Jaargang 112 | Nummer 2 | Februari 2020
ZuivelZicht
Interfood: het levenswerk van Frank van Stipdonk
NIEUWE CONCEPTEN
ANALYSE
Korte ketens kunnen een gezonde marge opleveren
Nederland en BelgiĂŤ grote groeiers op yoghurtmarkt
INHOUD
14
9
21 6
Visie
Bedrijf
Nieuwe Wegen
18 Interfood
De strategie van de familie Simons
11
Verduurzaming Wageningen constateert vooruitgang in verduurzaming zuivelketen
12 Leerstoel Milcobel en universiteit Gent slaan handen ineen Frank van Stipdonk, eigenaar en ceo van Interfood. Foto: Ivo Hutten
14 DjustConnect Nieuw digitaal platform voor datadeling in Vlaamse agrovoedingsketen
16 Melklab Onderzoek naar melk van koeien die voornamelijk gras en kruiden vreten
www.zuivelzicht.nl
Het levenswerk van Frank van Stipdonk
Markt 21 Korte ketens Voorbeelden van concepten met zo min mogelijk schakels tussen melkveehouders en consument
24 Bio-beurs Belangstelling voor biologische bedrijfsvoering neemt weer toe onder melkveehouders
26 Analyse Ontwikkeling van de Europese yoghurtmarkt
29 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in een oogopslag
ZuivelZicht februari 2020
3
N I U T ? N F J E I I DR E O K BE IN
GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!
ZuivelZicht
ZI JLI JN
ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl
vakmedia
Grondgevecht
Managementteam Ron van de Hoef (commercieel manager) Peter Vorstenbosch (hoofd content) Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer
Het ging ten onder in het stikstofgekrakeel, maar de update over de inkomenspositie van melkveehouders die ABN Amro begin deze maand publiceerde, is wel iets om bij stil te staan. Melkveehouders komen met het huidige niveau van de melkprijs namelijk maar net uit de kosten. Wetende dat de kosten verder oplopen en de melkprijs al lange tijd niet of nauwelijks stijgt, is dat een zorgwekkende ontwikkeling. De zuivelketen is immers gebaat bij een sterke melkveehouderij. De liquiditeitsmonitor die de bank samenstelde aan de hand van gegevens van Wageningen Economic Research, laat enkele opvallende trends zien.
Jeen Akkerman, Ria Besseling, Jelle Feenstra, Yves De Groote, Robert den Hertog Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 134,30 (studenten € 75,90); buitenland: € 177,49 Proefabonnement (3 edities): € 12,41 Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882 Op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Ontwerp: GiesbersRetail, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld
‘Er blijft weinig ruimte voor investeringen in grond, groei of verduurzaming’
Melkveehouders blijken de generieke korting op de fosfaatrechten namelijk niet te hebben aangevuld uit reserves, maar geheel of gedeeltelijk uit de reguliere kasstroom. Mede daardoor kleurde de rekening-courant op veel bedrijven vrijwel het gehele jaar rood. Het positieve saldo van begin 2019 (circa € 5.000) werd gaandeweg het jaar € 15.000 negatief. Dankzij betalingsrechten en de toeslagen voor de verschillende melkstromen verbeterde het saldo eind december op de rekening courant iets. Maar einde kalenderjaar was het nog steeds € 8.000 negatief. Natuurlijk, het is een gemiddelde en traditioneel lopen de resultaten op de melkveebedrijven sterk uiteen. Niettemin blijft er weinig ruimte voor investeringen in grond, groei of verduurzaming van de bedrijfsvoering, constateert de bank. Dus is het niet raar dat melkveehouders razendbenieuwd zijn naar de uitkoopregelingen. De overheid hoopt daarmee de stikstofuitstoot in de landbouw verder terug te dringen. Voor veehouders kan het een oplossing zijn. De onzekere inkomenspositie, het gebrek aan een opvolger en de strenger worden regelgeving maken het waarschijnlijk dat meer melkveehouders dan ooit er straks de brui aan willen geven. Er zullen genoeg investeerders klaarstaan om de vrijgekomen ruimte te claimen. Want uiteindelijk is de hele stikstofcrisis weinig anders dan een ordinair gevecht om de schaarse grond in Nederland. René van Buitenen Hoofdredacteur
ZuivelZicht februari 2020
5
B E D R I JF
Familie Simons heeft ook een zorgboerderij
‘Werkplezier met rendement’
Melkveehouders krijgen te maken met nieuwe beperkingen en nieuwe kansen. Hoe spelen ze hierop in? In deze serie komen ondernemers aan het woord die ieder op hun eigen manier de toekomst van hun bedrijf vormgeven.
Soms moet je creatief zijn om je bedrijf te ontwikkelen. In een fase waarin de toekomst nog niet duidelijk is, kan het toevoegen van een extra activiteit aantrekkelijk zijn. Zeker als dat relatief weinig investering vergt en past bij je werkritme en karakter. Dan kan het zomaar een vast onderdeel worden, dat ook je opvolger aanspreekt. Tekst: Jeen Akkerman
“Je moet mensen wel de ruimte geven om langer over een taak te doen. Een kalf te drinken geven, dat kan misschien in vijf minuten. Maar je kunt er ook een uur over doen. Dat moet je geen probleem vinden”, aldus Coen Simons (56), melkveehouder en zorgboer in het Brabantse Vught. Samen met zijn vrouw Jolanda Simons-Schoenmakers (54) en hun zoon Rik (24) runnen ze het bedrijf dat ooit onderdeel was van de landerijen van klooster Sparrendaal.
In behandeling Vier dagen per week verblijven maximaal zes (ex-)verslaafden op het bedrijf. Ze zijn in behandeling om af te kicken of hebben die behandeling afgerond en proberen ‘clean’ te blijven. De cliënten verrichten lichte werkzaamheden, waarbij vooral structuur van belang is. Zoals de kalfjes verzorgen, hokjes schoonmaken, de kuilbult bloot maken of zaagsel in de ligboxen rijden. Op het erf staat een houten kantinegebouw, waar de (ex-)verslaafden koffiedrinken en lunchen. “Dat is hun
‘Wij moeten soms wat extra aandacht aan onze cliënten geven’ 6
ZuivelZicht februari 2020
domein, wij hebben het onze”, legt boerin Jolanda uit. In de zestien jaar dat ze inmiddels de zorgtak op hun bedrijf hebben, is het nog niet voorgekomen dat iemand zich niet aan deze afspraken hield.
Stoppen of doorgaan Hoe het zo gekomen is? Coen duikt in de geschiedenis. Hij vertelt over een bijeenkomst zo’n zeventien jaar geleden. “Veel veehouders hier in de buurt twijfelden over de toekomst van hun bedrijf. Dat gold ook voor ons. Onze kinderen waren nog jong en wisten nog niet of ze bedrijfsopvolger wilden zijn”, schetst de veehouder de situatie. Op de bijeenkomst ‘Stoppen of doorgaan’ adviseerde een politicus om iets te doen, om het bedrijf toekomstperspectief te bieden. Voor de familie Simons was dat het zetje dat ze nodig hadden om een serieuze zorgtak toe te voegen aan hun bedrijf, dat wellicht te klein zou zijn voor een opvolger.
Knelgeval Voor een deel had dat te maken met de rigide regelgeving rondom de superheffing die in 1984 was ingevoerd. Simons was een zogenoemd knelgeval. Hij breidde zijn veestapel uit in een periode die niet meetelde voor de vaststelling van het melkquotum, zodat een deel van
zijn investeringen geen rendement opleverden. Uiteindelijk zou hij 24 jaar een juridisch gevecht leveren, zonder resultaat. Het heeft diepe wonden geslagen, vandaag nog voelbaar als het aan de keukentafel ter sprake komt. Toen recent iets dergelijks gebeurde rondom de fosfaatregels, besloot de familie Simons niet opnieuw een slopende strijd aan te gaan, maar zich te richten op werkplezier: met de koeien en met de (ex-)verslaafden.
Rode Holsteins Het bedrijf telt nu negentig melkkoeien en zeventig stuks jongvee. In 2015 breidde Simons de bestaande ligboxen-
B E D R I JF
seizoen is er naast gras en snijmais ook een stukje luzerne. “Na de droge zomer van 2018 hebben we hiervoor gekozen. Het is een gewas dat diep wortelt en goed is in te kuilen in combinatie met gras”, zegt Coen. Naast deze aanpassing is in de loop der
stal uit om voldoende ruimte voor de veestapel te hebben. Het gaat om rode Holsteins, die ongeveer 9.700 kilogram melk per jaar geven, met 4,55 procent vet en 3,60 procent eiwit. In totaal is er ongeveer 60 hectare grond in gebruik, waarvan de helft eigendom. Sinds vorig
Ontwikkeling zorglandbouw in Nederland Jaar
2007
2009
2011
2013
2018
Aantal bedrijven
756
870
1.050
1.100
1.250
Omzet (in mln. €)
45
63
80
95
250
Gem. omzet per bedrijf (€)
60.000
72.500
75.000
87.500
200.000
Bron: Kijk op multifunctionele landbouw, WUR
jaren de bemesting flink teruggeschroefd. “Wij leerden op school nog dat je snijmais onbeperkt kon bemesten. Precisiebemesting is nu het devies, het kan met veel minder.” Maar de belangrijkste verandering was de intrede van de melkrobot in 2007. Niet alleen arbeidsbesparend, maar vooral sociaal een flinke verbetering, zo benadrukt Jolanda.
Coen en Jolanda Simons en hun zoon Rik runnen een zorgboerderij/ melkveebedrijf in Vught. (Foto’s: Ivo Hutten)
Positieve belangstelling De combinatie met de zorgtak verloopt vlekkeloos. De cliënten worden ‘s ochtends gebracht en ‘s avonds weer opgehaald door Novadic Kentron. In het begin was er wel enige scepsis bij
ZuivelZicht februari 2020
7
B E D R I JF
collega-boeren. Ook kwamen er vragen van ouders van klasgenootjes van de kinderen die op de boerderij kwamen spelen. Maar al snel ontstond er positieve belangstelling van melkveehouders die overwogen zelf met een zorgtak te beginnen. “Ik heb het diverse collega’s aangeraden en sommigen zijn het ook daadwerkelijk gaan doen”, aldus Coen. In de opvang van (ex-)verslaafden is de afgelopen jaren ook iets veranderd. Er komen vaker mensen op de boerderij die niet alleen (ex-)verslaafd zijn, maar ook verward zijn of een andere psychische aandoening hebben. “Dat hoor je overal in de zorg. Wij moeten dan soms wat extra aandacht aan onze cliënten geven. Ik kan dat deels vanuit mijn achtergrond doen”, vertelt Jolanda. Ze werkte eerder als onder andere verpleegkundige. Het bedrijf van de familie Simons telt negentig melkkoeien: rode Holsteins.
Mooie combinatie De zorgtak is nog steeds een activiteit waar de familie Simons ook veel voldoening uit haalt. Maar is het ook in
8
ZuivelZicht februari 2020
Zorgboeren in Nederland Zorglandbouw was in 2018 – na boerderijverkoop – de in omzet belangrijkste neventak in de Nederlandse agrarische sector. Die totale omzet verdubbelde tussen 2013 en 2018. In totaal bracht de zorg voor diverse doelgroepen zoals ouderen, dementerenden en (ex)verslaafden een bedrag van € 250 miljoen in het laatje bij de 1.250 zorgboeren die Nederland dat jaar telde. Het aantal cliënten wordt geschat op 25.000 per jaar. Van alle zorgboerderijen beschikten er 820 over een gecertificeerd kwaliteitssysteem van de Federatie Landbouw & Zorg. Er is al jaren sprake van een stijging van het aantal zorgboerderijen. Gemiddeld komen we ongeveer 45 per jaar bij (zie ook de grafiek). Deels zijn dat boeren die een zorgtak op hun bedrijf starten, deels ook zorgondernemers die een nieuwe zorgboerderij stichten.
economische zin belangrijk? Kan het bedrijf ook zonder deze tak voortbestaan? Coen vertelt dat er steeds rekening is gehouden met een lonende exploitatie zonder zorgtak, dus strikt genomen is het niet noodzakelijk. Het maakt wel de overdracht naar de volgende generatie waarschijnlijk financieel wat gemakkelijker.
En de kans is groot dat ook Rik Simons de zorgtak voortzet, als hij het bedrijf – dat hij nu met zijn ouders in een vof voert – overneemt. Dat blijkt als we hem tijdens het voeren van de mooie rode Holsteins nog even aanschieten. “Het hangt er natuurlijk ook vanaf wat mijn partner ervan vindt, maar voor mij is het een logische en mooie combinatie.”
De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk
Yoghurt Boter Margarine Smeltkaas Kaas
2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten
C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.
31 MAART, 1 & 2 APRIL WWW.EMPACK.NL @EmpackNL
EmpackNL
t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl
+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl
www.lekkerkerker.nl
GA NAAR WWW.EMPACK.NL EN REGISTREER MET CODE 2008
V I SI E
Wageningen analyseert duurzame prestaties
Zuivelketen boekt progressie in verduurzaming De Nederlandse zuivelketen is opnieuw duurzamer geworden. Melkveehouders en zuivelondernemingen zijn op verschillende thema’s een stap dichter bij hun doelen gekomen, blijkt uit de jaarlijkse monitoring van de verduurzaming van de zuivelketen. Tekst: René van Buitenen
De Nederlandse zuivelketen heeft in 2018 op bijna alle duurzaamheidsthema’s vooruitgang geboekt. Acht van de negen indicatoren waarop de sector zijn duurzaamheidsprestaties laat meten, kleuren groen. Dit blijkt uit de pas verschenen sectorrapportage van Wageningen Economic Research. Jaarlijks beoordeelt Wageningen Economic Research de verduurzaming van de zuivelketen op verzoek van de Duurzame Zuivelketen. Dat is het samenwerkingsverband waarin melkveehouders en zuivelondernemingen streven naar een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector. Wageningen Economic Research constateert dat melkveehouders en zuivelondernemingen in 2018 flinke inspanningen hebben geleverd om de gestelde doelen te behalen. Pogingen om de levensduur van melkkoeien te verlengen, bleken niet succesvol. Op de andere indicatoren boekte de sector vooruitgang ten opzichte van 2017 of bleef het resultaat op het gewenste niveau. Inmiddels heeft de Duurzame Zuivelketen vijf doelen gerealiseerd.
Nadat eerder al doelen voor verantwoord antibioticagebruik, energie-efficiëntie en verantwoorde soja waren behaald, kon in 2018 een vinkje worden gezet achter de doelen voor weidegang en fosfaatexcretie van de melkveestapel. Dat is nog niet het geval bij de broeikasgasemissies en de uitstoot van ammoniak. Wel constateert Wageningen Economic Research dat de zuivelketen ook op die thema’s in 2018 vooruitgang heeft geboekt.
Broeikasgassen De totale uitstoot van broeikasgassen van de gehele sector (van voer tot en met de verwerking en verpakking in de zuivelfabriek) nam in 2018 verder af. Die daalde met 6,3 procent ten opzichte van 2017. De afname van het aantal dieren is een belangrijke oorzaak. Voor het realiseren van klimaatneutrale groei in 2020 is nog een extra reductie van 7 procent noodzakelijk. Om 20 procent reductie ten opzichte van 1990 te
behalen is een daling van 14 procent nodig. Wageningen Economic Research maakt hierbij wel de kanttekening dat de vergelijking tussen 1990 en recente jaren niet geheel zuiver is vanwege methodologische verschillen. De zogenoemde product carbon footprint (de uitstoot van broeikasgassen van voer tot en met het melkveebedrijf die wordt toegerekend aan melk) daalde in 2018 verder naar 1.195 gram CO2-equivalenten per kilogram melk. “Dit komt onder andere doordat de introductie van het stelsel van fosfaatrechten resulteerde in een extra selectie in de melkveestapel. Dit leidde tot een verdere stijging van de melkproductie per koe. Ook de jongveebezetting daalde opnieuw. Door extra afvoer van melkkoeien en jongvee is in 2018, net als in 2017, een groter deel van de totale emissie toegerekend aan vlees dan in de jaren voor 2017. Dit effect is incidenteel”, aldus de onderzoekers.
ZuivelZicht februari 2020
De zuivelindustrie gebruikt steeds meer duurzaam opgewekte energie, constateert Wageningen Economic Research in de jaarlijkse analyse over de verduurzaming van de zuivelketen. (Foto: NZO)
11
V I SI E
Belgisch zuivelonderzoek krijgt nieuw elan
Milcobel en UGent richten nieuwe leerstoel op Het belang van de oprichting van de Milcobel-leerstoel Zuivelonderzoek binnen de Universiteit Gent is drieledig. Naast het opbouwen van kennis en expertise in Vlaanderen, staan innovatie en ‘employer branding’, in de strijd om talent binnen te halen, voorop. Tekst: Yves De Groote
Onder grote belangstelling vanuit de zuivelsector hielden UGent en de Milcobel op 3 februari in Gent de ‘Chair on Dairy Research’ ten doop. Het grootste Belgische zuivelbedrijf slaat
voor deze leerstoel de handen ineen met onderzoekers van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Prof. dr. ir. Paul van der Meeren is de promotor van de nieuwe leerstoel, waar inmid-
De stuurgroep van de leerstoel bestaat uit Paul Van der Meeren, Dirk Van Gaver en Koen Dewettinck, voorzitter van de vakgroep Vakgroep Levensmiddelentechnologie, Voedselveiligheid en Gezondheid. (Foto: UGent)
12
ZuivelZicht februari 2020
dels vier doctoraalstudenten aan zijn verbonden.
Leerstoel Zuivelonderzoek Binnen de leerstoel zal de komende vier jaar fundamenteel onderzoek uitgevoerd worden naar de specifieke kenmerken van zuiveleiwitten, met als doel nieuwe of verbeterde inzichten te verwerven die ultiem leiden tot de ontwikkeling van nieuwe zuivelproducten. “We drinken dagelijks melk, maar we staan weinig stil bij de complexe samenstelling ervan”, aldus Chak Ming To, coördinator van de leerstoel aan de UGent. “Kleine variaties in het gedrag van melkproteïnen leiden tot een product met heel andere eigenschappen.” De aandacht in het onderzoek gaat in het bijzonder uit naar chemische samenstelling van de eiwitten (moleculair niveau), fysisch-chemische interacties tussen eiwitten (intermoleculair niveau) en producteigenschappen (macroscopisch niveau). De onderzoeksgroepen Laboratory of Food Technology and Engineering (FTE), Particle and Interfacial Technology Group (PaInT) en nutriFoodchem (levensmiddelenchemie en Humane Voeding), binnen de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, zullen hierin een centrale rol spelen.
VISIE
“We hebben er alle belang bij om een zeer sterk kenniscentrum in Vlaanderen uit te bouwen”, zegt Dirk Van Gaver, Group Innovation & Technology Manager bij Milcobel. “Het is belangrijk om fundamenteel onderzoek naar zuivel een nieuw elan te geven. De wetenschappelijke basisconcepten en inzichten die binnen de leerstoel ontwikkeld worden, kunnen op termijn aanleiding geven tot meer toegepast onderzoek binnen Milcobel, en leiden tot valorisatie voor ons bedrijf, onze klanten en onze partners. Deze samenwerking is een logisch vervolg op een eerder onderzoeksproject met UGent en Teagasc (semioverheidsinstantie in Ierland voor onderzoek en ontwikkeling in de agrifood) rond mozzarella. Dit resulteerde in zeer relevante inzichten in de invloed van bevriezing op de fysisch-chemische en functionele eigenschappen van vochtarme, deels ontroomde mozzarella.”
Waardevolle kennispartner Van Gaver vertelt dat prof. Van der Meeren Milcobel bij dit project bijzonder goed geholpen heeft met zijn heldere analyses en wetenschappelijke expertise. “De samenwerking breiden we nu graag uit naar andere domeinen, zoals melkeiwitten, melkpoeders, enzovoort. We zien de UGent als een waardevolle kennispartner voor Milcobel op lange termijn.” Voor de onderzoekers van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen is de samenwerking met het zuivelbedrijf een uitstekende mogelijkheid om de resultaten op academisch niveau te vertalen naar nieuwe of verbeterde toepassingen in de zuivelindustrie. Van der Meeren: “De opdracht van universiteiten is drieledig: we bieden hoogstaand onderwijs aan, we doen aan baanbrekend onderzoek én we willen dat onze kennis zich vertaalt naar praktische toepassingen waar iedereen iets aan heeft. De leerstoel brengt ons onderwijs en onderzoek in contact met de industrie. Een win-winsituatie voor beide partijen.” Studenten krijgen tijdens stages, bedrijfsbezoeken meer dan bedrijfserva-
ring. Dankzij het gebruik van ‘state of the art’ instrumenten in de zuivelindustrie en toegang tot pilot- en industriële installaties verbreedt hun academische kennis.
Ingebed in Vlaams beleid “De focus op innovatie van Milcobel past volledig in de visie van het regeerakkoord van de Vlaamse regering”, verklaart Patricia De Clercq, secretaris-generaal van het Vlaamse departement Landbouw en Visserij bij de presentatie van de leerstoel. “De leerstoel getuigt van langetermijndenken, ondernemerschap en drive naar innovatie om deze keuze te maken als coöperatie. Achter topproducten gaat heel wat technologie en innovatie schuil. Melk, roomijs, kaas, yoghurt... al dat lekkers wordt mee mogelijk gemaakt door wetenschappers en experts die, net als onze landbouwers het beste van zichzelf geven. Die aanpak van innovatie en onderzoek vloeit voort uit de wil om een topproduct af te leveren, maar het komt minstens evenzeer voort uit een besef dat dit een noodzaak is om het verschil te maken in de markt. Dan denk ik niet alleen aan de binnenlandse consument, maar zeker ook aan de buitenlandse markten.” De secretaris-generaal geeft de toehoorders ook nog mee dat de zuivelsector in 2019 de grens van 4 miljard liter melk heeft overschreden, waardoor België een van de snelste groeiers is in Europa. “Het is dus van cruciaal belang dat we ook blijven investeren in innovatie om die toppositie niet alleen behouden maar zeker nog te versterken. Ook onze minister Hilde Crevits heeft zich tot doel gesteld om die toppositie van onze land- en tuinbouwsector op wereldniveau te behouden en versterken. En dat kunnen we alleen maar door samen te werken volgens mij en daarbij zijn technologische vooruitgang, ondernemerschap en innovatie sleutelbegrippen.” Volgens de topambtenaar is het een troef dat de minister voor landbouw ook de minister voor ondernemen en innovatie is. “De landbouw en voedingsketen is bij uitstek een belangrijke economische speler in Vlaanderen die al
jaar en dag doordrongen is van ondernemerschap en innovatie.” De Clercq: “Innovatie zou ook meer inhoud moet krijgen in ons nieuw GLB-plan. Wat voor mij daarbij essentieel is, is dat het geen ivorentorenmaatregelen worden voor de happy few. Het moeten maatregelen zijn die de problemen waar de landbouw in Vlaanderen mee geconfronteerd wordt oplossen of toch minstens trachten een basis te leggen voor die oplossing. Met andere woorden: maatregelen waar het samenspel tussen landbouwers, ketenspelers, onderzoekers en wie weet ook bedrijven van buiten de sector leidt tot concrete adviezen, investeringen of projecten waarmee men aan de slag kan.” Ze merkte ook op dat innovatie een noodzaak is om “gesmaakt te blijven door de consument”. Advertentie
ZuivelZicht februari 2020
13
V I SI E
Boeren blijven eigenaar van de data
DjustConnect deelt zuivelketen meerwaarden DjustConnect, het digitale platform voor de het delen van data in Vlaamse agrovoedingsketen, gaat in maart live. De boer is en blijft eigenaar van de data en beslist of en met wie deze data worden gedeeld. Tekst: Yves De Groote
“Het grote voordeel van DjustConnect is dat het platform data op een uniforme wijze verzamelt en doorstuurt, en dit snel, neutraal én veilig”, zegt directeur Denis Volckaert van de Vlaamse dienstverlener DGZ-MCC. Zo kan de melkveehouder alle relevante kengetallen van zijn bedrijf verzamelen en koppelen met de bedrijven die hij kiest. Samen met Aveve, Boerenbond, CRV, Ilvo en Milcobel (kader) is DGZ-MCC niet alleen een deelnemer aan DjustConnect, maar ook initiator en drijvende kracht achter dit platform. “DGZ-MCC wil, in samenwerking met de sectorpartners, blijvend investeren in innovatie en synergie. En het delen van analysedata is hier onlosmakelijk mee verbonden.” Ilvo garandeert de neutraliteit van het digitale platform.
Dat is belangrijk voor alle betrokken partijen.
Keten duurzamer maken Daarnaast ziet Volckaert het platform vooral als een tool die DGZ-MCC én de hele veehouderij kan helpen om de hele voedingsketen te verduurzamen. “Ook DGZ en MCC kunnen hun data koppelen, niet alleen met de veehouders, maar ook met andere partners, zodat wij data in ons eigen systeem kunnen verwerken. Via het platform zouden wij rapporteringen voor de volledige zuivelsector in het kader van bijvoorbeeld klimaat en duurzaamheid kunnen analyseren en beschikbaar stellen.” Ook de productiewijze kan op die manier transparant worden gemaakt en de kwaliteit van de producten worden gegarandeerd.
Milcobel is een van de initiatiefnemers Vanuit de overtuiging dat het uitwisselen en beschikbaar stellen van bedrijfsgegevens en -informatie in de agrovoedingsketen een toegevoegde waarde kan hebben, is Milcobel een van de initiatiefnemers van DjustConnect. “Dit zowel op het vlak van eigen bedrijfsmanagement als op het vlak van ‘ontzorging’ bij de bedrijfsadministratie”, zegt Eddy Leloup, director Milk & Farms, Milcobel. “Net zoals meten weten is, kan informatie die beschikbaar is leiden tot bijkomende en betere inzichten.” De geüniformeerde werkwijze is een sterk punt. “Iedereen die informatie aanlevert en afneemt volgt dezelfde ‘gegevens-autostrade’ (snelweg, red.).” Voor de boeren is het een sterk punt dat hij beslist wie welke informatie mag ontvangen en gebruiken. “Dat dit gebeurt onder juridisch sluitende en gestandaardiseerde voorwaarden en vastgestelde kostprijs is eveneens een sterk punt.”
14
ZuivelZicht februari 2020
Guy Vandepoel, lid van het hoofdbestuur van Boerenbond: “Op melkveebedrijven zijn heel wat data vanuit diverse bronnen beschikbaar. Door daar slim mee om te gaan kan de boer beter en sneller de bedrijfsvoering bijsturen.” Een voorbeeld is de rantsoenberekening: door de koppeling van de data van de melkerij, ruwvoederanalyses, fokkerij en MCC kan een melkveehouder een uniek rantsoen gaan berekenen, gebaseerd op actuele kengetallen. “Boeren worden geholpen op korte termijn technisch beter te boeren.” Volgens Vandepoel is daar op heel wat groeiende melkveebedrijven zeker nog winst te halen. ”Een melkveehouder kan ook nog een stap verder, door dieper in de data te duiken en simulaties te maken over de toekomstige oriëntatie van zijn bedrijf.”
Financieel management Boerenbond zal DjustConnect gaan gebruiken om meer data op te laden in hun financieelmanagementsysteem Focus voor de land- en tuinbouwsector. Vandepoel: “Ten eerste betekent dit in de praktijk dat we de landbouwer ontzorgen; data hoeven niet telkens opnieuw ingegeven te worden, waardoor de de kans op fouten minimaal is. Een tweede voordeel is dat, door de ruime beschikbaarheid van data, het systeem zelf slimmer wordt. We kunnen gaan screenen en tussentijds simuleren, waardoor we als bedrijfseconomisch adviseurs een beter advies afleveren. En
V I SI E
DGZ-MCC wil blijvend investeren in innovatie en synergie. Het delen van analysedata is hier onlosmakelijk mee verbonden. (Foto: DGZ-MCC)
daar is het toch om te doen: de klant beter ondersteunen bij het runnen van zijn bedrijf.”
dashboard op zijn computer behoudt de boer het overzicht. Zijn eigendomsrechten zijn centraal, permanent en technologisch verzekerd.
Uitdagingen “Voor heel wat bedrijven zal de grootste uitdaging erin bestaan te investeren in oplossingen die een koppeling met het platform mogelijk maken. Daarnaast is het ook cruciaal dat men de fundamentele bereidheid om eigen data te delen – mits daar een gepaste vergoeding tegenover staat – van woord naar daad omzet”, vervolgt Volckaert. “Allereerst boerendata in boerenhanden”, zegt Vandepoel: “Om die reden hebben we het digitaal platform vanuit coöperatief geïnspireerde bedrijven en ledenorganisaties opgezet.” In de EU-Code of Conduct on agricultural data sharing, een initiatief van de Europese landbouworganisatie Copa en Cema (Europese netwerk van nationale verenigingen van fabrikanten van landbouwmachines), staat ondubbelzinnig dat de boer eigenaar is van de ruwe data. “De boer moet vertrouwen hebben en inzien dat zijn bedrijfsdata gebruikt worden om een voordeel op te leveren voor zijn bedrijf.” Concreet: de boer ontvangt aanvragen (om data te delen) waarin datagebruikers in verstaanbare taal uitleggen wat zij met de data willen aanvangen. Telkens beslist híj met een eenvoudige klik of hij zijn data in dat concrete geval deelt, of niet. Enkel de ‘aangevinkte’ data kunnen op de het platform. Via een
Voldoende data genereren Een bijkomende uitdaging is in de datasnelweg van DjustConnect voldoende data-uitwisseling te genereren, zodat dit een standaardomgeving wordt waar iedereen wil mee gekoppeld zijn. De stichtende leden (Aveve, Boerenbond, CRV, DGZ en Milcobel) engageren zich al om hun leden (boeren) warm te maken om met een open blik te kijken naar de data-deelaanvragen die ze binnen krijgen. De eerste connecterende bedrijven en de eerste op DjustConnect draaiende apps situeren zich in de melkveesector. Vandaaruit ontstaat er snel een zekere kritische massa, die een aantrekkingskracht uitoefent op veel andere bedrijven en boeren. Uiteraard is het de ambitie om snel door te groeien naar andere sectoren. Alle datagebruikers uit de agrofoodsector zijn welkom. De enige voorwaarde is dat ze de spelregels respecteren. Ilvo ziet erop toe dat niemand uitgesloten wordt van deelname. “We kunnen voor de sector ongetwijfeld een serieuze efficiëntieslag slaan”, aldus Vandepoel. “Tenslotte moeten we ons ook aansluiten bij internationale context. De initiatieven die in Nederland en Duitsland uitgerold worden volgen we sowieso op de voet.” engineered wood products
www.vidarwood.com
V I SI E
Project Melklab: tweejarig onderzoek naar kwaliteiten natuurinclusieve melk
Is kruidenrijke grasmelk echt beter en lekkerder? Melk van koeien die voornamelijk gras en kruiden vreten is lekkerder en gezonder, zo wordt vaak gezegd. Maar is dat echt zo? Het project Melklab moet de komende twee jaar meer duidelijkheid geven. Tekst: Jelle Feenstra
Melklab is een initiatief van Natuurlijk Melken 2050. Deze stichting is in 2017 opgericht door Noorderlandmelk en het Boerengilde. Noorderlandmelk is een onafhankelijke aanbieder van melk met ruim honderd melkveehouders in Noord-Nederland. Boerengilde is een samenwerking van twaalf melkveehouders die produceren met extra aandacht voor mens, dier en natuur. Zo is de melk in de Weide Weelde-zuivelpakken in de supermarkt afkomstig van Boerengilde-
Melklab onderzoekt of natuurinclusieve melk specifieke kwaliteiten heeft die interessant zijn voor marktpartijen.
16
ZuivelZicht februari 2020
en NoorderlandMelk-bedrijven. Het doel van stichting Natuurlijk Melken 2050 is om natuurinclusief melken economisch te versterken, uit te bouwen en te stimuleren. Een van de projecten die daar nu uitrolt is Melklab. In dit project wordt onderzocht of natuurinclusieve melk specifieke kwaliteiten heeft die interessant zijn voor marktpartijen. Twintig melkveebedrijven in Groningen, Friesland en de kop van Overijssel, die
hun vee vaak naar buiten sturen in kruidenrijk gras, worden hiervoor op de voet gevolgd. De melk van deze bedrijven wordt de komende twee jaar nauwkeurig onderzocht op samenstelling, smaak en eigenschappen. Het doel is om te ontdekken of deze melk unieke waarden heeft. En wat deze waarden dan zijn. De initiatiefnemers hopen zo een betere onderbouwing te krijgen van de veronderstelling dat er een duidelijke relatie is tussen de bedrijfsvoering en de
V I SI E
samenstelling van de melk van natuurinclusieve bedrijven.
Commercieel kansen “Als we die veronderstelling met harde data kunnen onderbouwen, kan dit natuurinclusieve melkveehouderij stimuleren en marktpartijen aanzetten tot nieuwe verdienmodellen”, verduidelijkt zuivelondernemer Catharinus Wierda van streekkaas De Fryske. Hij is een van de initiatiefnemers van het project. Ook zuivelverwerker CZ Rouveen is betrokken bij het project. Wierda ziet ook commercieel kansen. “Als zachtere vetten en subtielere geurmoleculen in de melk leiden tot kaas met meer smaak kan ik daar als zuivelverwerker wat mee.” Zuivellaboratorium Qlip gaat de bemonstering doen. In februari, mei, augustus en november wordt per bedrijf de melk van natuurinclusieve bedrijven meermalen bemonsterd en tot in de kleinste details geanalyseerd op onder andere vetzuren, mineralen en sporenelementen. Datzelfde wordt gedaan met gangbare melk. Studenten van Aeres maken analyses van de vegetatiesamenstelling op de onderzochte melkveebedrijven. Naast deze onderzoeken worden er bij CZ Rouveen met regelmaat proefbatches kaas gemaakt. De speurtocht moet uiteindelijk een ‘melkkompas’ opleveren, zegt projectleider Marjan Nijenbanning uit Coevorden. Dat is een gereedschap waarin alle variabelen die de smaak en de kwaliteit van melk bepalen samenkomen. “Uiteindelijk willen we concrete handvatten ontwikkelen, waarmee op het primaire melkveebedrijf belangrijke managementfactoren te beïnvloeden zijn. Zeg maar een soort van kompas dat de melkveehouder richting geeft om met zijn koeien een specifieke melksoort te produceren”, vertelt Nijenbanning. “Dat biedt zuivelverwerkers nieuwe kansen om te werken aan innovatieve producten met een duidelijke link tussen natuur en gezonde en smaakrijke melk.”
Meer vitaminen Een verkennend onderzoek van student Annet Scheen van Hogeschool Van Hall
Larenstein in 2017 gaf een aantal indicaties dat melk van koeien met kruidenrijk gras in het rantsoen leidt tot lekkerder en betere melk. Zij liet de melk van dertien melkveebedrijven in Noord-Nederland doorlichten. Om preciezer te zijn: ze zette de melk van Weide Weelde-melkveehouders tegenover die van reguliere Noorderland-melkveehouders. Daaruit kwamen aanwijzingen dat natuurinclusieve melk beschikt over een betere vetzuursamenstelling en meer mineralen en vitaminen. Uit smaaktesten kwam Weide Weeldemelk eveneens naar voren als de lekkerste. Ook kwam uit de smaaktesten een relatie naar voren met de gevoerde bijproducten. Zo produceren koeien die koolzaadstro bijgevoerd krijgen volgens de smaaktesten ‘muffere melk’ en maakten aardappelsnippers de melk ‘minder romig’. Op veel andere onderdelen werden geen verschillen gevonden. Alleen in de vetzuursamenstelling waren significante verschillen op te merken in het voordeel van veehouders die hun koeien vooral weidegras, eigen kuil en hooi voerden. Zij scoorden het gezondste profiel, met de minste verzadigde en juist de meeste onverzadigde vetzuren, alsook de gunstigste verhouding tussen de omega-vetzuren 3 en 6.
Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk
Invloed ras en lactatiestadium Melklab 2.0 gaat naast voornoemde eigenschappen ook kijken naar de invloed van ras, seizoen, weidegang en lactatiestadium op de melk onderzoeken. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden om de relatie met diergezondheid in het project te trekken. In het project wordt € 300.000 geïnvesteerd. Financiers zijn de provincie Friesland, de Europese Unie via POP3-geld en het Mesdagfonds. De deelnemende partijen, waaronder naast genoemde partijen ook Living Lab Fryslân, leveren hun bijdrage vooral in manuren. Wierda benadrukt dat het de initiatiefnemers niet te doen is om gewone melk ‘zwart’ te maken. “Wij willen met onze melk graag laten zien waar wij voor staan en waarin wij ons onderscheiden.”
Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.
www.voetsdonkers.nl
B E D R I JF
Interfood bestaat vijftig jaar
Het levenswerk van Frank van Stipdonk Interfood is een van de grote spelers in de internationale handel in zuivelproducten. Dit jaar bestaat de onderneming vijftig jaar. Een gesprek met eigenaar Frank van Stipdonk: hoe een ambitieuze jongen zijn talent ontdekte en een miljardenbedrijf bouwde. Tekst: Jeen Akkerman
In het voorjaar van 1978 belde Frank van Stipdonk aan bij Interfood in Hapert. Hij had een afspraak voor een sollicitatiegesprek over de functie van logistiek medewerker. De toen twintigjarige jongeman stond te trappelen om aan het werk te gaan na zijn voltooide HTS-opleiding. De jonge Frank werd aangenomen. Logistiek kende hij wel, maar “ik wist niet wat melkpoeder was”, zegt de man die nu aan het hoofd staat van een wereldwijd handelsbedrijf in diverse zuivelproducten. Hij was destijds de vierde medewerker van het bedrijf dat Jules Joosten in 1970 oprichtte. In de beginjaren bestond de handel vooral uit kalvermelkpoeder voor Italië en ingeblikte condens voor Griekenland. Jongste bediende Van Stipdonk zorgde ervoor dat de vrachtwagens met het juiste product op het afgesproken tijdstip arriveerden bij de klanten in deze landen.
Zelf handelen
Frank van Stipdonk: “Je moet kansen zien en adequaat reageren.” (Foto’s: Ivo Hutten)
18
ZuivelZicht februari 2020
In het kleine team van vier mensen komt het regelmatig voor dat mensen elkaar vervingen. “Joosten was niet altijd op kantoor, dus dan nam ik de telefoon op. Voor ik het wist, was ik zelf aan het handelen”, herinnert Van Stipdonk zich. Al na een paar jaar wordt hij medeverantwoordelijk voor commercie.
In de jaren tachtig groeit Interfood in zowel werkgebied als productenportfolio. Weipoeder, magere melkpoeder en grondstoffen voor de kalvermelkindustrie worden onderdeel van het productenpakket dat Interfood aanbiedt. Niet alleen aan klanten in Italië en Griekenland, maar ook steeds vaker in Frankrijk, België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Daarnaast gaat de onderneming ook steeds meer naar buiten de EU exporteren.
Talent Interfood heeft de wind in de zeilen, Van Stipdonk blijkt een commercieel talent. “Met de hulp van geweldig leuke mensen, af en toe een beetje geluk en hard werken”, nuanceert hij zijn eigen rol. Al in 1985 wordt hij medeaandeelhouder en adjunct-directeur. In 1990, Interfood telt dan zestien medewerkers, overlijdt oprichter Jules Joosten onverwacht. Van Stipdonk neemt alle aandelen over van de familie. Hij herinnert zich nog goed dat hij naar de bank ging om hiervoor een lening af te sluiten. “Ik zag natuurlijk mogelijkheden, maar mijn vrouw en ik hadden toen drie kleine kinderen, dus je vraagt je ook wel af hoeveel risico je kunt of moet nemen.” Van Stipdonk zag in die jaren ook bedreigingen. Mede onder invloed van de productiebeperking in de Europese melkveehouderij vond een consolidatieslag plaats in de zuivel. Ook het aantal afnemers in de voedingsindustrie nam door fusies af. “Ik zag dat Europa voor de zuivelhandel kleiner werd. Daarom zijn we in die jaren nieuwe mogelijkheden gaan verkennen buiten Europa.” Door in verschillende regio’s van de
B E D R I JF
In vijftig jaar naar meer dan € 2 miljard Interfood is met een jaarlijks volume van 1 miljoen ton product wereldwijd een van de leidende handelsondernemingen in zuivelproducten en -grondstoffen. Het bedrijf dat dit jaar zijn vijftigjarig jubileum viert heeft een jaaromzet van ruim € 2 miljard en maakte in 2018 een winst van € 18 miljoen. Met vestigingen in Eindhoven, Warschau, Sint Petersburg, Dubai, Peking, Singapore, Melbourne, Algiers, Dakar, Montevideo, Sao Paulo, Mexico City en Miami is de onderneming actief op alle continenten, met uitzondering van Antarctica. Van de twintig grootste voedingsbedrijven in de wereld zijn er diverse vaste klant van Interfood. Dat is het resultaat van een niet aflatende focus op het bouwen van relaties met afnemers. De waarden betrouwbaarheid, meedenken en kennis combineert Interfood met het behoud van een informele familiecultuur. Dat leidt niet alleen tot trouwe klanten, maar ook tot sterke relaties met toeleverende zuivelondernemingen. En tot loyale medewerkers die graag en lang voor Interfood werken. Van de huidige driehonderd medewerkers is er een tiental langer dan 25 jaar in dienst.
wereld zowel de inkoop als de verkoop van een breed pakket aan zuivelproducten te organiseren, voorzag Van Stipdonk Interfood van een steviger fundament. Hoe hij dat deed? Hij kijkt even uit het raam van de monumentale villa aan de statige Parklaan in Eindhoven waar hij kantoor houdt. “Trial and error, dus vallen en opstaan”, zegt hij dan met een glimlach.
Alle continenten De opbouw van een wereldomspannend netwerk is inmiddels voltooid (zie kader). Allerlei vormen van samenwerking zijn daarbij uitgeprobeerd, uiteindelijk heeft het geresulteerd in een duidelijke filosofie: louter 100 procent dochterondernemingen zonder inmenging van derde partijen. Wie verwacht dat zo’n wereldwijd opererend handelsbedrijf vooral bezig is met ingewikkelde financiële constructies zoals hedging en opties, heeft het mis. “Natuurlijk maken we gebruik van alle mogelijkheden die er zijn om risico’s te beperken. Maar dat is slechts een klein deel van het werk van onze mensen. Voor 90 procent zijn we met niets anders bezig dan waar we ooit mee begonnen: ervoor zorgen dat onze klanten de zuivelgrondstoffen krijgen die ze nodig hebben voor hun productie.” Dat betreft inmiddels een breed spec-
trum aan zuivelproducten: allerlei melkpoeders, boter, kaas, (eiwit)ingrediënten, vloeibare melk, concentraten en gecondenseerde en geëvaporeerde melk. Daarmee voegt Interfood waarde toe, zo weet Van Stipdonk. “De voedingsindustrie vraagt om grondstoffen met specifieke kwaliteiten op het juiste moment. Wij kunnen onze afnemers garanderen dat ze die producten krijgen, omdat we de markt goed kennen. Daarmee bouwen we relaties, de overgrote meerderheid van onze leveranciers en klanten doet al jarenlang zaken met Interfood.”
Actief deelnemen Dat leidt ertoe dat Interfood inmiddels meer is dan een handelsbedrijf. Het bedrijf neemt ook actief deel in meerdere zuivelondernemingen om gezamenlijk nog betere grondstoffen voor de voedingsindustrie te ontwikkelen. Gevraagd naar voorbeelden wijst Van Stipdonk op de deelneming van € 15 miljoen in de nieuwe kaasfabriek van de Estlandse zuivelcoöperatie Epiim in 2018. Er zijn meer voorbeelden, ook dichter bij huis, maar daarover worden geen details verstrekt. “Je moet kansen zien en adequaat reageren”, aldus Van Stipdonk. Dat is in de afgelopen vijftig jaar vaak goed gegaan, maar soms moet er leergeld
B E D R I JF
worden betaald. Enkele jaren geleden ging Interfood ook handelen in producten zoals zetmeel. Het leek een logische stap nu plantaardige ingrediënten meer in de belangstelling staan bij de voedingsindustrie. Voor de zuivelmensen van Interfood bleek het toch niet te werken. Inmiddels is de eerste zin op de website van de onderneming weer: ‘We love dairy’.
Opkomende markten Zeker in het afgelopen decennium heeft Interfood volop geprofiteerd van de groei in opkomende markten, vooral in Azië en Zuid-Amerika. Maar ook een nieuwe trend in de voedingsindustrie is volgens van Stipdonk belangrijk. “Lange tijd zag je dat foodbedrijven hun zuivelgrondstoffen bij voorkeur rechtstreeks inkochten bij de zuivelindustrie zelf. Inmiddels groeit het besef dat wij als handel waarde toevoegen door onze kennis en expertise van de markt, met name waar het om specifieke kwaliteiten gaat.” Dit leidt ertoe dat Interfood ook vaker langlopende contracten afsluit, zeker met afnemers die al lang klant zijn. “Zij weten dat we altijd onze afspraken nakomen. Dat doen we op basis van strikte positieregels binnen ons bedrijf.” Hoewel de vooruitzichten voor de zuivel
Het kantoor in Bladel waar 150 specialisten van Interfood zuivelgrondstoffen aan- en verkopen.
in Europa niet louter positief zijn (zie ook kader), ziet Van Stipdonk voor Interfood goede mogelijkheden om verder te groeien. “Met onze structuur kunnen we kopen in de regio met de beste aanvoer en verkopen in de regio met de meeste vraag.” Daarvoor is het
‘Nederlandse melkveehouderij dreigt achterop te raken’ Voor wereldspeler Interfood wordt Europa relatief minder belangrijk. De groei zit in Azië en Zuid-Amerika. En binnen Europa wordt Nederland minder interessant. Voor de onderneming is dat geen probleem, handel is handel. Voor Frank van Stipdonk is het wel aanleiding voor een waarschuwing. “Na de afschaffing van de superheffing zag je in Nederland de kortstondige euforie. Nieuwe stallen schoten als paddenstoelen uit de grond, de schaalvergroting leek door te zetten. Door allerlei beperkingen is dat nu niet meer het geval. De melkveehouders kunnen hun productie bijna niet meer opvoeren door meer melk uit de koeien te trekken; dat gaat ten koste van het dierenwelzijn. Ondertussen stijgen de kosten wel door. Alleen als de kostprijs omlaaggaat, blijft Nederland internationaal interessant. Ik denk dat daarvoor toch schaalvergroting nodig is. Als je de schaal in Nederland vergelijkt met belangrijke productiegebieden elders in de wereld, lopen we al flink achter. Ik wil me niet bemoeien met de politiek, maar er zal iets moeten gebeuren.”
20
ZuivelZicht februari 2020
internationale netwerk een uitstekend vehikel, met aansturing en ondersteuning vanuit Bladel, de vestiging waar 150 specialisten van Interfood hun werk doen. Het geheel wordt bestuurd door ceo Frank van Stipdonk, samen met financieel directeur Stan Sweep en commercieel directeur Edwin van Stipdonk, zoon van Frank.
Opvolging Er staat een mooie onderneming, die jaarlijks groeit. Van Stipdonk kan tevreden zijn. Afgelopen jaar werd hij gekozen tot voorzitter van Eucolait, een Europese organisatie van zuivelhandelaren. Een belangrijke en ook eervolle positie. Is die verkiezing, samen met het vijftigjarig jubileum van Interfood in 2020 niet de gelegenheid bij uitstek om afscheid te nemen? “Nee, nee, nee”, klinkt het resoluut, nu even zonder glimlach. Vragen over zijn opvolging zijn niet aan de orde. Natuurlijk wordt er nagedacht over de toekomst, inclusief de overdracht van het management. “U kunt ervan uitgaan dat we dat op tijd en zorgvuldig zullen doen.”
MARK T
Van melkstal naar tafel
Korte ketens kunnen een gezonde marge opleveren Zuivel en kaas komen steeds vaker via een korte keten op tafel. Melkveehouders nemen deel aan een concept dat consumenten waarderen: via zo weinig mogelijk schakels in de keten een vers, kwalitatief en herkenbaar product van de boer uit de buurt. Enkele initiatieven belicht. Tekst: Ria Besseling
BoerThijs De nieuwe winkel van BoerThijs in winkelcentrum Stadspoort in Ede is een automatiek gevuld met verse producten uit de regio. In de onbemande winkel in boerderijsfeer kan de klant op een touchscreen bestellen, pinnen en vervolgens een kluisje met het gewenste
Melkveehouder Roel van Dijk en collega Art Wolleswinkel leveren melk en kaas aan versautomatiek BoerThijs in Ede. (Foto: BoerThijs)
product openen. Online bestellen via de website kan ook. Het assortiment bestaat uit zuivel, kaas, eieren, groenten, fruit en vlees. Melkveehouder Roel van Dijk van melk- en vleesboerderij Het Binnenveld in Rhenen is een van de zes veehouders die aan dit concept deelnemen. Hij levert volle melk, volle yoghurt, vanillevla, geitenkaas en enkele vleesproducten aan BoerThijs. ”Wij melken 75 koeien, maken al kaas en leveren nu ook verse zuivel aan de winkel. Het is nog in opstart met wekelijks 200 tot 220 liter, maar er zit potentie in.” Van Dijk heeft ervaring met werken in de korte keten. “Tien jaar geleden begonnen we met het verwerken van jaarlijks 150 vleeskoeien. Er zijn nu acht vleesverkooppunten waaronder onze eigen boerderijwinkel en we leveren aan winkels, horeca en zorginstellingen. Vijf, zes jaar geleden kwam hier kaasmaken bij. Op dit moment produceren we alles voor de korte keten. Je kunt dus zeggen dat we ervaring hebben. We hebben geleerd om ons verhaal onder de aandacht te brengen, ons open te stellen en een adviesrol voor de consument te vervullen.” Collega Art Wolleswinkel in Renswoude levert de melk aan Zuivelfabriek De Graafstroom waar de melk tot kaas voor BoerThijs wordt verwerkt. Op deze manier probeert de winkel de korte
keten in stand te houden. De automatiek heeft kaas in diverse leeftijden voor de klant. De versautomatiek is een idee van Dirk Fuite en Wim Gerritsen van Fuite Veevoeders. “We zaten al langer te denken om op kleine schaal producten rechtstreeks van de boer te verkopen”, vertelt Fuite. “Bij een aantal boeren waar we voor ons werk komen was die gedachte er ook. Samen hebben we dit concept bedacht: de boerderijwinkel midden in het centrum van de stad. Je ziet vaak langs de weg automaten of huisjes waar producten worden verkocht. Wij hebben de verkoopautomaat naar de stad gehaald, op grotere schaal neergezet en meer verschillende producten uit de buurt erin gelegd. Wanneer we producten naast elkaar leggen kan dit elkaar in de verkoop versterken. ” Fuite en Gerritsen zijn verantwoordelijk voor het bijvullen van de kluisjes. De eerste ervaringen zijn positief. “De klanten zijn er goed over te spreken. We krijgen gelukkig vaak te horen dat de producten goed smaken, dat de prijs-kwaliteitverhouding goed is en dat het systeem gemakkelijk werkt. Qua omzet zijn we ook tevreden. De vanillevla is vanwege de lekkere smaak een echte hardloper. We hebben veel mensen die nu al regelmatig een deel van hun boodschappen bij ons doen. Vaste klanten dus.”
ZuivelZicht februari 2020
21
MARK T
De Melkbrouwerij
De Streekboer
De Melkbrouwerij is een concept van Rick en Arjuna Huis in ’t Veld uit Lettele. Zij verwerken jaarlijks 50.000 liter melk van de 45 koeien op hun extensieve biologische melkveebedrijf tot dagverse zuivelproducten in flessen met eigen logo. Dat is een vijfde van de totale productie, die grotendeels naar coöperatie Eko Holland gaat. De melk die zij zelf verwerken gaat voor € 1,50 per liter melk en € 2 per liter yoghurt rechtstreeks naar de leden (consumenten) en naar supermarkten, winkels, koffiezaken en restaurants in naburig Deventer. De leden kunnen met hun abonnement zelf de producten ophalen op de boerderij. Rick en Arjuna willen in de toekomst afhaalpunten in Deventer opzetten. De ongeveer 50 cent marge per liter is volgens Rick Huis in ‘t Veld essentieel om te kunnen investeren in kleinschalige productie, natuur, landschap, bodem en dierenwelzijn. “Die marge is weliswaar kostendekkend, maar vooral qua arbeid niet helemaal efficiënt omdat we op een kleinschalige manier werken.” De korte keten van De Melkbrouwerij gaat breder dan zuivel. Beide ondernemers zetten zich in om kleinschalige agrarische bedrijven rondom Deventer te verbinden met gemeenschappen en met leden in de stad.
De Streekboer is een platform dat in totaal vijftig boeren in Friesland helpt met de verkoop van lokale producten waaronder zuivel aan de consument. Er doen tien zuivel- en kaasboeren mee. Consumenten kunnen via de site van De Streekboer wekelijks een bestelling plaatsen bij lokale boeren. Iedere donderdag worden alle bestellingen door de boeren verzameld en ingepakt per klant. Klanten kunnen deze dan afhalen op een van de afhaalpunten in Friesland en Groningen. Inmiddels maken ruim zevenhonderd huishoudens er gebruik van. “We hebben als Streekboer veel contact met andere initiatieven in de regio”, vertelt Janco Heida, samen met Sandra Ronde oprichter van De Streekboer. “Zo werken we samen met de winkel Jouw Dagelijkse Kost in Leeuwarden. Dit jaar is De Streekboer ook begonnen met een nieuwe coöperatie om samen bedrijven dagelijks te bevoorraden met Streekboerproducten. Hierbij zijn ook zes zelfzuivelaars. Zij werken nu samen met onder andere een hogeschool, een middelbare school en een ziekenhuis.” De Streekboer werkte tot voor kort samen met boeren in een straal van 40 kilometer rond een verzamelpunt. Nu zijn dat boeren in heel NoordNederland. De ondernemers, die variëren van kleine hobbyboeren tot grote boerenbedrijven, bieden gezamenlijk een compleet assortiment. De klant kan – naast groenten, fruit, vlees en droogwaren – online bestelde boerenzuivel en boerenkaas afhalen van bijvoorbeeld Kaasboerderij De Gelder, Buurvrouw Durkje, Westerleane, De Wylde Boerinne, Rispens Schapenkaas, De Molkerij, Geitenhouderij Ter Veen, Kleikracht, Doetie’s Geiten en Nesser schapenkaas. De resultaten van de samenwerking zijn gunstig, ziet Heida. Zuivel- en kaasboerderijen konden hun afzet via De Streekboer vergroten. “Kaasmakerij Buurvrouw Durkje in Vegelinsoord ging dankzij De Streekboer van zeven naar 23 melkkoeien en verwacht dat ze er bij veertig melkkoeien volledig met haar gezin van kan bestaan.”
De klant kan bij De Streekboer online bestelde boerenzuivel en boerenkaas afhalen van bijvoorbeeld kaas- en zuivelmakerij Buurvrouw Durkje in Vegelinsoord (Foto: De Streekboer)
22
ZuivelZicht februari 2020
Rick en Arjuna Huis in ’t Veld van De Melkbrouwerij verwerken van de 45 koeien op hun extensieve biologische melkveebedrijf jaarlijks 50.000 liter melk tot dagverse zuivelproducten in flessen met eigen logo. (Foto: De Melkbrouwerij)
”Zuivelboerderij Westerleane begon drie jaar geleden zeer succesvol. Het bedrijf hoopt dat het met zelfzuivelen ooit van hun tachtig melkkoeien naar minder koeien toe kan. Nu ze zo bewust met de consument samenwerken zijn ze ook bezig om hun bedrijf gezonder in te richten voor een gezonder product. Dat betekent dat ze bezig zijn hun bodem gezond te maken en kunstmest af te bouwen. Ze verdienen zelf meer aan dezelfde melk, vooral omdat ze zelf alle melk verwerken en voor die werkzaamheden worden betaald.”
Boerschappen Boerschappen bezorgt sinds kort landelijk. Deze bezorgservice van Stijn Markusse en Stephanie Vellekoop reed zes jaar geleden vanuit Breda met maaltijdenboxen met lokale versproducten naar ophaalpunten en naar klanten in Eindhoven, Breda, ‘s-Hertogenbosch en Tilburg. Om klanten in de Randstad te bedienen zoekt Boerschappen samenwerking met boeren rond de grote steden. Zij krijgen dan zuivel en kaas van een boer uit de buurt bezorgd. “Dit plan zal de komende jaren worden uitgerold, vertelt Markusse. “We bezorgen overigens niet met een logistieke partner, maar in eigen beheer door het opzetten van regionale hubs, zoals we nu ook in Brabant hebben.” De klant krijgt nu boxen met vers van rond honderd boeren uit met name Brabant thuis. Zuivelboerderijen De Leyedaeler, QarcZuivel, de Driehoek in Oosterhout, geitenboerderij Polle, de Stoerderij en
MARK T
den Eelder behoren tot de leverende boeren aan Boerschappen. Boerschappen besteedt 70 procent van de omzet aan producten. Markusse: “We bieden dus veel waarde voor ons geld. Bovendien zijn we heel streng op gebruik van onnodige ingrediënten zoals suiker, maar ook op rode enummers. We zijn dus heel clean.” “Het resultaat voor de boer is een heel stabiele onderstroom van afzet, omdat we vaak een jaarplanning maken, vertelt de ondernemer. “De boer in een korte keten krijgt een betere kostendekkende prijs voor de producten. Hoe groot die meerafzet is voor zuivel- en kaasboerderijen kan ik niet zeggen, maar wij nemen voor zo’n € 200.000 per jaar zuivel af. Dit groeit enorm.” De dienst levert nu aan ongeveer 2.500 klanten. Dat zijn niet alleen consumenten, maar ook horeca-, foodservicebedrijven en tankstations. In de eigen winkel Faim in Breda wordt eveneens vers van de boer verkocht. Boerschappen wil de komende jaren enorm opschalen. “Wat we in Brabant doen gaan we vermenigvuldigen: dus lokale boeren, lokale klanten.”
Crisp: app-only Crisp onderscheidt zich als korteketenconcept voor betere versproducten. Het assortiment bestaat uit producten van ruim 360 boeren, kwekers en makers.
App-onlysuper Crisp bezorgt beter vers. ’s Avonds voor 22.00 uur via de app besteld is de volgende dag geleverd in een tijdvak van één uur. (Foto: Crisp)
“Waar mogelijk werken we direct samen met de producent, teler, veehouder en makers”, vertelt Michiel Roodenburg, een van de oprichters. “In sommige gevallen is het noodzakelijk om samen te werken met een tussenschakel. Niet alle kaasmakers bijvoorbeeld zijn zelf in staat direct en gepositioneerd aan ons aan te leveren. Hiervoor werken we samen met een partner die speciaal voor ons de kazen op een gewenst gewicht afsnijdt.” Voor zuivel werkt de app-onlyverssuper samen met Weerribben, Pur Natur, den Eelder en Windmolenkaas – een van de achttien Nederlandse kaasmakers die samen een selectie van negentig kazen aanbieden. De app is volgens Roodenburg een mooi podium om producten, de toepassing ervan en de maker uit te lichten en zo de smaakbeleving te laden. ”Mooie producten die goed te herleiden zijn naar de maker en zijn verhaal slaan aan. Een product met een verhaal leidt tot vaste zuivel en kaasbestellers; storytelling is het onderscheid van de toekomst. De toevoeging van den Eelder heeft in korte tijd een grote schare fans opgebouwd die de producten veelvuldig blijven kopen. Boerderijzuivel past goed bij Crisp, de onderscheidende smaak, de transparante herkomst en de natuurlijke samenstelling maken het compleet voor de klant.” “Bij onze boerenkazen zie je dat de bovenkant van onze verkopen wordt gevuld door een aantal kazen van verschillende makers die dicht bij elkaar liggen qua omzet. De klant waardeert hierin het kaaswinkel gevoel dat we proberen te geven. We benadrukken dit door onze kazen ook vers gesneden met de hand in kaaspapier uit te leveren.” De hogere marge in deze korte keten is kostendekkend en voldoende voor investeren. “De combinatie van een relatief hoge marge op vers voedsel, direct van de bron inkopen, een effectieve zelfgebouwde supplychain en een relatief hoog aankoopbedrag zorgen voor een gezonde marge”, aldus de ondernemer. Crisp streeft naar verdere groei met zijn aanbod in beter vers. Daarvoor haalde het bedrijf vorig jaar juni € 5 miljoen aan groeikapitaal op bij
QarcZuivel is een van de leverende boeren aan Boerschappen. “Het resultaat voor de boer is een hele stabiele onderstroom van afzet.” (Foto: Boerschappen)
Nederlandse investeerders. Bij de start in november 2018 haalde de retailer bij dezelfde partijen ook € 3 miljoen binnen. De verssuper stelt zich ten doel om met een groter wordend assortiment de vindbaarheid van producten te vergroten. “Daarnaast willen we veel doen op het gebied van relevantie; wat kun je kopen, waarom zou je dit moeten kopen en wat kun je ermee doen? Hier willen we ook de makers meer bij betrekken.” De landelijke levering vindt plaats vanuit een centraal distributiecentrum in Amsterdam. Het brengen van kwaliteitsvers in een geselecteerd aanbod maakt kiezen voor kwaliteit voor de klant gemakkelijk, ondersteund met zes dagen per week de volgende dag bezorgen. Klanten bestellen via de app een compleet pakket dagelijkse versproducten. Het zijn kopers van 25 tot 55 jaar met een sterke vertegenwoordiging van drukke gezinnen uit de Randstad. Zij bestellen een of twee keer per week hun boodschappen bij Crisp: veel zuivel, groenten en fruit, vis, vlees, brood, houdbaar en dranken. Een gemiddelde bestelling bevat 35 producten, het overgrote aandeel bestaat uit herhaalaankopen en prijzen zijn in lijn met de grote supermarkten.
ZuivelZicht februari 2020
23
MARK T
Groei biologisch houdt aan
Omschakelen naar biologisch blijft in trek DLV Advies hield tijdens de Bio-beurs vorige maand een workshop over de bedrijfseconomische perspectieven van de biologische melkveehouderij. Omdat de markt ruimte biedt, was er veel belangstelling voor de bijeenkomst. Melkveehouders blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Tekst: Ria Besseling
Het fosfaatreductieplan van drie jaar geleden dwong melkveehouders om te zoeken naar nieuwe verdienmodellen voor de toekomst. Omschakelen naar biologische bedrijfsvoering blijft sindsdien in trek in de sector, vertellen Edith Finke van DLV Rundvee Advies en Kees Water van Ekopart tijdens hun workshop onlangs op de Bio-beurs. Op dit moment gaat ook de biologische zuivelsector weer mee in de trend naar biologische voeding. Dat was tot voor
kort namelijk niet het geval. In 2018 stagneerde de groei na een aanvankelijke uitbreiding van het aantal biologische melkveebedrijven. Daarvan zijn er inmiddels circa vijfhonderd in Nederland. “Twee jaar geleden was is een enorme groei, nadat het aantal biologische bedrijven een aantal jaren vrij stabiel was gebleven. Deze extra melk is in het najaar van 2018 op de markt gekomen. De groei zal zich dit jaar ook doorzetten,
De verwachting is dat de biologische melkprijs de komende jaren vrij stabiel blijft.
24
ZuivelZicht februari 2020
maar niet in zulke grote aantallen”, verwacht Edith Finke, adviseur rundvee bij DLV Advies.
Stabiele melkprijs De uitbreiding van het aantal bedrijven zal geen invloed hebben op de uitbetaalde biologische melkprijs, verwacht de adviseur. Deze bleef stabiel met in 2017 en 2018 respectievelijk 47 en 49 cent per kg melk. “Het prijsverschil tussen gangbaar en biologisch is sinds 2012 11 à 12 cent per liter melk”, ziet Kees Water van Ekopart. De verwachting is dat de prijs de komende jaren vrij stabiel blijft. Hoe kunnen melkveehouders op de marktontwikkelingen inspelen, rekening houdend met actuele wetgeving zoals fosfaatrechten? De adviseur stelt vier modellen voor waarmee de gangbare melkveehouder kan omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering. “Dat is allereerst uitgaan van de huidige situatie, dat wil zeggen biologisch ruwvoer in de markt aankopen en mest afzetten. Dan samenwerken met natuurorganisaties. Dit betekent dat met uitbreiding van grond de bedrijfsvoering extensiever wordt en er meer grond in beheer is. De derde optie is afbouwen van de productie ofwel de veestapel afstemmen op het aantal hectaren grond en tot slot samenwerken met biologische akkerbouwbedrijven. De akkerbouwer teelt gras en klaver of andere voederge-
MARK T
wassen en neemt de mest van de melkveehouder af.” Al zal de kersverse biologische melkveehouder minder last van prijsschommelingen hebben, alleen de focus op de melkprijs houden is niet reëel. Finke: “Biologisch krachtvoer vormt een forse kostenpost en aankoop van ruwvoer is duur. Aankoop van snijmais is niet altijd mogelijk; de prijs ligt doorgaans op € 95 per ton.”
Gemotiveerd omschakelen “Als boeren willen omschakelen, dan moeten zij dit gemotiveerd doen”, stelt Finke. “Het bedrijf moet voldoende extensief zijn of een samenwerking kunnen aangaan met een biologische akkerbouwer in de regio. Als een boer voldoende fosfaatrechten heeft, zou hij fosfaatrechten kunnen verkopen en minder koeien kunnen gaan melken, maar dit is niet voor elk bedrijf een optie.” Over de mogelijkheden die het toekomstscenario voor bestaande biologische bedrijven geeft, zegt de adviseur dat de meeste bedrijven ook verder zullen optimaliseren. “Dit kan op verschillende manieren. Zorgen voor een goede kwaliteit ruwvoer blijft een belangrijk punt om voldoende melk af te leveren. Ook wanneer ondernemers wat meer grond tot hun beschikking krijgen en niet meer koeien willen gaan houden is het advies om eens te gaan kijken of het ook anders kan.” “Een andere overweging is het bedrijf verder ontwikkelen richting duurzaamheid, dierwelzijn en biodiversiteit. Er kan prima worden geboerd zonder kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen, maar dat betekent wel een andere bedrijfsopzet”, is haar conclusie. Bij 10.000 tot 13.000 kilo melk per hectare ontstaan er voor gangbare melkveehouders goede economische perspectieven voor omschakeling. “Maar als een melkveehouder te intensief onderneemt kan hij ook kijken of er mogelijkheden zijn om natuurgronden bij het bedrijf te betrekken of nagaan of er een structurele samenwerking mogelijk is met een akkerbouwer. Gras
en klaver van maaiweiden is prachtig voer waar koeien goed melk van kunnen geven en de akkerbouwer hier weer mooie mest voor terugkrijgt.”
Natuurlijke kringloop Melkveehouder Peter Oosterhof besprak als koploper in biodiversiteit in een workshop zijn aanpak gericht op kringloop, maximale weidegang en brede mengsels die hij sinds vorig jaar in een biologische bedrijfsvoering hanteert. Zijn ambitie: gezonde voeding produceren in een zo natuurlijk mogelijke omgeving door zo veel mogelijk de bestaande natuurlijke kringloop te benutten. Op termijn moet hier een systeem uit voortkomen dat meer CO2 vastlegt dan uitstoot, zo legde hij uit. Door deze andere manier van boeren heeft de melkveehouder in Foxwolde het gevoel het stuur weer meer zelf in handen te hebben in plaats van het ‘kopen’ van oplossingen. “Ik ben weer meer boer. Vroeger was ik een verdienmodel, nu heb ik een verdienmodel. Meer met minder en ook nog eens heel toekomstbestendig”, stelt hij.
Bodem als basis De werkwijze op het bedrijf van Oosterhof begint bij een goed functionerende bodem. Dit betekent geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest, mest bodemvriendelijk uitrijden ofwel bovengronds, in kleine porties en bij regenachtig weer. Er is minder ammoniakuitstoot en minder belasting van het bodemleven. Met maximaal weidegang, 250 dagen of meer met zoveel mogelijk dag en nacht weiden, wordt er minder mest uitgereden. De mest die door weidegang ontstaat, komt op een natuurlijke manier het land op. “Geen vermenging van mest met urine betekent geen uitstoot”, zegt Oosterhof. “De stikstof in de uit te rijden drijfmest is veelal organisch gebonden. Door het weiden gaat het gras zo vers mogelijk de koe in: de hoogste voederwaarde direct benut.” De grond op het bedrijf van Oosterhof is volledig in gebruik als grasland. “Koeien gevoerd met gras leveren gezonde melk.
Er schijnt meer omega 3 in te zitten. Het grasland bestaat uit gras en klavers en kruiden zoals duizendblad, smalle weegbree en cichorei. De grassen bestaan uit Engels raaigras en uit diep wortelende grassen, zoals kropaar en rietzwenkgras. Al deze planten zorgen voor een goede wisselwerking tussen de wortels en ander micro-organismen in de bodem. Voedingsstoffen worden efficiënt vastgelegd, opgenomen of afgegeven.”
Boerennatuur Koeien, weidevogels en wilde bijen: wat kan de melkveehouder doen voor wilde bijen en weidevogels? Melkveehouder Alex Datema in Niekerk ging tijdens de workshop in op de maatregelen die hij op zijn bedrijf toepast. De voorzitter van Boerennatuur houdt 110 koeien op 70 hectare grasland met 15 hectare weidevogelbeheer. Hij besteedt al zo’n vijftien jaar extra aandacht aan weidevogelbeheer.
‘Als boeren willen omschakelen, dan moeten zij dit gemotiveerd doen’ Beheer en schaalniveau leiden tot succes, is zijn ervaring. “Een klein beetje uitgesteld maaien helpt niet. Er is echt beheer nodig voor weidevogels en wilde bijen op je bedrijf. De drie pijlers uitgesteld maaien, kruidenrijk en plasdras plus organisatie op voldoende schaalniveau, dus 100 hectare of meer, kunnen weidevogelbeheer tot een succes maken. Ook het gebied ofwel een open landschap is belangrijk. Als individuele boer zijn er minder kansen, je moet dit gezamenlijk uitvoeren.” Wanneer er meer geld vrijkomt wil hij nog meer aan beheer doen. “Er is nu geen geld voor, maar dan zou ik ook de aandacht voor insecten en vlinders willen uitbreiden. De randen van de percelen op ons bedrijf, gemiddeld 2,3 hectare, zou ik dan 1 à 2 meter niet willen bemesten zodat er in het voorjaar randen met kruidenrijk grasland ontstaan.”
ZuivelZicht februari 2020
25
MARK T
Analyse Annual Insight
Nederland en België grote groeiers in yoghurtproductie Annual Insight analyseert maandelijks in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maand een schets van de yoghurtmarkt in Europa. Tekst: Robert den Hertog
Bij de analyse van de Europese yoghurtmarkt kijken we naar de productiecijfers van de brede categorie ‘aangezuurde melk’. Ook kijken we naar de handelsdata van magere en halfvolle yoghurt (minder of gelijk aan 3 procent vet), volle yoghurt (3 tot 6 procent vet) en de zogenoemde landenyoghurt met meer dan 6 procent vet. Melk, vla en room zijn expliciet niet in deze data opgenomen. Op basis van de cijfers zijn de volgende conclusies te trekken: • Bijna 60 procent van de yoghurtproductie is afkomstig uit vier landen. De grootste producent is zelfs een niet-Europees land, Turkije. Er zijn verschillende signalen van groei van de (vette) yoghurtmarkt; • Nederland en België bevinden zich onder de topgroeiers als we kijken naar yoghurtproductie. Nederland laat daarnaast een significante importgroei zien; • We zien een groei van de markt voor vette (meer dan 6 procent) en ongezoete yoghurt. Ook in het ‘minder-vet-georiënteerde’ ZuidEuropa wordt meer vette yoghurt geconsumeerd. De Europese yoghurtproductie (inclusief Turkije) bedroeg in 2018 10,6 miljard kilogram. De vier landen met een De Nederlandse consument is een fervent afnemer van vettere yoghurt.
26
ZuivelZicht februari 2020
MARK T
productie boven de miljoen ton per jaar hebben een gezamenlijk marktaandeel van 59 procent. Dit zijn Turkije (1,9 miljoen ton), Duitsland (1,8), Frankrijk (1,4) en Spanje (1,0). De meeste productie vindt plaats in Westen Midden-Europa. Polen is de uitzondering van Oost-Europa, want over het algemeen is de yoghurtproductie per land in deze regio aan de lage kant. Nederland is met een productie van meer dan 300 miljoen kilogram en een marktaandeel van ongeveer 3 procent een relevante speler op het gebied van yoghurtproductie.
Danone Binnen de top 10 productielanden van yoghurt zien we een enkele landen die tussen 2015 en 2018 een sterke groei
hebben laten zien: België (+25 procent), Nederland (+21 procent) en het Verenigd Koninkrijk (+17 procent). Het wordt nog interessanter wanneer we deze ontwikkelingen koppelen aan de spelers achter deze groei. We nemen België, het land met de hoogste groei in deze periode, en tevens de vestigingslocatie van een van de grootste (zo niet de grootste) yoghurtfabrieken van Europa: de fabriek van Danone in Rotselaar. De volume-uitbreiding van het bedrijf heeft een significante impact gehad op de Belgische export van yoghurt en zuiveldranken. Wat weten we van Danone België? Een aantal zaken op een rij. De fabriek had in 2018/2019 een productiecapaciteit van 300.000 ton per jaar en een dekkingsgraad van circa 80 procent.
Inzicht in productie en handelsstromen De AnnualInsight Market Monitor biedt maandelijks inzicht in de landelijke productievolumes en internationale handelsstromen van belangrijke voedingsmiddelen, in een interactieve BI-omgeving. Daarmee krijgt de gebruiker de mogelijkheid de omvang van een markt te bepalen en zijn aandeel hierin. Ook groeimarkten en trends kunnen worden gesignaleerd, inclusief het aandeel van de gebruiker in de exportstroom naar bepaalde landen.
Tussen 2014-2016 nam de productiecapaciteit toe met 34 procent naar 250.000 ton. Uitgaande van een exportpercentage van 75 procent betekent dit een extra 44.000 ton aan zuivelexport. Het productportfolio bestaat uit yoghurt van de merken Activia, Danette, Oikos, Danio, Danone, Vitalinea en drinkyoghurt van Actimel. Opvallend feit: in 2018 keerde Danone België € 500 miljoen aan dividend uit aan het Franse moederbedrijf. Naast Danone gaat ook Arla Foods uit van een groeiende Europese yoghurtmarkt. Het Deense bedrijf sloot midden 2019 de fabriek in Aarhus bij gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden. De productie is verplaatst naar andere locaties in Denemarken, Nederland en Duitsland.
Duitse markt De productie van yoghurt ligt in Europa op een hoog niveau en veel landen zijn zelfvoorzienend. Als we naar de export kijken, en Turkije buiten beschouwing laten, zien we dat Duitsland met kop en schouders boven de andere landen uitsteekt. Duitsland heeft een aandeel van meer dan 33 procent in van de totale Europese export. De analyse van de Duitse markt geeft daarmee een goed inzicht in de
ZuivelZicht februari 2020
27
MARK T
bewegingen van de totale markt. Het Duitse exportvolume van yoghurt bewoog zich in de periode 2015-2018 niet; die bleef gelijk. Binnen de categorieën vonden wel verschuivingen plaats. Volle yoghurt is de grootste categorie (minimaal 3 procent vet) tot 6 procent. De groei binnen deze categorie komt volledig uit yoghurt zonder extra smaak- en zoetstoffen. Hoewel de ‘algemene categorie’ qua volume groot is, maar stabiel bleef op circa 130.000 ton, groeide de yoghurt zonder toevoegingen tussen 2025 en 2018 zeer sterk: met 10.000 ton naar 38.000 ton in totaal. Yoghurt met een hoog vetpercentage (6 procent of meer) is een opkomende categorie. Die laat een groei zien van meer dan 14.000 ton in de periode 2015-2018 (totaal 2018: 101.000 ton). Yoghurt laag in vetpercentage is een categorie in verval. Hoewel de categorie nog vrij groot is binnen het volume dat de Duitsers exporteren (147.000 ton), nam
deze categorie deze jaren met 14 procent af.
Import Nederland is een fervent afnemer van vettere yoghurt. Met een algehele volumegroei van 31 procent in 2015-2018 laten het de grootste stijging zien bij de import van Duitse yoghurt. In 2018 nam Nederland ongeveer 72.000 ton Duitse yoghurt af. Meer dan de helft (37.000 ton) hiervan is yoghurt met een vetpercentage boven de 6 procent. De groei in dit segment bedroeg is 59 procent. Minder vette yoghurt is populairder in Zuid-Europa. Italië is in deze categorie de grootste importeur van Duitse yoghurt, nog voor Nederland, met bijna 85.000 ton import in 2018. Yoghurt met een vetpercentage van 3 tot 6 procent voert hier nog de boventoon, net als in andere Zuid-Europese landen zoals Frankrijk en Spanje. Maar ook hier zit groei in de categorie van boven de
6 procent. Deze neemt in de periode met bijna 500 procent toe, van 2.500 ton naar bijna 14.000 ton. Nederland importeerde 114.000 ton yoghurt in 2018; een stijging van 29 procent ten opzichte van 2015. Gezien de beperkte houdbaarheid van het product bevinden de belangrijkste handelspartners van Nederland zich direct aan de grenzen: bijna 86 procent van het totale volume yoghurt dat Nederland importeert komt uit Duits-land (met 63 procent de belangrijkste handelspartner) en België met 23 procent. Verreweg de meeste yoghurt die Nederland invoert betreft twee categorieën: magere tot halfvolle yoghurt (46 procent, waarvan 15 procent ongezoet) en volle tot extra volle landenyoghurt (40 procent, waarvan 28 procent ongezoet). De import van yoghurt met 3 tot 6 procent vet is laag (8.9oo ton, minder dan 10 procent). Echter, deze categorie liet wel een groei zien van 75 procent in de periode 2015-2018.
Trends 2019 De in de jaren 2015-2018 ingezette lijn zet in 2019 door: vettere, én gezondere yoghurtvarianten groeien. Nederland importeerde ook in de eerste negen maanden van 2019 meer ongezoete yoghurt, zowel in de categorie met meer dan 6 procent vet als in het magere segment. De Duitse export van Duitsland laat deze trend ook zien.
Fabriek van Danone in het Belgische Rotselaar. (Foto NZO)
28
Robert den Hertog is Industry Lead Zuivel bij Annual Insight.
ZuivelZicht februari 2020
MARK TCIJFERS
PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’19 - nov’19; % t.o.v. ’18) EU-28
Verwerking EU (jan’19 - nov’19; % t.o.v. ’18)
+0,5%
waarvan: Duitsland Duitsland
-0,1%
Frankrijk Frankrijk
Boter
MMP
x 1.000 ton
x 1.000 ton
2.500
1.500
2.000
1.200
+7,1%
-0,3% -1,1%
Nederland
+2,9%
Verenigde Staten
+0,3%
Nieuw-Zeeland
1.500
-6,0%
900
-1,2%
-0,8%
Argentinië
-2,3%
Australië
-7,3%
Wit-Rusland
+0,8%
+7,3%
1.000
-2,8%
500
Uruguay
+8,5% -9,0%
300 +6,2%
-4,0% 0
-1,8%
600
+1,8% -2,0%
+4,1%
0 40
80
120
160
0
Overig IE
200
x miljard kg
NL FR
Overig PL FR
PL DE
NL BE
IE DE
PRIJZEN Melkprijs (dec’19 t.o.v. nov’19, in %)
Marktprijs (jan’20 t.o.v. dec’19, in %)
LTO melkprijsvergelijking 40
Boter 82%
€/100 kg
7.000 5 jaarsgemiddelde '13-'17 2018 2019
38 36 34 30 jan
€/1.000 kg -0,6% -1,0%
2.500
4.000
2.000
3.000
1.500 jan-19
NL +0,2% WM -0,2%
3.000
5.000
2.000 jan-18
dec
3.500 NL WM
6.000
+0,8%
32
Mager melkpoeder ADPI €/1.000 kg
jan-20
1.000 jan-18
jan-19
jan-20
EXPORT Boter en -olie (jan’19 - okt’19, % t.o.v. ’18) Wereldhandel
Intrahandel EU
x 1.000 ton 500
1.000
400 -2,4%
800
300
600 +28,5%
200
Mager melkpoeder (jan’19 - okt’19, % t.o.v. ’18) Wereldhandel x 1.000 ton 1.000 +17,3% 800
x 1.000 ton +3,0%
750
400
0 NZ
EU*
NL*
VS
200
200
0
0 EU
NL
+9,8%
450
+10,6%
+5,9% +15,0% -44,8%
x 1.000 ton
600 -8,2%
600
400
100
Intrahandel EU
300 150
+3,8%
+25,1%
0 EU*
NL*
VS
NZ
EU
NL
*Derde landen export
Bron: ZuivelNL
www.zuivelnl.org
ZuivelZicht februari 2020
29
BELRUBRIEK KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
IN- EN VERKOOP TANKS
LUCHTBEHANDELING
KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW
BELRUBRIEK ADVIES
INGREDIËNTEN
COATINGS EN LIJMEN
uw partner voor: kaaswas & verpakkingslijm
PROCESSING
KAASPRODUCTIELIJNEN VOEDSELVEILIGHEID INSPECTIES
UW ADVERTENTIE IN DE BELRUBRIEK IS TWAALF KEER PER JAAR ADVERTEREN VOOR EEN SCHERPE PRIJS. VOOR TARIEVEN EN INLICHTINGEN: TEL. 020 573 6056 OF H.V.D.WERFBDU.NL
Evaporators & Dryers PR O JE CT E N FABR ICAG E ENG INE E R I NG C O MPO NE NT E N AU TO MATI S E R I NG info@sancoprocessing.nl Waardwei 9 8754 HB Makkum +31(0)515 23 11 77 www.sancoprocessing.nl
Tel 0522-463684
info@koster-nl.com
www.koster-nl.com
Duurzaam hergebruik van uw overtollige tanks en machines We zetten onze expertise dagelijks in voor hergebruik van duurzame materialen
Wij zijn doorlopend op zoek naar: - RVS tanks - Warmtewisselaars - Pompen - Poedermengers - Zeefmachines - Indampers - Losse roerwerken