5 minute read
We vergeten dat chauffeurs voor ons
IMAGO Door Anita Hestens
ALWIN SCHWECKHORST (RABELINK) PLEIT VOOR OPENHEID
Alwin Schweckhorst, managing director van Rabelink Logistics in Wehl, wijt het aan ‘de media’ dat de sector transport & logistiek kampt met een negatief imago. “Maar dat is niet terecht”, zo beweert hij.
“H et is een prachtige sector met veel uitdagingen en vernieuwingen, die continu in beweging is. Ik houd van uitdagingen – ook van negatieve. Ik zie het als een sport om deze aan te gaan. Er is geen dag saai, want dat betekent stilstand”, zo begint Rabelink-directeur Alwin Schweckhorst, die binnen het bedrijf is begonnen als chauffeur. Toch erkent hij dat het imago te wensen overlaat. “We hebben te maken met een chronisch chauffeurstekort. Verhalen in ‘de media’, bijvoorbeeld over Oost-Europese chauffeurs, doen het imago geen goed. Maar die negatieve kreten komen voort uit het feit dat mensen niet goed op de hoogte zijn en kloppen niet. Wij hebben een vestiging in Roemenië waarvoor Roemeense chauffeurs werken. Zij krijgen effectief netto iets minder betaald dan onze Nederlandse chauffeurs, doordat men in Roemenië een hogere onkostenvergoeding mag betalen. Er gelden daar dan ook andere sociale regels. Ik ben er een absolute voorstander van om hen fatsoenlijk te belonen. Onlangs heb ik Caroline Nagtegaal van het Europees Parlement dit verhaal uitgelegd.” Wat volgens Schweckhorst ook niet bevorderlijk is voor het imago van de sector, is het tekort aan parkeerplaatsen met de juiste voorzieningen waar chauffeurs kunnen rusten. “We vergeten dat deze chauffeurs uiteindelijk voor ons allemaal – ‘de consument’ –onderweg zijn, zodat wij de producten tegen lage kosten kunnen kopen.”
INNOVATIES
Rabelink Logistics heeft 450 medewerkers, groeit volgens Schweckhorst hard en sloot 2019 af met een omzet van € 59 miljoen. Hoe verklaart de managing director het succes? “Wij zijn erg op klanten gericht en zoeken naar logistieke oplossingen waar we hen mee kunnen helpen. Het is belangrijk om met hen hierover in gesprek te gaan en vooral naar hen te luisteren. Onze klantrelatie is gemiddeld vijftien jaar en ieder jaar krijgen we er klanten bij. Zo hebben we voor een klant voor het vervoer van industriële deuren een vervoersconcept met drie laadniveaus ontwikkeld. Met onze mobiele boordcomputers maken we foto’s bij aflevering van de deuren, om discussie over schade te voorkomen. Een andere innovatie is de Ventechmeetbank voor bandenspanning en profieldiepte, die is gekoppeld aan het fleetmanagementsysteem. Niet alleen op technisch gebied, ook op andere terreinen vinden er innovaties plaats. Op het vlak van IT hebben we een digitaal platform – middleware – ontwikkeld voor continue
monitoring en sturing van de supplychain. Op dit platform kunnen klanten inloggen, zodat zij volledig op de hoogte zijn van de status van hun lading. We nemen klanten hierin steeds verder mee. Dat geeft meerwaarde aan onze dienstverlening.”
MODERN WERKGEVERSCHAP
Om het imago te verbeteren, zouden logistieke bedrijven meer van zichzelf moeten laten zien, vindt Schweckhorst. “Dat doen we te weinig. Bijvoorbeeld aan studenten: het is goed om hen te prikkelen en uit te dagen. We bieden hen stages in het bedrijf aan en soms komen ze terug om hier te werken. Dat is mooi om te zien! We worden vaak door hen verrast. We willen jongeren ruimte te geven om het bedrijf naar een hoger niveau te tillen, terwijl we ouderen in hun waarde laten. Ons beleid is erop gericht ieder op de juiste plek te krijgen en zich prettig te laten voelen.” Schweckhorst spreekt dan ook liever van modern werkgeverschap – sociale innovatie – dan van hr-beleid. Daarin staan uitdaging en vrijheid centraal, bijvoorbeeld in werktijd. “Een groep van zestien, zeventien chauffeurs doet vrijwillig mee aan een vierdaagse werkweek. Door per dag ongeveer tien uur te werken, komen ze toch aan een behoorlijk salaris. Ik verwacht dat in de toekomst de functie van chauffeur veelal op die manier wordt ingevuld.”
JONG MT
Een onderdeel van het modern werkgeverschap is volgens Schweckhorst de focus op jongere mensen en openheid naar het personeel. “In ons mt is het oudste lid 33 jaar, als je mij buiten beschouwing laat met mijn 56 jaar. Dat stimuleert een nieuwe denklijn. Daar worden veel medewerkers
gelukkig van. Wat de openheid betreft: creëer een cultuur waarin je de resultaten met je medewerkers deelt. Succes is toch een prestatie van je team, dat je op die manier ook motiveert. Samen bedenken we steeds slimmere manieren om complexe logistieke uitdagingen op een duurzame manier op te lossen door nooit stil te staan.”
EIGEN IMAGO
En dan tot slot: hoe is het imago van Rabelink? “In de regio staan wij goed bekend”, stelt Schweckhorst. “Vanochtend was ik in gesprek over een overname van een bedrijf dat failliet is gegaan (Leusink, waarvan de activieteiten daadwerkelijk door Rabelink worden overgenomen – red.). De medewerkers zijn naar ons toe gekomen. Daar ben ik blij mee. Chauffeurs worden niet overal goed behandeld. Dat heb ik zelf in het verleden ervaren.” Volgens Schweckhorst is Rabelink gebouwd op de kracht van menselijke relaties. “Iedereen hoort erbij: klanten, collega’s en partners. Charters zijn ook collega’s. We stimuleren ook dat er meer vrouwen in de logistieke sector instromen; bij Rabelink zijn ze van harte welkom om te komen werken. Zij hebben een grote positieve invloed op de organisatie. Ons personeel bestaat nu voor 30 procent uit vrouwen en 70 procent uit mannen, maar een mix van 50/50 vind ik ideaal. Door het hele bedrijf werken vrouwen in allerlei functies, zelfs in de werkplaats. Hoewel het uiteraard om de kwaliteiten van de persoon gaat, hebben vrouwen vaak een andere invalshoek en andere vaardigheden dan mannen. Als er nog iets negatiefs aan het imago van de sector is, dan is het dat er te weinig vrouwen werken.” Schweckhorst, die afsluit met de kernwaarden van Rabelink: “Het draait om mensen; stop nooit met leren; ga voor kwaliteit; en denk aan de wereld.”