2 minute read

Feitenreconstructie 1959-2012

VIII

Bron: TNO, 199875 zware schade veroorzakend veel gebouwen van gewapend beton of hout lijden matige schade scheuren in veel muren, grotere stukken pleisterwerk komen los, delen van schoorstenen komen omlaag veel gebouwen van metselwerk of natuursteen en enkele gebouwen van gewapend beton of hout lijden aanzienlijke tot zware schade ernstige breuken in muren, gedeeltelijk bezwijken van constructieve onderdelen grote en diepe scheuren, dakpannen glijden weg, schoorstenen breken op de daklijn, breuken in enkele niet-constructieve delen veel gebouwen van los gestapelde steunen of landbouwconstructies (zoals stallen en schuren) en enkele gebouwen van metselwerk of natuursteen lijden zeer zware schade. enkele gebouwen van los gestapelde steunen of landbouwconstructies (zoals stallen en schuren) worden verwoest enkele gebouwen die speciaal op aardbevingen zijn ontworpen lijden matige schade

Waarom bevingen in Groningen een uniek karakter hebben algehele tot vrijwel totale ineenstorting haarscheurtjes, metselwerk valt uit de voegen van wanden, pleisterwerk gaat los

Een aardbeving in Groningen is niet te vergelijken met aardbevingen die op een natuurlijke wijze zijn ontstaan, zoals de beving in Roermond in 1992 (magnitude 5,8, intensiteit VII) of aardbevingen in het buitenland. Dit komt omdat de aardbevingen in Groningen gemiddeld op ongeveer 3 kilometer diepte ontstaan, bij het gasreservoir. De beving in Roermond vond op 15,4 kilometer diepte plaats.76 Elders in de wereld ontstaan natuurlijke aardbevingen op 10 tot 100 kilometer diepte.77

Bij een aardbeving ontstaan trillingen die zich over een gebied verspreiden. Doordat natuurlijke aardbevingen veel dieper in de ondergrond ontstaan, verliezen de trillingen die naar de bovengrond gaan onderweg veel energie. De aardlagen absorberen namelijk de energie.78 Ondiepe aardbevingen zijn dus beter voelbaar dan aardbevingen met dezelfde magnitude kilometers dieper in de grond, omdat de bovengrond bij een ondiepe aardbeving heviger trilt – de zogeheten ‘grondversnellingen’.79

75 Staalduinen & Geurts (16 februari 1998). p. 12-18.

76 KNMI. Schriftelijke toelichting over de maximale magnitude, grondversnellingen en grondsnelheden van aardbevingen in Noord-Nederland in vergelijking met aardbevingen in andere regio’s van Nederland en/of het buitenland, 15 juni 2022.

77 KNMI (n.d. H1a).

78 SodM (n.d. H1b).

De trillingen die het KNMI in Groningen aan het aardoppervlak meet, zijn bij een beving door gaswinning korter dan bij een natuurlijke beving. Door de grondsamenstelling in de provincie Groningen is het risico op aardbevingen in het noorden van de provincie ook iets hoger dan in het zuiden.80 De samenstelling van de grond kan er ook toe leiden dat de aardbeving op sommige plaatsen sterker is. Zo versterkt zachte grond zoals klei en veen de trillingen van de beving. De grondversnellingen kunnen daardoor per aardbeving en plek verschillen. De zoutlaag boven het gasreservoir daarentegen, zorgt juist weer voor een dempend effect.81

Kortom: enkel op basis van de magnitude zijn aardbevingen niet met elkaar te vergelijken. En wie iets over de gevolgen van aardbevingen wil zeggen, kan beter naar de grondversnellingen kijken in een aardbevingsgebied dan naar de magnitude.

Tekstkader 1.3 De ‘eerste aardbevingen’ in Noord-Nederland

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) meet sinds 1908 aardbevingen in Nederland. Ook voor 1908 hebben inwoners melding gedaan van aardbevingen, blijkt uit historisch onderzoek.

De eerste melding van een aardbeving in Noord-Nederland dateert uit het jaar 217, schrijft geoloog Jan Lorié in een overzicht uit 1903. “Onder de regeering van Caracalla kwam eene groote vlam uit het Roode Klif bij Stavoren tevoorschijn, die 11 dagen brandde en waarbij zeewater opgespoten werd”, aldus Lorié. “Nu is het niet onmogelijk, dat het vrijkomen van eene groote hoeveelheid zelfontbrandend gas veroorzaakt werd door eene kleine aardbeving.”82

In 1225 doet de eerste abt van het klooster in Wittewierum een tweede melding van een aardbeving, blijkt uit een van de oudste handschriften van de universiteitsbibliotheek in Groningen.83 “27 oktober 1225 was er op vele plaatsen een vreselijke aardbeving, en omstreeks het zesde uur van de dag scheurde de oppervlakte van de vloer. De muren stonden te wankelen en de zolderingen leken wel door een storm heen en weer te slingeren. De maan was toen 22 dagen oud. Daarna volgde een periode van overvloedige regens, en de weiden werden gevuld met het water uit de bovenste afgrond.”

79 TU Delft (2021).

80 Technisch Platform Aardbevingen (september 2006). Werkwijze Seismisch Risico-Analyse.

81 Evers (15 juni 2017).

82 Lorié (1903) in Houtgast (1991).

83 Duis (28 februari 2013).

This article is from: