3 minute read

Erika De Bruyne trekt op

Erika De Bruyne trekt op 1 april de deur van het ziekenhuis in Geraardsbergen definitief achter zich dicht.

‘Niet meer nodig zijn, daar lig ik van wakker’

Advertisement

‘Verpleegster zijn is een mooi en afwisselend beroep. Je hebt ook veel mogelijkheden op het vlak van uurregeling, werkgevers en -plekken. Ik deed twintig jaar nachtdienst, omdat ik dat graag doe én we zo onafhankelijk waren van kinderopvang. Daarna verkoos ik avondshifts, die het best aanleunen bij mijn bioritme. Sinds 1990 werk ik halftijds. Weekendwerk was voor mij geen probleem. “Alle vede en werken in het weekend”, antwoord ik als ze mij beklagen.’

‘Ik had eigenlijk nooit gedacht dat ik de werkvloer vroeger dan we elijk verplicht zou verlaten. Ik kon op 1 mei 2021 met vervroegd pensioen, maar ik bleef doorgaan: omdat ik halftijds werkte, geen al te grote recreatieve plannen had, het werk graag doe en omdat het fysiek nog goed doenbaar was. Ik wil niet als een oude knor lijken, want ik ben nog jong van mentaliteit, maar de voorbije jaren was het werk en vooral alles daarrond niet meer wat het geweest is. Niet alleen door de pandemie. Ik had al een keer eerder de papieren voor mijn pensioenaanvraag ingevuld, maar nog diezelfde dag had ik ze weer gescheurd. Na een slechte dag stuurde ik een mail naar de personeelsdienst en was de papiermolen in gang gezet. Ik was opgelucht, tot nu, enkele weken voor mijn pensioen ingaat.’

Zwart gat

‘Niet meer tot de actieve bevolking behoren, niet meer tussen jonge collega’s zijn, geen meerwaarde meer kunnen zijn, niet meer nodig zijn, nooit meer het ‘oef, het is ons weer gelukt’-moment na een lastige werkshift beleven, niet langer automatisch op de hoogte zijn van de jongste evoluties in de geneeskunde. Daar lig ik van wakker, het bezorgt me meer stress dan het werk op zich. Ik weet nu al dat de laatste dag absoluut geen champagnemoment zal zijn.’

‘Er zal sowieso meer tijd vrijkomen, maar angst voor het zwarte gat heb ik niet. Misschien zal er nu tijd zijn om alle magazines waarop we een abonnement hebben grondiger te lezen. De werking van de Gezinsbond in onze gemeente komt na de coronacrisis weer stilaan op gang. Eindelijk, dat sociaal vrijwilligerswerk heb ik zo gemist! Ik doe het secretariaatswerk en help bij de meeste activiteiten. Dat vraagt wat uurtjes tijd, denkwerk en fysiek bezig zijn. Dat vrijwilligerswerk vind ik een enorme meerwaarde in mijn leven, geen sprake van dat ik daarmee stop. Zolang het mogelijk is, blijf ik het doen. Bij leven en welzijn.’

Binnen zonder bellen

‘Na mijn pensioen zal afspreken veel gemakkelijker zijn, gedaan met annulaties wegens ongepaste werkuren. Meerdere keren voor enkele dagen eropuit trekken, dat zal ik zeker doen. Hoewel ik ook graag thuis ben. We kennen nog, zoals vroeger, de gewoonte om bij elkaar binnen te springen. Binnen zonder bellen. Bij een simpel kopje koffie en een koekje, een glaasje wijn zonder tapa’s of exotisch receptengedoe. Meer hoeft dat niet te zijn. En uiteraard zijn er onze kinderen. Helaas wonen die in het Gentse en is het te ver rijden om er zomaar voor een kort moment of klusje naartoe te trekken. Hoogstwaarschijnlijk zal ik nu wel iets meer gaan. We hebben geen grootse plannen, geen grote noden. Gelukkig zijn met familie en vrienden: dát is wat telt.’

Ambtenarenstatuut

‘Van het lagere inkomen lig ik niet wakker. Dankzij het ambtenarenstatuut zal het pensioengeld wel meevallen. Vanaf het moment dat ik pensioengerechtigd was, hebben we overigens alles wat ik meer verdiende dan het pensioenbedrag dat vermeld stond op mypension.be op een aparte rekening gezet. Zo konden we wennen aan het mindere budget. En ja, het saldo aan het eind van de maand is lager dan vroeger en sommige grote uitgaven moeten nu meer gespreid gebeuren, ook beter gepland worden. Het is slechts een kwestie van meer bewust omgaan met je inkomen. En vooral met je uitgaven. Elke levensfase vraagt enige aanpassing, maar een mens kan dat.’

Tekst: Petra De Rouck

‘Vrijwilligerswerk vind ik een enorme meerwaarde in mijn leven. Zolang het mogelijk is, blijf ik dat doen.’

This article is from: