4 minute read

5 Een nieuwe thuis voor Treesje

Next Article
13 De opvreters

13 De opvreters

Een nieuwe thuis voor Treesje

Wanneer meester Werner een nieuwe thuis zoekt voor Treesje, het minivarkentje van zijn buurvrouw, voelt Muk zich meteen geroepen. Met haar vrienden Sam en Melle zorgt ze voor Treesje. Maar Treesje is niet helemaal wat ze verwacht hadden …

Melle en Sam stonden al te wachten bij de ingang van hun kamp toen Muk kwam aangelopen. ‘Treesje is er nog’, zei Sam. ‘Oef’, zuchtte Muk opgelucht. ‘Maar wat nu? Moet Treesje niet eten?’ Van achter zijn rug haalde Melle een plastic zak vol etensresten tevoorschijn. ‘Wow, Melle, jij denkt echt aan alles’, zei Muk bewonderend. ‘Ik heb op het internet gezocht’, zei Melle rustig. ‘En daar stond dat hangbuikzwijnen zowat alles eten behalve vlees. En hier zit echt geen vlees in.’

Samen haalden ze de betonnen platen weg voor de deur. ‘Melle, ga jij Treesje eten geven?’ ‘Nee hoor, doe jij maar, Muk.’ ‘Neenee, jij mag, jij hebt het eten meegebracht.’ ‘Dat klopt, maar iemand anders mag het aan Treesje geven.’ En Melle stak de plastic zak in Sams handen. Die gaf ’m meteen door aan Muk. ‘Oké,’ zei Muk, ‘ik heb het begrepen, niemand van ons durft. En toch moet Treesje eten, anders gaat ze dood.’ Ze aarzelde even, maar trok toch voorzichtig de deur open. Uit het tuinhuis weerklonk een rustig geknor. ‘Ik denk dat ze tevreden is dat ze ons ziet’, zei Melle ernstig. Meteen kwam Treesje vrolijk naar de opening en duwde haar neus tegen de plastic zak aan. ‘Ze heeft het al begrepen’, zei Muk. ‘Varkens zijn slimme dieren,’ zei Melle, ‘ze zijn slimmer dan een hond, maar net niet zo slim als een dolfi jn.’

Treesje liet het zich goed smaken. Ze knorde tevreden en smakte. De drie stonden genietend toe te kijken hoe het dier zich te goed deed aan de etensresten. Melle haalde een grote plastic fl es vol water tevoorschijn. ‘Jij denkt ook aan alles.’ Melle goot de inhoud van de fl es in een oude emmer die in het tuinhuis rondslingerde. Treesje dronk in een paar slokken de twee liter helemaal op. ‘We moeten voor meer water zorgen’, zei Melle. ‘Treesje heeft duidelijk hele grote dorst.’ ‘Maar ik zie het niet zitten om elke dag met mijn fi ets emmers water te brengen’, zei Sam. ‘Tijd brengt raad’, vond Melle. ‘Zou ze niet in het tuinhuis ge... ge...’ ‘Gekakt hebben, bedoel je?’ ‘Hm.’ Sam stapte snuffelend het tuinhuis binnen. Even later kwam hij weer naar buiten. ‘Niks, helemaal geen stront, echt niet. Geen plas ook niet.’ Op dat moment zette Treesje zich in beweging.

‘Let op dat ze niet wegloopt!’ Maar Treesje ging rustig achter het tuinhuis plassen en poepen en stapte daarna zelf terug het tuinhuis in. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. ‘Dat is nog eens een slim beest!’ riep Sam. ‘Ze weet nu al dat dit haar nieuwe thuis is!’ Treesje kwam in het deurgat staan en schuurde zachtjes tegen Muks been. ‘Ze wil geknuffeld worden’, zei Melle. Muk knielde bij het zwijn en streelde het. Het duurde niet lang of Treesje ging erbij liggen en knorde met lange geluiden.

‘Treesje, Treesje, je bent hier wel tevreden. Maar ik weet niet goed wat we met je moeten doen. Wil je graag hier blijven wonen?’ Treesje knorde. ‘Ze antwoordt!’ zei Sam. Melle glimlachte. ‘Maar ik kan nu niet bij je blijven, ik moet terug naar huis. Mijn mama denkt dat ik met Sam een groepswerk doe.’ ‘Dat klopt toch’, zei Melle snel. Muk keek hem verwonderd aan. ‘Je zorgt toch samen met Sam voor Treesje.’ Muk schoot in de lach. ‘Jij bent me er eentje, Melle. Maar ik moet nu wel weg. Hoe spreken we verder af?’

Na wat heen en weer gepraat besloten de drie om de volgende dag na schooltijd en eten weer naar het kamp te komen. Alle drie zouden ze proberen zoveel mogelijk etensresten mee te smokkelen. ‘Ik kan morgenvroeg voor schooltijd wel al water komen brengen’, zei Melle. ‘Maar dan kunnen we de betonnen platen niet voor de deur leggen, alleen kan ik die niet weghalen.’ ‘Volgens mij is die barricade* niet echt meer nodig’, vond Sam. ‘Treesje is duidelijk tevreden met haar hok. Ze zal wel blijven waar ze is, denk je niet?’ De twee anderen knikten. ‘We zetten voor de zekerheid een paar houten planken voor de deur.’

* de barricade versperring

schrijver Frank Pollet tekenaar Merel Eyckerman

This article is from: