3 minute read
3.6 Didactiek luisteren
kun je hun input verbinden met die van jezelf).
• Geef leerlingen de tijd om na te denken over hun antwoord.
• Laat leerlingen mee het onderwerp kiezen.
• Houd niet te strak vast aan je voorbereiding: geef leerlingen af en toe de kans om commentaar te geven, ook als het onderwerp afwijkt van wat je oorspronkelijk had voorzien.
Eenvoudig is dit niet. Het vraagt een goed klasklimaat en vooral veel tijd en vaardigheden van zowel leerkracht als leerlingen.
3.6 DI DACTI EK L UI ST E RE N We maken een onderscheid tussen:
- Technisch luisteren;
- Begrijpend luisteren;
Bij technisch luisteren gaat het om het horen van verschillen tussen klanken en geluiden.
Bij begrijpend luisteren gaat het om het begrijpen van gesproken taal. Het is de vaardigheid die het begrijpend lezen ondersteunt.
Uit de meest recente periodieke peiling van 2018 blijkt dat 82% van de leerlingen de eindtermen voor luistervaardigheid behaalt. Dit is een daling tegenover de 87% in 2013. Leerlingen die thuis een andere taal dan het Nederlands spreken hebben echter veel minder kans om de eindtermen voor luisteren te behalen, net als kinderen met een lage SES. We moeten dus bewuster aan luistervaardigheid in de klas werken, waarbij we rekening moeten houden met een aantal basisprincipes van goed lesgeven in het algemeen.
- Zorg voor een interessante tekst, zodat leerlingen gemotiveerd zijn;
- Lok veel activiteit uit van alle leerlingen;
- Lok actieve samenwerking uit tussen leerlingen;
- Geef onmiddellijke en specifieke feedback op de antwoorden van leerlingen. ‘Foute’ antwoorden zijn daarbij even interessant als goede antwoorden.
- Schep een cultuur van “samen lossen we dit op”, eerder dan het belonen van leerlingen die meteen het juiste antwoord hadden;
- Integreer luisterstrategieën: voorspellend luisteren, leren omgaan met ‘overdaad aan informatie’ en leren focussen op kerngedachten, notities nemen, …
HOGENT 2022-2023 48
Pagina 48 van 123
3.6.1 De lesopbouw van een les luisteren
Bij de opbouw van een les begrijpend luisteren is het belangrijk dat je de kinderen luisterstrategieën aanleert. We onderscheiden hier, net zoals bij de andere vaardigheden, drie fasen: vóór, tijdens en na het luisteren.
• Vóór het luisteren
o Laat de leerlingen het luisterdoel bepalen;
o Laat hen bepalen hoe ze gaan luisteren: globaal of selectief;
o Roep een interessante, uitdagende vraag op;
o Schakel hun voorkennis in;
o Leid daaruit een aantal kernvragen af waarvan je weet dat die in het luisterfragment centraal staan. Schrijf een paar kernvragen op het bord.
o Laat hen voorspellingen doen over de tekst aan de hand van de titel.
• Tijdens het luisteren
o Laat de leerlingen het fragment een eerste keer beluisteren met de opdracht de kernvragen te beantwoorden.
o Daarna noteren de leerlingen eerst kort voor zichzelf wat ze denken dat het antwoord op de vraag is. Ze vergelijken hun antwoorden in duo’s. o Vervolgens laat je een aantal duo’s aan het woord en laat hen hun antwoord beargumenteren. Maak een balans op van de voorlopige antwoorden.
o Laat het fragment een tweede keer beluisteren. Moedig hen aan om de aandacht te vestigen op onbeantwoorde vragen.
o Opnieuw moeten de leerlingen eerst individueel nadenken en nadien per duo overleggen.
o Daarna wordt er klassikaal overlegd. Laat indien nodig korte fragmenten herbeluisteren. Laat leerlingen argumenten geven aan de hand van de tekst.
o Een alternatief voor deze opbouw: stel bij de eerste beluistering enkel vragen op het beschrijvende niveau (informatie die letterlijk in de tekst te vinden is), of enkel makkelijke vragen. Bij de tweede beluistering laat je ook vragen op structurerend niveau (combineren van informatie) of detailvragen aan bod komen.
HOGENT 2022-2023 49
Pagina 49 van 123