VZVH Editie nr. 2 Wintereditie 2023-01

Page 1

‘t Dreggetje

VERENIGING ZEILENDE VISSERIJSCHEPEN HARDERWIJK

1 WINTER 2023
NR. 2 WINTER 2023
Wintereditie
VERENIGING ZEILENDE VISSERIJSCHEPEN HARDERWIJK bron: Ruben Schipper

In deze nieuwsbrief

2 ‘t Dreggetje ‘T DREGGETJE is een uitgave van de Vereniging Zeilende Visserijschepen Harderwijk De digitale nieuwsbrief verschijnt drie keer per jaar. Redactie Evert van der Meer Vormgeving Sharon Roelofs Editie nr. 2 winter 2023
8 04 Scheepspost het levend houden van de visserij 05 Uitgelicht de Lemstesraak LE67 07 Lemteraak beschrijving scheeptype 08 Oude technieken het klinken van schepen 10 Haven- en Visserijnieuws 13 Moderne verf Kleinzoon regelt 14 Onze Schepen

Nieuwjaarsgroet

Namens het bestuur van de VZVH wensen we iedereen een goed en gezond vaarseizoen 2023 toe.

Haven en visserijnieuws:

Nieuwe voetgangersbrug bijna klaar...

Maar liefst driekwart miljoen euro is uitgetrokken voor de nieuwe voetgangersbrug. De fundatie werd aangebracht door Boskalis. De stalen brug met twee klapbare delen wordt gebouwd door Van Rusthoven. Iedereen die regelmatig langs de oude haven loopt heeft de vorderingen ongetwijfeld gevolgd. Na het landinwaarts plaatsen van de botterlift stond enkele weken later ineens ook de brug er. De nostalgische uitstraling die het Harderwijkse publiek graag wilde, lijkt goed gelukt. De bediening gaat straks via het havenkantoor.

Scheepspost: Het levend houden van de visserij

In de Harderwijker Courant stond een stukje over de VZVH. Marco Jansen, journalist bij de plaatselijke krant, interviewde ons (Ron en Evert) op vrijdag 21 oktober. Een interview waarin we goed konden verwoorden dat we werken aan twee belangrijke doelstellingen, namelijk het in de vaart houden van onze historische schepen en het levend houden van de visserij van toen en nu. Vooral door het betrekken van de lokale vissers bij de club, onderscheiden we ons van andere behoudsorganisaties voor varend erfgoed in Harderwijk.

4 ‘t
Dreggetje
HK61 met zegen, 7 januari 2023 Nieuwe voetgangersbrug vissershaven Erika & Evert

Uitgelicht: DE LEMSTERAAK LE67

Erika en Martijn Lieman kopen in januari 2022 een oude Lemsteraak met de naam Noordster. Het is voor hen een lang gekoesterde wens die in vervulling gaat. Een familieschip waarmee ze kunnen genieten op het water. Op de boeg staat het visserijnummer LE67. Nieuwsgierig geworden duik ik in het verleden…

Meer dan honderd jaar geleden gleed de 45-voets aak, Noordster, van de helling bij scheepswerf De Boer in Lemmer. Dat de Lemsteraak LE67 daar te water ging, was niet verwonderlijk. De scheepswerf stond bekend om de bouw van visaken voor Lemster vissers. Gerrit Blaauw, visserszoon, was de trotse eigenaar van de LE67 en zal ongetwijfeld met een brede glimlach de tewaterlating hebben aanschouwd. De ‘vischaak’ was geheel naar zijn wens. De aak was in zijn opdracht wat kleiner gebouwd dan de 50-voets van zijn vader. Hij had een lengte van 12,86 meter en een breedte van 4,20 meter en was daardoor lichter en wendbaarder. Gerrit viste als kuilvisser vele jaren op de Zuiderzee met zijn broer Jan ‘in span’, een prachtig schouwspel in die tijd. Twee schuiten, twee broers die naast elkaar in weer en wind de Zuiderzee trotseerden.

Het schip gaat na vele jaren trouwe dienst in 1958 naar een garnalenvisser in Terneuzen. Slechts twee jaar later belandt het bij architect Romke de Vries. Deze stond in die tijd goed bekend als jacht- en scheepsontwerper die ook zijn sporen had verdiend als wedstrijdzeiler. De Lemsteraak in vissermanuitvoering werd door hem dan ook met succes verjacht, getuige de ruime en comfortabele kajuit die het schip vandaag de dag nog heeft.

Na verschillende eigenaren kopen Frits en Antje Beck in 1983 de LE67. Ze varen bijna 40 jaar met het schip. Het was hun ziel en zaligheid en ze investeerden dan ook flink. Zo werd rond 2011 het complete vlak vervangen. Het was hard nodig want zoals bij veel oude platbodems was er beton, verzwaard met ponsdoppen op het vlak gestort als ballast. Vocht tussen het cement en de scheepshuid zorgde voor roest, de tand des tijds deed de rest. Het oude cement werd

losgebikt om het inmiddels aangetaste dun geworden vlak te kunnen vervangen. Ook investeerden zij in een krachtige 6 cilinder Mitsibushi. Maar het zeilen met de 17 ton zware aak valt hen steeds zwaarder. Frits en Antje gaan in 2019 daarom op zoek naar een nieuwe eigenaar en prijzen de Noordster aan in een artikel van de Spiegel der Zeilvaart.

In de zomer van 2022 zie ik de Lemsteraak op de kant liggen bij Jachtwerf Roelofsen. De aak maakt op het droge nog veel meer indruk dan in het water. Statig toont hij zijn elegante vormen.

Vader en zoon Lieman zijn druk aan het werk. De bodem wordt tot de waterlijn kaal gemaakt. Een enorme klus, maar vele handen maken licht werk. Geduldig worden oude lagen verwijderd en komt de deels gelaste en deels geklonken scheepshuid langzaam tevoorschijn. Terwijl ik bewonderend naar de aak kijk, steekt Martijn van wal: ‘Het schip is van 1911, het is een oud vissersschip, ik heb nog foto’s uit die tijd.’ De blik in zijn ogen is mij niet ontgaan. Zijn overgrootvader Aart en zijn grootvader Tinus Lieman waren bekende Harderwijker vissers. Martijn is trots op zijn afkomst, het zeilen met een oude vissersschuit zit in zijn genen. ‘Het liefst breng ik het schip zoveel mogelijk terug naar de oorspronkelijke vissermanuitvoering.’

Op mijn vraag of dit niet teveel ten koste gaat van de woonruimte, legt Martijn uit dat er nog voldoende leefruimte overblijft. Maar dan kijkt hij wat bedenkelijk. ‘We zijn het er nog niet over eens’. Erika zijn vrouw twijfelt. Begrijpelijk overigens, want de ruime kajuit is gerieflijk en zeker geen overbodige luxe met twee nog jonge kinderen. Een paar weken later komen we elkaar tegen op het water. De Noordster met haar pas wit geschilderde romp en nieuw gelakte zwaarden is een lust voor het oog. Erika staat fier aan het roer, Martijn steekt zijn hand op. ‘We hebben zo ieder onze eigen rol aan boord’, vertelt Erika later. ‘Als we gaan zeilen sta ik aan het roer en hijst Martijn de zeilen. Als de zeilen eenmaal staan, is Martijn stuurman en laat hij de zwaarden en de fok aan mij over. Bij het aanleggen zorg ik samen met de kinderen voor de stootwillen en de landvasten.’

De Noordster, de 45 voets aak op leeftijd, gaat met deze bevlogen eigenaren een mooie toekomst tegemoet.

5 WINTER 2023

Ansichtkaart scheepshelling de Boer te Lemmer

Rond 1900 waren er vier jongens uit het gezin werkzaam bij het bedrijf. Harmen, Klaas, Dirk en Hendrik brachten het bedrijf verder tot bloei.

De werf van De Boer was een alom bekende werf. Eigenaar Pier Klaas de Boer startte met zijn vrouw Sjoerdje in 1876 de werf. Ze hielden zich onder andere bezig met de bouw van botaken. Langzamerhand ontstond, volgens zeggen, uit de botaak de Lemsteraak. De Lemsteraken voor de vissers waren voornamelijk bestemd voor de visserij op het noordelijke deel van de Zuiderzee tussen Lemmer en Den Helder. Het verhaal gaat dat zijn vrouw Sjoerdje een belangrijk aandeel had in de vormgeving van de eerste ijzeren aken eind 1800.

Uiteindelijk werden door verschillende generaties de Boer zo’n 250 Lemsteraken in verschillende uitvoeringen gebouwd, maar ook bouwden ze tjalken, plezierjachten, klippers, spitsen, mosselaken, pramen, vletten, punters en zelfs roeiboten. Veel gezinnen waren afhankelijk van het werk op de werf. De laatste eigenaar, Arie de Boer, verkocht de zaak in 1960 aan de firma Hilbrand Poppen. In 2000 sloot de werf voorgoed haar deuren vanwege de strenge milieueisen.

Advertentie Lemster-jacht

Het werfpersoneel in 1911, het jaar dat de LE67 werd gebouwd

Beschrijving scheepstype Lemsteraak

Een Lemsteraak heeft een kromme steven met een hoge kop en is daarmee geschikt voor het bevaren van de zee. Het schip is eivormig rond gebouwd met de punt naar achteren. Het vlak is licht gebogen en het diepste punt vind je, evenals de grootste breedte, ter hoogte van de mast. Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd de romp van de aken overnaads van ijzer/ staal gebouwd, de eerste decennia nog geklonken, later vooral gelast. De ronde lijn zowel in de lengte- als de breedterichting zorgen niet alleen voor de goede vaareigenschappen maar zijn ook debet aan de hoge prijs. Het vraagt tijd, moeite en vakmanschap om een staalplaat twee krommingen te geven. De tuigage bestaat uit een steekmast met bezaantuig (grootzeil, stagfok en kluiverfok). De zwaarden zijn lang en smal.

Visserijnummer: LE67

Bouwjaar: 1911

Werf: de Boer Lemmer

Gevist tot: +/- 1960

Bouwwijze: IJzer

Bronnen: www.spanvis.co www.ssrp.nl www.wikipedia.nl

Oude technieken: HET KLINKEN VAN SCHEPEN

De ijzeren en stalen schepen van de VZVH dateren van 1910 tot en met 1937 en zijn allemaal geklonken. Welke eigenaar je ook zou vragen, iedereen is ervan overtuigd: goed uitgevoerd klinkwerk is één van de zeven schoonheden van een historische schuit.

Het klinken was vroeger zwaar en intensief werk maar zorgde bij een goede uitvoering voor sterke verbindingen. Voor het werk gebruikte men vroeger een zware hamer, klinknagels, een tegenhouder (dolly), een snapper en een kleine veldsmidse. Het laat zich al raden dat het werk door meerdere werklieden werd uitgevoerd. Zo’n klinkploeg bestond uit minimaal drie man: de klinker, de tegenhouder en de nageljongen (ook wel nagelpieper genoemd). De nageljongen verhitte de klinknagels in de smidse tot ze roodgloeiend waren en gaf ze daarna aan de klinker. De klinker stopte de klinknagel in het voorgeboorde of geponste klinkgat van de twee te klinken platen en sloeg met een zware hamer op het ingestoken uiteinde. De klinknagel werd aan de andere kant tegengehouden door de ‘tegenhouder’ met de dolly (een zwaar stuk metaal). Als men een ronde kop op het uiteinde wilde, gebruikte men een snapper om de juiste vorm te krijgen. Bij het afkoelen van de klinknagel kromp deze waardoor de platen strak tegen elkaar werden geperst.

Rond 1875 nam de bouw van ijzeren schepen toe. In die tijd gebruikte men klinken als techniek om delen van de scheepshuid te verbinden. Deze techniek is tot ongeveer 1950 toegepast bij veelal bruggen en schepen.

Nagelziek

Een schip kon ‘nagelziek’ zijn. Door roestvorming bij de klinknagels, slecht klinkwerk en/ of het gebruik van te heet gestookte klinknagels kon het voorkomen dat de kop van de klinknagel na verloop van tijd aan de buitenkant afbrak. De enige oplossing was een nieuwe klinknagel aanbrengen. Nu kiest men vaak voor het oplassen van het gat.

Het klinken was precisiewerk. Zo moest de romp van een schip aan de buitenzijde glad blijven. Het boorgat werd daarom aan de buitenzijde gesouvereind (taps wijder gemaakt). De hete nagel werd aan de buitenzijde plat geslagen.

Om snel te kunnen doorwerken gebruikte de nageljongen een nagelplaat. Dit was meestal een oud stuk plaatijzer met ronde gaten waarin de nagels gestoken werden om ze tegelijk te kunnen verhitten boven het smidsvuur. Het warm stoken was een precies werk, want wanneer de klinknagels te lang in het vuur lagen ging de kwaliteit achteruit. De klinkploeg werd per uur betaald en kreeg vaak per geklonken nagel een toeslag. Aan het einde van de werkdag controleerde de werfbaas of de nagels goed vast zaten. Een rammelende klinknagel kreeg een paar klappen na. De komst van de pneumatische klinkrevolver maakte het klinken later eenvoudiger.

Na 1950 verdrong het lassen langzaam de ouderwetse klinktechniek. Het kwam tot in de jaren zestig voor dat de schepen deels gelast en deels geklonken werden.

Bronnen:

http://zeetjalk-volharding.nl/historie-volharding/klinken-in-de-scheepsbouw https://vaartips.nl/extra/klinkwerk.htm

www.debinnenvaart.nl

Van der Vegt Smeed en constructiebedrijf

8 ‘t
Dreggetje

SCHEPEN

Klinktechniek

Gesouvereinde klinknagelgaten Klinken met een klinkpistool

9 WINTER 2023
Dolly en klinkhamer

Haven- en visserijnieuws JAN KRUL

Afgelopen vrijdag 16 december en zaterdag 17 december was onze tentoonstelling ‘Jan Krul.’

Dankzij de sponsoring door bouwbedrijf Van Wijnen hadden we extra financiën voor het organiseren van dit evenement. Bij elke straatnaam van de nieuwe visserswijk ‘De Stadswerven’ waren foto’s te bewonderen van de visser of vishandelaar die vernoemd werd. Met een deel van het sponsorgeld zijn straatnaamborden gekocht die een mooie plek hebben gekregen aan de bar in de Vischafslag. Samen met leden van botterstichting hebben we de tentoonstelling opgebouwd, gedraaid en weer afgebroken. De samenwerking was perfect. In totaal hebben we zo’n 280 gasten ontvangen.

Mooi om te zien dat er veel gesprekken ontstonden bij de oude foto’s en filmbeelden. Het was een weerzien van oude bekenden, maar ook het ontmoeten van familieleden van vernoemde vissers die van ver buiten Harderwijk de tentoonstelling kwamen bezoeken.

Voor degenen die zich nog steeds afvragen: ‘Wie was nou die Jan Krul?

Krul was de bijnaam van Jan Foppen die in 1883 geboren werd en in 1936 stierf. Een hardwerkende schipper met een gezin van 9 kinderen dat de crisisjaren van de jaren dertig meemaakte. Hij was jarenlang de schipper van de HK126. Zoals de bijnaam doet verwachten had hij in zijn jonge jaren… krullend haar.

10 ‘t Dreggetje

Schiemanswerk

Elke zaterdagmorgen kun je Pieter op de botterwerf vinden. De vriendelijke vijftiger is meestal in gezelschap van Ed, Bart, Erik en Fred. Samen zijn ze zaterdags bezig met het schiemanswerk: het onderhouden van het touwwerk en de blokken.

Als ik aan kom lopen is Pieter druk doende met het schoonmaken van de botter en loopt Ed langs met een groot blok op zijn schouder.

Even later zitten we op het bankje onder het afdak van de Vischafslag en vertelt Pieter over zijn passie voor water en schepen. ‘Van kinds af aan ben ik graag op het water en uiteindelijk heb ik er mijn beroep van gemaakt. Ik werk bij de havendienst van Amsterdam en was ooit stuurman op de sleepvaart en berging. Best wel intensief, ik was vaak vier maanden weg, daarna twee maanden thuis en voer wereldwijd.’

Terwijl Ed en Erik rondscharrelen bij de kade legt Pieter uit wat ze zoal doen. ‘We zijn allemaal met hetzelfde bezig, namelijk het onderhoud van het lopende want. De vallen en schoten kijken we na en vervangen we, indien nodig. Vroeger haalden we hiervoor touw bij Deetman in Elburg maar hij stopt er mee. Tegenwoordig gaan we naar Langman in Nijkerk. We gebruiken geen natuurlijk Manilla meer, maar Hempex (klassiek gesponnen polypropyleen touw). Het gaat lang mee, is UV bestendig en heeft een grote trekkracht.’ Een goede keus van de mannen indien je kiest voor duurzaamheid in combinatie met een klassieke uitstraling.

Dat de zaterdagochtendploeg hard nodig is, mag duidelijk zijn want de vloot bestaat uit maar liefst 4 schepen: de HK21, HK22, HK4 en de HK172.

Het inmiddels tien uur. Erik heeft de koffie klaar, het werk wordt even neergelegd. Tijd voor een bakkie. Niet te lang, want het nieuwe seizoen dient zich over een paar maanden alweer aan.

#trotsoponzevissers

Jan Foppen HK79, e.a.

Peter Jansen HK7

Meindert Klaassen HK61

Henkie Timmer HK3

Herman Bruinink HK8

Jan Wormsbecher HK173

Visvangst HK8 2022

Herman Bruinink vist op het Markermeer bij Lelystad

‘In 2014 kregen we een reductie opgelegd en moesten we 85% van onze netten inleveren vanwege overbevissing. Rond 2016 gingen de vangsten weer omhoog. Mijn visseizoen loopt van 1 juli tot 15 maart. Ik vis nu met 40 netten van 100 meter lengte. Momenteel zijn de snoekbaarsvangsten op het Markermeer prima en heb ik een gemiddelde dagvangst van 500 pond. De prijzen zijn goed omdat er momenteel minder Noordzeevis wordt gevangen. De snoekbaars gaat tegenwoordig rechtstreeks naar een handelaar in Urk. Ook de bijvangst van voorn en brasem kan ik daar kwijt. Al met al is 2022 een goed visjaar geweest.’

Scheepspost Vergeten foto

‘Ik heb nog iets gevonden.’ De oude havenmeester komt met een oude lijst aanlopen.

‘Het is mijn opa’, zegt Gerrit: ‘Ik heb hem niet gekend, maar dit is de ouwe Druule.’

Jarenlang lag de foto, uit vermoedelijk de jaren ’30, ergens op zolder. Een haast vergeten herinnering aan visser Garrit Petersen. ‘Mijn vader werd de grote Druule genoemd en ik was de kleine Druule.’

Gerrit bemerkt mijn enthousiasme bij het zien van de oude foto. Het verhaal is eindelijk compleet. Vader, zoon en kleinzoon Petersen van de HK6… puzzelstukjes vallen op hun plek. Ik pak de lijst voorzichtig aan.

Gerrit en zijn vader waren bekende kuilvissers, die grote vangsten naar de vischafslag brachten. ‘We hebben tot 1967 gevist, tot de laatste polder.’ Ondanks het harde werken heeft Gerrit, goede herinneringen aan de tijd dat ze nog ‘op de zeilen’ visten.

‘Als er wind was, dan viste je op de zeilen met de dwarskuil. Het grootzeil werd negen van de tien keer al in de haven opgezet. Eenmaal uit de haven ging de fok erbij. Vaak moest je eerst nog een eindje zeilen. Als je daarna aan de dwarskuil ging, deed je de fok naar beneden en je kuilhout uit. De kuil

ging overboord. Je zette eerst een stukje fok op. Je moest namelijk een beetje afvallen. De fok ging daarna helemaal op, tot in de top. Was het winderig, dan zette je de kleine kluifok op. Bij mooi weer de grote kluifok en dan de bezaan. Maar kwam er nou meer wind dan ging eerst de bezaan weg, en vervolgens borg je de kluifok op. Je viste dan met fok en grootzeil. Nam de wind nog meer toe, dan deed je de fok half op. Dat was het mooiste, je hoefde dan minder te doen. Het helmhout omhoog. Er werd niet gestuurd, dat ging vanzelf. Soms moest je anderhalf uur zeilen. Als je eenmaal aan de kuil zat dan was het prachtig. Bij mooi weer liepen we op kousenvoeten. Soms was het bij ruw weer spannend op het water, maar ik dacht dan altijd: ‘Als mijn vader niks zegt, zal het wel goed gaan.’ Je vertrouwde erop.’

12 ‘t Dreggetje
Garrit Petersen, ‘de ouwe Druule’ Links in de botter ‘de kleine Druule’, rechts op het dek ‘de grote Druule’

kleinzoon van lakstoker regelt Moderne verf

Rob van Luijk vertelt op een avond trots dat zijn opa Jan lakstoker was. Een lakstoker stookte vroeger mengsels van oliën en hars tot lak. Jan van Olst werkte maar liefst 40 jaar bij Sikkens (later Akzo Nobel) in Wapenveld. Tijdens een bezoek aan de fabriek, door Rob en zijn broer John, ontstond het gesprek over het werk van hun grootvader, wat uiteindelijk resulteerde in de sponsoring van de lakken en verven voor het onderhoud van de loodsen en de botters. Maar liefst drie jaar lang worden er allerlei schilderproducten gesponsord.

Het is zover, de banken van de Vischafslag zitten vol... Nieuwsgierig wacht iedereen af. Elke vrijwilliger heeft zo zijn eigen voorkeur voor merken lak en verf. Tijdens de uitleg door de vertegenwoordiger van de verffabrikant wordt ingegaan op alle vragen. ‘Wat is beter, een 1- component of 2-componentenverf?’, ‘Hoe zorg je voor de juiste kleur van de vernis?’ en: ‘Vroeger had je Harpuis, wat moet je nu kiezen?’

Ook kwam de werkvolgorde aan bod. De stappen van de voorbereiding zijn: 1. ontvetten 2. dof schuren 3. afstoffen. We leerden ook dat door je door schuren de oppervlakte vergroot en verf of vernis veel meer hechtpunten heeft. De beste temperatuur om te verven ligt tussen de 15-20 graden.

Na ruim een uur van vragen en antwoorden weten de vrijwilligers één ding zeker: Voor het houtwerk zal gewerkt gaan worden met Woodskin. Dit is een 1-component vernis op basis van olie, het is vrij dun en dringt daardoor diep in het hout, is ademend en geeft een zijdeglans. Bijkomend voordeel is dat het niet schilfert of bladdert. Tussen de drie aanbevolen lagen hoeft er niet geschuurd te worden. Voor het onderwaterschip wordt de 1-component primer Primocon geadviseerd in combinatie met een antifouling.

Antifouling op een botter geeft vast nog enige gespreksstof voor de komende weken, maar de uierzalf van vroeger of de ouderwetse dikke teer lijken achterhaald.

13 WINTER 2023
Opa Jan aan het lak stoken Advertentie Harpuis

Vollenhovense bol

Oorspronkelijk in hout werden er later ook wel ijzeren exemplaren gebouwd. Het vlak is plat als bij de schokker, sigaarvorming met en sterke ronding naar voren. De kop is breed en rond. Dit ronde scheepje heeft een breed naar binnen vallend boeisel. De oplopende voorsteven geeft een licht holle zeeg en op het vrij brede berghout in de romp sterk geknikt. De zwaarden waren in de smalle zeeuitvoering. De ongestaagde mast droeg een gaffelzeil, met losse broek en kromme gaffel, brege stagfok op de botteloef en soms een kluiver.

Haven

–en

bron: SSRP

visserijnieuws:

Met pijn in ‘t hart

Al geruime tijd ligt de VN35 te koop in de oude vissershaven. Een Vollenhovense bol, een bijzonder historisch zeilend visserijschip dat al 27 jaar in het bezit is van Gerda en Aart Foppen. Aart is een ‘Wortel’, beide opa’s visten vroeger. De één op de HK72 en de ander op de HK149. Zijn voorliefde voor de oude zeilvisserij klinkt dan ook door in zijn stem: ‘Er zijn nog maar een paar bollen in de vaart. De VN35 is als vissersschip in 1918 gebouwd op scheepswerf Snoek te Blokzijl. De koop in 1995 ging destijds best wel bijzonder. De oude eigenaar droeg het aan ons over maar kon er maar moeilijk afscheid van nemen. Hij bleef maar op het schip staan.’ De geschiedenis lijkt zich te herhalen. Het naderende afscheid wordt lastig, de vele zeilvakanties met de kinderen en het zeilen tijdens de zomeravonden roepen warme herinneringen op.

‘Zodra je de haven uit bent, gaat de motor uit. Je hijst de zeilen en je krijgt een gevoel van rust.’ Gerda vult Aart aan: ‘Vooral het buiten zijn deed ons goed.’ Maar de platbodem had de laatste jaren ook een keerzijde. ‘Koken aan boord is vanwege de lage balken lastig en omdat we minder mobiel zijn geworden, is het bedienen van het helmhout en de zeilen best zwaar geworden.’ Deze zomer kochten ze daarom een klassieke motorboot. Met pijn in ’t hart nemen ze afscheid van hun Vollenhovense bol en hopen op een nieuwe eigenaar die het schip met liefde wil restaureren.

14 ‘t Dreggetje

KU6 Zeepunter

Bouwjaar: rond 1912

Werf: nog onbekend

Lengte stevens: 8.85m

Breedte: 2.85m

Onze schepen

VD103 Marker rondbouw

Bouwjaar: 1936

Werf: Van Goor te Monnickendam

Lengte stevens: 10.5m

Breedte: 3.40m

LE67 Lemsteraak

Bouwjaar: 1911

Werf: Gebr. De Boer te Lemmer

Lengte stevens: 12.87m

Breedte: 4.20m

VD168 Marker rondbouw

Bouwjaar: 1937

Werf: Van Goor te Monnickendam

Lengte stevens: 10.5m

Breedte: 3.40m

RD112 Visaak

Bouwjaar: 1910

Werf: Van der Werf te Buitenstvallaat

Lente stevens: 6.40m

Breedte: 2.35m

HK100 Zalmschouw

Bouwjaar: rond 1918

Werf: vermoedelijk Eltink te Beneden-Leeuwen

Lengte stevens: 5.85m

Breedte: 1.70m

HK86 Noordzeebotter

Bouwjaar: 1915

Werf: nog onbekend

Lengte stevens: 15.05m

Breedte: 5m

15 WINTER 2023
VERENIGING ZEILENDE VISSERIJSCHEPEN HARDERWIJK

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.