, daar zijn een pak meer schermclubs”, aldus Lars Toch.

→

Lars Toch pratique l’escrime à la Koninklijke en Ridderlijke Sint-Michielsgilde de Gand, le plus ancien club d’escrime du monde. Il s’est découvert une passion pour cette discipline à l’âge de 6 ans, grâce à son père et à son grandpère. Dix ans plus tard, Lars a remporté une médaille de bronze aux Championnats de Belgique d’escrime U17 et a terminé 25e (et meilleur Belge) aux Championnats du monde de Dubaï. Le troisième ambassadeur du programme NextGen Talent s’est donné pour mission de faire connaître davantage l’escrime.

« Je suis très reconnaissant du soutien que m’apporte le programme NextGen Talent dans la poursuite de mes objectifs sportifs. Peu d’escrimeurs sont sponsorisés. Je souhaite donc en profiter pour braquer les projecteurs sur cette discipline, et lui offrir la visibilité qu’elle mérite. L’escrime est beaucoup moins connue en Flandre qu’à l’étranger. Il y a aussi une énorme différence avec la Wallonie, par exemple : on trouve beaucoup plus de clubs d’escrime au sud de la frontière linguistique », constate Lars Toch.

→

Fair play

Zes jaar nadat hij begon met schermen, ruilde Lars de floret in voor de degen. De degen is ook een steekwapen – in tegenstelling tot de sabel – en laat toe om over het hele lichaam te steken. Daardoor is schermen met een degen defensiever en reactiever, aangezien elke bewe ging naar voren een risico inhoudt. Dat Lars een lief hebber is van uitdaging en adrenaline, blijkt ook uit zijn voorliefde voor wedstrijden. “Eigenlijk ben ik schermen pas echt graag beginnen doen wanneer ik wedstrijden mocht spelen. Trainingen vond ik redelijk repetitief, maar na mijn eerste wedstrijd merkte ik dat ik vooral uit die competitie mijn motivatie haal. De spanning die komt kij ken bij wedstrijden, dat is volledig mijn ding.”

Al betekent competitie niet dat er harde concurrentie heerst tussen de schermers onderling. “Dat vind ik zo leuk aan schermen: de fair play. Schermers zijn naast concurrenten vooral ook vrienden. Dat is in andere spor ten soms wel anders. Je merkt dat niet enkel binnen je eigen club, maar zelfs internationaal. Tegenstanders zijn heel solidair, er heerst een goede sfeer. Zo heb ik via so cial media bijvoorbeeld contact met andere schermers, we volgen elkaars wedstrijden. Vriendschappelijkheid is dus heel sterk aanwezig. Zowel naast als op het veld. Onlangs heb ik tijdens een wedstrijd zelf aangegeven dat mijn tegenstander eigenlijk gelijk had. Die eerlijkheid vind ik belangrijk. En je merkt dat dat door medeschermers ook enorm geapprecieerd wordt.”

Fair-play

Six ans après avoir commencé l’escrime, Lars a troqué le fleuret contre l’épée. L’épée est également une arme blanche (contrairement au sabre). Comme l’ensemble du corps sert de cible, l’escrime à l’épée est une discipline plus défensive et réactive, puisque chaque mouvement vers l’avant comporte un risque. Lars adore les défis et l’adrénaline, comme l’illustre son amour pour les com pétitions. « À vrai dire, je n’ai vraiment commencé à apprécier l’escrime que lorsque j’ai pu participer à des tournois. Je trouvais les entraînements plutôt répétitifs, mais après ma première compétition, j’ai ressenti un élan de motivation. L’excitation provoquée par un tournoi… j’adore ça ! »

Notons tout de même qu’il n’existe pas de concurrence acharnée entre les escrimeurs. « C’est ce que j’aime dans l’escrime : le fair-play. Bien qu’ils soient des adversaires, les escrimeurs sont avant tout des amis. Ce n’est pas tou jours le cas dans d’autres sports. Cet état d’esprit se re marque au sein de chaque club, mais aussi à l’échelon in ternational. Les adversaires sont très solidaires, il y a une bonne ambiance. Je suis d’ailleurs en contact avec d’au tres escrimeurs sur les réseaux sociaux, nous suivons les compétitions des uns et des autres. Les liens d’amitié sont donc très forts, dans la salle comme en dehors. J’ai moi-même récemment admis lors d’une compétition que mon adversaire avait raison. Cette honnêteté est essen tielle à mes yeux. Elle est d’ailleurs très appréciée par les autres escrimeurs. »

Internationaal circuit

Tijdens het seizoen reist Lars ongeveer eenmaal per maand naar het buitenland voor internationale wedstrijden. Naargelang de prestatie op die buitenlandse wed strijden behalen schermers punten en stijgen ze in de ranking. De drie beste gaan naar het WK, de top vier mag naar het EK. Het zijn die internationale wedstrijden waar Lars vooral naartoe werkt. “Het is belangrijk om nu al veel punten te behalen voor het volgende jaar. Je moet in de top veertien zitten van het nationale circuit om mee te mogen doen in het internationale circuit.”

Lars hoopt volgend jaar opnieuw geselecteerd te worden voor het EK en het WK. “Dat wordt een grotere uitdaging dan anders omdat ik dan in de U20 speel, een hogere categorie waarin ik dan de jongste ben. Ook op het BK hoop ik goed te presteren. Twee jaar geleden behaalde ik er de tweede plaats, dus ooit goud kunnen halen zou heel mooi zijn. En als ik echt op lange termijn mag kijken, dan is mijn grootste droom misschien wel om ooit de Olympische Spelen te halen. Dat is een enorme uitdaging, maar je weet nooit ...” //

Circuit international

Pendant la saison, Lars se rend à l’étranger environ une fois par mois pour prendre part à des compétitions inter nationales. Les escrimeurs gagnent des points et grim pent dans le classement en fonction de leurs résultats lors de ces épreuves à l’étranger. Les trois meilleurs participent aux Championnats du monde, les quatre meilleurs aux Championnats d’Europe. Lars se prépare essentiellement pour ces tournois internationaux. « Il im porte d’obtenir beaucoup de points pour l’année suivan te. Il faut terminer dans les quatorze premiers du circuit national pour accéder au circuit international. »

Lars espère une nouvelle sélection pour les Champion nats d’Europe et du monde l’année prochaine. « Le défi est ambitieux, car je suis aligné en U20, une catégorie supérieure où je suis le plus jeune. J’espère aussi obtenir de bons résultats lors des Championnats de Belgique. Je suis arrivé deuxième il y a deux ans : une première place serait géniale. À long terme, mon plus grand rêve serait de participer aux Jeux olympiques. Un sacré défi ! Mais après tout, qui sait ce que l’avenir nous réserve ? » //

« En plus d’être des adversaires, les escrimeurs sont avant tout des amis. »

Het belang van mentale kracht om je doelstellingen te bereiken

Dominique Monami tenniste meer dan 10 jaar in de absolute wereldtop. Als eerste Belgische ooit behaalde ze een Olympische medaille in het tennis en stond ze in de top 10 op de wereldranglijst. Intussen is ze al 15 jaar actief als mental coach in de sporten bedrijfswereld, waar ze zowel atleten als leidinggevenden begeleidt om het beste uit zichzelf te halen.

—

Pendant plus de dix ans, Dominique Monami fut l’une des meilleures joueuses de tennis au monde. Elle a été la première Belge à décrocher une médaille olympique dans la discipline, et s’est hissée dans le top 10 du classement mondial. Elle s’est ensuite reconvertie en coach mentale dans le monde du sport et de l’entreprise. Depuis 15 ans, elle aide ainsi les athlètes et les cadres à tirer le meilleur d’eux-mêmes.

—

// DOMINIQUE MONAMI, COACH MENTALE DANS LE MONDE DU SPORT ET DE L’ENTREPRISE 'LA FORCE MENTALE EST ESSENTIELLE POUR ATTEINDRE SES OBJECTIFS'

Monami schoolde zich na een indrukwekkende topsport carrière om tot mental, performance en loopbaancoach. Tijdens haar keynotes, workshops en individuele coa chingsessies ondersteunt ze diverse profielen op zoek naar motivatie, energie en veerkracht. Als echte erva ringsdeskundige kent ze als geen ander het belang van mentale kracht om je doelstellingen te bereiken.

Hoe heb je de stap gezet van topatleet naar mental coach? Dominique Monami: “Eigenlijk door een vriend van mij, Alain Goudsmet. Hij komt ook uit de tenniswereld en had net zijn programma ‘De Bedrijfsatleet’ gelanceerd. Daarin maakt hij onder andere de vergelijking tussen top sport en het bedrijfsleven. Alain stelde me voor om zijn team te vervoegen en vroeg me of ik zelf ook coaching sessies zou willen geven. In 2004 ben ik dan begonnen met het geven van workshops en coachings, specifiek gericht op energie halen uit je job en omgaan met stress. Ik heb van toen tot nu heel wat opleidingen gevolgd en certificaten behaald om coaching te kunnen geven. Zo heb ik specialisaties gevolgd in mental coaching, nadien teamcoaching en omgaan met stress en burn-out, later ook loopbaanbegeleiding. Zo help ik mensen kiezen voor de juiste richting, zodat ze energie halen uit hun job.”

→

Après une impressionnante carrière en tant que sportive de haut niveau, Dominique Monami est devenue coach mentale, de performance et de carrière. Dans le cadre de ses conférences, ateliers et séances de coaching in dividuelles, elle accompagne différents profils en quête de motivation, d’énergie et de résilience. Forte d’une ex périence sans pareil, elle sait à quel point la résistance mentale est essentielle pour atteindre ses objectifs.

Comment êtes-vous passée d’une carrière d’athlète de haut niveau à celle de coach mentale ? Dominique Monami : « Je dois ce changement de cap à l’un de mes amis, Alain Goudsmet. Également issu du monde du tennis, il venait de publier son livre “The Corporate Athlete”. Il y compare notamment le sport de haut niveau et le monde des affaires. Alain m’a proposé de rejoindre son équipe et m’a demandé si je souhaitais donner moimême des séances de coaching. J’ai commencé à animer des ateliers et des séances de coaching en 2004. Je voulais aider les participants à tirer de l’énergie de leur travail et à gérer le stress. Depuis, j’ai suivi de nombreuses formations et obtenu de nombreux certificats pour être en mesure de donner des conseils. Je me suis spécialisée en coaching mental, puis en coaching d’équipe et en gestion du stress et du burn-out. J’ai également suivi des formations en coaching de carrière. J’aide ainsi les gens à choisir la bonne orientation, pour que leur travail devienne une source d'énergie. »

Dominique Monami & Keith Scott.

« Un coach n’apporte pas de solutions toutes faites, il soutient la personne coachée et l’oriente vers une solution. »

Is coachen iets waar je altijd al affiniteit mee hebt gehad? “Ik ben me altijd heel bewust geweest van de kracht van mentale gezondheid en de impact die het kan hebben. Ik wist ook dat technische sportcoach worden niet meteen mijn roeping was. Ook al heb ik zelf geten nist, een sport kunnen aanleren is nog een vak apart. Mijn sterkte ligt eerder in het analyseren, in de details. Ik ben mental coach geworden omdat ik het menselijke aspect zo interessant vind. Daarom wil ik mensen onder steunen en hen helpen om gemotiveerd te blijven in wat ze doen.

Gezien mijn eigen achtergrond in topsport, heb ik in eer ste instantie jonge sporttalenten begeleid. Ik zie het als een groot voordeel dat ik zelf uit die wereld kom en dus een beroep kan doen op heel wat ervaring. Niet enkel op het vlak van presteren en het beste uit jezelf halen, maar ook omgaan met stress en tegenslagen. Veranderingen en hoge verwachtingen van anderen – maar ook van je zelf – zijn allemaal factoren die onlosmakelijk verbonden zijn met een sportcarrière. Dat leer je niet op school, maar echt in het veld. Daarin zie ik mijn sterkte: die baga ge kan ik meenemen in mijn coachings, zowel voor pro fessionele als sportieve profielen.”

Vraagt het begeleiden van profielen in de bedrijfswereld een andere aanpak? “Er zijn grote gelijke nissen tussen een professionele sportcarrière en een carrière als bijvoorbeeld bedrijfsleider. Als individuele atleet moet je dan wel geen team aansturen, het is wel es sentieel dat je je laat omringen door een goed team. Ook omgaan met stress, tegenslagen en moeilijke momenten: dat is exact hetzelfde. Het grootste verschil is misschien wel de carrièreduur. Bij topsport is dat 10 tot 15 jaar, in het bedrijfsleven eerder 40 tot 45 jaar. Ik moet trouwens ook niet volledig thuis zijn in de wereld van de persoon die ik begeleid. Een coach brengt geen kant-en-klare oplos singen aan, maar ondersteunt en helpt de coachee om zelf de oplossing te vinden. Daarom is het mentale aspect qua begeleiding heel gelijklopend.”

Avez-vous toujours été intéressée par le coaching ?

« J’ai toujours eu conscience du pouvoir de la santé men tale et de l’impact qu’elle peut avoir. Je savais aussi que le métier de coach sportif technique n’était pas ma voca tion, malgré ma carrière dans le milieu du tennis. Ensei gner un sport, c’est un métier à part. Ma force réside plu tôt dans l’analyse, dans les détails. Je suis devenue coach mentale parce que l’aspect humain m’intéresse au plus haut point. C’est pour cette raison que je veux soutenir les gens et les aider à rester motivés par ce qu’ils font.

Vu mon parcours dans le sport de haut niveau, j’ai com mencé par encadrer de jeunes talents sportifs. J’ai l’avantage d’avoir évolué dans ce monde : je peux donc m’appuyer sur mon expérience, qu’il s’agisse de perfor mer et de tirer le meilleur de soi-même ou de gérer le stress et les échecs. Les changements et les attentes éle vées que les autres nourrissent (et que vous nourrissez aussi) sont indissociablement liés à une carrière sportive. Ça ne s’apprend pas à l’école, mais sur le terrain. C’est là que je fais la différence : je peux mettre ce bagage au service de mon coaching, qu’il soit destiné à des profils professionnels ou sportifs. »

L’accompagnement de profils issus du monde de l’en treprise requiert-il une autre approche ? « Il y a de grandes similitudes entre une carrière de sportif profes sionnel et une carrière de chef d’entreprise, par exemple. Un athlète ne doit peut-être pas diriger une équipe, mais il doit absolument s’entourer des bonnes personnes. Autre point commun : la gestion du stress, des revers et des moments difficiles. La plus grosse différence réside peut-être dans la durée de la carrière. Dans le sport de haut niveau, elle dure 10 à 15 ans, contre 40 à 45 ans dans le monde des affaires. Il n’est d’ailleurs pas nécessaire de connaître parfaitement l’univers de la personne que j’ac compagne. Un coach n’apporte pas de solutions toutes faites, il soutient la personne coachée et l’oriente vers une solution. L’aspect mental est donc très similaire. »

“Op het eerste gezicht hebben mentale coaching en voedingsadvies niets met elkaar te maken, maar eigenlijk is er een directe link tussen de twee.”

Wat zie je als je grootste kracht? “Ik denk voorname lijk dat ik heel wat expertise opgebouwd heb en op veel domeinen kan bijdragen. Ik kan een beroep doen op mijn eigen ervaringen én op bijna 20 jaar aan bijscholingen op het vlak van motivatie, veerkracht, stress en energie. Dat laat me toe om een brede kijk te hebben op veel actuele thema’s. Naast wat ik kan bijbrengen, ben ik me ook heel bewust van waar ik minder goed in ben. Dat zie ik ook als een kracht. Ik kan snel inschatten of ik van toegevoegde waarde kan zijn voor een persoon of een bedrijf. Ik ben daar heel eerlijk in: als iemand anders beter kan helpen, dan zeg ik dat.

Een ander voordeel is dat ik weet wat presteren onder hoge druk inhoudt. Of dat nu op sport- of carrièrevlak is. Ik heb op de Olympische Spelen gespeeld, op wedstrijden voor 15.000 toeschouwers. Dat zijn intense momenten. Wanneer iemand voor gelijkaardige mijlpalen staat, in welke sport of in welk bedrijf dan ook, kan ik me daar heel goed in inleven en die persoon doelgericht onder steunen.”

→

Quelle est, selon vous, votre plus grande force ? « Je pense avant tout que j’ai acquis une grande expertise et que je peux apporter ma contribution dans de nombreux domaines. Je peux m’appuyer sur mes propres expé riences et sur près de 20 ans de formation continue dans les domaines de la motivation, de la résilience, du stress et de l’énergie. Cela me donne une perspective très large sur de nombreux thèmes d’actualité. En marge de ce que je peux apporter, j’ai également conscience des do maines où je suis moins performante. J’y vois d’ailleurs une force. Je suis capable d’évaluer rapidement si je peux représenter une valeur ajoutée pour une personne ou une entreprise. Je fais toujours preuve de transparence à ce sujet. Si quelqu’un d’autre est plus indiqué, je le dis.

Autre avantage : je sais ce que signifie performer sous pression, qu’il soit question de sport ou de carrière. J’ai participé aux Jeux olympiques, j’ai disputé des matchs devant 15 000 spectateurs. Ce sont des moments in tenses. Lorsqu’une personne est confrontée à ce genre de moment clé, dans n’importe quel contexte, je peux me mettre à sa place et apporter un soutien ciblé. »

→

Is er een verschil tussen het coachen van een jongere en een volwassene? “De aanpak is zeker verschillend. De essentie is dezelfde, maar bij jongeren speelt ook mee dat ze zich nog volop aan het ontwikkelen zijn. Net daar om werk ik heel graag met jongeren samen: je kunt al van bij het begin belangrijke zaken aanleren die hen op lange termijn zullen helpen, zoals de invloed van externe facto ren. Op het eerste gezicht hebben mentale coaching en voedingsadvies niets met elkaar te maken, maar eigenlijk is er een directe link tussen de twee. Voeding heeft een enorme impact op het concentratievermogen. Wanneer je niet goed eet of drinkt, merk je dat ongetwijfeld tegen het einde van een wedstrijd. Als je goede gewoontes al van jongs af aanleert, pluk je daar je hele leven de vruch ten van.”

Merk je bepaalde tendensen op rond mentale gezond heid? “De laatste jaren wordt er gelukkig meer aandacht aan besteed. Mede door de coronacrisis. Isolement, con tinue onzekerheid: er werd veel gevraagd qua flexibiliteit en veerkracht. Meteen werd de impact op het mentale welzijn duidelijk. Ik heb die periode ook extra webinars en coachingsessies gegeven met tips om met die periode om te gaan. Nu nog zie ik dat mensen sneller uitgeput ge raken. In tijden van thuiswerken en hybride werken is het vinden van een gezonde structuur een grote uitdaging. Het is belangrijk om rustmomenten te creëren, genoeg sociaal contact te hebben en je werkdag af te bakenen. Recupereren is enorm belangrijk. Dat is een evidentie in de sportwereld, maar in het bedrijfsleven nog niet ge noeg ingeburgerd.”

Welke tips zou je geven om te recupereren? “Slaap is echt heilig. Het is eigenlijk de enige manier om volledig terug op te laden. Wanneer je een slechte nacht hebt ge had, voel je dat onmiddellijk. Alles kost meer energie en gaat trager. Samen met je voedingspatroon heeft slaap een enorme invloed op je prestaties en concentratiever mogen. Genoeg bewegen zorgt ook voor meer energie. Een hele dag op een bureaustoel zitten en op een scherm kijken maakt je moe, waardoor je ’s avonds moeilijk de energie vindt om te gaan sporten. Daarom is het belang rijk om genoeg te deconnecteren. Probeer een manier van ontspanning te vinden die losstaat van de smartpho ne, laptop of tv.” //

Y a-t-il une différence entre le coaching d’un jeune et le coaching d’un adulte ? « Oui, l’approche est dif férente. Le principe est le même, mais si la personne coachée est encore en plein développement, il faut en tenir compte. C’est ce que j’aime dans le travail avec les jeunes : on leur apprend dès le début des choses impor tantes qui leur seront utiles à long terme, notamment l’influence des facteurs externes. Si le coaching mental et les conseils nutritionnels n’ont rien à voir de prime abord, ils sont pourtant directement liés. L’alimentation a un impact considérable sur la capacité à se concentrer. Si vous ne mangez ou ne buvez pas correctement, vous le remarquerez à coup sûr à la fin du match. Si vous prenez de bonnes habitudes dès le plus jeune âge, vous en récol terez les fruits tout au long de votre vie. »

Observez-vous certaines tendances en matière de santé mentale ? « On lui accorde heureusement plus d’attention depuis quelques années, notamment depuis la crise du COVID-19. Isolement, incertitude permanente… la situation a exigé énormément de flexibilité et de rési lience, avec un impact immédiat sur le bien-être mental. J’ai organisé des webinaires et des séances de coaching supplémentaires pour donner des conseils sur la manière de gérer cette période. Je constate encore maintenant que les gens s’épuisent plus rapidement. À l’heure du té létravail et du travail hybride, la recherche d’une struc ture saine constitue un défi de taille. Il est essentiel de s’octroyer des moments de repos, d’avoir suffisamment de contacts sociaux et de délimiter sa journée de travail. La récupération est une étape cruciale. C’est une évi dence dans le monde du sport, mais ce principe n’est pas encore suffisamment ancré dans le monde des affaires. »

Que conseillez-vous pour récupérer ? « Le sommeil est vraiment sacré. C’est le seul moyen de recharger complètement ses batteries. Quand on passe une mau vaise nuit, on le ressent immédiatement. Tout demande plus d’énergie et de temps. À l’instar de l’alimentation, le sommeil influence considérablement les performances et la capacité de concentration. Une activité physique suffisante donne également de l’énergie. Passer toute une journée sur une chaise de bureau à fixer un écran, ça fatigue. On a donc du mal à trouver de l’énergie pour faire de l’exercice le soir. D’où l’importance de se décon necter suffisamment. Essayez de trouver une source de détente qui vous éloigne de votre smartphone, de votre ordinateur portable ou de votre télévision. » //

« La récupération est essentielle. C’est une évidence dans le monde du sport, mais ce principe n’est pas encore suffisamment ancré dans le monde des affaires. »

Investissement socialement responsable

Duurzaam beleggen, thematisch beleggen, SRI, ESG, … Het bos door de bomen zien is al even geen evidentie meer, want het landschap van maatschappelijk verantwoorde beleggingen wordt steeds uitgebreider. Greenwashing loert om de hoek voor beleggers die duurzame beleggingen in hun portefeuille willen integreren. Evy Mercie, fondsanalist bij Nagelmackers Asset Management met een expertise in ESG, ontwart het kluwen van ‘groene’ beleggingen en zet de initiatieven van Nagelmackers op een rij.

Waarvoor staat ESG?

Als we spreken over maatschappelijk verantwoord beleggen, komt ESG vaak naar voren. ESG staat voor Environmental, Social en Governance-criteria. Het zijn de waarden die door investeerders meegenomen worden in de beleggingsanalyse en het besluitvormingsproces, naast het financiële aspect. Onder ‘Environmental’ vallen milieuof klimaatuitdagingen en de manieren waarop een bedrijf daarmee omgaat. ‘Social’ staat voor maatschappij en mens: denk dan aan gelijke kansen, diversiteit, het welzijn van de medewerkers en de veiligheid van de processen.

→

Investissement durable, investissement thématique, ISR, ESG... Faire la part des choses n’a rien d’évident, car le paysage des investissements socialement responsables ne cesse de s’élargir. Le « greenwashing » menace aussi les investisseurs désireux d’intégrer des placements durables dans leur portefeuille. Evy Mercie, analyste de fonds chez Nagelmackers Asset Management et experte en ESG, fait le point et décrit les initiatives de Nagelmackers en la matière.

En quoi consiste l’ESG ?

On utilise souvent l’abréviation « ESG » dans le contexte des investissements socialement responsables. Ce sigle regroupe les critères environnementaux, sociaux et de gouvernance, autant de valeurs que les investisseurs prennent en compte dans l’analyse et la prise de décision en matière d’investissement, en marge de l’aspect financier. Le terme « environnemental » englobe les défis environnementaux ou climatiques et la manière dont une entreprise les relève. « Social » fait référence à la société et aux personnes. On pense ici à l’inclusion, à la diversité, au bien-être du personnel et à la sécurité des processus.

→

“Algemeen beginnen beheerders duurzaamheid en ESG steeds meer mee te nemen in hun proces. Dat komt ook deels door het beleid.”

Ten slotte heeft ‘Governance’ te maken met een ‘deugdelijk’ bestuur. Die laatste factor is al langer een vaste waarde in de beleggingswereld, waarbij een behoorlijk bestuur vaak gepaard gaat met een beter rendementsrisicoprofiel van het bedrijf. “In Europa zijn die ecologische, sociale en governance-criteria al meer ingeburgerd bij bedrijven dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Denk daarbij aan milieu of het beleid tegen witwassen”, merkt Evy Mercie op.

Verschillende soorten fondsen

Binnen de fondsenmarkt vind je een heel breed gamma aan ESG-aanpakken. Evy Mercie bevestigt dat duurzaamheid ook binnen fondsen in de lift zit: “De laatste jaren zien we een duidelijke evolutie. Algemeen beginnen beheerders duurzaamheid en ESG steeds meer mee te nemen in hun proces. Dat komt ook deels door het beleid.”

La « gouvernance » indique, quant à elle, une gestion « saine ». Ce dernier facteur est bien connu dans le monde de l’investissement, où une bonne gouvernance va souvent de pair avec un meilleur profil de risque de rendement pour l’entreprise. « En Europe, ces critères environnementaux, sociaux et de gouvernance sont déjà plus ancrés dans les entreprises qu’aux États-Unis, par exemple. Je pense notamment à l’environnement ou aux politiques de lutte contre le blanchiment », note Evy Mercie.

Différents types de fonds

Le marché des fonds vous propose un très large éventail d’approches ESG. Evy Mercie confirme que la durabilité a également le vent en poupe dans les fonds : « Nous avons constaté une nette évolution, ces dernières années. Les gérants incluent de plus en plus la durabilité et l’ESG dans leur processus d'investissement et ce, en partie en raison de la politique. »

Bij Nagelmackers verdelen we fondsen onder in verschillende categorieën:

Traditionele fondsen die in het beleggingsproces geen rekening houden met ESG-factoren.

Fondsen met ESG-screening die voor elke onderliggende positie voldoen aan minimale ESG-drempels.

ESG-integratiefondsen die ESG-factoren opnemen in financiële analyses en het ESG-staartrisico beheren. SRI-fondsen die beleggingsposities identificeren op basis van hun ESG-praktijken en duurzame producten of diensten met een positieve bijdrage aan het rendement. Thematische fondsen die zich richten op een specifiek thema, zoals water of groene obligaties. Binnen onze externe fondsenselectie biedt Nagelmackers obligatiefondsen aan die beleggen in groene obligaties en sociale obligaties.

Impactfondsen die beleggen in ondernemingen (of uitgiften) die een oplossing bieden voor een van de grote milieu- en/of sociale uitdagingen in de wereld, zoals de klimaatverandering.

Nagelmackers en duurzaamheid

De laatste jaren zet Nagelmackers stap voor stap steeds meer in op duurzaam beleggen. Zo begonnen we in 2018 en 2019 met tal van initiatieven. We ondertekenden de UNPRI (de Principes voor verantwoord beleggen van de Verenigde Naties), we integreerden een zevende criterium binnen ons fondsenscreeningproces, we bieden een duurzaam profiel aan binnen Private Banking, we leggen de focus steeds meer op duurzame fondsen binnen de Multifund-fondsen, en we hebben nu een ruimer aanbod van duurzame fondsen binnen Personal Banking.

Sinds 2020 focussen we ook op de SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation), de Europese reeks verplichtingen inzake duurzaamheid die vanaf 2021 in werking trad. Onze huisfondsen worden dus geleidelijk aan 'SFDR-proof' gemaakt. In een eerste beweging kregen in 2021 verschillende van onze fondsen de zogenaamde Artikel 8-categorie toegewezen, wat staat voor fondsen met duurzaamheidskenmerken. “Omdat SFDR een Europese verordening is, zien we grote verschillen tussen de categorieën van fondsen bij Europese tegenover internationale vermogensbeheerders,” vult Evy Mercie aan.

→

Chez Nagelmackers, nous répartissons les fonds en différentes catégories : Fonds traditionnels qui ne tiennent pas compte des facteurs ESG dans le processus d’investissement. Fonds de sélection ESG, c’est-à-dire l’application minimale des facteurs ESG pour chaque participation. Fonds d’intégration ESG qui intègrent les facteurs ESG dans l’analyse financière et gèrent le risque résiduel ESG.

Fonds ISR qui identifient les participations en fonction de leurs pratiques ESG et des produits/services durables ayant une contribution positive aux rendements. Fonds thématiques qui se concentrent sur un thème durable, comme l’eau ou les obligations vertes.

Dans notre sélection de fonds externes, Nagelmackers propose des fonds obligataires qui investissent dans des obligations vertes et des obligations sociales.

Fonds d’impact qui investissent dans des entreprises (ou des sujets) qui apportent une solution à l’un des principaux défis environnementaux et/ou sociaux du monde, à l’instar du changement climatique.

Nagelmackers et la durabilité

Ces dernières années, Nagelmackers s’est de plus en plus orientée vers l’investissement durable. Nous avons, par exemple, lancé de nombreuses initiatives en 2018 et 2019. Nous avons signé l’UNPRI (les principes des Nations unies pour l’investissement responsable), nous avons intégré un septième critère dans notre processus de sélection des fonds, nous proposons un profil durable au sein du Private Banking, nous accordons plus d’importance aux fonds durables dans les fonds Multifund et nous disposons désormais d’une gamme plus large de fonds durables en Personal Banking.

Depuis 2020, nous nous concentrons aussi sur le règlement SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation), une série d'obligations européennes en matière de durabilité qui sont entrées en vigueur en 2021. À cet égard, nous mettons progressivement nos propres fonds en conformité avec cette réglementation. Dans un premier temps, en 2021, plusieurs d’entre eux se sont vu attribuer la catégorie « Article 8 », qui désigne les fonds présentant des caractéristiques de durabilité. « Vu que le règlement SFDR est européen, nous constatons de grandes différences entre les catégories de fonds des gérants européens et internationaux », pointe Evy Mercie.

→

Maar hoe gaat de selectie van duurzame fondsen concreet in zijn werk? “Voor het beheer van eigen fondsen volgen wij een strikt investeringsbeleid dat voor onze duurzame oplossingen werd uitgeschreven. Voor de selectie van externe fondsen, volgen wij de 7P-methode.”

Selectie van externe fondsen en de 7P-methode

Nagelmackers heeft een transparant proces ontwikkeld om in haar rol als financieel adviseur fondsen van derden te beoordelen en te selecteren. “Er is geen standaard die bepaalt of een fonds duurzaam is. Het is aan de asset managers of fondsanalisten om een model op te maken. Bij ons is dat het 7P-model”, legt Evy Mercie uit. Deze methode zorgt ervoor dat de fondsen van derden bij haar eigen aanbod passen. Die methode bestaat uit het afwegen van 7 P’s:

1. Mensen (People): de mensen achter het beheer

2. Filosofie (Philosophy): de filosofie waarop het beheer is gebaseerd

3. Proces (Process): het proces achter het beheer

4. Portefeuillesamenstelling (Portfolio construction): de samenstelling van het fonds

5. Prestaties (Performance): het rendement

6. Bescherming (Protection): de bescherming van de beleggers

7. Principes (Principles): de principes voor duurzaam beleggen en ESG-prestaties, onder meer op basis van de door marktdeelnemers gerapporteerde Principal Adverse Impacts of PAI’s. Dat zijn de voornaamste nadelige effecten op duurzaamheid en verwijzen naar een specifieke lijst van indicatoren aan de hand waarvan beleggers de nadelige gevolgen van de effecten waarin zij beleggen, kunnen monitoren.

In de praktijk werkt Nagelmackers voor haar specifieke duurzame beleggingsoplossingen samen met beleggingsbeheerders die waarde hechten aan duurzaamheid enerzijds, en een sterk proces anderzijds.

In dat proces wordt het beleggingsuniversum beperkt op basis van ESG-criteria, met extra sectorale uitsluitingen zoals de tabakssector, de kansspelensector en de wapenindustrie. Anderzijds worden er ESG-gerichte, duurzame thematische of impactbeleggingen geselecteerd. De beleggingsbenadering van de vermogensbeheerder ten aanzien van duurzaamheid en het beleid dat hij voert, worden periodiek herbeoordeeld op basis van een intern monitoringmodel en getoetst aan gegevens afkomstig van externe gegevensverstrekkers en/of labelbureaus.

Mais comment procède-t-on à la sélection de fonds durables en pratique ? « Pour la gestion de nos propres fonds, nous respectons une politique d’investissement stricte, établie pour nos solutions durables. Pour la sélection des fonds externes, nous suivons la méthode des 7P »

Sélection des fonds externes et méthode des 7P

Dans son rôle de conseiller financier, Nagelmackers a mis au point un processus transparent d’évaluation et de sélection des fonds tiers. « Aucune norme ne détermine si un fonds est durable. Il appartient aux gérants ou aux analystes de fonds de créer un modèle. Dans notre cas, il s’agit du modèle des 7P », explique Evy Mercie. Cette méthode permet de nous assurer que les fonds de tiers conviennent à notre propre offre. La méthode consiste à pondérer 7P :

1. People (personnes) : les personnes responsables de la gestion

2. Philosophy (philosophie) : la philosophie sur laquelle repose la gestion

3. Process (processus) : le processus auquel est soumise la gestion

4. Portfolio construction (structure du portefeuille) : la composition du fonds

5. Performance (performance) : le rendement

6. Protection (protection) : la protection de l’investisseur

7. Principles (principes) : les principes d’investissement durable et de performance ESG, fondés entre autres sur les « Principal Adverse Impacts » ou PAI notifiés par les acteurs du marché. Il s’agit des principaux effets négatifs sur la durabilité qui renvoient à une liste spécifique d’indicateurs grâce à laquelle les investisseurs surveillent les effets négatifs des titres qu’ils détiennent.

Concrètement, pour ses solutions spécifiques d’investissement durable, Nagelmackers collabore avec des gestionnaires qui s’intéressent à la durabilité, d’une part, et à un processus solide, d’autre part. Dans ce processus, l’univers d’investissement est limité sur la base de critères ESG, avec des exclusions sectorielles supplémentaires telles que le secteur du tabac, le secteur des jeux de hasard et l’industrie de l’armement. Nous sélectionnons, d’autre part, des investissements axés sur l’ESG, des investissements thématiques durables ou des investissements d’impact.

Nagelmackers monitort portefeuilleposities op regelmatige basis aan de hand van haar ESG-ratings en controverseniveau’s. Als de beoordelingen niet langer aan de verwachtingen voldoen of als er ernstige controverses ontstaan, treedt Nagelmackers in dialoog met de gedelegeerde beleggingsbeheerders. Indien nodig wordt er vervolgens langdurig met hen samengewerkt om de duurzaamheid te verbeteren en waar nodig het ESG-risico te beheren.

“Engagement is voor ons erg belangrijk”, aldus Evy Mercie. “Als aandeelhouder gaan wij een actief stembeleid voeren op aandeelhoudersvergaderingen, om mee een verschil te kunnen maken. Daarbij kan het over allerhande thema's gaan, en dus ook over onderwerpen gelinkt aan het duurzaamheidsthema. Wij willen stemmen en ons engageren om bedrijven mee in de juiste richting te sturen. Dat kan op individueel vlak, maar ook collectief om zo meer gewicht in de schaal te leggen.” Vermogensbeheerders die niet langer aan onze minimumnormen voldoen of die hun eigen beleid schenden, worden geschrapt uit onze selectie van duurzame externe fondsen.

→

L’approche d’investissement du gestionnaire en matière de durabilité et la politique qu’il mène sont périodiquement réévaluées sur la base d’un modèle de suivi interne et auditées selon les données de fournisseurs externes et/ou d’agences de labellisation.

Nagelmackers surveille régulièrement les positions du portefeuille sur la base de ses notations ESG et des niveaux de controverse. Si les notations ne répondent plus aux attentes ou si de graves controverses voient le jour, Nagelmackers entame un dialogue avec les gestionnaires délégués. Le cas échéant, nous nous engageons alors dans une collaboration à long terme afin d’améliorer la durabilité et de gérer l’éventuel risque ESG.

« L’engagement est très important pour nous », insiste Evy Mercie. « En tant qu’actionnaires, nous menons une politique de vote active lors des assemblées générales afin de contribuer à faire la différence. Il peut s’agir de toutes sortes de thèmes et donc aussi de questions liées à la durabilité. Nous voulons voter et nous engager pour orienter les entreprises dans la bonne direction. Cela peut se faire à l’échelle individuelle, mais aussi collectivement, afin de peser davantage dans la balance. » Les gérants qui ne respectent plus nos normes minimales ou qui violent leurs propres politiques sont retirés de notre sélection de fonds externes durables.

→

« L’engagement est très important pour nous. En tant qu’actionnaires, nous menons une politique de vote active lors des assemblées générales afin de contribuer à faire la différence. »

In 2021 werd er bij Nagelmackers ook een Sustainability Comité opgericht. De taak van dit comité is het uittekenen van de krijtlijnen van het duurzaam beleid binnen de Asset Management-afdeling van de bank. Zodoende superviseert het de duurzame aanpak binnen alle beheerde Private Banking-mandaten en onze fondsen. Dit comité komt minstens eenmaal per maand en ad hoc samen om in te spelen op verschillende topics en de actuele trends.

Data, data, data

Om te kunnen bepalen of een fonds of bedrijf al dan niet binnen ons duurzaamheidsbeleid past, hebben we data nodig. Evy Mercie legt uit waar die data vandaan komen: “Zowel voor fondsen van derden als eigen fondsen wordt gebruik gemaakt van externe dataproviders voor ruwe data, maar intern doen we een eigen analyse om een rating op bedrijfsniveau te bekomen of fondsen te categoriseren om te zien of ze opgenomen kunnen worden in een duurzaam mandaat.”

Betrouwbare data gebruiken is erg belangrijk, ook bijvoorbeeld omdat sommige bedrijven aan greenwashing doen. Die marketingtruc gebruiken bedrijven om duurzaam te lijken en zo hun imago op te poetsen, terwijl ze dat eigenlijk helemaal niet zijn. De bank controleert de data die ze gebruikt daarom altijd zorgvuldig. Externe data worden zo steeds intern op dezelfde manier geanalyseerd en gecontroleerd op accuraatheid. Waar de data vandaan komen, hoe ze verworven worden (de methodologie) en de volledigheid ervan zijn allemaal factoren waarnaar gekeken wordt tijdens de analyse. “Verschillende dataproviders gebruiken allemaal een andere methodologie. Daardoor zijn er steeds verschillen in de data die zij leveren. Wij gebruiken altijd data van verschillende providers, omdat we niet afhankelijk willen zijn van een enkele provider en het bovendien onmogelijk is dat een dataprovider toegang heeft tot alle nodige data”, geeft Evy Mercie nog mee.

Un Sustainability Comité a également été créé au sein de Nagelmackers en 2021. Sa tâche consiste à tracer les lignes de la politique de durabilité au sein du département Asset Management de la banque. Il supervise l’approche durable au sein de tous les mandats Private Banking gérés et de nos fonds. Ce comité se réunit au moins une fois par mois et sur une base ad hoc afin de réagir à divers sujets et tendances d’actualité.

Données, données, données

Nous avons besoin d’énormément de données pour déterminer si un fonds ou une entreprise est en ligne avec notre politique de durabilité ou pas. Evy Mercie explique d’où elles proviennent : « Tant pour les fonds de tiers que pour les fonds internes, nous faisons appel à des fournisseurs de données externes pour obtenir des données brutes. En interne, nous effectuons notre propre analyse pour arriver à une notation au niveau de l’entreprise ou classer les fonds par catégorie pour déterminer s’ils peuvent être inclus dans un mandat de durabilité. »

Il est très important d’utiliser des données fiables, notamment parce que certaines entreprises se livrent encore au greenwashing. Il s’agit d’une astuce marketing qu’elles utilisent pour paraître durables et soigner leur image de marque, alors qu’elles ne le sont pas. La banque vérifie donc toujours soigneusement les données qu’elle utilise. Les données externes sont toujours analysées de la même manière en interne et leur exactitude est vérifiée. La provenance des données, la manière dont elles sont acquises (la méthodologie) et leur exhaustivité sont autant de facteurs que nous passons en revue lors de l’analyse.

« Les différents fournisseurs de données utilisent tous une méthodologie différente. Nous décelons donc toujours des différences dans les données qu’ils fournissent. Nous utilisons des données provenant de différents fournisseurs, car nous ne voulons pas être dépendants d’un seul d’entre eux et parce qu’il est impossible pour un seul fournisseur de données de nous donner toutes les informations nécessaires », explique Evy Mercie.

“Zowel het ecologisch, sociaal als governance-aspect van een bedrijf is belangrijk. Zij die vrezen dat duurzaamheid en rendement niet hand in hand kunnen gaan, moeten zich niet te veel zorgen maken: ESG hoeft op lange termijn geen negatieve impact te hebben.” —

De toekomst van ESG

Het mag duidelijk zijn: ESG is geen modefenomeen. De trend is al enkele jaren in ontwikkeling en wordt ook, vooral in Europa, gedreven door de regelgever. Een voorbeeld daarvan zijn de klimaatbeslissingen in Europa. En de trend zal zich de komende jaren ook voortzetten, waarbij portefeuillebeheerders meer aandacht zullen schenken aan duurzaamheid binnen hun beheer. Vraagt u zich af welke letter van ‘ESG’ nu het belangrijkste is? “Het is geen ‘of’-verhaal, maar vaak een ‘en’-verhaal”, volgens Evy Mercie. Zowel het ecologisch, sociaal als governance-aspect van een bedrijf is dus belangrijk. Zij die vrezen dat duurzaamheid en rendement niet hand in hand kunnen gaan, moeten zich niet te veel zorgen maken: ESG hoeft op lange termijn geen negatieve impact te hebben. “Bedrijven die oog hebben voor ESG, zijn vaak de bedrijven waarbij je een positieve evolutie zal zien qua rendement op lange termijn”, stelt Evy Mercie gerust.

What’s next voor Nagelmackers? In de nabije toekomst zal elke belegger zijn duurzame voorkeuren kunnen aangeven. Het fondsenaanbod van Nagelmackers (zowel interne als externe fondsen) zal zo ontwikkeld zijn dat het zo goed mogelijk aan de verschillende voorkeuren van de cliënt kan voldoen. //

L’avenir de l’ESG

Une chose est sûre : l’ESG n’est pas un phénomène de mode. Cette tendance se développe depuis plusieurs années et est également portée par le régulateur, surtout en Europe. Les décisions climatiques en Europe en sont un exemple. Et la tendance se poursuivra dans les années à venir, les gérants accordant une attention accrue à la durabilité dans le cadre de leur gestion. Vous vous demandez quelle lettre de « ESG » est la plus importante aujourd’hui ? « Elles le sont toutes », tranche clairement Evy Mercie. Les aspects environnementaux, sociaux et de gouvernance d’une entreprise ont donc tous la même importance.

Ceux qui craignent que durabilité et rendement ne fassent pas bon ménage ne doivent pas trop s’inquiéter : l’ESG ne doit pas nécessairement avoir un impact négatif à long terme. « Les entreprises attentives à l’ESG sont souvent celles qui vous réserveront une évolution positive en termes de rendement à long terme », rassure Evy Mercie.

Quelle est la prochaine étape pour Nagelmackers ? Dans un avenir proche, chaque investisseur sera en mesure d’indiquer ses préférences en matière de durabilité. L’offre de fonds de Nagelmackers (fonds internes et externes) sera enrichie pour répondre au mieux aux différentes préférences du client. //

Dit vakgebied is voor mij mijn baby, mijn leven

Dirk Inzé was al van kinds af begeesterd door de natuur en haar vele facetten − en dan vooral wat het plantenrijk betreft. Enkele decennia en een indrukwekkende carrière later mag hij zich een van de grondleggers van de moleculaire plantenbiotechnologie noemen. Hij leidt het onderzoek naar de veredeling van gewassen, als antwoord op de vele uitdagingen waar de landbouw voor komt te staan.

Depuis sa plus tendre enfance, Dirk Inzé est fasciné par la nature et ses multiples facettes, notamment le règne végétal. Plusieurs décennies et une carrière impressionnante plus tard, il est l’un des fondateurs de la biotechnologie moléculaire des plantes. Il dirige des recherches sur la sélection végétale comme réponse aux nombreux défis auxquels l’agriculture est confrontée.

// PROF. DIRK INZÉ, PIONNIER DE LA BIOTECHNOLOGIE MOLÉCULAIRE DES PLANTES 'CE DOMAINE C’EST POUR MOI MON BÉBÉ, MA VIE'

Als hoogleraar moleculaire plantenbiologie en -fysiolo gie aan de UGent en wetenschappelijk directeur bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) is Dirk Inzé geïnteresseerd in de processen die de groei van planten beheersen op moleculair niveau. De mechanismen van de celcyclus in planten ontleden en controleren is wat hem dagelijks bezighoudt.

Samenwerken met de industrie

“Door gewassen te verbeteren, zorgen we dat ze meer opbrengst hebben en beter bestand zijn tegen bijvoor beeld droogte of allerhande ziekten. Wat wij onderzoe ken, resulteert rechtstreeks in nieuwe technologieën in de landbouw”, begint Dirk Inzé. “We krijgen vaak de op merking dat wij wetenschappers samenwerken met de industrie, maar dat vind ik net iets positiefs. Het doel van ons onderzoek is om iets terug te kunnen geven aan de gemeenschap. Vlaanderen heeft geen grondstoffen, dus moeten we het van onze kennis hebben. Daarom hebben we lopende samenwerkingen met de industrie: wij gene reren kennis die zij op hun beurt kunnen toepassen. Ik vind het fantastisch om, onder voorwaarden, resultaten van onderzoeken te kunnen doorgeven aan bedrijven en die dan zo tot bij de consument te brengen.”

Professeur de biotechnologie moléculaire des plantes et de physiologie à l’Université de Gand et directeur scientifique de l’Institut flamand de biotechnologie (VIB), Dirk Inzé s’intéresse aux processus qui régissent la crois sance des plantes au niveau moléculaire. Du matin au soir, il dissèque et contrôle les mécanismes du cycle cel lulaire des plantes.

Partenaire de l’industrie

« En améliorant les cultures, nous faisons en sorte qu’elles présentent des rendements plus élevés et qu’elles soient plus résistantes, par exemple à la sécheresse ou aux maladies. Le fruit de nos recherches se traduit di rectement par de nouvelles technologies applicables à l’agriculture », explique Dirk Inzé. « On reproche souvent aux scientifiques de collaborer avec l’industrie. Je pense toutefois que c’est une bonne chose. Le but de nos re cherches est de rendre quelque chose à la communauté. La Flandre n’a pas de matières premières, nous devons donc compter sur nos connaissances. C’est en ce sens que nous nouons des partenariats permanents avec l’in dustrie : nous générons des connaissances qu’elle peut mettre en pratique. Je trouve fantastique de pouvoir, sous certaines conditions, transmettre les résultats de la recherche aux entreprises pour en faire ensuite profiter le consommateur. »

Het VIB werkt samen met verschillende start-ups en heeft er de afgelopen 25 jaar zelf ook 30 gelanceerd, waaronder meerdere in de plantenbiologie. “Weten schappers zijn meestal minder thuis in de zakelijke kant van een start-up: het schrijven van een businessplan, het inschatten van het financiële plaatje of het aanvragen van patenten. Daarom willen we bedrijven helpen met die eerste hindernissen. Wij helpen hen opstarten, daarna is het bedrijf volledig onafhankelijk”, verduidelijkt Dirk Inzé. In de jaren ’90 stond hij zelf mee aan de wieg van Crop Design, een biotechnologisch bedrijf dat zich bezighoudt met het verbeteren van gewassen en het vergroten van de opbrengst per oppervlakte-eenheid.

Veredelde gewassen

Volgens Dirk Inzé is het veredelen van gewassen de normaalste zaak van de wereld. “Veredeling gebeurt al zo’n tienduizend jaar. Alles wat we vandaag eten is veredeld, geen enkele plant is zoals je ze in de natuur zou vinden. De snelheid waarmee onderzocht en toegepast wordt, is nu wel groter dan ooit tevoren. Maar dat is ook nodig. Planten moeten beter bestand zijn tegen lange periodes van droogte en tegen hogere temperaturen. Ook blijft de wereldbevolking toenemen, waardoor we tegen 2050 voedsel voor tien miljard mensen moeten kunnen produceren.”

→

L’Institut flamand de biotechnologie (VIB) collabore avec plusieurs start-ups et en a lui-même lancé 30 ces 25 dernières années, dont plusieurs dans le domaine de la biologie végétale. « Les scientifiques sont généralement moins à l’aise avec l’aspect commercial d’une start-up : élaboration d’un business plan, estimation de la situation financière ou demande de brevets. À cet égard, nous voulons aider les entreprises à franchir ces premiers obstacles. Nous leur mettons le pied à l’étrier, après quoi elles deviennent pleinement autonomes », poursuit Dirk Inzé. Dans les années 1990, il a lui-même cofondé CropDesign, une entreprise de biotechnologie axée sur l’amélioration des cultures et l’augmentation du rendement par unité de surface.

Cultures sélectionnées

Selon Dirk Inzé, la sélection des cultures est la chose la plus normale au monde. « La sélection se pratique de puis 10 000 ans. Tout ce que nous mangeons aujourd’hui a été sélectionné, aucune plante n’est identique à celle que l’on trouve dans la nature. La recherche et la mise en pratique de ses résultats sont aujourd’hui plus rapides que jamais. Mais c’est aussi une nécessité. Les plantes doivent être capables de résister à de longues périodes de sécheresse et à des températures élevées. Par ail leurs, la population mondiale continue d’augmenter. D’ici 2050, nous devrons être en mesure de produire de la nourriture pour dix milliards de personnes. »

—

Dirk Inzé benadrukt dat er twee soorten genetische ma nipulatie zijn. “Vandaag wordt vooral ‘gene editing’ toe gepast. In plaats van vreemd DNA van bacteriën in te bouwen in planten, wordt bij genmodificatie DNA van de plant zelf bewerkt. Dat is echt revolutionair. Door mecha nismes in planten te ontrafelen, ontwikkelen we nieuwe veredelingstechnieken waardoor de gewasopbrengst stijgt. Daarnaast worden bepaalde gewassen ook resis tent gemaakt tegen allerlei ziekten, waardoor er minder pesticiden gebruikt moeten worden.” Dat er echt wel technologieën nodig zijn om op grote schaal voedsel te produceren, bleek vorig jaar in Sri Lanka. Nadat ze als eerste land ter wereld overschakelden op volledig bio logische landbouw, viel de landbouwopbrengst enorm terug. Als gevolg kwam de bevolking in hongersnood, volgden er opstanden en verkeerde het land in een zware economische crisis.

Artificiële intelligentie & machine learning

De onderzoeken die Dirk Inzé uitvoert zijn wereldwijd van groot belang en leverden hem al heel wat prestigieuze prijzen op, zoals de World Agriculture Prize, de vijfjaarlijkse FWO-Excellentieprijs die Vlaamse onderzoekers in de kijker zet, en de Francquiprijs, de wetenschapsbekroning die ook wel eens de Belgische nobelprijs genoemd wordt.

→

Dirk Inzé souligne qu’il existe deux types de manipu lations génétiques. « Aujourd’hui, on pratique surtout l’édition de gènes. Au lieu d’insérer de l’ADN étranger provenant de bactéries dans les plantes, la modification génétique consiste à modifier l’ADN de la plante ellemême. C’est tout à fait révolutionnaire. En déchiffrant les mécanismes végétaux, nous développons de nouvelles techniques de sélection qui augmentent le rendement des cultures. Nous pouvons également rendre certaines cultures résistantes à un large éventail de maladies, ce qui permet de réduire le recours aux pesticides. » La technologie est tout simplement indispensable pour pro duire une alimentation à grande échelle, comme on a pu le constater au Sri Lanka. Après être devenu le premier pays au monde à adopter une agriculture entièrement biologique, le Sri Lanka a vu ses rendements agricoles chuter de façon spectaculaire. En conséquence, la popu lation a été confrontée à la famine, des révoltes ont écla té et le pays a connu une grave crise économique.

Intelligence artificielle et apprentissage automatique

Les recherches de Dirk Inzé revêtent une grande importance dans le monde entier. Elles lui ont d’ailleurs valu de prestigieuses récompenses, telles que le World Agriculture Prize, le prix d’excellence quinquennal du FWO qui met à l’honneur les chercheurs flamands et le prix Francqui, une consécration scientifique que l’on compare souvent au prix Nobel belge.

“De volgende stap is het gebruik van artificiële intelligentie en machine learning om de huidige tsunami aan gegevens te kunnen analyseren.”

« En déchiffrant les mécanismes végétaux, nous développons de nouvelles techniques de sélection qui augmentent le rendement des cultures. »

Als wetenschappelijk directeur verbonden aan het VIB zorgt hij ervoor dat de kennis die in Vlaanderen aanwezig is op het vlak van biotechnologie gecapteerd en omgezet wordt naar waarde voor de gemeenschap. En dat over de landsgrenzen heen, want het VIB is wereldwijd een van de bekendste instituten binnen hun vakgebied. Van over de hele wereld komen er aanvragen naar specifieke wetenschappelijke onderzoeken en samenwerkingen. De enige voorwaarde: alle onderzoeken en hun resultaten, ook deze in ‘samenwerking’ met de industrie, worden fi naal bekendgemaakt en gepubliceerd.

“We kennen de laatste jaren een enorme tsunami aan gegevens. Vroeger was de genetische code van een levend organisme bijvoorbeeld zeer moeilijk te bepalen, nu heb je die DNA-sequentie in amper vijf uur. Geen mens krijgt die hoeveelheid data nog geanalyseerd. De volgende stap is daarom het gebruik van artificiële intelligentie en machine learning om de complexiteit in de data te ontrafelen. Hierdoor vinden we ook verbanden die verder gaan dan wat de mens kan zien.”

→

→ DIRK INZÉ

En tant que directeur scientifique de l’Institut flamand de biotechnologie, Dirk Inzé veille à ce que les connaissances disponibles en Flandre dans le domaine de la biotechno logie soient exploitées et converties en valeur pour la communauté. Et cette volonté va au-delà des frontières nationales, car l’Institut est l’un des plus réputés dans son domaine d’expertise à l’échelon mondial. Il reçoit des demandes de recherche scientifique spécifique et de collaboration des quatre coins du monde. Seule condi tion : toutes les recherches, y compris celles menées en « collaboration » avec l’industrie, ainsi que leurs résultats doivent être publiés.

« Depuis quelques années, nous sommes confrontés à un véritable tsunami de données. Un exemple ? Le code génétique d’un organisme vivant était autrefois très difficile à déterminer. Aujourd’hui, on peut obtenir cette séquence ADN en cinq heures à peine. Aucun être humain ne peut plus analyser une telle quantité de données. La prochaine étape consistera donc à utiliser l’intelligence artificielle et l’apprentissage automatique pour gérer la complexité des données. Cela nous aidera également à établir des liens au-delà de ce que l’œil humain peut voir.

»

Geboren wetenschapper

Dirk Inzé is nog elke dag verrast door wat leeft in de on derzoekswereld. “Het mooie van de wetenschap is dat er zoveel gepubliceerd wordt. Elke dag zijn er nieuwe vond sten, dus dagelijks is er nieuwe kennis te vinden. Het is te veel om allemaal te kunnen volgen, maar ik ben er graag mee bezig. Ook door les te geven bouw ik een zeer ruime kennis op. Sommige collega’s specialiseren zich zodanig dat ze minder bezig zijn met het holistische beeld van hoe zaken werken. Maar het is net goed om kennis aan jonge mensen over te dragen, om je vakgebied uit te blij ven leggen en te delen met de maatschappij.”

Zelf is Dirk Inzé altijd al geïnteresseerd geweest in we tenschap, als enige in zijn familie. Als kind besteedde hij het geld voor zijn skiklassen aan een microscoop, later koos hij voor studies in de biologie waardoor hij terecht kwam in het laboratorium van toonaangevende plan tenwetenschappers Jeff Schell en Marc Van Montagu. “Als ik iets kan meegeven aan de studenten weten schap van vandaag, is het dat passie en motivatie het allerbelangrijkste is. Een job in de wetenschap is niet 9 to 5, het houdt je dag en nacht bezig. Wat een eigen zaak is voor een ondernemer, is dit vakgebied voor mij. Het is mijn baby, mijn leven.” //

La science dans la peau

Dirk Inzé ne cesse de s’émerveiller face à l’évolution du monde de la recherche. « Il existe une infinité de publi cations, et c’est la toute la beauté de la science. Chaque jour apporte de nouvelles découvertes et de nouvelles connaissances. Il est impossible de tout suivre, mais j’aime rester à la page. Je me constitue également un savoir très large en enseignant. Certains collègues se spécialisent au point d’être moins concernés par la vision holistique du fonctionnement des choses. Mais j’aime transmettre mon savoir aux jeunes, continuer à expli quer mon domaine et le partager avec la société. »

Dirk Inzé s’est lui-même toujours intéressé aux sciences, bien qu’il soit le seul de sa famille. Enfant, il a utilisé l’argent de ses leçons de ski pour s’offrir un microscope. Plus tard, il a choisi d’étudier la biologie, ce qui l’a amené à travailler dans le laboratoire des grands spécialistes des plantes Jeff Schell et Marc Van Montagu. « Si je n’avais qu’un conseil à donner aux étudiants en sciences d’aujourd’hui, je leur dirais que la passion et la motivation sont deux éléments indispensables. Quand on travaille dans les sciences, on n’a pas un job de 9 h à 17 h : il nous occupe jour et nuit. La science est à mes yeux ce qu’une entreprise représente pour un entrepreneur. C’est mon bébé, c’est toute ma vie. » //

“De wereldbevolking blijft toenemen, waardoor we tegen 2050 voedsel voor tien miljard mensen moeten kunnen produceren.”

Hoeden met flair

Hofleverancier voor meerdere Europese koninklijke families, glamoureuze samenwerkingen met talloze modemerken en een studio in het Brusselse groen waar klanten van wereldwijd voor afzakken: Maison Fabienne Delvigne bedenkt en creëert elegante haute couture hoeden die je van mijlenver herkent.

Elle fournit plusieurs cours royales européennes, entreprend des collaborations glamour avec de nombreuses marques de mode et possède un atelier niché au cœur d’un quartier vert de Bruxelles, qui attire des clients du monde entier : Fabienne Delvigne imagine et crée des chapeaux haute couture élégants dont on reconnaît la griffe au premier coup d’œil.

// 'DES CHAPEAUX QUI ONT DU STYLE'

Of we haar chapelier of chapelière noemen? “Beide fout! De correcte term is modiste. Een chapelier maakt ook hoeden, maar machinaal. In mijn atelier doen we uit sluitend het verfijnde handwerk en meestal op maat.”

In het Nederlands vertaalt het naar hoedenmaker, maar Maison Fabienne Delvigne doet zoveel meer dan hoeden maken. “Onze filosofie is om een klant te leren kennen, zijn of haar mooiste eigenschappen te ontdekken en die te versterken door middel van een hoed.”

Je kunt er terecht voor gelegenheidshoeden, maar ook voor hoeden voor dagdagelijks gebruik. “Vroeger kocht men enkel een hoed voor een trouwfeest, vandaag dragen meer en meer mensen opnieuw een hoed op koude dagen of als accessoire om zich te onderscheiden.” Fabienne Delvigne is Gebrevetteerd Hofleverancier van België en vaste hoedenleverancier van de koninklijke families van Nederland, Zweden en Luxemburg.

→

Faut-il la qualifier de chapelier ou de chapelière ? « Aucun des deux ! Le terme adéquat est “modiste”. Un chapelier fabrique certes des chapeaux, mais à l’aide de machines. Alors que dans mon atelier, nous réalisons un travail ma nuel délicat et le plus souvent sur mesure. » D’ailleurs, la Maison Fabienne Delvigne ne se contente pas de fa briquer des couvre-chefs : « Nous avons à cœur d’ap prendre à connaître nos clients, de découvrir leurs plus beaux traits et de les sublimer grâce à un chapeau. »

On y trouve des chapeaux pour les grandes occasions comme pour le quotidien. « Auparavant, on achetait un chapeau uniquement pour assister à un mariage. Au jourd’hui, la tendance s’inverse et de plus en plus de per sonnes en portent quand il fait froid, ou en guise d’acces soire pour le plaisir d’être chic. » Fabienne Delvigne peut se vanter d’être le Fournisseur breveté de la cour de Bel gique et d’accessoiriser les familles royales des Pays-Bas, de Suède et du Grand-Duché de Luxembourg.

→

Elisea

“Ik zoek de fijnste materialen uit en bewerk ze, als een beeldhouwer, net tot wanneer het perfecte evenwicht bereikt is.”

Lightness

OdaliaTheresa

De droom achterna

“Al van jongs af werd ik aangetrokken door wat mooi en atypisch is. Op een dag, tijdens het lezen van een mo demagazine, heb ik beslist dat ik hoeden wilde maken. Zo ben ik vrij vroeg, op mijn 23, Maison Fabienne Del vigne opgestart. Ik had een achtergrond in marketing, maar ook de wens om artiest te worden – geen evidentie destijds, want daar werd absoluut niet naar opgekeken. Maar ik geloofde toen al dat als je hard vasthoudt aan je droom, het een mooie realiteit kan worden.

Hoeden waren toen niet in de mode. Er bestond ook geen opleiding voor, dus ik heb het laatste atelier dat voor mo dehuizen werkte aangesproken. Daar gingen ze akkoord om me aan te nemen als extra werkkracht. Ik ben aan de slag gegaan door uren en uren te oefenen. Ik maak te hoeden voor mezelf om te dragen naar trouwfeesten. Mijn creaties wekten nieuwsgierige blikken en mijn visi tekaartjes gingen rond. Een toonaangevend persoon zei me dat ik talent had, waardoor ik gemotiveerd werd om er extra hard voor te gaan. Vanaf dan is het vrij snel ge gaan: ik begon direct met haute couture hoeden en ont ving klanten bij me thuis op afspraak, wat helemaal paste in de luxueuze beleving die ik wilde aanbieden.”

Sublieme schoonheid

In dat ontwerpproces blijft die persoonlijke touch ook vandaag een sleutelrol spelen. “Belangrijk om weten: ik ontwerp mijn hoeden niet als tekening op papier, maar op het hoofd. Zo ben ik zeker dat ik een model ontwerp dat helemaal afgestemd is op de persoon die het draagt. Een goede hoed zet je sterke punten in de kijker. Zo zal een hoed die een lichte schaduw op de ogen werpt, ze expressiever doen uitkomen. Je kunt met vormen spelen om een gezicht slanker te doen lijken. En de juiste kleur kan je teint beter doen uitkomen.

Een goede hoed weerspiegelt je persoonlijkheid, zorgt voor meer zelfvertrouwen, voegt wat mysterie toe, geeft een extra touch aan de silhouette … Iedereen bezit een bepaalde schoonheid die zit te wachten om onthuld te worden. De hoeden van Maison Fabienne Delvigne hel pen daarbij.”

→

La quête d’un rêve

« Depuis toute petite, je suis attirée par ce qui est beau et atypique. Un jour, en feuilletant un magazine de mode, j’ai réalisé que j’avais envie de fabriquer des chapeaux. De là est née la Maison Fabienne Delvigne. J’étais jeune : je n’avais alors que 23 ans. J’avais un diplôme de marke ting en poche, mais je rêvais de devenir une artiste. Un défi de taille, à une époque où les artistes n’étaient pas particulièrement respectées. Pourtant, même à cette époque, j’avais la conviction qu’en m’accrochant à mon rêve, il deviendrait réalité.

Les chapeaux n’étaient plus du tout à la mode à l’époque. Et il n’existait pas de formation pour apprendre le métier. J’ai donc contacté le dernier atelier qui travaillait pour les maisons de couture. Ils ont été d’accord de me prendre comme ouvrière. Lorsque j’ai commencé à travailler, je m'entraînais pendant des heures et des heures. Je me fabriquais des chapeaux que je portais aux mariages où j’étais conviée. Mes créations ont attiré les regards et mes cartes de visite ont circulé. Une personne influente m’a dit un jour que j’avais du talent, ce qui m’a motivée à travailler encore plus dur. Ensuite, tout est allé très vite : j’ai très vite confectionné des chapeaux de haute cou ture. Je recevais les clients chez moi sur rendez-vous, ce qui correspondait parfaitement à l’expérience luxueuse que je voulais offrir. »

Sublimer la beauté

Cette touche personnelle reste aujourd’hui encore un élément clé dans le processus de création. « Il faut savoir que je ne conçois pas mes chapeaux en partant d’un des sin, mais en travaillant directement sur la tête du client. Je suis ainsi certaine d’obtenir un modèle totalement adapté à la personne qui le porte. Un bon chapeau met en valeur. En projetant par exemple une légère ombre sur les yeux, un chapeau rendra le regard plus expres sif. On peut jouer avec les formes pour affiner un visage, tandis que la bonne couleur fera ressortir le teint.

Un chapeau digne de ce nom reflète votre personnali té. Il vous donne confiance, vous confère une touche de mystère et rehausse votre silhouette… Tout le monde possède une certaine beauté qui ne demande qu’à être révélée. Et les chapeaux de la Maison Fabienne Delvigne y contribuent. »

Caring Hat.

Het project dat Fabienne Delvigne het nauwst aan het hart ligt, is allicht Caring Hat. “Ik kreeg meer en meer mensen over de vloer die leden aan alopecia en haaruitval. Zij het door een che mobehandeling of een andere zware ziekte. Ik wilde iets voor hen betekenen op grote schaal. Haarverlies gaat vaak gepaard met een verlies van zelfvertrouwen. Met de Caring Hat-collectie willen we hen helpen dat zelfvertrouwen terug te vinden door een alternatief te bieden voor een pruik of mutsje.

We hebben onderzoek gedaan in ziekenhuizen waaruit bleek dat haaruitval voor een groot deel van de kankerpatiënten een van de grotere las ten is. Het maakt de ziekte pijnlijk zichtbaar, en levert blikken van medelijden op. Daarom hebben

we een reeks hoeden ontwikkeld die ook perfect gedragen kunnen worden wanneer hun haar weer teruggroeit. Zo wordt de hoed niet noodzakelijk een link met de ziekte, maar met zich mooi voe len. De betrokken dokters zeggen dat de positie ve impact van zelfvertrouwen op het psycholo gisch welzijn niet te onderschatten is. Vandaar de centrale quote van de collectie: ‘normaal dragen wij een hoed, maar soms draagt de hoed ons een beetje’.”

Daarbij gaat Maison Fabienne Delvigne verder dan ontwerpen alleen. “We zijn gesprekken aan het voeren op politiek niveau en met ziekenfond sen om ook hoeden gedeeltelijk te laten terugbe talen, in plaats van enkel pruiken. Een pruik van nephaar kost al snel 700 euro, een van natuurlijk

haar kan oplopen tot 4.500 euro. Onze Caring Hats liggen tussen de 250 en de 690 euro, want we willen niet dat prijs een obstakel is. Daarnaast hebben we een fonds opgestart voor patiënten die het financieel moeilijker hebben zodat we hen een Caring Hat kunnen aanbieden. De mensen die steun krijgen van de vzw worden geselecteerd door de ziekenhuizen en verenigingen die part ner zijn van de vereniging Caring Hat Fund. We zijn daarom altijd op zoek naar sponsors voor dit project.”

Interesse om sponsor te worden voor het Caring Hat-project? Meer info op fabiennedelvigne.be/caringhat/ en caringhat.org/don

Herkenbaar van ver

Zelfs als er geen label op de hoeden zit, herkennen men sen ze van ver. “Er zijn vier eigenschappen die absoluut kenmerkend zijn voor het merk. Elegantie en vrouwelijk heid zijn de voornaamste. Ook belangrijk is l’audace, een kenmerkende durf of standvastigheid, die terugkomt in zowel ontwerp als materiaalkeuze. De laatste en mis schien wel de belangrijkste, is een zekere luchtigheid. Onze hoeden zullen een silhouet nooit verzwaren.”

Daarbij is evenwicht enorm belangrijk. “Ik beschouw mijn beroep soms een beetje als dat van een beeldhouwer of een architect. Want ook in mijn creaties, tijdens het vormen van de materialen, is het belangrijk dat punt van evenwicht te vinden wanneer een hoed nét goed is. Elk onderdeel van de hoed moet passen, de lijnen en proporties moeten harmonieus samengaan.”

→

Reconnaissables entre mille

Même si ses chapeaux ne portent aucune étiquette, les gens les reconnaissent de loin. « Quatre caractéristiques définissent la marque. Il y a tout d’abord l’élégance et la féminité. L’audace, aussi, ou l’aplomb que l’on retrouve aussi bien dans la conception que dans le choix des ma tériaux. La dernière et peut-être la plus essentielle de toutes, c’est une certaine légèreté. Nos chapeaux n’alour dissent jamais la silhouette. »

C’est pour cette raison que la notion d’équilibre est cruciale. « Je compare parfois mon travail à celui d’un sculpteur ou d’un architecte, car dans mes créations, je sculpte la matière jusqu’à trouver le juste équilibre. Chaque élément du chapeau doit être cohérent, ses lignes et ses proportions doivent être harmonieuses. »

→

Le projet qui lui tient le plus à cœur , comme nous l’explique Fabienne Delvigne, c’est Caring Hat : « Je recevais de plus en plus souvent des personnes souffrant d’alopécie. Elles perdaient leurs cheveux, à la suite d’une chimiothérapie ou d’une autre maladie grave. J’ai voulu faire quelque chose pour ces personnes, mais à grande échelle. Quand on perd ses cheveux, on perd aussi généralement confiance en soi. Avec la collection Caring Hat, nous voulons aider ces personnes à retrouver une certaine assurance en leur offrant une alternative à la perruque et au foulard.

Nous avons interrogé de nombreux hôpitaux et réalisé que pour beaucoup de patients en onco logie, la perte des cheveux est l’une des pires conséquences de la maladie. Elle la rend doulou reusement visible et suscite des regards de pitié.

C’est pour eux que nous avons conçu une gamme de chapeaux qui peuvent être portés même quand les cheveux repoussent. Le chapeau n’est donc plus spécifiquement lié à la maladie : il rede vient un accessoire esthétique qui permet de se sentir bien dans sa peau. Les médecins impliqués dans le projet confirment que l’impact positif de la confiance en soi sur le bien-être psychologique des patients ne doit pas être sous-estimé. C’est en ce sens qu’a été pensé le slogan de la collec tion : “En temps normal, le chapeau est porté. Mais dans certaines circonstances, c’est le cha peau qui nous porte.” »

La Maison Fabienne Delvigne va d’ailleurs au-delà de la simple conception des chapeaux.

« Nous menons aussi des discussions à l’éche lon politique et avec les mutuelles pour que les chapeaux soient partiellement remboursés, et

plus uniquement les perruques. Le prix d’une perruque synthétique va jusqu’à 700 euros, et celui d’une perruque en cheveux naturels jusqu’à 4 500 euros. Nos Caring Hats coûtent entre 250 et 690 euros, car nous ne voulions surtout pas que le prix constitue un obstacle pour les personnes qui en ont besoin. Nous avons par ailleurs créé un fonds pour les patients en situation précaire, de sorte à pouvoir leur offrir un Caring Hat. Les personnes qui bénéficient du soutien de l’ASBL sont sélectionnées par les hôpitaux et les asso ciations partenaires de l’association Caring Hat Fund. Nous sommes d’ailleurs toujours à la re cherche de nouveaux sponsors pour ce projet. »

Vous souhaitez faire un don dans le cadre du projet Caring Hat ? Pour plus d’informations, rendez-vous sur fabiennedelvigne.be/caringhat/ et caringhat.org/don

« Il faut imaginer le chapeau en fonction de la personne qui le portera. Un bon chapeau souligne et met en valeur vos plus beaux atouts. »

Ook voor mannen

Maison Fabienne Delvigne richt zich niet enkel op vrou wen. “We ontwerpen uiteraard ook hoeden voor mannen. Veelal komen ze mee om een te kopen voor hun partner. Toch proberen ze een, en nemen ze er uiteindelijk nooit meer afscheid van. Een hoed wordt snel een gewoonte.”

Door een hoed te dragen onthul je wat van je persoon lijkheid: er straalt vaak een soort humor, karakter en durf vanaf. Het is niet omdat je een hoed draagt dat je per definitie een extravagant karakter hebt, je toont er vooral persoonlijkheid mee. Mensen die een hoed dragen wil je toch altijd leren kennen?”

In harmonie met de tijd

De inspiratie van haar ontwerpen haalt ze naar eigen zeggen van overal. “Vanuit de natuur, maar ook van ‘wat er in de lucht hangt’. Je kunt niet altijd verklaren waar de inspiratie precies vandaan komt. Je voelt de trends, speelt met ideeën die je later vaak ook bij andere ontwer pers tegenkomt. Maar ook al volgen ze soms de trends, mijn hoeden zijn altijd tijdloos. Ook is geen enkele hoed die ik maak dezelfde. Dat gaat ook bijna niet, aangezien het handwerk is. Ik kan me wel laten inspireren door vori ge modellen, maar het eindresultaat is altijd uniek.

→

Pour les hommes aussi

La Maison Fabienne Delvigne ne s’adresse pas seulement aux femmes. « Nous concevons également des chapeaux pour les hommes. Ils poussent généralement la porte de l’atelier pour offrir un cadeau à leur partenaire. Ils es saient finalement un couvre-chef, dont ils ne se sépare ront plus jamais. Un chapeau devient vite une habitude. »

Le chapeau que l’on porte en dit long sur notre personnalité : il dégage souvent une forme d’humour, de caractère ou d’audace. Ce n’est pas parce que vous portez un chapeau que vous êtes forcément une personne extravagante ! Cet accessoire révèle simplement votre personnalité. On éprouve toujours l’envie irrésistible d’aller à la rencontre des personnes qui portent un chapeau, n’est-ce pas ? »

Dans l’air du temps

L’inspiration pour ses créations, Fabienne Delvigne la puise partout. « Dans la nature, mais aussi “dans l’air du temps”. On ne peut pas toujours expliquer d’où vient exactement l’inspiration. On ressent les tendances, on joue avec des idées que l’on retrouve ensuite aussi sou vent chez d’autres créateurs. Mais même s’ils suivent parfois certaines modes, mes chapeaux restent intem porels. Et puis, je ne fabrique jamais deux chapeaux identiques. Ce serait d’ailleurs presque impossible, étant donné qu’il s’agit d’un travail artisanal. Je peux m’inspirer de modèles précédents, mais le résultat final est toujours unique.

Ook door de materialen laat ik me inspireren. Ik probeer alleen met de meest kwalitatieve en exceptionele ma terialen te werken. De meeste zijn afkomstig uit Italië, Indonesië, Ecuador en verder. Ik zoek de fijnste stoffen uit en bewerk ze, als een beeldhouwer, net tot wanneer het perfecte evenwicht bereikt is. Mensen vergeten vaak hoeveel uren werk er in het maken van een hoed zit, en hoeveel kennis ervoor nodig is. Het is een knowhow die bijna verdwenen is en zelfs niet in de haute couture mo dehuizen van Parijs te vinden is.”

Van parfum tot blauwsteen

Delvigne heeft tal van omvangrijke samenwerkingen met grote merken op haar naam staan. Zo ontwierp ze voor de ‘La Petite Robe Noire’-campagne van parfumhuis Gu erlain een set hoeden, geïnspireerd door verschillende steden waar de reclamecampagne werd gerealiseerd. De hoed voor Venetië kreeg struisvogelpluimen, die van New York werd gekenmerkt door grote ronde bogen, als knipoog naar het Guggenheim. In een andere verrassen de samenwerking mocht ze een stand ontwerpen op de Biënnale Interieur in Kortrijk voor blauwsteenleverancier Les Carrières du Hainaut. Daar slaagde ze erin het uiterst robuuste materiaal te verwerken in een luchtige uiting die de eyecatcher van het event was.

Ongebreidelde creativiteit

De favoriete hoed van Fabienne Delvigne, ‘Lightness’, prijkt in haar boudoir. “Tijdens de coronalockdown zat ik met een hoop opgekropte creatieve energie. Als je als artiest niet kunt creëren, dan doe je gekke dingen. Dus ik ontwierp een hoed die dat gevoel vervat. De materialen zijn een flamboyante combinatie van zijde en banaan bladvezel, het ontwerp is tegelijkertijd delicaat en bru taal. Kortweg, een extravagante hoed.” //

Je laisse également les matériaux m’inspirer. J’essaie de ne travailler qu’avec des produits exceptionnels de la plus haute qualité. La plupart sont originaires d’Italie, d’Indonésie, d’Équateur ou d’ailleurs. Je sélectionne les matières les plus fines et je les travaille soigneusement, comme un sculpteur, jusqu’à atteindre l’équilibre parfait. Les gens ne sont pas toujours conscients des heures de travail qu’exige la réalisation d’un chapeau ni du savoir-faire nécessaire. Un savoir-faire en voie de dispa rition, que l’on ne trouve même plus dans les maisons de haute couture parisiennes. »

Du parfum à la pierre bleue

Fabienne Delvigne compte à son actif de nombreuses collaborations impressionnantes avec de grandes marques. Pour le parfum « La petite robe noire » du par fumeur Guerlain, par exemple, elle a conçu une série de chapeaux inspirés des grandes villes où a été tournée la campagne publicitaire : des plumes d’autruche pour le chapeau de Venise ou une forme tourbillonnante inspirée du Guggenheim pour le modèle new-yorkais… Dans le cadre d’une autre collaboration surprenante, Fabienne Delvigne a conçu un stand pour le fournisseur de pierre bleue « Les Carrières du Hainaut » lors de la Biennale Intérieur de Courtrai. Elle a réussi l’exploit de conférer un esprit aérien à ce matériau robuste, ce qui a beaucoup attiré l’attention lors de l’événement.

Une créativité débridée

Le chapeau préféré de Fabienne Delvigne ? « Lightness » qui trône dans son boudoir : « Pendant le confinement, je me suis retrouvée seule face à une grande quantité de créativité refoulée. Et quand un artiste est dans l’impos sibilité de créer, il finit par faire des choses un peu folles. J’ai voulu projeter dans ce chapeau cette envie déme surée de légèreté. Les matériaux sont une combinaison flamboyante de soie et de fibres de feuilles de bananier, tandis que le design est à la fois délicat et audacieux. En bref, c’est un chapeau extravagant. » //

“Ik krijg regelmatig mensen over de vloer die hun haar verliezen of verloren zijn door ziekte. Ik wilde iets voor hen betekenen op grote schaal.”

Quel est l’art d’investir dans l’art ?

// 'WAT IS DE KUNST VAN HET BELEGGEN IN KUNST?'

Elke week verschijnen in het nieuws recordcijfers over de verkoop van artistieke meesterwerken. Zo is er Leonardo da Vinci's ‘Salvator Mundi’, in 2016 verkocht voor 450 miljoen dollar na slechts 90 minuten bieden. Of Paul Gauguin's ‘Quand te maries-tu?’ dat in 2015 voor 300 miljoen dollar van eigenaar wisselde. De kunstmarkt is zo maar liefst 60 miljard euro per jaar waard.

In dit artikel gaan we dieper in op de brandende vraag: “Wat is de kunst van het beleggen in kunst?”

Chaque semaine, l’actualité regorge de records dans les ventes de chefsd’œuvre artistiques. Parmi ceuxci, notons la vente du Salvator Mundi (Léonard de Vinci) au prix de 450 millions de dollars en 2016, après une vente aux enchères de 90 minutes. Ou encore l’œuvre de Paul Gauguin, « Quand te maries-tu? », qui s’est vendue au prix de 300 millions de dollars en 2015. Le marché de l’art représente environ 60 milliards d’euros par an. Dans cet article, nous essayerons de répondre à la question suivante : « Quel est l’art d’investir dans l’art ? »

“Of het nu een schilderij, beeldhouwwerk of ander werk is: een kunstwerk kopen en er thuis van kunnen genieten is een bron van immens plezier.”

ANH NGUYEN Senior Asset Manager, Nagelmackers

Christo - L'Arc de Triomphe, Wrapped Fondation Linda et Guy Pieters

Wim Delvoye - Caterpillar & Kris Martin - For Whom … Fondation Linda et Guy Pieters IN KUNST INVESTIR DANS L'ART

Kunst, een plezierige aankoop

Beleggen impliceert een verwachting van financieel rendement. Dit geldt in het bijzonder voor een aandeelhouder, die op een dividend of een meerwaarde hoopt. Kunst moet daarentegen vooral gezien worden als een plezierige aankoop. Een belangrijk voordeel is dat het tastbaar is. Of het nu een schilderij, beeldhouwwerk of ander werk is: een kunstwerk kopen en er thuis van kunnen genieten is een bron van immens plezier.

In tegenstelling tot traditionele investeringen kost het bezit van een kunstwerk geld. Het in goede staat houden, het verzekeren en zelfs het verwerven ervan brengen kosten met zich mee die zelden worden gecompenseerd.

Een kunstwerk kopen betekent niet noodzakelijk kiezen voor een Picasso of Monet, waarvan de prijzen astronomisch zijn. Veel stukken worden verkocht voor meer bescheiden bedragen, rond de 5.000 euro. Volgens het laatste rapport over de kunstmarkt van Art Basel en UBS gaat het bij 85% van alle transacties om bedragen van minder dan 10.000 euro. In de media gemelde verkopen met prijzen van meer dan een miljoen vertegenwoordigen minder dan één procent van de markt.

Kunst in een portefeuille: een goede diversificatie

Door kunst te bezitten, worden activa die gewoonlijk bestaan uit onroerend goed, aandelen, obligaties en/of goud meer gediversifieerd. Kunst is een activum dat ‘nietgecorreleerd’ is aan de markt. In dit opzicht wordt de prijs van kunstwerken zeer weinig beïnvloed door de prijs van aandelen en/of obligaties. Het bezit van kunst in een activaportefeuille helpt om de volatiliteit en dus het totale risico ervan te verminderen. Kunst is ook een goed waarvan de prijs de inflatie volgt. Als de inflatie hoog is, is de prijs van kunst geneigd te stijgen. Kunst is dus een goede bescherming tegen stijgende prijzen.

De recente gezondheidscrisis heeft dit aangetoond: terwijl veel beleggers zich uit de aandelenmarkt hebben teruggetrokken, hebben anderen zich op de kunstmarkt gestort. In een recent onderzoek van de investeringsbank UBS gaf 66% van de respondenten aan na de pandemie meer belangstelling te hebben voor beleggingen in kunst.

→

L’art, un achat plaisir

Investir suppose une espérance de rentabilité financière, ce qui est par exemple le cas d’un actionnaire qui espère un dividende ou un prix de revente plus élevé. L’art quant à lui doit être davantage considéré comme un achat plaisir. Il présente l’intérêt non négligeable d’être tangible. Pouvoir acquérir une œuvre - qu’il s’agisse d’une peinture, d’une sculpture ou de toute autre œuvre - et pouvoir la contempler chez soi est une source de plaisir immense.

A l’opposé des investissements traditionnels, détenir une œuvre d’art coûte de l’argent plutôt que d’en rapporter : la conserver dans de bonnes conditions, l’assurer, et même l’acquérir engendrent un coût qui n’est que rarement compensé !

Lorsque l’on parle de l’achat d’une œuvre d’art, cela ne veut pas nécessairement dire que l’on acquiert des œuvres de Picasso ou de Monet, dont les prix peuvent paraître astronomiques. De nombreuses pièces peuvent s’échanger pour des montants très modestes, de l’ordre de 5 000 euros. Selon le dernier rapport sur le marché de l’art réalisé par Art Basel et UBS, 85 % des transactions s’élèvent à moins de 10 000 euros. Les ventes mentionnées dans les médias, et portant sur des prix de plus de 1 millions, représentent moins d’un pourcent du marché.

L’art dans un portefeuille, une bonne diversification Détenir de l’art permet de diversifier son patrimoine, généralement constitué d’immobilier, d’actions, d’obligations et/ou d’or. L’art est un actif dit ‘décorrélé’ du marché. En d’autres mots, les prix des œuvres sont très peu influencés par le prix des actions et/ou obligations. Avoir de l’art dans son portefeuille d’actifs va donc contribuer à diminuer sa volatilité et de ce fait, son risque total. De plus, l’art est également un actif dont le prix suivra l’inflation. Si l’inflation est élevée, le prix des œuvres aura tendance à augmenter. L’art procure donc une bonne protection contre l’inflation.

La récente crise sanitaire nous l’a bien démontré : alors que de nombreux investisseurs se désengageaient du marché des actions, de nombreuses personnes se sont tournées vers le marché de l’art. Un récent sondage de la banque d’affaire UBS a démontré que 66 % des personnes interrogées témoignaient un intérêt plus important pour l’investissement dans l’art suite à la pandémie.

→

INVESTEREN IN KUNST INVESTIR DANS L'ART

Volgens een onderzoek van Credit Suisse heeft de helft van zijn cliënten tussen 2% en 5% van hun vermogen geïnvesteerd in verzamelobjecten en kunst. Voor 15% van hen is bijna 10% van hun vermogen geïnvesteerd in kunstwerken. Het is daarom een potentieel belangrijk deel van een activaportefeuille.

Een kunstportefeuille creëren

Net zoals het belangrijk is om een portefeuille te diversifiëren met verschillende soorten activa, zorgt een kunstbelegger er best ook voor dat zijn of haar collectie goed gediversifieerd is. Het is dus raadzaam om werken van verschillende kunstenaars aan te schaffen, maar ook van verschillende soorten kunst zoals schilderkunst, beeldhouwkunst of fotografie. Deze aanpak houdt ook in dat de tijd wordt genomen om zich vertrouwd te maken met het bestaande aanbod en om de prijs te evalueren. Alvorens te investeren is het daarom ten zeerste aanbevolen om de markt te onderzoeken door toegewijde websites en gespecialiseerde tijdschriften te raadplegen om een goede kennis van de huidige trends te hebben.

Selon une étude de Crédit Suisse, la moitié de leurs clients ont investi entre 2 et 5 % de leur fortune dans les objets de collection et dans l’art. Pour 15 % des clients, jusqu’à 10 % de la fortune sont investis dans des œuvres. Cela peut donc représenter une partie substantielle d’un portefeuille d’actifs.

Créer un portefeuille d’art

Tout comme il est important de diversifier son portefeuille entre différentes classes d’actifs, l’investisseur en art devra également veiller à bien diversifier sa collection. Il conviendra donc d’acquérir des œuvres de différents artistes, mais également sous différentes formes (peinture, sculptures, photographie...). Cela impliquera donc également un investissement en temps afin de se familiariser avec l’offre existante et ainsi pouvoir évaluer le prix que l’on veut bien accorder à une œuvre. Avant d’investir, il conviendra donc de faire le tour du marché en consultant les sites internet dédiés et les revues spécialisées. Cela permettra d’avoir une bonne connaissance des tendances actuelles du marché.

George Segal - Nude on couch on her stomach Fondation Linda et Guy Pieters

Niki de Saint Phalle - Dawn Jaune Fondation Linda et Guy Pieters

Naast de traditionele veilinghuizen hebben zich intussen ook een groot aantal online verkoopplatforms ontwikkeld. 75% van de verkopen vindt nu online plaats, met name voor antieke meubelen, foto's, unieke boeken en stripverhalen.

Bij het opbouwen van een portefeuille is het belangrijk om te onthouden dat het kopen van stukken van kunstenaars die wereldwijd bekend zijn, zorgt voor een minder grote afhankelijkheid van de lokale markt.

Risico's van beleggen in kunst

Een van de belangrijkste kenmerken van de kunstmarkt is het gebrek aan liquiditeit. Het bezit van een tastbaar goed loont, maar de monetisatie ervan laat op zich wachten. Die vertraging houdt een even groot risico in als geconfronteerd worden met een daling van de vraag of een meer algemene daling van de noteringen. Een veelzeggend voorbeeld van deze illiquiditeit is dat om een kunstwerk als onderpand voor een lening te gebruiken om onmiddellijke liquiditeit te verkrijgen, kredietverstrekkers een extra 5% op het toegekende tarief in rekening brengen, wat een zeer grote risicopremie is.

Doorgaans zal het bedrag dat bij aanvang geïnvesteerd wordt in verhouding zijn met het verwachte rendement en de mogelijke looptijd van de investering. Voor een bedrag van minimum 100.000 euro is het mogelijk een kunstwerk van een erkende kunstenaar te verwerven en zo een veilige belegging te houden. Voor hedendaagse kunst, waar de initiële investering zeer laag kan zijn, moet er over het algemeen meer geduld uitgeoefend worden. Met wat geluk groeit die kunstenaar uit tot een ware meester.

→

A côté des traditionnelles maisons de vente, un grand nombre de plates-forme de vente en ligne se sont développées. 75 % des ventes se font maintenant en ligne, notamment pour des objets comme les meubles anciens, photos, livres anciens ou les bandes dessinées. Lors de la constitution de son portefeuille, il conviendra de garder en tête qu’acheter des pièces d’artistes reconnues au niveau mondial permettra de moins dépendre du marché local.

Risques dans l’investissement en art

Une des caractéristiques importantes du marché de l’art est son manque de liquidité. Détenir un avoir tangible est certes gratifiant mais entraîne un délai lorsqu’on souhaite le monétiser. Ce délai implique un risque tout aussi important de faire face à une baisse de la demande, ou une diminution plus générale des cotes. Fait révélateur de cette illiquidité : si vous souhaitez utiliser une œuvre d’art en collatéral d’un crédit afin d’obtenir immédiatement la liquidité, les prêteurs demanderont un surcoût de l’ordre de 5 % sur le taux octroyé, ce qui correspond à un niveau de risque très important.

Généralement, le montant investi au départ sera corrélé au rendement attendu et à la durée possible de l’investissement. Pour un montant investi supérieur à 100 000 euros, il sera possible d’acquérir une œuvre d’un artiste reconnu et ainsi détenir une valeur sûre. Pour l’art contemporain, où les investissements de départ peuvent être très faibles, il faudra généralement être plus patient… mais aussi chanceux pour voir l’artiste se muer en maître.

→

«

Tout comme il est important de diversifier son portefeuille entre différentes classes d’actifs, l’investisseur en art devra également veiller à bien diversifier sa collection. »

INVESTEREN IN KUNST INVESTIR DANS L'ART

De prijsvolatiliteit hangt af van het soort activum. Enerzijds zijn er de meer stabiele segmenten zoals merkjuwelen en handtassen van bijvoorbeeld Hermes, Birkin en Chanel. De groeipercentages in dit segment liggen rond de 5% per jaar. Aan de andere kant van het spectrum vinden we kunstvoorwerpen en schilderijen van minder of meer gerenommeerde kunstenaars. Dit segment is volatieler, maar kan hoge groeicijfers vertonen.

Een ander risico houdt verband met de eigendom en de instandhouding ervan. Iedereen wil de werken die hij of zij verwerft tentoonstellen. Men mag evenwel niet uit het oog verliezen dat een beschadigd werk aan waarde verliest. Een schilderij dat regelmatig wordt blootgesteld aan zonlicht of veranderingen in temperatuur of vochtigheid, zal onherstelbaar achteruitgaan. Daarom is het raadzaam de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals het aanbrengen van anti-UV-folie of zonwering, of met mate gebruik te maken van airconditioning, die de omgevingslucht kan uitdrogen.

Kunst, een goede investering?

Investeren in kunst mag geen doel op zich zijn. Als u echter gepassioneerd bent door kunst, zullen zorgvuldig beraad en advies u helpen het beste uit uw aanwinsten te halen en ze in overeenstemming te brengen met andere kunstwerken die u bezit en met de rest van uw nalatenschap.

→

La volatilité des prix sera dépendante du type d’actif. D’un côté, nous avons les segments les plus stables comme ceux des bijoux, sacs à main de marque (Hermes Birkin et Chanel par exemple). Les taux de croissance dans ce segment se situent aux environs de 5 % par an. De l’autre côté du spectre, nous trouvons les objets d’art et peintures d’artistes plus ou moins cotés. Ce segment sera plus volatil mais peut connaître des taux de croissance élevés.

Un autre risque est lié à sa détention et sa conservation. En effet, tout un chacun va apprécier exposer les œuvres acquises. Mais il faut garder à l’esprit qu’une œuvre endommagée est une œuvre qui a perdu de la valeur. Une peinture, régulièrement exposée à la lumière du soleil, ou à des changements de température ou d’hygrométrie se détériorera irrémédiablement. Il conviendra donc de prendre les précautions nécessaires comme la pose de films ou stores anti-UV ou encore la limitation d’un usage excessif de la climatisation qui risque d’assécher l’air ambiant.

L’art, un bon investissement ?

Investir dans l’art ne doit donc pas être une fin en soi. Mais, si la passion vous anime, une réflexion et des conseils avisés vous permettront de rentabiliser au mieux vos acquisitions et de les mettre en adéquation avec les autres œuvres dont vous disposez et le reste de votre patrimoine.

→

“Zorgvuldig beraad en advies zullen u helpen het beste uit uw aanwinsten te halen en ze in overeenstemming te brengen met andere kunstwerken die u bezit en met de rest van uw nalatenschap.”

César - Le Pouce

Fondation Linda et Guy Pieters

Jim Dine - Weathered Venus

Fondation Linda et Guy Pieters

Investeren in kunst Investir dans l’art

De totale kosten van een aankoop zijn niet beperkt tot de prijs van het werk. Waarmee moet u rekening houden?

In de eerste plaats varieert de prijs van een werk naargelang het ka naal waarlangs het wordt gekocht. De commissies en bonussen die kunnen worden toegevoegd, variëren sterk afhankelijk van of u koopt van een veilinghuis, een handelaar, een galerie, een onafhankelijke deskundige of rechtstreeks van de verzamelaar, zonder tussen persoon.

Het is ook belangrijk om te weten dat kunstwerken in de Europese Unie btw-plichtig zijn en dat het toegepaste tarief het tarief is van het land waar het kunstwerk zich op het ogenblik van de aankoop bevindt.

Hoewel er op Europees niveau een vrijstelling van douanerechten bestaat voor de invoer van kunstwerken, moet er bij de invoer nog steeds een belasting worden betaald.

- Bovendien is er in de Europese Unie een eventueel volgrecht ver schuldigd aan de kunstenaar wanneer het werk wordt doorverkocht.

Zoals bij elke investering is het dus raadzaam om goed geïnformeerd te zijn en deskundig advies in te winnen alvorens een beslissing te nemen.

Le coût total d’une acquisition ne se limite pas au prix de l’œuvre. De quoi faut-il tenir compte ?

Tout d’abord, le prix d’une œuvre sera influencé par le canal par lequel celle-ci est achetée. Les commissions et primes qui peuvent s’ajouter varieront très fortement selon que vous achetez auprès d’une maison de vente, de marchands, de galeries, d’experts indépen dants ou directement auprès de collectionneurs, sans intermédiaire.

Ensuite, il faut savoir que les œuvres d’art sont soumises à la TVA dans l’Union européenne et que le taux appliqué sera celui du pays dans lequel se trouve l’œuvre au moment de l’achat.

Par ailleurs, s’il existe une exemption des droits de douane pour les importations d’œuvres au niveau européen, une taxe est cependant due à l’importation.

- Enfin, dans l’Union européenne, il est prévu qu’un éventuel droit de suite revienne à l’artiste à la revente de l’œuvre.

Comme pour tout investissement, il convient donc de bien s’informer et de vous faire conseiller par des experts avant de prendre toute décision !

Carcasse by Dierendonck

// TIMON MICHIELS, CHEF ET ENTREPRENEUR HORECA 'CARCASSE BY DIERENDONCK'

Van Monaco naar het Hof van Cleve, rechtstreeks door naar de Belgische ambassade in Washington en bij terugkeer mee in een sterrenzaak stappen. Het leven van Timon Michiels leest als een trein. Op amper 24-jarige leeftijd verweeft hij koken en ondernemen zoals weinigen het hem nadoen.

De Monaco au Hof van Cleve, en passant par l’ambassade de Belgique à Washington et un établissement étoilé : la vie de Timon Michiels est pour le moins fascinante. À 24 ans à peine, il jongle entre cuisine et entrepreneuriat avec un rare talent.

Amper vijf jaar nadat hij afstudeerde aan hotelschool Ter Duinen in Koksijde heeft horecaondernemer Timon Michiels zijn eigen private cateringbedrijf en is hij niet enkel chef-kok, maar ook mede-bestuurder van sterren zaak Carcasse. In zijn vrije tijd, voor zover die bestaat in werkweken van tachtig uur, geeft hij intussen ook nog eens les aan de hotelschool Ter Duinen waar het voor hem allemaal begon.

Was het voor jou een evidente keuze om chef-kok te worden? Timon Michiels: “Eigenlijk ben ik een laatbloeier in de horeca. Ik had nooit gedacht dat ik chef ging wor den, al was ik wel al van jongs af aan bezig met gastro nomie. Rond mijn achttiende merkte ik dat ik echt gepas sioneerd was door koken. Ik was toen al aan mijn eerste jaar Toegepaste Economische Wetenschappen begon nen, maar dat was absoluut mijn ding niet. Hoewel ik het managementgedeelte heel interessant vond, was de rest veel te technisch en theoretisch. Op de momenten dat ik eigenlijk achter mijn boeken moest zitten studeren, stond ik in de keuken voor vrienden te koken of werkte ik in de horeca.

→

Cinq ans à peine après être sorti de l’école hôtelière Ter Duinen, à Coxyde, l’entrepreneur Timon Michiels possède sa propre entreprise de service traiteur privé et est non seulement chef, mais aussi codirecteur du restaurant étoilé Carcasse. Dans son temps libre, pour autant qu’il en trouve dans ses semaines de travail de 80 heures, il enseigne également à l’école hôtelière Ter Duinen, là où tout a commencé pour lui.

Devenir chef… Une évidence pour vous ? Timon Michiels : « En réalité, j’ai fait mes premiers pas dans le secteur horeca assez tard. Je n’aurais jamais cru devenir chef, même si je me suis impliqué dans la gastronomie dès mon plus jeune âge. Vers l’âge de 18 ans, j’ai remarqué que j’étais vraiment passionné par la cuisine. J’avais déjà entamé ma première année de sciences économiques appliquées, mais ce n’était vraiment pas ma tasse de thé. Je trouvais la partie gestion très intéressante, mais le reste était beaucoup trop technique et théorique. Au lieu d’étudier, je cuisinais pour des amis ou je travaillais dans l’horeca.

→

Tartaar Bavette 'West Vlaams Rood', groene kruiden, zuurdesem. | Tartare de Bavette « Rouge de Flandre occidentale », fines herbes, levain panaire.

Verse augurk, koolrabi, mierikswortel. | Concombre frais, chou-rave, raifort.

“We zijn een redelijk atypische sterrenzaak. Ruw is misschien wel het juiste woord.”

Cremeux entrecote, gerookte crème, gepekelde wortel, flandrien. | Crémeux de Bœuf, crème fumée, carotte marinée, flandrien.

Gegrilde asperge, hoeve ei, zwarte look, lardo Dierendonck. | Asperges grillées, œuf de ferme, ail noir, bacon Dierendonck.

Tot ik hoorde over een opleiding om me te herscholen. In één jaar word je klaargestoomd om mee te draaien in een sterrenzaak. Daarna heb ik nog een specialisatiejaar gastronomie gevolgd en toen ging het heel snel. Ik ben naar Monaco gegaan om in een driesterrenzaak stage te lopen en heb in het Hof Van Cleve en Benoit & Bernard Dewitte ervaring mogen opdoen. Ik heb tijdens mijn op leiding op elke uitdaging ja gezegd en heb daar heel wat voor teruggekregen. Na mijn stages heb ik aan de Ecole Hôtelière De Lausanne in Zwitserland nog een jaar hos pitality en food & beverage management bijgestudeerd. Die opleiding was nog niet afgerond toen ik telefoon kreeg van de ambassadeur in Washington om voor hem te gaan werken. En zo ben ik van het ene in het andere gerold.”

Hoe was het om te koken bij de Belgische ambassa de? “Dat is natuurlijk helemaal anders dan chef-kok zijn in een restaurant. Ik woonde daar in de residentie van de ambassadeur en kookte van maandag tot vrijdag lunch en diner. Dat zijn absoluut geen moeilijke mensen, zij willen ook gewone gerechten die iedereen doordeweeks eet. De echte klassiekers, waar ik de tijd voor kon nemen om ze vers te bereiden. Daarnaast verzorgde ik ook alle events van de ambassade, zoals wanneer er ministers op bezoek kwamen of er feestdagen gevierd werden. Geen enkele week was dezelfde. De eerste zes maanden waren heel druk, daar heb ik veel uit geleerd, maar daarna vie len door covid heel wat events weg. Ik vond het een leuke ervaring, maar zocht terug iets meer uitdaging. Het voel de als het juiste moment om naar België terug te keren.”

→

Jusqu’à ce que j’entende parler d’un programme de reconversion. En un an, il vous prépare à travailler dans un restaurant étoilé. J’ai ensuite suivi une année de spécialisation en gastronomie et tout est allé très vite. Je suis parti en stage à Monaco dans un restaurant trois étoiles et j’ai acquis de l’expérience au Hof Van Cleve et chez Benoit & Bernard Dewitte. Je n’ai reculé devant aucun défi pendant ma formation, et j’ai reçu beaucoup en retour. Après mes stages, j’ai étudié l'hospitality & le food & beverage management à l’École hôtelière de Lausanne, en Suisse, pendant un an. Je n’avais pas encore terminé ce cours lorsque j’ai reçu un appel de l’ambassadeur à Washington, qui voulait que je travaille pour lui. J’ai sauté sur l’occasion. »

Que retenez-vous de cette expérience à l’ambassade de Belgique ? « Évidemment, c’est autre chose qu’être chef dans un restaurant. J’habitais dans la résidence de l’ambassadeur et je préparais le déjeuner et le dîner, du lundi au vendredi. Ce ne sont pas des gens difficiles. Ils aiment les plats ordinaires qui plaisent au commun des mortels. Je cuisinais de vrais classiques, que je prenais le temps de préparer frais. Je m’occupais également de tous les événements de l’ambassade, comme la visite des ministres ou la célébration des fêtes. Aucune semaine ne ressemblait à la précédente. Les six premiers mois ont été très chargés et j’ai beaucoup appris. Ensuite, de nom breux événements ont été annulés à cause du COVID-19. J’ai apprécié l’expérience, mais j’aspirais à un projet plus stimulant. Le moment était venu pour moi de rentrer en Belgique. »

→

« Je travaille très localement. En réalité, je peux me procurer presque tous les produits de ma cuisine en voiture. »

Daarna ben je dan bij Carcasse terechtgekomen?

“Toen ik in volle coronacrisis uit Amerika terugkwam, was het niet het ideale moment om een eigen restaurant te openen. Daarom ben ik toen begonnen met afhaal. Ik voelde dat er nood was aan meer gastronomische meeneemgerechten. Zo begon ik met mijn private cate ring. Tien maanden later kwam daar Carcasse bij. Ik had daar vroeger al gewerkt als stagiair, dus ik ben erg ver trouwd met het restaurant en met slagerij Dierendonck. Intussen ben ik ook mede-bestuurder van Carcasse ge worden. Ik kijk er vooral naar uit om me nog meer te fo cussen op ondernemen met Carcasse. Ik wil het concept rond ons restaurant graag verder uitbouwen en denk dat daar vooral mijn toekomst ligt. De naam Carcasse en het verhaal zijn zo sterk, dat we daar nog veel rond kunnen uitbreiden. Het is mijn droom om verschillende zaken on der het concept van Carcasse onder te brengen. Maar bovenal wil ik een leuke bende en een leuk bedrijf creë ren. En me amuseren.”

Hoe zou je jouw stijl van koken omschrijven? “Ik vond het tijdens mijn stages en eerste werkervaringen steeds belangrijk om verschillende stijlen te hanteren. Van klas siek-Frans tot totaal vernieuwende keuken. Ik wou een heel brede waaier aan ervaring, waar ik dan kon uitpikken wat ik zelf interessant vind. Ik haal dingen uit de Franse keuken, maar ik gebruik evengoed zaken die ik in Barce lona geleerd heb. Die twee probeer ik naar voren te bren gen, waardoor ik de modernere Franse keuken serveer. In de hotelschool schrikken ze soms wel, mijn manier van lesgeven is anders dan die van sommige andere chefs. Ik laat saus en aardappelen links liggen en focus liever op de groentjes. Op hoe je bijvoorbeeld een eenvoudig product zoals een wortel gastronomisch kunt serveren. Ik spoor mijn leerlingen aan om niets weg te gooien, maar alles te gebruiken door er een olie of poeder van te maken.

→

C’est là que vous avez atterri chez Carcasse ? « Je suis revenu d’Amérique en pleine crise sanitaire – le moment était plutôt mal choisi pour ouvrir mon propre restaurant. J’ai donc commencé par des plats à empor ter. J’ai senti que les gens avaient envie de pouvoir com mander des plats gastronomiques à emporter. J’ai donc lancé mon service de catering privé. L’aventure Carcasse a débuté dix mois plus tard. J’y avais déjà travaillé en tant que stagiaire, je connaissais donc bien le restaurant et la boucherie Dierendonck. Depuis, je suis également devenu codirecteur de Carcasse. J’ai surtout hâte d’ap profondir ce projet entrepreneurial. J’aimerais dévelop per davantage le concept et je pense que c’est là que se trouve mon avenir. Le nom Carcasse et l’histoire du restaurant sont si puissants qu’ils ouvrent énormément de nouvelles portent. Je rêve de réunir différentes entre prises sous le concept Carcasse. Mais je veux avant tout créer une équipe et une entreprise de rêve. Sans oublier de m’amuser ! »

Comment décririez-vous votre style de cuisine ?

« Tout au long de mes stages et de mes premières ex périences professionnelles, j’ai toujours mis un point d’honneur à jongler entre différents styles. De la cuisine française classique à une cuisine totalement innovante. Je voulais acquérir un très large éventail d’expériences, dans lequel piocher au gré de mes envies. J’emprunte à la cuisine française, mais j’utilise aussi certains aspects que j’ai appris à Barcelone. J’essaie de mettre les deux en avant pour servir une cuisine française plus moderne. J’effraie parfois l’école hôtelière, car ma manière d’en seigner est différente de celle des autres chefs. Je laisse la sauce et les pommes de terre de côté et préfère me concentrer sur les légumes. Comment servir un produit simple comme une carotte de manière gastronomique, par exemple ? J’encourage mes élèves à ne rien jeter, mais à tout utiliser en transformant les ‘déchets’ en huile ou en poudre.

→

“In de horeca moet je inventief zijn. Je moet je kunnen aanpassen aan de markt en dat met een twist brengen.”

Ik zie mijn keuken echt als een productkeuken. Daarom klikt het ook zo goed met Carcasse. Hier draait alles om het product: het vlees van slagerij Dierendonck dat we letterlijk centraal zetten in het midden van het restau rant. We zijn daarin een redelijk atypische sterrenzaak.”

Die Michelinster werd in mei van dit jaar overigens ver nieuwd. “Ruw is misschien wel het juiste woord. Onze voorgerechten en bijgerechten zijn verfijnd, maar hier krijg je bijvoorbeeld wel gewoon een volledige côte à l’os op je bord. We zijn niet de klassieke sterrenzaak met een zevengangenmenu, maar we zijn ook geen steakrestau rant waar je frieten en bearnaisesaus krijgt. Binnen ons concept bestaan er heel weinig restaurants die hetzelfde doen en op dezelfde manier focussen op het vlees. We merken dat er daarom heel veel interesse is, zowel natio naal als internationaal. Met Carcasse zijn we bijvoorbeeld echt pioniers op het vlak van grillen. We werken bijna uit sluitend op houtskool, ik gebruik geen gasvuur. Er staan twee barbecues in de keuken die aan het begin van de avond gevuld worden en daarmee doen we het. Het pri mitieve terugzoeken, dat typeert ons wel.”

Speelt de herkomst van producten een belangrijke rol? “Voor mij is dat enorm belangrijk. Bij Carcasse fo cussen we heel erg op moderne Belgische keuken, ge maakt met Belgische ingrediënten. Ik werk altijd heel lo kaal. In mijn keuken zul je bijvoorbeeld geen azijn of soja uit Japan vinden, maar appelazijn uit Limburg of lokale groenten. Eigenlijk kan ik bijna elk product uit mijn keu ken gewoon zelf met de auto gaan halen. Dat zegt heel veel over onze ingrediënten, maar het creëert ook ge woon een veel fijnere band met de producenten.

→

Je vois vraiment ma cuisine comme un hommage aux produits. C’est aussi pourquoi le courant passe si bien avec Carcasse. Ici, tout tourne autour du produit : la viande de Dierendonck, que nous plaçons littéralement au cœur du restaurant. Nous sommes un restaurant étoilé assez atypique, à cet égard. » Cette étoile Michelin a par ailleurs été renouvelée en mai de cette année. « Brut est peut-être le mot juste. Nos entrées et accompagnements sont raffinés, mais vous aurez, par exemple, une côte à l’os entière dans votre assiette. Nous ne sommes pas un étoilé classique avec un menu à sept services. Nous ne proposons pas non plus le traditionnel steak-frites béarnaise. Très peu de restaurants font la même chose que nous et abordent la viande de cette manière. Nous constatons que cette approche suscite un vif engouement, en Belgique comme à l’international. Avec Carcasse, nous sommes notamment des pionniers dans le domaine des grillades. Nous travaillons presque exclusivement avec du charbon de bois, je n’utilise pas de gaz. Les deux barbecues de la cuisine sont remplis en début de soirée et c’est ainsi que nous procédons. La recherche de sensations primitives : voilà ce qui nous caractérise le mieux. »

L’origine des produits joue-t-elle un rôle important ?

« Pour moi, c’est capital. Chez Carcasse, nous mettons l’accent sur la cuisine belge moderne, préparée avec des ingrédients belges. Je travaille toujours très localement. Dans ma cuisine, vous ne trouverez pas de vinaigre ou de soja du Japon, par exemple, mais du vinaigre de cidre du Limbourg ou des légumes du terroir. En réalité, je peux me procurer presque tous les produits de ma cuisine en voiture. Cela en dit long sur nos ingrédients, mais cela crée aussi une relation beaucoup plus agréable avec les producteurs.

→

« Chez Carcasse, tout tourne autour du produit : la viande de Dierendonck occupe (littéralement) une place centrale dans le restaurant. »

Buikspek Menapii, topinambour, bimi, mosterdzaad. | Poitrine de porc ménapien, topinambour, bimi, graine de moutarde.

Ik rij met mijn camionette naar de boer die al van ’s mor gens vroeg bezig is en ga mee in het veld kijken wat er allemaal is, wat we die week kunnen gebruiken in Car casse. Minstens één keer per week probeer ik daar langs te gaan. Niet enkel om ingrediënten op te halen, maar ook om te gaan proeven wat er dat seizoen allemaal in teressant is om te gebruiken. De producten die ik hier lokaal vind, zijn zoveel beter dan sommige buitenlandse producten. Mensen beseffen dat vaak niet en denken dat goede ingrediënten steeds van ver moeten komen. Ik kreeg onlangs de vraag waar ik de tomaten uit mijn tomatengerecht haalde. Ze verwachten dan bijvoorbeeld cœur de bœuf uit Frankrijk, maar ik haal ze gewoon 15 kilometer verderop, bij een lokale boer uit de polders.”

Je me rends en camionnette chez le fermier qui travaille depuis tôt le matin et je vois avec lui ce que nous pouvons utiliser cette semaine chez Carcasse. J’essaie d’y aller au moins une fois par semaine. Pas seulement pour ache ter des ingrédients, mais aussi pour goûter ce qui est in téressant à utiliser en cette saison. Les produits que l’on trouve localement sont tellement meilleurs que certains aliments étrangers. Souvent, les gens ne s’en rendent pas compte et pensent que les bons ingrédients doivent toujours venir de loin. On m’a récemment demandé où je trouvais les tomates qui font toute la différence dans mes plats. Les gens s’attendent à ce que la variété cœur de bœuf vienne de France, par exemple. Et pourtant… Je la trouve à 15 kilomètres, chez un agriculteur local dans les polders. »

Dat Carcasse een van de beste vleesrestaurants ter wereld is, wordt nog maar eens bevestigd door hun 8ste plaats in the World’s 101 Best Steak Restaurants.

La 8e place obtenue par Carcasse au prestigieux classement des World’s 101 Best Steak Restaurants confirme largement qu’il s’agit d’un des meilleurs restaurants de viande au monde.

Wat heeft ondernemen in de horeca jou al geleerd? “Vooral dat je inventief moet zijn. Je moet je kunnen aanpassen aan de markt en dat met een twist brengen. De coronacrisis was daarin uiteraard een enorm moeilij ke maar tegelijk leerrijke uitdaging. Ik heb geen dag stil gezeten. Toen alles dicht was, waren wij 7/7 bezig met onszelf opnieuw uit te vinden. Het was soms lastig, want je hebt bepaalde regels waar je je aan moet houden, en daar moet je inventief op inspelen. Maar wij zijn continu bezig gebleven.

Ik heb ook geleerd dat ik het heel interessant vind om het personeel aan te sturen en de planning op te maken. Mis schien maakt dat wel meer een horecaondernemer dan een chef-kok van mij. Ik sta enorm graag in de keuken, maar focus me ook graag op de verdere stappen met Carcasse. Binnen twintig jaar zie ik mezelf echt onder nemen in de horeca en projecten uitbouwen. Ik weet van mezelf dat ik getriggerd moet blijven, dan blijf ik creatief. Door enkel in de keuken te staan, ga ik die drive niet vin den. Naar beurzen gaan, contacten leggen en met ande re ondernemers samenwerken: zo groei je als restaurant en blijf je bijleren. En er zijn heel veel dingen die ik nog kan bijleren.” //

Qu’avez-vous appris en devenant entrepreneur dans l’horeca ? « Avant toute chose, il faut surtout faire preuve de créativité. Être capable de s’adapter au marché tout en apportant sa patte. La pandémie a bien sûr été une période extrêmement éprouvante, mais aussi instructive. Je ne suis pas resté assis une seule journée. Quand tout était fermé, nous étions occupés à nous réinventer 7 jours sur 7. C’était parfois difficile. Il a fallu suivre certaines règles et s’y adapter avec inventivité. Mais nous n’avons pas chômé une seule minute.

Je me suis également découvert un goût pour la gestion du personnel et la planification. Cela fait peut-être de moi un entrepreneur plus qu’un chef. J’aime être en cuisine, mais j’aime aussi envisager l’avenir de Carcasse. Dans vingt ans, je me vois vraiment entreprendre dans l’horeca et développer des projets. Je sais que je dois être stimulé pour exprimer ma créativité. En restant simplement en cuisine, je ne trouverai pas cet enthousiasme. Se rendre à des foires, nouer des contacts, travailler avec d’autres entrepreneurs… c’est ainsi que l’on évolue en tant que restaurant et que l’on continue à apprendre. Et j’ai encore tant à apprendre ! » //

“Ik heb tijdens mijn opleiding op elke uitdaging ja gezegd en heb daar heel wat voor teruggekregen.”

Dit magazine is een eenmalige uitgave ter ere van de 275ste verjaardag van Nagelmackers. We maakten 10.000 exemplaren voor onze cliënten, partners en medewerkers.

Website & e-mail www.nagelmackers.be campaigns@nagelmackers.be Tot 11/12/2022: Sterrenkundelaan 23, 1210 Brussel Vanaf 12/12/2022: Montoyerstraat 14, 1000 Brussel 02 229 76 00

Yves Van Laecke

Redactie en vormgeving astrix agency www.astrix.be

Drukker

Graphius

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de samenstelling van deze uitgave werd de uiterste zorg besteed, desondanks kan niet worden ingestaan voor de feitelijke juistheid of volledigheid van de opgenomen gegevens. In geen geval kan er een juridische basis worden aan ontleend. De redactie en uitgever aanvaarden geen aansprakelijkheid voor de volstrekte juistheid en volledigheid van gegevens van de in deze uitgave opgenomen teksten.

©2022. Nagelmackers

Ce magazine est une édition unique réalisée à l’occasion du 275 e anniversaire de Nagelmackers. Il en existe 10.000 exemplaires destinés à nos clients, partenaires et collaborateurs.

Site Internet et e-mail www.nagelmackers.be campaigns@nagelmackers.be Jusqu'au 11/12/2022 : Avenue de l'Astronomie 23, 1210 Bruxelles À partir du 12/12/2022 : Rue Montoyer 14, 1000 Bruxelles 02 229 76 00 Yves Van Laecke

Rédaction et mise en forme astrix agency www.astrix.be Impression Graphius

Aucune partie de ce magazine ne peut être reproduite et/ou rendue publique par impression ou copie, sous forme électronique ou autre, sans l’accord préalable écrit de l’éditeur. Le contenu de ce magazine a été rédigé avec le plus grand soin. Néanmoins, nous déclinons toute responsabilité quant à l’exactitude factuelle ou à l’exhaustivité des données qui y sont publiées. Aucune base juridique ne peut être invoquée. La rédaction et l’éditeur déclinent toute responsabilité quant à l’exactitude et à l’exhaustivité absolues des données qui y sont publiées.