
6 minute read
Pensioenstortingen opvoeren is nefast voor 55-plussers.
from De Tijd - Netto
Meer storten voor pensioen is uit den boze voor 55-plussers
55-plussers die hun storting voor het langetermijnsparen of pensioensparen van het ene op het andere jaar verhogen, dreigen zwaarder te worden belast.
Advertisement
Tekst: Peter Van Maldegem
r zijn verschillende manieren om fiscaalvrien-
Edelijk te sparen voor uw pensioen. De bekendste is het individueel pensioensparen via een verzekering of bankfonds. In 2022 kunt u tot 1.270 euro storten, waarop dan een belastingvermindering van 25 procent geldt. Wie 990 euro of minder stort, krijgt een belastingvermindering van 30 procent. Bijna 4 miljoen Belgen doen aan pensioensparen.
Een groeiende groep Belgen heeft ook het langetermijnsparen ontdekt. Via die formule kunt u in 2022 tot maximaal 2.350 euro storten, waarop een belastingvermindering van 30 procent geldt. Langetermijnsparen kan alleen via een verzekering. Het fiscale voordeel kunt u cumuleren met dat van het pensioensparen, maar niet met de belastingaftrek van de meeste woonleningen. Het gaat om leningen voor de eigen woning die zijn afgesloten voor 2016 en om alle leningen die zijn aangegaan voor een tweede woning. Wie zo’n lening heeft lopen, zal niet veel ruimte meer hebben om aan langetermijnsparen te doen.
Het langetermijnsparen is vooral populair bij ouderen, omdat die vaak geen lening meer moeten afbetalen. Bovendien kunt u bij langetermijnsparen veel langer het fiscale voordeel genieten dan bij pensioensparen. Tot de leeftijd van 64 jaar kunt u een nieuw contract voor langetermijnsparen afsluiten met onbeperkte looptijd. Zo kunt u tot ver na uw 64ste nog storten met een fiscaal voordeel. Bij pensioensparen kunt u na de leeftijd van 64 jaar niet langer dat fiscaal voordeel genieten.
Voor dat fiscale voordeel gelden in beide formules wel voorwaarden. Zo moet bij langetermijnsparen het contract minstens 10 jaar lopen, en bij pensioensparen moet u minstens 5 jaar storten over de hele looptijd.
In beide formules kunt u ook niet zomaar uw centen opvragen en moet u wachten tot 60 jaar (pensioensparen via fonds) of het einde van uw contract als u fiscaal niet gestraft wilt worden.
Premieverhoging bij langetermijnsparen
En dan is er nog de adder onder het gras voor 55-plussers. Het gaat meer bepaald om 55-plussers die beslissen hun storting in een bepaald jaar te verhogen. Wie dat doet, riskeert zwaarder belast te worden, omdat het moment van belasting opschuift en er meer premies worden belast.
VOORBEELD: Wie een contract langetermijnsparen afsloot voor zijn 55ste en een premieverhoging na die leeftijd doorvoert, wordt niet belast op 60 jaar zoals voorzien, maar 10 jaar na het moment van de premieverhoging, of op de datum waarop het contract wordt vereffend als die vroeger ligt. De belasting van 10 procent (langetermijnsparen) gebeurt op alle stortingen die u tot dan hebt gedaan. Het gevolg is dat u op meer stortingen zult worden belast dan wanneer u geen verhoging had gedaan. Meer nog, als het contract na de premieverhoging minder dan 10 jaar loopt, kunt u volgens een strikte interpretatie van de fiscale regels op die premies geen belastingvermindering meer vragen. U wordt dan dubbel gestraft.
> Concreet: u sloot een contract af op uw 45ste en stor e elk jaar 500 euro. Op uw 58ste beslist u 1.000 euro te storten. Dan zult u niet op uw 60ste belast worden, maar op uw 68ste. Loopt uw contract maar tot 65 jaar, dan wordt u op uw 65ste belast. Op de hogere premies vanaf 58 jaar geniet u in dat laatste geval in principe geen belastingvermindering, omdat het contract geen 10 jaar meer loopt. Al is die interpretatie voor discussie vatbaar.
Wie een contract na 55 jaar afsloot, wordt in principe 10 jaar na het begin van het contract belast. Voert u intussen een premieverhoging door, dan schuift het moment van taxatie op tot 10 jaar na de premieverhoging, of de eindvervaldag van het contract als die vroeger ligt. In dat laatste geval geldt dat de premieverhogingen geen recht geven op een belastingvermindering, omdat het contract na de verhoging geen 10 jaar meer loopt.
> Premieverhogingen voor langetermijnsparen na 65 jaar zijn sowieso uit den boze. ‘Het is we elijk niet mogelijk een langetermijnspaarcontract aan te gaan na uw 65ste verjaardag. Daarom worden premieverhogingen na 65 jaar ook niet toegestaan’, zegt de verzekeringskoepel Assuralia.
Premieverhoging bij pensioensparen
Bij pensioensparen geldt dezelfde redenering. Wie aan pensioensparen doet via een verzekering wordt op zijn 60ste belast tegen 8 procent. Zo’n contract loopt in principe tot 65 jaar. Een premieverhoging na 55 jaar resulteert dan in een taxatie aan het einde van het contract, op uw 65ste, in plaats van op uw 60ste. De fiscus geeft hier geen indicatie over de belastingvermindering, zodat die hogere premie in dit geval mogelijk wel als belastingvermindering kan worden aangegeven.
Bij pensioenspaarfondsen is het verhaal nog complexer, omdat die fondsen geen eindvervaldag kennen. Iedereen kan vrij beslissen wanneer hij het geld van zijn fonds opvraagt. ‘Een verhoging van de premie op 58 jaar zou betekenen dat de taks van 8 procent, die in principe op 60 jaar wordt afgehouden, verschuift naar 68 jaar en dat die op alle stortingen wordt berekend. Als u het kapitaal voor die datum opneemt, moet dat volgens een strikte interpretatie gebeuren tegen het geldende tarief van 33 procent in de personenbelasting. Al zijn er uitzonderingen’, zegt de bankenfederatie Febelfin.
Netelige kwesties
Zowel Febelfin als Assuralia beklemtoont dat het er alles aan doet zijn cliënten uit die fiscaal netelige kwesties te houden. ‘Gelet op de fiscale gevolgen zijn premieverhogingen vanaf 55 jaar af te raden. In de sector bestaan maatregelen om consumenten daarvoor te waarschuwen’, zegt Peter Wiels, woordvoerder van Assuralia. De sector wijst er ook op dat er doorgaans constante bedragen worden afgesproken voor het langetermijnsparen, ook al omdat de maximale storting die in aanmerking komt voor een belastingvermindering afhankelijk is van het inkomen. Niet voor iedereen zal de maximale storting van 2.350 euro mogelijk zijn, omdat de inkomsten na belastingen te laag zijn om deze maximale belastingvermindering te genieten.
Ook Isabelle Marchand, woordvoerster van Febelfin, wijst erop dat banken in principe complexe constructies voorkomen door geen verhogingen meer toe te laten na 55 jaar. ‘Het is een technische en complexe materie, mee door het uitblijven van concrete bepalingen van de overheid. Zo is er geen duidelijk standpunt over wat wordt verstaan onder een ‘verhoging’ van de stortingen bij het pensioensparen. Daardoor geldt in de sector een pragmatische werkwijze’, zegt Marchand.
Algemeen gaat men ervan uit dat stortingen die de indexatie volgen geen verhogingen zijn. Ook het invoeren van een tweede plafond (1.230 euro in 2018) werd niet als een verhoging gezien als men van het ene naar het andere maximum overging.
Duidelijk is wel dat bij pensioenspaarproducten de leeftijd van 54 jaar een sleutelmoment is om te bepalen hoeveel procent men spaart tegenover het we elijk maximum. Ook voor langetermijnsparen is 54 jaar een sleutelleeftijd. ‘Bij levensverzekeringen met variabele premies aanvaardt de fiscus dat er gekeken wordt naar het gemiddelde van de premies, gestort in de 5 voorafgaande jaren’, zegt Wiels. Voor contracten die later dan 55 jaar zijn afgesloten, is het scharnierpunt het jaar voor de laatste 10 jaar van het contract, en sowieso niet later dan 64 jaar.
TIP! Voorkom problemen en stort in het jaar waarin u 54 jaar wordt een bedrag dat u ook de komende jaren wilt aanhouden. 64 jaar
Nog tot de leeftijd van 64 jaar kunt u een contract langetermijnsparen afsluiten waarin u jaarlijks maximaal 2.350 euro kunt storten. Daarop is dan een belastingvermindering van 30 procent van toepassing.
WIST U DAT? Wie een contract na 55 jaar afsluit, wordt in principe 10 jaar na het begin van het contract belast. Voert u intussen een premieverhoging door, dan schuift het moment van taxatie op tot 10 jaar na de premieverhoging, of tot de eindvervaldag van het contract als die vroeger ligt.