VISIE
Herman Nieuweweme: biologische melkveehouderij
‘Hogere melkprijs, lagere kosten’
Melkveehouders krijgen te maken met nieuwe beperkingen en nieuwe kansen. Hoe spelen ze hierop in? In deze serie komen ondernemers aan het woord die ieder op hun eigen manier de toekomst van hun bedrijf vormgeven.
Je moet er wat voor doen en je betaalt leergeld. Als je dat kunt en wilt opbrengen, is biologische melkveehouderij een prima manier om de toekomst van je bedrijf veilig te stellen. Met de groeiende markt voor ecozuivel is het een alternatief dat melkveehouders serieus kunnen overwegen. Tekst: Jeen Akkerman
“Vaak hoor je dat een goed jaar voor melkveehouders het gevolg is van een hoge melkprijs. Natuurlijk is dat mooi, maar wij spreken over een goed jaar als de voeropbrengst van onze grond hoog is. Lage voerkosten bepalen voor een groot deel ons rendement”, legt Herman Nieuweweme (60) uit. Samen met zijn vrouw Lies (60), zoon Frank (29) en schoondochter Renate runt hij het familiebedrijf in het Twentse Weerselo. Voor de familie is deze plek bijzonder. In het pachtregister van klooster Het Stift staat de boerderij al in 1475 vermeld,
‘De ruwvoeropbrengst daalde in de eerste jaren met ongeveer 40 procent’ onder de naam Nije Wedemhof. Een voorvader van Herman kocht de hoeve in 1811 en koos tijdens het bewind van Napoleon de familienaam Nieuweweme, naar de naam van de boerderij. Het bedrijf is al minstens zes generaties in de familie.
Groei en intensivering Hij begon zelf ook in maatschap met zijn vader. In 1980 bouwden ze de eerste ligboxenstal en groeide de veestapel van
10
33_Nieuwe Wegen_01L.indd 10
35 naar vijftig melkkoeien op destijds 20 hectare grond. Herman geloofde in groei en intensivering. De superheffing bemoeilijkte dat in 1983, maar door quotum aan te kopen en “hard te voeren” dreef hij de melkproductie op naar 450.000 kilogram per jaar. Het vergde tot wel 12 kilogram krachtvoer per koe per dag, een grote kostenpost. Toen de mogelijkheid zich voordeed om grond bij te kopen, rijpte bij Herman het idee om de eigen grond beter te benutten om de voerkosten te verlagen. De eerste stap was het inzaaien van 3 hectare met een gras-klavermengsel. Zonder kunstmest daalde de opbrengst minder dan verwacht, terwijl de koeien het gras-klaverrantsoen met smaak verorberden en omzetten in melk. Herman ging kijken bij biologische collega’s en kwam tot de conclusie dat overstappen een kans in de markt was. “De toekomst voor verdere intensivering zag er toen al minder rooskleurig uit. En Lies stond erachter, die gebruikte al jaren geen kunstmest en chemie in onze moestuin.”
Leergeld De omschakeling duurde toen een jaar, inmiddels geldt een termijn van twee jaar. “Houd maar rekening met vier jaar voordat je alles weer in balans hebt”, aldus Herman. De eerste jaren betaalde
Herman Nieuweweme, biologisch melkveehouder. (Foto’s: Ivo Hutten)
hij leergeld. Letterlijk voor een cursus die hij volgde, maar meer nog omdat het rendement daalde. “De ruwvoeropbrengst daalde in de eerste jaren met ongeveer 40 procent. En je hebt er meer werk mee. Je hoeft geen kunstmest te strooien maar moet wel vaker mechanisch of met de hand onkruid bestrijden.” Gaandeweg neemt de extra arbeid weer af, doordat bijvoorbeeld de wisselbouw van gras en snijmaïs ervoor zorgt dat onkruiden minder de ruimte krijgen.
ZuivelZicht juni 2020
29-05-20 15:38