B E D R I JF
Familie Simons heeft ook een zorgboerderij
‘Werkplezier met rendement’
Melkveehouders krijgen te maken met nieuwe beperkingen en nieuwe kansen. Hoe spelen ze hierop in? In deze serie komen ondernemers aan het woord die ieder op hun eigen manier de toekomst van hun bedrijf vormgeven.
Soms moet je creatief zijn om je bedrijf te ontwikkelen. In een fase waarin de toekomst nog niet duidelijk is, kan het toevoegen van een extra activiteit aantrekkelijk zijn. Zeker als dat relatief weinig investering vergt en past bij je werkritme en karakter. Dan kan het zomaar een vast onderdeel worden, dat ook je opvolger aanspreekt. Tekst: Jeen Akkerman
“Je moet mensen wel de ruimte geven om langer over een taak te doen. Een kalf te drinken geven, dat kan misschien in vijf minuten. Maar je kunt er ook een uur over doen. Dat moet je geen probleem vinden”, aldus Coen Simons (56), melkveehouder en zorgboer in het Brabantse Vught. Samen met zijn vrouw Jolanda Simons-Schoenmakers (54) en hun zoon Rik (24) runnen ze het bedrijf dat ooit onderdeel was van de landerijen van klooster Sparrendaal.
In behandeling Vier dagen per week verblijven maximaal zes (ex-)verslaafden op het bedrijf. Ze zijn in behandeling om af te kicken of hebben die behandeling afgerond en proberen ‘clean’ te blijven. De cliënten verrichten lichte werkzaamheden, waarbij vooral structuur van belang is. Zoals de kalfjes verzorgen, hokjes schoonmaken, de kuilbult bloot maken of zaagsel in de ligboxen rijden. Op het erf staat een houten kantinegebouw, waar de (ex-)verslaafden koffiedrinken en lunchen. “Dat is hun
‘Wij moeten soms wat extra aandacht aan onze cliënten geven’ 6
ZuivelZicht februari 2020
domein, wij hebben het onze”, legt boerin Jolanda uit. In de zestien jaar dat ze inmiddels de zorgtak op hun bedrijf hebben, is het nog niet voorgekomen dat iemand zich niet aan deze afspraken hield.
Stoppen of doorgaan Hoe het zo gekomen is? Coen duikt in de geschiedenis. Hij vertelt over een bijeenkomst zo’n zeventien jaar geleden. “Veel veehouders hier in de buurt twijfelden over de toekomst van hun bedrijf. Dat gold ook voor ons. Onze kinderen waren nog jong en wisten nog niet of ze bedrijfsopvolger wilden zijn”, schetst de veehouder de situatie. Op de bijeenkomst ‘Stoppen of doorgaan’ adviseerde een politicus om iets te doen, om het bedrijf toekomstperspectief te bieden. Voor de familie Simons was dat het zetje dat ze nodig hadden om een serieuze zorgtak toe te voegen aan hun bedrijf, dat wellicht te klein zou zijn voor een opvolger.
Knelgeval Voor een deel had dat te maken met de rigide regelgeving rondom de superheffing die in 1984 was ingevoerd. Simons was een zogenoemd knelgeval. Hij breidde zijn veestapel uit in een periode die niet meetelde voor de vaststelling van het melkquotum, zodat een deel van
zijn investeringen geen rendement opleverden. Uiteindelijk zou hij 24 jaar een juridisch gevecht leveren, zonder resultaat. Het heeft diepe wonden geslagen, vandaag nog voelbaar als het aan de keukentafel ter sprake komt. Toen recent iets dergelijks gebeurde rondom de fosfaatregels, besloot de familie Simons niet opnieuw een slopende strijd aan te gaan, maar zich te richten op werkplezier: met de koeien en met de (ex-)verslaafden.
Rode Holsteins Het bedrijf telt nu negentig melkkoeien en zeventig stuks jongvee. In 2015 breidde Simons de bestaande ligboxen-