
3 minute read
Maar dat geldt niet voor alle ambtenaren.
from De Tijd - Netto
Waarom het pensioen van leerkrachten, postbodes en professoren sneller aantikt
Sommige ambtenaren bouwen hun maximale pensioenbedrag op in minder dan 45 jaar. Maar dat betekent niet dat ze dat maximumbedrag ook krijgen als ze met vervroegd pensioen gaan.
Advertisement
Tekst: Dirk Selleslagh
oor de berekening van de pen-
Vsioenbedragen wordt ervan uitgegaan dat een volledige loopbaan 45 jaren telt. Veel mensen komen daar echter niet aan, waardoor ze het maximumbedrag nooit halen. Als u bijvoorbeeld in totaal 42 jaar hebt gewerkt, zal uw pensioen goed zijn voor 42/45 van het volledige pensioenbedrag.
Voor vier op de tien ambtenaren geldt dezelfde regel, maar de anderen bereiken sneller dan na 45 jaar het volledige pensioenbedrag. Dat heeft alles te maken met het zogenaamde tantième of de loopbaanbreuk: hoe lager de deler van die breuk, hoe zwaarder de gewerkte jaren doorwegen in de berekening.
Hoe werkt de loopbaanbreuk voor ambtenaren?
> Voor een loopbaan die uitsluitend wordt berekend tegen de loopbaanbreuk 1/60 bereiken ambtenaren het maximale pensioenbedrag na 540 maanden of 45 jaar. > Voor een loopbaan die uitsluitend wordt berekend tegen de loopbaanbreuk 1/55, weegt elk jaar door voor 1,09 (= 1 x 60/55), waardoor het maximale pensioenbedrag al na 495 maanden of 41,25 jaar wordt bereikt. Dat is bijvoorbeeld het geval voor leerkrachten. > Voor een loopbaan die uitsluitend berekend wordt tegen de loopbaanbreuk 1/50 weegt elk jaar door voor 1,20 (= 1 x 60/50) en bereiken ambtenaren het maximale pensioenbedrag al na 450 maanden of 37,5 jaar. Die loopbaanbreuk geldt onder meer voor postbodes en luchtverkeersleiders. Voor het rijdend personeel van de Belgische spoorwegen geldt het tantième 1/48, voor onderwijzend personeel van de universiteit geldt de loopbaanbreuk 1/30.
> Er bestaan nog gunstiger tantièmes. Een selectie: voor treinbestuurders geldt het tantième 1/48, voor onderwijzend personeel van de universiteit geldt de loopbaanbreuk 1/30 en voor de eerste zeven jaar van provinciegouverneurs geldt zelfs het tantième 1/12.
In welke gevallen krijgt een ambtenaar het maximumpensioen?
Een ambtenaar die op zijn 23ste in dienst treedt en altijd tegen de loopbaanbreuk 1/60 heeft gewerkt, zal op zijn 65ste slechts 42 jaar aan de slag zijn geweest. Aangezien hij een loopbaan van 45 jaar nodig heeft om tot het maximale pensioenbedrag te komen, zal zijn feitelijke pensioen slechts 42/45 van dat maximum bedragen.
Een ambtenaar die op zijn 21ste van start is gegaan en tegen de loopbaanbreuk 1/55 heeft gewerkt zal het maximale pensioen ontvangen als hij op zijn 63ste met vervroegd pensioen gaat. Hij heeft immers 42 jaar gewerkt en er waren slechts 41 jaar en 3 maanden nodig om het maximale pensioenbedrag te bereiken.
Om het maximale pensioenbedrag te berekenen, wordt de referentiewedde vermenigvuldigd met het aantal te werken maanden (495), vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk (1/55) en gedeeld door 12 om de gewerkte maanden in gewerkte jaren om te ze en. In principe betekent dit dat het volledige pensioen 75 procent van de gemiddelde wedde bedraagt.
Voor een jaarwedde van 30.000 euro ziet dat er als volgt uit:
30.000 x 495 660 ( = 55 x 12) = 22.500 euro.
Ook een ambtenaar die op zijn 23ste van start ging en tegen loopbaanbreuk 1/55 heeft gewerkt, kan op zijn 63ste al met vervroegd pensioen gaan. In de regel moeten er 42 jaar op de teller staan, maar in het systeem met loopbaanbreuk 1/55 telt elk gewerkt jaar voor 1,05. Dat betekent dat deze ambtenaar al na 40 jaar (42/1,05) met vervroegd pensioen kan.
Maar deze ambtenaar zal niet zijn maximale pensioenbedrag krijgen. Om daar recht op te hebben moeten ambtenaren in het systeem van de loopbaanbreuk 1/55 immers 41 jaar en 3 maanden aan de slag zijn. En deze ambtenaar heeft nog maar 40 jaar effectief gewerkt.
Voor de ambtenaar die bij zijn vervroegd pensioen slechts 40 jaar (480 maanden) aan de slag was, ligt het pensioenbedrag dus lager:
30.000 x 480 660 ( = 55 x 12) = 21.818,18 euro.