6 minute read

BOMEN ALS TROFEE

Vergeet kunstwerken en haute couture. Trophy trees, of uitzonderlijke bomen, zijn het nieuwe statussymbool. Het Belgische Arbor levert wereldwijd pronkstukken voor tuinen en kasteelparken. ‘Vermogende mensen houden niet van wachten. Dat is met bomen niet anders.’

‘Die is op weg naar Zwitserland.’ Michael Van Dyck, de zaakvoerder van de boomkwekerij Arbor in Houtvenne, wijst naar de oplegger die ons pad kruist. Terwijl hij zijn Mercedes G-Wagon met een hand losjes zijn terrein opstuurt, zien we nog net een ingepakte boom passeren. ‘En die daar’ - hij wijst nu naar rechts, waar een groepje bomen met de kruin tegen elkaar staan‘gaan naar Bordeaux, naar een wijndomein. Niet de makkelijkste grond.’

Advertisement

Als de grootste boomkwekerij van België en een van de handvol grote boomkwekerijen in Europa is Arbor de place to be voor mensen op zoek naar een pièce de résistance voor in hun tuin of kasteelpark. Het gaat dan om een trophy tree: een boom om mee te pronken. Zulke bomen - oude bomen, unieke bomen, bomen met karakter - kosten vaak tienduizenden euro’s en zijn op het uitgestrekte domein van Arbor - 300 hectare in België en 200 hectare in Frankrijk - in veelvoud terug te vinden.

‘Mensen hebben geen zin meer om te wachten tot een boom volgroeid is’, zegt Van Dyck. ‘Vroeger had je het gezegde ‘boompje groot, eigenaar dood’, maar dat bestaat niet meer. Veel vermogende mensen houden niet van wachten. Dat is met bomen niet anders.’

Adellijke families

Zijn familiebedrijf, opgericht door zijn overgrootvader in 1901, omspant al vier generaties. Ook Van Dycks grootvader, vader en oom werkten in de zaak, die gerund wordt door hem en zijn twee neven. Arbor telt 50 vaste werknemers en nog eens zoveel seizoensarbeiders in piekperiodes en draait een omzet van 11 miljoen euro. Elk jaar worden zo’n 30.000 bomen geplant op de bedrijfsgronden, wat Arbor een unieke verkooppositie geeft. ‘Ik verkoop de bomen die mijn grootvader heeft geplant’, zegt Van Dyck. ‘We hebben bomen die 80 jaar oud zijn. Zomereiken, lindes, sequoiadendrons: het soort bomen waar bomenjagers op zoek naar zijn. Sommige mensen kopen ze als kunstwerk. Maar we werken ook veel met adellijke families. Daar voel je het plichtsbewustzijn om het patrimonium te blijven onderhouden en aan te vullen.’

Slechts één werknemer mag de taxussen snoeien. Hij werkt hier al bijna 40 jaar. Het wordt een probleem als hij met pensioen gaat.

Over grind- en modderwegen voert Van Dyck ons, in polotrui en blauwe bodywarmer, door zijn bomencatalogus. In volle grond gaat het om zo’n half miljoen bomen, waarvan een paar duizend oude. Als ze niet netjes per soort gegroepeerd waren, op iets te rechte lijnen, zou het een bos kunnen zijn. Af en toe zie je een gekleurd lintje hangen: gereserveerd.

Onvergetelijk

Over net dezelfde wegen reed Van Dyck nog niet zo lang geleden de president van Tadzjikistan rond. Na een dag vol ontmoetingen met de premier en de voorzi er van de Europese Commissie kwam die ’s avonds naar Houtvenne om bomen te kiezen voor zijn presidentieel paleis. ‘Onvergetelijk’, zegt Van Dyck. ‘Voor en achter ons reed de staatsveiligheid. We scheurden van het ene bomenperceel naar het andere.’

De Tadzjiekse president is geen uitzondering. 90 procent van de exclusieve bomen gaat naar het buitenland, al is de afzetmarkt om klimatologische en sanitaire redenen begrensd tot Europa en Centraal-Azië. Onder anderen James Dyson, de Britse uitvinder van de zakloze stofzuiger, en de Turkse president Recep Tayyip Erdogan kwamen bij Arbor aankloppen. ‘Ik ben nu met een dossier van een Amerikaanse industrieel bezig, die een kasteel heeft gekocht in de Loirevallei. Hij wil niet alleen dat kasteel restaureren, maar meteen ook het volledige park. Dus komt hij naar ons voor de grote bomen voor langs de lanen.’

Voor kasteeltuinen en grote domeinen heeft Van Dyck een apart assortiment. In een uithoek van het domein staan tientallen taxussen, geknipt in een variëteit aan vormen: een piramide, een eend, iets dat aan een schaakspel doet denken. ‘Ik heb maar één werknemer die eraan mag snoeien’, zegt Van Dyck. ‘Hij bedenkt de vormen en werkt hier al 40 jaar. Het wordt een probleem als hij met pensioen gaat.’ Ook het uithalen en vervoeren van de taxussen mag maar door één iemand gebeuren. ‘Bij het minste dat je verkeerd doet, beschadig je de schors van de boom en heb je 50 jaar werk vernietigd.’

Op een klif

Welke boom ze ook zoeken en of ze nu uit België of het buitenland komen, Van Dyck verkiest dat zijn klanten hun exclusieve boom zelf komen kiezen. Die wordt vervolgens gemarkeerd met een lintje, op een trailer geladen en geleverd. ‘Elke boom is anders en wat ik mooi vind, vind jij minder mooi en omgekeerd. Ik heb onlangs een van de grootste eiken uit ons bestand verkocht aan een industrieel uit Knokke. Hij is drie keer komen kijken om zich van zijn keuze te vergewissen, want het is geen kleine aankoop.’

Voor een unieke boom tel je al snel enkele tienduizenden euro’s neer. De duurste die Arbor ooit verkocht, kos e 50.000 euro. Een taxus kost minstens 5.500 euro: hoe complexer de vorm, hoe duurder. Voor een poort van haagbeuken - twee bomen die veertig jaar lang naar elkaar toe gekweekt worden - betaal je 10.000 euro. ‘Vaak zijn de aanplanting en het transport nog duurder dan de boom zelf’, zegt Van Dyck. ‘Ik herinner me een levering aan een CEO van een groot farmabedrijf in Zwitserland. Zijn domein was moeilijk te bereiken, want het lag op een klif. Maar hij wou toch grote exemplaren in zijn park. We zijn eerst met een vrachtwagen naar Zwitserland gereden en dan hebben we met een vrachthelikopter

1. Doe een uitgebreid onderzoek van de bodem en de omgeving, of laat dat doen. ‘We kunnen niet zomaar een mooie boom om het even waar ze en’, zegt Erik de Waele, een van de tuin- en landschapsarchitecten met wie Arbor regelmatig samenwerkt. Je moet kijken naar de plek waar de boom komt en nadenken welke boom daar past.’ boom te planten

2. Werk uiterst nauwkeurig. ‘De put waarin de kluit terechtkomt, moet net de juiste diepte hebben’, zegt De Waele. ‘Een oude boom kan geen centimeter te diep of te ondiep worden geplant. Ook moet de grondwatertafel overeenstemmen met die in de kwekerij. En nog iets: de kant van de boom die in de kwekerij op het noorden gericht was, moet ook nu weer op het noorden gericht worden.’ uw boom voldoende water. ‘In ons lastenboek, waar ook de afspraken over de garanties instaan, leggen we nauwkeurig de watergift vast’, zegt De Waele. ‘Vaak is dat een pak meer dan mensen denken.’ de bomen naar boven gehesen. De kosten van het transport waren een veelvoud van de prijs van de bomen.’

3.

Modegrillen

Volgens Van Dyck is het een misverstand dat grotere bomen moeilijk te verplanten zijn, zeker niet als er voldoende expertise aanwezig is en de bomen op de juiste manier gekweekt worden. Hij wijst op een gele tractor, die voor zich een boom draagt in een machine die op een ijsschep lijkt. ‘Mijn oom heeft het prototype bedacht’, zegt hij. ‘We scheppen de bomen op en planten ze weer op een andere plek. Om het wortelgestel zo jong en compact mogelijk te houden, verplanten we de bomen om de vier, vijf jaar. Zo maken ze telkens weer kleine haarwortels aan. Dat is onze garantie dat ze op de plaats van bestemming zullen aanslaan.’

Tegelijk maakt Arbor er werk van dat de kruinen van de bomen niet te ver uitwaaieren. ‘We proberen de breedte en de hoogte op zo’n 4 meter te houden’, zegt Van Dyck. ‘Als we daarover gaan, hebben we politiebegeleiding nodig. Dan wordt het transport nog duurder.’

Arbor voelt de economische crisis niet als het om grote bomen gaat. ‘Onze privéklanten lijken daar niet gevoelig voor te zijn’, zegt Van Dyck. ‘Dat is meer het geval bij institutionele projecten, voor steden. Die schakelen soms over op kleinere exemplaren.’ Wel zijn er trends en modegrillen, waardoor bepaalde bomen beter verkopen. ‘Sommige coniferen zijn helemaal terug van weggeweest’, zegt Van Dyck. ‘Seqoiadendrons, die gigantische parkbomen worden, bijvoorbeeld. Klanten kopen die als eyecatcher.’

Terwijl hij ons een van zijn favoriete bomen toont - een Acer Griseum, ‘hoe moeilijker te kweken, hoe liever ik ze zie’ - vertelt Van Dyck hoe hij op zijn beurt verantwoordelijk is voor de verkoop van volgende generaties bomen. De klimaatverandering speelt daarin almaar meer een rol. ‘Vroeger kochten mensen bij ons vaak grote beuken, maar nu zien we een terugval, ook in de productie, omdat die in onze contreien op termijn niet meer duurzaam zullen zijn’, zegt hij. ‘Tegelijk kunnen we nu bepaalde mediterrane bomen in volle grond kweken omdat de winters minder streng zijn. Dat zijn veranderingen waarmee we rekening houden, want we moeten nu keuzes maken voor de komende vijftig jaar.’ ■

This article is from: