Papenacker 46

Page 38

geschiedenis

Oude IJsselbrug 90 jaar

Pier Karenbeld

Nieuwe initiatieven Het was de Zwolse Kamer van Koophandel en Fabrieken die de rol van voorvechter op zich nam. Het was hen opgevallen dat de veemarkt aanmerkelijk meer mensen en vee uit de provincie Overijssel trok dan vanuit de Gelderse overkant. “Er strekt zich aan gindsche zijde van den IJssel een welvarende streek uit die feitelijk moeten worden gerekend tot ons marktgebied”, merkte ze op. Hoewel hier vol-

Op 15 januari 2020 was het 90 jaar geleden dat Zwolle eindelijk een verkeersbrug over de IJssel kreeg. Oud-Zwollenaar Harry Koopman schreef er een uitgebreid artikel over. Met zijn toestemming maakten wij een samenvatting over de moeizame totstandkoming van deze, ook voor Spoolde, zo belangrijke oeververbinding.* Een moeizaam proces Dat het moeizaam ging, werd vooral veroorzaakt door het feit dat er verschillende belanghebbenden in het spel waren. Eigenlijk had Zwolle in 1864 een enorme kans voorbij laten gaan toen de spoorverbinding van Amersfoort richting Zwolle, die tot dan toe bij Hattemerbroek eindigde, eindelijk via een spoorbrug over de IJssel doorgetrokken werd naar de stad. Er was toen ook een mogelijkheid geweest om naast de spoorbrug een brug voor het overige verkeer aan te leggen, maar dan zou de stad Zwolle nog 100.000 gulden moeten bijdragen. Daar werd van afgezien omdat er andere prioriteiten waren, o.a. aanleg van gasverlichting en verbetering van het Zwarte Water. Ook de plaatsen aan de Gelderse kant waren niet bij machte om het ontbrekende bedrag op tafel te leggen, dus bleef alles bij het oude. Met het pontverkeer bleef het Katerveerprobleem bestaan: in tijden van hoog water, in geval van drijfijs of bij een dichtgevroren IJssel was normaal verkeer over de IJssel nauwelijks mogelijk. Hoewel de behoefte aan een brug wel degelijk leefde, was het wachten op een instantie die het project financieel wilde trekken.

Het marktgebied aan westelijke zijde. Topo-tijdreis geografische kaarten, 1900, Het Kadaster, Apeldoorn.

gens hen beslist economische kansen lagen, was ze helaas zelf niet bij machte de financiering van een brug op zich te nemen. Ook Zwolle, Zwollerkerspel, de Gelderse dorpen en de stad Hattem wachtten op een volgend initiatief. Dat initiatief komt volgens schrijver Koopman toe aan de heer J.M.D. Stroink die in 1905 een stuk schrijft in “De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant”, dat het zo niet langer kan. Hij roept daarbij de mensen op om een “vereeniging de Katerveerbrug“ op te richten. Het wordt geen gezapige commissie maar een club die grondig onderzoek doet naar de technische en financiële mogelijkheden. Mr. Dr. Jan van Setten wordt voorzitter en probeert alles in goede banen te leiden. Onder andere houdt hij het Ministerie van Waterstaat goed op de hoogte van de plannen.

"De IJssel, een onverzettelijken slagboom" collectie HCO

Zwolle laat het afweten Het ministerie stelt echter heel duidelijk, dat ze van het rijk niet op enige steun hoeven te rekenen als provincies, steden en dorpen geen geldelijke offers willen brengen. Zodoende wordt er in april 1910 in de Provinciale krant aan alle belanghebbenden een oproep gedaan om het project financieel te ondersteunen. Aan de Provincies wordt gevraagd 100.000 38

Papenacker 46


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.