1 minute read

Feitenreconstructie 1959-2012

In de zandsteenlaag met gas in Groningen zijn meer dan 1.800 breuken die het gasveld doorsnijden, met verschillende lengtes, richtingen en dieptes.69 De zoutsteenlaag boven op het gasveld voorkomt dat de breuken naar de bovenliggende gesteenten doorlopen. De breuken in de zandsteenlaag delen het gasreservoir op in verschillende delen.70 Om toegang te krijgen tot het gas in Groningen, heeft de NAM meer dan 330 boorputten aangelegd. Doordat de hoeveelheid opgepompt gas per blok verschilt, ontstaan drukverschillen in het gasveld. De compactie (het samendrukken van de bodem) is daardoor niet overal hetzelfde.

Hoe aardbevingen worden gemeten

Een van de bekendste manieren om de kracht van een aardbeving uit te drukken, is de magnitude. Dit is een getal op de schaal van Richter. Deze schaal is logaritmisch: bij een aardbeving met een magnitude 3,0 laat het seismogram – de kaart van de trillingen in de aardkorst – een tien keer grotere uitslag zien dan bij een aardbeving van magnitude 2,0. De energie die bij een aardbeving vrijkomt, gaat per magnitude zelfs 31,6 keer omhoog. De aardbeving in Huizinge in 2012 was met een magnitude van 3,6 bijvoorbeeld ongeveer 250 keer sterker dan een aardbeving met magnitude 2,0 (oftewel 31,61.6), 1.500 keer sterker dan een aardbeving met magnitude 1,5 en 8.000 keer sterker dan een aardbeving met magnitude 1,0.71

In de dagen na een aardbeving komen er soms verschillende magnitudes naar buiten. Een magnitude is namelijk een gemiddelde van meerdere meetstations. Een aardbeving straalt echter niet in elke richting evenveel energie uit. Ook de diepe ondergrond kan per meetstation verschillen.72

68 TU Delft (2017).

69 KNMI (7 november 2000). Technische workshop geïnduceerde aardbevingen in Noord-Nederland. De Bilt.

70 NAM (7 november 2015).

71 NAM (juli 2017).

72 KNMI (n.d. H1a).

This article is from: