3 minute read

Feitenreconstructie 1959-2012

controle. De NAM kan geen mededelingen doen over de waarde van aangeboorde gasbel, maar zet de proefboringen in het gebied wel door.12

In de zomer van 1956 volgt nieuw onderzoek in Ten Boer en breidt de NAM de zoektocht naar aardgas uit in Delfzijl.13 In 1957 meldt het Nieuwsblad van het Noorden dat de hoeveelheid gas in Ten Boer ‘niet zo groot’ is ‘dat een jarenlange voorziening’ van de gemeente Groningen is gewaarborgd, maar dat de boorput het ‘een jaar of wat vol zal houden’. Ook meldt de krant dat het gas ‘van iets mindere kwaliteit’ is ‘dan elders in ons land’.14 Tekstkader 1.1 bevat een korte uiteenzetting van wat er gebeurt nadat een gasveld is gevonden.

Tekstkader 1.1 Het proces van gaswinning

Als er een gasveld gevonden is, worden er een of meer productieputten geboord. Via deze put(ten) wordt het aardgas naar boven gehaald. Aardgas stroomt door de natuurlijke drukverschil in een put vanzelf naar de oppervlakte. Gas wordt niet opgepompt. Als de druk in het gasreservoir als gevolg van de winning afneemt, wordt onderdruk gecreëerd bovenin de put om het resterende gas te kunnen winnen. Bij oliewinning wordt olie naar boven gepompt bij lage druk. Bij gaswinning worden andere methodes toegepast, zoals verkleining van de diameter van de tubing (stijgbuis) en/of het verlagen van de putmonddruk. Er worden vaak meerdere putten geboord naar één gasveld. Als de druk in een installatie te groot wordt, kan een onveilige situatie ontstaan. Dan worden de gassen die ontstaan bij het winnen van aardgas, via een fakkel veilig verbrand. Dit heet ‘affakkelen’.

De winning van gas is sterk afhankelijk van de vraag naar gas. Dit houdt in dat de gaswinning in de winter (wanneer de vraag hoog is) hoog is en in de zomer laag. Men spreekt van vlakke winning in het geval dat men gedurende het jaar de productiesnelheid zoveel als mogelijk gelijk houdt. Zoals in latere hoofdstukken ook duidelijk wordt, vermindert zowel een lagere gaswinning als een vlakkere winning het aardbevingsrisico.

Zoals gezegd wordt aardgas niet opgepompt. Dat gebeurt alleen bij aardolie. Toch wordt in het dagelijks spraakgebruik nogal eens over het ‘(op)pompen van gas’ gesproken. In dit rapport wordt een enkele keer ook bewust aangesloten bij het spraakgebruik en om die reden de term ‘pompen’ in relatie tot aardgas gebruikt.

12 Overijsels Dagblad (24 november 1955), p. 1.

13 Nieuwsblad van het Noorden (16 juni 1956), p. 3; Nieuwsblad van het Noorden (5 september 1956), p. 3.

14 Nieuwsblad van het Noorden (26 oktober 1957), p. 7.

Onthulling van een ‘goed bewaard geheim’ Na de vondst van de gasbel in Slochteren in augustus 1959 blijft het een lange tijd stil. Minister Jan de Pous van Economische Zaken bevestigt in mei 1960 in de Tweede Kamer dat de NAM in Slochteren gas heeft gevonden, maar concrete cijfers over de omvang van het gasveld blijven uit.15 Dit heeft een reden, legt NAM-directeur Jo Bongaerts later uit: “We hadden er geen enkele behoefte aan om Indianenverhalen de wereld in te bazuinen, we wilden zekerheid hebben over de reserves en die kregen we pas toen we een flink aantal boringen hadden verricht en de begrenzingen van het veld kenden en meer wisten over de dikte van het gashoudende zandgesteente en over de drukken in het veld.”16

De ‘stilte van Slochteren’, zoals sommige experts het jaar na de vondst van Slochteren noemen, eindigt op zaterdag 15 oktober 1960.17 Om 18.19 uur meldt de radio op basis van een nieuwsbericht van ANP dat er een enorm gasveld is gevonden. “Een Belgisch lid van het Europese Parlement heeft in Straatsburg verklaard, dat onder Nederland een enorm veld aardgas is ontdekt. De inhoud ervan zou 300 miljard kubieke meter zijn. De Belgische senator, Leemans, zou met deze mededeling een tot nu toe goed bewaard geheim hebben onthuld. Het ministerie van Economische Zaken heeft naar aanleiding hiervan, desgevraagd meegedeeld, dat vermoedelijk gedoeld wordt op boringen bij Slochteren in Groningen. De hoeveelheid aardgas die daar is gevonden, kan inderdaad van aanzienlijke omvang zijn. Hoe groot, is nog niet precies bekend. […]”18

Op maandag 17 oktober volgen de kranten. Ook zij spreken over een ‘onthulling’ van ‘een goed bewaard geheim’.19 De omvang zou geheim zijn gehouden ‘met het oog op de onderhandelingen met particuliere maatschappijen over de exploitatie’, aldus het Overijsselsch Dagblad.20

De Belgische senator waar journalisten naar verwijzen, is christendemocraat en Europarlementariër Victor Leemans, die op 14 oktober 1960 in Straatsburg deelneemt aan een debat over de Europese energiepolitiek. Leemans is net terug van een werkbezoek aan Algerije, waar de Fransen in de Sahara olie en gas hebben gevonden. Tijdens de bijeenkomst over de bevindingen doet hij een verrassende mededeling: “Welnu, dames en heren, inmiddels is ons een niet minder grote verrassing bekend geworden, met name het ontdekken in Nederland van aardgasreserves die geschat worden op 300 miljard kubieke meter. Indien deze gegevens juist zijn en indien het ook waar is dat samen met het Sahara-gas ook Nederlands gas op de markt wordt aangeboden, dan staan wij voor een nog dringender geworden noodzakelijkheid de ordening van de energiemarkt in de Gemeenschap nu eindelijk tot stand te brengen.”21 Waar Leemans zich op baseert, is op dat moment niet duidelijk.

De NAM en het ministerie van Economische Zaken bevestigen op 17 oktober 1960 in de pers dat in Groningen aardgas is gevonden ‘van betekende omvang’, maar hoeveel blijft onduidelijk.22

15 De Volkskrant (18 oktober 1960), pp. 1-2.

16 Kielich (1988), pp. 25-26.

17 Kielich (1988), pp. 24-27.

18 ANP Nieuwsbericht (15 oktober 1960).

19 Deventer Dagblad (17 oktober 1960), p. 1; de Volkskrant (17 oktober 1960), p. 1.

20 Overijsels Dagblad (17 oktober 1960), p. 1.

21 Hakkenes (2020), p. 50.

22 Leeuwarder Courant (17 oktober 1960), p. 1.

This article is from: