Column
Geen ‘mobiel-tenzij’ zonder inpandig mobiel netwerk Ik kom vaak bij organisaties waar men een ‘mobiel-tenzij’-beleid voert. Dat lijkt een logische trend, want iedereen kent de gemakken van een smartphone: geen dure vaste toestellen meer, je bespaart in licenties en eventuele centrale apparatuur en je hebt meer flexibiliteit. Nu valt er veel voor te zeggen, maar er valt ook veel af te dingen op deze argumenten. Daar wil ik het nu even niet over hebben. Ik wil het hebben over het gemak waarmee wordt gekozen afhankelijk te zijn van radiocommunicatie. We weten allemaal dat radiocommunicatie flexibiliteit levert, maar ook dat er een ‘zichtbaar’ contact moet zijn tussen een base-station en een mobiel apparaat. De laatste jaren zetten we steeds meer in op duurzaamheid en energiebesparing. Nieuwe (kantoor)gebouwen worden vaker voorzien van isolatie om de warmte binnen te houden en worden ramen gecoat om de warmte buiten te houden. Daarnaast leven architecten zich uit met nieuwe constructies die invloed hebben op de radiopropagatie. Ook worden gebouwen (in de Randstad) steeds hoger, terwijl de base-stations van de mobiele providers horizontaal en naar de straat zijn gericht. Boven de vijftiende/twintigste verdieping zien de dichtstbijzijnde antennes de hogere etages niet.
Een DAS biedt extra zekerheid dat de medewerkers bereikbaar blijven. Maar extra zekerheid kost extra geld, dus een goede analyse van nut en noodzaak is dan wel op zijn plaats. Het invoeren van een ‘mobiel-tenzij’-beleid biedt extra flexibiliteit, maar levert ook extra vragen, extra zorgen, die geadresseerd moeten worden. Dat betreft, naast de aan het begin genoemde vragen, ook de vraag hoe belangrijk het is dat de mobiele gebruikers in het gebouw altijd bereikbaar zijn. Als het antwoord hierop ‘ja’ is en inpandige connectiviteit is of kan een issue worden, overweeg dan een DAS mee te nemen in de beleidsbeslissing om een ‘mobiel-tenzij’-beleid door te voeren. Ik wens u allemaal een mooie nazomer toe met goede bereikbaarheid.
Marcel Ederveen (onafhankelijk) Senior Consultant MEcom Consulting Verbonden aan NiVo network architects
Deze problemen zijn duidelijk, maar het is verbazingwekkend hoe weinig rekening hiermee wordt gehouden. Want wat te zeggen van bouwprojecten waardoor er ineens een hoog nieuwbouwpand in de ‘line-of-site’ komt te staan? Of wat te zeggen van ‘die buurman’ met ruim duizend mobiele gebruikers die overstapt naar dezelfde provider, waardoor de capaciteit van het mobiele netwerk moet worden aangepast? Voor de vaste telefonie kun je als organisatie allerlei nood(stroom)voorzieningen treffen die je in eigen hand hebt, maar hoe zit dat bij de provider? In geval van een pand met een geconstateerde beperkte inpandige connectiviteit kan een inpandig mobiel netwerk worden aangelegd, een zogenaamd Distributed Antenna System (DAS). Maar vaak wordt een ‘mobiel-tenzij’-beleid aangenomen en uitgevoerd zonder een analyse op het gebied van de inpandige connectiviteit. Zeker, er kan gebruik worden gemaakt van bellen over wifi, maar is het wifi-netwerk daarvoor geschikt? En welke consequenties heeft dat voor seamless handover wanneer je van naar buiten loopt of omgekeerd? Het vaststellen dat de inpandige connectiviteit nú voldoende is wil niet zeggen dat dit over één of drie jaar nog steeds zo is. Immers, mobiele operators passen hun antenne-opstelpunten ook steeds aan, om bijvoorbeeld ruimte vrij te voor nieuwe technieken of om een andere (grote) klant te plezieren en een antenne net iets te draaien.
SEPTEMBER 2019
57