6 2020 6
VAKBLAD OVER VEILIG EN GEZOND WERKEN
Scoren met serious gaming Massaal digitaal van tutorial tot virtual realit
001-001_ARB06_CVR.indd 1
Sedentair gedrag niet laten zitten
oe kunnen vak mannen laten zien wat ze kunnen?
25-05-20 08:00
IN SAMENWERKING MET
NIEUWE PERSPECTIEVEN OP VEILIGHEID 6-delige Collegereeks | 28 okt t/m 2 dec 2020 | Nyenrode Business Universiteit
Veilig leiderschap creëert een sterke veiligheidscultuur Arboprofessionals hebben veel impact op veilig gedrag binnen organisaties. Bovendien spelen zij een leidende rol bij het succesvol implementeren van veilig werken. Maar wat zijn de realistische grenzen aan wat u aan veiligheid kunt organiseren? Met de juiste leiderschapsvaardigheden weet u acceptabele veiligheid tot een vast onderdeel te maken van de dagelijkse activiteiten.
Uw resultaten na het volgen van deze 6-daagse collegereeks:
U kunt realistische en werkbare perspectieven op veiligheid bepalen. U bent in staat om realistische grenzen te stellen aan het organiseren van veiligheid binnen uw organisatie. U weet wat veilig leiderschap is en kunt uw gehele organisatie hierbij betrekken. U kunt gericht anticiperen op (veiligheid)risico’s. U weet welke lessen u kunt halen uit incidenten.
Voor wie? Deze collegereeks richt zich onder andere op arbo- en veiligheidsprofessionals, organisatieadviseurs en preventiemedewerkers. Kortom: voor iedereen die een rol speelt in het bevorderen van veiligheid binnen de organisatie.
Certificaat U ontvangt een deelnamecertificaat van Arbo en Nyenrode na het volgen van ten minste 5 colleges.
Meer informatie en online inschrijven via:
nieuweperspectieven.arbo-online.nl Arbo Nieuwe Perspectieven 210x297 met.indd 1 002-048_ARB06_ADV.indd 2
01-04-20 25-05-20 12:29 07:58
Colo on A B AD A B D
D
S
T A
A
A
DA
DACT
et i kt inmidde s a eer ang ge eden e sta te in de auto en reed naar e erk Daar aangekomen deed e e as uit en ging e aan e bureau zitten e haa de ko e s rak met deze o gene co ega en na uur s oot e aan voor de unch n e agenda stonden diverse over eggen et ene at nuttiger dan het andere oms binnenshuis oms buiten de deur Rond ha erd het steeds eger om e heen en daarna reed e eer naar huis Die autotocht es duurden de ene keer ang de andere keer kort n dan as e eer thuis
DACT
AST
D
S
DACT AD
S AAD
T
ACC
T A A
06
42
AA
D
AD
S
44
2400
AB
T
AB
T
AD
ST AT
2 44 4 0
0
40
2
A
C
T
20 B CAT
AA D
D SC A
4
2
T
ertrou en o a stand
0
u erken vee erknemers thuis en schuiven na het ontbi t direct achter hun bureau e beginnen ge oon atuur i k rege matig is er een ca maar verder brengen ze de structuur in hun dag ze aan Die nieu e manier van erken as er o eens een o er oint o cursus geen ge ennings eriode e oon doen aarvoor e bent aangenomen eidinggevenden die rioriteiten aangeven en zeggen hoe e moet erken zi n ver eg erkt dat De ene ersoon gee t goed eiding aan zichze ommige anderen kunnen er moeite mee hebben om hun erk ze standig te organiseren Dat a es ste t niet a een erknemers maar ook managers voor grote uitdagingen i moeten immers eidinggeven o a stand n ook zi zi n daarvoor niet o cursus ge eest huis erken vraagt om een hoge mate van vertrou en n meesta erkt dat best goed zo b i kt nu e s de sce tische erkgevers moeten inzien dat het erk vanuit huis ge oon door oo t ee erknemers iggen niet o de bank series te ki ken a misschien zi n ze ze s e roductiever ant er gaat vee minder ti d ver oren aan gedoe tussen de bedri ven door aar er igt ook een gevaar o de oer over resteren m dat te voorkomen moeten eidinggevenden o een goede manier hun erknemers vo gen ukt het structureren van het erk a en ze om uur hun a to e dicht orgen ze voor een goede erk ek en onts annen ze genoeg aar a es e vanuit een gevoe van vertrouen rbo unctionarissen moeten ero toezien dat dit roces goed ver oo t amen erking met R biedt hier kansen zoa s u in dit nummer kunt ezen Dat samen erken zou trou ens so ieso een b i vert e moeten zi n ok a s deze toestand straks achter ons igt en e sturen o a stand geoon zi n gaan vinden ok voor antrou ende managers oor nu enst de redactie van rbo u een gezonde mooie zomer toe
ac ue ine oosten hoo dredacteur
arbo 6 | 2020
003-003_ARB06_COL_RED.indd 3
25-05-20 07:58
nhoud
Massaal digitaal
Door het coronavirus ontdekt
eder and momentee
noodged ongen de kansen van digitaa onder i s s digitaa beter s immer Door
an tutoria tot virtua rea it
a ter aardemans
astbare ervaring
akmanscha is een combinatie van goede o eiding en ervaring ervaring niet Door
audia
aar o eiding is tastbaar en aantoonbaar oe kun e toch aten zien
at e kan
arenbeek ohan immerman en os anders
Scoren met serious gamen
oe kri gt u a s eidinggevende gri o gedrag en keuzes van
erknemers a s die indruisen tegen de vei igheid
rvaringsgericht eren en gaming kunnen he en Door
uus oomen
Online leren zegen o noodzaak?
oe gaat een verstokte k assika e o eider nu om met on ine eren
roeit deze uit corona geboren noodzaak
uit tot een ie devo e omarming van a stands eren Door Rona d
ei er en Rick van der
eide
4 arbo 6 | 2020
004-005_ARB06_INH.indd 4
25-05-20 07:56
arbo Verder in dit nummer Praat over veiligheid
edere maand Trending ieu s en t eets
De ensie brand eer en o itie gaan o sa et gebied de samen erking versterken Doe van het initiatie
Column
eren van e kaars rakti kervaringen en incidenten
oris
Door Rob astrzebski
Sa et Sa ari
Bal in eigen veld
ei ig thuis
ezondheids- en ze managementvaardigheden ont ikke en in een eertra ect
eker a s mensen ze
Column
verant oorde i kheid nemen voor hun gezondheid Door Rutger a m en
arce
amara
am
e ht
ocus op niet zitten
een arbeidsovereenkomst
ee zitten hee t ver oestend gezondheidse ecten oog ti d om eens te ki ken hoe dit in e kaar steekt n voora ook
at
rodu ten
e er ze aan kunnen doen
Door ees eereboom
Betere inzet R oe kunnen
uris rudentie Rob oort
E en PAGO
e de R
en het
beter inzetten
edia
bi de reventie van beroe sziekten door gevaar i ke sto en De
v
nos
iet verkennend onderzoek doen
leidingen
Door Rimke erkho
APK bij hoge blootstelling iomonitoring van a uminium in de urine signa eert ti dig te hoge b ootste ing oetsing aan re erentieaardes en to ische
aardes i kt een goede aan ak
Door as de arbanson
rapport
Preventie beroepsziekten: de essentiële rol van professionals
arbo 6 | 2020
De RI&E en het PAGO ter preventie van beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen
004-005_ARB06_INH.indd 5
25-05-20 07:56
Zeer subjectie en voor discussie vatbaar selecteert de redactie iedere maand highlights op het gebied van veiligheid en gezondheid.
rending in arbo Kort nieuws oronaprotocol? och een R
E
hee t netjes een coronaprotocol opgesteld waarin u zaken regelt voor de terug
Stress door de orona risis e coronacrisis brengt veel stress met
keer naar het werk? eel goed. Maar dat ontslaat u niet van van de verplichting om
zich mee. oor onzekerheid over het
een R
werk geldtekort o de thuissituatie.
E te hebben waarschuwt de nspectie SZW.
Werkgevers hebben volgens de Arbowet een zorgplicht. Die bepaalt dat zij moeten zorgen dat werknemers hun werk veilig en gezond kunnen doen. Daarom moet de werkgever de risico’s rondom werk inventariseren in de RI&E. Omdat die altijd actueel moet zijn, horen nieuwe risico’s als het coronavirus daar ook in thuis. Coronaprotocol of niet. Veel sectoren hebben inmiddels een coronaprotocol opgesteld. Daarin staat hoe zij het werk in coronatijd zo verantwoord mogelijk willen doen. Maar zo’n protocol is geen vervanger van de RI&E. Simpelweg omdat het coronaprotocol geen juridische status heeft binnen de arboregelgeving. Werkgevers moeten daarom de werkrisico’s door de coronacrisis onderkennen in hun RI&E, benadrukt de Inspectie SZW. Daar hoort dus automatisch ook een plan van aanpak bij. Bedrijven kunnen daarbij een branche-RI&E of corona-arbocatalogus als hulpmiddel gebruiken. Deze plicht blijft ook bestaan als er een coronaprotocol is. Zoals gezegd: het coronaprotocol is geen vervanging voor de RI&E.
Daarom is de overheid de campagne ‘Somber of gespannen door het coronavirus? Praat erover’ begonnen. De overheid vraagt daarmee aandacht voor de psychische gevolgen van de corona-uitbraak. Via de radio en op sociale media geeft de overheid praktische tips en worden mensen opgeroepen om erover te praten of indien nodig hulp te zoeken.
ingera drukken ijn riv Een bedrij dat werknemers verplichtte om vingera drukken te laten scannen voor in en uitklokken hee t privac regels geschonden.
Dat oordeelde de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De AP legde de onderneming een boete op van 725.000 euro. Het bedrijf kon zich volgens de privacywaakhond niet beroepen op een uitzondering om bijzondere persoonsgegevens te mogen gebruiken.
roto ol B
T-keuringen
Een goede werkgever moet een veilige werkplek cre eren voor medewerkers.
Met btw vrij mondkapje in de metro n de periode
mei tot in ieder geval
september betaalt u geen btw als u een mondkapje koopt. it geldt voor alle t pen mondkapjes zowel medisch als niet medisch. Ook alle verkopen zijn btw vrij. Mondkapjes vallen nu nog on der het normale btw tarie van
.
Dit staat in een brief die staatssecretaris Vijlbrief van Financiën naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Aanleiding van de maatregel: per 1 juni bent u verplicht een niet-medisch mondkapje te dragen in het
iscussieer mee in de linked n groep vakblad Arbo
openbaar vervoer. Want in straks weer vollere bussen, treinen en trams zal het niet altijd haalbaar zijn om de 1,5 meterafstandsregel te hanteren. Vijlbrief: “We vragen van de samenleving om vanaf juni in het openbaar vervoer een niet-medisch mondkapje te gaan dragen. Veel mensen maken zelf al hele creatieve mondkapjes. Maar de meeste mensen zullen ze waarschijnlijk kopen in een winkel in de buurt. We willen dit als overheid zo goedkoop mogelijk maken, daarom heffen we hierover straks tijdelijk geen btw.” Blijven de verkopers van het kapje dan met kosten zitten? Nee. Want door het nultarief toe te passen in plaats van een vrijstelling, houden verkopers het recht op aftrek van voorbelasting. Daardoor kunnen ondernemers de btw die zij bij aanschaf van het mondkapje betalen, nog wel verrekenen in de btw-aangifte.
Periodieke keuring van arbeidsmidde len hoort daarbij en is ook verplicht.
Voor de 1,5 meter-economie hebben vakbonden, overheid en werkgeversorganisaties in de bouw en techniek het protocol ‘Samen veilig doorwerken’ opgesteld. Nu is er ook een aanvullend branche-protocol voor BMWT-keuringen van arbeidsmiddelen, met een minimum aan dwingende voorschriften en bijlages. Dat is gratis beschikbaar op bmwt.nl.
Boete voor dodelijk ongeval Een Zoeterwouds betonpompbedrij is veroordeeld tot een geldboete van .
euro voor een dodelijk ongeval.
De rechtbank Zwolle oordeelt dat het bedrijf de veiligheidsnormen bewust heeft genegeerd. Het bedrijf was oktober 2016 ingehuurd door een bouwbedrijf om een betonfundering te storten in een stal. Toen de betonpompwagen plotseling wegzakte, werd een medewerker van het bouwbedrijf dodelijk geraakt door de 45 meter lange mast.
6 arbo 6 | 2020
006-007_ARB06_TRE.indd 6
25-05-20 07:55
witter AP
GBA
vakbladarbo
mei
De #Geschillenkamer van de @APD_GBA heeft een sanctie van 50.000 euro opgelegd voor de verwerking van persoonsgegevens zonder geldige rechtsgrond in het kader van de functie "contacten uitnodigen" van een sociaal netwerk. https://bit.ly/3cM0WSV MarkGoes
mei
Of ik hydroxychloroquine wil slikken tegen corona bepaal ik altijd zelf. Of ik een corona volg app wil installeren bepaal ik altijd zelf. Of ik gevaccineerd wil worden tegen corona bepaal ik altijd zelf. Dat bepaalt en beslist niemand voor mij. Ik ben na "45 als vrij mens geboren Maarten ijink
mei
Kamervragen gesteld over de inzet van fopkapjes in het openbaar vervoer. Mag je echt straks alleen de trein in met een mondkapje dat GEEN bescherming biedt? Hoe denkt het kabinet daarmee verspreiding te voorkomen en reizigers en ov-personeel te beschermen?
Arbo in cij ers Bijna
procent van de ederlandse
werknemers werkte in
met een
beeldscherm zoals een computer smartphone o tablet.
Bijna 4 op de 10 werknemers verricht langdurig beeldschermwerk. Gemiddeld werd ruim 4 uur per dag aan werkzaamheden met een beeldscherm besteed. Daarbij werkten bijna 4 op de 10 werknemers (39%) langdurig – dat wil zeggen: zes uur per dag of meer – met een beeldscherm. Langdurig beeldschermwerk kan tot klachten leiden. Van de langdurig beeldschermwerkers had ruim 43 pro-
cent last van klachten aan armen, nek of schouders. Ruim de helft van de langdurig beeldschermwerkers (55%) vindt dat (aanvullende) maatregelen nodig zijn om gezond te kunnen blijven werken achter het beeldscherm.
o do Sa et Work
ealth
oe cre ren we een bedrij scultuur waarin veiligheid en gezondheid belangrijke gedragswaarden zijn?
Safety&Health@Work 2020 gaat over werken met gevaarlijke stoffen, preventie, duurzame inzetbaarheid, gedrag en bewustwording rondom veilig werken. En over wet- en regelgeving, innovaties en nieuwe technologie. Safety&Health@Work en het Landelijk Arbocongres bundelen dit jaar hun krachten in Rotterdam Ahoy. Het Landelijk Arbocongres vindt plaats op 1 oktober 2020. De vakbeurs Safety&Health@Work is te bezoeken op 30 september en 1 oktober. Kijk op www.arbocongres.nl en www.safetyandhealthatwork.nl
Dit betekent overigens niet dat werkgevers niets doen. Ongeveer 34 procent van de langdurig beeldschermwerkers geeft aan dat er wel degelijk maatregelen zijn genomen, maar dat die nog niet voldoende zijn.
Bron: Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (TNO|CBS)
Meer nieuws? www.arbo online.nl
Voor meer informatie en cijfers over beeldschermwerk en andere aspecten van de arbeidssituatie in Nederland, zie www.monitorarbeid.nl.
arbo 6 | 2020
006-007_ARB06_TRE.indd 7
25-05-20 07:55
Opleiden in coronatijd
Massaal digitaal Door het coronavirus ontdekt eder and momentee noodged ongen de kansen van digitaa onder i s at evert dat o is digitaa beter s immer kunnen e toch maar beter geen certi caat hangen aan de corona-mvk er an tutoria tot virtua rea it tekst
a ter aardemans
arbo 6 | 2020
000-000_ARB06_ART-THE01_Baardemans.indd 8
18-05-20 13:32
Z
o heb je een klas vol cursisten en zo zit iedereen verplicht thuis. Opleiders in Nederland geven door het coronavirus nu massaal online les. “Wij zijn zo snel mogelijk digitaal gegaan”, vertelt Ingeborg de Jongh van opleidingsinstituut PHOV. “Al onze lessen gaan door. Via het programma Demio geven onze docenten nu vanuit huis interactieve webinars. Met Microsoft Teams hebben we scriptiebeoordelingen online gedaan. Het bevalt eigenlijk heel goed.” Ook opleider Copla schakelde voor lopende cursussen van klassikaal naar online. “Met frisse tegenzin”, zegt Copla-directeur Ronald Meijer. “Het bevestigt mijn vooroordelen. Online haalt het niet bij klassikaal onderwijs. Via een computerscherm mis je het directe contact tussen docenten en cursisten en ook veel non-verbale communicatie. De interactie verloopt moeizamer.”
ru
Biedt online onderwijs nieuwe mogelijkheden of is het veelal goedbedoeld geklungel? Het is in ieder geval meer dan simpelweg content op internet plaatsen, zegt Rob Martens, hoogleraar onderwijswetenschappen van de Open Universiteit. “Vanuit de techniek kun je online onderwijs omschrijven als alle leersituaties waarin je gebruikmaakt van internet. In de praktijk is het vaak een mengvorm, blended learning. Daar kunnen ook een klassikale les of een gedrukt werkboek onderdeel van uitmaken.” Maar ‘het hart van online onderwijs’ zijn goede docenten, stelt Martens: “Een groenteboer die zijn groenten nu online gaat verkopen, is niet meteen een goede online maaltijdleverancier. Je kunt iemand nog zoveel didactische tips geven voor online lessen, maar uiteindelijk moet je mensen hebben die het goed kunnen brengen. Dat is de crux.”
MOO
SPO
OO
Vaak gaat het bij online leren om een e-learning of een webinar over een onderwerp. Zo bieden verschillende opleiders een e-learningmodule ter voorbereiding op het VCA-examen. Bij een e-learning is er geen directe interactie met een docent en de cursist kan de inhoud van een module zelfstandig doornemen. In een webinar vertelt een docent, al of niet in beeld, via internet zijn lesstof aan een gerichte, grote groep deelnemers. De docent kan zijn college interactief maken door daarnaast deelnemers vragen te laten stellen, een chatfunctie te gebruiken of polls en onderzoeken te gebruiken. Maar er valt meer online te leren en op veel verschillende manieren. Iedereen die weleens thuis klust of iets repareert, zoekt tegenwoordig eerst op internet een tutorial (leerprogramma). Het internet staat er vol mee. In een tutorial geeft iemand in een video een korte uitleg of cursus over een onderwerp. Bij middelbare scholieren zijn inmiddels de filmpjes van YouTube-docenten mateloos populair. De scholieren kunnen de docent geen vragen stellen, maar ze kunnen het filmpje terugkijken zo vaak als ze willen. Voor diepgaander onderwijs bestaan er sinds 2012 Massive Open Online Courses (MOOC’s). Dat zijn open online cursussen, al dan niet gratis, van gerenommeerde universiteiten of samenwerkende universiteiten. Iedereen met belangstelling voor een MOOC kan na inschrijving deelnemen en de cursus via het internet volgen. Anders dan bij een webinar is er bij een MOOC geen interactie met de docent. Maar cursisten kunnen wel op platforms met elkaar in contact komen. Bekende aanbieders van MOOC’s zijn Coursera, EdX, Canvas, Future-
arbo 6 | 2020
000-000_ARB06_ART-THE01_Baardemans.indd 9
18-05-20 13:32
learn en Udacity. Zo is de MOOC ‘Responsible Innovation: Ethics, Safety and Technology’ van TU Delft en DelftX te volgen via EdX. Voor 46 euro kun je deze MOOC afsluiten met een certificaat. Wie een cursus op een kleinere, specifieke doelgroep wil richten, kan een SPOC, Small Private Online Course, maken. Een SPOC is bedoeld voor zo’n 30 deelnemers. Een organisatie of bedrijf kan ook overwegen een COOC, Corporate Open Online Course, in te zetten voor opleidingsdoeleinden.
ngeblikt
De Open Universiteit onderscheidt op haar website digitale didactiek (youlearn.ou.nl) drie vormen van online onderwijs: ingeblikt, asynchroon en synchroon onderwijs. Ingeblikt onderwijs is onderwijs dat op voorhand is klaargezet. Het is helemaal uitontwikkeld met teksten, illustraties, filmpjes en kennisclips, zelftoetsen en opdrachten met geautomatiseerde feedback. Bij ingeblikt onderwijs is er geen persoonlijke interactie tussen docenten en studenten of tussen studenten onderling. Bij asynchroon online onderwijs is er wel de mogelijkheid tot interactie, maar niet op hetzelfde moment. Bijvoorbeeld interactie in discussiegroepen, fora of via e-mail. Bij synchroon online onderwijs hebben docenten en studenten op hetzelfde tijdstip persoonlijke interactie, bijvoorbeeld via chat, de virtuele klas of een live-uitzending.
Kwaliteit
Het is belangrijk om je te realiseren dat de keuze voor een medium er eigenlijk nooit toe doet, zegt hoogleraar Martens. “Onderzoek laat zien dat het heel moeilijk is om een generieke regel te geven wanneer je welk instrument moet inzetten. Het ligt helemaal aan de kwaliteit die je erin stopt. Die kwaliteit is veel belangrijker dan of je in bepaalde situaties kiest voor een webinar, MOOC of e-learning.” Martens vergelijkt het met de minder getalenteerde docent die een slechte klassikale les geeft en de populaire ‘ingeblikte’ YouTube-docent. “Een MOOC is niet slechter dan een webinar en een klassikale les niet altijd beter dan een webinar. Alles hangt af van de kwaliteit.” Grote variabele om mee te spelen is volgens hem de mogelijkheid voor interactie bij online onderwijs. “Bij een ingewikkeld onderwerp kan het fijn zijn als de cursisten meteen vragen kunnen stellen. Maar de meestgestelde vragen zou je een volgende keer in een MOOC kunnen verwerken. Dan lopen een webinar en MOOC al in elkaar over. Als je interactie goed weet te gebruiken, maakt het niet uit welke vorm je kiest.”
ordes nemen
Het is wel lastiger om cursisten via afstandsonderwijs te motiveren, erkent Martens. “Voor de klas voel je wel aan of mensen bij je verhaal afhaken. Dat is online een groter probleem. Dat is gewoon zo.” Hoe kan een docent bij een onlinecursus voorkomen dat hij cursisten onderweg kwijtraakt? Volgens Martens kun je daar twee belangrijke dingen tegen doen. Cruciaal is om zo goed mogelijk op de hoogte te blijven van hoe cursisten het onderwijs gebruiken, zegt hij. “Probeer dat zo slim mogelijk bij te houden. Door mensen ernaar te vragen. Of door in te bouwen dat mensen onderdelen van een cursus moeten aanklikken. Dan kun je zien of iedereen alle hordes neemt. Die kliks zijn daarbij je virtuele ogen en oren.”
Het is ondenkbaar dat het onderwijs straks blijft doen alsof er niets is veranderd in de wereld Daarnaast is het belangrijk om uit te gaan van de intrinsieke motivatie van cursisten, stelt Martens. “Je moet ervan uitgaan dat mensen je leerinhoud interessant vinden en uit vrije wil volgen. Je moet ze vooral niet de hele tijd dwingen en controleren. Dat verstoort alleen maar hun intrinsieke motivatie.”
oetsing
Toch lijkt het logisch dat opleiders willen controleren of iemand zich de lesstof eigen heeft gemaakt. Is examinering of een toets überhaupt mogelijk of ligt fraude wel erg op de loer? Martens is daar duidelijk over: “Online toetsen is niet ingewikkeld, wel fraudegevoeliger. Via een webcam valt echt niet te controleren of iemand fraudeert bij een online examen. Maar waarom uitgaan van fraude in plaats van vertrouwen? Waarom heeft een toets niet als rol om iemand te laten zien waar hij staat en wat hij verder nog kan ontwikkelen?” Aan de ‘andere kant van het scherm’: wat betekent dat voor de gecertificeerde cursussen van opleiders? Certificeringsinstelling Hobeon/SKO ziet geen belemmeringen. Certificeringscoördinator Paul van Embden van Hobeon/SKO: “Het enige wat er is veranderd, is dat we examinering voor persoonscertificaten nu op afstand doen. Dat is minder persoonlijk. Het is leuker als je kandidaten een hand kunt geven en ze in de ogen kunt kijken. Maar vakinhoudelijk is de examinering hetzelfde. Het is even pittig en je moet toch het goede antwoord geven.” Van Embden kijkt ook al voorzichtig vooruit. “Het heeft ook voordelen. Het scheelt examinatoren en kandidaten reistijd. Ik zie voor de toekomst geen belemmeringen om examens via remote-verbindingen te blijven doen.”
Geen weg terug
Nieuwe technieken gaan in de toekomst nog veel meer nieuwe online mogelijkheden bieden, is de verwachting. Augmented Reality (toegevoegde werkelijkheid) en Virtual Reality kunnen medewerkers helpen onveiligheid op de werkplek levensecht te beleven om hun veiligheidsbewustzijn te vergroten. Die toepassingen vinden ongetwijfeld ook hun weg naar online onderwijs. Rob Martens twijfelt er geen moment aan dat de coronacrisis het onderwijs blijvend zal veranderen. Er is volgens hem geen weg terug. “Het onderwijs veranderde lange tijd weinig, terwijl de wereld inmiddels volkomen digitaal is. Een krijtje werd het digi-bord, maar dat was het wel. Tegelijk heb ik grote bewondering voor hoe de sector de omschakeling nu heeft omarmd. Waanzinnig knap. Maar het is ondenkbaar dat het onderwijs straks blijft doen alsof er niets is veranderd in de wereld.”
0 arbo 6 | 2020
000-000_ARB06_ART-THE01_Baardemans.indd 10
18-05-20 13:32
Joris
ernieuwen is vertalen. Mijn vakgenoten kennen dit principe al heel lang.
N
De uitvinding van nieu e idee n en technieken gaat sne maar niet sne genoeg Dat betekent dat het aanbod van nieu e techno ogie achterb i t bi de behoe te aan vernieu ing bi o drachtgevers eet de he t van eder and bestaat uit consu tants en trainers die hun inzichten aan de andere he t moeten s i ten De behoe te aan vernieu ing komt eigen i k niet van de o drachtgevers maar van de consu tants die hen van die behoe te hebben overtuigd aar hoe vernieu e a s er niets nieu s is ets hee nieu s uitvinden en ont ikke en is ti drovend en inge ikke d De o ossing iets ouds in nieu e oorden zeggen ierbi ge den een aanta s e rege s Rege n is dat het nge s moet k inken maar het niet er se echt nge s hoe t te zi n antasieoorden zi n een r erder ge dt hoe su er het onder er hoe s annender de term o ordt k a iteitsbeheer voor gevorderden ineens een b ack be t en een eerste eva uatie een hot ash en vergadering met de erkgroe aarin e voorste en o een brie e schri ven ordt de meeting van onze task orce aarin e e kaar cha engen met verschi ende too s et eerste k inkt a s su e ambtenaren in een zaa t e het t eede a s een atroui e in de ung e vee beter dus i eren en o eiden hebben e verge i kbare rob emen ns brein ontikke t zich vri angzaam u hersenen erken nog g obaa hetze de a s die van u overgrootvader Dus ook eren en o eiden veranderen minder sne dan de marketingbehoe te van de trainers ehoe te aan e s eak dus o vo gde ik on angs een cursus die erd gevo gd door een o er in an our -sessie k as e at te eurgeste d dat deze sessie niet door een merikaanse te evisiedominee erd verzorgd maar eigen i k ge oon een soort o rissamenvatting van de cursus b eek te zi n Door de corona andemie hebben nieu e eervormen en het bi behorende argon een grote v ucht genomen e heb ik mi n a s gevo g van de crisis overv oedige vri e ti d benut voor com etence im rovement en education e anding acivities et een irtua im ourse heb ik nu einde i k mi n z emdi oma gehaa d ideobe en bestond a in de aren van de vorige eeu aar nu eren e a emaa in virtua c assrooms vo gen e ebinars en combineren e chatsessies en videocon erences het is mainstream ge orden et rob eem is nu dat het voor niemand meer nieu en hi is en het ook niet meer uitge egd hoe t te orden e moeten dus nadenken over nieue termen en nieu e vormen en moge i kheid is terugverta en naar eder andse antasietermen Dit zien e a bi omschri vingen a s terkmakers artrekkers ern ukkers o euksdirecteuren De ti d is ri voor eertermen a s Denkraame ansie het Draad oze brein eren en uiscursisten u onze o drachtgevers nog overtuigen dat dit de nieu e trends zi n die e niet mag missen
arbo 6 | 2020
000-000_ARB06_CLM_BRIL.indd 11
18-05-20 13:32
EV zorgt voor erkenning en diploma
astbare ervaring
akmanscha is een combinatie van goede o eiding en ervaring eide zi n onmisbaar aar aar o eiding tastbaar en aantoonbaar is is ervaring dat vaak niet oe aat e zien at e kan in het dage i kse erk tekst
audia
arenbeek ohan immerman en os anders
n een EVC-traject krijgen deelnemers de kans om niet alleen hun kennis, maar ook hun actuele vaardigheden inzichtelijk te maken en dit om te zetten in een certificaat of diploma. Kort gezegd brengt EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties) in kaart wát iemand doet en hoe hij dit doet. De basis hiervoor is het kwalificatiedossier. Daarin staat aan welke eisen een student moet voldoen om een bepaald diploma te halen. De eisen van de kwalificatie moeten zoveel mogelijk aansluiten op de actuele wensen van het bedrijfsleven. Lang niet iedereen weet wat de vakman in huis heeft, vaak inclusief die vakman zelf. Sommige vaklui kunnen dit laten zien aan de hand van hun diploma of certificaat. Maar heeft iemand jaren geleden op school gezeten, dan is de ervaring van nu veel
betekenisvoller dan het diploma of certificaat van toen. Daarnaast heeft een vakman soms door zijn ontwikkeling in de beroepspraktijk nu een andere of hogere functie dan op basis van zijn diploma. Dit zijn twee situaties waarin iemand met een EVC-traject zou kunnen starten.
EV in de praktijk
Het EVC-traject maakt dus inzichtelijk wat de werknemer dagelijks doet. Maar ook hoe zijn kennis en vaardigheden zich hebben ontwikkeld. Het is dus geen scholing. De EVC-deelnemer moet beschrijven hoe hij zijn werkhandelingen uitvoert. Als EVC-aanbieder kijkt Volandis of het proces van beschrijven goed gaat, maar zal nooit inhoudelijk sturen. Beoordeling is de rol van de inhoudsassessor: een deskundige zoals een docent of praktijkdeskundige. In het kwalificatiedossier voor een diploma staat in het werkproces de omschrijving van de door de EVC-deelnemer uitgevoerde taken. Met daarbij vermeld de vereiste kennis, vaardigheden, resultaten en het gedrag. Ook staan daarin de vereiste competenties beschreven. ¹ Denk hierbij aan aansturen, begeleiden, leren, plannen en organiseren. De deelnemer krijgt instrumenten aangereikt waarmee hij, met hulp van zijn begeleider, zijn gedrag inzichtelijk kan maken. Hij kan in het dossier verslag doen van zijn gedrag of verklaringen van anderen opnemen. Daarnaast voegt de inhoudsassessor casussen toe en legt hij werkplekbezoeken af. Uit ervaring hebben we gemerkt dat het gewenste gedrag zoals dat beschreven is in het kwalificatiedossier voor een bepaalde functie, voor EVC-deelnemers moeilijk te vertalen is naar de praktijk van hun werksituatie. Om kennis, vaardigheden en ontwikkelingen in kaart te brengen, houden EVC-deelnemers tijdens het EVC-traject een ePortfolio bij. Binnen het EVC-instrumentarium zijn richtlijnen opgenomen voor de beoordeling door inhoudsassessoren, zodat beoordeling van het ePortfolio van alle EVC-deelnemers op dezelfde manier gebeurt. De lat ligt hierdoor voor alle deelnemers binnen vergelijkbare functieniveaus even hoog. En een
2 arbo 6 | 2020
012-014_ARB06_ART-THE03_Timmerman.indd 12
25-05-20 08:04
bijkomend voordeel van het ePortfolio is dat de deelnemer gaandeweg ook zijn computervaardigheden kan verbeteren.
EV traject in stappen
Hoe verloopt het EVC-traject? Stap 1 en 2 vinden plaats binnen het feitelijke EVC-traject en leiden tot het ervaringscertificaat. Dit kan desgewenst worden omgezet naar het vakbekwaamheidsbewijs. Stap 3 is de laatste stap op weg naar het diploma. Dit is geen onderdeel van het EVC-traject, maar wordt geregeld door het ROC. Essentieel is daarom een ‘warme overdracht’ naar het ROC. De inhoud van deze laatste stap is afhankelijk van de ervaring en kennis van de EVC-deelnemer. Wie kiest voor een EVC-traject? Dit hangt af van verschillende zaken. De ene werknemer heeft al een diploma op niveau 2, maar functioneert op niveau 3 en wil dit bevestigd hebben. Ook kan het zijn dat iemand in de loop van de tijd andere werkzaamheden is gaan doen dan waarvoor hij zijn diploma heeft gehaald. Dan wil hij deze ervaring omzetten in een ervaringscertificaat. Weer een ander is voortijdig gestopt met zijn opleiding en is gaan werken, maar wil nu toch graag zijn diploma halen. Of de vraag om een diploma te halen komt vanuit de werkgever, omdat het bedrijf aan bepaalde normeringen moet voldoen.
Wat levert het op?
Veel! Ook dit is voor iedereen anders. De ene deelnemer gaat voor het diploma dat past bij zijn huidige functie, de andere voor een ervaringscertificaat. Het is maar net wat het beste past bij de werknemer in kwestie. Voor de werkgever kan het verrassende inzichten geven in wat zijn werknemer eigenlijk allemaal in huis heeft. Of wat nodig is op het gebied van scholing om effectiever en veiliger te kunnen werken. Want ook veilig werken begint met kennis!
Bewustwording en meer
Doordat de deelnemers beschrijven en laten zien wat ze doen en op welke manier, worden zij zich ook bewust van hun dagelijkse handelingen. Nu hoeft de EVC-deelnemer niet alles in verslagen te zetten, want we vragen ook om verklaringen van derden, uitvoerders, klanten en anderen. Met die verklaringen willen we weten welke handelingen iemand uitvoert, hoe vaak
en of dit zelfstandig is gedaan. Zo kunnen we competenties meten als ‘Samenwerken en overleggen’ en ‘Instructies en procedures opvolgen’. In de verklaringen vragen we ook zaken als: » Richt de deelnemer de werkplek veilig in? Zo ja, waar blijkt dit uit? » Werkt hij arbotechnisch verantwoord? Zo ja, waar blijkt dit uit? » Werkt hij efficiënt? Zo ja, waar blijkt dit uit? » Meldt hij onvolkomenheden? Zo ja, waar blijkt dit uit? Aan de hand van een casus meet de inhoudsassessor of de deelnemer daadwerkelijk de situaties kan oplossen of heeft uitgevoerd. Hieruit blijkt, in combinatie met een werkplekbezoek of een Proeve van Bekwaamheid, of iemand de werkprocessen binnen het kwalificatiedossier aantoonbaar beheerst. We vragen bij het opbouwen van het ePortfolio ook naar kennis over veilig werken, bijvoorbeeld de A-bladen.² Naast nadenken over hoe iemand zijn dagelijkse werkzaamheden doet, vra-
De ene deelnemer gaat voor het diploma dat past bij zijn huidige functie en de andere voor een ervaringscerti caat arbo 6 | 2020
012-014_ARB06_ART-THE03_Timmerman.indd 13
25-05-20 08:04
Skills as oort Dit aar ziet het digita e ki s as oort voor vak ieden in de bou in ra en techniek het icht Dit gebeurt in o dracht van ou end eder and echniek eder and en in samen erking met de niversit o ied ciences mdat de ere d van bou in ra en techniek sne verandert bi voorbee d door de energietransitie is b i ven ont ikke en hard nodig et ki s as oort gee t de vakman inzicht in zi n actuee kennis en vaardigheden aan de hand van verschi ende databronnen Di oma s en certi caten maar ook de dage i kse erkzaamheden zi n een be angri ke bron van be i s in het ki s as oort e eiden de vaardigheden en ont ikke ing van de vakman a door in ormatie uit bestaande bronnen te ma en o bestaande ski s-ta onomie n zoa s - et en de n ormatiebronom etentiecata ogus voor de bou nen kunnen bi voorbee d urenstaten zi n aar ook geko e de s stemen aaruit vaardigheden zi n a te ei-e ort o io urenbonnen den zoa s het ak as oort ou erk n ormatie ode enzovoort deze
manier gee t het ont er van het ki s as oort zo min moge i k e tra administratieve ast De vakman egt met het as oort automatisch verant oording a over zi n dage i kse erkzaamheden iet a een aan zi n erkgever o k ant maar ook aan zichze m het vu en van het ki s as oort zo makke i k moge i k te maken is ook een s ecia e ki s in ont ikke ing De goedkeuring be aa t de aarde van de be i s ast voor vaardigheden in het ki s as oort De urenstaat gee t aan at anneer aar en eventuee met ie iemand iets gedaan hee t Dit doet de erknemer ze o zi n eidinggevende voor de urenverant oording en om te kunnen actureren anneer de urenstaat is goedgekeurd door de eidinggevende o erkgever nemen de betrou baarheid en aarde ervan toe De urenstaat kri gt nog meer aarde a s een ona hanke i k ersoon een docent o een inhoudsassessor die kan inken aan de k a i catie o aan een verant oordingsdocument o aan com etenties a s nstructies en rocedures o vo gen
gen we dus ook bewust naar veiligheid en hoe men instructies opvolgt. We meten dus niet alleen de handelingen, maar ook of iemand deze handelingen op een veilige manier uitvoert. Zonder veilig werken ben je niet vakbekwaam.
zijn functie en taken inzichtelijk. Daarmee kunnen we een link maken naar bijvoorbeeld de RI&E. Je kunt de gebruiker dan informeren over relevante risico’s bij deze taken en over maatregelen in het plan van aanpak. Zo wordt het wellicht mogelijk om in de toekomst iedereen op de bouw- en werkplaats gerichte informatie te geven over gevaarlijke stoffen, klimaat, lawaai, onveiligheid en trillingen. En kunnen we onbewust de werknemers bewust maken van een leven lang gezond en veilig werken.
oekomstdromen
Op dit moment wordt er gewerkt aan het Skills Paspoort voor Vaklieden in de bouw, infra en techniek (zie kader). Als we aan de hand van het Skills Paspoort weten wie wat doet, hebben we
Wat voegt EV toe?
Het EVC-traject maakt het mogelijk om gericht en op maat onderwijs te geven. Maar zonder dat de vakman hiervoor terug de schoolbanken in hoeft. Want vakmensen hebben nu eenmaal een voorkeur voor leren met de handen. EVC is een stap in de erkenning van ontwikkeling na de schoolloopbaan. Die erkenning is hard nodig. Want hiermee laten we praktisch geschoolden zien dat ze dagelijks leren en goed zijn geworden in hun vak. Benieuwd naar de ervaringen van werknemers? Bekijk hun video's: 'Van betonstaalvlechter naar instructeur' en 'Hoe laat je zien wat je kunt?'. laudia Klarenbeek BSc is -adviseur bi o andis r. ohan immerman is s ecia ist rbeidse idemio ogie en rbeidsh gi ne bi o andis r. os Sanders is ector eren ti dens de eroe s oo baan aan niversit o ied ciences
Noten [1] https://www.s-bb.nl/bedrijven/beroepspraktijkvorming/begeleiding/ competenties [2] Zie: https://www.volandis.nl/werk-veilig/instrumenten/a-bladen/ [ ] https://www.argumentenfabriek.nl/nl/nieuws/competenties-voor-detoekomst-van-de-bouw/ [ ] Zie voor meer informatie: https://www.technieknederland.nl/nieuwsberichten/nieuw-van-uneto-vni-en-otib-het-vakpaspoort
4 arbo 6 | 2020
012-014_ARB06_ART-THE03_Timmerman.indd 14
25-05-20 08:04
Op sa ari heb je oog voor alles. Omdat het er thuis niet is o omdat je er bedrij sblind voor bent geworden. Survivalgidsen an en os nemen je mee op Sa et Sa ari en werpen een risse blik achter poorten en hekken.
SA E
SA AR
eilig thuis
T
oen ons land half maart – met de rest van de wereld – in quarantaine ging, veranderde ieders leven drastisch. We gingen massaal thuiswerken. En dat voornamelijk achter het beeldscherm. Slechts enkele, vooral analoge beroepsgroepen werkten buitenshuis. Bouwvakkers bijvoorbeeld. Want Legomasters is dan wel populair, maar een echte brug in je achterkamer renoveren is toch lastig. Al was het maar voor de buren. Maar goed, de kantoormens werd thuiswerker. Het woonhuis werd een werkplek waar in iedere hoek wel iemand onophoudelijk met de rest van de binnen zittende buitenwereld zat te zoomen, teamen of skypen. En alsof een complete vergaderdag nog niet voldoende was, togen de beeldbellers van Nederland ook nog massaal aan het klussen. Nog nooit was het zo druk bij bouwmarkten, tuincentra en milieustraten. Maar dat amateuristische gebouwvak is niet zonder risico’s.
Stijgende urve Eind maart, de quarantaine was nog kakelvers, noteerde de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie (NVvH) al vijftig gevallen van handletsel door thuisklussen. Flink meer dan normaal. We doken eens in de ongevalsstatistieken van het doe-het-zelven. Recente cijfers vonden we niet, maar ruim tien jaar geleden meldde VeiligheidNL (dat toen nog Consument & Veiligheid heette) 28 overlijdens in één jaar als gevolg van klussen in en rondom het huis. In datzelfde jaar hadden 54 duizend doe-het-zelvers een medische behandeling nodig voor hun verwondingen. Zo'n 29 duizend klussers moesten daarvoor naar de spoedeisende hulp. De klusongelukken zouden de maatschappij dat jaar 120 miljoen euro kosten. De ongevals- en kostencijfers van doe-hetzelven zullen dit jaar hoger zijn, lijkt ons. Los daarvan zullen er ook meer andere thuisongelukken gebeuren. Simpelweg omdat we meer thuis zijn en vooral omdat we meer thuis doen. Er zal meer van thuistrappen worden gevallen, doordat het er drukker is en er meer troep op rondslingert. Er komen meer vingers tussen thuisdeuren. Meer vlammen in thuispannen. Meer voedselvergiftigingen door thuiskoken. Meer struikelpartijen over thuissnoeren. Meer thuis van alles.
Thuis o je erk Het is niet pluis thuis. Je kunt maar beter op je werk zijn, dat is een stuk veiliger. Want op je werk zijn er systemen en procedures en veiligheidsmanagers en preventiemedewerkers en risico-inventarisaties en -evaluaties en plannen van aanpak en verbetercycli. Maar waarom kan dat thuis niet? Never waste a good crisis. Hier ligt een unieke kans om op speelse wijze veiligheidsbewustzijn te incorporeren en veiligheidshandelen te implementeren in elk Nederlands gezin! Natuurlijk bottom-up, want dat zorgt voor optimale betrokkenheid. Benoem de jongste telg tot Manager Good Housekeeping, uitgerust met checklisten voor orde en netheid en natuurlijk de nodige voorraad vuilniszakken. Zijn er pubers in huis? Laat ze het vluchtplan opstellen en beheren. Zijn er opa’s en oma’s? Zij zijn de arbocommissie met elke dag een (onverwachte) beeldbel-inspectieronde. De ouders zijn voortaan Chief Happiness Officers. En vanzelfsprekend hangen de Golden Rules boven de eet- annex schafttafel: we dragen hier verantwoordelijkheid voor elkaar en PBM voor onszelf, we klussen niet want we doen alles professioneel, we denken bij alles voor en niet na (dat geldt ook voor de pubers), we doen alles veilig of we doen het niet. En ten slotte: we blijven uit de kleine hoekjes. Want daar zit het gevaar. En laat het daar maar lekker veilig zitten. an Snijder is survivalgids veiligheidskundige en arbeidsh gi nist. os Bus is survivalgids en communicator.
Reageren? eb e o merkingen suggesties o vragen il e el een akkende erk oto delen raag Mail naar in o sa et sa ari nl
MEER WE E ? SA E SA AR .
arbo 6 | 2020
015-015_ARB06_SAFETY.indd 15
25-05-20 08:03
Middelbare Veiligheidskundige of Middelbare Arbeidshygiënist worden? Dat kan bij PHOV!
PHOV_200419_Adv_MVK-MAH_Spread_420x297mm_APR20_01_wt.indd 1 002-048_ARB06_ADV.indd 16
30-04-20 13:50 25-05-20 07:58
Bij PHOV • Volg je een praktijkgerichte opleiding • Komen de docenten uit de praktijk • Ben je geen nummer • Krijg je begeleiding van een mentor bij het scriptietraject
De opleiding start weer op: 10 november 2020, avondopleiding Utrecht. 14 april 2021, avondopleiding Utrecht.
Schrijf je snel in op phov.nl
“De docenten waren erg goed, omdat ze uit de praktijk kwamen. Daarom was de opleiding kwalitatief zo goed. Want ja, als je een docent hebt die zijn ervaring uit de boeken haalt, heeft dat geen toegevoegde waarde.”
Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
PHOV_200419_Adv_MVK-MAH_Spread_420x297mm_APR20_01_wt.indd 2 002-048_ARB06_ADV.indd 17
30-04-20 13:36 25-05-20 07:58
t levert ervaringsgericht leren op
Scoren met serious gaming doet er a es aan om mede erkers een omgeving te bieden aarin ze vei ig hun erk kunnen doen och b i ven zi vaak gedrag vertonen en keuzes maken die daar i nrecht tegenin gaan oms gaan ze ze s m r risico s nemen oe kri gt u hier a s eidinggevende gri o rvaringsgericht eren en gaming kunnen he en tekst
uus oomen
arbo 6 | 2020
018-020_ARB06_ART-THE05_Koomen.indd 18
25-05-20 08:02
G
edrag van medewerkers in een organisatie wordt vaak gevormd door ongeschreven regels die zijn ontstaan door gedeelde normen, waarden en overtuigingen binnen die groep. Ervaringsgericht leren kan helpen om gedragspatronen binnen een organisatie inzichtelijk te maken en daarmee bespreekbaar en veranderbaar. Het voordeel van deze leervorm is dat men zich in principe niet anders voordoet dan op de werkvloer. Daardoor komen al snel dominante gedragspatronen bovendrijven, waar we direct op kunnen inspelen. Ervaringsgericht leren helpt om een collectieve bewustwording te realiseren over gevaren op de werkvloer. En van daaruit een manier te vinden om samen met medewerkers tot veiliger gedrag te komen.
oe werkt het in de praktijk?
Een vorm van ervaringsgericht leren is serious gaming. Bij deze vorm van leren simuleren we omstandigheden en situaties die zich ook op de werkvloer voordoen. Door zo’n omgeving te creëren, laten deelnemers ongemerkt en spelenderwijs het gedrag zien dat zij ook op de werkvloer vertonen. Een zo waarheidsgetrouw mogelijke nabootsing van de werkelijkheid, zonder daadwerkelijk op de werkvloer te staan. Zo’n serious game biedt de deelnemers een kader waarin zij opdrachten moeten uitvoeren en oplossingen moeten zoeken, zonder dat zij van bovenaf opgelegd krijgen wat ze moeten doen. De inhoud komt van de deelnemers zelf. Zij signaleren, onder begeleiding van de trainers, zelf knelpunten en mogelijke oplossingen. Wanneer de deelnemers een tijdje bezig zijn, ontstaan er vrijwel vanzelf dilemma’s. Dat is het moment waarop de trainers interveniëren en de dialoog aangaan. De trainers laten zien welk type gedrag de medewerkers vertonen. Zij laten hen ook zelf ervaren wat de effecten zijn van de manier waarop ze zich gedragen. Het voordeel van een gesimuleerde situatie is dat op elk moment de mogelijkheid bestaat om in te grijpen. Bijvoorbeeld wanneer het vertoonde gedrag onwenselijk is, of juist heel wenselijk. Juist de mogelijkheid om direct te reageren maakt deze interventie effectief.
Manager: Zij moeten veranderen buigen we nu om naar wij moeten veranderen
Wie zijn de deelnemers? Het beste is om diverse functies en afdelingen te mixen, bijvoorbeeld leidinggevenden, kantoorpersoneel en personeel dat in de fabriek werkt. Mensen op kantoor weten vaak niet wat er zich in de fabriek afspeelt. In de fabriek hebben ze op hun beurt geen beeld van de situatie op kantoor. Medewerkers zijn zich soms ook niet bewust van het effect van hun eigen handelen op de werkzaamheden elders in de fabriek. Door een planner die bijvoorbeeld de agenda overvol zet, kunnen de mensen in de fabriek het gevoel krijgen dat ze minder tijd aan veiligheid kunnen besteden. Want ze moeten de productie voor die dag wél halen. Door inzage te geven in beide werkplekken, ontstaat onderling begrip voor de uitdagingen waar de ander tegenaan loopt. En voor de keuzes die de ander maakt. Formele en informele leiders Om mensen mee te nemen in het gewenste gedrag binnen de organisatie is het zaak om, naast de mensen op de werkvloer, de formele maar vooral ook informele leiders mee te krijgen. Naast de chef zijn er vaak één of meerdere personen op de werkvloer waar medewerkers tegenop kijken en (meer) respect voor hebben. Veel medewerkers zijn geneigd om mee te gaan in de mening van deze informele leiders. Dus als die bepaald gedrag zinvol vinden en veiligheid een hoge prioriteit geven, is de kans groot dat een groot deel zich daarbij aan zal sluiten. Bepaalde gedragingen met elkaar ervaren, maakt voor iedereen inzichtelijk wat er gebeurt in bepaalde situaties. Ook wordt duidelijk wie de informele leiders zijn. Daar kunnen we, eenmaal terug op de werkvloer, handig gebruik van maken.
Maatwerk
Voordat we starten met een game is het van belang om te inventariseren wat er aan de hand is. Welke doelen willen we bereiken? Is het duidelijk welke dominante gedragspatronen er zijn? Welke gebieden hebben extra aandacht nodig? Denk hierbij aan bijvoorbeeld ‘bewustwording’ en ‘elkaar aanspreken’. Ook is het van cruciaal belang om na te denken over wat het management na de game met de resultaten en inzichten gaat doen. Het blijft uiteraard één stap binnen een groter programma om veiligheidsgedrag te beïnvloeden.
Een dag serious gaming
Een voorbeeld uit de praktijk. De leidinggevende trapt de dag af met uitleg over nut en noodzaak, liefst met een persoonlijk verhaal. Is ‘samenwerken’ een belangrijk onderwerp, dan kan de start een opdracht omvatten die de deelnemers gezamenlijk binnen een bepaalde tijd moeten hebben afgerond. In de trainingsruimte is bijvoorbeeld een parcours uitgezet dat de deelnemers binnen een bepaalde tijd moeten doorlopen. Uiteraard moeten zij ook voldoen aan bepaalde eisen op het gebied van
arbo 6 | 2020
018-020_ARB06_ART-THE05_Koomen.indd 19
25-05-20 08:02
Deelnemer: erbazingwekkend dat zon eenvoudig spel tot zoveel inzichten kan leiden, met een vertaling naar de praktijk van 100 kleding. Dus dit betekent dat bijvoorbeeld eerst de haarnetjes op gaan en het jasje en de veiligheidsschoenen aan. Vervolgens starten de deelnemers met het parcours. Sommige deelnemers doen dit vanzelf en vlekkeloos, anderen hebben er meer moeite mee. Helpen de deelnemers elkaar of niet? Ze moeten het parcours gezamenlijk op de juiste wijze doorlopen. De rol van trainers is om te observeren welk gedrag mensen vertonen: hoe ze het probleem aanpakken, of de informele leider opstaat en op welke manier ze elkaar helpen. Op bepaalde momenten leggen de trainers de oefening stil en bespreken hun observaties met de groep. Wat gebeurt er nu eigenlijk en wat zou beter kunnen? Vaak gaat de tweede poging al een stuk sneller. Dit proces wordt een paar keer herhaald. De deelnemers merken zelf ook verbetering, ze merken bovendien dat ze na de onderlinge afstemming beter en sneller presteren. Ze realiseren zich dat overleggen even tijd kost. Maar ook dat overleg uiteindelijk tijdwinst oplevert in vergelijking met allemaal meteen maar wat gaan doen. Ze doorzien hun oude patroon. Vaak kunnen deelnemers zelf een bruggetje leggen met situaties in de dagelijkse praktijk. Na afloop van de hele oefening is er een groepsevaluatie waarin duidelijk wordt wat nu het verschil maakt. De rol van de trainers hierbij is om ervoor te zorgen dat de deelnemers zoveel mogelijk meedenken en zelf ideeën uitwisselen.
Aanspreken Een ander onderdeel waar veel mensen in de praktijk moeite mee hebben, is elkaar aanspreken op gedrag dat ze van elkaar zien. Want hoe spreken we elkaar aan? Hoe openen we het gesprek? Hoe maken we er een constructief gesprek van? En hoe gaan we om met die boze collega (“Waar bemoei jij je mee?”).
Medewerkers oefenen dat aanspreken met een acteur. Die legt aan de deelnemer de situatie uit waarin ze zich bevinden. “Ik rijd veel te hard zonder gordel op de vorkheftruck met piepende banden door het magazijn. Hoe spreek je mij hierop aan?” Elkaar aanspreken kun je in een veilige omgeving uitproberen en oefenen. Hierbij is het van belang om de oefeningen zo in te zetten dat deelnemers zich niet ongemakkelijk of bedreigd voelen. Of zoals Lao Tzu al zei: “If you tell me, I will listen. If you show me, I will see. But if you let me experience, I will learn.”
Samen het gesprek aangaan
Soms zijn er deelnemers die in ‘de weerstand’ gaan en niet mee willen doen. Dat geeft een goed beeld van het gedrag dat deze personen ook op de werkvloer vertonen. Hét moment om met zo iemand het gesprek aan te gaan. Blijft diegene weigeren om mee te doen? Dan geven de trainers aan dit te zullen bespreken met de leidinggevende en HR. Vaak heeft iemand al veel te lang ruimte gekregen voor dit soort gedrag. Soms zo lang dat leidinggevenden het erg lastig vinden hier nog met medewerkers over in gesprek te gaan. Een dergelijke actie vraagt lef, inlevingsvermogen en scherpte van de trainers. Dat wordt vaak onderschat. Maar de kwaliteit van de trainers bepaalt hoe effectief de aanpak is. Vaak werkt een goede balans tussen openheid, eerlijkheid (soms confronterend) en wat relativerende humor op de juiste momenten. Hoe dan ook kun je weerstand niet negeren als je daadwerkelijk iets wilt veranderen binnen een bedrijf. Want collega’s zien dit ook. Geeft het management zulk gedrag de ruimte, dan denken anderen al snel dat dit blijkbaar acceptabel gedrag is. Dat is een belangrijk neveneffect van serious gaming: duidelijk laten zien waar het bedrijf voor staat en welk gedrag wel en niet acceptabel is.
Succesvol ervaringsgericht leren
Na een dag training zijn we er nog niet. Dan is het aan het management om te bedenken hoe het met de opgedane kennis en informatie omgaat. Hoe lukt het om het geleerde in te bedden in de organisatie, om een blijvende verandering te bewerkstelligen? Zoals gezegd gaat het om een stap binnen een grotere aanpak naar gedragsverandering. Uitvoerenden, leidinggevenden en informele leiders moeten allemaal bij ervaringsgericht leren betrokken zijn. Alleen dan kan het succesvol zijn en leren we hoe we gedrag binnen organisaties kunnen beïnvloeden. Cruciaal is verder om een sociaal veilige setting te creëren waarin deelnemers kunnen leren en ervaren. Guus Koomen is managing artner a et
m rovement om an
20 arbo 6 | 2020
018-020_ARB06_ART-THE05_Koomen.indd 20
25-05-20 08:02
Tamara
Wat betekent het gevaars mbool e ploderend mannetje ? Het mannetje met een vernietigend hartchakra, uitstralende pijn in de borst, of hoe je het ook maar wilt noemen.
nos
N
Dit as de vraag aarmee e ver eden maand mi n -thri er nder nv oed kon innen n ge ukkig e hebben een innaar Drie ze s enk Dorst artin van aste en aro a anders hebben inmidde s een e em aar van nder nv oed thuisgestuurd gekregen k hoo dat ze het boek met vee ezier zu en ezen e inzendingen aren min o meer correct edereen ist dat dit s mboo aarschu t tegen ernstige gezondheidsschade o staat voor gezondheidsschade o ange termi n et is min o meer de overtre ende tra van het uitroe teken minder ernstige gezondheidsschade ok isten de inzenders te verte en dat e as na het ezen van de bi behorende - o azardzinnen recies kan eten at voor gevaar een roduct met dit s mboo met zich meebrengt ommige mensen vergisten zich nog door het over R-zinnen te hebben maar dat is aarschi n i k de macht der ge oonte De - aarden zingen ook nog steeds rond k zeg voor het gemak vaak rbeidsins ectie direct gevo gd door de correcte naam ns ectie ge oon omdat iedereen dan eet ie e bedoe t -zinnen dus en geen R -zinnen meer er eden ti d et a s de voorgangers van de huidige itte bert es met rode rand s e nu nog oran e s mbo en ziet met bi voorbee d het ndreaskruis dan ordt het ti d die roducten net es a te aten voeren ok o vei igheidsin ormatieb aden horen ze niet meer thuis ooguit a s ze samen met de moderne varianten orden genoemd aar ze s dan ordt het ti d voor de everancier om zi n b aden te u daten et e oderende mannet e ordt niet a een o kankerver ekkende mutagene o re roductieto ische sto en ge akt maar ook o sto en met as iratiegevaar Dat zi n sto en die via inademing een a ergie kunnen veroorzaken sensibi iserend en zo nog een ri t e verder De -zin za het e verte en n de rakti k ordt nog e eens gedacht dat het s mboo a een R-sto en betekent maar dat k o t dus niet rnstige gezondheidsschade zoa s bi voorbee d kanker met nadruk o bi voorbee d en a e is ruit maar ruit is ang niet a ti d een a e et e oderende mannet e staat ook a s een soort stem e o mi n boek met daaronder Renske i and thri er mdat ik de hoo heb dat er nog minstens t ee de en zu en vo gen n rinci e had het beter ge eest om het uitroe teken te gebruiken ant in een thri er is het ve e ma en makke i ker om de ti d tussen b ootste ing en e ect kort te houden evaren aardoor e direct omva t geven een groter dramatisch e ect dan b ootste ing die over een aar o tien t intig iemand ziek maakt e moet van goeden huize komen om er dan nog een s annend verhaa van te maken recies de reden aarom het zo ang duurde voor gevaar i ke sto en o de agenda kregen
e beroe sziekten door
arbo 6 | 2020 2
000-000_ARB06_CLM_ONOS.indd 21
18-05-20 13:33
rvaringen met leren o a stand
nline leren egen o nood aak
o a eidt vei igheidskundigen o en is overtuigd voorstander van k assikaa o eiden oe gaat een verstokte k assika e o eider om met on ine eren roeit deze uit corona geboren noodzaak uit tot een ie devo e omarming van a stands eren tekst Rona d
ei er en Rick van der
et nieuwe coronavirus ontwricht de maatschappij. Daarbij zijn veel dingen belangrijker dan het tot stilstand komen van het opleiden van veiligheidskundigen. Toch was dat ook een direct gevolg van de maatregelen. Vrijwel direct na 16 maart werd duidelijk dat de getroffen maatregelen niet snel zouden worden teruggeschroefd.
T ee o ties Feitelijk waren er voor ons maar twee opties. De eerste mogelijkheid was het stilleggen van alle lessen, totdat klassikaal onderwijs weer mogelijk zou zijn. De tweede optie was de lessen als afstandsonderwijs te gaan verzorgen. Wij hebben uiteindelijk gekozen voor een combinatie van deze twee mogelijkheden. De reeds gestarte opleidingssessies willen we zoveel mogelijk online doorzetten. Daarmee voorkomen we dat cursisten vertraging in hun studie oplopen. De opleidingssessies die zouden gaan starten, hebben we echter geannu-
eide
leerd. We hebben besloten in ieder geval voor september geen nieuwe sessies HVK en MVK te starten.
ro es van besluitvorming Bij het opzetten van het online verzorgen van de opleidingen HVK en MVK hebben we onze Begeleidingscommissie betrokken. De Begeleidingscommissie is eigenaar van het curriculum van zowel de HVK- als de MVK-opleiding. We hebben de commissie een voorstel gedaan op basis van een vertaalslag van de leerplannen van beide klassikale opleidingen naar online varianten. Uitgangspunt bij de vertaalslag is geweest dat we zo dicht mogelijk bij de verschillende vormen van contactmomenten wilden blijven. Het gaat hierbij met name om hoorcolleges, tutorgroepen, trainingsgroepen en responsiecolleges. We hebben gekozen voor het programma Zoom. De belangrijkste reden is het gebruiksgemak. Dit is van belang voor
zowel de docenten als de cursisten. Ze moeten immers in tutorgroepjes en trainingsgroepen kunnen werken aan een gezamenlijk opdracht waarna het resultaat gedeeld en besproken moet kunnen worden met de gehele cursistengroep en de docent. Er dreigde een kink in de kabel te komen door de beveiligingslekken in Zoom. Deze zijn in versie 5 van het pro-
22 arbo 6 | 2020
022-023_ARB06_ART01_copla.indd 22
25-05-20 08:01
gramma voor het grootste deel verholpen. Nadat de Begeleidingscommissie ‘groen licht’ op het voorstel voor online lesgeven heeft gegeven, hebben we het voorstel ingediend bij Hobéon SKO. Nog dezelfde dag heeft Hobéon SKO ingestemd met het voorstel.
rvaringen van de ursisten Uit de evaluatie blijkt dat de cursisten aan de klassikale lessen een hogere score (8,5) toekennen dan aan de online lessen (7,5). De cursisten vinden dat kennisoverdracht goed mogelijk is via online lessen, maar het aanleren van vaardigheden en gedragscomponenten niet. De onderlinge interactie gaat een stuk stroever dan bij klassikaal onderwijs. Een opmerking hierover is: “Ondanks dat de digitale lessen inhoudelijk goed zijn, is het toch anders dan klassikaal. Wat voornamelijk een minder punt is, is de interactie tussen de deelnemers en het delen van ervaringen. Desondanks ben ik blij dat de lessen digitaal worden voortgezet, zodat er geen vertraging is in het lesprogramma. Ik vind dit een prima alternatief, maar als ik zou mogen kiezen dan zou ik toch voor klassikaal gaan." Verder geven de deelnemers aan dat het noodzakelijk is dat je als cursist ook goed voorbereid moet zijn op online lesgeven. Een van de cursisten merkt hierover op: “Het is belangrijk dat de leerling de juiste middelen hebt. Voldoende snel internet en een minimale grootte van het scherm, geen IPad of kleine laptop, waarop gewerkt wordt. Het is een pré om 2 schermen te gebruiken.”.
rvaringen van de do enten De voorbereiding op online lesgeven heeft er voor gezorgd dat je weer eens
Do s
goed naar het lesplan gaat kijken. De centrale vraag is steeds: kan ik de leerdoelen bereiken met online lesgeven?. Daarnaast ben je verantwoordelijk voor een goede, maar vooral ook leuke les. Belangrijk is dat je er voldoende interactie in brengt. De theorie die overgebracht wordt, moet je met praktijkvoorbeelden omkleden. Daarin verschilt een online les niet van een klassikale les. Een belangrijke stoorfactor is dat je niemand recht in de ogen kunt kijken. Als je namelijk zelf recht in de webcam van je laptop kijkt, dan zie je de cursisten niet goed. Het even rondkijken om te zien hoe het energieniveau in de groep is, is er niet bij. Dat is een behoorlijk gemis bij online lesgeven. Verder is online lesgeven minder efficient dan klassikaal. Ondanks intensieve
don ts
a vee tria -and-error zi n de vo gende do s en don ts ge denti ceerd Do s aak de rege s voora duide i k ebruik een e tra micro oon en eventuee e tra camera zie oto e enen met oom voora gaand aan de es aak de es euk door oe eningen interactie ti dens de resentaties ebruik a isse ing door bi voorbee d een euke uiz ahoot
Don ts eroezemoes o de achtergrond e uid via micro oon van a to Docent zonder ervaring met oom enrichtingsverkeer door a een o er oint te gebruiken
voorbereiding is spontaan inspelen op een vraag in een virtueel leslokaal lastiger dan in een ‘offline’ lokaal. Logischerwijze kost het de cursisten vaak ook meer tijd om een opdracht zodanig uit te werken dat het resultaat met de medecursisten kan worden gedeeld. Wellicht dat dit door meer ervaring op te doen verbeterd. De tijd zal het leren.
nline leren een blijvertje Van de huidige cursisten is circa 70 % het erover eens dat online lesgeven een deel van een klassikale les kan vervangen. Maar omgekeerd vindt circa 70% dat Copla de MVK en HVK niet online moet gaan aanbieden. Ze missen de onderlinge interactie en sociale contacten. Als docenten merken we dat het aanleren van vaardigheden (bijvoorbeeld interviewtechnieken) online niet goed mogelijk is. Bovendien is het leerproces minder efficiënt. Dit geheel sterkt ons alleen maar in de overtuiging dat online leren geen vervanging kan zijn voor klassikaal onderwijs. Zodra het verantwoord is zullen wij de cursisten dus weer gaan samenbrengen in een leslokaal en het klassikaal leren hervatten. Ronald Meijer is directeur hoger vei igheidskundige docent co rdinator bi o a eiding- rainingonsu tants- oaching i n co ega Rick van der eide is coach hoger vei igheidskundige en docent
arbo 6 | 2020 2
022-023_ARB06_ART01_copla.indd 23
25-05-20 08:02
e ensie en civiele partners samen in sa et
Praat over
ei igheid o de erkv oer kent kse uitdagingen voor organisaties a s de ensie brand eer en o itie Die sectoren gaan de samen erking o sa et gebied versterken De ocus igt daarbi o o eiden trainen en oe enen van ersonee eren van e kaars rakti kervaringen en incidenten is het doe van het initiatie tekst Rob astrzebski
Daan
uackernaat adviseert veiligheidsprofessionals om kathedralen te gaan bouwen.
24 arbo 6 | 2020
024-027_ARB06_ART-THE02_Jastrzebski.indd 24
25-05-20 08:06
veiligheid B
egin dit jaar sloten defensie en het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) een intentieovereenkomst om de samenwerking te bekrachtigen. De overeenkomst werd getekend door generaal-majoor Rob Jeulink, plaatsvervangend Commandant der Landstrijdkrachten, en IFV-directeur IJle Stelstra. Dat gebeurde tijdens de jaarlijkse netwerkdag van het samenwerkingsplatform OTOTEL. Het samenwerkingsverband van professionals op het gebied van opleiden, trainen en oefenen, heeft als hoofddoel het delen van kennis en ervaringen. Safety was het centrale thema van de netwerkdag dit jaar. Een breed begrip; het gaat om fysieke veiligheid tijdens missies en hulpverleningsoperaties, maar ook over dagelijkse arbeidsveiligheid en een sociaal veilige werkcultuur. Het waarborgen van safety heeft voor elk van de partners in het platform OTOTEL andere accenten. Maar voor alle organisaties zijn scholing, vorming en een open leercultuur voorwaarden om safety goed te verankeren.
erende organisatie
Met welke bijzondere werkgebonden gevaren personeel in het veiligheidsdomein te maken heeft, illustreert het aangrijpende verhaal van militair Rick Torenstra. De Afghanistanveteraan vertelt wat hem overkwam tijdens een uitzendingsmissie in Kandahar. Hij en zijn teamleden werden tijdens een patrouille in een pantservoertuig doelwit van een zelfmoordaanslag. Het team overleefde de aanslag, maar Torenstra raakte aan één oog blind en liep hersenletsel op. Dat hersenletsel werd echter pas zeven jaar later ontdekt toen, na jaren therapie en omscholing, re-integratie in een nieuwe baan niet lukte. Het verhaal van Rick komt uit de defensiepraktijk, maar kan model staan voor alle beroepsgroepen die hun werk doen onder gevaarlijke omstandigheden. De opleiding was goed, de training stevig, materiaal en uitrusting klopten, doelen en opdrachten waren helder. En toch ging het gruwelijk fout. Maar Defensie leerde van het incident, blijkt uit het voorbeeld. Zo voert de organisatie tegenwoordig bij slachtoffers
Luitenant-kolonel enzo ersteeg:
rofessionals moeten het niet
raar vinden in hun organisatie over veiligheid en risico s te praten.
van ernstige dienstongevallen en aanslagen standaard een neurologisch onderzoek uit. In de tijd van de uitzendingsmissie van Torenstra was dat nog niet het geval. Vroegtijdig herkennen van neurologisch letsel is essentieel om de kans op blijvend letsel te verkleinen. Ook maakt een ‘ballistische bril’, die beschermt tegen scherfwerking bij explosies, tegenwoordig standaard deel uit van de uitrusting bij uitzendmissies. De verbeteringen tonen aan dat defensie een lerende organisatie is. Een opgave voor alle operationele organisaties die met gevaarlijke werkomstandigheden worden geconfronteerd.
Praat over veiligheid
Scholing, training en leren van de praktijk, om gevaren te herkennen en veilige werkomstandigheden te borgen. Dat is wat de partners in het samenwerkingsplatform OTOTEL verbindt. Luitenant-kolonel Renzo Versteeg, Specialist Bedrijfsveiligheid & Gedrag bij Defensie, stelt: “Als professional moet je het niet
Mensen uit het militaire en civiele domein komen samen tot de ontdekking dat in alle kolommen dezelfde vragen leven arbo 6 | 2020 2
024-027_ARB06_ART-THE02_Jastrzebski.indd 25
25-05-20 08:06
ené erjans (Schiphol) benadrukt de essentie van een just culture .
raar vinden om in je werkomgeving over veiligheid en risico’s te praten, ongeacht hoe die werkomgeving eruitziet.” Het mooie van de netwerkdag is volgens Versteeg dat mensen uit het militaire en civiele domein samen tot de ontdekking komen dat in alle kolommen dezelfde vragen leven: ‘Wat betekent veiligheid voor ons? Wat betekent het voor het werk dat ik iedere dag doe?’
eiligheids ultuur a kathedralen bou en eroe sins irator Daan uackernaat gee t ti dens de net erkdag van o udieke i ze zi n visie o vei igheidscu tuur at is dat eigen i k en hoe rea iseer e zo n cu tuur ei igheid die is gestoe d o structuren en rocedures is niet e ectie is zi n overtuiging rganisaties i en nog e eens in de risico-rege re e schieten en i en a e risico s honderd rocent contro eren aar in de rakti k zi n vei igheidso ossingen o basis van rigide rege s soms stri dig omdat iedereen zi n eigen ding doet en niemand het totaa overzicht hee t e ke o ossing ziet hi daarvoor n cr tische termen a kathedra en bou en ant uackernaat is gebio ogeerd door de etenscha dat in de midde eeu en ko ossa e en com e e kathedraen erden gebou d zonder bou tekening en zonder an Daar kunnen vei igheids ro essiona s in zi n ogen een voorbee d aan nemen onderd rocent vei igheid is een i usie dus rege niet a es dicht met anning en contro tree geen onhaa bare doe en na d r outen te maken en eer daarvan ee beter dan rege gerichtheid is dat mensen in organisaties samen o trekken en raktisch en ragmatisch betekenis geven aan vei igheid aar m i en e vei ig erken en at hebben e aan maatrege en en voorzieningen nodig om dat doe te bereiken edragsverandering door betekenisgeving d t is vo gens uackernaat de s eute tot een vei ige bedri scu tuur
En dat is volgens dagvoorzitter Koos Kranenburg, programmamanager civiel-militaire samenwerking, de essentie van de netwerkdag OTOpia. Kranenburg: “Het is belangrijk dat we onze mensen leren in welke situaties ze terecht kunnen komen en ze daar goed op voorbereiden. We leren hier van elkaar hoe ontzettend veel er in het veiligheidsdomein mis kan gaan. En ook dat kennisoverdracht van fundamenteel belang is om die risico’s te beheersen.”
Maritiem en luchtvaart
Ook de scheepvaartwereld en de luchtvaart zijn complexe werelden met potentieel grote risico’s. John Hutchins en Anouk Vermeulen van de STC Group verzorgen opleidingen voor de maritieme sector. Zij benadrukken dat samenwerking en communicatie cruciaal zijn voor veiligheid aan boord van schepen en op terminals. “Let niet alleen op je eigen veiligheid, maar ook op die van anderen. Weet waar je collega’s zijn en wat ze aan het doen zijn.” Hutchins en Vermeulen vertellen over een nieuwe benadering van safety op basis van ‘veerkracht’. Dat begint bij het kennen van de werkprocessen en de risico’s die daarin kunnen schuilen. Vorm jezelf een beeld van hoe een ‘typische werkdag’ eruitziet (in de fabriek, op de terminal, aan boord van het schip). En baseer veiligheidsmaatregelen niet op hoe je dénkt dat het werk wordt gedaan, maar op hoe het féitelijk gebeurt. René Verjans, beleidsadviseur crisisbeheersing op Schiphol, onderstreept het belang van een ‘just culture’. Een werkcultuur waarin fouten en incidenten niet worden toegerekend aan één persoon, maar waarin alle proces- en organisatieaspecten integraal worden beschouwd. Veiligheid op Schiphol heeft zijn fundament in basis-safetytrainingen voor alle medewerkers en een hele reeks aanvullende trainingen voor specifieke functies. Maar even belangrijk is het waarborgen van een veilige meldcultuur, waarin mensen incidenten en gevaarlijke situaties durven te melden.
Samenwerking weerbarstig
De kernboodschap tijdens de netwerkdag luidt dat samenwerking binnen en tussen organisaties de sleutel is tot verbetering
26 arbo 6 | 2020
024-027_ARB06_ART-THE02_Jastrzebski.indd 26
25-05-20 08:06
(advertentie)
HOUD VOL > www.nspoh.nl
laatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten ob Jeulink en I
-directeur IJle Stelstra ondertekenen de intentieverklaring voor
meer samenwerking.
van safety. Dat geldt des te meer in een operationele werkomgeving, waarin hulpverlenings- en crisisbeheersingsorganisaties in een keten samenwerken en van elkaar afhankelijk zijn. Samen een crisisbeheersingsoperatie uitvoeren betekent ook samen trainen en oefenen. En samen oog hebben voor de risico’s van het vak. Dat dit niet altijd vanzelf gaat, betoogt Rob Hagman, directeur van het Departementaal Coördinatiecentrum Infrastructuur en Waterstaat. Hagman stelt vast dat de partners in het I en W-netwerk elkaar in de operationele praktijk van crisismanagement goed weten te vinden. Maar bij opleiden, trainen en oefenen opereren ze nog te veel binnen de eigen kolom. Daarom is de opgave voor alle ketenpartners om over de eigen grenzen heen te kijken. Breng in kaart welke andere professionals je in de ‘warme fase’ van crisismanagement nodig hebt. ‘Kies je partners, bouw een relatie met elkaar op en vul elkaar aan, ook bij opleiden, trainen en oefenen.’
ntentieverklaring
Dat is de lijn die defensie en het Instituut Fysieke Veiligheid volgen, op basis van de op 13 februari ondertekende intentieverklaring. De ambities van beide organisaties sluiten aan bij de conclusie van de netwerkdag: veiligheid is mensenwerk en begint bij elkaar (leren) kennen, partnernetwerken bouwen en samen opleiden, trainen en oefenen. Een belangrijk speerpunt in de samenwerking is het gezamenlijk bevorderen van ‘veiligheid’ in de breedste zin van het woord. IFV-directeur IJle Stelstra en plaatsvervangend Commandant der Landstrijdkrachten Rob Jeulink stellen vast dat defensie en de civiele veiligheidswereld elkaar veel te bieden hebben. Jeulink: “Samen kunnen we meer dan individueel. We brengen allebei onze eigen expertise in. Bij het IFV zit veel kennis op het gebied van safety, die wij minder hebben. Maar wij hebben juist veel kennis en capaciteit op het gebied van vorming en training in huis, gekoppeld aan operationele inzetervaring.” Die wederkerigheid ziet IFV-directeur IJle Stelstra ook. Kennis en kunde verbinden, leren van elkaars ervaringen en meer samenwerken bij scholing en training, ziet hij als de kern van de samenwerking: “Mijn droom is dat we ooit in een breed partnerschap van kennis- en opleidingsorganisaties gezamenlijke leerlijnen kunnen ontwikkelen.”
Arbeidsomstandigheden zijn belangrijk en nog meer in coronatijd. De zorg hiervoor gaat constant door. Dat is een enorme belasting. Daarom zijn we ontzettend trots op alle hardwerkende arboprofessionals die – ieder vanuit zijn/haar eigen deskundigheid – bijdragen aan de gezondheid in de maatschappij en op de werkvloer: houd vol!
arbo 6 | 2020 2
024-027_ARB06_ART-THE02_Jastrzebski.indd 27
25-05-20 08:07
Gezondheidsvaardigheden aanleren
Bal in eigen v nt ikke ing van gezondheids- en ze managementvaardigheden vraagt om een ro essionee eertra ect voor iedereen rbo ro essiona s kunnen dit eertra ect samen met R- ro essiona s vormgeven ruciaa daarbi is e dat mede erkers ze verant oorde i kheid nemen voor hun gezondheid tekst Rutger a m en
arce
am eze verantwoordelijkheid zullen medewerkers alleen nemen als ze diep inzicht hebben in nut en noodzaak van gezond gedrag. Als je wilt dat medewerkers leidend worden in eigen gedrag, is ‘een aapje een kunstje leren’ niet het uitgangspunt. Het uitgangspunt is wel om medewerkers inzicht te geven in de materie en ze te laten nadenken over hun gezondheid en gedrag. Daarvoor leent een interactieve en activerende didactiek zich het best. Gedragsverandering staat of valt in dit geval met medewerkersbetrokkenheid. Dat houdt ook in: een optimale combinatie van top-down- en bottom-up-communicatie in de organisatie.
Activerende didactiek
Activerende didactiek gaat uit van tweerichtingsverkeer, in plaats van het eenrichtingsverkeer van de klassieke voorlichting en instructie vanuit de Arbowet. Interactieve leermethoden sluiten naadloos aan bij de ontwikkeling van vaardigheden vanuit het perspectief van de individuele medewerker. Niet het aanbieden van informatie door de werkgever staat centraal, maar het zelf leren verzamelen van informatie door de medewerker. Dan is het natuurlijk cruciaal dat medewerkers daadwerkelijk actief meedoen.
Kietelen aan de ziel
Op basis van talrijke gesprekken met medewerkers weten wij dat de meesten van hen in de basis bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen veiligheid, gezondheid en vitaliteit. Dit spreken zij uit op momenten dat we ‘kietelen aan de ziel’ en de voorkennis van de medewerkers mobiliseren. Als medewerkers de ruimte krijgen om hun verhaal te doen, benoemen zij bijvoorbeeld zorgen over hun eigen veiligheid,
2 arbo 6 | 2020
028-030_ARB06_ART-THE04_Balm.indd 28
25-05-20 08:06
veld Van moeten naar willen Dit artikel is een vervolg op Grip op keuzes uit akblad Arbo -2020. Het trainen van gezondheidsvaardigheden kan het startpunt zijn van een positieve verbeterc clus van individuele medewerkers. Daar is neurowetenschappelijke onderbouwing voor. Bij het maken van bewuste keuzes en het tonen van gezond gedrag worden hersenstructuren gecre erd en versterkt. Die maken het op hun beurt weer gemakkelijker om bewuster te kiezen en gezond gedrag te vertonen. Eenmaal ingezet, komt de medewerker in een persoonlijke opwaartse beweging terecht van gezonde keuzes, gezond gedrag en een gezonde leefstijl. m dit in gang te zetten hebben medewerkers wel zelfmanagementvaardigheden nodig. In dit artikel bespreken we hoe organisaties hun medewerkers kunnen stimuleren om zich deze vaardigheden zelf eigen te maken.
Een meer algemene kapstok voor de ontwikkeling van vaardigheden is de beweging ‘van moeten naar willen’. Binnen deze beweging gaan organisaties terug naar de oorspronkelijke bedoeling van de Arbowet. Het uiteindelijke doel van de Arbowet is dat iedereen elke dag heelhuids thuiskomt, met voldoening zijn werk doet en zo gezond mogelijk met pensioen gaat. Arbo- en HRM-professionals kunnen elkaar vinden op dit punt. Samen kunnen zij uitdragen dat de medewerkers niet elke dag heelhuids naar huis moeten gaan, maar dat ze – diep van binnen en intrinsiek gemotiveerd – heelhuids naar huis willen gaan. Medewerkers willen – nogal wiedes! – met plezier werken en zo gezond mogelijk met pensioen. Een grote verzameling praktijkvoorbeelden van organisaties die zijn meegegaan in de beweging ‘van moeten naar willen’, is beschikbaar op http://gezondenveiligwerkt.nl/.
gezondheid en vitaliteit. Ze benoemen ook voornemens die ze al hebben geformuleerd om in actie te komen. Ze vertellen over pijnklachten, slijtage, vermoeidheid, sportblessures en nog veel meer. Als je medewerkers serieus neemt en hen de tijd geeft om rustig na te denken, komen ze met persoonlijke verhalen. Deze persoonlijke verhalen zijn een belangrijke kapstok voor het leertraject.
Medewerkers hebben de natuurlijke en zeer menselijke neiging om de bal eerst in het veld van de werkgever te leggen arbo 6 | 2020 2
028-030_ARB06_ART-THE04_Balm.indd 29
25-05-20 08:06
Aansluiten bij R innovatie
Als we nader bekijken hoe we extra focus kunnen leggen op een leertraject voor de ontwikkeling van gezondheids- en zelfmanagementvaardigheden, zien we dat de HRM-professionals daar vaak al voor zijn opgeleid. Zij hebben geleerd te redeneren vanuit een opleidingskundig perspectief. Daardoor kunnen zij didactische kennis inzetten voor permanente educatie en een leven lang ontwikkelen. Met initiatieven als TipTrack , een digitale tool van werkgeversvereniging AWVN, zien we dat HRM zich kan inzetten voor gecombineerde aandacht voor leren, gezondheid en vitaliteit. ¹ Het win-win-resultaat is dat wendbaardere en weerbaardere medewerkers op een veerkrachtiger manier een bijdrage kunnen leveren aan de toekomstbestendigheid van de organisatie.
A stemmen op omgevingsveranderingen
Om medewerkers te stimuleren zelf aan de slag te gaan met hun eigen gezondheid en vitaliteit, is het belangrijk dat de werkgever investeert in omgevingsveranderingen op het werk. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om investeringen in werkplekergonomie. Maar ook om een gezond aanbod aan voeding in de bedrijfskantine. Medewerkers hebben de natuurlijke, zeer menselijke neiging om de bal eerst in het veld van de werkgever te leggen. Komt de werkgever in beweging door de medewerkers adequaat te faciliteren, dan komen de medewerkers meestal zelf ook wel in beweging. Een voorwaarde is dat de arbo- en HR-professional samen het arbobeleid, het scholingsbeleid en het vitaliteitsbeleid op elkaar afstemmen. Synergie kan worden bereikt met een goede balans tussen arbo-maatregelen, bronaanpak en leefstijlinterventies. Als de werkgever veiligheid, gezondheid en welzijn serieus neemt, zullen de medewerkers dat ook doen. Zo komt gedeeld eigenaarschap van werkgever en medewerkers tot stand. Organisaties bieden in het algemeen een gunstige omgeving voor leefstijlinterventies, zo stelde Yvonne Heerkens op het NVVK-congres 2019. Binnen organisaties werkt over het algemeen een relatief stabiele groep mensen die gemakkelijk toegankelijk is. Bedrijven kunnen interventies (gelijktijdig) individueel, voor groepen of op organisatieniveau aanbieden en sociale steun organiseren. ²
Omgevings en gedragsverandering
Het komt erop neer dat het leertraject en de leefstijlinterventies alleen succesvol zullen zijn als er een goede balans is tussen aandacht voor individuele gedragsverandering van medewerkers en omgevingsveranderingen op het werk. Daarbij blijven organisaties ook top-down hun boodschap zenden. Overdracht van kennis over veiligheid, gezondheid en welzijn blijft relevant, bijvoorbeeld via online-trainingen. Campagnemiddelen zijn ook de moeite waard, zoals posters en tipkaarten. Maar tijdens kantinebijeenkomsten, events en toolboxmeetings kunnen de medewerkers zelf aan het denken worden gezet. Steeds meer organisaties kiezen voor een moderne educatieve aanpak en leren de medewerkers zelf leidend te zijn in hun eigen gedrag. Die leren zo steeds meer grip te krijgen op hun eigen keuzes en gedrag. Waarmee zij hun eigen positieve verbetercyclus kunnen vormgeven.
Samenwerking arbo en R
Een coöperatieve samenwerking tussen arboprofessionals en HR-professionals is misschien wel de basis voor een succesvol leertraject naar de ontwikkeling van gezondheids- en zelfmanagementvaardigheden. Samen kunnen die professionals dan werken aan synergie van arbomaatregelen en leefstijlinterventies met een activerende didactiek. En ook samen kunnen zij gezondheids- en zelfmanagement vormgeven. In het volgende artikel, de laatste uit deze serie, beschrijven we een volledig uitgewerkt leertraject voor grote én kleine organisaties. Hoe kunnen organisaties met een beperkte inzet van middelen een duurzaam effect bereiken? Rutger Balm gedrags s cho oog en Marcel Balm arbo ro essiona en o eidingskundige erken beiden bi de a m academie Noten [1[ Zie https://tiptrack.nl/. TipTrack is een instrument voor medewerkers om meer eigen verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor de eigen loopbaan, persoonlijke ontwikkeling, geldzaken, gezondheid & vitaliteit en werk-privébalans. [2] Heerkens Y, Balm M, Kuiper C. Wat is arbeid, wat is gezondheid? Hoofdstuk 2. In: Handboek Arbeid & Gezondheid. Heerkens Y, Bieleman A, Miedema H, Engels J, Balm M (red). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Derde, herziene druk, 2019.
0 arbo 6 | 2020
028-030_ARB06_ART-THE04_Balm.indd 30
25-05-20 08:06
RE
Ongeval zonder arbeidsovereenkomst n de k assieke erknemer- erkgeverre atie va t iemand bi een ongeva o de erkv oer onder de ette i ke zorg icht van de erkgever Dat za iedereen duide i k zi n aar at a s die ersoon s achto er ordt van een ongeva o het erk en er bestaat geen arbeidsovereenkomst met de erkgever o gens de et is hi geen echte erknemer aar dat is gek omdat hi eite i k deze de erkzaamheden uitvoert a s zi n co ega s
tekst as van atenburg
N
a vele gerechtelijke procedures en maatschappelijk debat kwam de wetgever met een verruiming van artikel 7:658 BW. In lid 4 van dit wetsartikel is beschreven dat werkzaamheden die hebben plaatsgevonden in de uitoefening van het beroep of bedrijf van degene in wiens opdracht de arbeid is verricht, ook onder de zorgplicht van artikel 1 vallen. Dit had tot gevolg dat bijvoorbeeld uitzendkrachten en studentstagiaires een gelijke bescherming genoten als reguliere werknemers. Daarna werd geprocedeerd of en in hoeverre deze uitbreiding van de bescherming ook op de zzp’er van toepassing zou moeten zijn. Bepalend in dit verband is het arrest van de Hoge Raad van 23 maart 2011 (ECLI: NL:HR:2012:BV0616 Davelaar/Allspan), waarin de Raad heeft geoordeeld dat het voor de toepassing van art. 7:658 moet gaan om “werkzaamheden die de derde in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf ook door eigen werknemers had kunnen laten verrichten.” Met andere woorden: als de niet-echte werknemer werkzaamheden verrichte die eveneens door eigen werknemers worden verricht, is de opdrachtgever ook in dat geval gehouden aan zijn zorgplicht. Deze uitspraak gooide de deur open voor alle werkgerelateerde claims, ongeacht de formele relatie met de opdrachtgever. Dus ook de relatie tussen zzp’er en opdrachtgever.
Waar ligt de grens?
Waar ligt dan nu nog de grens? Valt de ramenwasser of pizzabezorger ook onder deze ruimere bescherming? Het mag duidelijk zijn dat deze eenmalige dienstverlening daar niet onder valt, omdat die niet tot de werkzaamheden van de wezenlijke opdrachtgever behoort. Wezensvreemde werkzaamheden vallen dus niet onder de zorgplicht van de opdrachtgever. In een recente uitspraak van de kantonrechter in Rotterdam (ECLI:NL:RBROT: 2020:2905) werd een vergelijkbare zaak aan de rechter voorgelegd. Het betrof in dit geval een in een Penitentiaire Inrichting verblijvende gedetineerde. De man had tijdens het slijpen van metalen plaatjes met een bandschuurmachine zijn linkerhand bekneld en was daarbij twee vingers kwijtgeraakt. De advocaat van de gedetineerde stelde zich op het standpunt dat zijn cliënt een werknemer van de Staat der Nederlanden (eigenaar van de inrichting) is. Hij stelde daarom dat de letselclaim aan de hand van de voor de werkgever geldende zorgplichtcriteria moest worden beoordeeld.
Geen arbeidsovereenkomst
De rechter was het hier niet mee eens. Hij oordeelde dat er in ieder geval geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. Aan deze relatie ligt geen tussen partijen gesloten overeenkomst ten grondslag, maar die komt voort uit de Penitentiaire Beginselenwet.
Bleef over de vraag of de werkzaamheden wel onder de hiervoor beschreven uitbreiding van de zorgplicht vallen. Met andere woorden: waren het werkzaamheden die ook door eigen werknemers worden verricht? Ook hier vist de gedetineerde achter het net. Volgens de rechter zijn eigen werknemers in dit verband immers personeelsleden van de inrichting en niet collega-gedetineerden. De werkzaamheden zijn speciaal in het leven geroepen om gedetineerden een zinvolle tijdsbesteding te geven en hen voor te bereiden op terugkeer in de maatschappij. Deze werkzaamheden worden dus niet in de uitoefening van het bedrijf van de instelling gedaan en ook niet door personeelsleden verricht. De Staat der Nederlanden hoeft daarom volgens het oordeel van de rechter geen schadevergoeding te betalen. Deze uitspraak is naar mijn mening geheel in lijn met de huidige leer zoals hiervoor beschreven. Daarin wordt een duidelijke grens getrokken tussen werkgerelateerde en niet-werkgerelateerde werkzaamheden. Dus een duidelijke restrictie in de bescherming van de nietwerknemer.
Bas van Batenburg is advocaat artner van an atenburg racht dvocaten
arbo 6 | 2020
031-031_ARB06_REC.indd 31
25-05-20 08:05
ederland uro ees kam ioen itten o het erk
o us o niet itten
ee zitten gaat ge aard met ver oestende gezondheidse ecten r is etenscha e i k onderbou d be i s dat te vee zitten kan eiden tot diabetes harten vaatziekten overge icht en de ressie e kunt er ze s eerder door over i den i d om te ki ken hoe dit in e kaar steekt en voora at e eraan kunnen doen tekst ees eereboom
eel lang zitten blijkt dus ronduit verwoestende gezondheidseffecten met zich mee te brengen. Waar komt dit inzicht vandaan? De laatste versie van EU-onderzoek bij 45.000 bedrijven in 33 landen (ESENER3-rapport, 2019) laat zien dat in de laatste vijf jaar langdurig zitten ‘van niets
De veel itter tudies van buiten de uro ese nie aten een bee d zien van de t ische uro ese vee zitter ier enke e voorbee den van uitkomsten van zu ke onderzoeken » an de vo assen merikanen zit rocent meer dan uur dag » n het erenigd oninkri k zitten mensen uur dag » anadezen zitten gemidde d bi na uur dag
op twee’ is gekomen in de lijst van vaakst gemelde risicofactoren op het werk. In Europa geeft in 2019 ruim 59 procent van de bedrijven aan dat langdurig zitten veel voorkomt. Dit wordt het vaakst gemeld door bedrijven met financiële en verzekeringsactiviteiten (92%), informatie en communicatie werk (92%) en vanuit het openbaar bestuur (89%). Het Eurobarometer-onderzoek (2015) naar sedentair gedrag geeft een schatting van veel lang zitten bij grote populaties op basis van zelfgerapporteerde dagelijkse zittijd. In een onderzoek dat 32 Europese landen omvatte, bedroeg de gemiddelde zelfgerapporteerde zittende houding dagelijks 5 tot 6 uur. Bij het vergelijken van de 32 Europese landen die deelnemen aan de Eurobarometerstudie is gebleken dat de zelfgerapporteerde dagelijkse zittijd sterk varieert. De laagste hoeveelheden dagelijkse zit-
tijd komen voor in Zuid-Europa (Malta en Portugal: gemiddeld 3-4 uur/dag) en delen van Oost-Europa (Roemenië en Hongarije gemiddeld 3-4 uur/dag). Terwijl de hoogste hoeveelheden zittijd zich voordoen in de Noord-Europese landen (Duitsland, Benelux en de Scandinavische landen; gemiddeld 5,5 tot 6,5 uur). De typische Europese ‘veelzitter’ voldoet daarbij meestal aan de volgende criteria: hij is man, jonger dan 50 jaar, matige gezondheid, geen of weinig sport of beweging, hoger opleidingsniveau (zie ook het kader). In een onderzoek uit 2016 genaamd ‘Het Europees kampioenschap zitten’ zijn 1000 werknemers van elk van de 28 EU-landen in een face-to-face-interview gevraagd naar hun zitgedrag. Van deze werknemers zit 18 procent meer dan 7,5 uur/dag. Nederland, Denemarken en Tsjechië zijn de koplopers. Waar het gemiddelde ongeveer 3,5 uur betrof,
2 arbo 6 | 2020
032-034_ARB06_ART02_Peereboom.indd 32
25-05-20 08:10
is Nederland de nummer 1 op de lijst met een gemiddelde van boven de 8 uur/dag. Dit sluit aan bij het gegeven dat Nederland ook het hoogste percentage beeldschermwerkers heeft binnen de EU. Met het oog op de verwachte (verdere) toename van digitalisering en robotisering valt niet uit te sluiten dat veel zitten nog verder zal toenemen. De trend van de toename van werknemers die met beeldschermen werken laat een gestage toename zien: van 17,6 procent in 2000 naar 28,8 procent in 2010 tot 30,3 procent in 2015. Het Duitse instituut BAuA geeft in een van haar publicaties hierover aan dat een gemiddelde beeldschermwerker 80.000 uur zit op het werk tijdens het werkzame leven.
at is langdurig itten Bij langdurig zitten gaat het om meer dan 2 uur achter elkaar of in totaal meer dan 5 uur per dag zitten. Langdurig zitten gaat niet alleen over het werk. Veel werknemers zitten thuis net zo lang of vaak zelfs langer dan op het werk. Als je kijkt naar nadelige gezondheidseffecten, gaat het niet alleen om zitten. Het gaat om wat we ook wel sedentair gedrag noemen. Sedentair gedrag staat voor iedere vorm van gedrag van niet-slapende mensen waarbij het energieverbruik van het lichaam laag is. Bedenk dat repeterend werk of veel kracht gebruiken toch gepaard gaat met een verhoogd energieverbruik. Energieverbruik wordt uitgedrukt in METs (metabolic equivalents). Kort samengevat komt één MET overeen met een energieverbruik van 1 kilocalorie per kilogram lichaamsgewicht per uur. Als je wilt kijken naar gezondheidsrisico’s op basis van sedentair gedrag, zorg dan dat gedrag – slapen uitgezonderd – dat maximaal 1,5 MET aan energie vraagt in beeld is. Tabel 1 laat de mate van energieverbruik zien per soort gedrag.
Zoals gezegd gaat het niet alleen om zitten, maar om sedentair gedrag. Sedentair gedrag omvat drie elementen: een laag energieverbruik, een zittende of liggende positie en een vorm van statische belasting.
aarom is itten onge ond Klachten aan het bewegingsapparaat gerelateerd aan langdurige zitten hebben, zoals eerder aangegeven, binnen een beroepsbevolking een duidelijke relatie met het percentage beeldschermwerk. Het is niet zozeer het zitten zelf dat het probleem veroorzaakt. Het gaat vooral om de daarmee gepaard gaande omstandigheden. Denk aan zaken als repetitief werk, statische spierbelasting in het nekschoudergebied, ongunstige kijkhoeken, langdurig zitten in ongemakkelijke houdingen, kracht uitoefenen of (te) ver of (te) hoog reiken. Daarnaast is het bij zittend werken in mobiele machines en voertuigen belangrijk om rekening te houden met blootstelling aan lichaamstrillingen. De effecten daarvan worden vaak onderschat. Dit komt vooral omdat dit langetermijneffecten zijn die niet worden opgemerkt bij blootstelling. Van buschauffeurs is bijvoorbeeld bekend dat juist de combinatie van een matige zithouding en trillingen een verhoogd risico op toekomstige lage rugpijn met zich meebrengt. Klachten aan het bewegingsapparaat zijn echter niet het echte probleem. In een project voor EU OSHA heeft vhp human performance 107 studies doorgelicht over de relatie tussen zitten en gezondheidsklachten. Figuur 1 geeft de uitkomsten bondig weer. Hoewel we sedentair gedrag de laatste jaren steeds meer erkennen als een belangrijk gezondheidsrisico, is er nog weinig onderzoek gedaan naar effecten op de langere termijn. Via de American
National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) is vastgesteld dat ≥ 8,6 uur/dag zitten geassocieerd is met een verhoogd sterftecijfer. Dit betreft een meta-analyse over de periode 1989-2013 op basis van een database met bijna 600.000 volwassenen. De belangrijkste resultaten zijn: » Voor personen die tot 7 uur/dag zitten, neemt het sterfterisico toe met 2 procent per uur extra zitten per dag. » Elk uur langer dan 7 uur/dag zitten leidt tot een toename van 5 procent van het sterfterisico. » Volwassenen die 10 uur/dag zitten, hebben een 34 procent hoger risico op sterfte vergeleken met personen die 1 uur/dag zitten.
at kunnen
e doen
Het begint bij het vaststellen van richtlijnen. We noemen enkele voorbeelden. Richtlijnen voor beeldschermwerk in Nederland: » Zit maximaal 2 uur aaneen en doe dan tenminste 10 minuten iets anders (staan, lopen, fietsen). » Zit maximaal 5 uur per dag. In de Zwitserse textielindustrie geldt voor elke werkdag de afspraak: » 60 procent zitten, » 30 procent staan, » 10 procent lopen. Het advies van de Australische Campagne ‘Be Upstanding’ luidt: » Zit minder dan 50 procent van de werkdag. » Sta altijd tenminste elke 30 minuten even op. Maar de aanpak kan ook heel praktisch. Er zijn veel landen met campagnes tegen te veel zitten. Nederland loopt sterk achter op dit gebied. Een greep uit de voorbeelden van acties binnen dergelijke campagnes: » Sneaker Monday! Allemaal elke maandag op gympen naar het werk en zoveel mogelijk staan en lopen, inclusief een lunchwandeling. » In Nieuw-Zeeland is er de ‘Sitting less September’-maand. Elk jaar in september wordt de campagne minder zitten weer nieuw leven ingeblazen. » Staand vergaderen en dit stimuleren door minder stoelen in de vergaderzaal te plaatsen.
arbo 6 | 2020
032-034_ARB06_ART02_Peereboom.indd 33
25-05-20 08:10
» Gebruik elk excuus om op te staan: stuur geen appje maar loop naar je collega toe, haal zelf je printje en je koffie. » Handel elk telefoontje lopend af. » In een kantoorgebouw stopt de lift niet op de eerste en de tweede etage. » Daag de leidinggevende uit om een ‘Stand up t-shirt’ te dragen. » Training in dynamisch zitten: gewicht verplaatsen, bekkenoefeningen, stoelinstellingen wijzigen, enzovoort.
Langdurig zitten/ sedentair gedrag
LBP pijn Onderrug
Body mass BMI index
Inactiviteit Inactivity ofvan leg beenspieren muscles
verhoging van Increase fat vet concentratie concentration
Diabetes Mellitus (type 2)
Sterfte door hart- en vaatziektes
Cardio vascular Harten disease vaatziektes
Pauzes
Geen klywekelijkse fysieke ctivity activiteit
Depressie Depression
All cause in Sterfterisico hetmortality algemeen
on
Anxiety risk Angstrisico
Duur
Kanker Cancer
Versmalling tussenwervelDecreased disk schrijven height L4/L5 onderrug L4/L5
Bottom line li est le
NeckNek- en shoulderpain schouderpijn
Computerr use gebruik
Static Statische contractionvan of contractie neckschoudershoulder nekmuscles spieren
SpierMuscle overbelasting overload
Aandoeningen Upper limb van de disorders bovenste ledematen
Geslacht en (vrouwen hoger an risico dan mannen)
iguur
Korte termijn consequenties
Afnemend risico
Toenemend of afnemend risico
Lange termijn consequenties
Toenemend risico
Meer toenemend risico
angdurig zitten en gezondheidsk achten
Energieverbruik
MET
Activiteiten met een lage intensiteit
<3
itten autori den com uter erk iggen Activiteiten met een gemiddelde intensiteit
tot 3 to 6
ande en oer d ei en sto zuigen
to
Dubbe s e en met tennis Activiteiten met een hoge intensiteit
>= 6
ietsen o v akke ondergrond ink doorz emmen Rustig hard o en oggen abe
ate van energiegebruik er soort gedrag
Met ander meubilair of hulpmiddelen valt ook veel te doen tegen te lang zitten. Zo maakt werken aan een zit-statafel afwisselen tussen zitten en staan mogelijk. Er bestaan ook zogenoemde cyclebureaus, dit zijn bureaus met een zitfiets. De Miyagi Prefecture in Japan gaat nog een stap verder en stelt uitsluitend stabureaus ter beschikking. Elke gebruiker mag maximaal 45 minuten staand werken. Daarna gaat er een timer af en moeten mensen wisselen. De claim is dat de concentratie, productiviteit en gezondheid van medewerkers op deze manier verbeteren.
to
Het zitprobleem is in essentie een lifestyle-probleem. Dit probleem kunnen we niet alleen op het werk oplossen: het gaat om de totale zittijd per dag. Daarnaast gaat het ook om zaken als bewegen, voeding, matig alcoholgebruik en niet roken. Lichamelijke activiteit kan de gezondheidseffecten van veel zitten tot op bepaalde hoogte compenseren. Een uur lang per dag een activiteit die leidt tot verhoogde hartslag (stevig wandelen, fietsen) vermindert de negatieve gezondheidseffecten aanzienlijk. De Nederlandse beweegrichtlijn adviseert in dit kader wekelijks 2,5 uur matig intensief bewegen en tweemaal per week bot- en spierversterkende oefeningen. Maar het belangrijkste blijft toch: sta op, beweeg, loop en fiets. Kees Peereboom erkt bi vh human er ormance vh n
Dit artikel is gerelateerd aan het project van EU OSHA ‘MSDs and other health related issues associated with prolonged static sitting postures. Prevention practice – avoiding prolonged static sitting’. De rapportage zal medio 2020 openbaar worden gemaakt.
4 arbo 6 | 2020
032-034_ARB06_ART02_Peereboom.indd 34
25-05-20 08:10
roducten ouvast voor gezichtsbeschermer
Trelleborg Sealing Solutions, belangrijke toeleverancier van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing, produceert een onderdeel voor de gezichtsbeschermers die Boeing maakt om medisch personeel in de frontlinie van de Covid-19-pandemie te beschermen. Het bandje helpt om de hoofdband van de 3D-geprinte gezichtsbeschermer goed passend te maken en houdt die tegelijkertijd op zijn plaats (zie foto links). Inmiddels staat de productie op 5.000 van deze 3D-geprinte bandjes per week. tss.trelleborg.com
estlocaties gezocht Structurele ontsmetting van gemeentehuizen, vliegvelden, stations, scholen, kantoren en musea is nog geruimte tijd nodig. Maar er is ook veel onduidelijkheid over hoe dit moet, wat effectief is en veilig. ACI Hygiëne & Desinfectie heeft een ontsmettingsconcept ontwikkeld dat werkt met verneveling. Dit maakt ontsmetting mogelijk tot in de kleinste hoekjes. Om het concept verder door te testen zoekt ACI nu dringend testlocaties. Info: Monique Lajan, communicatie@aci-groep.nl of bel 06-83905871
oronavrij poetsen In tijden van corona moeten industriële bedrijven en werkplaatsen hun werknemers een hoge mate van veiligheid bieden. Netheid, hygiëne en desinfecterende middelen zijn daarom vereist in productiehallen. De poetsdoeken die MEWA aanbiedt als onderdeel van een full-servicesysteem, voldoen ruimschoots aan deze eis. Door een desinfecterende wasbeurt op 90 °C leggen alle organismen die gevaarlijk zijn voor uw gezondheid gegarandeerd het loodje. U kunt veilig verder poetsen! www.mewa-service.nl ai u
in ormatie voor deze rubriek met
035-035_ARB06_PRO.indd 35
g- oto naar arbo vakmedianet n
arbo 6 | 2020
25-05-20 08:05
RE E
E
jurisprudentie aar ge erkt ordt gebeuren onge ukken ontstaan con icten en ordt verzuimd oms komt de rechter eraan te as om te be a en o iedereen e vo gens de rege s hee t gehande d en overzicht van recente rechter i ke uits raken ten aanzien van arbeidsongeva en con icten ziekteverzuim en re-integratie
tekst Rob oort
oezicht op werk bij asbestsanering er vo doende eite i k toezicht is hangt a van de omstandigheden er geva aar bi asbestsanering betekent voortdurend toezicht ook echt voortdurend zicht o het erk o niet dan vo gt een boete Tijdens een asbestsanering constateert een arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW dat een werknemer asbesthoudend sloopafval bij elkaar veegt met een bezem in plaats van met een trekker. Daarbij komt stof vrij. De werkgever krijgt op 5 juli 2016 een bestuurlijke boete voor overtreding van artikel 4.45 Arbobesluit. Na een matiging met 75 procent bedraagt die 2.700 euro. Ook besluit de minister om de inspectiegegevens openbaar te maken op de website van het ministerie. Het bezwaar van de werkgever dat hij wel adequaat toezicht heeft gehouden tijdens de as-
bestsanering, wordt verworpen. Datzelfde geldt voor zijn bezwaar tegen de openbaarmaking. De rechtbank draait in beroep in maart 2018 de boete en de bekendmaking echter terug. Volgens de rechtbank was er geen sprake van verwijtbaarheid. In hoger beroep van de staatssecretaris van SZW oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als volgt. Volgens de staatssecretaris valt het bij elkaar vegen van asbesthoudend sloopafval uit het plafond onder risicoklasse 2. Dan moet op iedere werknemer binnen het containment voortdurend en zonder enige onderbreking toezicht worden gehouden. Dat was hier niet het geval en de rechtbank heeft daar ten onrechte geen rekening mee gehouden. Volgens de Afdeling hangt het antwoord op de vraag of sprake is van voldoende feitelijk toezicht af van de omstandigheden van het geval. Daarbij gaat het om de aard van de werkzaamheden, de ervaring van de werknemer
en zijn positie in het bedrijf. Van een werkgever kan niet worden verlangd dat hij voortdurend een toezichthouder naast een (ervaren) werknemer plaatst. Dat er op zeker moment geen toezichthouder aanwezig is, is op zichzelf niet voldoende voor het oordeel ‘onvoldoende toezicht’. Wel moet het feitelijke toezicht werknemers stimuleren zich aan de veiligheidseisen te houden. Maar het gaat in dit geval om asbestsanering. Die moet volgens artikel 4.54d Arbobesluit worden uitgevoerd onder voortdurend toezicht van een Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA’er). Deze strenge mate van toezicht heeft de wetgever bepaald. De staatssecretaris heeft in dit geval dus terecht het begrip adequaat toezicht uitgelegd als voortdurend toezicht. Dit betekent: zicht op de werkzaamheden. De DTA’er was op een andere verdieping bezig en had dus geen zicht op de werkzaamheden. Daarmee heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat het toezicht adequaat was.
(advertentie)
Arbo Actuaaiteitendag
In 1 dag up-to-date over aaae arbo onderwerpen 23 juni 2020 | BCN Utrecht 6 arbo 6 | 2020
036-037_ARB06_JUR-ADV.indd 36
25-05-20 08:09
Dat het om een ervaren werknemer ging, de werknemers specifieke instructies hadden om een trekker te gebruiken, er alleen trekkers ter beschikking waren gesteld en iedereen twee keer per week in een toolboxmeeting te horen krijgt niet met de bezem te werken … allemaal prachtig, maar er was dus geen adequaat toezicht. Over het openbaar maken van de inspectiegegevens stelt de Afdeling dat bij milieu-informatie het algemeen belang niet hoeft te worden afgewogen tegen het bedrijfsbelang als gevolg van de publicatie. Het hoger beroep is dus gegrond. (Raad van State, Afd. bestuursrechtspraak, 3 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1042)
Verboden rit op lepels he truck eeri den o de e e s van een he truck mag niet aar kun e dit gedrag be ust roeke oos noemen a s de directeur van het bedri het ook e eens doet et ho bes ist in hoger beroe over de schadevergoeding van een oo se zz er Een Poolse zzp’er verricht sinds 2003 diverse werkzaamheden voor een transport-, expeditie- en opslagbedrijf. In sep-
tember 2013 helpt hij collega’s bij het lossen van big bags. Hij springt daarbij op de lepels van een langzaam voorbij rijdende heftruck. Vanaf daar zwaait hij vanachter een big bag naar de chauffeur. Die schrikt en remt. De big bag schuift naar voren, de zzp’er raakt beklemd en beekt zijn been. De kantonrechter verwerpt het verzoek tot schadevergoeding. In hoger beroep stelt het gerechtshof vast dat de instructies om niet mee te rijden op de lepels van een heftruck in de praktijk hun werking hebben verloren. Want er is op de werkvloer geen toezicht op naleving van dit verbod. De werkgever doet echter ook een beroep op opzet of bewuste roekeloosheid van de kant van de werknemer. Hij voert daartoe aan dat hij er geen rekening mee hoefde te houden dat iemand ineens op een rijdende heftruck springt om de bestuurder te laten schrikken. Daarom geeft het hof de werkgever de mogelijkheid dit alsnog te bewijzen. Er zijn diverse getuigenverklaringen afgelegd. Alle getuigen hebben verklaard dat de vorkheftruck stapvoets uit een smalle doorgang kwam rijden, voordat de werknemer op de lepels ging staan (dan wel sprong). Het hof concludeert uit de verklaringen dat niet is komen vast te staan dat de zzp’er hard kwam aanrennen. En ook niet dat hij vooraf
heeft gezegd dat hij de chauffeur wilde laten schrikken. Het hof gaat ervan uit dat de zzp’er op de vork van een stapvoets rijdende vorkheftruck is gestapt of gesprongen. Daarin kan het hof geen opzet of bewuste roekeloosheid zien in de zin van artikel 7:658 lid 2 BW. De verklaring van de directeur dat meerijden vaker gebeurde (hij deed het zelf ook wel) speelt hierbij mee. Want voor bewuste roekeloosheid moest de man zich onmiddellijk voor het ongeval bewust zijn geweest van de roekeloosheid van zijn gedrag. Ook zou hij dan beseft moeten hebben dat dit gedrag letsel op zou kunnen leveren. De zzp’er heeft vlak na het ongeval gezegd dat hij stom was geweest en dat het zijn fout was. Maar dit wijst eerder op besef achteraf dan op een vooraf geplande, bewust roekeloze actie. Er komt dus niet vast te staan dat de werkgever zijn zorgplicht is nagekomen of dat het ongeval te wijten is aan opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Het hof oordeelt daarom dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade door het ongeval met de heftruck. (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 2 april 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1215) Rob Poort urist en vei igheidskundige
bureau oort n
(advertentie)
arbo 6 | 2020
036-037_ARB06_JUR-ADV.indd 37
25-05-20 08:09
Beroe s iekten gevaarlijke sto en voorkomen
Betere in et en A De R en het he en ongeva en en gezondheidsk achten o het erk te voorkomen oe kunnen e deze instrumenten beter inzetten bi de reventie van beroe sziekten door gevaar i ke sto en De eder andse ereniging voor rbeidsh gi ne v hee t een verkennend onderzoek aten uitvoeren tekst Rimke erkho
D
e risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) is verplicht voor alle werkgevers in Nederland (uitgezonderd zzp’ers). De RI&E beschrijft de risico’s op het gebied van gezondheid, veiligheid en welzijn (PSA). In het bijbehorende plan van aanpak staan de te nemen maatregelen. Een onderdeel van de RI&E is het (Periodiek) Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO), gericht op het identificeren van werkgerelateerde gezondheidsklachten. Zowel de RI&E als het PAGO zijn preventieve middelen om kennis over risico’s te vergroten en arbeidsgerelateerde ongevallen en verzuim/gezondheidsklachten te voorkomen. In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA) is een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de RI&E en het PAGO. Het onderzoek maakt onderdeel uit van het actieplan ‘Preventie van beroepsziekten door gevaarlijke stoffen’. Tijdens het onderzoek is gekeken naar manieren om de RI&E en het PAGO beter te kunnen inzetten
om beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen. Achterliggende doelen waren het vergroten van de kennis bij arboprofessionals en het stimuleren van het preventiebeleid bij bedrijven.
emiste risi o s In een basis-RI&E wordt meestal niet diep genoeg ingegaan op het deel over gevaarlijke stoffen. Daardoor blijft dit onderbelicht. Tijdens het opstellen van een dergelijke RI&E herkent de werkgever gevaarlijke stoffen niet als zodanig. Of is er beperkt aandacht voor blootstelling aan specifieke stoffen en blootstellingsrisico’s. De beschikbare brancheinstrumenten zijn in meerdere gevallen onvolledig; bedrijven vullen die heel snel in. Hierdoor missen ze veel risico’s en leggen ze vaak niet de link naar ziektebeelden en beroepsziekten die horen bij onvoldoende beheerste blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Een verdiepende RI&E Gevaarlijke stoffen zorgt meestal wél voor voldoende aandacht, maar die wordt in een basis-RI&E nauwelijks ge-
rapport
Preventie beroepsziekten: de essentiële rol van professionals De RI&E en het PAGO ter preventie van beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen
arbo 6 | 2020
038-040_ARB06_ART04_Kerkhof.indd 38
25-05-20 08:09
adviseerd. Ook beschikt de bedrijfsarts vaak niet over de RI&E-rapportage van een bedrijf.
A
o de
erkvloer
Een voorwaarde voor een goed uitgevoerd PAGO is dat de inhoud ervan is aangepast op specifieke kenmerken van bedrijfsrisico’s. Dat maakt het mogelijk klachten vroegtijdig te identificeren. De bedrijfsarts stelt hiermee het medisch instrumentarium vast. En de arbeidshygiënist adviseert over blootstellingsprofielen, gebaseerd op de verdiepende RI&E Gevaarlijke stoffen. Helaas vinden de bedrijfsarts en de arbeidshygiënist elkaar in de praktijk vaak niet. Daardoor ontbreken samenwerking, kennis en kennisuitwisseling. Ook blijkt het moeilijk de situatie op de werkvloer te koppelen aan de inhoud van het PAGO. De bedrijfsarts wordt niet of te laat betrokken bij het onderzoek. Bovendien is de inhoud vaak niet gebaseerd op de RI&E; in branche-instrumenten komt het PAGO-onderdeel nauwelijks voor.
Belang van samen erking In de praktijk is de dienstverlening rondom gevaarlijke stoffen vaak opgeknipt. Er werken meerdere partijen aan hetzelfde onderwerp en verschillende professionals zijn betrokken bij de advisering rondom gevaarlijke stoffen. De arbeidshygiënist en de veiligheidskundige werken aan de preventieve kant. En de bedrijfsarts houdt zich vooral bezig met verzuim. Het opknippen van arbodienstverlening en de inzet van disciplines van verschillende aanbieders maken samenwerking moeilijker. Terwijl die samenwerking tussen professionals juist van groot belang is voor een juiste advisering rondom gevaarlijke stoffen en een goede koppeling tussen de RI&E en het PAGO.
Tekorts hietende kennis Veel uitvoerders van de RI&E en het PAGO – bijvoorbeeld bedrijfsartsen – hebben een beperkte basiskennis over
gevaarlijke stoffen in het algemeen en over de gevaarlijke stoffen en processen binnen het bedrijf. Er is in de opleiding van de bedrijfsartsen onvoldoende aandacht voor preventie en gevaarlijke stoffen. De bedrijfsartsen moeten zich deze kennis in de praktijk eigen maken. Hetzelfde geldt voor veiligheidskundigen. Een gebrek aan kennis over gevaarlijke stoffen leidt er echter toe dat bedrijfsartsen beroepsziekten niet als zodanig herkennen. En (gezondheids)klachten niet zien als mogelijk werkgerelateerd. Daarnaast ontbreekt het adviseurs aan adviesvaardigheden of tijd om bedrijven voldoende te overtuigen. De opgeleverde rapportages leggen vooral de focus op de analyse en niet op de oplossing.
een rioriteit Bij veel bedrijven ontbreekt het aan besef van risico’s. De onderwerpen gevaarlijke stoffen en beroepsziekten hebben nauwelijks prioriteit. De focus ligt vooral op kosten en kortetermijnrisico’s. Daarnaast hebben bedrijven te maken met verschillende aanbieders, waardoor dienstverlening versnipperd binnenkomt. De concurrentie op de markt rond RI&E en PAGO leidt tot uitholling van de producten.
oe nu verder Multidisciplinair werken, de methodiek verfijnen, toezicht door Inspectie SZW en de RI&E en het PAGO meer en beter onder de aandacht brengen, horen tot de belangrijkste aanbevelingen. Concreet komt dit erop neer dat bijvoorbeeld verplicht tijd moet worden opgenomen in het basiscontract voor alle disciplines (werken in klantteams). In contracten die bedrijven met arbodienstverlening of bedrijfsartsen afsluiten moet de nadruk niet alleen op verzuim liggen, maar ook op preventie. Zelfstandig werkende disciplines moeten de samenwerking zoeken. Want informatie delen, leren van elkaar en samenwerken zijn cruciaal. Vakverenigingen kunnen een rol spelen in het stimuleren van de samenwerking tussen disciplines.
en A als reventietools Ruim n mi oen eder anders hebben o het erk te maken met gevaar i ke sto en meer dan mensen over i den aan b ootste ing De instrumenten R verdieende R en het kunnen orden ingezet ter reventie van b ootste ing aan gevaar i ke sto en en beroe sziekten n de rakti k b i kt dit niet a ti d te gebeuren n arbocata ogi o branches eci eke R -instrumenten ontbreken diki s de termen reventie van beroe sziekten en het o reventie medisch onderzoek
ron Ra ort reventie beroe sziekten de essenti e ro van ro essiona s de R en het ter reventie van beroe sziekten door b ootste ing aan gevaar i ke sto en
In samenwerking met deskundigen zouden de branches de kennis over en de inhoud van de RI&E en het PAGO meer in detail moeten uitwerken. Hierbij moet de focus liggen op de kwaliteit en de langetermijndoelen. Voor grotere bedrijven geldt de aanbeveling om een soort health maturity-index in te voeren om te bepalen hoe de gezondheid van het bedrijf is geborgd. Betrek de bedrijfsarts altijd bij het opstellen van de RI&E. Op deze manier weet ook de bedrijfsarts wat er speelt en wat in de RI&E naar voren komt. Ook kan de bedrijfsarts belangrijke zaken delen met de arbeidshygiënist en de veiligheidskundige. Binnen het PAGO moeten de bedrijfsarts en de arbeidshygiënist samenwerken op het gebied van gevaarlijke stoffen. Terugkoppeling na het PAGO richting de bedrijven moet gebeuren in overleg met de preventie-
arbo 6 | 2020
038-040_ARB06_ART04_Kerkhof.indd 39
25-05-20 08:09
Preventie van beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen
Blootstelling aan gevaarlijke stoffen is een belangrijke oorzaak van beroepsziekten: 1.000.000+ medewerkers heeft op het werk te maken met gevaarlijke stoffen, hierdoor 146.500 verzuimdagen per jaar door beroepsziekten door gevaarlijke stoffen. Jaarlijks ruim 3.000 doden door de gevolgen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk. Ieder jaar worden circa 17.000 mensen ziek als gevolg van hun werk.
TE WEINIG PRIORITEIT RI&E EN PAGO
RI& RI&E E
PA PAGO GO
De verplichte instrumenten die risico’s in kaart moeten brengen bij bedrijven (de RI&E) en preventief onderzoek doen bij individuen (PAGO) worden slecht benut of afgestemd op de aanwezige gezondheidsrisico’s.
TE WEINIG SAMENWERKING
Verschillende arbospecialisten (arbeidshygiënisten, bedrijfsartsen en veiligheidskundigen) werken te vaak langs elkaar heen t.a.v. preventie van beroepsziekten als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
NVVA TRAINING
Training vergroot kennis arbo-professionals over: – beter benutten van RI&E voor preventie beroepsziekten – herkennen van beroepsziekten in relatie tot gevaarlijke stoffen – beter benutten van PAGO-instrument voor preventie beroepsziekten – stimuleren van preventiebeleid in bedrijven – samenwerking tussen disciplines
MEER SAMENWERKING
Meer samenwerking van de verschillende arbospecialisten: arbeidshygiënisten, bedrijfsartsen en veiligheidskundigen.
BETERE PREVENTIE
Betere preventie... ...voorkomt blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
Bron: onderzoek “Preventie beroepsziekten: de essentiële rol van professionals” NVvA 2020
medewerker en de ondernemingsraad. Diepgang wordt bereikt door een goede voorbereiding met de juiste achtergrondkennis. Een lijst met stoffen die in Nederland veel voorkomen, met de bijbehorende kritische effecten en mogelijk gezondheidsklachten, gekoppeld aan mogelijkheden voor een PAGO – dat zou een welkome aanvulling zijn. Maar hiervoor
is onderzoek nodig naar vroegdiagnostiek en de vroegtijdige signalering van beroepsziekten. Want niet alleen de blootstelling in de huidige functie van de werknemers, maar ook de cumulatieve dosis speelt een rol bij het ontstaan van klachten en ziekten. Om dit mogelijk te maken zou het medisch dossier van de werknemers gedurende het gehele arbeidsleven bijgehouden moeten worden en beschikbaar moeten zijn.
Op die manier ontstaat inzicht in het arbeidsverleden van medewerkers. r Rimke Kerkhoff is gecerti ceerd arbeidsh gi nist en gecerti ceerd hoger vei igheidskundige
Het complete onderzoek is te downloaden op de website van de NVvA: https://bit.ly/ 2LvRSFL.
40 arbo 6 | 2020
038-040_ARB06_ART04_Kerkhof.indd 40
25-05-20 08:09
A
ME
out gedrag Het gebruik van een gedragscode kan bijdragen aan het creëren van een gezonde en veilige werkomgeving. In deze handreiking staat praktische informatie voor werkgevers over het opstellen van een gedragscode (on)gewenste omgangsvormen die past bij de organisatie. Met veel nuttige praktijkvoorbeelden en tips. Gedragscode (on)gewenste omgangsvormen op de werkvloer, download op https://bit.ly/2ZhKC8s HANDREIKING GEDRAGSCODE
(ON)GEWENSTE OMGANGSVORMEN
Ongewenste omgangsvormen kunnen in elke professionele werkomgeving voorkomen en zijn een serieus probleem in onze samenleving. Het gaat hierbij om situaties in de omgang tussen personen in de werkomgeving. Werknemers kunnen ongewenste omgangsvormen ervaren van collega’s en leidinggevenden (interne ongewenste omgangsvormen), maar ook van derden, zoals klanten en patiënten (externe ongewenste omgangsvormen).
Arbojaarboek ARBOJAARBOEK 2020
JAARBOEK 2020
PREVENTIEGIDS VEILIG EN GEZOND WERKEN
Het Arbojaarboek helpt arboprofessionals bij het herkennen en beoordelen van de risico’s van het werk. In het boek staan ook mogelijke oplossingen aangegeven. Enkele van vele onderwerpen die in het boek aan bod komen: de RI&E, werkplekinrichting, werk- en rusttijden, PSA en gevaarlijke stoffen. Arbojaarboek 2020, Vakmedianet, ISBN 9789462156746
11-03-20 11:30
Pestverhalen Pesten op de Werkvloer JAARGANG 6, NUMMER 6 Inclusiviteit is geen modewoord; het bepaalt hoe succesvol jouw team is! Bij pesten is er geen veiligheid, dit heeft direct een negatief effect op het hele team. En dat kan letterlijk van levensbelang zijn…
Hoe goed is jouw team?
“Je wilt dat je team echt samenwerkt en voor elkaar door het vuur gaat, op die manier kun je een goed product leveren. Je hebt elkaar allemaal nodig. Managers zullen niet snel toegeven dat het slecht gaat. Maar, ze willen wel getriggerd worden om met hun team maximaal te scoren!”
W W W. P E S T E N O P D E W E R K V L O E R . N L
pestenopdewerkvloer pestenopdewerkvloer.nl pestenopdewerkvloer.nl @pestenophetwerk
De nieuwste editie van het magazine Pesten op de Werkvloer is uit. Een kleine greep uit de inhoud van nummer 6: een interview met een vertrouwenspersoon bij de politie, de arbeidsrechtadvocaat vertelt, de meestvoorkomende vormen van pesten op de werkvloer en het belang van de OR bij ongewenst gedrag. Bekijk het blad op https:// www.pestenopdewerkvloer. nl/magazine-6/
INLEIDING (ON)GEWENSTE OMGANGSVORMEN
Deze Handreiking is gericht op de
ontwikkeling van een gedragscode
WAT IS EEN GEDRAGSCODE (ON)GEWENSTE OMGANGSVORMEN
Een gedragscode (on)gewenste omgangsvormen richt zich op
STAPPENPLAN OPSTELLEN EN IMPLEMENTEREN GEDRAGSCODE (ON)GEWENSTE OMGANGSVORMEN
De Handreiking gedragscode
(on)gewenste omgangsvormen
interne (on)gewenste omgangsvormen.
het voorkomen of beperken van
geeft inzicht in het doel en de
Het voorkomen of tegengaan van
ongewenste omgangsvormen door
onderdelen van een gedragscode om
(het risico op) externe ongewenste
collega’s en leidinggevenden.
ongewenste omgangsvormen op de
omgangsvormen vereist een andere
werkvloer te voorkomen of beperken.
aanpak en is geen onderdeel van
Het stappenplan helpt bij het opstellen
deze Handreiking.
en onderhouden ervan.
oronastress Eerste, zeer voorlopige schets van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) van mogelijke maatschappelijk gevolgen van Eerste doordenking de coronamaatregelen. maatschappelijke gevolgen Wat doen die maatregelen coronamaatregelen met de maatschappij? Van vrije tijd tot onderwijs, Beleidssignalement van thuiswerken tot werkgelegenheid en van de asielketen tot de verpleeghuizen. De vervagende grens tussen werk en privé bij thuiswerken leidt ver7 mei 2020 moedelijk tot meer stress. Download het SCP-signalement op https://bit.ly/2WOlTap
Sto gebruik Twee Wur-onderzoekers beschrijven in dit boekje de Textiles for Circular Fashion haalbaarheid van verschillende routes voor een betere rePart 1: Fibre Resources and Recycling Options cycling van kleding. Met als doel: minder verbruik van grondstoffen. Want kleding wordt nog voor 97 procent gemaakt van nieuwe grondstoffen. Het boekje is het eerste uit een reeks over circulaire mode. Textiles for circular fashion, Paulien Harmsen en Harriëtte Bos, download op https://bit.ly/2XfBTkq PAULIEN HARMSEN AND HARRIËTTE BOS
arbo 6 | 2020 4
041-041_ARB06_MED.indd 41
25-05-20 08:09
Biomonitoring aluminium
A bij hoge blootstelling iomonitoring van a uminium in de urine signa eert ti dig te hoge b ootste ing oe assing van een grensaarde bi biomonitoring eidt in de rakti k soms tot acce tatie van een te hoge b ootste ing en onvei ige situaties oetsing aan re erentie aardes en to ische aardes i kt daarom een betere aan ak tekst as de arbanson
A
luminium is een metaal dat we op massale schaal toepassen in de samenleving, ook in toenemende mate als nanoparticles (fijnstof < 100 nanometer). Van scheepsbouw, verven, voedingsadditieven, medicijnen en vaccinaties tot cosmetica. Er zijn op het werk globaal drie opnameroutes: de longen, de mond en de huid. In de werksituatie is met name inademing van aluminiumstof de belangrijkste opnameroute. Indirecte opname via huidcontact met stof op de werkplek kan echter ook een rol spelen: door contact met de handen komen stofdeeltjes via de mond binnen (zogenoemde hand-mond shunt). Hoe vervuilder de werkomgeving, hoe groter de kans op opname van het metaalstof. De individuele arbeidshygiëne bepaalt in belangrijke mate de uiteindelijk opname. Denk aan stelselmatig handen wassen voor het eten, regelmatig wisselen van werkkleding, consequent ge-
bruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, niet eten/drinken/roken op de werkplek en douchen na afloop. Blootstelling buiten het werk komt ook veel voor. Bijvoorbeeld via drinkwater, dranken uit aluminium blikjes, E-stoffen, maagzuurtabletten, vaccins en deodorant.
Casus
evolgen ge ondheid Dat aluminium giftig is voor het zenuwstelsel, is niet algemeen bekend. Dat aluminium op alle mogelijke niveaus in het lichaam schade kan aanrichten doordat het onder andere oxidatieve stress veroorzaakt in cellen, nog minder. De
– Aluminium oeder
n een bedri in Duits and ordt een groe erknemers gescreend ti dens een uitgebreid medisch onderzoek De mede erkers erken in een abriek aar a uminium oeder ordt gemaakt De erkzaamheden zi n onder meer o i sten stam en en zeven met hoge b ootste ing aan sto i de biomonitoring orden e treem hoge aardes gemeten tot g a uminium gram creatinine De ongscreening aat bi erknemers a i kingen zien o de R -scan van de ong die assen bi ong brose de ge one ong oto s zi n geen s eci eke a i kingen gevonden De mede erkers zi n tot aar oud
en R -scan s oort vroegti dig ongschade o die niet gevonden zou zi n bi een ge one scan oto
42 arbo 6 | 2020
042-044_ARB06_ART03_De Barbanson.indd 42
25-05-20 08:08
oxidatieve stress veroorzaakt schade aan de celmembraan, waardoor de cel te gronde gaat. We spreken tegenwoordig dan ook wel van een aluminiumtoxicose. Een ander belangrijk effect is een verstoring van de mineralenhuishouding van met name calcium en ijzer. Dit veroorzaakt bij de mens botbreuken en bij vogels onder meer defecten aan de eierschaal. In tabel 1 staan voorbeelden van effecten van aluminium op het menselijk lichaam.
Testen Het 4-stappenplan Inspectie-SZW (www. inspectieszw.nl) helpt bedrijven concreet om de werkplek veilig en gezond te maken. Biomonitoring is onderdeel van de inventarisatie, stap 1 uit het stappenplan. Aluminium wordt doorgaans in bloed(serum) en in de urine bepaald. Voor de praktijk is biomonitoring van aluminium in de urine de meest waardevolle
test. De test is bovendien werknemersvriendelijk in de uitvoering. Aluminium wordt na inademing en opname in het lichaam weer snel uitgescheiden door de nieren. Biomonitoring van aluminium in de urine is zo een maat voor kortdurende blootstelling. Bepaling van aluminium in de urine aan het begin en aan het einde van de werkdag geeft goed inzicht of er die dag veilig is gewerkt. Als de waarde in de loop van de dag stijgt, is dat een mogelijke aanwijzing dat er die dag blootstelling heeft plaats gehad. Als iemand een leven lang te hoge concentraties aluminium heeft ingeademd, heeft er stapeling plaatsgevonden in het lichaam en met name in de longen. Dit kan leiden tot een chronisch verhoogde uitscheiding van aluminium in de urine, ook al is die persoon inmiddels met werken gestopt. De urinewaardes zijn in dit geval een maat voor de stapeling en langdurige blootstelling.
uminium kan o a e moge i ke niveaus in het ichaam schade aanrichten
Casus
– asrook
i een a uminium asser - asser meet men a uminium in de ucht en a uminium in de urine De concentratie in de ucht bedraagt mg m gedurende uur De concentratie a uminium is voora reshi t g g creat en achtera ostshi t g g creat
Deze meting maakt duide i k dat ins ectie en verbetering van de beheersmaatrege en nodig zi n
Uitslagen beoordelen De uitslag toetst men aan de achtergrondwaarde, biologische grenswaarde en toxische waarde. Achtergrondwaardes zijn de waardes die we meten bij een populatie die niet in het werk aan chroom wordt blootgesteld. Het aluminiumgehalte in de voeding, het drinkwater en de lucht bepalen deze waardes. Zij kunnen dan ook verschillen van land tot land; globaal <10 -15 µg aluminium/gram creatinine. In Nederland bestaat geen biologische grenswaarde voor aluminium in urine. In Duitsland hanteert men een grenswaarde van 50 µg aluminium/gram creatinine aan het einde van de dag (zo-
arbo 6 | 2020 4
042-044_ARB06_ART03_De Barbanson.indd 43
25-05-20 08:08
Alvleesklier
Diabetes
ezondheidse ecten van a uminium o het mense i k ichaam a uminiumto icose oed
oedarmoede
otten
steoma acie racturen
Darmen
rohn s disease
art
ocarditis
ersenen
ceratieve co itis
Toepassing streefwaarde CMR-stoffen Stoffen met kankerverwekkende eigenschappen of die van invloed kunnen zijn op de voortplanting, hebben extra aandacht nodig. Dit zijn de carcinogene, mutagene of reprotoxische stoffen oftewel CMR-stoffen. De wet bepaalt dat bedrijven moeten streven naar een zo laag mogelijke blootstelling aan deze stoffen.
ntsteking
Dia se dementie neurodegeneratieve aandoeningen e i e sie ha ucinaties visuee auditoir
mmuuns steem ongen
erminderde unctie van o a a
Re roductie abe
eerce en zoa s macro agen
etaa dam koorts ongontsteking granu omateuze neumonie ong brose
u monaire a veo aire roteinose
n erti iteit beschadiging testis ovarium
ecten van a uminium o het mense i k ichaam niet com eet
Aluminium in
Beoordeling en advies
de urine chtergrond aarde bi niet-beroe smatig b ootgeste de o u atie -
inima e b ootste ing
-
ootste ing is o getreden uminium kan sta e en in het ichaam onderzoek naar oorzaak ense i k erhaa aar i ks o eerder bi
-
i zigingen van de
erk ek
igni cante b ootste ing ange termi n schade is moge i k nderzoek naar oorzaak is noodzake i k erhaa
er aar
eer signi cante b ooste ing
erhoogd risico o schade o
ange
termi n ootste ing moet om aag gebracht erhaa o ische
er aar aarde schade aan zenu ste se kan o treden
Direct actie nodig om b ootste ing te reduceren erhaa tot abe
op schade aan het zenuwstelsel. Tabel 2 kan gebruikt worden als globale beoordeling van de mate van blootstelling aan aluminium.
aardes zi n genorma iseerd
Richt i nen voor de beoorde ing van uits agen biomonitoring van a uminium in de
urine eenheden uitgedrukt in g a uminium gram creatinine
genoemde BAT Value, 2018). Toepassing van een biologische grenswaarde leidt mogelijk tot acceptatie van een te hoge blootstelling van werknemers. Zij kunnen hierdoor op termijn schade oplopen. Resultaten van biomo-
nitoring zeggen niets over eventuele gezondheidseffecten. Ze zeggen wel iets over een verhoogde kans op gezondheidsschade. Hoe hoger de dosis, hoe meer kans op schade. De toxische waarde ligt globaal op 100 µg aluminium/g creat; boven deze waarde bestaat kans
Casus 3 – TSA nanodeeltjes n de etrochemische industrie vindt herma ra o uminium o ocatie aats om i eidingen en insta atie te conserveren met een aag a uminium i deze toe assing ordt a uminium o ocatie met hoge druk sne heid en tem eratuur o het metaa geb azen genereert e treem nsto nanometer dat zeer schade i k is voor de ongen en kan eiden tot ata e ziektegeva en De erknemers dragen daarom ona hanke i ke adembescherming en zi n vo edig inge akt net a s bi zandstra en
ontro eren van b ootste ing hee t de hoogste rioriteit met het oog o de hoge risico s iomonitoring is onderdee van de R en noodzake i k om de beheersmaatrege en te eva ueren
Aluminium is een reprotoxische stof. Vertaald naar biomonitoring betekent dit dat het gewenste blootstellingsniveau overeenkomt met de achtergrondwaarde van niet-beroepsmatig blootgestelde personen. Op bedrijfsniveau is het aan te bevelen om de achtergrondwaarde als streefwaarde te hanteren.
Afwijkende waardes Zijn er tijdens de biomonitoring afwijkende waardes vastgesteld, dan zijn de volgende vragen van belang: » Welke factoren hebben mogelijk de afwijking veroorzaakt? Werkfactoren? Is de afzuiging in orde? Zijn de beheersmaatregelen afdoende? » Privéfactoren? Roken tijdens het werk? Procedures gevolgd? Relevante hobby’s? » Medische factoren? Medicatie? Metalen heupprothese of iets dergelijks?
Take-home message Het niet uitvoeren van een gedegen RI&E en het nalaten van biomonitoring van aluminium leidt mogelijk tot (niet onderkende) beroepsziekten als aluminiumvergiftiging, met blijvende schade aan longen en hersenen. Biomonitoring van aluminium is als een APK die direct te hoge blootstelling signaleert. Die blootstelling moet zo laag mogelijk zijn. Praktisch gezien betekent dit dat bij controle de concentratie in de urine < 15 µg aluminium/gram creatinine (= achtergrondwaarde) bedraagt. Laat de biomonitoring vooral over aan specialisten op dit gebied. Bij een juiste inzet en interpretatie zorgt biomonitoring voor veiliger situaties op het werk. Bas de Barbanson is arts arbeidsto ico oog o guide en hee t a s missie voorkomen dat ersonen die erken met chemische sto en beroe sziektes o o en biomonitoringacadem n en to guide n
44 arbo 6 | 2020
042-044_ARB06_ART03_De Barbanson.indd 44
25-05-20 08:08
BEKIJK HET COMPLETE PROGRAMMA OP ARBO-ACADEMY.NL
Strategisch adviseren Organisaties zijn continu in ontwikkelingen en beweging. Elke situatie is anders en elke klant heeft zijn of haar specifieke voorkeuren. Welke adviesstijl past daar dan bij? In welke organisatorische situatie is welke aanpak het meest effectief? De rol en de persoon van de adviseur zijn vaak belangrijker dan de inhoud van het advies. Waar sluit u op aan? Hoe doet u dat? En hoe geeft u uw eigen unieke bagage van karakter en talenten een waardevolle plek?
Praktijkopleiding Vertrouwenspersoon Leer tijdens deze praktijkopleiding alles wat een vertrouwenspersoon moet weten. Van de huidige wet- en regelgeving en de nieuwe verplichte Klokkenluidersregeling tot het trainen van uw gespreksvaardigheden. De belangrijkste documenten voor u als vertrouwenspersoon binnen uw organisatie worden doorgelicht.
Omgaan met gevaarlijk stoffen Tijdens deze cursusdag leert u op welke wijze u de gevaren van stoffen kunt herkennen aan de hand van etikettering en op welke wijze u kunt nagaan welke risico’s hieraan zijn verbonden. Daarnaast wordt toegelicht welke stappen ondernomen moeten worden om zorg te dragen dat er veilig en gezond gewerkt kan worden met gevaarlijke stoffen.
Van RI&E naar cultuurverandering U draagt als adviseur bij aan optimale arbeidsomstandigheden en houdt gezondheid en veiligheid op de agenda van uw organisatie. Maar u begeleidt ook het invoeren van maatregelen die voortkomen uit de risico inventarisatie-, en evaluatie (RI&E). Deze masterclass leert u een brug te slaan tussen RI&E en cultuurverandering.
3-daagse Praktijkopleiding arbocoördinator In veel organisaties voert de arbocoördinator het arbeidsomstandighedenbeleid uit. Daarnaast is hij belast met alle uitvoeringsmaatregelen die het beleid met zich meebrengt. Maar uw taken reiken verder dan dit. Om optimaal te functioneren heeft u naast inhoudelijke kennis van arbo ook inzicht in bedrijfsprocessen en in de organisatie als geheel nodig. U moet weten hoe besluiten worden genomen. U moet kunnen risicodenken.
3-daagse Praktijkopleiding Preventiemedewerker Bent u (net) aangesteld als preventiemedewerker? Dat is een hele verantwoordelijkheid! Dit is uw kans om met de juiste kennis en vaardigheden nog beter te worden in uw functie. In drie dagen bent u een expert! U doet niet alleen alle noodzakelijke kennis op, maar gaat tegelijkertijd aan de slag met het oefenen van de vaardigheden die u nodig heeft.
13 OKTOBER 2020
€ 999 5 NOVEMBER 2020
€ 599 5 NOVEMBER 2020
€ 599 5 NOVEMBER 2020
€ 599 10 NOVEMBER 2020
€ 1499 19 NOVEMBER 2020
€ 1499
Bekijk het complete programma op
ARBO-ACADEMY.NL 0130 Opleidingenpagina ARBO maart 2020.indd 1 045-045_ARB06_OPL.indd 45
08-04-2020 15:23 25-05-20 08:08
Binnenkort in Arbo
Risicomanagement
» Ondernemen met veerkracht in tijden van crisis » Kijvelanden: werkdruk met desastreuze gevolgen
En verder » Gevaarlijke stoffen op de agenda met de WOR » Voldoet uw preventiemedewerker? » Spreek de taal van de directie » Werkroosters moeten op tijd klaar zijn » Zo koop je PBM in » En nog veel meer ...
arbo
Deze aankondiging is onder voorbehoud
46 arbo 6 | 2020
046-046_ARB06_BIN.indd 46
25-05-20 08:07
SAFETY
CORO
NA-P
FIR
adv_SHW2020_210x297mm.indd 1 002-048_ARB06_ADV.indd 47
ROO
F
ST
11-5-2020 10:11:24 25-05-20 07:58
VEILIG
WERKEN ‘In onze branche komen regelmatig risicovolle werksituaties voor. Risico’s kun je met goed beleid en management tot een acceptabel niveau terugbrengen. Daadwerkelijk veilig werken vergt meer. Daarom geef ik in ons bedrijf voorlichting en zorg voor de juiste veiligheidsvoorzieningen op het werk. Het voelt goed te zien dat mijn collega’s hun beschermingsmiddelen
Jeroen Haanstra, V&G-coördinator
echt gebruiken en ongelukken worden voorkomen. Ik heb daarbij dagelijks profijt van mijn opleiding Middelbare Veiligheidskunde bij Copla. Daar leerde ik vooral ook om veiligheid intern op de agenda te krijgen en tussen de oren bij medewerkers. En nog steeds houdt Copla mijn vakkennis up-to-date.’
Veilig werken ook in praktijk brengen? Volg de dagopleiding MVK. Copla start 13x per jaar in diverse regio’s door heel Nederland.
START MVK OPLEIDING
NIEUW – ZATERDAGOPLEIDING SNEEK 3 OKTOBER - SNEEK 20 OKTOBER - APPINGEDAM
BEL VOOR MEER INFORMATIE
0341 430848 of kijk op www.copla.nl/hvk
COPLA
Opleiding - Training - Consultants Harderwijk | 0341 430848 info@copla.nl | www.copla.nl
Verder met veiligheidszorg. Verder met Copla. 002-048_ARB06_ADV.indd 48
25-05-20 07:58