3 minute read

9 Ik ken al vier paddenstoelen

Ik ken al vier paddenstoelen

HOI!

In de herfst zie je overal paddenstoelen in de natuur. Wist je dat er in België wel meer dan vijfduizend verschillende soorten paddenstoelen groeien? Maar veel daarvan zijn zeldzaam of piepklein. Paddenstoelen zijn eigenlijk de ‘vruchten’ van schimmels. Die schimmels zelf zitten verstopt in de bodem, als een geweldig spinnenweb van miljoenen dunne, bijna onzichtbare ‘schimmeldraden’. Het lijkt wel een beetje op een ondergrondse appelboom! Gelukkig zijn de paddenstoelen meestal beter te zien dan de draden. Als je deze tekst gelezen hebt, weet je iets meer over vier soorten paddenstoelen. Maar wees heel voorzichtig als je ze zou willen plukken, want al zijn sommige soorten heel lekker, veel andere zijn zuur, bitter of giftig. Bovendien mag je in België eigenlijk niet zomaar in het wild paddenstoelen verzamelen. Pluk of beschadig ze dus liever niet, want in de natuur zijn ze toch het mooist … en dan kunnen andere mensen er ook nog van genieten!

BJÖRN

P.S. Maar pas wel op dat je niet verdwaalt!

PARELSTUIFZWAM

Parelstuifzwammen, die 8 cm hoog kunnen worden, zie je in de zomer en de herfst heel veel in loof- en naaldbossen. In het begin is hij wit en stevig vanbinnen, dan is hij ook eetbaar. Maar na een tijdje wordt hij geel en zacht. En nog later bruingroen en helemaal droog vanbinnen. Als je op een stuifzwam trapt, komt er een klein ‘rookwolkje’ uit! Dat zijn miljoenen kleine sporen (zaadjes), die door de wind worden verspreid. Gelukkig worden ze niet allemaal groot, want dan zou de aarde helemaal bedekt zijn met stuifzwammen!

GROTE PARASOLZWAM

De hoed van de volwassen grote parasolzwam is zo groot dat hij maar net in een koekenpan past. Daar komt hij wel eens in terecht, want hij is erg lekker. Je vindt hem in de late zomer tot de vroege herfst in vochtige graslanden en weiden, en aan bosranden. Van andere soorten parasolzwammen, die een lichtere steelvoet hebben, kun je beter helemaal afblijven. Die zijn meestal niet te eten. En dat geldt vooral voor de dodelijk giftige panteramaniet, een neefje van de vliegenzwam.

GESCHUBDE INKTZWAM

Inktzwammen vinden het fi jn om in de buurt van mensen te zijn. Het meest kom je ze tegen op akkers, langs de kant van de weg, in weilanden of bij composthopen. Daar steken ze hun kopjes omhoog, vanaf de zomer tot ver in het najaar. Maar ze leven niet lang, vaak maar net een week. In het begin zijn ze pluizig wit en heel mooi, maar ze worden snel zwart en voor je het weet is er alleen nog een blauwzwart kloddertje inkt over. Dat kan heel vlug gaan: in soms minder dan een dag ‘smelt’ de hoed helemaal weg!

VLIEGENZWAM

Deze paddenstoel, die van kabouter Spillebeen, zul je vast wel herkennen: hij is rood met witte stippen. Vanaf augustus tot laat in oktober duiken vliegenzwammen op langs bospaadjes en in weilanden. Maar hoe mooi ze er ook uitzien, vliegenzwammen moet je laten staan, want ze zijn behoorlijk giftig. Gelukkig niet zo erg als hun neef, de groene knolamaniet, maar je wordt er wel ziek van. Van het aanraken kun je al duizelig en misselijk worden, en van het eten krijg je zelfs erge buikpijn. En dat vindt toch niemand leuk?

schrijver Björn Bergenholtz

This article is from: