2 minute read

Feitenreconstructie 1959-2012

Het KNMI heeft geen informatie over deze beving, maar schrijft wel over een vergelijkbare gebeurtenis in 1262. Het instituut baseert zich op een overzicht van Pieter Otto van der Chijs, die in 1855 schrijft: “In 1262 werden er in het gewest Groningen twee zware aardbevingen gevoeld; zij gingen met overstrooming vergezeld; de dijken werden vreeselijk gehavend; zelfs werd het klokkehuis van ’t klooster Wittewierum verzet, ’t Westerklooster en de kerk van Roozekamp omvergeworpen.” Ook Lorié schrijft over een aardbeving in 1262. “Hierbij had echter eene groote overstroming plaats, zoodat de vraag gesteld mag worden of niet wederom slechts een hevige storm was.”84

Het KNMI beschouwt de meldingen uit 217 en 1262 niet als aardbevingen. “De historische meldingen uit Noord-Nederland in de catalogus zijn met name door hun context, waarin tegelijk van storm en overstromingen gesproken wordt, als een melding van aardbeving ongeloofwaardig.” Volgens het meteorologisch instituut is Noord-Nederland ‘altijd beschouwd’ als ‘aseismisch’. “Dat wil zeggen dat er geen aardbevingen van betekenis zijn voorgekomen.”85

Hoeveel aardbevingen er in Groningen zijn geweest Sinds de start van de gaswinning in Groningen in 1963 zijn ruim 1.800 aardbevingen in NoordNederland geregistreerd met de gaswinning als oorzaak.86 De meeste bevingen hebben zich voorgedaan in de provincie Groningen: 1.597 in totaal. Vooral de omgeving van Loppersum is getroffen, omdat daar de compactie het grootst is. Figuur 1.7 geeft een overzicht van de aardbevingen per jaar in Groningen en de gemeten magnitudes.

De zwaarste bevingen hebben plaatsgevonden in Huizinge (16 augustus 2012, magnitude 3,6), Westeremden (8 augustus 2006, magnitude 3,5), Zeerijp (8 januari 2018, magnitude 3,4), Westerwijtwerd (22 mei 2019, magnitude 3,4), Garrelsweer (magnitude 3,2) en Wirdum (8 oktober 2022, magnitude 3,1).

84 Chijs, van der (1855) in Houtgast (1991).

85 Begeleidingscommissie Onderzoek Aardbevingen (november 1993).

86 KNMI. Schriftelijke inlichting met een overzicht met vergelijkbare data van aardbevingen in Noord-Nederland vanaf 1970 tot heden, 15 juni 2022.

Tot 2015 was het meetnetwerk van het KNMI niet goed in staat om aardbevingen onder magnitude 1,5 te registreren. Bron:

202187

1.2.4 Bodemdaling vanaf de start van de gaswinning bekend

Dat het winnen van gas en olie tot bodemdaling leidt, is al voor de ontdekking van het Slochterenveld bij de NAM en Shell bekend. “Het optreden van bodemdaling bij de productie van olie en gas was al voor de ontdekking van het Groningen gasveld een bekend fenomeen dat in het Shell laboratorium bestudeerd werd”, aldus de NAM.88

Vooral de bodemdalingen in de Verenigde Staten en Venezuela trekken internationaal de aandacht. Zo publiceren wetenschappers al in 1926 en 1927 artikelen waaruit blijkt dat bodemdaling plaatsvindt bij de winning van olie en gas in de Amerikaanse staat Texas. In 1949 blijkt dat oliewinning in de Amerikaanse staat Californië tot 4 à 5 meter bodemdaling leidt. In 1960 is dit toegenomen tot 10 meter, een situatie die de nabijgelegen stad Long Beach later de bijnaam Sinking City oplevert.89 In Venezuela, waar ook Shell actief is, leidt oliewinning bij de Bolivar Coast-velden tot 3,5 meter bodemdaling.90

Hoeveel bodemdaling Nederland door olie- en gaswinning te wachten staat, is lange tijd niet bekend. Nederland heeft bij de start van de gaswinning in Groningen in 1963 wel ervaring met het winnen van steenkool (sinds 1895), bruinkool (sinds 1917), zout (sinds 1920) en olie (sinds 1945), maar deze vormen van mijnbouw zijn niet te vergelijken met gaswinning. Tot de sluiting van de laatste staatsmijn in Zuid-Limburg in 1974 haalden duizenden mijnbouwwerkers

87 KNMI (n.d.-a).

88 NAM. Schriftelijke inlichting met een chronologisch overzicht van onderzoeken naar bodemdaling en aardbevingen in Groningen, 7 april 2021.

89 Geertsma, J. (1972). pp. 734-744.

90 Nieuwsblad van het Noorden (12 januari 1972a), p. 2.

This article is from: