ZuivelZicht 6 2020

Page 1

Jaargang 112 | Nummer 6 | Juni 2020

ZuivelZicht

De gevaren van een eenzijdige kijk op eiwitten

MEGGLE Goede en slechte tijden bij Duits boterconcern

A N A LY S E De sterke relatie tussen olieen zuivelprijs


De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk Yoghurt Boter Margarine Smeltkaas

Kaas 2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten

+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl

www.lekkerkerker.nl

Wanneer kennis en

kwaliteit telt

De beste plank voor kwaliteitskaas

engineered wood products

20ZUI006_ADVERTENTIE.indd 2

Meer informatie: www.vidarwood.nl of tel. 0031 (58) 251 87 57.

29-05-20 09:33


INHOUD

10

22

14 Visie 6

Eiwittransitie Minder eiwit eten, waarvan een groter deel plantaardig eiwit, kan gevolgen hebben voor met name kwetsbare groepen.

10 Nieuwe Wegen De strategie van Herman Nieuweweme

Bedrijf Eiwitten zitten in vele voedingsmiddelen, maar het ene eiwit is het andere niet. Foto: Shutterstock

13 Chr. Hansen Specifieke melkzuurbacteriën voorkomen bederf door schimmels en gisten

14 André Nagel De ervaringen van een jonge Nederlandse melkveehouder in Portugal

16 Meggle Goede en slechte tijden bij Duits boterconcern

18 Valio Ommekeer dank zij radicale kostenbesparingen

20 Groba Dupont Cheese kiest voor volautomatische ontkorstinstallatie

Markt 22 Analyse Hoe toevallig is de relatie tussen olie- en zuivelprijzen?

25 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in één oogopslag

www.zuivelzicht.nl

ZuivelZicht juni 2020

11_Inhoud_01R.indd 3

3

29-05-20 15:36


C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.

t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl

• Nieuw en gereviseerde zuivelapparatuur

• RVS (proces) tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen Graafdijk oost 23 2973 XB Molenaarsgraaf The Netherlands T +31 184 64 1266 E info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl

UIN ? T N IE IJF KO E B E D R IN

GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!

20ZUI006_ADVERTENTIE.indd 4

29-05-20 09:33


ZuivelZicht

ZI JLI JN

ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl

vakmedia Hoofd content Peter Vorstenbosch Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl

De heilige graal? Het is duidelijk dat wij veel meer moeten doen om onszelf en de planeet gezond te houden. Deze woorden komen uit de vorige maand gepresenteerde nota ‘Van Boer tot Bord’ van de Europese Commissie. Daarin staat het nieuwe voedselbeleid zoals de Commissie dat voor ogen heeft. Onze voeding moet duurzamer. Die kreet klinkt door in het hele document. Begrijpelijk want de nota is onderdeel van Green Deal, het strategisch plan waarin de Commissie haar visie op de toekomst van de Europese Unie schetst. Daarin staat dat de EU duurzamer moet worden, in alle opzichten. Dus ook de voedselproductie.

Medewerkers aan dit nummer Jeen Akkerman, Yves De Groote, Robert den Hertog, Sjoerd Hofstee, Hermann-Josef Martin, Stephan Peters Advertenties Hielke van der Werf

Wereldwijd geldt Europees voedsel als de norm voor veilig en voedzaam voedsel van hoge kwaliteit, dat bovendien ook nog eens ruim voorhanden is.

T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 134,30 (studenten € 75,90); buitenland: € 177,49 Proefabonnement (3 edities): € 12,41 Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882 Op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Ontwerp: GiesbersRetail, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld

‘Van Boer tot Bord’ vergroot de kans op een gelijker speelveld

Nu is het tijd dat Europees voedsel ook de wereldwijde standaard voor duurzaamheid wordt. De Commissie hoopt die ambities te kunnen verwezenlijken door de afhankelijkheid van pesticiden en overmatige bemesting aan te pakken, door het dierenwelzijn te verbeteren en door het verlies aan biodiversiteit te herstellen. De Commissie wil een databank met landbouwbedrijven opzetten, die op deze indicatoren worden gevolgd. Op die manier kan zij monitoren of boeren en tuinders voldoende progressie boeken op deze onderdelen. Tegelijkertijd wil de Commissie een code voor verantwoord ondernemen en voor verantwoorde marketing in de voedselketen ontwikkelen. De etiketten op voedingsmiddelen moeten de consument beter informeren over gezonde en duurzame voeding. De promotie van voeding met hoge zout-, suiker- en/of vetgehaltes wil zij beperken. De nota staat vol met dit soort voornemens. Doch papier is geduldig. Wat opvalt is de grote aandacht die de Commissie schenkt aan de biologische landbouw. Alsof dat de heilige graal is. Het wekt de indruk dat de Commissie geen heil verwacht van gangbare productiemethoden. Het is positief dat de Commissie zich realiseert dat duurzaam voedsel pas echt duurzaam is als het betaalbaar is én als de economische opbrengsten rechtvaardig in keten verdeeld worden. Het grote voordeel van de ‘Van Boer tot Bord-strategie is dat een uniform voedselbeleid de kans op een gelijk speelveld tussen de lidstaten vergroot. Dat zou er natuurlijk al lang moeten zijn in de EU, maar de praktijk blijkt vaak weerbarstiger. René van Buitenen Hoofdredacteur

ZuivelZicht juni 2020

11_Zijlijn_01R.indd 5

5

29-05-20 15:36


VISIE

Eiwittransitie in perspectief

De gevaren van een eenzijdige kijk op eiwitten De Schijf van Vijf is hĂŠt advies van de overheid voor gezonde en duurzaam eten in Nederland. Maar de overheid wil het voedselsysteem verder verduurzamen en stuurt daarom aan op een eiwittransitie: minder eiwit eten, waarvan een groter deel plantaardig eiwit. Dit kan gevolgen hebben voor de volksgezondheid, met name bij kwetsbare groepen. Tekst: Stephan Peters e.a.

6

44_Artikel_01L.indd 6

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:37


V I SI E

Een van de bekendste adviezen om gezonder en duurzamer te eten is om meer plantaardige en minder dierlijke producten te eten. Deze richtlijn is ook meegenomen bij de ontwikkeling van de Schijf van Vijf. De overheid zet – naast informatie via de Schijf van Vijf – ook in op een eiwittransitie om mensen nog duurzamer te laten eten. Een eiwittransitie is echter iets anders dan een voedseltransitie. In dit artikel wordt ingegaan op de verschillen tussen een eiwit- en een voedseltransitie en op mogelijke gezondheidsgrenzen waar we met een eiwittransitie tegen aan kunnen lopen.

Voedseltransitie De Richtlijnen goede voeding en de Schijf van Vijf raden Nederlanders aan om ten opzichte van het huidige voedingspatroon meer groente en fruit te eten, respectievelijk 250 gram groente en twee stuks fruit per dag. Een voedingspatroon dat deze groente- en fruitrichtlijn volgt, is gezonder en over het algemeen duurzamer. De huidige gemiddelde consumptie van groente en fruit ligt namelijk aanzienlijk lager. In Nederland eten we dagelijks gemiddeld ongeveer 145 gram groente en 130 gram fruit (iets meer dan één stuk). Daarnaast raadt het Voedingscentrum aan om onder andere minder vlees te eten, de zuivelinname niet te veranderen, meer peulvruchten en elke dag een handje noten te eten. Kortom, gezonder en duurzamer eten volgens de Schijf van Vijf wordt ingevuld op basis van voedingsmiddelen.

Nieuwe eiwitbronnen De Nederlandse overheid geeft ook op andere manieren invulling aan het verduurzamen van het voedselsysteem en onze consumptie. In de Transitieagenda Biomassa en Voedsel van 2018 worden hiervoor verschillende oplossingen aangedragen, zoals het meer circulair maken van de landbouw, het verminderen van voedselverspilling en een eiwittransitie naar meer plantaardige of nieuwe eiwitbronnen.1 Naar de eiwittransitie wordt vanuit twee richtingen gekeken: naar de productie-

en naar de consumptiekant. Voor verandering aan de productiekant wordt gepleit voor meer innovatie en ontwikkeling van plantaardige en nieuwe alternatieve eiwitten, zoals insecten. Als het gaat om de ‘plantaardige consumptietransitie’ wordt ingezet op twee aspecten: - Vermindering van de totale eiwitconsumptie met 10 tot 15 procent; - Omkering van de verhouding dierlijk-plantaardig eiwit van 60-40 procent naar 40-60 procent.1 Het Voedingscentrum streeft op korte termijn naar een 50/50-verhouding voor dierlijk en plantaardig eiwit, ingevuld volgens de Schijf van Vijf-voedingsmiddelen. Dit vraagt bij veel mensen al veel aan gedragsverandering. Over deze verschuiving zegt het Voedingscentrum: ‘Als iedereen een voedselpatroon van 50 procent dierlijk en 50 procent plantaardig eiwit zou hebben, in lijn met de aanbevelingen van de Schijf van Vijf, kan dat de milieu-impact uitgedrukt in broeikasgasemissies van het voedingspatroon met ongeveer 10 tot 13 procent verlagen’. Verder gaan dan een 50/50-verhouding is wat betreft het Voedingscentrum vanuit gezondheidsoogpunt nog niet aan de orde. Hiervoor is volgens het Voedingscentrum meer inzicht nodig in de effecten op de gezondheid en het milieu.2

Duurzaam versus gezond De eiwittransitieagenda van de overheid is met name afkomstig van het ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit en zet in op vermindering van de inname van eiwit in totaal en op een transitie naar de inname van meer plantaardige eiwitten. Deze visie is enkel en alleen gericht op eiwit en daarmee structureel anders dan de visie van de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum, die elke transitie met voedingsmiddelen invullen in plaats van met macronutriënten zoals eiwit. Het Nederlands beleid ten aanzien van gezondheid gaat uit van een integrale en holistische kijk op voeding, vanuit voedingsmiddelen en niet vanuit

Zuivel of sojaproducten? Wat betreft zuivelvervanging moet vermeld worden dat de Gezondheidsraad een specifiek gezondheidsvoordeel koppelt aan de consumptie van zuivel. Ze concludeert dat het aannemelijk is dat de consumptie van zuivel samenhangt met een lager risico op darmkanker en dat de consumptie van yoghurt met een lager risico op diabetes7. Daarom wordt zuivel aanbevolen de in Schijf van Vijf. De Gezondheidsraad heeft ook uitgebreid naar de gezondheidseffecten van soja(producten) gekeken en kwam tot de conclusie dat er te weinig onderzoek gedaan is om hierover uitspraken te doen.

voedingsstoffen. Om die reden zou de eiwittransitieagenda door de Gezondheidsraad moeten worden getoetst. Hierbij moet gekeken worden of een beleid gericht op een vermindering van de eiwitinname leidt tot gezondheidsrisico’s. Relevante factoren bij een eiwittransitie zijn de kwaliteit van het eiwit en de vervanging van het eiwit.

Eiwitkwaliteit De kwaliteit van eiwitten verschilt en is afhankelijk van de bron. Dierlijke eiwitten bevatten vaak meer essentiële aminozuren en in een gunstigere verhouding dan plantaardige eiwitten. Bovendien worden dierlijke eiwitten vaak beter verteerd.3 Dit betekent dat als je een voedingspatroon gaat wijzigen naar een meer plantaardig patroon hiermee rekening gehouden moet worden. Echter, volgens het Voedingscentrum geldt dat als je eet volgens de Schijf van Vijf en bijvoorbeeld vlees vervangt door noten, peulvruchten, zuivel en ei, je voldoende eiwitten binnenkrijgt. Verder opschuiven naar een meer plantaardig voedingspatroon kan wel problemen geven. Het meest extreme voorbeeld van zo’n verandering is een veganistisch voedingspatroon. Veganisten moeten volgens het Voedingscentrum meer eiwit consumeren, namelijk 20 tot 30 procent meer.2 Let wel: bij een veganistisch voedingspatroon zijn er meer aandachtspunten dan alleen het binnenkrijgen van

ZuivelZicht juni 2020

44_Artikel_01L.indd 7

7

29-05-20 15:37


VISIE

voldoende eiwit, bijvoorbeeld het slikken van voedingssupplementen. Voor een goede eiwitkwaliteit moet worden gekeken naar de samenstelling van het eiwit op basis van de (essentiele) aminozuren en naar de verteringsefficiëntie. Eiwitten uit voeding worden in de vertering afgebroken tot vrije aminozuren. Deze aminozuren worden opgenomen in het lichaam waar ze gebruikt kunnen worden voor spiergroei, de productie van andere eiwitten en verschillende metabole functies. Kortom, voldoende essentiële aminozuren en een goede eiwitvertering bepalen de eiwitkwaliteit. Plantaardige eiwitten bevatten over het algemeen minder essentiële aminozuren en zijn soms minder goed verteerbaar. Wie dierlijke eiwitten en producten wil vervangen door plantaardige zal hier rekening mee moeten houden.

Eiwitvervanging Het vaststellen van de eiwitkwaliteit op basis van aminozuursamenstelling wordt gebaseerd op de limiterende essentiële aminozuren in het voedsel. Voor een eiwit met een suboptimale aminozuursamenstelling zijn één of meerdere aminozuren limiterend en kan maar een gedeelte van het eiwit gebruikt worden voor weefselopbouw. Wat betreft essentiële aminozuren zijn dierlijke eiwitten superieur aan plant-

‘Voedselconsumptie veranderen met een eenzijdige eiwitinsteek leidt er toe dat de kwaliteit van eiwitten afneemt’ aardige. Het is mogelijk om de aminozuursamenstelling van plantaardige producten te verbeteren door verschillende plantaardige producten/eiwitten te mengen. Dat mengsel moet binnen een en dezelfde maaltijd ingenomen moeten worden, omdat het gebruik van de door het eiwit vrijgekomen aminozuren binnen enkele uren plaatsvindt. Het

8

44_Artikel_01L.indd 8

Zuivel is een belangrijke bron van calcium. (Foto’s: NZO)

blijkt nogal een puzzel om eiwitten van dierlijke oorsprong te vervangen door eiwitten van gelijke kwaliteit van mengsels van plantaardige oorsprong.

Eiwitkwantiteit De gemiddelde volwassen Nederlander eet 78 gram eiwit per dag (mannen 88 gram en vrouwen 68 gram), waarvan 61 procent van dierlijke oorsprong is. Per kilogram lichaamsgewicht is de inname gemiddeld 1,21 gram per dag, terwijl de aanbeveling ligt op 0,8 gram per kg per dag voor volwassenen (Voedselconsumptiepeiling RIVM). Omdat de gemiddelde eiwitinname per Nederlander hoger ligt dan deze aanbeveling, gaat de eiwittransitieagenda ervan uit dat de eiwitinname met 10 tot 15 procent verminderd kan worden. Echter, er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen verschillende bevolkingsgroepen met verschillende eiwitbehoeften, en evenmin tussen eiwitbronnen. Als je naar de meest recente Voedselconsumptiepeiling (VCP) van het RIVM kijkt, is de eiwitinname bij

ouderen gemiddeld lager dan 1 gram per kilogram en bij vrouwen van 31 tot 50 jaar gemiddeld 0,89 gram per kilogram per dag. Analyses van het RIVM laten zien dat volwassenen op dagen dat ze geen vlees eten ongeveer 60 gram eiwit per dag binnenkrijgen (ongeveer 0,8 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag).4 Deze getallen suggereren dat een significant deel van de bevolking een relatief lage eiwitinname heeft. Het is dus van belang om uit te zoeken wat de mogelijke gezondheidsconsequenties zijn van een eiwittransitieagenda, omdat daarin gepleit wordt voor minder inname van eiwit in combinatie met het stimuleren van de inname van meer plantaardige eiwitten. Met name voor ouderen, zieken en anderen mensen met een lage eiwitinname is dat van groot belang.

Kritische nutriënten Een eenzijdige kijk op eiwitten vanuit de transitieagenda leidt tot nog een potentieel probleem. Ons eten bestaat namelijk niet alleen uit eiwitten, maar

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:37


V I SI E

uit voedingsmiddelen die meer voedingsstoffen bevatten. Zo is vlees onder meer een belangrijke bron van ijzer en zuivel van calcium. Op basis van de voedselconsumptiepeiling blijkt dat dierlijke producten (vlees, zuivel en ei, exclusief vis) verantwoordelijk zijn voor meer dan 20 procent van de inname van: - Vitamines: A, B1, B2, B3, B6, B12 en D. Hierbij is vermeldingswaardig dat vitamine B12 niet van nature in plantaardige producten voorkomt; - Mineralen: calcium, fosfor, jodium, kalium, magnesium, selenium, (heem)ijzer en zink. Een voedseltransitie op basis van alleen eiwitten zou dus grote consequenties kunnen hebben voor de voedselkwaliteit. De voedingsmiddelen in het alternatieve voedingspatroon zouden naast voldoende eiwitkwaliteit en kwantiteit namelijk ook moeten voorzien in voldoende alternatieve bronnen van een groot aantal vitamines en mineralen. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de beschikbaarheid van de voedingsstoffen. Alles bij elkaar is dit een grote uitdaging. Bovendien geldt ook nog eens dat de opname-efficiëntie van vitamines en mineralen afhankelijk is van in welke voedingsmiddelen ze zitten.

kinderen. 5,6 Het RIVM kwam hierbij tot de volgende conclusies: - 30 procent vervanging van dierlijke producten leidt tot een reductie van de CO2-footprint met ongeveer 14 procent; - 100 procent vervanging leidt tot een reductie van 40 procent van de CO2-footprint; - Echter, deze vervanging van dierlijke producten door verrijkte plantaardige producten leidt tot te weinig inname van zink, B1, vitamine A en B12 en calcium. Dit betekent dat in het scenario waarbij consumenten alle vlees en zuivel vervangen door plantaardige ‘alternatieven’ er nog steeds essentiële voedingsstoffen in het gedrang komen. Bovendien zijn producten die als alternatief voor dierlijke producten op de markt worden aangeboden vanuit gezondheidsoogpunt niet automatische even gezond als dierlijke producten (zie kader ‘Zuivel of sojaproducten?’).

Grenzen aan eiwittransitie Bij een eiwittransitie met als doel verduurzaming van voedselconsumptie kan er niet zomaar van uitgegaan worden dat dit tot een gezond alternatief voedingspatroon leidt. Voedselconsumptie veranderen met een eenzijdige eiwitinsteek zal ertoe leiden

dat de kwaliteit van eiwitten afneemt en dat de inname van essentiële voedingsstoffen verandert. In het meest optimistische scenario, waarbij vlees en zuivel door alternatieve producten worden vervangen, liggen er nog steeds gevaren voor nutriëntentekorten op de loer. Er zal dus goed gekeken moeten worden naar de consequenties van een dubbele eiwittransitie – vermindering van de eiwitinname én een vervanging van dierlijke door plantaardige eiwitten – voor Nederlanders. Daarbij moet met name gekeken worden naar de gevolgen voor kwetsbare groepen, zoals ouderen en zieke mensen, die met het huidige voedingspatroon net wel of net niet de eiwitaanbevelingen halen. Het is wenselijk dat binnen het overheidsbeleid de eiwittransitieagenda van het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) wordt geharmoniseerd met de gezondheidsagenda van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Voor de gezondheidsconsequenties van een eiwittransitie is een belangrijke rol weggelegd voor de Gezondheidsraad. Dit artikel is mede geschreven door Jacco Gerritsen, Thom Huppertz, Cecile Singh-Povel en Jolande Valkenburg en verscheen onlangs in Voeding Magazine.

Plantaardige alternatieven Met het programma Optimeal kan berekend worden wat de consequenties zijn op voedingsstoffeninname als dierlijke producten worden vermeden. Het RIVM heeft voorbeeldberekeningen uitgevoerd waarbij dierlijke producten worden vermeden én worden vervangen door alternatieven voor vlees en zuivel zoals die in de supermarkt worden aangeboden. Er zijn twee scenario’s berekend: een 30 procent- en een 100 procent-vervanging van dierlijke producten door alternatieve producten. Hierbij is vlees bij het avondeten vervangen door plantaardige alternatieven en zuivel door verrijkte plantaardige drinks. Het RIVM heeft de effecten uitgerekend voor volwassenen en voor

Bronnen 1. www.wateetnederland.nl 2. Voeding, T.B.e., Biomassa & Voedsel, in: economie, T.-a.c. (Ed.) Transitieagenda circulaire economie, Transitieteam Biomassa en Voeding, 2018. 3. RIVM, V.e. (2019) Brondocument Naar een meer plantaardig voedingspatroon. 2e herziene druk. 4. FAO/WHO/UNU (2007) Joint FAO/WHO/UNU Expert Consultation on Protein and Amino Acid Requirements in Human Nutrition (2002 : Geneva, Switzerland), Food and Agriculture Organization of the United Nations, World Health Organization & United Nations University. (2007). Protein and amino acid requirements in human nutrition: report of a joint FAO/WHO/UNU expert consultation. World Health Organization. 5. RIVM (2011) Replacement of meat and dairy by more sustainable protein sources in the Netherlands. RIVM Letter Report 350123001/2011. 6. Seves, S.M. et al. (2017) Are more environmentally sustainable diets with less meat and dairy nutritionally adequate? Public Health Nutr 20 (11), 2050-2062. 7. Gezondheidsraad, Richtlijnen goede voeding, 2015.

ZuivelZicht juni 2020

44_Artikel_01L.indd 9

9

29-05-20 15:37


VISIE

Herman Nieuweweme: biologische melkveehouderij

‘Hogere melkprijs, lagere kosten’

Melkveehouders krijgen te maken met nieuwe beperkingen en nieuwe kansen. Hoe spelen ze hierop in? In deze serie komen ondernemers aan het woord die ieder op hun eigen manier de toekomst van hun bedrijf vormgeven.

Je moet er wat voor doen en je betaalt leergeld. Als je dat kunt en wilt opbrengen, is biologische melkveehouderij een prima manier om de toekomst van je bedrijf veilig te stellen. Met de groeiende markt voor ecozuivel is het een alternatief dat melkveehouders serieus kunnen overwegen. Tekst: Jeen Akkerman

“Vaak hoor je dat een goed jaar voor melkveehouders het gevolg is van een hoge melkprijs. Natuurlijk is dat mooi, maar wij spreken over een goed jaar als de voeropbrengst van onze grond hoog is. Lage voerkosten bepalen voor een groot deel ons rendement”, legt Herman Nieuweweme (60) uit. Samen met zijn vrouw Lies (60), zoon Frank (29) en schoondochter Renate runt hij het familiebedrijf in het Twentse Weerselo. Voor de familie is deze plek bijzonder. In het pachtregister van klooster Het Stift staat de boerderij al in 1475 vermeld,

‘De ruwvoeropbrengst daalde in de eerste jaren met ongeveer 40 procent’ onder de naam Nije Wedemhof. Een voorvader van Herman kocht de hoeve in 1811 en koos tijdens het bewind van Napoleon de familienaam Nieuweweme, naar de naam van de boerderij. Het bedrijf is al minstens zes generaties in de familie.

Groei en intensivering Hij begon zelf ook in maatschap met zijn vader. In 1980 bouwden ze de eerste ligboxenstal en groeide de veestapel van

10

33_Nieuwe Wegen_01L.indd 10

35 naar vijftig melkkoeien op destijds 20 hectare grond. Herman geloofde in groei en intensivering. De superheffing bemoeilijkte dat in 1983, maar door quotum aan te kopen en “hard te voeren” dreef hij de melkproductie op naar 450.000 kilogram per jaar. Het vergde tot wel 12 kilogram krachtvoer per koe per dag, een grote kostenpost. Toen de mogelijkheid zich voordeed om grond bij te kopen, rijpte bij Herman het idee om de eigen grond beter te benutten om de voerkosten te verlagen. De eerste stap was het inzaaien van 3 hectare met een gras-klavermengsel. Zonder kunstmest daalde de opbrengst minder dan verwacht, terwijl de koeien het gras-klaverrantsoen met smaak verorberden en omzetten in melk. Herman ging kijken bij biologische collega’s en kwam tot de conclusie dat overstappen een kans in de markt was. “De toekomst voor verdere intensivering zag er toen al minder rooskleurig uit. En Lies stond erachter, die gebruikte al jaren geen kunstmest en chemie in onze moestuin.”

Leergeld De omschakeling duurde toen een jaar, inmiddels geldt een termijn van twee jaar. “Houd maar rekening met vier jaar voordat je alles weer in balans hebt”, aldus Herman. De eerste jaren betaalde

Herman Nieuweweme, biologisch melkveehouder. (Foto’s: Ivo Hutten)

hij leergeld. Letterlijk voor een cursus die hij volgde, maar meer nog omdat het rendement daalde. “De ruwvoeropbrengst daalde in de eerste jaren met ongeveer 40 procent. En je hebt er meer werk mee. Je hoeft geen kunstmest te strooien maar moet wel vaker mechanisch of met de hand onkruid bestrijden.” Gaandeweg neemt de extra arbeid weer af, doordat bijvoorbeeld de wisselbouw van gras en snijmaïs ervoor zorgt dat onkruiden minder de ruimte krijgen.

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:38


V I SI E

Ontwikkeling biologische melkveehouderij in Nederland 2010

2015

2016

2017

2018

2019

Aantal melkveehouders, biologisch 310 360 418 487 495 496 % van totaal 1,57% 1,97% 2,33% 2,70% 2,92% 3,05% Melkproductie, biologisch (mln kg) % van totaal

137 1,16%

178 1,31%

199 223 260 n.n.b. 1,37% 1,54% 1,85% n.n.b.

Gemiddelde melkprijs (euro/kg) – Biologisch – Standaard

42,76 51,56 52,75 50,81 50,08 49,10 34,73 34,47 32,45 40,20 37,81 37,40 Bronnen: Agrimatie, CBS, ZuivelNL

In de omgeving werd destijds sceptisch gereageerd. “Wat dut er noe?”, was een veelgehoorde vraag over Nijeweme, die actief is in agrarische organisaties. Wat de gangbare collega’s misschien niet zagen, was de veel hogere melkprijs die ze beurden. “Ik weet nog dat we een keer een gulden per liter melk kregen”, herinnert Lies zich. Dat was inclusief de wintermelktoeslag, maar toch: de hogere biologische melkprijs maakte een groot deel van de lagere opbrengsten in

ZuivelZicht juni 2020

33_Nieuwe Wegen_01L.indd 11

11

29-05-20 15:38


VISIE

de eerste jaren goed. En daarna zorgde de combinatie van veel lagere kosten en een hogere melkprijs voor een prima rendement op de Nije Wedemhof. Herman pakt het laatste overzicht van accountant Countus erbij. De reserveringscapaciteit op hun bedrijf is twee keer zo hoog als het gemiddelde op extensieve bedrijven. De voerkosten zijn hoger omdat biologisch krachtvoer twee keer zo duur is als gangbaar krachtvoer. Maar de kosten voor kunstmest en bestrijdingsmiddelen zijn veel lager. De bewerkingskosten (onder meer loonwerk) per hectare zijn veel lager door meer weidegang, net als de kosten voor de dierenarts. Het melkveebedrijf werkt antibioticavrij. “De afgelopen drie jaar hebben we één keer een koe moeten opruimen die het zonder antibiotica niet haalde”, aldus Herman. Een bijkomend voordeel is dat er een markt is voor zuivel zonder antibiotica. “Dat liep erg goed naar Amerika; helaas heeft onze vriend Trump nu roet in het eten gegooid met zijn importheffing op kaas uit de EU. Laten we hopen dat dat tijdelijk is.”

Nieuwe stal Een belangrijke volgende stap zette Herman samen met zoon Frank. De

Ruimte voor biologische melk Er is ruimte voor meer biologische melk. Eko Holland, de leveranciersvereniging die met 210 melkveehouders en ruim 100 miljoen liter per jaar een marktaandeel heeft van ongeveer 40 procent, staat open voor nieuwe leden. Er kunnen zonder problemen veertig nieuwe veehouders bij, aldus het bestuur. De afzet in de Nederlandse markt ontwikkelt zich namelijk voorspoedig. Herman Nieuweweme is lid van het bestuur en wijst erop dat het aandeel van biologisch in de Nederlandse melkplas nu ongeveer 2 procent bedraagt. “In Duitsland is dat al 5 procent; die kant kunnen wij ook op.”

laatste kreeg op de MAS weinig mee over biologische landbouw, maar kiest op basis van de successen van zijn ouders ook voor deze aanpak. Om hun koeien, Holsteins met een scheut Noors roodbont, beter te huisvesten ontwikkelden ze een nieuwe stal. Helemaal open, zonder zijwanden of windbreekgaas. Het is er soms koud, maar de dieren kunnen daar goed tegen, beter dan tegen de hitte in de zomer. Dan is de open stal met geïsoleerd dak een toevluchtsoord met schaduw en een briesje. Bijzonder is de dichte vloer, die scheiding van mest en urine mogelijk maakt. In die vloer zitten conische gaatjes, die de urine afvoeren naar een kelder. De vaste mest, vermengd met het stro dat in de boxen ligt, blijft op de vloer liggen en wordt met een mestschuif de stal uitgeschoven, onder de achtergevel door. Enkele keren per week verplaatsen ze deze mest naar een speciaal aangelegde overdekte put, die ongeveer 2 meter is verzonken in de grond. Het levert naast een lage ammoniakuitstoot ook mest van hoge kwaliteit op, die wordt uitgestrooid op het gras- en maïsland. Dat gebeurt ook met de urine, die relatief veel stikstof bevat en snel effectief is voor het gewas, te vergelijken met kunstmest.

Pendelaars “Je denkt al snel dat je te weinig koeien hebt. Maar voldoende grond om je voerkosten laag te houden is belangrijker”, is de ervaring van Herman Nieuweweme.

12

33_Nieuwe Wegen_01L.indd 12

“De vaste mest werkt super voor het bodemleven”, zo is de ervaring van Herman. Vooral de toename van het aantal wormen is opmerkelijk. “Daar

zitten ook pendelaars bij, dat zijn regenwormen die extra diep de grond in gaan. Zo krijg je een diepere beworteling en een snellere aan- en afvoer van water. Dus minder droogteschade en minder wateroverlast in natte perioden.” Bij de opening van de stal, waarvan er in Nederland inmiddels acht zijn, kwamen een kleine vijfhonderd belangstellenden kijken. Ook deze stap van de Nieuwewemes werd als opmerkelijk beoordeeld, maar “Wat dut er noe?” werd niet meer gehoord. Herman, Lies en Frank melken op dit moment 105 koeien in de nieuwe stal; de oude doet dienst als ligboxenstal voor het jongvee vanaf vier maanden en de jongste kalfjes liggen in strohokken. De gemiddelde productie is 7.800 kilogram melk met 4,27 gram vet en 3,53 gram eiwit. Netjes voor een biologisch melkveebedrijf. Het enige dat nog niet klopt is het aantal koeien. De stal is gebouwd voor 120, dus er moeten er eigenlijk nog vijftien bij. De fosfaatwetgeving speelt ook dit bedrijf parten. Voor Herman is dat geen onoverkomelijk probleem. “Je denkt al snel dat je te weinig koeien hebt. Maar voldoende grond om je voerkosten laag te houden is belangrijker.”

Stikstofdiscussies Ze kunnen nu fosfaatrechten bijkopen, maar de stikstofdiscussie kan nog verrassingen opleveren. Voor de korte termijn vat Herman de strategie samen in een Twents gezegde, waarmee hij ook vertrouwen in de toekomst uitdrukt: “Kiek’n wat ’t wot”.

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:38


B E D R I JF

Chr. Hansen onthult mechanisme als eerste

Specifieke melkzuurbacteriën voorkomen bederf Specifieke melkzuurbacteriestammen in de FreshQ-cultuur van Chr. Hansen voorkomen op natuurlijke wijze de uitgroei van gisten en schimmels in gefermenteerde zuivel zonder effect op smaak en textuur. De stammen consumeren een nutriënt, mangaan, dat cruciaal is voor de groei van de micro-organismen die bederf veroorzaken, legt Tom van Zeeburg uit. Tekst: Yves De Groote

“De belangstelling voor de innovatie is groot. Inmiddels zijn de eerste zuivelproducten met FreshQ op de markt in België en Nederland”, vertelt Tom van Zeeburg, area salesmanager bij Chr. Hansen. “De consument vraagt natuurlijke, duurzame producten en clean labels, zonder E-nummers. Bovendien verlengt FreshQ de houdbaarheid van de gefermenteerde zuivelproducten zoals yoghurt, kwark, skyr en kefir tot twee weken. Consumenten verspillen minder en zuivelbedrijven kunnen grotere batches produceren en flexibeler leveren aan de handel.”

De FreshQcultuur moet wel gelijktijdig met de standaardstarterculturen worden toegevoegd. (Foto: Chr. Hansen)

Bioprotectie De meeste wetenschappelijke studies over verlenging van de houdbaarheid door fermenteren van zuivel waren tot voor kort – zonder veel succes – gericht op het identificeren van antimicrobiële stoffen die bij het fermenteren gevormd worden. Chr. Hansen is er als eerste in geslaagd om, in een wetenschappelijke studie op haar R&D-afdeling in Denemarken, te achterhalen hoe specifieke melkzuurbacteriën bederf van schimmels en gisten kunnen voorkomen. Het bedrijf werkte hierbij samen met wetenschappers in Duitsland en de Verenigde Staten. Wat bleek? “Voor de groei absorberen de melkzuurbacteriën een nutriënt uit melk, namelijk mangaan, dat cruciaal is voor de groei van

gisten en schimmels”, zegt Van Zeeburg. De uitkomsten van het onderzoek werden gepubliceerd in een wetenschappelijk artikel in Applied and Environmental Microbiology Journal (2020). Van de opgedane kennis maakte het bedrijf gretig gebruik door uit zijn database van 30.000 melkzuurbacteriën een nieuwe generatie melkzuurbacteriën te selecteren. De nieuwe generatie melkzuurbacterieculturen heeft geen effect op de smaak en structuur van het gefermenteerde product. “Er zijn verschillende melkzuurbacteriestammen. De een werkt beter in kwark, de ander in yoghurt”, geeft Van Zeeburg als voorbeeld.

De salesmanager vervolgt: “De culture moet wel gelijktijdig met de standaardstarterculturen – bijvoorbeeld Streptococcus thermofilus en Lactobacillus bulgaricus – in de melktank worden toegevoegd voor de bereiding van yoghurt.” Een mogelijke besmettingsbron voor gisten is schimmels is toegevoegd fruit in de yoghurt. De innovatieve cultuur voorkomt niet alleen nabesmettingen in de productie, maar ook thuis bij de consument op tafel. Vooruitkijkend verwacht Van Zeeburg verdere innovaties in het verlengde van het onderzoek, bijvoorbeeld gerichte oplossingen voor de verschillende gisten en schimmels in de zuivel- en andere voedingsproducten.

ZuivelZicht juni 2020

11_Artikel_02R.indd 13

13

29-05-20 15:39


B E D R I JF

De ervaringen van André Nagel in Portugal

‘De fabriek gaf ons er 200.000 kilo quotum gratis bij’ André Nagel wilde na het quotumtijdperk een eigen melkveebedrijf beginnen. Door de fosfaatwetgeving lukte dat niet meer in Nederland. Inmiddels probeert hij samen met zijn vrouw die droom te verwezenlijken in Portugal, in Montemor-O-Nova. “Je hebt hier veel meer ondernemersvrijheid.” Tekst: Sjoerd Hofstee

André Nagel boerde eerder in het Nederlandse Weesp. Hij was lid van de jongerencommissie van DOC Kaas en werkte samen met een oom. Die samenwerking liep stuk en hij vond een baan bij Agrifirm als voeradviseur. Het idee was om in Nederland zelfstandig

boer te worden nadat in 2015 het melkquotum verdween. De komst van fosfaatrechten gooide roet in het eten en de zoektocht naar kansen in het buitenland werd inzet. Het werd Portugal vanwege de relatief goedkope bedrijven die er aangeboden

worden. Met daarbij veel uitbreidingsmogelijkheden en een redelijk stabiele melkprijs. André en zijn vrouw Ananja kozen bewust te starten op een pachtbedrijf. Zo hielden ze de mogelijkheid open toch weer terug te gaan naar Nederland. In de tussentijd hebben ze

André Nagel: “Je boert hier stapje voor stapje vooruit.“

14

22_Artikel_19L.indd 14

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:39


B E D R I JF

recht op de eerste koop van de locatie waar ze nu wonen en werken. “Inmiddels weten we dat we in Portugal blijven, maar het is niet zeker of dat op deze plek is.” Nagel is tevreden over zijn locatie, waar zijn bedrijf inmiddels van 140 koeien naar ruim tweehonderd koeien en bijbehorend jongvee is gegroeid. Echter, bij het bedrijf is slechts 40 hectare aanwezig dat louter geschikt is om de pinken op te weiden. “Wij kopen al het benodigde voer aan en houden de koeien het hele jaar binnen.”

Hoge gehalten ongewenst De veestapel produceert gemiddeld 38 kilo melk met 3,70 procent vet en 3,30 procent eiwit. Daarvoor ontving Nagel dit voorjaar een melkprijs van circa € 32 per 100 kilogram. De melk gaat via Lactocoop naar de grote verwerker Lactogal. Deze coöperatie verwerkt circa van 80 procent van de melk in Portugal. De melk wordt gecollecteerd door de dochterondernemingen Proleite, Lacticoop en Argos. Andere zuivelondernemingen die in Portugal actief zijn, zijn Parmalat en Schreiber die de productielocatie van Danone een paar jaar geleden overnam. De zuivelindustrie is weinig innovatief gebleken de laatste jaren en leunt nog altijd vooral op de binnenlandse markt. Mede door concurrentie op de dagverse markt vanuit Spanje lag de melkprijs dit voorjaar rond de € 32,50 per 100 kilogram, een paar cent onder het niveau van de meeste NoordwestEuropese fabrieken. De melk wordt net als in Nederland uitbetaald op basis van vet- en eiwitgehalte, maar voor gehalten boven de 4,00 procent vet en 3,50 procent eiwit wordt niets extra’s meer betaald. Dit omdat de meeste melk tot dagverse producten wordt verwerkt waarbij de hogere gehalten niet lonen.

Fabrieksquotum Lactogal hanteert net als andere Portugese melkfabrieken een fabrieksquotum. Het systeem stelt dat wie onder de 80 procent levert van het vooraf

aangegeven volume, een boete krijgt. Met bijvoorbeeld een verklaring van de dierenarts dat er ziekte in het vee heerste, kun je makkelijk onder zo’n boete uitkomen. Wie een paar procent over zijn quotum heen melkt, krijgt officieel ook een boete. “Maar vorig jaar molk ik 200.000 liter te veel wat ik zonder beperkingen aan een Spaanse fabriek mocht leveren. In plaats van een boete beloonde mijn fabriek mij zelfs voor mijn proactieve houding. Vanaf dit jaar werden deze extra liters namelijk gratis aan mijn quotum toegevoegd”, vertelt Nagel breeduit lachend. “Blijkbaar kunnen ze de melk dit jaar wel zelf gebruiken en willen ze jonge ondernemende boeren stimuleren.” Omdat het quotum aan één locatie is en blijft gekoppeld, is quotum aankopen niet duur. Het is echter veel meer de vraag of er quotum beschikbaar is. Dat wordt bepaald door de fabriek waaraan je levert. Die kijkt of er ruimte is om melkveehouders extra quotum toe te bedelen. Een ander groot verschil tussen de Nederlandse en Portugese zuivel noemt Nagel de kwaliteitscontroles. “Soms krijg je opeens bericht van een onverklaarbaar hoog kiemgetal of vriespunt. Dan bel je om uitleg te vragen, maar schrappen ze de aantekening gewoon en krijg je gewoon uitbetaald zonder ooit weer iets over dat eventuele kwaliteitsprobleem te horen.”

Black Angus populair Nagel insemineert een deel van zijn veestapel met Holstein-fokstieren, het andere deel met Black Angus. Dit onder andere omdat de jonge ondernemer het

‘Je moet hier alles dubbel hebben van alle machines. Want monteurs komen echt niet meteen’

eerste jaar veel last had van Neospora. De dragers die nog aanwezig zijn op het bedrijf komen onder een vleesstier. “Angus verkoopt het beste. Ook kruislingen worden onder een Anguslabel in de supermarkten hier verkocht en stiertjes leveren ons zo’n € 150 per stuk op.” Het rantsoen voor de melkkoeien bestaat in het voorjaar van 2020 uit 29,5 kilo snijmais, 10 kilo graskuil, 2 kilo tarwe, 3,25 kilo maismeel, 25 kilo soja en 1,5 kilo raap. “Mineralen die ik bijvoer haal ik uit Nederland. Hier vond ik dat de kwaliteit van de mineralen elke levering afweek van de vorige.” De melkveehouder vervolgt dat hij eigenlijk meer gras en minder mais in het rantsoen wilde omdat hij de maisplanten in Portugal vaak als matig verteerbaar beoordeelt. Meer gras aankopen lukt echter niet goed. “De Portugezen vinden gras verbouwen moeilijk of beter gezegd: te duur. Het is ook moeilijk en duur, omdat je per se constant moet irrigeren om kwantiteit en kwaliteit te halen. Zij verkopen dan het liefst veel tonnen en laten het gras dus lang uitgroeien. Ik wil echter gras dat korter is en eerder gemaaid wordt. Nu dat niet lukt, accepteer ik dat ik meer mais moet voeren in plaats van gras.” Het jonge ondernemersechtpaar verzorgt het werk samen met een ander echtpaar en een andere medewerker uit Brazilië. Die wonen in separate huizen op het bedrijf. Personeel en machines zijn ook nodig omdat vervangende arbeid en materialen niet snel beschikbaar is. “Je moet hier alles dubbel hebben van alle machines. Anders loop je vast, want monteurs komen echt niet meteen als je ze belt. Bovendien ligt het kennisniveau van de meeste monteurs veel lager dan die in Nederland.” Ondanks dergelijke nadelen ziet Nagel in Portugal vooral kansen. “Controles op van alles en nog wat kennen ze hier ook wel, maar het is veel losser. Je hebt dus veel meer ondernemersvrijheid. Persoonlijk vind ik het leuk om echt een bedrijf op te bouwen. Je boert hier stapje voor stapje vooruit. Die mogelijkheid heb je hier nog echt.”

ZuivelZicht juni 2020

22_Artikel_19L.indd 15

15

29-05-20 15:40


B E D R I JF

Goede en slechte tijden bij Duitse botermaker Meggle Het 133 jaar oude Meggle beleefde een geweldig 2019. ‘Het meest succesvolle jaar in onze geschiedenis’, aldus het vooral in boter gespecialiseerde bedrijf. Achter de schermen voert de familie Meggle een interne strijd over de toekomst van de onderneming. Tekst: Hermann-Josef Martin

Uit haar jaarcijfers blijkt dat de Duitse zuivelonderneming Meggle in 2019 een omzet ter waarde van bijna € 1 miljard realiseerde. Het meest succesvolle bedrijfsonderdeel was zonder twijfel het team dat verantwoordelijk is voor

de consumentenmarkt. Het in het Zuid-Duitse Wasserburg gevestigde bedrijf slaagde er in om een aanzienlijk groter deel van de binnenlandse markt te veroveren. De verkoop in Duitsland van boter en gemengde

vetten zoals margarines steeg met respectievelijk 60 en 70 procent. Getallen waar de inmiddels 89-jarige voormalige eigenaar Joseph Anton ‘Toni’ Meggle met enig ongeloof naar zal hebben gekeken.

De Duitse zangers Helene Fischer is al jaren het gezicht van Meggle op de nationale consumentenmarkt. Rechts Toni Meggle. (Foto: OVB)

16

22_Artikel_05L.indd 16

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:40


B E D R I JF

De warme, voor picknick en barbecueparty’s geschikte zomer van 2019 zal de verkoop van de vele kruidenbotervarianten hebben gestimuleerd. Maar alles wijst erop dat ook de grootscheepse marketingcampagne het gewenste effect had. Gedurende het barbecueseizoen doken de spotjes en advertenties van Meggle overal op. Er was bovendien een wedstrijdelement bedacht: met wat geluk konden consumenten mooie prijzen winnen. Ook de detailhandel was aangehaakt om de campagne goed in de spotlights te krijgen.

Smeerbaar Terugkijkend heeft de begin vorig jaar al aangekondigde investering in marketing het bedrijf dus geen windeieren gelegd. Meggle toonde zich trouwens niet alleen in de zomer actief aan het reclamefront. In het eerste kwartaal van 2019 werd met succes de ‘altijd smeerbare’ boter gepromoot. Dankzij de toegevoegde plantaardige olie blijft de emulsie ook direct vanuit de koelkast goed smeerbaar. De verpakking van deze boter had vooraf een make-over gekregen: het mocht allemaal wat moderner. Soortgelijke restyling en marketing hielpen ook enkele margarines en halvarines aan betere verkoopresultaten.

Oostwaarts De in 2018 aan het roer gekomen ceo van Meggle, Matthias Oettel, heeft laten weten dat het bedrijf ook floreert in verschillende Oost-Europese landen. Ook het marktaandeel in Japan valt op. Oettel wil op dit succes voortborduren. Er wordt op meer Aziatische markten ingezet. Dit jaar opent Meggle een eerste kantoor in India, zo kondigde de bestuurder alvast aan. Qua export lijkt het bedrijf vooral ‘oostwaarts’ naar mogelijkheden te zoeken. Ten westen van Duitsland zijn de vooruitzichten er met onder meer de brexit en Amerikaanse importheffingen niet gunstiger op geworden. Ook de tak die specialistische melk(poeder)producten produceert voor de farmaceutische markt en de handel in ingrediënten voor bijvoorbeeld voedingssupplementen deden het in 2019

prima, aldus Oettel. Een voorbeeld vanuit de farmaceutische hoek is het succes van de zogeheten ‘Meggle Pharmalactosis’, een dragende stof in veel medicijnen. De ceo is van mening dat Meggle nog lang niet aan z’n plafond zit; hij zegt een ‘enorme groeipotentie’ binnen het bedrijf te zien.

Erfgenamen Mede dankzij het topjaar 2019 groeide het eigen vermogen van Meggle aan tot circa € 200 miljoen. Iedereen blij, zou je denken, zeker ook de door Duitse media als ‘boterbaron’ omschreven Toni Meggle, jarenlang de grote baas van het door zijn vader opgerichte bedrijf. Tegenwoordig zit de 89-jarige enkel nog in de Raad van Commissarissen. Officieel kijkt hij vanaf de zijlijn toe, met zijn tweede vrouw Marina naast zich als plaatsvervanger. Geen van de vijf kinderen uit zijn eerste huwelijk werkt in het bedrijf. Laat staan dat een van de telgen de ambitie heeft om het bedrijf te leiden. Dat stemde Toni tot nadenken. Hij zoekt al jaren naar mogelijkheden om zijn levenswerk ook na zijn dood in volle glorie overeind te houden, zonder dat erfgenamen daarbij een rol zouden kunnen spelen. Het leidde er toe dat drie van zijn vijf kinderen inmiddels een rechtszaak tegen hem aanspanden. Ze beweren dat hun vader financiële afspraken niet nakomt en hen hun rechtmatige erfdeel onthoudt.

Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk

Een holding voor altijd Eind 2019 heeft Toni Meggle al zijn bezittingen, inclusief de Meggle Groep en alles wat daarbij hoort, ondergebracht in een aparte stichting met een holdingmaatschappij. In de statuten is opgenomen dat Meggle nooit verkocht mag worden: het bedrijf moet voor altijd in de huidige vorm blijven bestaan. Plus nog meer randvoorwaarden die eventuele erfgenamen buitenspel zetten. Drie van Toni’s kinderen zien hierin de hand van hun stiefmoeder en eisen via de rechter hun erfdeel op. Met een balanswaarde van zo’n € 500 miljoen kunnen de claims oplopen tot € 25 miljoen per kind.

Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.

www.voetsdonkers.nl

22_Artikel_05L.indd 17

29-05-20 15:40


B E D R I JF

Fins Valio worstelt en komt overtuigend boven Valio, verreweg het grootste zuivelconcern van Finland, kende enkele moeilijke jaren. Maar de onlangs gepresenteerde jaarcijfers over 2019 laten een ommekeer zien: een recordwinst en groeikansen op de Chinese consumentenmarkt. Tekst: Hermann-Josef Martin

Een halfjaar terug besteedde Zuivelzicht aandacht aan de rode cijfers die Valio schreef over 2018, onder meer als gevolg van een slepende rechtszaak. Op het hoofdkantoor in Helsinki incasseerde men tandenknarsend een verlies van ruim € 25 miljoen. 2017 was met een winst van € 4,9 miljoen ook al niet om naar huis te schrijven. Het boekjaar 2019 maakt veel goed: de winst steeg naar € 33 miljoen. Voor Valio is dat een record: het verschil met het resultaat van het voorgaande jaar is liefst € 58 miljoen.

Besparingen Er zijn verschillende verklaringen voor het goede resultaat. Een belangrijk deel van de winst is te danken aan de radicale kostenbesparingen die het bedrijf de afgelopen jaren doorvoerde. Zo verdwenen er vele tientallen banen. Op het hoofdkantoor gingen in het voorjaar van 2019 tachtig van de 660 banen verloren. Ook werd gesneden in het budget voor binnenlandse marketing en op tal van plekken werd zodanig gesaneerd en gereorganiseerd dat productie en logistiek minder duur werden. De ingrepen waren pijnlijk, maar volgens het bedrijf noodzakelijk om de concurrentiepositie te verbeteren. Verder speelt mee dat het jarenlange juridische gevecht met enkele Finse concurrenten steeds minder op het bedrijfsresultaat drukt. In deze zaak is

18

22_Artikel_19L_2.indd 18

Valio werd vorig jaar definitief veroordeeld tot het betalen van € 8,3 miljoen, omdat het concern zijn machtige binnenlandse positie zou hebben misbruikt. De hoogte van de boete was een meevaller, want er waren tientallen miljoenen geëist.

Innoveren met pudding Wat ook bijdraagt aan het goede resultaat, is dat Valio vorig jaar in eigen land in totaal 146 nieuwe zuivelproducten op de markt bracht – bijna een kwart meer dan in het jaar daarvoor. Niet elk product was een schot in de roos, maar bijvoorbeeld een serie eiwitrijke puddingvarianten, modieuze ‘barista’ koffiemelk en enkele kaasimitaties voor kopers van veganproducten scoorden goed. De veganproductlijn komt uit de zuivelfabrieken in Riihimäki en Turenki en wordt gemaakt van Finse haver. Ook nieuw is een lactosevrij melkpoeder (Valio Eila NUTR F+) waarmee het concern zich richt op de seniorenmarkt. Het product ‘voldoet specifiek aan de voedingsbehoefte van de verouderende bevolking’, zo luidt de claim. De formule

Valio bracht vorig jaar 146 nieuwe producten op de markt

is gebaseerd op eiwitrijke melkpoeder, een halffabricaat dat goed zou zijn voor met name spieren en botten, iets wat vooral actieve ouderen aanspreekt, denkt Valio. Met op alle continenten een groeiend aandeel van de zestigplussers in de bevolkingsopbouw hoopt men uiteraard dat deze innovatie uitgroeit tot een wereldwijd succes. De eerste concrete producten werden in mei 2019 tijdens een grote internationale levensmiddelenbeurs in Genève gepresenteerd. Het gaat onder meer om voedingsdrankjes en dieetproducten.

‘Scharrelmelk’ De aandacht van een groeiend aantal consumenten voor diervriendelijk en duurzaam produceren is ook de Finnen niet ontgaan. Valio maakt op allerlei manieren werk van een ‘groene’ bedrijfsvoering. Transport, energie, gebouwen, productie, verpakkingen: op elk onderdeel gaat men voor milieuvriendelijk en klimaatneutraal. Toeleveranciers worden gestimuleerd mee te doen. Sinds september 2019 biedt Valio onder de eigen merknaam enkel nog melk aan van melkveehouderijen die aan een bepaald duurzaamheidprogramma meedoen. De deelnemende boeren moeten qua staltype en bedrijfsvoering voldoen aan strikte eisen op het gebied van dierenwelzijn en duurzaamheid. Dat gaat onder meer over bewegingsvrijheid in en rond de stal – er

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:41


B E D R I JF

Valio heeft na een aantal mindere jaren weer geïnvesteerd in nieuwe productiecapaciteit.

wordt al gesproken van ‘scharrelmelk’ – en regelmatige check-ups door een veearts. In het veevoer mogen geen soja of genetisch gemodificeerde organismen zitten. De deelnemende melkveehouders ontvangen als bonus per liter melk een paar cent extra. Eveneens onder de paraplu van ‘gezond en duurzaam’ ging Valio vorig jaar een samenwerkingsovereenkomst aan met een bedrijf dat van zeewier gemaakte levensmiddelen produceert. Valio is geïnteresseerd in gezamenlijke productontwikkeling, bijvoorbeeld van trendy snacks.

Investering in melkpoeder Dat 2017 en 2018 weinig winst opleverden, weerhield Valio er niet van om in 2019 fors te investeren. De € 64 miljoen van 2019 steekt weliswaar schril af tegen de € 152 miljoen die in 2014 werd geïnvesteerd, maar toen was het bedrag dan ook uitzonderlijk hoog. Vorig jaar ging er onder meer geld naar een nieuwe grote waterzuiveringsinstallatie, betere productiefaciliteiten voor het veganassortiment en een moderne

verpakkingsinstallatie. Maar het grootste investeringsbedrag was voor uitbreiding van de capaciteit voor de productie van babymelkpoeder. Gezien de grote vraag in Azië – met name China – naar melkpoeder was dit een voor de hand liggende keuze.

Meer export Het noemen van een grote wereldmarkt nodigt uit om naar Valio’s exportcijfers over 2019 te kijken. De export steeg met bijna 7 procent tot een totaalbedrag van € 715,1 miljoen. Het Finse moederbedrijf was daar grotendeels zelf voor verantwoordelijk: het overtrof de export ten opzichte van het voorgaande jaar met bijna 11 procent. De buitenlandse dochterondernemingen presteerden aanmerkelijk minder overtuigend, met gemiddeld ongeveer 1,5 procent hogere omzetcijfers ten opzichte van 2018. Valio richt zich al jaren vooral op Estland, Zweden, Rusland, de Verenigde Staten en China. Goedlopende exportproducten zijn lactosevrije zuivel, verse melk, kaas en boter. Plus gedeminiraliseerde melkpoeder voor de Chinese markt.

Valio mag al jaren melkpoeder als grondstof naar China verschepen. Maar sinds begin 2019 heeft het concern vergunning van de Chinese autoriteiten om ook kant-en-klare babyvoeding en soortgelijke eindproducten te leveren. Dat blijkt booming business: dochteronderneming Valio Shanghai zag de omzet vorig jaar met liefst 40 procent groeien, tot een waarde van € 64 miljoen. Het overgrote deel van de producten voor deze markt is lactosevrij, aangezien circa 80 procent van de Chinese bevolking geen lactose verdraagt. De toegang tot de grote en relatief kapitaalkrachtige Chinese consumentenmarkt voor babyvoeding betekent dat er nieuwe kansen ontstaan. De Finse zuivelexport naar China kan de uitvoer naar de traditionele handelspartners – Zweden, Estland en Rusland, oftewel de buurlanden – gaan overvleugelen. De cijfers over 2019 maken in elk geval duidelijk dat Valio, wat in het Fins ‘kampioen’ betekent, weer aan de winnende hand is.

ZuivelZicht juni 2020

22_Artikel_19L_2.indd 19

19

29-05-20 15:41


B E D R I JF

Ontkorsten 24/7 in drie ploegendienst levert vele voordelen

Dupont Cheese ontkorst voortaan volautomatisch Dupont Cheese in Brugge investeerde in een volledig geautomatiseerde kaasontkorstmachine van het Nederlandse machinebouwbedrijf Groba. Ergonomischer werken was de voornaamste aanleiding, maar automatiseren biedt meer opportuniteiten, zegt projectmanager Kurt De Guffroy. Tekst: Yves De Groote

lijnen, waaronder een lijn voor het snijden en verpakken van vierkante kaasblokjes in een transparante kunststoftray. “Omdat de snijmachine voor de kaasblokjes enkel Euroblok- en Carron-vormige kaas zonder korst verwerkt, werd de korst tot eind 2019 manueel door een operator verwijderd met een elektrische handschaaf”, blikt projectmanager Kurt De Guffroy terug.

Kaasontkorstmachine

Kurt De Guffroy en Robin de Groot blikken tevreden terug op het project. (Foto: Yves De Groote)

Dupont Cheese is onderdeel van de divisie Consumer Products & Services van Milcobel, het grootste zuivelbedrijf in België. Naast de wereldwijde distributie van 2.000 soorten kazen uit België en Europa, versnijdt en verpakt het kaasbedrijf vooral kaas geproduceerd in de fabriek van Milcobel in Moorslede, 50 kilometer ten zuiden van Brugge. Brugge Kaas is het meest bekende merk. In totaal verwerkt het kaasbedrijf, met ongeveer 230 medewerkers maar liefst 10.000 ton per jaar op zestien productie-

20

22_Artikel_07L.indd 20

De investering in de standalone, volledig geautomatiseerde, hygiënisch ontworpen kaasontkorstmachine is in de eerste plaats gedreven door het verbeteren van de werkomstandigheden, maar biedt Dupont Cheese verschillende opportuniteiten. De Guffroy legt uit: “Het manueel schaven van gecoate kazen is zwaar werk en belastend voor de operator, ook door het geluid. Het is daardoor ook moeilijk om mensen te vinden voor dit werk, mede gezien de lage werkloosheid in West-Vlaanderen.” Andere aanleidingen voor de investering die hij opnoemt zijn een betere arbeidsveiligheid en verhoging van de arbeidsefficiëntie: één operator kan de volledige installatie bedienen en alle nodige werkzaamheden uitvoeren op een klein oppervlak. Tegelijk overziet hij het volledige proces, van aan- tot afvoer van de kaas over twee parallelle zwaartekrachtrollenbanen. De kazen komen aan in een kaasbox die de operator manueel

leegt. De geschaafde kazen stapelt hij in een box of op een pallet, waarna de kaas wordt opgehaald. Last but not least bufferen de aan- en afvoerbanen de kaas, die verder volledig automatisch worden ontkorst, zodat de installatie 24/7 beschikbaar is. De Guffroy verduidelijkt: “De operators in drieploegendienst kunnen pauze nemen terwijl het ontkorsten doorgaat. Afhankelijk van de kaasvorm zijn dit momenteel in deze machine twintig tot dertig kazen per uur.”

Twee robots De volledige installatie – de kaasontkorstmachine en de aan- en afvoerrollenbanen – telt twee Kuka-robots. De eerste robot pakt de aangevoerde kaas op en plaatst deze op een weegschaal voordat de gecoate kaas automatisch de ontkorstmachine ingaat, en zorgt vervolgens voor het transport naar de afvoerbaan als de kaas ontkorst is. De tweede robot verwijdert de korst met een speciale freestool in twee stappen: de bovenkant en twee zijkanten, waarna de kaas wordt gekeerd en de andere drie zijden ontkorst worden. “Ondertussen legt de eerste robot een volgende kaas klaar op de weegschaal, zodat de machine maximaal gebruikt wordt”, legt de projectengineer uit. Het verwijderen van de korst gebeurt door middel van een snel ronddraaiende ronde freeskop met kleine mesjes.

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:42


B E D R I JF

Fabriek van de toekomst “De investering in de ontkorstmachine illustreert de strategie van ons bedrijf naar de toekomst toe. Voor ogen staat de fabriek van de toekomst”, zegt sitemanager Davy Callewaert. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. “Twee jaar geleden zijn er al met succes testen geweest met de installatie van Groba. Vorig jaar werden verdere stappen gezet met de investering. Vanuit het hoofdkantoor krijgen we alle ondersteuning om activiteiten als ontkorsten te automatiseren. Minder kaasverlies leidt tot het nog efficiënter vermarkten van kaasblokjes. En de ontkorstmachine ontlast bovendien ons personeel en maakt het aangenamer werken. Dat is een win-win.”

“De bediening is zo eenvoudig mogelijk, om de operators die met de installatie moesten gaan werken, mee te krijgen in de verdere automatisering in de productie,” zegt De Guffroy. “De operator heeft een werkplanning voor zijn shift en hoeft gewoon een van de twintig voorgeprogrammeerde programma’s voor verschillende kaassoorten, vormen en formaten te kiezen. De machine stelt zich dan zelf volledig in. Omdat kaas een natuurproduct is en het oppervlak van elke kaas niet volledig effen is (door kuiltjes en bobbeltjes, red.), wordt de kaas – voor deze de machine in gaat – nauwgezet driedimensionaal gescand voor het finetunen van het ontkorstproces met een nauwkeurigheid van tienden van een millimeter.” Recent is Dupont Cheese begonnen met het verzamelen van procesgegevens om meer inzicht te krijgen in het proces en de installatie en bij te sturen. De Guffroy somt enkele KPI’s voor de ontkorstmachine op: aantal verwerkte kazen, gewicht kaas voor en na frezen, verlies aan kaas, aantal kazen dat nawerk vereist, omdat nog een beetje coating aanwezig (door de oneffenheid van het kaasoppervlak, red.). “We zien zo bijvoorbeeld al dat het verlies aan kaas 2 tot 3 procent minder is ten opzichte van het manueel ontkorsten, omdat de machine constanter en nauwkeuriger de kaas ontkorst. Ook dat is mooi meegenomen.”

beperkte ruimte en de bedrijfsvoering die mogelijk moet maken dat de robot 24/7 beschikbaar is. Daarnaast noemt hij de introductie van nieuwe techniek en technologie in de productie en datacaptatie om inzicht te krijgen in de volledige installatie, inclusief aan- en afvoer van de kaas en de handling door de beide robots. Machinebouwbedrijf Groba koos voor Kuka als leverancier omdat het bedrijf een eigen engineeringafdeling heeft en niet te ver over de Nederlandse grens is gevestigd. Voor Robin de Groot, directeur van Groba, dat eerst in eigen beheer een prototype ontwikkelde en bouwde, lag de uitdaging in een zo goed mogelijke oplossing voor Dupont Cheese. “We hebben veel testen moeten uitvoeren: enerzijds op het vlak van frezen, welke diameter en grootte van de freeskop zorgt voor een optimaal rendement. Anderzijds ging veel tijd zitten in de ontwikkeling van het scannen van de kaas, de beeldverwerking en de besturing van de ontkorsttool. Eenmaal we dit voor elkaar hadden voor de Euroblok-vorm ging het snel voor de Carron-vormige kaas. De ontkorstmachine is verder zo ontwikkeld dat deze als standalone unit is in te zetten, zoals bij Dupont Cheese, maar ook als lijn door units te koppelen. Zo ontstaan er ontkorstopstellingen die meer capaciteit leveren.”

begin van de investering. Met een virtual reality-bril liet Groba hen in 3D zien hoe de machine eruit zou komen te zien. “Onze engineers en hun 3D-CAD-pakketten maken dit mogelijk”, legt De Groot uit. “De operator kon in een virtuele omgeving de volledige installatie zien en er ook tussendoor lopen. Ze zagen de robots in beweging en konden het proces van de kazen volgen. De operators konden ook suggesties doen voor verbeteringen en die waren er ook: zo werden de aan- en afvoerrollenbanen verwisseld en werd de afvalbak voor het korstafval beter bereikbaar gemaakt. Al voor de machine in de productie stond hadden zij de nodige opleidingen gevolgd voor de bediening met extra aandacht voor veiligheid.”

Advertentie

Betrokkenheid medewerkers Uitdagingen bij het project Gevraagd naar de voornaamste uitdagingen wijst de projectmanager naar de

Om operators achter de verdere automatisering te krijgen, betrok Dupont Cheese hen vanaf het eerste

ZuivelZicht juni 2020

22_Artikel_07L.indd 21

21

29-05-20 15:42


MARK T

Analyse Annual Insight

De sterke relatie tussen olie- en zuivelprijzen: toeval? Annual Insight analyseert maandelijks in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maand de opmerkelijke gelijkenissen tussen de prijsontwikkelingen van zuivel en ruwe olie. Tekst: Robert den Hertog

In deze editie willen we stilstaan bij de relatie tussen olie en zuivel. Daarnaast geven we kort inzicht in de handel van Nederland met olieproducerende landen, met extra aandacht voor de ontwikkeling van handel in corona crisis. De relatie tussen ruwe olie en zuivel is historisch gezien sterk. Sinds begin 2000 hebben prijsstijgingen en prijsdalingen

22

33_Artikel_02L.indd 22

in beide sectoren op vrijwel dezelfde momenten plaatsgevonden. In de basis lijken de twee industrieën op elkaar. Beide vereisen het dagelijks transporteren van stromen (melk en olie). Beide verwerken rauwe grondstoffen tot verschillende (eind)producten en ook vergt zowel de olie- als melkproductie forse investeringen. Het aanbod van beide producten wordt nauwelijks wordt

beïnvloed door schommelingen in marktprijzen. De twee ‘commodities’ zijn prijsinelastisch: prijsstijgingen of -dalingen hebben weinig tot geen invloed op de afname. Als gevolg ontstaan schommelingen in het aanbod. Naast de vergelijkbare basiskenmerken zijn er andere voorbeelden die laten zien waarom er een historisch sterke relatie is tussen olie en melk. We

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:42


MARK T

onderscheiden hiervoor een tweetal zaken.

Aanbod- en vraagschok De laatste tien jaar hebben beide sectoren schokken in het aanbod meegemaakt, die zich (grotendeels) toevallig op dezelfde momenten voordeden. Een recent voorbeeld hiervan is het overaanbod van olie vanaf 2014 als gevolg van veranderingen in de structuur van de oliemarkt, zoals de door technologie gedreven veranderingen in de rentabiliteit van de olieexploratie. Ook de veranderende rol van de Opec, de organisatie van olieproducerende landen, speelde mee. In diezelfde periode beĂŤindigde de Europese Unie de melkquotering, wat zorgde voor een sterke opschaling van de productie van melk, dat in een vergelijkbaar overaanbod resulteerde. Dat internationale vraagschokken in beide sectoren min of meer tegelijk voorkomen, is in de meeste gevallen niet het gevolg van toeval. Die samenloop

Exportproducten zijn het meest onderhevig aan internationale effecten

33_Artikel_02L.indd 23

wordt namelijk veelal veroorzaakt door dezelfde ontwikkelingen. De zuivel- en de oliesector maakten tegelijk twee schokgolven in de vraag door vanwege dezelfde marktomstandigheden in China. Vanaf 2009 steeg daar de vraag fors door de opkomst van de middenklasse, terwijl die vraag in beide sectoren in 2015 weer een stap terug deed.

Het verschil in impact Binnen de zuivel zijn er producten die voornamelijk binnen de lands- of regiogrenzen blijven (kaas, boter) en producten waarvan het grootste gedeelte voor export naar de wereldmarkt bedoeld is, zoals bijvoorbeeld melkpoeders. Zoals gezegd hebben voornamelijk internationale effecten invloed, waarbij typische exportproducten vanzelfsprekend het meest onderhevig zijn aan deze invloeden. Dit is een van de belangrijkste redenen waarom de relatie tussen olie- en kaasprijzen minder krachtig is dan de relatie tussen olie- en melkpoederprijzen.

Afzwakking van de relatie Nadat de afschaffing van het melkquotum en de crash van de oliemarkt al toevallig samen vallen rond 2015, lijkt de relatie een stuk minder sterk dan in eerdere jaren. Terwijl de olieprijs een herstel laat zien, vindt de melkpoeder-

29-05-20 15:43


MARK T

prijzen pas in 2018 weer een bodem. In de handel zien we een wisselend beeld. De import van melkpoeders door de meeste olieproducerende landen laat in die periode een daling zien, maar bijvoorbeeld Venezuela toont wel een sterke stijging op het gebied van magere melkpoeder, net als Algerije voor zowel magere als volle melkpoeder. Uiteraard blijven wereldwijde (vraag)schokken van invloed op de beide prijsniveaus.

Algerije Verschillende bronnen suggereren een positieve relatie tussen de olieprijs en de melkpoederimport van olieproducerende landen. Uitgangspunt is dat meer olieinkomsten meer import van melkpoeder betekent. Deze relatie verschilt te sterk per land om die suggestie te kunnen bevestigen. Gekeken naar de prijs van ‘Brent crude oil’ zien we dat de olieprijs in 2018 piekt. Daarna neemt deze af, met als dieptepunt 2020, als gevolg van het coronavirus. We selecteren vier grote olieproducerende landen in de Annual Insight MarketMonitor en analyseren de melkpoederimport: Algerije, de Verenigde Arabische Emiraten, SaudiArabië en Koeweit. De nummer een melkpoederimporteur Algerije laat een bevestiging zien van de theorie, dat er bij hogere olieprijzen meer wordt geïnvesteerd in melkpoeders uit het buitenland. Als we naar de overige landen kijken (Verenigde Arabische Emiraten, Saudi-Arabië en Koeweit), zien we voor deze landen vanaf 2015 juist een dalende trend, met een absoluut dal in 2018, waarna deze weer licht stijgt. Dit is

precies tegenovergesteld aan de relatie die we bij Algerije zien (en wordt verondersteld), namelijk een piek in 2018, gezien de hoge olieprijs in dat jaar. Daarnaast loopt al vanaf 2016 de olieprijs op.

Samenvattend De relatie tussen olie en (export)zuivel is in het verleden grotendeels gebaseerd

op toeval, vooral als het gaat om een beïnvloeding vanuit de aanbodkant. Daarnaast wordt de relatie in de laatste jaren minder sterk, mede door de afnemende invloed van olie op de samenleving die steeds meer gericht is op verduurzaming en elektrisch rijden. Tot slot kijken we naar de positie van Nederland. Naast een hoge import, exporteerde Nederland in 2019 zo’n 186.000 ton melkpoeder naar Azië en Afrika, waarvan circa 100.000 ton volle melkpoeder. Gekeken naar 2020 zien we in maart een opvallende stijging, met in het achterhoofd het coronavirus. De derde kolom in de tabel laat de exacte volumeverandering zien ten opzichte van een jaar geleden. De meest rechtse kolom laat zien dat ook de prijzen flink stijgen ten opzichte van maart 2019. Robert den Hertog is Industry Lead Zuivel bij Annual Insight

24

33_Artikel_02L.indd 24

ZuivelZicht juni 2020

29-05-20 15:43


MARK TCIJFERS

PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’20 - mrt’20, % t.o.v. ’19) EU-27+VK waarvan: Duitsland Duitsland

Verwerking EU (jan’20 - mrt’20, % t.o.v. ’19)

+2,2% +2,0%

Frankrijk Frankrijk

Boter

MMP

x 1.000 ton

x 1.000 ton

750

500

600

400

+2,1% +3,8%

Nederland Nederland

+0,9%

Verenigde Staten

+2,9%

Nieuw-Zeeland

450

300 +4,8%

-0,8%

Argentinië

+1,6% 300

+8,8%

Australië

+5,4%

Wit-Rusland

+6,1%

+5,8%

200

+7,7% -1,0% -5,4%

-6,1%

150

Uruguay

100 +3,2%

+2,7% 0

-12,9% +26,2% -3,6% -11,3%

0

10

20

30

40

0

Overig PL

50

x miljard kg

NL FR

Overig PL FR

IE DE

IE BE

NL DE

PRIJZEN Melkprijs (apr’20 t.o.v. mrt’20, in %)

Marktprijs (mei’20 t.o.v. apr’20, in %)

36

7.000

35

6.000

34

5.000

33

2018 2019 2020

-2,2%

32 31 jan

Mager melkpoeder ADPI

Boter 82%

LTO melkprijsvergelijking €/100 kg

€/1.000 kg

3.000

NL +1,9% WM -8,5%

2.500

4.000

2.000

3.000

1.500

2.000 mei-18

dec

3.500

mei-19

€/1.000 kg

1.000 mei-18

mei-20

NL +4,6% WM -3,8% mei-19

mei-20

EXPORT Boter en -olie (jan’20 - feb’20, % t.o.v. ’19) Wereldhandel

Intrahandel EU

x 1.000 ton 100

Mager melkpoeder (jan’20 - feb’20, % t.o.v. ’19)

250

-16,3%

Wereldhandel

Intrahandel EU

x 1.000 ton

x 1.000 ton

250

150

200

120

80

200

60

150

150 -22,4%

100

100

x 1.000 ton -12,5%

-4,4%

40 20 +126,6% -30,8% 0

+7,7%

50

EU*

NL*

VS

-8,4%

50

EU

NL

60 30

-15,8%

0

0 NZ

90

+18,6%

+70,5%

+1,5%

0 EU*

NL*

VS

NZ

EU

NL

*Derde landen export

Bron: ZuivelNL

www.zuivelnl.org

ZuivelZicht juni 2020

11_Marktcijfers_02R.indd 25

25

29-05-20 15:43


BELRUBRIEK KAASPROMOTIE

KAASBEWERKINGSMACHINES

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

IN- EN VERKOOP TANKS

LUCHTBEHANDELING

KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW

20ZUI006_ADVERTENTIE.indd 26

29-05-20 09:33


20ZUI006_ADVERTENTIE.indd 27

29-05-20 09:33


20ZUI006_ADVERTENTIE.indd 28

29-05-20 09:34


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.